44
ver weg
Namibië,
land van de toekomst Toen er bij Christophe van de Vijver op zijn 18de een tumor van vier kilo werd ontdekt klampte hij zich vast aan een droom: een lodge beginnen in Namibië. Acht jaar geleden, op z’n 23ste, was het zover. Vandaag heeft hij er al dertien op zijn naam staan, wordt hij Namibisch staatsburger en gaat hij een stad bouwen. Afrika als medicijn, het werkt. Op het programma staat een reis van lodge tot lodge in de mooiste streken van Namibië, volgens Christophe het land van de toekomst. Reportage door Myriam Thys & Werner Gladines
‘L
and of the brave’. Ik krijg van Christophe en zijn pa het volkslied met zijn vele coupletten te horen. Beiden zingen het ‘con brio’. Namibië is dan ook hun nieuwe vaderland. De jongen die ik acht jaar geleden ontmoette, toen hij net zijn eerste lodge gebouwd had, is een stuk volwassener geworden en straalt.
De Kalahari, pure rust We zijn intussen aangekomen in de Camelthorn Lodge, een van de Leading Lodges van Christophe en zijn familie die deel uitmaakt van de drie lodges in Intu Afrika in de schitterende Kalahari woestijn. “De Kalahari is een van mijn lievelingsplekken geworden”, bekent Christophe. “Er straalt een enorme rust uit van deze plek.” Er wonen nog bushmen, de San. Al zijn ze niet meer de nomaden van weleer, ze weten uit elke plant of insect iets te halen dat nuttig is om te overleven. Met vier van hen gaan we op verkenning. Hun kliktaaltje is fascinerend. Ook onze jeepsafari levert schitterende beelden en eindigt op de rug van een hoge duin waar we een cocktail drinken in het licht van de ondergaande zon. “Uiteraard ga ik nog graag naar België”, lacht Christophe verontschuldigend. “Maar ik word Namibiër. Het is een logische stap. Ik ben werkelijk betrokken bij de evolutie van dit land en dan moet je er ook voor gaan.” Hij zit in allerlei besturen, werkt lange uren en zijn telefoon staat nooit stil. Toen hij in dat bewuste interview zei dat hij België niet miste, dat de natuur zijn cinema was en de zingende mensen om hem heen zijn radio, was hij nog erg idealistisch. Intussen is hij een stuk zakelijker geworden. “Maar ik ben mijn idealisme niet kwijt”, lacht hij. “Die stad is een socio-economisch project. We gaan slimme huizen bouwen voor mensen die goedkope leningen krijgen van de staat. Voormalig president Sam Nijoma wil voor iedereen in 2030 een huis, elektriciteit en water. 6000 families hebben al zo’n lening, maar ze kunnen niet volgen. Dus gaan wij het doen. We hebben grond gekocht ten noorden van Windhoek en zetten daar een nieuwe stad neer: 40.000
woonpercelen op twintig jaar tijd. Het wordt een groene stad met zonnepanelen, windmolenparken en als het even kan elektrische wagens. Maar uiteraard blijven we doorgaan met de lodges. Dat zijn onze baby’s, zowat de hele familie, mijn kersverse echtgenote werken incluis, inmiddels mee. We hebben nu dertien lodges onder de Leading lodges-vlag en gaan - als het aan mij ligt - voorlopig niet meer uitbreiden. Ik wil de bestaande eerst perfectioneren.” Intussen is er een enorme wind komen opzetten in de woestijn. Weer waarin schorpioenen zich letterlijk over het zand laten waaien. Dat wordt duidelijk als mijn reisgezel en vriend er de volgende ochtend een naast mijn bed vindt. De manager leidt het beestje vriendelijk naar buiten en gooit hem een heel eind verder in het zand. Slangen en schorpioenen horen nu eenmaal bij de woestijn. En het scherpt onze oplettendheid.
De mooiste van alle woestijnen Christophe zwaait ons uit, we zien hem pas terug in Windhoek. Met onze superjeep trekken we naar de Namib desert, de mooiste van alle woestijnen. Onze bedoeling is een reis tussen de Leading Lodges van de Van de Vijvers te maken en zo het land te ontdekken. De wegen, overwegend gravelroads, liggen er verbazend goed bij. Onderweg picknicken we, want de supermarkten hebben lekker vers eten en restaurantjes zijn dun gezaaid. Het landschap is onnoemelijk mooi. Dreigende wolken pakken samen boven de tafelbergen, de lucht is onheilspellend, maar van een indrukwekkende schoonheid. Eenmaal in de Namib woestijn trekken de wolken weg en doemen oranje kleurige duinen op. Van Le Mirage, een soort middeleeuwse burcht, bestond enkel de receptieruimte, vertelde Christophe. Een Belgische ballonvaarder verhuurde er vijf kamers. Zij zijn in dezelfde stijl doorgegaan. Het resultaat lijkt inderdaad op een fata morgana. Maar de kamers zijn ronduit romantisch. Er grazen een paar paarden en een spiesbok kijkt wat verloren van op afstand toe. Het dier lijkt met zijn fijne wit-zwarte lijntjes op hoofd en poten op een gestileerde pentekening. De wind is te sterk om de woestijn met quads te verkennen.
