N a l e v i ng s k o st e n v a n w e t g e v i ng v o o r s t a r t e nd e b e d r i j v e n Een pilotstudy in drie branches
Zoetermeer, augustus 2008
ISBN:
978-90-371-0983-2
Bestelnummer: A200808 Prijs:
€ 40,-
Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken.
Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: www.ondernemerschap.nl
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM bv. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM bv. EIM bv aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with EIM bv. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM bv. EIM bv does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
Inhoudsopgave
1
Inleiding
5
1.1
Aanleiding
5
1.2
Doelstelling en onderzoeksvragen
6
1.3
Aanpak
6
1.4
Leeswijzer
9
2
Het hospice
11
2.1
Beschrijving modelbedrijf
11
2.2
Nalevingskosten
11
2.3
Nalevingskosten in verhouding tot bedrijfsomzet
12
3
Het jachtbouwbedrijf
15
3.1
Beschrijving modelbedrijf
15
3.2
Nalevingskosten
15
3.3
Nalevingskosten in verhouding tot bedrijfsomzet
16
4
De lunchroom
17
4.1
Beschrijving modelbedrijf
17
4.2
Nalevingskosten
17
4.3
Nalevingskosten in verhouding tot bedrijfsomzet
18
5
Conclusies
19
5.1
De nalevingskosten
19
5.2
Gevolgen nalevingskosten voor toetreders
20
5.3
Beleving van ondernemers
20
5.4
Leerpunten uit dit pilotonderzoek
20
Bijlagen I
Inhoudelijke nalevingskosten
23
II
Administratieve lasten
25
III
Hospice
27
IV
Jachtbouw
29
V
Lunchroom
31
3
1
Inleiding
1.1
Aanleiding Uit verschillende onderzoeken in de sfeer van nalevingskosten is gebleken dat wetgeving soms hoge drempels opwerpt ten aanzien van nieuwe toetreders in een branche. Inhoudelijke nalevingskosten maken, naast de administratieve lasten, deel uit van de directe nalevingskosten waar het bedrijfsleven mee wordt geconfronteerd als gevolg van wettelijke verplichtingen1. Daarnaast zijn er nog secundaire nalevingseffecten. Zie ook figuur 1. Figuur 1
Bedrijfseffecten van wettelijke verplichtingen
Bedrijfseffecten van wettelijke verplichtingen
Directe nalevingskosten voortvloeiend uit wet- en regelgeving
Secundaire nalevingseffecten
Marktwerking
Sociaaleconomische effecten
Inhoudelijke nalevingskosten
Administratieve lasten
Financiële kosten
Business as usual costs
Informatieverplichtingen aan overheid
Retributies, belastingen, premies, leges, boetes
Meerkosten
De directe nalevingskosten voor de bedrijven kunnen het gevolg zijn van: − inhoudelijke verplichtingen met de daaraan verbonden inhoudelijke nalevingskosten, − informatieverplichtingen met de daaraan verbonden administratieve lasten, − financiële kosten; deze zijn in dit pilotonderzoek buiten beschouwing gelaten. Nalevingskosten vloeien voort uit generieke en uit sectorspecifieke wetgeving. Per branche kunnen deze kosten zeer sterk verschillen.
1
Zie voor een gedetailleerde beschrijving van de termen 'administratieve lasten' en 'inhoudelijke nalevingskosten' respectievelijk de bijlagen I en II.
5
1.2
Doelstelling en onderzoeksvragen De doelstelling van deze rapportage is om de nalevingskosten binnen bedrijven in drie verschillende branches in kaart te brengen. Omdat de nalevingskosten per bedrijf verschillen, wordt ervoor gekozen om deze kosten per modelbedrijf te bekijken. Een modelbedrijf is een organisatie die representatief is en model staat voor de gehele sector. Bij het in kaart brengen van de nalevingskosten wordt vooral gekeken naar de kosten die een bedrijf in het eerste jaar na de start tegenkomt. Op basis van deze kosteninformatie, in combinatie met overige financiële gegevens, geven we een beeld van de mate waarin nalevingskosten een drempel vormen voor toetreding. Voor administratieve lasten is dit onderzoek al eerder uitgevoerd, maar voor inhoudelijke nalevingskosten is nooit eerder per modelbedrijf een totaaloverzicht van de kosten samengesteld. De resultaten van deze pilot kunnen door belanghebbenden (belangenorganisaties, brancheorganisaties, ministeries, etc.) beleidsmatig gebruikt gaan worden. Het pilot-karakter van het onderzoek zit er met name in na te gaan of het mogelijk is dit onderzoek op een goede manier uit te voeren, en zo ja: hoe? De geformuleerde onderzoeksvragen voor onderliggend onderzoek zijn:
1.3
1
Welke kenmerken worden toegeschreven aan de modelbedrijven?
