NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
TECHNISCHE BEPALING
S - 31
ELEKTRO-MECHANISCHE FLIKKERTOESTELLEN VOOR SEININRICHTINGSINSTALLATIES
UITGAVE : 1984
Technische Bepaling S-31 Uitgave 1984
Index 1. ALGEMEENHEDEN...........................................................................................................................3 1.1. Voorwerp .......................................................................................................................................3 1.2. Typen van flikkertoestellen, naamlijstnummer en eerste toepassing.............................................3 1.3. Procedure voor het doen aanvaarden van een prototype................................................................3 1.3.1. Adres voor het indienen van het prototype .............................................................................3 1.3.2. Bij het prototype te voegen bescheiden ..................................................................................3 1.3.3. Keuring van het prototype ......................................................................................................3 1.4. De aanvaarding van het prototype .................................................................................................4 1.5. Inschrijving en bijlagen .................................................................................................................4 2. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN ...................................................................................................5 2.1. Basisgegevens van het flikkertoestel .............................................................................................5 2.2. Werkingsvoorwaarden...................................................................................................................5 2.2.1. Voeding ..................................................................................................................................5 2.2.2. Omgevingstemperatuur (t°C)..................................................................................................5 2.2.3.Relatieve vochtigheidsgraad (h) ..............................................................................................5 2.2.4. Monteringsvlak.......................................................................................................................5 2.2.5. Opstelling in monteringsvlak..................................................................................................5 2.2.6. Uitwendige trillingen ..............................................................................................................5 2.2.7. Inductiespanningen .................................................................................................................6 2.2.8. Stroomkringen waarin de kwikcontacten geschakeld zijn ......................................................6 2.3. Bijzondere technische karakteristieken..........................................................................................6 2.3.1.Ruimtematen............................................................................................................................6 2.3.2. Kast.........................................................................................................................................6 2.3.3. Mechanisme............................................................................................................................7 2.3.4. Aansluitklemmen....................................................................................................................7 2.3.5. Diëlektrische vastheid.............................................................................................................7 2.3.6. Bescherming tegen corrosie....................................................................................................7 2.3.7. Identificatie.............................................................................................................................8 2.3.8. Elektrisch schema, werkingsdiagramma en gebruik...............................................................8 2.3.9. Elektrische weerstand van een kwikcontact ...........................................................................8 2.3.10. Onderhoud gedurende de waarborgperiode ..........................................................................8 3. UITVOERING VAN HET LEVERINGSCONTRACT.......................................................................9 3.1. Toezicht op de fabricatie ...............................................................................................................9 3.2. Onderzoek van de levering ............................................................................................................9 3.2.1. Bepalen van de partijen ..........................................................................................................9 3.2.2. Proeven uit te voeren door de leverancier, op alle toestellen, voor ze ter keuring aan te bieden ...............................................................................................................................................9 3.2.3. Keuring .................................................................................................................................10 3.3. Waarborg .....................................................................................................................................10 3.4. Verpakking ..................................................................................................................................10 3.4.1. Verpakkingseenheid .............................................................................................................10 3.4.2. Mechanische eigenschappen.................................................................................................10 3.4.3. Identificatie...........................................................................................................................11 BIJLAGE 1 – TYPE 1 - BASISEIGENSCHAPPEN .............................................................................12 BIJLAGE 2 – TYPE 2 – BASISEIGENSCHAPPEN.............................................................................13 BIJLAGE 3 – SCHAKELSCHEMA VOOR FLIKKERTOESTEL TYPE 1.........................................14 BIJLAGE 4 – SCHAKELSCHEMA VOOR FLIKKERTOESTEL TYPE 2.........................................15 BIJLAGE 5 – RUIMTEMATEN EN GEGEVENS VOOR BEVESTIGING IN HET MONTERINGSVLAK...........................................................................................................................16 BIJLAGE 6 – NORMEN EN TECHNISCHE BEPALINGEN VERMELD IN DE TEKST.................17
Pagina 2 van 17
Technische Bepaling S-31 Uitgave 1984
1. ALGEMEENHEDEN 1.1. Voorwerp De technische beschikkingen opgenomen in onderhavig document bepalen de voorschriften waaraan de elektromechanische flikkertoestellen moeten beantwoorden.
