Narrowcasting Singelgrachtgebouw

Instituut voor Media en Informatie Management

Narrowcasting Singelgrachtgebouw Adviesrapport

Scriptie

RV304C Roxanne Kranstauber

Praktijkbegeleider I Praktijkbegeleider II SLB-er Barbara Devilee

1 juni 2010

Jenny ter Horst Raoul Boers

Voorwoord Voor u ligt mijn afstudeerscriptie die ik heb geschreven ter afsluiting van de opleiding Media, Informatie en Communicatie (MIC) aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Gerald Stap, informatiemanager van het domein Media Creatie en Informatie (DMCI) van de HvA. Tijdens mijn derde studiejaar viel het mij op dat er wel erg weinig met de informatieschermen in het Singelgrachtgebouw (SGG) werd gedaan. Waarom stonden hier geen filmpjes op? Bijvoorbeeld de talkshow die wij bij de minor Televisie met zoveel plezier en hard werken maakten? Hoewel ik totaal geen verstand had van narrowcasting, wist ik dat deze schermen niet optimaal werden benut. Het idee om hier een adviesrapport over te schrijven, was geboren. Graag wil ik langs deze weg iedereen bedanken die een bijdrage heeft geleverd aan mijn afstudeeronderzoek. In het bijzonder mijn afstudeerbegeleidster Jenny ter Horst en studieloopbaanbegeleidster Barbara Devilee. Bij hen kon ik altijd terecht voor vragen en advies. Daarnaast gaat mijn dank uit naar mijn tweede afstudeerbegeleider Raoul Boers, die zoveel van het onderwerp wist dat ik hem kon gebruiken voor mijn ervaringsdeskundigenonderzoek. Ook wil ik graag mijn ouders Chris en Helen bedanken die mij in deze zware maanden hebben gesteund en gemotiveerd. Zonder jullie hulp en vertrouwen in mij was dit waarschijnlijk niet (op tijd) gelukt. Roxanne Kranstauber Amsterdam, 2010

Inhoudsopgave Samenvatting

6

Inleiding

7

1 1.1 1.1.1 1.1.2 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.3 1.4 1.4.1 1.4.2

Onderzoeksmethode Onderzoeksgroep Populatie Steekproef Dataverzamelingsmethode Literatuuronderzoek Interviews Surveyonderzoek Operationalisering Verloop dataverzameling Enquêtes Interviews

8 8 8 8 9 9 9 9 9 10 10 10

2 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.3 2.3.1 2.3.2

Organisatie Doelstellingen Doelgroep Studenten MIC Studenten IAM Jaarindeling opleidingen MIC IAM

11 11 11 11 12 12 12 13

3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9

Wat is narrowcasting? Narrowcasting versus broadcasting Soorten Mogelijkheden Succesfactoren en valkuilen Locaties Interactie Effectiviteit Voor- en nadelen Ontwikkelingen

14 14 14 15 15 16 16 17 17 18

4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.2 4.2.1

Narrowcasting binnen het Singelgrachtgebouw Huidige situatie Systeem Content Indeling Mogelijkheden Mogelijke systemen

19 19 19 19 20 21 22

4.2.2 4.2.3 4.3 4.4

Mogelijke content Mogelijke interactie Visie profielmanagers MIC Visie profielmanagers IAM

23 23 25 26

5 5.1 5.1.1 5.2 5.2.1 5.2.2

Ervaringsdeskundigen Expertonderzoek Ideale format Praktijkvoorbeelden Avans Hogeschool Saxion Hogeschool

28 28 28 30 30 31

6 6.1 6.1.1 6.1.2 6.1.3 6.1.4 6.2 6.2.1 6.2.2

Resultaten doelgroeponderzoek Enquêtes Doelgroep Gebruik informatieschermen Beoordelingen Informatiebehoefte Interviews Soort informatie Verbeterpunten

33 33 33 33 34 36 37 37 38

7 7.1 7.1.1 7.1.2 7.1.3 7.1.4 7.1.5 7.1.6 7.2

Conclusie Verbeterpunten Communicatie Effectiviteit Content Actualiteit Opmaak Verdeling schermen Pluspunten

39 39 39 39 40 40 41 41 42

8 8.1 8.1.1 8.1.2 8.2 8.3 8.3.1 8.3.2 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9

Aanbevelingen Intern Organisatie Communicatie Soort informatie Verdeling informatie Verdeling per opleiding Verdeling per informatiesoort Opmaak Interactie Cyclus Updates Open dagen Toekomst

43 43 43 44 44 45 45 46 47 48 49 49 50 50

8.10 Samenvatting

50

9 9.1

52 53

Evaluatie Aanbevelingen vervolgonderzoek

Literatuurlijst

54

Bijlage I

57

Enquête

Bijlage II Topiclijsten Expertinterviews Praktijkinterviews Doelgroepinterviews

64 64 64 65

Bijlage III Overige resultaten enquêtes

66

Bijlage IV Indeling schermen

68

Bijlage V Analyse informatieschermen Woensdag 7 april 2010 Vrijdag 7 mei 2010

69 69 71

BijlageVI Voorbeeld sjabloon

75

Adviesrapport narrowcasting in het Singelgrachtgebouw

6

Samenvatting Met narrowcasting benader je, door middel van audiovisuele displays, één of meerdere specifieke doelgroepen, op een specifieke plaats en op een specifiek moment. Een zeer geschikt medium dus om binnen een hogeschool gericht te communiceren met de studenten. Maar dan moet het wel effectief gebeuren. Om een succesvol narrowcastingkanaal voor het Singelgrachtgebouw (SGG) van de Hogeschool van Amsterdam op te zetten, is aan het begin van dit onderzoek een doelstelling geformuleerd, namelijk: De opdrachtgever adviseren hoe hij de studenten effectief kan bereiken en hoe hij de tevredenheid van de studenten over de communicatie via de narrowcasting in het Singelgrachtgebouw binnen een jaar verhoogt. Dit doel moet bereikt worden door een antwoord te vinden op de probleemstelling: Welke veranderingen moeten worden gemaakt om de studenten van het Singelgrachtgebouw informatie op maat aan te bieden en om ze beter te bereiken en betrekken via de narrowcasting in het gebouw? Welke veranderingen er gemaakt moeten worden is onderzocht aan de hand van literatuuronderzoek, interviews met deskundigen en het afnemen van enquêtes en interviews onder de studenten van het SGG. De informatievoorziening moet uitgebreid worden om de studenten beter informatie op maat aan te bieden. Er wordt vooral geadviseerd om roosterwijzigingen en absentie van docenten toe te voegen aan de programmering. Er moet een redactionele formule komen om de studenten beter te bereiken. Door een duidelijke structuur aan te houden, wordt het voor de studenten sneller een automatisme om de informatieschermen te gebruiken. Dit kan gerealiseerd worden door een juiste verdeling van de informatie te maken, een vaste opmaak door te voeren en rekening te houden met de lengte van berichten en cyclus. Ook moet de informatie te allen tijde actueel zijn, zo zorg je ervoor dat studenten naar de schermen moeten kijken om geïnformeerd te worden. De communicatie moet beter. Door meer te communiceren over de schermen zullen de studenten meer betrokken worden bij het narrowcastingkanaal. Dit kan toegepast worden door bijvoorbeeld informatie te plaatsen over de schermen op het intranet van de opleidingen.


7

Inleiding In het Singelgrachtgebouw (SGG) van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) bevinden zich de Hbo-opleidingen Media Informatie en Communicatie (MIC) en Interactieve Media (IAM). Zoals de namen al verraden, leren studenten hier alles over media en worden ze opgeleid tot mediaprofessionals. Bij dergelijke opleidingen passen mediatoepassingen van deze tijd, denk aan intranet, blogs, nieuwsbrieven, maar ook narrowcasting. In dit rapport wordt onder narrowcasting het volgende verstaan: ‘het digitaal aanbieden van boodschappen op een digitaal display voor een specifieke doelgroep.’ (Sauer, 2005). In het SGG wordt bij narrowcasting ook wel gesproken over ‘informatieschermen’. Narrowcasting is voor veel organisaties niet meer weg te denken uit hun communicatiemix. Dit medium maakt het namelijk mogelijk om gerichter te communiceren met de doelgroep. Mits het natuurlijk optimaal wordt benut en helaas is dat niet altijd het geval. Zo ook in het SGG. Voor de HvA is het voornaamste doel van de schermen om effectief met de studenten te communiceren en hen van informatie op maat te voorzien. Maar op dit moment wordt dit doel niet optimaal bereikt. De werkwijze is onduidelijk en de informatie is vaak niet actueel. Daarnaast zijn er nog veel meer toepassingen die interessant kunnen zijn voor het SGG en de studenten. Het probleem is dat de opdrachtgever niet weet welke informatie de studenten willen ontvangen en waar zij zich bevinden. Hierdoor kan er ook geen informatie op maat worden aangeboden. Verder is de mening van de studenten ook niet bekend, hoe tevreden zijn zij over de narrowcasting en welke verbeteringen zouden zij willen zien? Het doel van dit onderzoek is een aanbeveling schrijven om de narrowcasting in het SGG te verbeteren zodat de doelgroep beter bereikt en bediend kan worden. Er is daarom gekozen voor de volgende doelstelling: De opdrachtgever adviseren hoe hij de studenten effectief kan bereiken en hoe hij de tevredenheid van de studenten over de communicatie via de narrowcasting in het Singelgrachtgebouw binnen een jaar verhoogt. Daarnaast is de volgende probleemstelling geformuleerd: Welke veranderingen moeten worden gemaakt om de studenten van het Singelgrachtgebouw informatie op maat aan te bieden en om ze beter te bereiken en betrekken via de narrowcasting in het gebouw?


1

Onderzoeksmethode

1.1

Onderzoeksgroep

8

1.1.1 Populatie Er worden in dit onderzoek uitspraken gedaan over de studenten in het SGG. Deze studenten zijn onder te verdelen in verschillende groepen. Zo zijn er de studenten van het MIC en IAM. Deze twee groepen zijn weer te verdelen in verschillende profielen. Profielen MIC: • Propedeuse. • Redactie Mediaproductie (RMP). • Reclame Marketing en Communicatie (RMC). • Media Marketing en Publishing (MMP). • Informatie en Media (IM). • Nieuws en Media (NM). Profielen IAM: • Propedeuse. • Content & Communicatie (CC). • Techniek, Design & Technologie (TDI). • Business & Organisatie (BO). De populatie heeft een samenstelling van 75% MIC-studenten en 25% IAMstudenten. De exacte studentenaantallen per opleiding zijn te lezen in hoofdstuk 2.2. 1.1.2 Steekproef Alle studenten van het IAM en MIC zijn per e-mail uitgenodigd om de enquête in te vullen. Je kunt dus stellen van een aselect getrokken, representatieve clustersteekproef. De steekproefgrootte voor het surveyonderzoek is bepaald aan de hand van de website Journalinks.be. Via de steekproefcalculator van deze website is berekend hoe groot de steekproef moest zijn om een betrouwbaar onderzoek uit te voeren. Bij dit onderzoek is er gekozen voor een foutenmarge van 5%, een betrouwbaarheidsniveau van 95% en een spreiding van 50%. Met deze percentages en de desbetreffende populatiegrootte, moeten er minstens 350 enquêtes afgenomen worden. Onderstaand is de onderbouwing van de berekening: N= 3987 (populatie) z= 1,96 (95% betrouwbaarheid) p= 50% = 0,5 (spreiding) F= 5% = 0,05 (foutenmarge) n>= N x z² x p(1-p) z² x p(1-p) + (N-1) x F²

3987 x 1,96² x 0,5 x 0,5 = 3827,52 = 350,3 1,96² x 0,5 x 0,5 + 3986 x 0,05² = 10,925


1.2

9

Dataverzamelingsmethode

Er is voor dit onderzoek gebruik gemaakt van meerdere onderzoeksmethoden. Zo is er literatuuronderzoek gedaan, maar zijn er ook enquêtes afgenomen en vonden er interviews plaats. Er is dus gebruikt gemaakt van zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek. Voor deze triangulatie is gekozen om de betrouwbaarheid van het onderzoek te verhogen.

1.2.1 Literatuuronderzoek Dit gedeelte van het onderzoek vormt de basis van dit adviesrapport. Om kennis te krijgen over en inzicht te krijgen in het onderwerp narrowcasting, is het onderzoek van start gegaan met literatuuronderzoek. Er is gebruik gemaakt van verschillende bronnen, welke te vinden zijn in de literatuurlijst aan het einde van dit rapport. 1.2.2 Interviews Naast het literatuuronderzoek is er gekozen om deskundigen op het gebied van narrowcasting te spreken. Beide deskundigen wisten veel over het onderwerp en hadden tevens een connectie met hogescholen. Deze interviews zijn afgenomen met de intentie om meer informatie in te winnen over wat narrowcasting kan betekenen voor een hogeschool. Ook zijn er medewerkers van andere hogescholen met narrowcasting gesproken om een idee te krijgen hoe zij het aanpakken. Verder zijn er interviews afgenomen onder de studenten in het SGG. Deze vonden plaats na het verwerken van de resultaten van de enquêtes. Er is gekozen om interviews af te nemen om achter de achterliggende motieven en meningen van de studenten te komen. 1.2.3 Surveyonderzoek Voor het onderzoek is informatie nodig van veel studenten. Daarom is er gekozen voor een elektronische vragenlijst, die is ingevoerd op de website ThesisTools.com. Dit is een website waarop je gratis een enquête kunt maken, deze wordt gelinkt aan een URL, waardoor de enquête eenvoudig te verspreiden is. De vragenlijst bestond uit twee delen en bevatte in totaal 33 vragen.

1.3

Operationalisering

De enquête bestond uit twee delen, waarbij onderscheid werd gemaakt tussen het verblijf van de studenten in het gebouw en de informatieschermen. Het eerste gedeelte van de vragenlijst ging over de tijd die de studenten in het SGG doorbrengen. In het tweede deel werden vragen gesteld over de informatieschermen, waarbij de vragen in drie categorieën zijn verdeeld. In het begin van de enquête werden voornamelijk vragen gesteld over het gebruik van de schermen. In het midden van de vragenlijst konden de studenten aan de hand van een vijfpuntsschaal aangeven hoe tevreden zij zijn over de informatieschermen. Voor een vijfpuntsschaal is gekozen zodat de studenten hun meningen zo genuanceerd mogelijk konden geven. In totaal


10

kon er voor elf items gekozen worden voor de schalen van ‘zeer goed’ tot ‘zeer onvoldoende’. Deze elf items vielen binnen de categorieën informatie, vormgeving en schermen. De laatste vragen gingen over de informatiebehoeftes, hier konden respondenten aangeven wat ze graag op de schermen willen zien. In de enquête werd narrowcasting gedefinieerd als informatieschermen, hier is voor gekozen omdat dit bekender is bij de studenten dan de term narrowcasting. Zie bijlage I voor de gehele vragenlijst. Voor de interviews is er gebruik gemaakt van verschillende topiclijsten; één voor de deskundigen, één voor de hogescholen en één voor de studenten. Deze topiclijsten zijn te vinden in bijlage II.

1.4

Verloop dataverzameling

1.4.1 Enquêtes Via de afdeling Marketing en Communicatie van het DMCI is er een e-mail verstuurd naar alle studenten van het MIC en IAM. In deze e-mail werden de studenten opgeroepen om de enquête in te vullen. Na een week was er nog niet voldoende respons en is er een herinneringse-mail verstuurd. Uiteindelijk hebben 290 studenten de enquête ingevuld. Hierdoor is de foutenmarge van de steekproef 5,54% geworden in plaats van 5%. De betrouwbaarheid van de steekproef is hierbij nog steeds 95%. Daarnaast is de samenstelling van de steekproef ongeveer gelijk aan de samenstelling van de populatie. Zo bestond 79% van de respondenten uit MIC-studenten en 21% uit IAM-studenten. Dit scheelt dus 4% met de werkelijke samenstelling van de populatie. Hieruit kan opgemaakt worden dat de resultaten van de enquête te generaliseren zijn. 1.4.2 Interviews Er zijn voor het expertonderzoek twee deskundigen en twee medewerkers van hogescholen gesproken. Expert Jelle Koolstra heb ik gevonden via het internet en benaderd met een e-mail. Raoul Boers is een docent van het MIC. Het idee om hem te interviewen, kwam tijdens een voortgangsgesprek over mijn scriptie. Via het internet kwam ik er ook achter dat de hogescholen Avans en Saxion gebruik maken van narrowcasting. Deze hogescholen heb ik benaderd via e-mail en op deze manier kwam ik terecht bij Eric van Oevelen, informatiespecialist van Avans en Jeffrey van Rossum, communicatieadviseur van Saxion. De studenten die ik heb geïnterviewd, heb ik benaderd in het SGG en in de enquête konden studenten zich opgeven. Ook heb ik gebruik gemaakt van mijn persoonlijke netwerk. De betrouwbaarheid van alle interviews is gewaarborgd door objectieve vragen te stellen en gebruik te maken van opnameapparatuur.


2

Organisatie

2.1

Doelstellingen

11

De HvA had de intentie om de informatieschermen te gebruiken om studenten te voorzien van informatie. In 2006 werden voor het eerst, als test, schermen in de Hogeschool aan de James Wattstraat opgehangen. Dit waren tien schermen die op elke verdieping op dezelfde plek hingen, namelijk naast de lift. Op elk scherm werd precies dezelfde informatie getoond. Sinds deze test zijn er op meerdere Hogescholen informatieschermen opgehangen, maar niet meer op dezelfde manier als het eerste gebouw. Momenteel hangen er in het Singelgrachtgebouw 39 schermen, waarvan verticale en horizontale. De gedachte was om op de verticale schermen uitzonderlijk gebouwinformatie te tonen in de vorm van filmpjes en korte informatieslides. De horizontale schermen moesten gebruikt worden voor informatie voor en van studenten, bijvoorbeeld roosterinformatie, maar ook eigen werk van studenten. Het doel van de HvA is om via de informatieschermen te communiceren met studenten en op deze manier informatie op maat aan te bieden.