2
Wat zijn de nalevingskosten voor de beschreven modelbedrijven?
3
Hoe verhouden de nalevingskosten zich tot de totale bedrijfskosten?
4
Welke betekenis hebben de nalevingskosten voor toetreders?
5
Welke lessen kunnen uit deze pilot worden geleerd?
Aanpak Om te komen tot de selectie van drie branches is literatuuronderzoek gedaan. Hieruit bleek dat volgens het CBS hoge toetredingsdrempels met name van toepassing zijn in de industrie 1, het onderwijs en de zorg. Zie navolgend schema en toelichting.
1
6
Artikel CBS Industriemotor 2004.
De kwadranten geven achtereenvolgens aan:
Waarbij in de grafiek de volgende letters staan voor de sectoren:
Op basis van bovenstaande informatie is gekozen voor de scheepsbouwindustrie (een MKB-scheeps-/jachtbouwbedrijf) en de zorg (een MKB-hospice). In contrast daarmee is een bedrijf in de detailhandels- en horecasector (een lunchroom) gekozen. In de bedrijfseconomie bestaat de term modelbedrijf niet. Dit begrip is echter wel nodig om de kosten van inhoudelijke nalevingskosten in kaart te kunnen brengen. Het aangrijpingspunt van de meting van de inhoudelijke nalevingskosten is primair de structuur van de wet- en regelgeving. Vanzelfsprekend moet, vanuit het startpunt van de wettelijke inhoudelijke verplichting en onmiddellijk hierbij aansluitend, de vertaalslag worden gemaakt naar concrete situaties bij het bedrijfsleven. Zo heeft een onderneming niets te maken met de loonheffing indien er geen personeel in dienst is. Ook kan het voorkomen dat de situatie waarin de
7
onderneming zich bevindt bepalend is of wetgeving al of niet relevant is. De onderneming is bijvoorbeeld gevestigd in een monumentenpand. Dan is de monumentenwet van toepassing. Voor de meeste ondernemingen is dit echter niet relevant. Daarom is voor dit pilot onderzoek weloverwogen - en dus niet via een aselecte steekproef - een bepaald type bedrijf gekozen als modelbedrijf. Dit impliceert ook dat een concrete bedrijfssituatie 'gekozen' wordt: situaties (en bijbehorende verplichtingen) die bij de respondenten niet zijn aangetroffen, tellen niet mee bij de kosten zoals hier gepresenteerd. Middels gesprekken met ondernemers en deskundigen van brancheverenigingen is gezocht naar een reguliere onderneming die gebruikelijk is in de betreffende branche. Aansluitend is op basis van beschikbare EIM-kennis, een lijst met weten regelgeving opgesteld waarmee de verschillende modelbedrijven te maken krijgen bij opstart van de onderneming. Deze lijst is ter controle en aanvulling doorgelopen met ondernemers en deskundigen van brancheverenigingen. In elk van de drie gekozen branches zijn vier face-to-face interviews gehouden met relatief recente toetreders. De respondenten hebben aan de hand van de door EIM opgestelde lijst met wet- en regelgeving, een beeld gegeven van de verplichtingen voortvloeiend uit de wet- en regelgeving en de kosten die de betreffende verplichtingen veroorzaken (veroorzaakten), met name de inhoudelijke nalevingskosten. Tijdens de interviews zijn ook de perceptie met betrekking tot de nalevingskosten en de hoogte van de totale bedrijfskosten aan de orde gekomen. Inhoudelijke nalevingskosten kunnen kosten zijn met een structureel karakter maar ook kosten met een eenmalig karakter. In deze pilotstudy zijn alle eenmalige kosten geheel toegewezen aan het eerste jaar na oprichting (geen afschrijvingen). De administratieve lasten zijn ontleend aan de database 'nulmetingen administratieve lasten 2002'. Binnen deze database zijn de administratieve lasten voor het bedrijfsleven opgenomen, voortvloeiend uit vrijwel alle Nederlandse wet- en regelgeving1. Alle administratieve lasten in deze database zijn middels het Standaard Kosten Model gekwantificeerd. Aan de hand van reeds bestaande EIMkennis is voor elk modelbedrijf een selectie gemaakt van wet- en regelgeving waar voor dit modelbedrijf administratieve lasten uit voortvloeien. In deze pilot zijn conform 'Meten is Weten II'2 de administratieve lasten aan derden niet meegenomen. De administratieve lasten zijn opgenomen als onderdeel van de totale nalevingskosten van het betreffende modelbedrijf. Als laatste zijn de administratieve lasten en de inhoudelijke nalevingskosten gerelateerd aan de totale bedrijfskosten van de modelbedrijven om een beeld te krijgen van de impact van de nalevingskosten.