1.2. Typen van flikkertoestellen, naamlijstnummer en eerste toepassing Type 1 : NN 35.940.260 ; wegseinen voor overwegen Type 2 : NN 35.940.265 ; spoorseinen
1.3. Procedure voor het doen aanvaarden van een prototype 1.3.1. Adres voor het indienen van het prototype Een prototype wordt ter goedkeuring voorgelegd aan volgend adres N.M.B.S. Directie van Elektriciteit en Seininrichting Laboratorium E. S. Prinses Elisabeth 6 1030 BRUSSEL
1.3.2. Bij het prototype te voegen bescheiden -
4 ex van het samenplan met de lijst van de samenstellende elementen en hun identificatie; 4 ex van een toelichting met beschrijving van de werking en de onderrichtingen voor het opstellen aansluiten en in dienst stellen.
1.3.3. Keuring van het prototype De N.M.B.S. behoudt zich het recht voor het prototype te onderwerpen aan alle proeven die zij nuttig acht, op plaatsen die zij alleen bepaalt. De keuring is vooral gericht op een controle van de technische voorschriften, de werking en de stabiliteit in de meest ongunstige werkingsvoorwaarden en dit tijdens een periode van minstens zes maand.
Pagina 3 van 17
Technische Bepaling S-31 Uitgave 1984
1.4. De aanvaarding van het prototype Deze wordt uitgesproken door de Directie van Elektriciteit en Seininrichting en schriftelijk bevestigd aan de leverancier. Het aanvaarde prototype blijft eigendom van de N.M.B.S.
1.5. Inschrijving en bijlagen De aangeboden toestellen moeten identiek zijn aan het aanvaarde prototype. Een inschrijving moet steeds vergezeld zijn van : -
een fotokopie van de aanvaardingsbrief; twee exemplaren van het samenplan; twee exemplaren van de toelichting met beschrijving van de werking en de onderrichtingen voor het opstellen, aansluiten en in dienst stellen van het toestel.
Pagina 4 van 17
Technische Bepaling S-31 Uitgave 1984
2. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN 2.1. Basisgegevens van het flikkertoestel Ze zijn opgenomen in de bijlagen 1 en 2.
2.2. Werkingsvoorwaarden Definitie : Onder werkingsvoorwaarden verstaat men de werking met alle opgegeven toleranties van de hierna beschreven parameters.
2.2.1. Voeding voor type 1 24 V - +/- 20 % rimpelspanning : maximumwaarde gelijk aan deze van een dubbelfazige gelijkrichting 28.8 V/50 Hz met afvlakking door condensator van 1000 F. voor type 2 48 V 50 Hz +/- 10 % of 40 V - +/- 20 %.
2.2.2. Omgevingstemperatuur (t°C) - 20° C < t < + 70° C.
2.2.3.Relatieve vochtigheidsgraad (h) 0 % < h < 100%.
2.2.4. Monteringsvlak Vertikaal +/- 2°
2.2.5. Opstelling in monteringsvlak Horizontaal +/- 0,1°
2.2.6. Uitwendige trillingen Gelijkwaardig met trillingen veroorzaakt door weg- of treinverkeer op 3 m van de opstelling van het flikkertoestel. Pagina 5 van 17
Technische Bepaling S-31 Uitgave 1984
2.2.7. Inductiespanningen De "voeding van het toestel" moet inwendig beveiligd zijn tegen de inductiespanningen die kunnen ontstaan bij normale werking van het flikkertoestel. De piekwaarden moeten beneden de 60 V gehouden worden.
2.2.8. Stroomkringen waarin de kwikcontacten geschakeld zijn Deze zijn schematisch weergegeven in de bijlagen 3 en 4.
2.3. Bijzondere technische karakteristieken 2.3.1.Ruimtematen Het toestel moet voldoen aan de maten opgegeven in bijlage 5 fig. 1.
2.3.2. Kast 1) Beschermingsgraad en mechanische weerstand IP 52 – RC 1 (NBN C20-001). 2) Bevestiging op monteringsvlak Het toestel moet kunnen bevestigd worden zoals aangegeven op bijlage 5 fig. 2. 3) Het deksel Het deksel van het toestel is doorzichtig en moet geplaatst en weggenomen kunnen worden binnen de ruimte loodrecht op het vlak (XY) zoals voorzien op bijlage 5 fig. 1. Het moet verloodbaar zijn.
Pagina 6 van 17
Technische Bepaling S-31 Uitgave 1984
2.3.3. Mechanisme 1) Het toestel start uit zichzelf zodra het gevoed wordt, en bereikt zijn regimefrequentie uiterlijk na 20 s. 2) Wordt de voeding onderbroken dan duurt het minstens 25 s. vooraleer het toestel de ruststand inneemt. 3) De periode is instelbaar tussen 1/20 en 1/100 van één minuut, bij ieder toestel dient het gereedschap gevoegd nodig voor deze regeling. 4) Het toegelaten gemiddeld eigen verbruik bedraagt maximum 3 Watts met stroompieken van 0,25 A max. 5) Een vast ingebouwd waterpas moet toelaten om zonder andere hulpmiddelen het mechanisme correct op te stellen in het monteringsvlak. 6) Al de contacten dienen geblokkeerd en met verf verzegeld. Hetzelfde geldt voor alle andere instelbare delen en vastzetelementen.