2.2

Doelgroep

De doelgroep van dit onderzoek zijn de studenten in het SGG. Er is besloten om de studenten van het AMFI niet betrekken bij dit onderzoek. Deze studenten zijn namelijk alleen op de zevende verdieping in één lokaal te vinden. Het SGG is niet het lesgebouw waar zij voornamelijk zijn, dit is namelijk het Amstelgebouw op de Mauritskade. Meerdere studenten gaven aan dat zij slechts sporadisch in het gebouw zijn en niet op de informatieschermen letten. De studenten van het MediaLAB bestaan voornamelijk uit studenten van het IAM en MIC, daarom is er besloten om deze groep niet apart te analyseren. 2.2.1 Studenten MIC De opleiding MIC is onder te verdelen in het propedeusejaar en vijf afstudeerprofielen. In de periode van dit onderzoek volgden in totaal 2968 studenten deze opleiding. In tabel 1 is te zien hoe deze verdeeld zijn over de verschillende profielen. Tabel 1 Verdeling studenten MIC Jaar 2 Jaar 1 Profiel 673 Propedeuse 323 RMP 171 RMC 96 MMP

Jaar 3 305 203 110

Jaar 4 189 177 73

Ouderejaars 110 100 28

Totaal 673 927 651 307


12

N&M IM

-

142 101

80 56

28 56

9 18

179 231

Totaal

673

753

754

523

265

2968

2.2.2 Studenten IAM Het IAM is een kleinschaligere opleiding dan het MIC, er studeren een stuk minder studenten aan deze opleiding. In de tijd van dit onderzoek studeerden er in totaal 1019 aan het IAM. Hoe de afstudeerprofielen zijn verdeeld, is te zien in tabel 2. Tabel 2 Verdeling studenten IAM Jaar 2 Profiel Jaar 1 Propedeuse 384 98 TDI 19 BO 95 CC -

Jaar 3 60 16 44

Jaar 4 145 44 108

Totaal 384 303 79 253

Totaal

126

297

1019

2.3

384

212

Jaarindeling opleidingen

Lesjaren van het MIC en IAM zijn in vier periodes verdeeld. De inhoud van deze vier periodes verschilt per jaar en per afstudeerprofiel. Zo kan het zijn dat de studenten twee periodes niet op de hogeschool zijn, omdat ze bezig zijn met hun stage. Hoe de verschillende jaren zijn ingedeeld, wordt in deze paragraaf duidelijk gemaakt 2.3.1 MIC De propedeusestudenten brengen het gehele jaar op de Hogeschool door. In dit jaar zijn er geen stages, minoren of andere bijzonderheden. Wel is de eerste week van dit jaar een introductieprogramma en in de laatste periode van het jaar moet er een profielkeuze gemaakt worden. De studenten kiezen dan welk afstudeerprofiel ze de komende drie jaar gaan volgen. Het tweede jaar is voor de meeste profielen hetzelfde ingedeeld. Alle studenten lopen dit jaar één periode stage. Voor de profielen NM, MMP en RMP is dit in de vierde periode. De profielen IM en RMC lopen in de derde periode stage. In het derde jaar is de profielindeling eveneens voor bijna alle profielen hetzelfde. Zo mogen de studenten dit jaar kiezen of ze in de derde en vierde periode een minor volgen of dat ze stage gaan lopen. Hierbij is RMC een uitzondering, de studenten van dit profiel moeten deze periodes als stagiaires aan de slag. Als de studenten van IM, NM, MMP en RMP in het derde jaar kozen voor een stage, dan moeten ze de eerste twee periodes van het vierde jaar hun minor volgen. Dit geldt uiteraard ook andersom. De studenten van RMC volgen deze periodes een minor. De laatste twee periodes van het vierde jaar houden alle studenten zich bezig met hun scriptie.


13

2.3.2 IAM Het propedeusejaar van het IAM bevat alleen lesperiodes. In de laatste periode kiezen de studenten hun afstudeerstroom. De indeling in het tweede jaar is voor alle stromen hetzelfde, de eerste drie periodes volgen ze les en de laatste periode lopen ze een korte stage. Het derde jaar is weer hetzelfde ingedeeld voor alle profielen, periode één en twee wordt er les gevolgd en de vierde en derde periode staat in het teken van hun minor. In het vierde jaar lopen alle studenten hun afstudeerstage in de eerste twee periodes en werken aan hun afstudeerproject in de laatste twee periodes.


3

14

Wat is narrowcasting?

De term narrowcasting werd in 1968 voor het eerst geïntroduceerd door de Amerikaanse computerwetenschapper Joseph Licklider. Inmiddels kent narrowcasting vele synoniemen, waaronder digital signage, retail television, digital in-store merchandising, retail television, instore markering, out-of-home media networks en electronic billboards (Wikipedia, Narrowcasting, 2010). Narrowcasting maakt het mogelijk om gerichter te communiceren met de doelgroep. Je benadert namelijk een of meer specifieke doelgroepen door middel van audiovisuele displays. Deze doelgroep bereik je op een specifieke plaats en op specifieke momenten. Het is de bedoeling dat de content die aangeboden wordt, zoveel mogelijk op maat gesneden is voor de ontvanger (Sauer, 2005). Deze communicatievorm kan op vele manieren worden ingezet en voor meerdere organisaties voor een meerwaarde zorgen. Bijvoorbeeld in supermarkten, op stations, in treinen, bussen en taxi’s, maar ook in banken, kappers, autodealers en scholen. Supermarkten gebruiken narrowcasting voornamelijk voor commerciële boodschappen die de winkeliers kunnen sturen bij hun aankopen. Op stations worden reizigers geïnformeerd over de laatste vertragingen en andere organisaties gebruiken het als een ‘wachtverzachter’, de schermen zorgen dan voor vermaak tijdens het wachten (Crossmedia Café, 2006).

3.1

Narrowcasting versus broadcasting

Narrowcasting is het tegenovergestelde van broadcasting. Broadcasting wordt gebruikt bij televisie en radio, vanuit één punt wordt informatie naar zoveel mogelijk mensen tegelijk verzonden. Dit wordt ook wel point-to-multipoint genoemd. Narrowcasting richt zich echter op een selecte groep mensen, waarvan bekend is dat ze onder de juiste doelgroep vallen. Daarom wordt narrowcasting ook wel point-to-point genoemd (Mey, 2005)

3.2

Soorten

Narrowcasting kent vier hoofdgebieden die van elkaar te onderscheiden zijn (Frankwatching, 2005): • Retail (reclame, informatie, infotainment); commerciële boodschappen in o.a. winkels, banken en horeca. Dit is verreweg de grootste groep. • Publieke ruimtes (informatie, promotie); boodschappen in publieke ruimtes, meer gericht op informatie en minder op reclame. • Bedrijven/organisaties wat betreft corporate communicatie; heeft betrekking op (interne) corporate communicatie. Omvat zowel openbare ruimtes, semiopenbare ruimtes als besloten ruimtes. • Bedrijven/organisaties wat betreft besturing en beveiliging; voor veiligheidstoepassingen, bijvoorbeeld bij calamiteiten.


3.3

15

Mogelijkheden

De mogelijkheden van narrowcasting zijn groot. Niet alleen qua techniek zijn er vele mogelijkheden, maar ook wat betreft de content kunnen er meerdere keuzes gemaakt worden. Zo kan de content bestaan uit actiematige en thematische boodschappen, reclames, maar kan ook uitgebreid worden met weerberichten, nieuws en sport om infotainment toe te voegen. Naast de standaardteksten en -beelden kan er gecombineerd worden met animaties, films, slideshows, televisie, dvd’s en fragmenten van websites. Daarnaast kan een bedrijf er voor kiezen om voorgeprogrammeerde presentaties af te spelen en de narrowcasting kan ook gekoppeld worden aan databases. Hierdoor wordt direct het laatste nieuws over bepaalde onderwerpen geplaatst. De content kan getoond worden in de vormen (Narrowvision, z.j.): • Cyclus narrowcasting; de content wordt in een vaste volgorde afgespeeld, na het laatste item begint de cyclus weer opnieuw. • Programma narrowcasting; de content wordt op een specifieke tijd of datum afgespeeld. • Database gelinkte narrowcasting; toont naast de content van een playlist ook informatie uit andere bronnen, zoals databases of RSS feeds1. • Interactieve narrowcasting/ in-store media; klanten oefenen actief invloed uit op de informatie die zij ontvangen.

3.4

Succesfactoren en valkuilen

Er zijn factoren die doorslaggevend zijn bij het optimaal benutten van narrowcasting. Voornamelijk de content bepaalt het succes, het is dus belangrijk dat de informatie van goede kwaliteit en actueel is. Er kan daarom het best gewerkt worden met een systeem waarbij eenvoudig updates gemaakt kunnen worden, op deze manier is de content voortdurend aan te passen (Centric, 2007). De kwaliteit van de schermen is ook van belang, er moet niet gewerkt worden met een te lage resolutie of verkeerde afmetingen waardoor een uitgetrokken beeld ontstaat (New Media Ventures, z.j.). Daarnaast moet er goed nagedacht worden over de locatie van de schermen, hierover volgt meer in de volgende paragraaf. Naast succesfactoren zijn er ook valkuilen voor narrowcasting. Zo wordt er soms gebruik gemaakt van een te klein formaat lettertype, waardoor berichten slecht te lezen zijn. Ontwerpers willen vaak gebruik maken van Flash2, hierdoor duurt het te lang voordat de boodschap zichtbaar wordt. Door voor het ophangen van de schermen goed na te denken over te behalen doelstellingen, kunnen valkuilen worden voorkomen. Het is belangrijk dat de gebruiker centraal staat en de organisatie de doelgroep kent. De organisatie moet daarom van te voren bedenken welke informatie ze willen overbrengen en communiceren en wat hiervan het belangrijkst is. Daarnaast

RSS maakt het mogelijk om de meest recente berichten op een gestandaardiseerde manier aan te bieden (Encyclo, 2007). ² Flash is een programma dat gebruikt wordt om interactieve animaties, maar ook complete websites te bouwen (Encyclo, 2007). 1


16

is het goed om te weten hoe vaak en hoe lang de doelgroep naar de schermen kijkt, hierdoor voorkom je dat berichten of de cyclus te lang of kort duren (Hoen, 2007).

3.5

Locaties

De locatie van narrowcastingschermen kan verschillen. Vaak wordt er gekozen voor plekken waar mensen wachten en lang op een bepaalde plaats zijn, bijvoorbeeld waar mensen in de rij staan of wachtkamers (Het Communicatie Centrum, z.j.). De locatie van de schermen is erg belangrijk en moet dan ook zorgvuldig uitgekozen worden. Als de schermen niet gezien worden, dan wordt de informatie namelijk ook niet opgemerkt. Het best is dus om de schermen op ooghoogte te plaatsen, zodat deze meteen opvallen (Centric, 2007). Het is belangrijk dat de content van de schermen wordt aangepast aan de desbetreffende locatie. Volgens Tijmen Bos, CEO van Media Lebrium moet de content in winkelcentra kort en krachtig zijn, simpelweg omdat mensen hier niet heen gaan om televisie te kijken en dus ook niet uren naar het scherm kijken. In ruimtes waar mensen stil zitten, zoals wachtkamers of het openbaar vervoer, kunnen echter wel vormen van traditionele televisie uitgezonden worden (Adformatie, 2009).

3.6

Interactie

Narrowcasting kan passief en actief zijn. Passieve narrowcasting is eenrichtingsverkeer waarbij gebruik wordt gemaakt van content als tekst, video’s, foto’s, animaties. De actieve vorm is meer interactief en betreft tweerichtingsverkeer, het voordeel hiervan is dat de doelgroep actief invloed kan uitoefenen op de informatie die hij ontvangt. Uit onderzoek is gebleken dat de respons op interactieve narrowcasting veel groter is dan narrowcasting waarbij geen interactie mogelijk is (Cast it, 2009). Interactie kan gerealiseerd worden door het inzetten van: • Touchscreens; door het beeldscherm aan te raken kan de gebruiker ‘communiceren’ met de computer. • Mobiele telefoon; de telefoon kan gebruikt worden als afstandsbediening. Zo kan er bijvoorbeeld een filmpje gestart worden of aanvullende informatie in beeld komen. De mobiel kan ook dienen als speaker, zodat je individueel naar het scherm kunt luisteren (Mirck, 2006). • Sms en mms; het versturen van een tekst of foto naar het scherm. Met deze “text to screen technologie” wordt het mogelijk gemaakt om te reageren op de content (Natte, 2010). • Bluecasting; via Bluetooth3 van de mobiele telefoon automatisch content ontvangen van een scherm met Bluetooth-technologie (Bult, 2006).

Bluetooth is een open standaard voor draadloze verbindingen tussen apparaten op korte afstand (van de Bult, 2006). 3


•

17

Twitter4; door middel van keywords komen de meest recente berichtjes met desbetreffend onderwerp naar boven (Yackey, 2009). Zie figuur 1 voor een voorbeeld.

Figuur 1 Narrowcastingscherm met Twitter applicatie

3.7

Effectiviteit

In december 2009 werden er resultaten getoond van een onderzoek naar narrowcasting in opdracht van het Stimuleringsfonds voor de Pers. Uit dit onderzoek kwam vooral naar voren dat narrowcasting een belangrijke informatiebron kan zijn wanneer de informatie op maat gesneden is en afwijkt van overige media. Narrowcasting kan alleen van toegevoegde waarde zijn als de informatie specifiek op de doelgroep wordt gericht. Als de doelgroep zicht heeft op specifieke, passende informatie, dan wordt de aandacht beter en langer vastgehouden. Ook werd het duidelijk dat gebruikers de nieuwsvoorziening vooral als een uitbreiding zien en niet als een vervanger van huidige media. Daarom is het belangrijk dat de informatie zich onderscheidt van deze media. Daarnaast kwam naar voren dat narrowcasting voornamelijk geschikt is voor korte, actuele nieuwsfeiten en aankondigingen van activiteiten. Dit komt door het vluchtige en ongeplande kijkgedrag in openbare gelegenheden (Zeren, 2009).

3.8

Voor- en nadelen

Narrowcasting kent vele voordelen, maar hiertegenover staan ook een aantal nadelen. Het grote voordeel aan narrowcasting is dat de juiste doelgroep de informatie op de juiste plaats en de juiste tijd ontvangt. Overige sterke punten zijn: • De snelle communicatie met gebruiker. • Ieder moment aan te passen.

Met Twitter kun je snel korte berichten uitwisselen met andere gebruikers. Dat wordt "twitteren" genoemd. (Twitterfeeds z.j.) 4


• • • •

18

Direct inspelen op de wensen van de consument en op actualiteiten. Schermen zijn vrijwel overal te plaatsen. De uitzending kan eenvoudig afgestemd worden op de desbetreffende locatie. Interactieve acties.

Een groot nadeel is dat veel mensen de mogelijkheden nog niet kennen, hierdoor maken veel organisaties de fout om schermen op te hangen zonder dat ze weten wat ze willen laten zien. Overige nadelen zijn de beperkte geluidsmogelijkheden en de ongeschiktheid van het medium om lange verhalen te vertellen, dit zou simpelweg niet boeien.

3.9

Ontwikkelingen

Narrowcasting is het antwoord op het zapgedrag van de consument. Doordat zij steeds vaker wegzappen tijdens reclameblokken op televisie wordt het lastiger om consumenten te bereiken via broadcasting. Blokker was één van de eerste winkels die, via een televisie met ingebouwde videorecorder, reclames uit ging zenden in de winkel. Zoals eerder in dit hoofdstuk te lezen was, is er in de tussen tijd veel veranderd betreft narrowcasting. Tegenwoordig is het bijvoorbeeld veel makkelijker om berichten aan te passen, waardoor het systeem veel flexibeler wordt. Bij Blokker moest eerst de videoband verwisseld worden voordat er andere informatie uitgezonden werd. Dit kan met de huidige systemen direct gewijzigd worden. Was narrowcasting bij Blokker nog passief, tegenwoordig is dit wel anders (Hbd, z.j.). Zo wordt er veel met interactieve narrowcasting gewerkt en dit zal in de toekomst alleen nog maar meer worden Het materiaal waar narrowcasting op uitgeoefend wordt, is al enigszins veranderd, maar zal zich voorlopig nog wel doorontwikkelen. Zo werd er voorheen gebruik gemaakt van traditionele televisies, maar dit is in de loop van de jaren verschoven naar digitale plasma- of LCD schermen. Ook zijn er inmiddels hele bijzondere dragers voor narrowcasting gerealiseerd, er wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van digitale schermen in spiegels. Zodra iemand in de buurt van de spiegel komt, wordt er een boodschap getoond (Tomesen, 2006). Een andere ontwikkeling is plastics in winkelruiten, door middel van beamers word dit gebruikt als een dynamisch winkelruit. Verder worden er LCD schermen in speciale lampen, beamers en grote digitale billboards gebruikt (Axxist, z.j.). De nieuwste ontdekking is de ‘narrowcastingvlag’, dit zijn vlaggen die mediabeelden streamen (Tomesen, 2005). Het is dus wel duidelijk dat er erg veel mogelijk is met narrowcasting en dat er genoeg geëxperimenteerd wordt om vernieuwend te blijven.


4

19

Narrowcasting binnen het Singelgrachtgebouw

Ook voor het onderwijs kan narrowcasting een goed hulpmiddel zijn om met specifieke doelgroepen (studenten, docenten, bezoekers) te communiceren. In dit hoofdstuk wordt geanalyseerd hoe het SGG gebruik maakt van narrowcasting, wat de mogelijkheden zijn voor hun narrowcastingkanaal en hoe de visie van profielmanagers luidt. Overigens gebruikt het SGG de informatieschermen alleen om met studenten te communiceren en niet voor de docenten.

4.1

Huidige situatie

Op dit moment wordt de informatie op de informatieschermen geplaatst door John Nunumette, medewerker van het facilitair beheer. Hij vertelde mij meer over de huidige narrowcasting. Daarnaast heb ik de informatieschermen geanalyseerd (zie bijlage V). Na deze analyse werd het vrij duidelijk dat goede ideeën niet altijd doorgevoerd worden. Zo viel het op dat er volgens Nunumette over heel veel zaken goed is nagedacht, maar dit wordt niet in de praktijk toegepast. Je kunt dus wel stellen dat de narrowcasting op dit moment niet optimaal gebruikt wordt. In dit hoofdstuk is te lezen waarom. 4.1.1 Systeem Het SGG maakt gebruik van het softwarepakket Phantaview, dit is ontwikkeld door Phanta Vision. Het systeem is te vergelijken met een PowerPoint presentatie. Er wordt een voorgeprogrammeerde presentatie afgespeeld waarbij de informatie als slides getoond wordt. Slides kunnen snel, makkelijk en op elk moment van de dag toegevoegd worden aan de presentatie. Elk informatiescherm is handmatig te bedienen, dus het is mogelijk om op elk scherm andere informatie te tonen. Hierdoor is het mogelijk om er voor te kiezen dat bepaalde informatie alleen op enkele schermen of verdiepingen wordt getoond. Op deze manier kan er heel gericht gecommuniceerd worden. Hierover is meer te lezen in paragraaf 4.1.3. 4.1.2 Content Verschillende partijen leveren informatie aan. Zij geven aan hoe lang de informatie op de schermen moeten staan en hoe belangrijk de informatie is (informatie met een snelle verlooptijd heeft altijd voorrang). De tekst wordt eventueel opnieuw opgemaakt en vervolgens op de schermen geplaatst. Dit proces neemt ongeveer een half uur in beslag. Informatie is dus vrijwel meteen zichtbaar op de informatieschermen. Leveranciers Informatie wordt aangeleverd door profielmanagers, docenten, het onderwijsbureau, het MediaLAB, studentenvereniging MIMagine, de HVA zelf of overige partijen. Volgens Nunumette maken studenten er zelf niet heel veel gebruik van om werk of aankondigingen te plaatsen. Wanneer dit wel gebeurt, dan zijn het vaak studenten van het IAM. Of dit komt doordat studenten niet op de hoogte zijn, zal moeten blijken uit de enquête.