ver weg
De Kalahari desert.
45
46
De volgende dag schijnt de zon en trekken we met onze jeep de Sossusvallei in. De terracotta duinen tekenen zich scherp af tegen de blauwe hemel. De jeep laten we achter. We lopen naar een van de bijzonderste plekken van de Namib: de Dead Vlei, een oude uitgedroogde kleipan, vol met eeuwenoude dode bomen, omringd door duinen. We balanceren op de smalle rand bovenaan de grootste duin en hollen met kinderlijk plezier naar beneden. Voetsporen worden meteen weer uitgewist door een zacht windje, want de duinen verplaatsen zich voortdurend in slow motion. Op de terugweg stoppen we aan de Sesriem canyon, die twee miljoen jaar lang door de Tsauchab rivier werd gevormd. Hij is 34 meter diep en soms maar 2 meter breed. Een jakhals die hongerig de canyon afschuimt staart ons nieuwsgierig aan.
Swakopmund, Duitser dan Duitsland De weg naar Swakopmund de koningin der Namibische badsteden, is bijzonder afwisselend. Picknicken wordt een gewoonte. Dit keer zitten we dichtbij een groot weversnest, dat bewoond wordt door honderden vogeltjes. We horen pas achteraf dat cobra’s er op zoek gaan naar eieren en zich nadien uit het nest laten vallen. We passeren de Steenbokskeerkring in de buurt van de Graubpass en een eind verder rijden we door de imposante Kuiseb canyon, waarna het landschap verandert in een zee van bolvormige rotsen, adembenemend mooi. In de droge Kriess-se-rus vallei graast hier en daar nog een struisvogel en dan stopt het plots. Vlakke woestijn, geen dieren of planten meer te zien. Zand, zover het oog reikt. We zijn blij als we eindelijk Swakopmund zien opduiken, waar we in het mooiste gebouw van de stad logeren: het voormalige station. Hier en daar vinden we nog wat overblijfselen van de kleurrijke Duitse koloniale architectuur. Namibië was lang een Duitse kolonie. Swakopmund is Duitser dan Duitsland. Eén groot anachronisme. Gelukkig herinneren de palmbomen ons eraan dat we in Afrika zijn.
De Dead Vlei, een indrukwekkende plek.
ver weg
Een stralende Christophe.
De superjeep waarmee we onze self drive deden.
Epasha, de eerste boorling We rijden richting Etosha, het grootste wildpark van Namibië en logeren in de eerste boorling van Christophes grote Afrika avontuur: Epasha. Negen maanden bouwde hij eraan, bijna symbolisch. Het is een mooie lodge, nabij Etosha, met een spa en een privé wildpark, waar we zelfs neushoorns kunnen zien. Onderweg stoppen we even in Usakos waar we de breedste vrije horizon ter wereld bewonderen. Spiesbokken en impala’s springen geregeld de weg over en overal zien we metershoge termiethopen. Ook een grote familie bavianen rent de baan op. Vader sluit de gelederen en bekijkt ons dreigend. Epasha is niet erg veranderd. De pianospelende barman heeft het intussen wel tot assistent manager gebracht in ‘Divava’. Ondanks het vele wild in Epasha, trekken we naar het grotere Etosha (22.930 km2) dat sinds 1907 nationaal park is. Van Erik, onze gids, leren we dat giraffen huilen wanneer een roofdier ze grijpt. De schitterende spiesbok, het nationale dier van Namibië, moeten we volgens hem niet onderschatten, ze vallen zelfs leeuwen aan. Een mannetjesleeuw toont zijn gevaarlijke tanden terwijl hij een vrouwtje pakt. Romantiek komt er niet bij kijken en pottenkijkers worden niet op prijs gesteld. Als klap op de vuurpijl krijgen we nog parende olifanten aan een waterhole te zien. Naast de Epasha lodge is er ook de Eagle Tented lodge, een luxueus tentenkamp, gebouwd volgens de Afrikaanse traditie, waar je meer voeling met de natuur hebt. Voor we weer verder trekken duiken, we nog een laatste keer in ons privé zwembad.