8
1
In de database is wetgeving opgenomen geldend op 31 december 2002. Inmiddels is een nieuwe nulmeting geldend op 1 maart 2007 uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek komen te laat om er in het onderhavige onderzoek rekening mee te kunnen houden.
2
Handleiding voor het definiëren en meten van administratieve lasten voor het bedrijfsleven, opgesteld door de Regiegroep Regeldruk.
1.4
Leeswijzer In de hoofdstukken 2 t/m 4 worden per branche de resultaten van het pilotonderzoek beschreven. Per type modelbedrijf worden de administratieve lasten en inhoudelijke nalevingskosten gepresenteerd. Deze nalevingskosten worden vervolgens gerelateerd aan de bedrijfsomzet van het betreffende modelbedrijf en gecompleteerd met de beleving van de betreffende ondernemer. In hoofdstuk 5 worden de uitkomsten van de modelbedrijven naast elkaar gezet en volgen de conclusies.
9
2
Het hospice
2.1
Beschrijving modelbedrijf Een hospice biedt plaats aan ernstig zieken met een levensverwachting van minder dan drie maanden. Er zijn in Nederland twee soorten hospices: hospices die met name door vrijwilligers worden gerund (vaak bijna-thuis-huizen genoemd of low care hospices) en hospices waar vooral professionals werken (high care hospices). De zorg die in een hospice wordt verleend wordt vergoed door de AWBZ; het hospice is onderaannemer van de thuiszorg. Overige inkomsten komen uit giften, legaten en donaties. Bewoners betalen dus niet voor de zorg. Voor dit onderzoek is als modelbedrijf een high care hospice gekozen met de hierna geformuleerde kenmerken. De rechtsvorm van het hospice is een stichting en het hospice is gevestigd in een huurpand. Het pand bestaat uit 4 etages en heeft een grote achtertuin. De ligging is in een gegoede buurt. Het pand had een woonbestemming, maar heeft tegenwoordig een zorgbestemming. Er zijn 16 personeelsleden (11 fte's) in dienst en er zijn 150 vrijwilligers werkzaam. De vrijwilligers zijn gastvrouwen, koks, tuinlieden, enz. Het hospice wordt bewoond door gemiddeld 105 patiënten per jaar.
2.2
Nalevingskosten In de tabellen 1 en 2 zijn de administratieve lasten en de inhoudelijke nalevingskosten van het hospice per domein van wet- en regelgeving beschreven. In bijlage III is per domein de onderliggende wet- en regelgeving nader uitgewerkt.
2 . 2 . 1 A d m in i st ra t i ev e la st en Wanneer de administratieve lasten van het hospice bekeken worden, vallen de hoge lasten voor het zorgspecifieke domein op. Het aandeel van deze kosten in de totale administratieve lasten bedraagt maar liefst 55%. De kosten in het zorgspecifieke domein komen voort uit sectorspecifieke wet- en regelgeving waarbij vooral de administratieve lasten (€ 24.000) voortvloeiend uit de Kwaliteitswet zorginstellingen zeer hoog zijn. Voor deze wet moeten zorginstellingen gegevens met betrekking tot de kwaliteit van de geboden zorg verzamelen en registreren. Ook het bijhouden van het elektronisch klantendossier, een verplichting uit de AWBZ, is met een kleine € 13.000 een belangrijke verplichting met hoge administratieve lasten. Het domein personeel, goed voor ruim 30% van de administratieve lasten, bevat wetten m.b.t. loonbelasting, werknemersverzekeringen, arbeidsomstandigheden en arbeidsveiligheid. Deze wetgeving is generiek en hangt samen met het in dienst hebben van personeel.
11
Tabel 1
Administratieve lasten van het hospice
Domein wetgeving
Administratieve lasten
Algemeen
9.152
Milieu
0
Personeel
23.510
Veiligheid
1.608
Zorgspecifiek
42.770
Cliënten
0
Totaal
77.040
Bron: EIM.