20

Eisen In principe is de enige eis aan de informatie, dat het onderwijsgerelateerde content is. Informatie mag door iedereen aangeleverd worden, zolang het binnen de opleidingen in het SGG past. Opmaak Er is geen vast stramien wat betreft de opmaak van teksten. Het oorspronkelijke idee was om zoveel mogelijk bewegend en gekleurd materiaal te plaatsen, maar helaas wordt dit niet altijd zo aangeleverd. De teksten worden meestal plat aangeleverd, vervolgens worden deze in een huisstijl sjabloon geplaatst. Bij dit sjabloon wordt er onderscheid gemaakt tussen de kleuren oranje en blauw. Mededelingen voor het DMCI worden in het oranje sjabloon geplaatst, het blauwe sjabloon wordt gebruikt voor mededelingen over het gebouw. Het kan voorkomen dat een tekst al opgemaakt aangeleverd wordt. Vaak is er dan gebruik gemaakt van veel kleur en verschillende lettertypes, in dit geval blijft de opmaak van de tekst in tact. Het komt dus veelvoudig voor dat de opmaak van de verschillende informatie niet op elkaar aansluit, dit komt voornamelijk doordat het door zoveel verschillende partijen wordt aangeleverd. Actualiteit Een groot voordeel van narrowcasting is dat het op ieder moment (snel) aan te passen is. In de regel zou de informatie dus altijd actueel moeten zijn. Op dit moment komt het vaak voor dat informatie niet meer actueel is, bijvoorbeeld dat een inschrijfdatum al verlopen is. Er is mij verteld dat deze informatie er soms bewust op blijft staan als de opmaak er goed uit ziet of als er weinig nieuwe informatie is. Dit ziet er vrij onprofessioneel uit en is niet nodig, omdat de informatie heel makkelijk te verwijderen is. Op deze manier maak je het medium oninteressant en zorg je voor een verkeerd imago. Een goed voorbeeld hiervan is een oproep om bestuurslid te worden van de studentenunie ASVA. Deze oproep werd op 7 april jl. vertoond, terwijl de inschrijfdatum 5 april jl. was. Tevens stond er op 7 mei een oproep om mobiele telefoons te doneren van 12 t/m 23 april; deze informatie was dus ook al achterhaald. Frequentie Alle informatie wordt achter elkaar getoond, zodra de laatste slide in beeld is gekomen, begint het proces weer opnieuw. De frequentie van de slides hangt af van de belangrijkheid van de desbetreffende informatie. Mocht er informatie zijn die zeer van belang is, dan komt het voor dat deze slide frequenter terugkomt. Ook kan het zijn dat deze slide langer in beeld blijft dan andere slides. Op deze manier zal de informatie sneller onder de aandacht komen bij de studenten. Uit de analyse werd duidelijk dat stilstaande slides ongeveer tien seconden in beeld blijven, bij filmpjes verschilt dit van twintig seconden tot aan vijf minuten. 4.1.3 Indeling Het is niet de bedoeling dat op elke verdieping en op elk scherm dezelfde informatie wordt getoond. Het idee is dat er enigszins wordt nagedacht over waar welke doelgroep te vinden is en dus waar bepaalde informatie het best tot zijn recht komt. Zo is het de bedoeling dat informatie voor het MIC op de eerste, tweede en derde


21

verdieping wordt getoond. Op verdieping vier, vijf en zeven tonen de schermen informatie voor het IAM en op de zesde verdieping worden beide doelgroepen benaderd. Dit is de indeling die aangehouden zou moeten worden volgens het facilitair beheer. Of de doelgroepen zich werkelijk bevinden op deze verdiepingen moet duidelijk worden uit het doelgroeponderzoek. Uit de analyse die ik hield van de schermen, werd het duidelijk dat er in werkelijkheid nauwelijks een verdeling wordt gemaakt wat betreft de informatie. Er is namelijk geen peil op te trekken, er zijn telkens verschillende samenstellingen van dezelfde informatie en deze wordt over alle verdiepingen verspreid. Er wordt echter ook geen informatie geplaatst die alleen gericht is op het IAM of MIC. Verticale en horizontale schermen Er wordt onderscheid gemaakt in het soort schermen, er hangen namelijk op elke verdieping horizontale en verticale schermen. De verticale schermen hangen in het midden van de A-vleugels en aan het einde van de B-vleugels. Horizontale schermen hangen aan de zijkanten van de A-vleugels en aan het begin van de B-vleugels (zie bijlage IV voor een plattegrond). Het is de bedoeling dat er onderscheid gemaakt wordt tussen de informatie die op de verschillende schermen wordt getoond. Zo vertelde Nunumette dat het de bedoeling is dat op de verticale schermen vooral informatie wordt vertoond die belangrijk is en die veel studenten moeten zien, daarnaast wordt er informatie op geplaatst die laat wordt aangeleverd en dus kortdag is. Hierbij kan gedacht worden aan berichten van het onderwijsbureau. Op de horizontale schermen zou uitsluitend informatie van studenten getoond moeten worden. Dit is er niet echt terug te zien, want er zijn wel filmpjes van studenten te vinden, maar er worden ook aankondigingen geplaatst van het MediaLAB en Randstad. Op de schermen aan de rechterkant van de afdelingen worden bijna alleen mededelingen geplaatst. Begane grond Op de begane grond van het SGG is de meeste gelegenheid om te zitten. Hier bevinden zich namelijk de kantine en het Douwe Egberts Café. Op deze verdieping hangen vier televisieschermen waarop televisie gekeken kan worden. Hierop worden verschillende televisiezenders uitgezonden. Toen er alleen amusement werd uitgezonden, gaven docenten aan ook graag CNN en AT5 te willen zien dus werden er andere zenders opgezet. Op het moment van de analyses werd er weer alleen amusement uitgezonden, namelijk RTL 4 en EuroSport. Mochten studenten een bepaalde zender willen zien, dan kunnen ze dit aangeven bij de Servicebalie (eerste verdieping) en dan wordt deze overgeschakeld. Daarnaast wordt er rekening gehouden met evenementen als de Olympische Spelen en het WK, de televisies staan dan op zenders die dit uitzenden.

4.2

Mogelijkheden

Zoals uit het hoofdstuk Wat is narrowcasting is gebleken, zijn er vele mogelijkheden op het gebied van narrowcasting. Zo ook voor narrowcasting binnen het onderwijs.


22

Er zou bijvoorbeeld informatie als roosterwijzigingen, ziekmeldingen en nieuws geplaatst kunnen worden, maar de schermen kunnen ook werk van studenten tonen. In dit hoofdstuk wordt er gekeken naar interessante mogelijkheden voor de narrowcasting in het SGG. De mening van de doelgroep is niet in dit hoofdstuk opgenomen, deze is later in dit rapport te vinden in het hoofdstuk Resultaten. 4.2.1 Mogelijke systemen Voor een narrowcastingkanaal kan er gebruik worden gemaakt van verschillende systemen. Welk systeem er het best gekozen kan worden, is afhankelijk van de soort informatie die gecommuniceerd zal worden. De volgende systemen zijn interessant voor het SGG: Nieuwskrant/informatiesysteem Dit informatiesysteem is de manier waarop het de schermen momenteel gebruikt worden in het SGG alleen wordt dit nog niet optimaal benut. Schermen op de verschillende verdiepingen tonen algemene informatie voor studenten. De informatie wordt per verdieping toegespitst op de desbetreffende doelgroep en hun informatiebehoefte. Zo zal er geen nutteloze informatie voor de verkeerde doelgroep getoond worden. De soorten informatie die geplaatst kunnen worden zijn bijvoorbeeld algemene mededelingen, aankondigingen (bijvoorbeeld van gastcolleges), attentie inschrijfdata (bijvoorbeeld voor de minor of profielkeuze). Deze schermen kunnen op speciale dagen (bv. open dagen) andere informatie tonen, aangezien er dan een andere doelgroep aanwezig is. Zaalinformatiesysteem De schermen die bij de entree, trappen, liften of in gangen hangen, kunnen studenten of bezoekers de weg naar de lokalen wijzen. Eventueel kan bij de deur van een collegezaal of andere belangrijke lokalen een scherm hangen dat aangeeft welk college er nu of later gegeven zal worden. Dit systeem is voornamelijk nuttig wanneer er open dagen in het gebouw zijn, de schermen dienen dan meer als bewegwijzering. Bezoekers kunnen op deze manier geïnformeerd worden waar ze moeten zijn voor welke opleiding en bepaalde soort informatie. Roosterweergave systeem Door een koppeling met het roostersysteem aan te maken, kunnen roosterwijzigingen en absente docenten automatisch op het scherm worden vertoond. Dit zou vooral handig zijn op schermen in de hal, zodat studenten bij binnenkomst op de hoogte zijn van eventuele wijzigingen. Het is dan wel belangrijk dat de informatie actueel blijft en tijdig weer aangepast wordt. Aan de Palestinian Polytechnic University in Hebron zijn ze zelfs zo ver dat er gepersonaliseerde roosterinformatie wordt getoond. Als een student binnen vijf meter van het scherm staat, wordt met behulp van Bluetooth een ID gelezen, deze wordt gekoppeld aan de roostergegevens van de desbetreffende student.


23

4.2.2 Mogelijke content Op dit moment worden er voornamelijk mededelingen op de schermen geplaatst. Uit paragraaf 4.1.2 werd het duidelijk dat deze informatie door iedereen aangeleverd mag worden mits het onderwijsgerelateerd is. De content zou in de toekomst veel uitgebreider kunnen, zo zouden er naast mededelingen onder andere treininformatie, roosterinformatie en nieuwsberichten geplaatst kunnen worden. Wel moet uit het doelgroeponderzoek blijken of hier interesse voor is. Treininformatie Studenten maken veel gebruik van het openbaar vervoer om op de hogeschool te komen. Dit komt voornamelijk doordat veel studenten niet in dezelfde stad wonen als waar zij hun studie volgen. Uit een onderzoek in 2003 werd duidelijk dat studenten die aan Amsterdamse instellingen voor hoger onderwijs studeren, steeds vaker in een andere stad woonachtig zijn. Van de 31.000 studenten die op dat moment ingeschreven staan bij hbo instelling, woont slechts 27% in Amsterdam. Dit onderzoek naar hoger opgeleiden in Amsterdam werd uitgevoerd door het Amsterdamse Bureau voor Onderzoek en Statistiek. Uit een onderzoek van het onderzoeksbureau van studentenvereniging ASVA, blijkt ook dat in 2006 bijna 30% van de HvA-studenten in Amsterdam woont. Aangezien veel studenten dus met het openbaar vervoer naar huis reizen, zou het handig zijn om actuele vertrektijden van het openbare vervoer te plaatsen. Op deze manier kunnen studenten, voordat ze het gebouw uitgaan, de schermen raadplegen of ze last hebben van vertragingen of uitval. Calamiteiten Narrowcasting kan tevens gebruikt worden bij calamiteiten en problemen. Zo kan er op elk scherm automatisch een alarmerende boodschap geplaatst worden (Netpresenter, 2007). De schermen kunnen dan dienen als bewegwijzering, namelijk door aan te geven waar alle studenten en medewerkers zich moeten verzamelen. Nieuws Zoals in het hoofdstuk Wat is narrowcasting gelezen kon worden, is het mogelijk om het narrowcastingsysteem te koppelen aan een database of RSS feeds. Door te linken met een nieuwsdatabase, wordt er constant actuele informatie getoond. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden voor medianieuws. Dit is de meest logische keuze aangezien zich in het SGG twee mediaopleidingen bevinden. Ook zou er gebruik gemaakt kunnen worden van een RSS feed met vacatures en stageplekken. Tevens kan er gekozen worden voor een koppeling met wereldnieuws. 4.2.3 Mogelijke interactie In paragraaf 3.6 kon al gelezen worden over narrowcasting en interactiviteit. Mobiele telefoons kunnen hierbij een grote rol spelen. Tegenwoordig hebben vrijwel alle studenten een mobiele telefoon op zak en kunnen ze haast niet meer zonder hun telefoon. In 2009 werd er in opdracht van Belsimpel een onderzoek uitgevoerd onder ongeveer 500 studenten. Dit onderzoek toont aan dat de mobiele telefoon voor veel studenten onmisbaar is. Zelfs colleges houden de student niet tegen om gebruik te


24

maken van hun mobiel, slechts acht procent zegt nooit te bellen of sms’en in de collegezaal. Figuur 2 geeft de overige percentages weer.

Figuur 2 Gebruik mobiele telefoon tijdens colleges (Belsimpel, 2009). Sms en mms Studenten kunnen via sms en mms teksten en foto’s versturen naar de schermen. Op deze manier kunnen ze reageren op content die eerder geplaatst is. Het verstuurde sms bericht wordt weergegeven op het scherm. Ook is het mogelijk om via de sms aanvullende informatie op te vragen. Via een code kan er informatie worden verstuurd naar een persoonlijke webpagina. Twitter Via een Twitter plug-in komen, aan de hand van ingevoerde keywords, de meest recente twitterberichten, met het desbetreffende keyword, in beeld (Yackey, 2009). Er kan bijvoorbeeld voor de naam van de opleidingen of bepaalde modules als keywords. Studenten kunnen door middel van Twitter korte berichten plaatsen op de informatieschermen. Twitterberichten kunnen door middel van een mobiele telefoon geplaatst worden, met mobiel internet kan je gemakkelijk inloggen op Twitter. Ook kan je via een sms naar de Twitter centrale je berichten op Twitter plaatsen (Twitterfeeds, z.j.). Op deze manieren is het dus ook mogelijk om onderweg, bijvoorbeeld als je op school bent, je Twitter te updaten. Bluecasting Via Bluetooth krijgen de studenten automatisch content aangeboden op hun mobiele telefoon of PDA. Als de Bluetooth van de student is ingeschakeld, wordt er automatisch informatie verstuurd wanneer zij zich in een bepaalde straal van een narrowcastingscherm bevinden (Bult, 2006).


4.3

25

Visie profielmanagers MIC

Alle verschillende profielen binnen het MIC hebben een afzonderlijke profielmanager. Zij gaven hun visie over de huidige narrowcasting en hoe zij de schermen in de toekomst zouden willen gebruiken.

4.3.1 Profielmanager Propedeuse Simone de Koster Weet om te beginnen al niet waar ze informatie kan aanleveren voor op de schermen, dit is de reden waarom ze er geen gebruik van maken. Vindt het niet actueel, berichten staan er vaak (te) lang op, zelfs als een inschrijfdatum al is verstreken. Vindt gebruik om studenten te informeren het noodzakelijkst. Zou graag roosterwijzigingen en absentie op de borden zien. Vindt het verder een geschikte plek om studenten te attenderen op belangrijke activiteiten, zoals profielvoorlichtingen. 4.3.2 Profielmanager RMP Jelle Jeensma RMP gebruikt de schermen nu voornamelijk voor het aankondigen van evenementen. Willen graag meer gebruik maken van de schermen maar hier is simpelweg niet veel tijd voor. Zouden het wel handig vinden om meer mededelingen te plaatsen voor studenten. Daarnaast is het op het moment niet erg toegankelijk, zo is het niet heel erg bekend bij wie je de informatie moet aanleveren. Is van mening dat de schermen veel beter gebruikt moeten worden. Een bezoeker moet meteen het idee hebben dat hij zich in een mediagebouw bevindt. Dit kan heel goed door de schermen optimaal te benutten. Vindt dat de informatie wel moet aansluiten bij de opleidingen in het gebouw, dus reclame-uitingen mogen achterwegen blijven. Zeker als het niet duidelijk is wat de reclame voor link heeft met de opleiding. Ziet daarnaast graag filmpjes van studenten, bijvoorbeeld die zij produceren voor projecten. Maar ook programma’s die in de studio van de Hogeschool gemaakt worden. Denkt verder dat er niet te veel eisen aan de informatie moet zitten, er moet namelijk wel creativiteit in blijven zitten. Door een te strenge organisatie wordt dit heel erg beperkt. Het zou handig zijn als er een coördinator aangesteld wordt waarbij je de informatie kunt aanleveren en die de informatie vervolgens plaatst. Deze coördinator moet dan technisch onderlegd, inhoudelijk op de hoogte en moderator zijn. Hij bepaalt dan wat wel en niet op de schermen wordt geplaatst. Ziet dit niet graag gedaan worden door marketing & communicatie omdat er dan teveel eisen komen en de informatie niet meer spontaan geplaatst kan worden. Door één persoon de leiding te geven, kun je veel makkelijker de informatie up-to-date houden door bijvoorbeeld dagelijks een update te plaatsen. 4.3.3 Profielmanager RMC Edda Ton Vindt het vervelend dat de nieuwsberichten niet actueel zijn en dat er vaak informatie op staat die verdaagd is, hier kan dus veel verbeterd worden. Zou zelf de schermen gebruiken om algemene oproepjes (nakijkhulp) te plaatsen voor alle studenten. Voor meer gerichte informatie gebruiken ze namelijk al de e-mail en het intranet. Vind het overbodig om dit dan ook op de schermen te plaatsen. Ziet het verder vooral als een medium voor aankondigingen van evenementen en andere activiteiten. Daarnaast lijkt


26

het haar interessant om de televisieschermen in de kantine op elk moment over te kunnen schakelen naar het nieuws van de dag, bijvoorbeeld bij wereldnieuws. 4.3.4 Profielmanager N&M Emely Nobis Vindt dat er vaker updates mogen komen, nu staat er vaak informatie op dat allang niet meer actueel is. Ook komt er informatie langs waar je niet zo heel veel mee kan (bijvoorbeeld dat er nieuwe schoonmakers aangesteld zijn). Ziet graag een samenwerking met een nieuwssite als nu.nl of villamedia. Met villamedia is al contact geweest over een samenwerking. Zij kunnen nieuws, maar ook vacatures aanleveren. Door nieuws te plaatsen, wordt er meer een connectie gemaakt met overige media. Dat hoort wel bij deze school. Daarnaast informatie over gastcolleges die gegeven worden, zo zijn de studenten op de hoogte wie er komen en waar het over zal gaan. Informatie moet door het hele gebouw getoond worden, want studenten en docenten bevinden zich niet op maar één afdeling. 4.3.5 Profielmanager IM Jelke Nijboer Ziet de schermen vooral om algemene informatie te plaatsen en niet te veel toe te spitsen op de verschillende profielen, hier zijn immers al genoeg middelen voor (email, nieuwsbrief). Informatie moet actueel zijn en aanvullend. Juist omdat het een vluchtig medium is waar niet veel mensen lang de tijd voor nemen is het beter om korte aanvullende informatie te tonen. Daarnaast kan het ook gebruikt worden om bepaalde informatie te herhalen. Wel moet er opgepast worden dat het niet een overvloed aan herhalingen wordt, want dan wordt het medium al snel ongeloofwaardig. Vindt het het best om informatie te tonen die de studenten op bepaalde activiteiten of belangrijke informatie attendeert. Hierbij kan gedacht worden aan het aankondigen van gastcolleges met spraakmakende gastsprekers, informatie over de minorenmarkt, buitenlandse stages, borrels en wanneer colleges zijn over de verschillende profielen.

4.4

Visie profielmanagers IAM

Het eerste jaar van de opleiding Interactieve Media is eveneens het Propedeusejaar. Na het Propedeusejaar kunnen studenten kiezen voor drie afstudeerprofielen. Zowel de Propedeuse als de afstudeerprofielen hebben een profielmanager. Ook deze profielmanagers gaven hun visie over de narrowcasting in het SGG. 4.4.1 Profielmanager Propedeuse Britt Wijnmaalen Maakt nu niet of nauwelijks gebruik van de schermen, simpelweg omdat ze niet weet in hoeverre het gebruikt kan worden. Er is nooit gecommuniceerd bij wie je informatie kunt aanleveren en wat wel en niet gepubliceerd mag worden. Heel sporadisch weten docenten zelf de narrowcasting te vinden, dan gebruiken ze het voornamelijk om projectfilmpjes van studenten te plaatsen. Vindt daarnaast dat de schermen het te vaak niet doen.