Het echte Afrika De weg naar de Okavango rivier in de Caprivi strook, waar de Van de Vijvers hun laatste nieuwe en mooiste lodge (Divava) hebben, is behoorlijk lang. Het is het enige deel van Namibië dat ik nooit bezocht. Het wordt een van de mooiste ritten van onze reis. Wrattenzwijntjes lopen in colonnes met opgerichte staart voor onze wielen en parelhoenders duiken hier en daar op uit het hoge gras. We zien
De San (bosjesmannen).
47
48
Big Mama, een van de hoogste duinen in de Sossusvallei.
ver weg Windhoek, hoofdstad in expansie
Een typische herero vrouw met een mengeling van Afrikaanse en de vroegere Duitse klederdracht.
onze eerste stoomtrein in dit land langs de Trans Kalahari Railway. We rijden uren door lage begroeiing met uitgedroogde rivieren. Maar voorbij het checkpoint in Mururani vinden we een heel ander Afrika: huttendorpjes, artefact- en fruitverkopers, koeien, schoolkinderen en massa’s mensen langs de weg. We krijgen meteen een impressie van het dagelijkse leven in de meest Afrikaanse, maar tegelijk armste streek van Namibië. De natuur is er exuberant. De mensen zijn voornamelijk animistisch en geloven in hun bushdokters die ook worden ingezet om vijanden uit te schakelen. Meel wordt gestampt en vuur nog aangemaakt met stokjes. Jonge meisjes worden door hun grootmoeder ritueel voorbereid op het huwelijk. We stoppen in vele dorpjes, kopen af en toe iets en praten met de bewoners. Kinderen stormen op ons af. En in Afrika zijn er altijd veel meer kinderen dan je snoepjes hebt. We lopen veel vertraging op en moeten kuddes koeien in het donker op de weg trotseren. Opgelucht komen we in Divava aan, waar we ontzettend hartelijk worden onthaald door de vrouwelijke manager van de lodge en de nog steeds erg vriendelijke pianospelende barman uit Epasha. Het is het eerste volledig zwarte management en volgens Christophe niet het laatste. We eten uitkijkend op de rivier, waar krokodillen en nijlpaarden de plak zwaaien. In de vooravond beslissen we om naar de Popa waterval te wandelen. Iets zegt dat we ons snel uit de voeten moeten maken. Dit is een paradijs voor krokodillen. Ons gevoel zit juist, want als we de volgende dag met een boot de waterval naderen liggen ze overal op de loer. Nijlpaarden zijn er ook en ze hebben jongen. Een van de grotere houdt ons nauwlettend in de gaten. Onze gids, Bernhardt, gaat behoorlijk dichtbij, maar als het beest na twee keer duiken vlakbij onze mokoro naar boven komt, druipen we af. Het zijn de gevaarlijkste dieren van de bush. Ondanks al deze gevaren doen vrouwen rustig op de oevers de was. Twee jongetjes in een minuscuul bootje steken trots een grote tijgervis omhoog.
Op de terugweg naar Windhoek cirkelen tientallen buizerds boven de weg. Als een van hen naar een prooi duikt, crasht hij tegen de jeep; geen schade maar het beest verkeert in shock. De rit is lang en het decor verandert voortdurend. In Rundu drinken we iets in een ‘shabeen’, een klein lokaal cafeetje waar voornamelijk mannen zitten. Ze vinden het wel cool dat we even stoppen om kennis te maken. Verder hebben ze vooral aandacht voor hun drankje. We bezoeken er ook een kleurrijke overdekte markt. Rond Okahandja genieten we van spectaculaire vergezichten, hemels verlicht door de zon die zich door de onweerswolken priemt. Regenbogen spannen zich majestueus over de bush. En net voor Windhoek worden we getrakteerd op een onvergetelijke Afrikaanse zonsondergang. Windhoek is niet zoals ik het me herinner. Het kleine stadje dat nauwelijks voor een hoofdstad kon doorgaan, is erg druk geworden. Ook hier heeft Christophe een lodge, Villa Verdi, die ze net gerenoveerd hebben en waar vader, broer en Christophe ons opwachten. De drie gezichten klaren op als ze horen hoe fantastisch we het vonden. We kaarten nog wat na met Christophe en zijn jongere broer Olivier, die de marketing voor zijn rekening neemt. “Het is net als vroeger”, zegt Christophe. “Ik bouwde met legoblokjes huizen en hij speelde ermee, soms maanden lang. Eigenlijk doen we nog steeds hetzelfde.”