2 . 2 . 2 I nho ud e l i jk e na l ev i ng sk o st en In verhouding tot de administratieve lasten zijn de inhoudelijke nalevingskosten van het hospice erg hoog. Vooral de verplichtingen uit het domein Veiligheid springen er met een aandeel van ruim 47% uit. Dit betreft voornamelijk inhoudelijke nalevingskosten die voortkomen uit verplichtingen voortvloeiend uit de gebruiksvergunning. Zo zijn de kosten van aanschaf van blusinstallaties goed voor € 70.000 en kost het inbouwen van een lift € 30.000 1. Net als bij de administratieve lasten is hier ook de sectorspecifieke wet- en regelgeving verantwoordelijk voor hoge kosten. De Richtlijn infectiepreventie zorgt ervoor dat verpleegkundigen per patiënt 15 minuten extra tijd nodig hebben ter voorkoming van bacterie MRSA (Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus); de kosten van deze extra tijd bedragen een kleine € 29.000. Tabel 2
Inhoudelijke nalevingskosten voor modelbedrijf hospice
Domein wetgeving
Inhoudelijke nalevingskosten
Algemeen Milieu
0 1.200
Personeel
32.963
Veiligheid
134.651
Zorgspecifiek
96.985
Cliënten
19.820
Totaal
285.619
Bron: EIM.
2.3
Nalevingskosten in verhouding tot bedrijfsomzet Een hospice is geen bedrijf in de zin dat het winst maakt of een bepaalde opbrengst genereert. Het is dus niet mogelijk om voor het hospice de nalevingskosten af te zetten tegen de bedrijfsomzet. Om toch de nalevingskosten (lasten) van
1
12
Dit zijn in beide gevallen eenmalige kosten. Structureel wordt dit vervangen door onderhoudskosten, die veel lager zijn.
het hospice af te kunnen zetten tegen de baten is gekozen voor de vergoeding die via de AWBZ en via giften, legaten en donaties bij het hospice terechtkomt ter dekking van de gemaakte kosten. Het modelbedrijf ontvangt via deze weg op jaarbasis € 1.600.000. De totale nalevingskosten bedragen afgerond € 363.000. Dit betekent dat de nalevingskosten in het eerste jaar 22,7% van de 'bedrijfsomzet' bedragen.
13
3
Het jachtbouwbedrijf
3.1
Beschrijving modelbedrijf Als modelbedrijf is gekozen voor een bedrijf in de jachtbouw. Het bedrijf bouwt (zeil of motor)schepen kleiner dan 12 meter, en verricht ook reparatiewerkzaamheden. Als rechtsvorm is gekozen voor een vennootschap. De ligging van het bedrijf is aan open water. Op het terrein van het jachtbouwbedrijf is een dok aanwezig dat via een deur verbonden is met het water. Er zijn zes werknemers in loondienst en men levert 6 schepen per jaar af. Het aanbrengen van coating op de jachten wordt uitbesteed.
3.2
Nalevingskosten In de tabellen 3 en 4 zijn de administratieve lasten en de inhoudelijke nalevingskosten van het jachtbouwbedrijf per domein van wet- en regelgeving beschreven. In bijlage IV is per domein de onderliggende wet- en regelgeving nader uitgewerkt.
3 . 2 . 1 A d m in i st ra t i ev e la st en De administratieve lasten van het jachtbouwbedrijf komen voor bijna 80% voort uit de domeinen Personeel en Milieu. Vooral Personeel met ongeveer 50% van de kosten is bepalend. Binnen dit domein is de verplichte RI&E een zware verplichting met een administratieve last van bijna € 8.500. Verder zijn er de verplichtingen rond het aannemen van personeel en de verplichtingen uit de loonbelasting/werknemersverzekeringen, die bij elkaar de rest van de administratieve lasten van het domein Personeel voor hun rekening nemen. Bij het domein Algemeen zorgen hoofdzakelijk de verplichtingen die worden veroorzaakt door de Vennootschapsbelasting, en dan met name de kosten van de accountants, voor administratieve lasten. Tabel 3
Administratieve lasten van het jachtbouwbedrijf
Domein wetgeving
Administratieve lasten
Algemeen
5.274
Milieu
9.777
Personeel
14.994
Veiligheid
1.608
Product
Totaal
0
31.653
Bron: EIM.