27

Zou de schermen willen gebruiken om roosterwijzigingen en absentie van docenten te plaatsen. Denkt dat informatie het best alleen op verdieping vijf en zes geplaatst kan worden, omdat dit de verdiepingen zijn waar veel IAM-studenten zitten. 4.4.2 Profielmanager BO Peter Buis Ziet graag roosterwijzigingen, zoals lokaalwijzigingen, en absentie op de schermen. Wil als profiel geen gebruik maken om aankondigingen of informatie te plaatsen, vindt andere communicatiemiddelen hiervoor voldoende. Denkt dat narrowcasting in dit gebouw alleen geschikt is voor algemene mededelingen en niet per se om een bepaald profiel te bereiken. Zal de schermen mede daarom niet actief gaan inzetten. Vindt daarnaast dat schermen niet altijd op de juiste locatie hangen, zoals de schermen bij de toiletten aan de B-vleugel van sommige verdiepingen. Denkt dat er gezorgd moet worden dat studenten er een automatisme van maken om op de schermen te kijken. In dat geval komen berichten zoals roosterwijzigingen veel eerder aan. Hij vindt dat de schermen in de kantine die televisie uitzenden onzin zijn, aangezien er geen geluid te horen is, heeft het ook geen zin om naar de televisie te kijken. Daarnaast denkt hij dat de schermen op open dagen erg nuttig ingezet kunnen worden als bewegwijzering en om werk van studenten te laten zien. 4.4.3 Stafmedewerker Interne professionalisering Maarten van der Burg Vindt de schermen vooral nuttig voor het tonen van studentenwerk en mededelingen. Er zouden zelfs nog wel meer filmpjes van studenten geplaatst mogen worden, omdat dit de schermen wat flitsender maakt. Voor de mededelingen is het belangrijk dat de vormgeving goed is, zo moet er gebruik gemaakt worden van verschillende kleuren die aangeven wat voor soort mededeling het is. Van der Burg vindt dat de mededelingen en het studentenwerk goed afgewisseld moeten worden en niet gescheiden geplaatst moet worden op verschillende schermen. Daarnaast zouden er betere en makkelijkere afspraken gemaakt moeten worden over het plaatsen van informatie. Onderkende namelijk zelf problemen met het willen plaatsen van een bericht. Werd van het kastje naar de muur gestuurd en uiteindelijk is de informatie nog niet geplaatst. Dit zou veel makkelijker moeten en eigenlijk zou er een redactie achter moeten zitten. Het is een idee om dit door studenten te laten doen, veel studenten vinden het leuk om hier mee bezig te zijn en zo leren ze ook weer dingen bij. Misschien zou dit in ruil voor studiepunten gedaan kunnen worden. Ziet voor de toekomst het liefst meer interactie met de schermen. Van der Burg is zelf bezig met het opzetten van een portal waarop studenten kunnen inloggen en zo persoonlijke informatie kunnen terugvinden. Dit kan goed gecombineerd worden met de schermen, zo kunnen ze zelf ook persoonlijke informatie opvragen via de schermen.


5

28

Ervaringsdeskundigen

In dit hoofdstuk worden experts en andere hogescholen aan het woord gelaten. Voor het expertonderzoek is gekozen voor twee heren die veel verstand hebben van het onderwerp. Verder zijn er twee hogescholen benaderd om kennis te vergaren hoe zij narrowcasting inzetten.

5.1

Expertonderzoek

Jelle Koolstra, directeur van ROCmedia, runt samen met Job Twisk het onderwijsadviesbureau HBOmedia. Dit bureau geeft workshops, trainingen en advies over hoe nieuwe multimediale toepassingen binnen het onderwijs ingezet kunnen worden. Raoul Boers, docent aan het MIC, heeft een achtergrond in online media. Dit heeft raakvlakken met narrowcasting, aangezien veel technieken die hiervoor gebruikt worden hetzelfde zijn als die voor online media. Hij heeft in het verleden toepassingen gemaakt voor narrowcasting van beurzen. 5.1.1 Ideale format De informatie moet volgens Boers ten eerste heel doelgericht zijn, de in- en uitloop in een hogeschool is namelijk heel vluchtig. Het is dus belangrijk dat in één oogopslag duidelijk is waar de informatie over gaat. Daarnaast moet de informatie doelgroepgericht zijn, want de studenten moeten wel iets aan de informatie hebben. Het best kan er dus informatie geplaatst worden waar de studenten die dag zelf iets aan hebben, het moet daarom up-to-date zijn. Koolstra denkt dat je voor een ideaal format uit moet gaan van de attitude van de studenten. Er moeten dus onderwerpen geplaatst worden die de student interesseert. Daarnaast moeten studenten het idee hebben dat het hun kanaal is, dit kan alleen bereikt worden door de studenten zelf informatie te laten plaatsen. Hierover is meer te lezen onder het kopje interactie. Soort informatie Koolstra is van mening dat er onderwerpen geplaatst moeten worden die de studenten interesseren en waarderen. Dit hoeven dus niet altijd onderwijsgerelateerde berichten te zijn. Het onderwijs roept vaak alleen wat zij willen, terwijl ze veel meer moeten luisteren naar wat de studenten willen. Als een hogeschool alleen plaatst wat zij willen delen, zullen ze er niet in slagen een goed narrowcastingkanaal in te zetten. De hogeschool en de student moeten dus op één lijn gebracht worden. Koolstra: ‘Het wordt pas echt narrowcasting als er nagedacht wordt over wie hier zitten, wat ze leuk vinden en waar ze graag naar willen kijken.’ Voor Boers moet voor een hogeschool roosterwijzigingen en absentie van docente de ruggengraat van de narrowcastinguitzending vormen. Echter hoeft dit niet op alle schermen geplaatst te worden, maar bijvoorbeeld alleen bij de ingang. ‘Dat soort informatie lijkt mij het belangrijkst. Studenten willen die informatie hebben en op deze manier hoeven ze daar niet al te veel moeite voor te doen. Ze kunnen de informatie raadplegen zodra ze in het gebouw zijn en zijn dus meteen op de hoogte of er lesuitval is.’ Koolstra denkt dat roosterwijzigingen alleen nuttig kunnen zijn als ze


29

echt elke dag aangepast worden. Als elke dag dezelfde wijzigingen op de schermen staan, dan kijken de studenten niet meer. Vormgeving Boers vindt de vormgeving heel belangrijk; als je iets wilt overdragen, moet je dat op een heldere manier vormgeven. Er moet daarom gelet worden op het lettertype en lettergrootte, maar ook over kleurgebruik moet nagedacht worden. Er moet namelijk een helder contrast zijn tussen de kleur van het lettertype en de achtergrondkleur. De lay-out van de informatieschermen is ook belangrijk. Het is aan te raden om per onderwerp een sjabloon aan te houden, zo kun je makkelijk zien waar een bericht over gaat. Een voorbeeld is de narrowcasting in de tram in Amsterdam. Het Parool plaatst hun nieuwsberichten met een vaste vormgeving en reclameberichten die tussendoor langskomen hebben hun eigen vormgeving. Koolstra vindt het belangrijk dat er veel foto’s en filmpjes geplaatst worden. De schermen dienen goed als expositiescherm en het werkt aantrekkelijker dan alleen kale mededelingen. Interactie ‘Door interactie gaan studenten de schermen ervaren als hun kanaal’, aldus Koolstra. ‘Zo hebben wij een experiment gedaan waarbij je met je mobiele telefoon een foto op de schermen kunt zetten. Ons ideaal is dat wanneer een student op maandagochtend binnen komt en sportfoto’s op de schermen ziet, hij op het idee gebracht wordt om ook zijn sportfoto’s van het weekend te uploaden. Wanneer hij ziet dat zijn foto er ook tussen staat, denkt hij: ‘Hé, die is van mij’.’ Op deze manier zullen ze dus ook vaker naar de schermen kijken. Boers is van mening dat interactie tegenwoordig heel laagdrempelig toegepast kan worden. Bijvoorbeeld via het plaatsen van sms- of Twitterberichten. Er kan een balk onderin het scherm geplaatst worden waar deze berichten in terecht komen. Twitter zou ook gebruikt kunnen worden door onderwijsbureaus. Zij kunnen bijvoorbeeld twitteren dat er een docent ziek is. Op deze manier wordt het nog sneller gecommuniceerd en worden studenten ook op andere schermen dan bij binnenkomst geattendeerd op lesuitval. Lengte & cyclus Na hoeveel tijd je moet herhalen is volgens Koolstra afhankelijk van de locatie. Zo zou een cyclus in de kantine langer moeten duren dan die van de overige schermen. Mensen zitten daar namelijk langer en als je om de drie minuten hetzelfde ziet, ga je irriteren. Toegevoegde waarde Boers en Koolstra vinden narrowcasting beiden een goede aanvulling op overige communicatiemiddelen. Zo kan er bijvoorbeeld doorverwezen worden naar de intranetpagina om over bepaalde onderwerpen meer te lezen. Het is vooral een toegevoegde waarde als de informatie actueel is. Bijvoorbeeld dat je dus meteen kunt zien of je les uitvalt of dat er een docent absent is.


30

Effectief communiceren Volgens Koolstra trek je de aandacht van de studenten alleen door er content op te plaatsen die ze daadwerkelijk interesseert. Wat scholen dan in hun achterhoofd moeten houden, is dat ze niet alleen eigen nieuws plaatsen. ‘Scholen denken vaak dat hun eigen nieuws uiterst belangrijk is. En dat is natuurlijk ook zo, maar als dat het enige is wat je op de schermen zet, ga je de aandacht van de student verliezen. De studenten hebben namelijk niet het idee dat alleen dat belangrijk is. Daarom moet er een goede combinatie worden gemaakt. Een school moet bedenken wat hij aan informatie kwijt wil en hoe hij dit gaat implementeren in een interessante omgeving, zodat de studenten blijven kijken. Boers vindt interactie een belangrijk middel om de aandacht te trekken van de studenten. Je bereikt hier namelijk mee dat studenten echt gebruik gaan maken van de schermen, ze willen namelijk hun berichtje in beeld zien. In de tussentijd vangen ze de rest van de informatie op. Je kijkcijfers gaan omhoog, omdat gebruikers iets met de narrowcasting kunnen doen. Ook door de structuur van de informatie kun je een kijkautomatisme creëren. Als namelijk altijd dezelfde volgorde wordt aangehouden, dan weten studenten wat ze kunnen verwachten. Zowel Boers als Koolstra vinden dat de actualiteit ook bijdraagt aan het kijkgedrag van de studenten. Zolang er altijd actuele informatie op de schermen staat, blijven ze naar de schermen kijken. Als de informatie niet vaak genoeg wordt ververst en er elke dag dezelfde informatie op de schermen staat, dan hoef je er niet meer naar te kijken. Open dagen De narrowcasting kan bij open dagen het best op een andere manier dan de reguliere programmering ingezet worden, hier zijn Boers en Koolstra het over eens. Zo zou er informatie geplaatst kunnen worden over de verschillende lokalen, bijvoorbeeld waar welke voorlichting wordt gegeven en waar ze kunnen zijn voor bepaalde informatie. Daarnaast is het ook leuk om studentenwerk te laten zien, zo krijgen de toekomstige studenten een idee wat ze kunnen leren op de opleiding. Opleidingen of profielen kunnen ook zelf filmpjes aanleveren ter promotie van hun opleiding/profiel. Hier kan informatie instaan over wat de studenten kunnen leren en welke beroepen ze later kunnen uitvoeren.

5.2

Praktijkvoorbeelden

Veel andere hogescholen maken ook gebruik van narrowcasting. Om inspiratie op te doen, werd er gesproken met twee medewerkers die de narrowcastingkanalen van hun hogeschool programmeren. 5.2.1 Avans Hogeschool Avans Hogeschool maakt sinds 2008 gebruik van narrowcasting in hun gebouwen in Breda, Tilburg en ’s Hertogenbosch. Op deze locaties hangen in totaal tien informatieschermen waarop voornamelijk interne mededelingen voor de studenten geplaatst worden. Het systeem dat zij gebruiken is SCALA InfoChannel. De tien


31

schermen zijn afzonderlijk van elkaar te bedienen en tonen dan ook niet allemaal dezelfde informatie. De school gebruikt de informatieschermen voornamelijk voor huishoudelijke mededelingen, aankondigingen van activiteiten, nieuwsberichten en treininformatie. De informatie mag alleen aangeleverd worden door partijen binnen de hogeschool en mogen niet te commercieel getint zijn. Op de website van Avans Hogeschool staat voor de studenten precies uitgelegd waarvoor de narrowcasting gebruikt wordt, hoe ze informatie kunnen aanleveren en aan welke eisen deze informatie moet voldoen. Zo moet de geleverde content kort zijn en moet het wervend geschreven zijn. Daarnaast wordt er gevraagd om zo min mogelijk interpunctie te gebruiken. Ook wordt er aangegeven dat ze liever beeld dan tekst aangeleverd krijgen en aan welke resolutie en verhouding de afbeelding moet voldoen. Bewegend beeld en tekstanimaties (zoals PowerPoint) mag ook geplaatst worden. De organisatie wil graag dat de schermen een wisselende en levendige invulling krijgen. Daarom zien ze graag filmpjes van studenten terug op de schermen. De berichten worden uiteindelijk geplaatst door het communicatieteam, dit team bestaat uit vier personen. Zij bepalen de prioriteit van de informatie en dus welke informatie wel of niet geplaatst wordt. Hier zijn geen specifieke afspraken over gemaakt, maar ze kijken meer naar de waan van de dag. De berichten die geplaatst worden, worden eerst door het communicatieteam opgemaakt in standaardsjabloon opgemaakt. 5.2.2 Saxion Hogeschool Saxion Hogeschool maakt inmiddels twee jaar gebruik van narrowcasting. Het informatiesysteem had als voornaamste doel om met de studenten te communiceren. Zo worden de schermen tegenwoordig nog steeds gebruikt. In de tussentijd is er wel een aantal dingen veranderd om de informatieschermen te verbeteren. Uit een enquête van vorig jaar werd het namelijk duidelijk dat veel medewerkers het niet eens waren met de verdeling van de informatie op de schermen. De schermen worden alleen gebruikt voor belangrijke mededelingen, aankondigingen en oproepen, die worden aangeleverd door verschillende partijen. Dit zijn het SAX Magazine, het Saxion zelf en de verschillende opleidingen die in het gebouw zitten. Er wordt niet veel informatie geplaatst door studenten, als dit wel gedaan wordt, zijn het vaak oproepen voor een onderzoek. In het begin was het zoeken naar een goede balans tussen het aantal berichten van deze verschillende partijen. Uit de enquête werd namelijk duidelijk dat medewerkers vonden dat er teveel berichten van het SAX magazine op stonden en te weinig berichten van het Saxion. Er is toen afgesproken om voortaan vier berichten van het Sax Magazine te plaatsen, dit geldt hetzelfde voor de mededelingen van het Saxion en de verschillende opleidingen. Verder wordt er gebruik gemaakt van een ANP RSS feed. De informatieschermen hangen op verschillende locaties. Er werd aangegeven dat dit voornamelijk de A-locaties zijn, dus plekken waar veel studenten rondlopen. Hierbij


32

kun je denken aan de hal, kantine en verschillende afdelingen. Op plekken waar alle studenten zich bevinden, hangen zogenaamde centrale schermen. Op deze schermen worden mededelingen geplaatst die voor iedereen van belang zijn. Mededelingen die alleen voor bepaalde opleidingen van toepassing zijn, worden gericht per afdeling geplaatst. Op open dagen worden de berichten gericht op aankomende studenten en worden de schermen gebruikt als bewegwijzering. De informatie die de partijen aanleveren, wordt door de centrale communicatieafdeling gecheckt en uiteindelijk geplaatst. Zij controleren de tekst voornamelijk op de lengte, verder zijn er namelijk geen eisen verbonden aan de informatie. De communicatieafdeling bepaalt ook welke informatie wanneer op de schermen wordt geplaatst en welke mededelingen prioriteit hebben. De schermen worden ongeveer één maal per week gecontroleerd op de actualiteit van de berichten en worden ook bijna elke week geüpdatet. In het begin waren er zorgen of er genoeg informatie zou zijn om de schermen te vullen, maar tot nu toe wordt er altijd genoeg aangeleverd om de schermen regelmatig te vernieuwen. Mochten er wel te weinig berichten zijn, dan worden er wat meer nieuwsberichten op de schermen geplaatst. De opmaak van alle berichten is hetzelfde, er wordt gebruik gemaakt van hetzelfde lettertype, lettergrootte en achtergrondkleur. Wel wordt elk bericht voorzien van een gekleurde rand, de kleur van deze balk is afhankelijk van de soort informatie. Berichten die door het Sax Magazine worden geplaatst, krijgen een rode rand, nieuwsberichten zijn blauw en een groene rand is voor mededelingen vanuit het Saxion zelf. Verder wordt er alleen gebruik gemaakt van stilstaande tekst en beeld en dus geen filmpjes. Ook is er geen geluid te horen bij de schermen.


6

33

Resultaten doelgroeponderzoek

In dit hoofdstuk worden de resultaten van de enquêtes en interviews onder de studenten van het SGG uit één gezet.

6.1

Enquêtes

6.1.1 Doelgroep De studenten van het MIC bevinden zich buiten de les voornamelijk op de begane grond (75,2%) of de tweede verdieping. Op de begane grond bevinden zij zich vooral in de kantine en op de tweede verdieping in de computerruimte. IAM-studenten bevinden zich vooral op de zesde verdieping (50,9%). De begane grond is ook een locatie waar zij zich redelijk vaak bevinden. Op de eerste en tweede verdieping bevinden zij zich nooit. Voor het MIC geldt dit voor verdieping 7. Een overzicht van alle percentages en waar zij zich op deze verdieping bevinden is te zien in bijlage III. Voor 78% van alle studenten valt de informatieschermen op, de overige 22% vindt dit niet. De percentages tussen de verschillende opleidingen verschillen nauwelijks van elkaar. Studenten denken, wanneer zij een dag in het gebouw zijn, ongeveer 4 schermen te zien (met een standaardafwijking van 8). 6.1.2 Gebruik informatieschermen In totaal kijkt 82,6% van de studenten naar de schermen in het SGG. Als de studenten naar de schermen kijken, is dit vaak niet langer dan een minuut (89%). Van de studenten kijkt in totaal 49% een aantal keer per week naar de schermen en slechts 16% kijkt elke dag. Hoe de overige percentages zijn verdeeld, is te zien in figuur 3.

7%

16%

Elke dag 28%

Aantal keer per week Aantal keer per maand Aantal keer per jaar 49%

Figuur 3 Kijkgedrag Van alle studenten die naar de informatieschermen kijken, gebruikt de meerderheid nauwelijks tot nooit de informatie die zij hier op raadplegen. Hoewel dit geldt voor beide opleidingen, zijn de percentages wel anders verdeeld. De studenten van het MIC gebruiken de informatie net wat meer dan die van het IAM. Dit is te zien in figuur 4.