Een snelcursus leven “Met 50 procent werkloosheid, moeten we vooral zorgen dat onze projecten de mensen ten goede komen. Dat hebben we ook altijd gedaan in de lodges, waar we op een gegeven moment 500 mensen tewerk stelden, die we allemaal een opleiding gaven, waardoor ze nu veel efficiënter ingezet kunnen worden. We willen ook Europeanen naar hier halen om de mensen op hoog niveau op te leiden. Zo heeft de souschef van het Hof Van Cleve onze koks en keukenpersoneel geschoold. De droom om één lodge te bouwen is een beetje uit de hand gelopen. Mijn vader is nog minder te houden dan ik”, zegt Christophe lachend. “We hebben nu lodges op alle cruciale plekken in Namibië, zodat we onze gasten een volledige rondreis kunnen aanbieden. We willen ook zo veel mogelijk zelfbedruipend worden. Op Epasha bijvoorbeeld, maken we ons eigen vlees. We hebben er 140 koeien, in Intu Afrika 80, zo zorgen we zelf voor onze zuivelproducten. In Epasha is er bovendien een boerderij van 3000 hectaren zodat we ook onze eigen groenten kunnen kweken.” Op zijn 23ste vertelde Christophe me dat hij bij het bouwen van Epasha een snelcursus leven had gehad maar het speet hem dat hij niet had verder gestudeerd. “Maar als ik had gestudeerd zou alles veel minder gevoelsmatig gebeurd zijn en had ik waarschijnlijk minder risico’s durven nemen. Het leven is mijn school geweest en het heeft me geen windeieren gelegd. Ik ben nooit meer ziek geweest, zelfs niet gewoon ziek. Afrika zit daar voor heel veel tussen. Mijn leven hier was tot nu toe een groot avontuur, spannend ook. Ik zeg het je: Namibië wordt het land van de toekomst.” Als ik vraag hoeveel Belg er nog in hem zit na bijna tien jaar Afrika is zijn antwoord duidelijk: “Ik ben nog 5 % Belg en 95 % Namibiër. Als je hier je eerste paar schoenen verslijt, ben je Namibiër, zeggen de boeren. Ik ben intussen aan mijn tiende paar.” ■
49
50
Le Mirage, de lodge van Christophe en zijn familie in de Namib woestijn.
ver weg
Namibië praktisch Ernaartoe • Air Namibië: 6 vluchten per week vanuit Frankfurt rechtstreeks naar Windhoek. Doorvliegen kan naar o.a. Kaapstad, Maun,Vic Falls en Johannesburg. Prijzen vanaf € 535 + tax (ongeveer € 280).Tel: 02/712.05.60, www.airnamibia.com
• Xperience: je kunt deze reis boeken bij Xperience, een reisbureau dat zich o.a. focust op op maat gemaakte wereldreizen. Verder organiseren ze o.a.incentives met uiteraard unieke ‘xperiences’. Tel: 056/96.06.10, GSM: 0484/48.29.56,
[email protected], www.x-perience.be. Je kunt de reis ook boeken via je vertrouwde reisagent.
• Asco Car Hire: Grootste firma in Zuidelijk Afrika gespecialiseerd in volledig voor camping uitgeruste 4x4 voertuigen, gelegen in Windhoek. De jeeps zijn in perfecte staat en hebben alles aan boord om te overnachten in de natuur. Er zijn ook 4x4 kampeerwagens. Navigatiesysteem en sateliettelefoon kunnen extra gehuurd worden. Back-up 24 op 24u. Tel: +264/6-137.72.00, mail:
[email protected], www.ascocarhire.com
Logeren • Leading lodges: www.leadinglodges.be, mail:
[email protected]
Interieur van Divava.
Weetjes • Formaliteiten:Visum is niet nodig, wel een paspoort dat nog zes maanden geldig is. • Geldzaken: Betalen kun je met Namibische dollars of Zuid-Afrikaanse rands, ze zijn evenveel waard. 1 euro = 9,80 NAD. In de stadjes en benzinestations zijn er geldautomaten. • Beste reistijd: Namibië heeft 320 dagen zon per jaar en kan dus het hele jaar bereisd worden. • Gezondheid: Vaccinaties tegen DTP en hepatitis A worden aangeraden. Malariapillen nemen als je boven Etosha reist. Up-to-date info in het tropisch instituut: www.itg.be.
Een van de huisjes in de Zebra lodge.