2.3.4. Aansluitklemmen Elke klem is uitgerust met een stang M4 en 3 platte ringen en twee moeren ofwel met 2 tongen A 6,3 X 0,8 volgens DIN 46244.
2.3.5. Diëlektrische vastheid Er mag geen doorslag optreden wanneer een praktisch sinusoïdale spanning met een effectieve waarde van 2000 V 50 Hz gedurende 15 s, bij een temperatuur van 20° +/- 5° C wordt aangelegd : -
A) Bij een flikkertoestel type 1 : 1) Tussen twee willekeurige klemmen, met uitzondering van de aardklem, kwikschakelaar (s) in open stand. 2) Tussen de aardklem van het toestel en de overige klemmen in parallel geschakeld.
-
B) Bij een flikkertoestel type 2 : Tussen elke klem afzonderlijk van het toestel en de aardklem.
2.3.6. Bescherming tegen corrosie Alle metalen onderdelen, niet uit roestvrij staal, dienen tegen corrosie beschermd. Vernikkelde onderdelen moeten voldoen aan de technische bepaling C-6 klasse 2, geschilderde onderdelen aan de technische bepaling L-7. Pagina 7 van 17
Technische Bepaling S-31 Uitgave 1984
2.3.7. Identificatie -
2.3.7.1. Van de kwikcontacten en de aansluitklemmen, bestaat uit het symbool zoals in de bijlagen 1 en 2 voorzien.
-
2.3.7.2. Van een toestel, bestaat uit een etiket met volgende gegevens : -
Naamlijstnummer van de N.M.B.S. Nr en datum van de bestelling Naam of monogram van de constructeur Fabricatienummer van de constructeur Datum van de voorlopige keuring Volgnummer in de fabricatiereeks (per constructeur). (Doorlopende nummering voor alle leveringen, te beginnen met 0001)
dit etiket wordt in de kast aangebracht en moet zichtbaar blijven met het toestel in dienst.
2.3.8. Elektrisch schema, werkingsdiagramma en gebruik Het elektrisch schema, het werkingsdiagramma, de voedingsspanning (24 V – of 48 V /40 V -) en de bestemming van het toestel ( type 1 of type 2) moeten in de kast aangebracht worden en zichtbaar en leesbaar zijn met het toestel in werking.
2.3.9. Elektrische weerstand van een kwikcontact Gemeten op de aansluitklemmen en dit bij 20° C en 4 A-, mag op een nieuw toestel de weerstand niet meer bedragen dan 100 m
2.3.10. Onderhoud gedurende de waarborgperiode Gedurende de waarborgperiode zal het toestel geen onderhoud vergen.
Pagina 8 van 17
Technische Bepaling S-31 Uitgave 1984
3. UITVOERING VAN HET LEVERINGSCONTRACT 3.1. Toezicht op de fabricatie De N.M.B.S. mag de fabricatie van de toestellen in de fabrieken van de leveraar door haar toezichtsbedienden laten volgen. Die bedienden mogen tijdens de fabricatie een monster nemen van de materialen die voor de bouw worden gebruikt. Zij mogen steeds verbieden materialen en voorwerpen te gebruiken die naar hun oordeel niet aan de onderhavige voorschriften beantwoorden, tot na onderzoek of ontleding. De toezichtsopdracht van de bedienden der N.M.B.S. omvat ook het toezicht op het uitvoeren van alle door de leveraar uit te voeren controles van de toestellen, gedurende hun montering of na hun afwerking. Indien deze verplichtingen niet worden nagekomen, wordt normaal de keuring van de partijen geweigerd. De leveraar is ertoe gehouden aan de bedienden van de N.M.B.S. al de nodige inlichtingen te verstrekken opdat zij hun taak naar behoren zouden kunnen vervullen. Hij mag in verband met dit toezicht geen enkel bezwaar opperen, zelfs indien de materialen en voorwerpen waarvan de fabricatie opgevolgd werd, wegens een of ander gebrek, naderhand afgewezen worden.
3.2. Onderzoek van de levering 3.2.1. Bepalen van de partijen De flikkertoestellen worden per type gekeurd in partijen van 50 stuks, met dien verstande dat een bestelling van minder dan 50 stuks, of het overschot van een geheel aantal malen 50, een partij vormt.