34

IAM

Gebruik studenten MIC

0%

2%

10%

17% 34%

Vaak

38%

Soms Nauwelijks Nooit 52%

47%

Figuur 4 Cijfers over het gebruik van informatie Ruim 82% van de studenten geeft aan geen onderscheid te maken tussen de verticale en horizontale schermen die in het gebouw hangen. Daarnaast zijn de studenten zich er ook niet van bewust dat op deze schermen verschillende informatie wordt geplaatst, namelijk 67%. De studenten van het MIC en IAM kijken op verschillende verdiepingen naar de schermen. Zo kijken de studenten van het MIC niet naar de schermen op verdieping 4, 6 en 7. IAM-studenten kijken daarentegen niet naar de schermen op de eerste en tweede verdieping. Zie bijlage III voor de exacte cijfers. Van alle schermen in het gebouw maken de studenten het meest gebruik van de schermen in de aankomsthal, dit geldt voor beide opleidingen. Op de verdiepingen waar MIC-studenten zich bevinden, kijken ze voornamelijk naar de schermen in de Avleugel. Namelijk die in het midden en naast de printer. Daarnaast kijken zij ook vaak naar de schermen in de kantine. De schermen in de B-vleugel en aan de rechterwand in de A-vleugel zijn onder deze studenten het minst populair. Studenten van het IAM kijken het meest naar het scherm in het midden en aan de zijkant van de A-vleugel. Zie de grafieken hiervan in de bijlage III. 6.1.3 Beoordelingen De informatieschermen konden beoordeeld worden op de informatie, vormgeving en schermen. Hierbinnen viel een aantal categorieën waarover de studenten hun mening konden geven. Informatie De studenten hebben de informatie beoordeeld aan de hand van de kwaliteit, bruikbaarheid en actualiteit. Hoe tevreden zij hierover zijn, is te zien in figuur 5.


35

Informatie 60,0

%

50,0

Zeer goed

40,0

Goed

30,0

Voldoende

20,0

Onvoldoende Zeer onvoldoende

10,0 ,0 Kwaliteit

Bruikbaarheid

Actualiteit

Categorie

Figuur 5 Beoordeling informatie Vormgeving De vormgeving kon beoordeeld worden door middel van de opmaak, overzichtelijkheid en leesbaarheid. In figuur 6 staan de verhoudingen weergegeven. Vormgeving 60,0

%

50,0

Zeer goed

40,0

Goed

30,0

Voldoende

20,0

Onvoldoende Zeer onvoldoende

10,0 ,0 Opmaak

Overzichtelijk

Leesbaarheid

Categorie

Figuur 6 Beoordeling vormgeving Schermen De kwaliteit van de schermen kon beoordeeld worden aan de hand van locatie, positie, grootte en beeldkwaliteit. Zie figuur 7 voor de tevredenheid van de studenten.


36

%

Schermen 50,0 45,0 40,0 35,0 30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 ,0

Zeer goed Goed Voldoende Onvoldoende Zeer onvoldoende

Locatie

Positie

Grootte

Categorie

Figuur 7 Beoordeling schermen Verder ziet 54,7% van de studenten de informatieschermen als een toevoeging op overige communicatiemiddelen. 6.1.4 Informatiebehoefte De studenten van zowel het MIC als IAM willen het liefst mededelingen van hun opleiding op de schermen zien. Waarbij studenten van het MIC graag geïnformeerd willen worden over belangrijke inschrijfdata. Daarnaast zien alle studenten graag roosterwijzigingen en absentie van docenten. Zie bijlage III voor een overzicht van de populaire onderwerpen. Op de schermen in de kantine wil 47% van de studenten televisie kijken en de overige 53% ontvangt liever informatie op deze schermen. Mocht er wel televisie op deze schermen worden afgespeeld, dan wil ruim 56% hier ook geluid bij horen. De percentages van de verschillende opleidingen verschillen hierbij nauwelijks van elkaar. Bijna 89% van alle studenten weet niet dat zij zelf berichten op de schermen mogen aanleveren. Bij de studenten van het IAM is 19,6% van de studenten wel op de hoogte, bij het MIC is dit 9%. In totaal zou 21% van het MIC hier in de toekomst gebruik van willen maken. Bij het IAM ligt dit percentage hoger, namelijk op 41,2%. Van alle studenten zou 43% door middel van hun mobiele telefoon commentaar, foto’s of filmpjes op de schermen plaatsen. Bijna 76% zou door middel van Bluetooth tussen de schermen en mobiele telefoon persoonlijke informatie op hun telefoon willen ontvangen.


6.2

37

Interviews

Uit de interviews werd het duidelijk dat de meeste studenten kijken naar de schermen als ze er toevallig langslopen of tijdens het wachten. Hun aandacht wordt voornamelijk getrokken doordat hun oog op de schermen valt. Geen één van de geïnterviewden stapt bewust op de schermen af om bepaalde informatie te ontvangen. Mededelingen over hun opleiding vinden de studenten het interessantst. Daarnaast vinden sommige studenten de aankondigingen van evenementen handig. 6.2.1 Soort informatie Elke student wil graag informatie ontvangen over roosterwijzigingen en absentie van docenten. De studenten geven aan vaak te vergeten om op intranet te kijken of er lessen uitvallen. Ook willen studenten graag mededelingen van de opleidingen op de schermen zien. Dit kunnen belangrijke deadlines zijn, bijvoorbeeld voor een profielof minorkeuze, belangrijke informatie over tentamens en dat de cijfers op Boomonline geplaatst zijn. Daarnaast ziet een aantal studenten graag medianieuws op de schermen, filmpjes van medestudenten en aankondigingen voor (media)evenementen. Een enkele student geeft aan het handig te vinden om stagevacatures op de schermen te zien. De studenten vinden het in het algemeen niet handig als de informatie op een afdeling verdeeld wordt over verschillende schermen. Op deze manier weten ze niet meer welke informatie ze waar moeten ontvangen of vinden ze het te veel moeite om speciaal naar een bepaald scherm te lopen voor een bepaald soort informatie. Er mag overigens wel onderscheid gemaakt worden tussen de schermen op verschillende verdiepingen. Zo wil een aantal studenten dat de informatie voor studenten van het IAM en studenten van het MIC gescheiden wordt. Roosterwijzigingen en absentie van docenten willen de meeste studenten het liefst in de aankomsthal ontvangen. Op deze manier zijn ze meteen op de hoogte. Een enkeling vindt deze informatie ook handig op het verticale scherm op een afdeling. De informatie zou dan per afdeling verdeeld moeten worden. Je ziet dan meteen of je les, die op de desbetreffende verdieping plaats vindt, uitvalt of gewijzigd is. De meningen voor de informatie in de kantine zijn verdeeld. Ruim driekwart van de studenten wil hier ook graag mededelingen ontvangen en niet alleen maar televisie. Er kan bijvoorbeeld een combinatie gemaakt worden. Voor iets meer dan de helft hoeft er helemaal geen televisie uitgezonden te worden. Een aantal studenten lijkt het leuk om op deze schermen filmpjes van andere studenten te zien. Één student geeft aan dat het hem een leuk idee lijkt om meldingen over de dagsoep te krijgen in de kantine. De schermen op de afdelingen zijn volgens de studenten vooral geschikt voor mededelingen van de opleiding. Het liefst zien de studenten dat mededelingen alleen uit tekst bestaan. De meeste studenten vinden in ieder geval dat er meer tekst op de schermen moet staan, omdat beeld vaak zorgt voor afleiding. Één student merkte op dat de slide vaak snel weer verdwijnt en je dus wel alle tijd nodig hebt om de tekst te lezen. Ook werd er aangegeven dat de beelden niet altijd iets toevoegen aan de tekst.


38

Het merendeel mist het geluid op de informatieschermen niet, de meeste studenten zouden het juist irritant vinden. Een enkeling mist het geluid wel, maar denkt wel dat het hinderlijk zou zijn, mocht er geluid op alle schermen te horen zijn. Wel wordt er aangegeven dat het wel prettig zou zijn om geluid te ontvangen in de kantine. Een belangrijke reden hiervoor is dat ze de televisie anders niet kunnen volgen en het dan dus geen zin heeft om er naar te kijken. Daarnaast werd er gedacht dat hier toch geen studenten zitten werken, dus dat het ook geen hoge irritatiefactor zou hebben. 6.2.2 Verbeterpunten De studenten hadden redelijk veel verbeterpunten voor de schermen. Veel studenten vinden dat er weinig structuur in de informatie zit. Er zit totaal geen logica of volgorde in en dat vinden ze onhandig. Er zou een bepaalde structuur in moeten komen om het voor de student makkelijker en interessanter te maken. Daarnaast zien studenten niet altijd de relatie tussen de hogeschool en de informatie die op de schermen staat. Er staan vaak berichten op waar ze geen waarde aan hechten en snappen daarom niet waarom deze informatie wordt geplaatst. Hiermee bedoelen de studenten vooral de reclameachtige berichten. Één student gaf aan een slide over het vinden van een baan niet te snappen en ook niet erg nuttig te vinden. Dit soort informatie mag voortaan wegblijven. De opleiding moet voorop staan. Een deel van de studenten vindt de berichten niet actueel genoeg, zo staan er soms berichten op die allang verlopen zijn. Bijvoorbeeld een aankondiging voor een open dag die al geweest was. Elke student zegt dat ze veel vaker naar de schermen zullen kijken als er de juiste en belangrijke informatie opgeplaatst wordt. Je kunt er dan haast niet meer omheen om de schermen te gebruiken. De structuur speelt hier ook heel erg in mee. Als het voor de student duidelijk is wanneer ze welke informatie kunnen verwachten, zullen ze veel vaker naar de schermen kijken. Er wordt aangegeven dat bijvoorbeeld door kleurgebruik of een bepaalde volgorde deze structuur doorgevoerd kan worden. Daarnaast vinden de studenten het belangrijk dat informatie actueel is, omdat ze dan veel vaker zouden kijken. Zoals ook uit de enquête blijkt, weten veel studenten niet dat ze informatie mogen aanleveren om op de informatieschermen te plaatsen. Iedereen beaamde dat ze dit veel sneller zouden doen als hier meer informatie over komt te staan op het intranet. Wel moeten er dan duidelijke instructies op komen te staan.


7

39

Conclusie

Veel studenten (ruim 82%) in het SGG kijken naar de informatieschermen, maar het merendeel van de studenten kijkt hier lang niet elke dag naar. Vaak wordt er enkel naar de schermen gekeken, omdat de studenten er toevallig langslopen of als ze aan het wachten zijn. Er wordt vrijwel nooit bewust op de schermen afgestapt om informatie te raadplegen. Om er voor te zorgen dat de studenten frequenter en bewuster naar de informatieschermen zullen kijken, moet er dus een aantal zaken verbeterd worden. In dit hoofdstuk zal ik, door middel van het literatuuronderzoek en de resultaten van het veldonderzoek, aantonen wat verbeterpunten zijn voor het narrowcastingkanaal. Welke veranderingen er het best genomen kunnen worden, zal ik adviseren in het hoofdstuk Aanbevelingen. Het doel van dit onderzoek was de opdrachtgever te adviseren hoe hij de doelgroep in de toekomst effectief kan bereiken en hoe hij de tevredenheid van de studenten over de communicatie via de narrowcasting in het SGG binnen een jaar verhoogt. Om dit te verwezenlijken werd de volgende probleemstelling geformuleerd: Welke veranderingen moeten worden gemaakt om de studenten van het Singelgrachtgebouw informatie op maat aan te bieden en om ze beter te bereiken en betrekken via de narrowcasting in het gebouw?

7.1

Verbeterpunten

De narrowcasting in het SGG wordt momenteel dus niet optimaal benut. Dit komt mede doordat er, toen de schermen werden opgehangen, geen duidelijke doelstellingen zijn geformuleerd. Maar voornamelijk komt het omdat er geen duidelijke organisatie achter zit. Op dit moment wordt de informatie geplaatst door het facilitair beheer, maar door tijdsgebrek is het momenteel slechts een bijtaak. Hierdoor wordt er niet erg veel tijd aan besteed en dit zorgt ervoor dat er veel kansen onbenut worden gelaten. 7.1.1 Communicatie Ten eerste is de communicatie wat betreft de informatieschermen een belangrijk verbeterpunt. Veel profielmanagers geven aan dat zij niet weten waar ze informatie moeten aanleveren, mochten ze iets willen plaatsen. Daarnaast weet 89% van de studenten überhaupt niet dat ze informatie mogen plaatsen, laat staan waar ze dit kunnen doen. 7.1.2 Effectiviteit Narrowcasting is veel effectiever als de doelgroep zicht heeft op specifieke, passende informatie. Op deze manier wordt de aandacht beter en langer vastgehouden en wordt er een automatisme gecreëerd om structureel naar de schermen te kijken. Studenten geven aan dat het kijken naar de schermen voor hun geen automatisme is omdat er momenteel te weinig structuur in de informatie zit. Doordat er geen gebruik wordt gemaakt van een vaste structuur, weten ze niet welke informatie er wordt getoond en dus ook niet welke informatie ze kunnen verwachten als ze op het scherm kijken. Als


40

er wel gebruik wordt gemaakt van een vaste structuur, zullen de studenten vaker op de schermen kijken, omdat er duidelijkheid ontstaat over de informatie die nog komen gaat. Studenten geven ook aan dat ze veel vaker naar de schermen zullen kijken als ze er de juiste informatie kunnen raadplegen en als de informatie actueel is. Wat studenten onder juiste informatie verstaan, is te lezen in de volgende paragraaf. De deskundigen zijn het er mee eens dat een duidelijke structuur voor meer automatisme kan zorgen. Ook zijn zij van mening dat dit gecreëerd kan worden door interactiviteit. Op deze manier raken de studenten veel meer betrokken bij de schermen en zullen ze er dus ook meer naar kijken. Momenteel is er nog geen interactie mogelijk bij het huidige narrowcastingkanaal, dus dit is zeker een verbeterpunt. 7.1.3 Content Uit de enquête kan geconcludeerd worden dat veel studenten de informatie op de schermen niet bruikbaar vinden. Gebruikt 47% van de studenten de informatie nauwelijks, 35% doet dit nooit. Dit is te veel en dus moeten er maatregelen getroffen worden. Zoals eerder aangegeven, zullen studenten vaker naar de informatieschermen kijken als zij hier de juiste en belangrijke informatie op kunnen raadplegen. Hieronder verstaan de studenten voornamelijk roosterwijzigingen en absentie van docenten. Veel andere hogescholen gebruiken narrowcasting hiervoor en de profielmanagers en geraadpleegde deskundigen vinden dit ook een belangrijke functie voor hogescholen. Tevens vinden studenten het nuttig om mededelingen van hun opleiding te lezen, het liefst over inschrijfdata voor de profielof minorkeuze. Profielmanagers verstaan onder belangrijke mededelingen ook aankondigingen van gastcolleges, buitenlandse stages, de minorenmarkt en profielvoorlichtingen. Berichten die de studenten als vervelend ervaren, zijn reclameachtige slides. Hoewel er gekozen is om alleen onderwijsgerelateerde berichten te plaatsen, zijn er desondanks toch slides te vinden waarbij het dubieus is of het een advertentie is of niet. Zo stond er woensdag 7 april een bericht van MixMyMix op sommige informatieschermen (zie bijlage V). Dit bericht kwam over als een reclame, omdat het niet duidelijk werd wat de connectie met de opleidingen was. Maar na een bezoek op de website werd duidelijk dat het een afstudeerproject is van twee studenten van het IAM. De slide van Iris, die een aantal weken op de schermen stond, lijkt ook een advertentie. Deze slide doet een oproep om Iris te helpen door naar hun website www.irisvertelthet.nl te gaan. Ook hier is de connectie met de opleidingen niet duidelijk en bij nader onderzoek blijkt de oproep niet opleidinggerelateerd te zijn. 7.1.4 Actualiteit Actuele informatie is voor narrowcasting erg belangrijk, als de informatie niet actueel is, dan haken gebruikers snel af en kijken ze de volgende keer ook niet meer. Deskundige Koolstra: ‘Het werkt bij narrowcasting hetzelfde als bij de krant, als elke dag dezelfde informatie te lezen is, dan hoef je het niet meer te lezen.’ Dit is dan ook een belangrijk verbeterpunt voor de narrowcasting in het SGG. Het gebeurt namelijk redelijk vaak dat er informatie op de schermen staat die al verlopen is. Dit blijkt uit de analyse die ik zelf deed, maar ook de profielmanagers geven aan zich hieraan te storen. Daarnaast vindt 27% van de studenten de actualiteit onvoldoende tot zeer


41

onvoldoende. Dit is zonde en helemaal niet nodig, aangezien narrowcasting zeer makkelijk aan te passen is. 7.1.5 Opmaak Het idee voor de vormgeving was in eerste instantie dat er veel gebruik gemaakt zou worden van bewegend beeld en gekleurd materiaal. Dit is momenteel niet altijd het geval, hoewel het wel verschilt per bericht. Zo zijn berichten van de HvA vaak opgemaakt in een sjabloon in de kleur blauw of oranje. Welke kleur een bericht krijgt wordt aan de hand van de soort informatie bepaald. Berichten die aangeleverd worden door andere partijen zijn vaak heel anders opgemaakt, namelijk wel met veel kleur en beeld. Zelf vinden studenten het prettig als mededelingen alleen uit tekst bestaan, omdat beeld alleen maar afleidt. Dat berichten nu te onderscheiden zijn door een sjabloon met een bepaalde kleur vinden ze fijn. Ze zien dit zelfs het liefst nog meer doorgevoerd worden, zodat het nog duidelijker wordt waar de informatie over gaat. 7.1.6 Verdeling schermen Een groot voordeel van narrowcasting is dat je de juiste doelgroep op de juiste locatie en op het juiste moment van de juiste informatie kunt voorzien. Voor het SGG is dit gunstig, omdat de verschillende opleiding zo apart benaderd kunnen worden. Aan het begin van dit onderzoek ontstond het idee om informatie voor bepaalde profielen te verdelen over verschillende verdiepingen. Maar na de gesprekken met profielmanagers werd het duidelijk dat de profielen zich nauwelijks op vaste verdiepingen bevinden. Een verdeling per profiel zou dus niet handig zijn, maar per opleiding zou dit heel goed kunnen. Studenten geven zelf ook aan dat ze dit prettig vinden. Momenteel wordt hier al rekening meegehouden, maar na het afnemen van de enquêtes, blijkt dat de verdeling niet juist is. Op verdieping 1, 2 en 3 worden namelijk enkel berichten voor het MIC geplaatst, terwijl uit de enquête blijkt dat studenten van het IAM ook naar de schermen op de derde verdieping kijken. Op de verdiepingen 4, 5 en 7 wordt enkel informatie voor het IAM wordt geplaatst, maar studenten van het MIC kijken ook naar de schermen op verdieping 5. En op verdieping 6 wordt informatie voor beide opleidingen geplaatst, terwijl studenten van het MIC nooit naar deze schermen kijken. Er moet dus een andere verdeling van de informatie komen, hoe dit het best kan, is te lezen in het volgende hoofdstuk. Uit de enquête blijkt dat het merendeel van de studenten (ruim 82%) geen onderscheid maakt tussen de verticale en horizontale schermen. Ook zijn ze niet op de hoogte dat deze schermen verschillende soorten informatie tonen. Dit kan komen doordat er momenteel ook geen gebruik gemaakt van een strikte verdeling, je kunt niet duidelijk opmaken welke soort informatie je op welk scherm kan vinden, hier zit niet echt een vaste lijn in. Uit de interviews blijkt dat de studenten dit ook niet handig vinden voor de toekomst. Ze zijn bang dat het voor verwarring zorgt, omdat ze op deze manier niet meer weten welke informatie ze waar kunnen raadplegen. Ook vinden ze het te veel moeite om speciaal naar een bepaald scherm te lopen voor een bepaald soort informatie. In de kantine wordt momenteel televisie uitgezonden zonder geluid. Uit het veldonderzoek blijkt dat de meeste studenten geen behoefte hebben aan televisie. Liever ontvangen zij hier informatie. Mocht er wel televisie uitgezonden worden, dan


42

wil de meerderheid hier geluid bij horen. De studenten vinden het anders geen nut hebben om televisie te kijken.

7.2

Pluspunten

Naast de verbeterpunten zijn er ook zaken die positief te noemen zijn. Hoewel veranderingen hiervoor dus niet nodig zijn, wil ik deze zeker ook in kaart brengen. Hierdoor wordt het namelijk duidelijk waar de studenten wel tevreden over zijn en waarom hier geen veranderingen voor getroffen hoeven te worden. 55% van de studenten ziet de informatieschermen als een toevoeging op overige communicatiemiddelen van de Hogeschool. De studenten zijn in het algemeen goed te spreken over de informatieschermen zelf. Ze ervaren de locaties van de schermen positief, ze vinden deze goed verdeeld door het hele gebouw heen en 78% van de studenten vindt dat de schermen opvallen. Ook zijn ze tevreden over de positie en de grootte van de schermen. Verder vinden ze de kwaliteit van de geplaatste informatie voldoende en vinden ze de schermen ook goed leesbaar. Eindconclusie Door de informatievoorziening op de schermen uit te breiden, zal de doelgroep beter op maat bediend worden. Door de soort informatie en de structuur hiervan te verbeteren, zullen de studenten beter bereikt worden. Ook belangrijk zijn de actualiteit van de informatie en de verdeling over de verschillende schermen. Als hier de juiste veranderingen in worden gebracht, zullen de studenten veel vaker de informatieschermen raadplegen voor informatie. Daarnaast moet de communicatie binnen het SGG verbeterd worden, zodat de doelgroep veel meer betrokken wordt bij het narrowcastingkanaal. Hoe deze zaken het best veranderd kunnen worden, is te lezen in het volgende hoofdstuk.


8

43

Aanbevelingen

Om er voor te zorgen dat studenten in de toekomst dagelijks de informatieschermen zullen gebruiken, moet er informatie geplaatst worden die de studenten graag zien. Belangrijk is dat dit informatie is waar ze die dag iets aan hebben, het moet dus actueel zijn. Als de informatie niet vaak genoeg geüpdatet wordt, dan hoef je namelijk niet meer naar de schermen te kijken, want deze informatie heb je immers al een keer ontvangen. Ook moet er een logische structuur van de informatie komen. Een structuur kan onder andere gecreëerd worden door een terugkerende opmaak en volgorde van de informatie. Verder kan interactie goed gebruikt worden om de aandacht van studenten te trekken en om er voor te zorgen dat het een automatisme wordt dat ze naar de schermen kijken. Alleen op deze manier kunnen de schermen voor een toegevoegde waarde zorgen. Ik adviseer dat er een duidelijke redactionele formule wordt gecreëerd. Door bepaalde regels vast te stellen, ontstaat er een vast patroon waardoor het gebruik voor de studenten wordt vereenvoudigd. In dit hoofdstuk wordt, naar aanleiding van de getrokken conclusies, advies gegeven over hoe de redactionele formule er het best uit kan zien. Een samenvattend overzicht van deze verdeling is te vinden in de handleiding die toegevoegd is aan dit rapport.

8.1

Intern

8.1.1 Organisatie Op dit moment wordt informatie te makkelijk op de schermen gezet, er wordt weinig tot geen kritische blik geworpen op de aangeleverde berichten. Dit komt mede doordat er geen duidelijke organisatie achter het narrowcastingkanaal zit. Het is voor het facilitair beheer een taak ernaast en hierdoor schiet het er vaak bij in. Bovendien hebben deze mensen geen achtergrond met narrowcasting. Wil je een effectieve programmering neerzetten, dan moet er meer aandacht aan besteed worden. Bijvoorbeeld door de verantwoordelijkheid neer te leggen bij iemand met veel ervaring met narrowcasting of iemand die zijn volledige aandacht aan de schermen besteedt. Mocht dit budgettair niet kunnen, dan kan er ook voor worden gekozen om dit door studenten te laten doen in de vorm van een project of in ruil voor studiepunten of een kleine vergoedding. Mocht er besloten worden om de verantwoordelijkheid bij het facilitair beheer te laten liggen, dan raad ik aan om een handleiding te creëren (een voorbeeldhandleiding is als aparte bijlage toegevoegd aan dit rapport). Door te zorgen voor een duidelijke handleiding, staan afspraken vast en kan hier dus ook geen miscommunicatie over ontstaan. Hier kunnen bijvoorbeeld de volgende zaken in opgenomen worden: • Verdeling per verdieping. • Verdeling per scherm. • Sjabloonkleuren per informatiesoort. • Afspraken zoals lettertype, lettergrootte, kleurgebruik, beeldgebruik, beeldresolutie. • Lengte van de cyclus en de lengte dat berichten in beeld zijn.


44

8.1.2 Communicatie Dat de communicatie in de toekomst verbeterd moet worden, blijkt uit de reacties van de profielmanagers en studenten. Zo maken profielmanagers momenteel weinig gebruik van de schermen, omdat zij vaak niet weten bij wie ze de informatie kunnen aanleveren en aan welke eisen de informatie moet voldoen. Voor de studenten geldt ook dat zij vaak (89% van de studenten) niet op de hoogte zijn dat ze zelf informatie mogen plaatsen, laat staan bij wie. Dit kan onder andere opgelost worden door op het intranet van de opleidingen aandacht te besteden aan de informatieschermen. Er kan bijvoorbeeld een kopje ‘informatieschermen’ aan het menu toegevoegd worden. Op deze manier wordt het toegankelijker, zowel voor docenten als studenten. Beide partijen worden zo geïnformeerd over de mogelijkheden en waaraan aan te leveren informatie moet voldoen. Hier kunnen zaken in vermeld worden als: • Bij wie de informatie aangeleverd moet worden. • Hoeveel tekst de informatie mag bevatten. • Dat de informatie plat aangeleverd moet worden. • Toegestane pixels en resolutie van het beeld. Studenten geven in de interviews zelf ook aan dat ze het fijn vinden om op deze manier geïnformeerd worden over de mogelijkheden. Ze zeggen op deze manier eerder te overwegen om zelf informatie aan te leveren. Een extra mogelijkheid is dat aan het begin van het nieuwe schooljaar alle docenten ge-e-maild worden. Hierin kunnen de docenten geïnformeerd worden over de mogelijkheden van de informatieschermen en waar en hoe zij berichten kunnen aanleveren. Op deze manier worden ze snel op de hoogte gebracht en is er een mogelijkheid dat meer docenten gebruik zullen maken van de informatieschermen om belangrijke mededelingen te communiceren. Ook kunnen docenten gevraagd worden om studenten te stimuleren gebruik te maken van de informatieschermen door hen erop te attenderen.

8.2

Soort informatie

Studenten vinden het belangrijk dat de juiste informatie op de schermen wordt getoond. Op dit moment is dat vaak niet het geval en daarom adviseer ik om de huidige informatieverstrekking uit te breiden. In hoofdstuk 4 werd een overzicht gegeven van mogelijke content voor het narrowcastingkanaal van het SGG. Deze mogelijkheden zijn in de enquête voorgelegd aan de studenten om te onderzoeken wat zij graag op de schermen zien. In deze paragraaf wordt, aan de hand van deze resultaten, welke informatie het best op de schermen geplaatst kan worden. Het is in ieder geval aan te raden om roosterwijzigingen en absentie van docenten op de schermen te tonen. Uit het onderzoek onder de doelgroep blijkt namelijk dat 64% deze informatie graag op de schermen ziet. Daarnaast denken de gesproken profielmanagers en deskundigen ook dat deze informatie de basis moet zijn voor een narrowcastingkanaal op een hogeschool.. Wel is het van belang dat deze informatie te allen tijde actueel is, anders kijken de studenten vanzelfsprekend niet meer. Dit kan gerealiseerd worden door een koppeling te maken met het huidige roostersysteem. Op


45

deze manier worden de wijzigingen automatisch geüpdatet en is het rooster dus altijd actueel. Mededelingen van de opleiding staan ook hoog in het vaandel voor de studenten. Maar liefst 77% ziet deze informatie graag terug op de schermen. Momenteel worden er nog niet veel mededelingen geplaatst die alleen voor een bepaalde opleiding van toepassing zijn. Belangrijke mededelingen die de studenten graag zien, zijn vooral aankondigingen voor inschrijfdata, bijvoorbeeld voor de minorkeuze en profielkeuze. De studenten moeten vier maanden van te voren kiezen welk afstudeerprofiel of minor zijn willen volgen. De informatieschermen kunnen de studenten er rond deze tijd op attenderen dat zij zich voor een bepaalde datum moeten inschrijven en waar zij extra informatie kunnen vinden over de profielen en minoren. Veel studenten (namelijk 62%) ontvangen deze informatie graag via de schermen. Dit is tevens de informatie die de profielmanagers ook graag op de informatieschermen willen zien. De profielmanagers vinden daarnaast dat er werk van studenten op de schermen moet worden geplaatst. Hoewel dit momenteel al op de schermen wordt geplaatst, raad ik aan om er op een andere manier gebruik van te maken. Vaak worden er filmpjes geplaatst die ergens anders of op een ander moment beter tot hun recht komen. Zo stond er bijvoorbeeld op woensdag 7 april een filmpje op over studenten die een toren aan het bouwen zijn. Wat dit filmpje op de schermen doet, is onduidelijk, er zat geen essentie in het filmpje. Ook werd er een filmpje over het studentenleven uitgezonden, dat gemaakt was door studenten. Dit filmpje zou op een open dag beter tot zijn recht komen dan op een reguliere schooldag, aangezien studenten al weten hoe een schooldag er voor hun uitziet (hierover is meer te lezen in paragraaf 8.8). Door middel van RSS feeds kunnen er nieuwsberichten van websites gestandaardiseerd op de informatieschermen geplaatst worden. Er kan vooraf aangegeven worden welke nieuwsberichten er in beeld mogen komen, bijvoorbeeld medianieuws. Ik raad aan deze informatie op de schermen te plaatsen, aangezien de helft van de studenten deze informatie op de schermen wil zien, bovendien is de toepassing ongecompliceerd. Doordat berichten automatisch aangepast worden, blijft dit deel van de informatieschermen altijd actueel. Er worden dus updates gemaakt zonder enige moeite te hoeven doen.

8.3

Verdeling informatie

Bij narrowcasting is het belangrijk dat je bij de programmering rekening houdt met de mensen die op dat moment op de desbetreffende locatie zijn. Omdat in het SGG zich meerdere opleidingen bevinden, is het nuttig om de informatie verspreid uit te zenden. Daarnaast zijn sommige informatiesoorten geschikter op bepaalde verdiepingen of schermen. Er kan dus een verdeling gemaakt worden per opleiding, maar ook per informatiesoort. In deze paragraaf wordt aangeraden hoe deze verdeling er het best uit kan zien. Door deze verdeling stelselmatig door te voeren kunnen er ook geen misverstanden ontstaan. Als altijd op elk scherm dezelfde informatie wordt getoond, weten de studenten welke informatie ze waar kunnen raadplegen. Het maakt de informatieschermen dus gebruiksvriendelijker. 8.3.1 Verdeling per opleiding Zoals in de conclusie al werd opgemerkt, heeft het geen zin om informatie per profiel te verdelen over de verschillende verdiepingen. Dit omdat de profielen zich niet op vaste verdiepingen bevinden. Dit blijkt zowel uit de gesprekken met profielmanagers


46

als uit de enquête onder de studenten. Ik raad wel aan om de informatie per opleiding te verdelen over verschillende verdiepingen. Uit de enquêteresultaten werd duidelijk welke studenten waar naar de schermen kijken en er was een duidelijk verschil per opleiding te zien. Momenteel wordt er al enigszins rekening gehouden met het plaatsen van informatie, alleen komt dit niet overeen met de werkelijke locaties van de studenten. Naar aanleiding van de enquêtes, raad ik aan om de informatie als volgt te verdelen: • Begane grond: informatie voor zowel IAM- als MIC-studenten. • Verdieping 1: informatie voor MIC-studenten. • Verdieping 2: informatie voor MIC-studenten. • Verdieping 3: informatie voor zowel IAM- als MIC-studenten. • Verdieping 4: informatie voor IAM-studenten. • Verdieping 5: informatie voor zowel IAM- als MIC-studenten. • Verdieping 6: informatie voor IAM-studenten. • Verdieping 7: informatie voor IAM-studenten. Hoewel de MIC-studenten meer naar de schermen op de begane grond en verdieping 1 en 2 kijken, raad ik aan om de informatie die voor hen van toepassing is, ook op de derde en vijfde verdieping te plaatsen. Dit omdat ze, hoewel dit niet heel veel is, toch naar deze schermen kijken en hier dus ook de juiste informatie willen ontvangen. Daarnaast zorgt het er ook voor dat meer studenten de informatie kunnen lezen. Op de overige verdiepingen kan dus alleen informatie geplaatst worden voor het IAM, studenten van het MIC raadplegen deze informatieschermen toch niet. Voor het IAM geldt dit voor verdieping 1 en 2, hier kijken zij nooit naar de schermen simpelweg omdat zij zich hier nooit bevinden. 8.3.2 Verdeling per informatiesoort De schermen op verdieping 1 t/m 7 zijn het meest geschikt voor opleidingsmededelingen en overige informatieve berichten. Hier weet je namelijk zeker dat je de juiste studenten bereikt (mits de aanbevolen indeling per verdieping wordt aangehouden). Op elke verdieping hangt minstens één horizontaal en één verticaal scherm. Door op deze schermen verschillende soorten informatie te tonen, ontstaat er duidelijkheid waar welke informatie geraadpleegd kan worden. Bijvoorbeeld door op de verticale schermen (in het midden van de A-vleugels en einde van de B-vleugels) de belangrijke mededelingen te plaatsen. Op de horizontale schermen (aan de zijkanten van de A-vleugels en aan het begin van de B-vleugels) kan de informatie van externe partijen, zoals het MediaLAB geplaatst worden. Uit de interviews werd duidelijk dat studenten zich vaak irriteren aan de reclames. Door een scheiding te maken tussen reclameachtige berichten en mededelingen van de opleiding, kan dit voorkomen worden. Studenten kunnen nu namelijk zelf bepalen welke informatie ze willen raadplegen. Door daarnaast de opmaak van beide schermen van elkaar te onderscheiden, ontstaat een verdeling die bijna niet over het hoofd gezien kan worden. Over de opmaak is meer te lezen in de volgende paragraaf. De schermen in de aankomsthal zijn zeer geschikt om de roosterwijzigingen en absentie van docenten te tonen. Dit is namelijk een plek waar de studenten hoe dan ook langs moeten en zo kunnen ze meteen bij binnenkomst zien of hun rooster van de desbetreffende dag gewijzigd is. Studenten geven aan het prettig te vinden om hier alleen deze informatie op de schermen te zien. Doordat de informatie dan altijd in beeld is, hoeven ze niet lang te wachten voordat ze de informatie kunnen raadplegen. Ze hoeven nu alleen maar naar de schermen toe te lopen om de juiste informatie te ontvangen. Ik adviseer wel om de roosters per opleiding te scheiden. Er hangen twee


47

schermen naast de trap, er kan bijvoorbeeld voor gekozen worden om op het linkerscherm roosterwijzigingen te plaatsen van het IAM en op het rechterscherm die voor het MIC. Hierdoor voorkom je dat de studenten informatie ontvangen die niet voor hen van belang is, ze geven aan dit vervelend te vinden. In de kantine kan het best een mix van informatie en filmpjes van studenten worden uitgezonden. 53% van de studenten geeft namelijk aan dat zij televisie in de kantine niet nodig vinden, maar hier liever informatie ontvangen. Uit de interviews blijkt dat studenten, naast informatie, ook graag filmpjes willen zien op deze locatie. Door hier een combinatie van te maken, wordt er gezorgd voor de nodige afwisseling. Dit is vooral geschikt omdat de kantine een plek is waar de studenten het meest en het langst zitten. Dit is tevens de reden dat het een goede locatie is om belangrijke mededelingen te communiceren. Als filmmateriaal is het aan te raden om voor studentenwerk te kiezen, bijvoorbeeld het materiaal van de minor Televisie. Dit werd ook opgemerkt in de afgenomen enquêtes en interviews door de studenten zelf. Mocht er voor gekozen om inderdaad filmpjes op deze schermen uit te zenden, dan raad ik aan om hier wel het geluid bij aan te zetten (56% van de studenten geeft aan dit te willen). Als het geluid zacht is te horen, kan er gevolgd worden wat er gaande is, zonder dat de overige studenten er last van hebben. In het afrondende gesprek dat ik met mijn opdrachtgever had, bleek dat op dit moment op de schermen in de kantine geen informatie getoond kan worden via slides. Mijn voorstel is dan ook ervoor te zorgen dat dit in de toekomst wel mogelijk is, aangezien studenten op deze plek tijd hebben om informatie tot zich te nemen.

8.4

Opmaak

Omdat op dit moment de mededelingen van externe partijen de overhand hebben, is er geen vast format wat betreft de opmaak van de informatie. Er worden momenteel wel standaardsjablonen (zie bijlage VI voor een voorbeeld) gebruikt voor mededelingen van de HvA, maar dit kan nog meer doorgevoerd worden. Het is aan te raden om voor bepaalde mededelingen altijd een standaardkleur te gebruiken. Op deze manier is het in één oogopslag duidelijk wat voor informatie er in beeld is en of het nuttig is voor de gebruiker. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden voor de volgende indeling: • Mededelingen van het MIC hebben een gele achtergrondkleur. • Mededelingen van het IAM hebben een rode achtergrondkleur. • Mededelingen van de HvA hebben een blauwe achtergrondkleur. • Mededelingen van het DMCI hebben een oranje achtergrondkleur. Het sjabloon kan verder hetzelfde opgemaakt worden als het huidige sjabloon, dus bovenaan een duidelijke gekleurde balk met daarin afzender van de mededeling (dus HvA, MIC, IAM of DMCI). De achtergrondkleur van het sjabloon is in dezelfde kleurstelling alleen wat transparanter. Het is bewezen dat dit prettiger leest dan donkere of geheel witte achtergronden. Verder is het vanzelfsprekend dat al deze informatie hetzelfde lettertype, lettergrootte en letterkleur hebben. De leesbaarheid van de schermen vinden de meeste studenten momenteel goed tot voldoende, dus er kan voor gekozen worden om dit hetzelfde te laten. Mochten er wel aanpassingen worden gemaakt, dan is het aan te raden om te kiezen voor een schreefloos lettertype. Deze zijn namelijk prettiger leesbaar op een scherm dan lettertypes met schreef. Uit onderzoek is gebleken dat qua leessnelheid Tahoma, Verdana en Arial de beste lettertypes zijn. De berichten die aangeleverd worden door externe partijen kunnen, net als nu, de


48

oorspronkelijke opmaak behouden. Dit zorgt er namelijk voor dat het meteen duidelijk is dat dit geen mededelingen vanuit de Hogeschool zijn.