3.2.2. Proeven uit te voeren door de leverancier, op alle toestellen, voor ze ter keuring aan te bieden Gedurende minstens 48 u worden de toestellen onder de nominale spanning gevoed en hun normale werking gecontroleerd. Daarna worden de toestellen afgesteld tot het opgelegde werkingsdiagramma bekomen is.
Pagina 9 van 17
Technische Bepaling S-31 Uitgave 1984
3.2.3. Keuring 3.2.3.1.
De voorlopige keuring wordt uitgevoerd op de plaats van constructie. Alle toestellen worden visueel gecontroleerd o.a. op het uitzicht, de afwerking, de identificatie, het schema. Op 5 % van de toestellen : -
controle op de voorschriften van 2.3. met uitzondering van deze van 2.3.2.1. en 2.3.6.
-
controle op de diëlektrische vastheid volgens 2.3.5.
Slechts indien alle resultaten voor de genomen toestellen aan de opgelegde voorwaarden voldoen, is het lot voorlopig goedgekeurd. 3.2.3.2.
De definitieve keuring volgt één jaar na de voorlopige keuring en dit op voorwaarde dat al de geleverde toestellen gedurende die periode voldoening hebben geschonken.
3.3. Waarborg De toestellen moeten door de leverancier gewaarborgd zijn tegen elke fabricatie- en materiaalfout, gedurende 2 jaar, te rekenen vanaf de datum van voorlopige keuring. Deze waarborg omvat het kosteloos vervangen, in de korst mogelijke tijd, van de betrokken onderdelen.
3.4. Verpakking 3.4.1. Verpakkingseenheid Per stuk
3.4.2. Mechanische eigenschappen Ze zal het flikkertoestel beschutten zodanig dat het in goede staat op de plaats van levering en vervolgens op de plaats van benuttiging aankomt. Al het materiaal dat door een onvoldoende verpakking beschadigd is moet door de leverancier vervangen worden. De verpakkingen zijn vergezeld en blijven eigendom van de N.M.B.S.
Pagina 10 van 17
Technische Bepaling S-31 Uitgave 1984
3.4.3. Identificatie Ze bestaat uit : -
het naamlijstnummer N.M.B.S. de naam of het monogram van de leverancier het nummer en de datum van de bestelling
Pagina 11 van 17
Technische Bepaling S-31 Uitgave 1984
BIJLAGE 1 – TYPE 1 – BASISEIGENSCHAPPEN
Pagina 12 van 17
Technische Bepaling S-31 Uitgave 1984
BIJLAGE 2 – TYPE 2 – BASISEIGENSCHAPPEN
Pagina 13 van 17
Technische Bepaling S-31 Uitgave 1984
BIJLAGE 3 – SCHAKELSCHEMA VOOR FLIKKERTOESTEL TYPE 1
Pagina 14 van 17
Technische Bepaling S-31 Uitgave 1984
BIJLAGE 4 – SCHAKELSCHEMA VOOR FLIKKERTOESTEL TYPE 2
Pagina 15 van 17
Technische Bepaling S-31 Uitgave 1984
BIJLAGE 5 – RUIMTEMATEN EN GEGEVENS VOOR BEVESTIGING IN HET MONTERINGSVLAK
Pagina 16 van 17
Technische Bepaling S-31 Uitgave 1984
BIJLAGE 6 – NORMEN EN TECHNISCHE BEPALINGEN VERMELD IN DE TEKST NBN C20-001 –
4e uitgave Beschermingsgraden gegeven door de omhulsels
DIN 46224 -
Uitgave juli 1970 Contacttongen
NMBS C-6
Uitgave 1975 Bescherming der metalen
L-7
Voorlopige uitgave 1978 Technische voorschriften voor schildering van schakel- en bedieningsborden, metalen meubelen, binnenbekleding van rijtuigen, verlichtingskasten en andere toepassingen.
SNCB P-36
Uitgave 1971 + add. Telefoonrelais
SNCB S-3
Uitgave 1968 + add. Seinrelais klasse I.
SNCB S-14
Uitgave 12/78 Gloeilampen voor seinen
SNCB S-43
Uitgave 1979 Seinrelais klasse I met stekkerverbinding.
SNCB S-47
Uitgave 1981 + add. Eénfazige laagspanningstransformatoren en transformatoren gelijkrichters voor seininrichting
SNCB S-92
Uitgave 1979 + add. Weerstanden voor seininstallaties.
Pagina 17 van 17