8.5

Interactie

In het SGG wordt momenteel gebruik gemaakt van passieve narrowcasting, namelijk eenrichtingsverkeer. Door interactiviteit in te zetten, zorg je er voor dat het kanaal veel actiever wordt. Uit onderzoek is gebleken dat de respons op interactieve narrowcasting veel groter is dan bij narrowcasting waarbij geen interactie mogelijk is. Dit komt volgens Koolstra omdat studenten zich op deze manier veel meer betrokken voelen bij het kanaal. Als zij eenvoudig zelf berichtjes of foto’s kunnen plaatsen, zullen ze ook meer naar de schermen kijken, om te zien of ze hun berichten zien staan. De meningen over interactie zijn onder de studenten erg verdeeld. Maar omdat het zorgt voor meer kijkende studenten, raad ik toch aan om het toe te passen. Voor het SGG is het bijvoorbeeld interessant om in de kantine voor interactie te zorgen. Zoals al vaker werd vermeld, is dit een locatie waar studenten vaker en langer naar de schermen kijken. Hier zullen ze dus ook veel eerder de neiging hebben om te interactief om te gaan met de schermen. Een makkelijke manier om interactie te realiseren, is door onderin een balk te plaatsen waarin studenten berichtjes kunnen plaatsen door middel van sms of Twitter. Figuur 8 is een voorbeeld van hoe ze dit doen op reguliere televisie. Berichten worden automatisch op het scherm geplaatst. Om misbruik te voorkomen, kunnen er verboden woorden worden ingesteld, waardoor bepaalde berichten worden geblokt.

Figuur 8 Voorbeeld berichtenbalk (TMF, 2009)

8.6


8.7

49

Cyclus

Het SGG maakt gebruik van cyclus narrowcasting (de content wordt in een vaste volgorde afgespeeld, na het laatste item begint de cyclus weer opnieuw). Vanwege het vluchtige kijkgedrag van de studenten in het SGG is het van belang dat deze cyclus niet te lang duurt. Door rekening te houden met hoe lang de studenten naar de schermen kijken, voorkom je dat de cyclus te lang duurt. 89% van de studenten kijkt niet langer dan een minuut naar de schermen, dus als de cyclus langer duurt dan deze minuut, missen ze een deel van de getoonde informatie. In de kantine kan er gekozen worden voor een langere cyclus. Mensen zitten daar namelijk langer en als je hier om de minuut hetzelfde laat zien, ga je irriteren. Narrowcasting is voornamelijk geschikt voor korte, actuele nieuwsfeiten en aankondigingen van activiteiten. Daarom is het aan te raden om alleen belangrijke (korte) mededelingen te plaatsen die snel en makkelijk leesbaar zijn. Daarnaast kunnen de berichten niet te veel tekst bevatten omdat dit er voor zorgt dat de cyclus te lang zal duren. En omdat de meeste studenten dus niet langer dan een minuut naar de schermen kijken, moet deze tijd nuttige besteed worden. Als er te lange berichten op de schermen geplaatst worden, heb je kans dat ze slechts één slide lezen en dan weer verder lopen. Op deze manier nemen ze dus niet alle informatie tot zich en dat is niet de bedoeling. Ik raad aan om gedurende de hele dag dezelfde cyclus uit te zenden, omdat er geen regelmaat is in de aanwezigheid van de studenten. Het gevaar, bij het aanhouden van bepaalde uitzendtijden voor verschillende soorten informatie, is dat de mogelijkheid bestaat dat de studenten op tijd van uitzenden niet aanwezig zijn en daardoor informatie missen

8.8

Updates

Bij narrowcasting is het heel belangrijk dat de content actueel is. Maar niet alleen de actualiteit is belangrijk als je wil dat studenten regelmatig naar de schermen kijken. Ook de frequentie van de updates speelt een rol bij het vaker kijken naar de schermen. Als er vaak updates op de schermen staan, moeten de studenten namelijk wel kijken naar de schermen kijken om nieuwe informatie te ontvangen. Op dit moment komt het voor dat sommige berichten wel twee maanden op het scherm staan. Dit is te lang. Niet alle informatie hoeft elke dag weer nieuw te zijn, maar het kan ook zijn dat slechts 20% van de informatie nieuw is. Dit kan vereenvoudigd worden door aan het begin van de week al een programmering op te stellen. Door alle berichten, die de desbetreffende week gepubliceerd moeten worden, een publicatiedatum te geven, worden de berichten automatisch op de aangegeven dag op de schermen geplaatst. Ook kan er een looptijd voor informatie ingesteld worden. Op deze manier worden berichten automatisch van het scherm verwijderd en komt het dus niet meer voor dat er berichten verlopen zijn. Het voordeel hiervan is, dat de organisatie slechts een aantal keer per week of desnoods alleen op maandag informatie hoeft te uploaden. Dit is handig, omdat er momenteel vrij weinig tijd wordt vrijgemaakt voor het kanaal. Als er een keer onvoldoende informatie wordt aangeleverd, kan dit worden opgevangen door meer nieuws te plaatsen door middel van RSS feeds. Dit zorgt er voor dat de informatie toch nog afwisselend blijft en de studenten niet steeds dezelfde informatie voorgeschoteld krijgen.


8.9

50

Open dagen

Voor open dagen kan er een apart programma, met andere informatie dan normaal, worden afgespeeld. Zo kan er bijvoorbeeld gekozen worden om de schermen in te zetten als bewegwijzering. Op deze manier kunnen de bezoekers makkelijk zien in welk lokaal of op welke verdieping ze kunnen zijn voor bepaalde informatie. Daarnaast kunnen er filmpjes worden afgespeeld die laten zien wat de studenten leren op deze opleiding. Dus bijvoorbeeld backstage filmpjes van projecten of minoren, maar er kan natuurlijk ook werk van studenten getoond worden. Tijdens de analyse die ik deed op woensdag 7 april, was een soort PowerPoint presentatie te zien die een overzicht toonde over de verschillende profielen van het MIC en wat je bij welk profiel kan leren en welke beroepen je er later mee kan uitoefenen. Dit is interessant voor een open dag, omdat de studenten zo in één keer een overzicht hebben van de mogelijkheden van de opleiding. Dit kan natuurlijk voor zowel het MIC als IAM ingezet worden.

8.10

Toekomst

Mocht er in de toekomst besloten worden om de locaties van de informatieschermen aan te passen, dan kan ervoor gekozen worden om een aantal schermen te verwijderen. De schermen in de B-vleugels worden bijvoorbeeld nauwelijks bekeken, vooral het verticale scherm aan het einde van de afdeling. Als er wordt gekozen voor een ander systeem of andere schermen, dan is het aan te raden om te kiezen voor schermen waarmee veel interactie uitgeoefend kan worden. Meer dan 76% van de studenten geeft namelijk aan in de toekomst door middel van Bluetooth persoonlijke informatie op hun telefoon te willen ontvangen. Door deze Bluetooth-technologie kunnen studenten in de toekomst zelf meer invloed uitoefenen op welke informatie ze ontvangen. Het is zo namelijk mogelijk om, als de Bluetooth van de student is ingeschakeld, automatisch content te ontvangen wanneer zij zich in een bepaalde straal van een scherm bevinden. Ze kunnen zo bijvoorbeeld persoonlijke roosterwijzigingen of cijfers op de mobiele telefoon te ontvangen. Het MediaLAB is bereid om in de toekomst mee te werken om de narrowcasting te verbeteren door deze interactief te maken. Door middel van (afstudeer)projecten kunnen zij een grote rol spelen bij het ontwikkelen van nieuwe methodes en het uitproberen hiervan. Dit is dus zeker een mogelijkheid voor de toekomst, mocht er gekozen worden om de nodige aanpassingen te maken. Contactpersoon hiervoor is Chris van Boven.

8.11

Samenvatting

De volgende veranderingen moeten getroffen worden om te bereiken dat de studenten in de toekomst dagelijks de informatieschermen zullen raadplegen: • De organisatie en communicatie moeten beter. Dit kan gedaan worden door een vast persoon aan te stellen die zich meer verdiept in narrowcasting of al ervaring hiermee heeft. Als er besloten wordt om dit niet te doen, is het verstandig om een handleiding met een redactioneel format te gebruiken. Bepaalde afspraken kunnen hierin worden vastgelegd. Dit zorgt er voor dat


•

•

•

•

51

alle medewerkers deze altijd op kunnen zoeken. Een voorbeeld hiervan is toegevoegd bij dit adviesrapport. Daarnaast moet er beter gecommuniceerd worden over de mogelijkheden van de informatieschermen. Dit kan onder andere gedaan worden door hier aandacht aan te besteden op het intranet van beide opleidingen. Studenten tegemoet komen in hun informatiebehoefte. De Hogeschool moet meer rekening houden met de informatie die de studenten willen zien. Doen ze dit niet, dan zal de respons van de doelgroep ook niet hoog zijn. Informatie die vooral op de schermen geplaatst moet worden zijn roosterwijzigingen, daarnaast mogen het aantal reclameberichten teruggebracht worden of minder prominent in beeld. Dit kan gerealiseerd worden door een duidelijke scheiding te maken tussen verschillende schermen en de informatie die hierop geplaatst wordt. Actuele informatie tonen. De informatie moet te allen tijde actueel zijn. Gebeurt dit niet, dan zullen studenten ook niet naar de informatieschermen kijken. Voorkomen dat er verlopen informatie op de schermen staat, doe je door de verlooptijd van alle berichten te plaatsen. Daarnaast moeten er meer updates gedaan worden, dit zorgt ervoor dat studenten sneller naar de schermen zullen kijken. Dit kan vereenvoudigd worden door een publicatiedatum aan de informatie te koppelen. Logische structuur ofwel redactionele formule. Door een vaste opmaak van de informatie zorg je voor een bepaalde structuur. Opmaaksjablonen kunnen hier heel goed bij helpen. Daarnaast kan een verdeling van informatie ook zorgen voor meer structuur. Door bepaalde informatie alleen op bepaalde schermen te plaatsen, wordt het duidelijker waar studenten welke informatie kunnen raadplegen. Studenten meer betrekken bij het kanaal. Dit kan gedaan worden door de narrowcasting actief te maken door middel van interactiviteit. Daarnaast kan dit gerealiseerd worden door studenten er op te attenderen dat ze hun eigen werk op de schermen mogen plaatsen.


9

52

Evaluatie

Nu de conclusies zijn getrokken en de aanbevelingen zijn gedaan, is het tijd voor een evaluatie van het onderzoek. In het algemeen ben ik van mening dat het onderzoek goed is verlopen, maar natuurlijk waren er ook wat dingen die anders verliepen dan gehoopt. Het begin verliep voor mij stroef. Ik had goed in mijn hoofd zitten hoe ik alles wilde aanpakken en wat ik wilde onderzoeken. Alleen had ik moeite om dit duidelijk op papier te zetten en goed te verwoorden tot een probleemomschrijving. Dit heeft best veel tijd gekost en hierdoor heb ik voor sommige onderdelen iets minder tijd gehad dan ik vooraf had gehoopt. Het literatuuronderzoek verliep redelijk voorspoedig, ik heb veel nuttige informatie kunnen vinden op het intranet, maar helaas heb ik niet veel boeken kunnen raadplegen. Ook ben ik tevreden over het onderzoek onder deskundigen, ik kreeg vaak enthousiaste reacties van mensen die graag met mijn onderzoek mee wilden werken. Bij het veldonderzoek ondervond ik wel een aantal tegenslagen. Zo heeft het een tijd geduurd voordat ik mijn enquête kon verspreiden onder de studenten. In eerste instantie kreeg ik geen groen licht om de enquêtes per e-mail onder alle studenten van het SGG te verspreiden. Uiteindelijk kreeg ik met een aantal omwegen toch toestemming en wilde marketing & communicatie mijn enquête wel verspreiden. Dit zorgde wel voor enige vertraging. Verder had ik bedacht om een panelgesprek te houden om de beleving en motieven van de studenten te onderzoeken. Maar helaas kon ik niet op tijd genoeg mensen bij elkaar krijgen om dit te realiseren. Ik heb uiteindelijk besloten het onderzoek uit te voeren door middel van interviews. Het nadeel hieraan is dat er geen discussie ontstaat. Het voordeel hieraan was dat ik per persoon net wat dieper in kon gaan op hun beleving, doordat ik de volledige aandacht voor hen had. Daarnaast was er nu geen kans dat sommige mensen meer aan het woord waren dan andere. Iedereen kreeg op deze manier de ruimte om zijn mening te geven. Achteraf gezien is het dus misschien wel beter geweest om open interviews te houden. Aan het begin van dit onderzoek was er bedacht om toekomstige studenten als secundaire doelgroep bij dit onderzoek te betrekken. Zo zou er ook advies gegeven kunnen worden over de narrowcasting voor open dagen. Helaas was het niet meer haalbaar om deze groep uitgebreid te onderzoeken en hier conclusies uit te trekken in dit tijdsbestek. Er is uiteindelijk voor gekozen om wel advies te geven over een geschikte programmering voor open dagen, maar dit is gebaseerd op de resultaten uit het literatuur- en ervaringsdeskundigenonderzoek. Bij de evaluatie van dit rapport met de opdrachtgever, kwam naar voren dat er niet is uitgezocht welke informatie wanneer getoond moet worden. Dit is niet onderzocht,


53

omdat het haast onmogelijk is uit te zoeken welke studenten wanneer aanwezig zijn en welke informatie dan dient te worden uitgezonden. Enerzijds omdat roosterwijzigingen en lesuitval voortdurend plaatsvinden om wat voor reden dan ook. Anderzijds veranderen de lesroosters per periode, dit betekent dat de studenten elke periode op andere momenten aanwezig zijn. Omdat er geen regelmaat is in de aanwezigheid van de studenten, is het niet verstandig uitzendtijden aan te houden voor verschillende soorten informatie. Op deze manier zouden studenten belangrijke informatie kunnen missen.

9.1

Aanbevelingen vervolgonderzoek

De getrokken conclusies en aanbevelingen die in dit adviesrapport zijn gedaan, kunnen een aanleiding zijn om in de toekomst een vervolgonderzoek te realiseren. Het doel van dit onderzoek was immers om de tevredenheid binnen een jaar om hoog te krijgen. Dus als er besloten wordt om de aanbevelingen die in dit onderzoek gedaan zijn uit te voeren, dan kan er een herhalingsonderzoek plaats vinden. Door dit herhalingsonderzoek uit te voeren, kan er geconcludeerd worden of de tevredenheid werkelijk omhoog is gegaan na de aanpassingen. Daarnaast kan er uitgebreider onderzoek gedaan worden naar hoe de narrowcasting (nog) beter ingezet kan worden voor open dagen. Hierbij kan er onderzocht worden hoe tevreden de toekomstige studenten zijn over de huidige programmering en welke informatiebehoeftes ze hebben. Het was de bedoeling dat dit ook werd meegenomen in dit rapport, maar zoals in de evaluatie te lezen was, in dit tijdsbestek was dit niet haalbaar.


54

Literatuurlijst AVCOMMIT. (z.j.). 10 tips voor Narrowcasting (retail). Geraadpleegd op: 15 februari 2010, van: http://www.avcommit.nl/cms/content/view/94/46/ Axxist. (z.j.). Narrowcasting. Geraadpleegd op: 15 februari 2010, van: http://www.axxist.nl/internet/narrowcasting.html Boers, R. [persoonlijk interview]. 19 mei 2010. Bult, J. van de. (23 juli 2006). Interactieve narrowcasting oftewel de koppeling van marketingtoepassingen. Geraadpleegd op: 15 februari 2010, van: http://narrowcasters.blogspot.com/2006/07/interactieve-narrowcasting-oftewelde.html Cast It (2009). Touch It, Inter-actieve narrowcasting van Cast It. Geraadpleegd op: 7 maart 2010, van: http://www.castit.nl/cast-it-inter-actief-Inter-actieve-narrowcasting/ Communicatie-centrum. (z.j.). Narrowcasting: een introductie. Geraadpleegd op: 15 februari 2010, van: http://www.communicatie-centrum.nl/narrowcasting.html Crossmedialog. (15 februari 2006). Crossmedia Café over ‘narrowcasting’. Geraadpleegd op: 15 februari 2010, van http://crossmediaforum.weblog.nl/crossmediaforum/2006/02/crossmedia_caf_.html Dekker, M. (26 juni 2009). Technische snufjes. Geraadpleegd op: 2010, van: http://www.martijndekker.net/#post22 Dosh Dosh. (z.j.). How Narrowcasting Can Increase Your Readership and Costumer Base. Geraadpleegd op: 15 februari 2010, van http://www.doshdosh.com/an-introductionto-narrowcasting/ Eburg. (z.j.) Narrowcasting in de publieke sector. Geraadpleegd op: 6 april 2010, van: http://www.eburg.nl/nd./directedownload/NAR_CT_NarrowcastingInDePubliekeS ector.pdf Encyclo. (z.j.). Flash. Geraadpleegd op: 7 maart 2010, van: http://www.encyclo.nl/begrip/flash Encyclo .(z.j.). RSS-feed. Geraadpleegd op: 7 maart 2010, van: http://www.encyclo.nl/begrip/RSS-feed e-Poc. (z.j.). Onderwijs. Geraadpleegd op: 20 april 2010, van: http://www.epoc.nl/onderwijs.html


55

Feijter, H. de & Leclercq, M & Janssen, M. (juni 2003). Hoger opgeleiden in de stad. [fact sheet]. Het Amsterdamse Bureau voor Onderzoek en Statistiek. Geraadpleegd op: 7 mei 2010, van: http://www.os.amsterdam.nl/pdf/2003_factsheets_4.pdf HBD. (z.j.) Narrowcasting. Geraadpleegd op: 6 mei 2010, van: http://www.hbd.nl/pages/1293 Hoen, F. van. (14 februari 2007). Usability rules. Zeker bij narrowcasting. Geraadpleegd op: 1 april 2010, van: http://www.molblog.nl/bericht/Usability-rules.-Zeker-bijNarrowcasting/ Huis, J. van. (26 januari 2006). Narrowcasting. Adformatie. Geraadpleegd op: 16 februari 2010, van: http://rps.hva.nl:2241/adfogroep/showarticle.do?id=5 Janssen, F. (21 mei 2005). Dossier: Narrowcasting rukt op. Geraadpleegd op: 6 maart 2010, van: http://www.frankwatching.com/archive/2005/05/21/dossiernarrowcasting-rukt-op/ Koolstra, J. [persoonlijk interview]. 21 april 2010. Mey, H. van der. (september 2005). Trend, narrowcasting. Geraadpleegd op: 7 maart 2010, van: http://www.onestepmore.nl/Narrowcasting%20Informatie%20102005%20www.onestepmore.nl%200612868726%20%5Bcontent-webtekstenwebredacteur-copywriter%5D%20.pdf Mirck, J. (26 oktober 2006). Narrowcasting: veel toeters, weinig bellen. Adformatie. Geraadpleegd op 16 februari 2010, van: http://rps.hva.nl:2241/adfogroep/showarticle.do?id=5 Nap, E. (8 januari 2009) Schermlessen. Adformatie. Geraadpleegd op: 7 maart 2010, van: http://www.adformatie.nl/achtergrond/bericht/schermlessen/ Narrowvision. (z.j.) Workshop narrowcasting. Geraadpleegd op: 6 maart 2010, van: http://narrowvision.wordpress.com/workshop-narrowcasting/ Natte, J. (19 juli 2006). De nabije toekomst van Narrowcasting 2.0, one-to-one klant belevenis. Geraadpleegd op: 6 maart 2010, van: http://www.emerce.nl/opinie.jsp?rubriek=160996&id=1627179 Netpresenter (31 oktober 2007). Netpresenter brengt SharePoint-informatie als beeldkrant, screensaver en narrowcasting. Geraadpleegd op 7 maart 2010, van: http://www.netpresenter.nl/content/view/132/41/ New Media Ventures. (z.j.). De valkuilen van narrowcasting. Geraadpleegd op: 6 april 2010, van: http://www.newmediaventures.nl/index2.asp?page=newsitem40


56

Nunumette, J. [Persoonlijk interview]. 9 maart 2010. N-store. (z.j.). Corporate communicatie. Geraadpleegd op: 6 maart 2010, van: http://www.n-store.nl/nl/nieuws/14/corporate-communicatie.html Romkema, J. (21 augustus 2009). SMS to screen design. Geraadpleegd op: 26 mei 2010, van: http://www.jor-on.com/blog/2009/08/21/sms-to-screen-design/ Rossum, J. van. [telefonisch interview]. 10 mei 2010. Schumacher, G. (november 2006). Wie is de HvA student? [rapport]. ASVA Studentenunie Geraadpleegd op: 7 mei 2010, van: http://www.asva.nl/Downloads/Onderzoeken/hva-onderzoek.pdf Tomesen, R. (15 december 2005). The Economist looft het onbekende Nederlandse Opalio Geraadpleegd op: 7 maart 2010, van: http://www.emerce.nl/nieuws.jsp?id=1021537&WT.mc_id=nb Tomesen, R. (17 juli 2006). Start-up rolt spiegelnetwerk uit. Geraadpleegd op: 6 maart 2010, van: http://www.emerce.nl/nieuws.jsp?id=1628190 Twitterfeeds (z.j.) Wat is Twitter. Geraadpleegd op: 7 maart 2010, van: http://www.twitterfeeds.nl/wat_is_twitter.php Verhoeven, N. (2006). Wat is onderzoek? Amsterdam: Uitgeverij Boom. Viëtor, D. (14 mei 2009). Studenten kunnen niet zonder telefoon. Geraadpleegd op: 6 maart 2010, van: http://www.allaboutphones.nl/nieuws/2632/Studenten-kunnen-nietzonder-telefoon.html Wikipedia. (z.j.). Narrowcasting. Geraadpleegd op: 15 februari 2010, van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Narrowcasting Yackey, B. (4 augustus 2009). The convergence of digital signage and Twitter. Geraadpleegd op: 15 februari 2010, van: http://www.digitalsignagetoday.com/article.php?id=22780 Zeren, C. (13 december 2009). Onderzoek naar narrowcasting. Geraadpleegd op: 6 maart 2010, van: http://www.smart-screens.info/2009/12/13/onderzoek-naarnarrowcasting/ Intra.mim.hva.nl Intra.iam.hva.nl Minoren.hva.nl


Bijlage I

Enquête

57


58


59


60


61


62


63


Bijlage II 9.2

Topiclijsten

Expertinterviews

Hoe ziet voor een hogeschool het ideale format eruit? • Wat voor soort content/informatie? • Wat voor mogelijkheden? • Vormgeving? • Wat moet het systeem kunnen? In hoeverre kan het een aanvulling zijn op overige communicatiemiddelen? Hoe kun je het best effectief communiceren met de doelgroep? • Aandacht trekken • Automatisme Lengte & cyclus berichten Is interactiviteit interessant? • Hoe kan dit het best toegepast worden? Hoe kan de narrowcasting ingezet worden op open dagen?

9.3

Praktijkinterviews

Hoelang maken jullie al gebruik van informatieschermen? • Wat voor systeem Hoeveel schermen hangen er in het gebouw? • Locatie schermen Waar worden de schermen voornamelijk voor gebruikt? • Doelstellingen? • Op elk scherm dezelfde informatie? Wat voor soort informatie wordt er geplaatst? • Afspraken hierover? (eisen) • Wie plaatst informatie? • Wie bepaalt wat wel/niet & prioriteit informatie? • Wie levert informatie? • Actualiteit informatie? • Updates? Vast stramien of format?

64


• •

9.4

65

Opmaak informatie (bv. huisstijl) – alles hetzelfde? Vormgeving

Doelgroepinterviews

Kijk je vaak naar de schermen? • Waarom (niet)? • Welke informatie gebruik je dan? Wat vind je van de schermen? • Verhouding beeld/tekst • Soort informatie • Mis je geluid? • Wat kan beter? Welke informatie wil je in de toekomst via de schermen ontvangen? • Verhoudingen van de informatie (wat belangrijkst, meer/minder) Verschillende informatie op de verschillende schermen/verdiepingen? (of alles zelfde) Waar welke informatie? • Kantine • Hal • Afdelingen Hoe automatisme maken? Zelf informatie aanleveren via intranet?


66

Bijlage III Overige resultaten enquêtes

75,2

80 70 60

50,9

%

50 IAM

40

MIC

25,5

30

17,1

20 10

0

2,9

5,5 0

9,1 2,4

5,5 0,5

1,4

0,5

3,6

0

0 Begane grond

Verdieping 1

Verdieping 2

Verdieping 3

Verdieping 4

Verdieping 5

Verdieping 6

Verdieping 7

Figuur 1 Locatie buiten lesuren 1 IAM

MIC 2%

Kantine

Kantine

4% 1% 17%

18%

24%

Douwe Egbertscafé Computerruimte 51%

Douwe Egbertscafé 8%

Projectruimte

4%

Projectruimte A-vleugel

A-vleugel

25%

Computerruimte

16%

30%

Medialounge

B-vleugel

Figuur 2 Locatie buiten lesuur op verdieping MIC

IAM

1% 1% 5%

17%

24% Begane grond Verdieping 1

8%

Verdieping 2

Verdieping 3 35%

Verdieping 4 Verdieping 5

Verdieping 3

12%

Verdieping 5

Verdieping 6 Verdieping 7

73%

7% 17%

Figuur 3 Schermgebruik per verdieping

Begane grond


1%

67

MIC

IAM Aankomsthal

2%

11%

Kantine

Aankomsthal

1%

6% 1%

Kantine 29%

DEcafé

10%

16%

DEcafé 33%

Midden A-vleugel

Collegezaal Midden A-vleugel

7%

Printer A-vleugel

3%

Zijkant A-vleugel

Printer A-vleugel Zijkant A-vleugel

13%

10%

22%

Begin B-vleugel

26%

Collegezaal

Eind B-vleugel

6% 3%

Eind B-vleugel

Begin B-vleugel

Figuur 4 Schermgebruik

Medianieuws Actueel nieuws Vacatures Input studenten Aankondigingen evenementen Informatie OV

IAM

Absentie docenten

MIC

Roosterwijzigingen Aankondigingen inschrijfdata Aankondigingen gastcolleges Mededelingen onderwijsbureau Mededelingen opleiding 0,0%

Figuur 5 Informatiebehoefte

20,0%

40,0%

60,0%

80,0%

100,0%


68

Bijlage IV Indeling schermen In het algemeen hangen op elke verdieping drie schermen. Verdieping 7 t/m verdieping 4 hebben alleen een A-vleugel. Verdieping 3 t/m verdieping 1 hebben ook een B-vleugel, hier hangen ook twee schermen.

Figuur 9 Plattegrond A-vleugel

Figuur 10 Plattegrond B-vleugel


Bijlage V

69

Analyse informatieschermen

In deze analyse is te lezen wat op woensdag 7 april 2010 en vrijdag 10 mei 2010 op de informatieschermen in het SGG werd getoond.

9.5

Woensdag 7 april 2010

Verdieping 7 Horizontaal scherm aan de Linkerwand • Informatie over het MIC en de verschillende profielen. Het is een PowerPoint gemaakt door een tweedejaars student. Per profiel wordt beschreven wat je leert, waar je voor opgeleid wordt, wat er van je verlangd wordt en welke beroepen er bij dit profiel passen. Het filmpje duurt ongeveer vijf minuten en is voornamelijk zwart-wit, met uitzondering van een aantal afbeeldingen die in de presentatie zijn verwerkt. • U-Turmproject van het MediaLAB. Kort (professioneel) filmpje met aan het einde een URL van de website. • E-reading. Filmpje voor het introduceren van een e-reading event van izibooks.com. • Kijkje in het dagelijks leven van de student. • Filmpje over studenten die een toren bouwen van papier. Verticaal scherm midden • Algemene mededelingen. Er worden twee mededelingen gedaan, namelijk dat je voortaan je telefoon aan het begin van de les moet inleveren en dat tentamens voortaan ook na 22.00 uur gegeven kunnen worden. Bij beide slides staat een link. Als je deze websites bezoekt blijkt het een oproep te zijn om jezelf kandidaat te stellen voor de medezeggenschapsraad. • ASVA studentenunie, oproep om bestuurslid te worden, inschrijven moest voor 5 april via de website (dat is dus al verlopen) • Iris, soort advertentie over de website www.irisvertelthet.nl. Deze creëert met interactieve media een platform om slachtoffers van seksueel misbruik te melden. De slide doet een oproep om Iris te helpen door naar hun website te gaan.

Verdieping 6 De informatie op het horizontale scherm aan de linkerwand en het verticale scherm in het midden van de afdeling is op deze verdieping hetzelfde als de informatie op de zevende verdieping. Deze verdieping heeft wel een extra scherm, namelijk een horizontaal scherm aan de rechterwand van de afdeling. Horizontaal scherm rechterkant • DMCI mededelingen. Deze mededelingen staan telkens in een oranje kader en zijn voor het hele domein. De mededelingen gaan over studielink, digi D en waar je tegenwoordig audioapparatuur kunt lenen en afhalen.


•

• • • • •

70

Singelgrachtgebouw mededelingen. Deze mededelingen zijn geplaatst in een blauw kader. Het betreft informatie over de openingstijden van het gebouw en over de draadloze internetverbinding. Iris. Zie verdieping 7, verticale scherm. ASVA studentenunie. Zie verdieping 7, verticale scherm. Algemene mededelingen. Zie verdieping 7, verticale scherm. Mixmymix.nl. Advertentie voor mixmymix.nl, een afstudeerproject van twee vierdejaarsstudenten van Interactieve Media. Downloaden van de jobtag. Een applicatie om via Randstad een baan te vinden. Bestaat uit drie slides.

Verdieping 5 Deze verdieping is precies hetzelfde ingedeeld als de zesde verdieping. Er hangen drie schermen op dezelfde plekken. De informatie is ook hetzelfde ingedeeld.

Verdieping 4 Op deze verdieping hangt er een scherm in het midden en aan de linkerkant van de afdeling. Op het scherm in het midden van de afdeling wordt weer dezelfde informatie getoond. Op het linkerscherm wordt minder informatie getoond dan op de linkerschermen op de vorige verdiepingen. Horizontale scherm aan de linkerkant • E-reading filmpje, zie verdieping 7 • U-Turm, zie verdieping 7 • Jobtag, zie verdieping 6

Verdieping 3 In de A-vleugel is de informatie van het linker- en rechterscherm met elkaar omgewisseld, waarbij de informatie van het rechterscherm dezelfde informatie toont als het linkerscherm van de vierde verdieping en andersom. Het scherm in het midden van de afdeling is weer hetzelfde als de vorige verdiepingen. In de B-vleugel hangen twee schermen, namelijk een horizontaal scherm aan het begin van de afdeling en een verticaal scherm aan het eind van de afdeling. Het horizontale scherm toont dezelfde informatie als het horizontale rechterscherm op de zesde verdieping. Het verticale scherm is hetzelfde als de verticale schermen in de Avleugels.

Verdieping 2 De schermen in de A-vleugel hebben dezelfde indeling en zelfde informatie als de vierde verdieping. De schermen in de B-vleugel zijn hetzelfde als de derde verdieping.

Verdieping 1 Precies hetzelfde als de tweede verdieping

Begane grond Aan de rechterwand in de aankomsthal hangt een horizontaal scherm. Op dit scherm is dezelfde informatie geplaatst als op het linkerscherm van de verdiepingen één, twee


71

en vier. Aan de linker- en rechterkant van de trap hangen ook twee horizontale schermen. Op deze schermen wordt precies dezelfde informatie getoond als de horizontale schermen aan de rechterkant van verdieping één, twee, vijf en zes. Bij de B-vleugel hangt weer een verticaal scherm aan het einde van de afdeling, deze informatie is precies hetzelfde als de vorige verticale schermen. Naast de hoorcollegezaal hangen twee schermen naast elkaar, deze zijn vandaag niet in gebruik en staan uit. Verder hangen er op de begane grond schermen waar televisie op uitgezonden wordt. In het Douwe Egberts Café is dat vandaag RTL4. In de kantine hangen drie schermen, waarvan twee schermen EuroSport uitzenden en één scherm uitstaat. Conclusie Je kunt concluderen dat de informatie op de schermen in vier verschillende samenstellingen geplaatst wordt. Deze verschillende samenstellingen worden verdeeld over alle verdiepingen in het gebouw. In het algemeen zit hier geen logica in. Alleen de verticale schermen tonen elke keer dezelfde informatie, maar op de overige schermen is dit zeer verschillend. De horizontale schermen tonen drie verschillende composities. Zo heb je op de linkerschermen op zevende en zesde verdieping nog dezelfde informatie, namelijk voornamelijk filmpjes en berichten van het MediaLAB. Op het rechterscherm op de zesde en eerste verdieping wordt dezelfde informatie geplaatst als op alle horizontale schermen in de B-vleugels en schermen naast de trap in de welkomsthal. Wel is de informatie op het linker- en rechterscherm van de derde verdieping met elkaar omgewisseld. De laatste samenstelling van informatie is te vinden op de linkerschermen van verdieping vier, twee, één en het rechterscherm van de begane grond.

9.6

Vrijdag 7 mei 2010

In deze analyse is te lezen wat op vrijdag 7 mei 2010 op de informatieschermen in het Singelgrachtgebouw werd getoond. Verdieping 7 Horizontaal scherm aan de linkerwand • Downloaden van de jobtag. Een applicatie om via Randstad een baan te vinden. Bestaat uit drie slides. • U-Turmproject van het MediaLAB. Kort (professioneel) filmpje met aan het einde een URL van de website. Verticaal scherm midden • Iris, soort advertentie over de website www.irisvertelthet.nl. Deze creëert met interactieve media een platform om slachtoffers van seksueel misbruik te melden. De slide doet een oproep om Iris te helpen door naar hun website te gaan. • Jobtag, deze keer bestaat de jobtag uit slechts één slide. Deze slide komt twee keer terug op dit scherm, namelijk ook in de volgende drie slides van jobtag.


•

72

SOS Kinderdorpen, oproep om je mobiele telefoon te recyclen, de HvA doneert de opbrengsten hiervan aan SOS Kinderdorpen. Je kunt je mobiele telefoons van 12 t/m 23 april inleveren bij de klantenservice of receptie. Deze oproep is dus niet meer actueel.

Verdieping 6 De informatie op het horizontale scherm aan de linkerwand en het verticale scherm in het midden van de afdeling, is op deze verdieping hetzelfde als de informatie op de zevende verdieping. Horizontaal scherm rechterkant • DMCI mededelingen. Deze mededelingen staan telkens in een oranje kader en zijn voor het hele domein. Één slide geeft aan waar je tegenwoordig audioapparatuur kunt lenen en afhalen. De andere slide vermeld dat de onderwijsbureaus en de AV-uitleenbalie deze week gesloten zijn. • Singelgrachtgebouw mededelingen. Deze mededelingen zijn geplaatst in een blauw kader. Het betreft informatie over de openingstijden van het gebouw en over de draadloze internetverbinding. • Iris. Zie verdieping 7, verticale scherm.

Verdieping 5 Op deze verdieping hangen de schermen hetzelfde als op verdieping zes. De informatie is op het linkerscherm en het scherm in het midden van de afdeling tonen dezelfde informatie als op verdieping zes en zeven. Het scherm aan de rechterkant van deze verdieping toont ook dezelfde informatie als het linkerscherm op de vorige twee verdiepingen. De informatie op het linker- en rechterscherm is op deze verdieping dus hetzelfde. Hoewel de informatie hetzelfde is, verschijnen de informatieslides aan beide kanten niet tegelijk.

Verdieping 4 Op deze verdieping hangt er een scherm in het midden en één aan de linkerkant van de afdeling. Op het scherm in het midden van de afdeling wordt weer dezelfde informatie getoond. Het linkerscherm staat uit.

Verdieping 3 A-vleugel • Linkerscherm: zelfde informatie als het rechterscherm van de zesde verdieping • Middenscherm: dezelfde informatie als vorige verdiepingen • Rechterscherm: dezelfde informatie als vorige verdiepingen Op deze verdieping dus weer dezelfde informatie op de schermen aan de zijkant. Nu wel andere informatie dan op de vijfde verdieping, namelijk dezelfde als het rechterscherm op de zesde verdieping. Ook op deze verdieping verschijnt de informatie op deze schermen niet tegelijkertijd.


73

B-vleugel Het horizontale scherm aan het begin van de afdeling toont dezelfde informatie als het horizontale linkerscherm op de vorige verdiepingen. Het verticale scherm is hetzelfde als de verticale schermen in de A-vleugels.

Verdieping 2 De schermen in de A-vleugel hebben dezelfde indeling en informatie als de derde verdieping. Het scherm aan het begin van de B-vleugel komt niet overeen met hetzelfde scherm op de vorige verdieping. Dit scherm toont namelijk dezelfde informatie als de horizontale schermen aan de rechterkant van verdieping 6. Het scherm aan het einde van deze afdeling is wel hetzelfde als de vorige verdieping. Dit houdt dus in dat alle horizontale schermen op deze verdieping dezelfde informatie tonen.

Verdieping 1 A-vleugel De schermen aan de zijkanten van deze afdeling zijn hetzelfde als de schermen op de derde en tweede verdieping. Ze tonen dus weer de informatie van het rechterscherm op verdieping zes. Het scherm in het midden is ook weer hetzelfde als de overige verdiepingen. B-vleugel Het scherm aan het eind van de afdeling is weer hetzelfde als alle overige verticale schermen. Het scherm aan het begin van de afdeling is totaal anders dan alle andere schermen in het gebouw. Hierop worden namelijk weer dezelfde algemene mededelingen van de vorige analyse op getoond, zie verdieping 7 verticaal scherm in het midden. Deze mededelingen zijn duidelijk niet goed geplaatst, aangezien de beelden heel erg uitgerekt zijn. Verder staat hier op de slide met de mededeling over het onderwijsbureau en de av-uitleenbalie (zie verdieping 6, horizontale scherm aan de rechterkant).

Begane grond Aan de rechterwand in de aankomsthal hangt een horizontaal scherm. Op dit scherm is dezelfde informatie geplaatst als op het linkerscherm van de zevende verdieping. De schermen die aan de linker- en rechterkant van de trap hangen, tonen dezelfde informatie als het rechterscherm van verdieping zes. Bij de B-vleugel hangt weer een verticaal scherm aan het einde van de afdeling, deze informatie is precies hetzelfde als de vorige verticale schermen. Naast de hoorcollegezaal hangen twee schermen naast elkaar, deze staan deze keer wel aan. Op het linkerscherm staat dezelfde informatie als het rechterscherm van verdieping zes. Het rechterscherm toont hetzelfde als het linkerscherm op de zevende verdieping. Verder hangen er op de begane grond schermen waar televisie op uitgezonden wordt. In het Douwe Egberts Café staat de televisie uit. In de kantine hangen drie schermen, waarvan twee schermen uitstaan en op één scherm EuroSport te zien is.


74

Conclusie Vandaag zijn er twee verschillende samenstellingen en één scherm dat totaal buiten deze samenstellingen valt. Wat vooral opviel was dat de informatie van het rechterscherm op de zesde verdieping vandaag op de meeste schermen werd getoond. Hierbij werd geen onderscheid gemaakt tussen het linker- of rechterscherm op de verdiepingen. Hierdoor kwam het vaak voor dat deze schermen dezelfde informatie toonden.


BijlageVI Voorbeeld sjabloon

75

Narrowcasting Singelgrachtgebouw

Recommend Documents