3 . 2 . 2 I nho ud e l i jk e na l ev i ng sk o st en Wanneer de inhoudelijke nalevingskosten van het jachtbouwbedrijf nader worden bekeken, springen de kosten van domein Milieu erg in het oog. Onder dit domein valt de Wet Milieubeheer. Een inhoudelijke verplichting van deze wet is het laten aanleggen van een vloeistofdichte vloer. Bij een bedrijf met de afmetingen van het modelbedrijf moet er een vloeistofdichte vloer worden aangelegd van 20 bij
15
50 meter; de kosten hiervan bedragen € 30.0001. De verplichtingen rond de Wet Milieubeheer veroorzaken ook grotendeels de rest van de inhoudelijke nalevingskosten. Hierbij valt te denken aan de kosten van aanschaf van een verfcontainer. Verder is het aanschaffen van roetafzuigers voor de lassers in het kader van de Arbowet van belang. De nalevingskosten worden beperkt doordat het aanbrengen van coating op de jachten is uitbesteed: het resulterende chemisch afval brengt hoge nalevingskosten met zich mee. Tabel 4
Inhoudelijke nalevingskosten van het jachtbouwbedrijf
Domein wetgeving
Inhoudelijke nalevingskosten
Algemeen Milieu
0 50.000
Personeel
1.900
Veiligheid
7.300
Product
Totaal
670
59.870
Bron: EIM.
3.3
Nalevingskosten in verhouding tot bedrijfsomzet De gemiddelde omzet van het modelbedrijf Jachtbouw bedraagt € 1.200.000. De nalevingskosten die daar het eerste levensjaar van het modelbedrijf op jaarbasis tegenover staan bedragen afgerond € 91.500. Dit betekent dat de nalevingskosten 7,6% van de bedrijfsomzet bedragen.
1
16
Dit zijn eenmalige kosten. De structurele kosten op dit terrein zijn zeer beperkt.
4
De lunchroom
4.1
Beschrijving modelbedrijf Als modelbedrijf is gekozen voor een kleine lunchroom gevestigd in het centrum van een dorp of stad. De lunchroom bevindt zich in een bestaand pand en heeft een terras. Het pand had al een horecabestemming en er zijn geen grote verbouwingen aan de orde geweest. In de lunchroom wordt gefrituurd en er worden licht-alcoholische dranken verstrekt. Het is een familiebedrijf en zowel man als vrouw werkt in de lunchroom. Er zijn inmiddels 6 werknemers (3 fte's) in dienst. In de lunchroom wordt zachte achtergrondmuziek gedraaid.
4.2
Nalevingskosten In de tabellen 5 en 6 zijn de administratieve lasten en de inhoudelijke nalevingskosten van de lunchroom per domein van wet- en regelgeving beschreven. In bijlage V is per domein de onderliggende wet- en regelgeving nader uitgewerkt.
4 . 2 . 1 A d m in i st ra t i ev e la st en De belangrijkste domeinen wat betreft de lunchroom zijn de domeinen Gemeente/provincie en Personeel. Bij het domein Gemeente/provincie zijn de administratieve lasten die zijn veroorzaakt door het aanvragen van de exploitatievergunning het belangrijkst. Deze lasten bedragen 95% van de totale administratieve lasten van dit domein. Bij het domein Personeel zijn de administratieve lasten van de loonbelasting/werknemersverzekeringen en de administratieve lasten van het in dienst nemen van personeel goed voor bijna 95% van de administratieve lasten van dit domein. Tabel 5
Administratieve lasten van de lunchroom
Domein wetgeving
Administratieve lasten
Algemeen
317
Milieu
340
Personeel
6.661
Gemeente
4.890
Veiligheid
2.008
Totaal
14.216
Bron: EIM.
4 . 2 . 2 I nho ud e l i jk e na l ev i ng sk o st en Bij de inhoudelijke nalevingskosten van de lunchroom is het domein Milieu verantwoordelijk voor 57% van de totale inhoudelijke nalevingskosten. Onder dit domein vallen verplichtingen als het aan laten leggen van een vetputje, het laten aanleggen van een roestvrijstalen afzuigpijp en het laten aanleggen van een
17
vloeistofdichte vloer1. Onder het domein Veiligheid vallen alle inhoudelijke verplichtingen rondom de Hazard Analysis Critical Control Points (HACCP). Deze wettelijke verplichting valt onder de Warenwet. Vooral de aanschaf van de juiste messen en snijplanken zorgt voor hoge inhoudelijke nalevingskosten. Tabel 6
Inhoudelijke nalevingskosten van het jachtbouwbedrijf
Domein wetgeving
Inhoudelijke nalevingskosten
Algemeen Milieu
0 7.700
Personeel
235
Gemeente
1.200
Veiligheid
4.300
Totaal
13.435
Bron: EIM.
4.3
Nalevingskosten in verhouding tot bedrijfsomzet De nalevingskosten die het modelbedrijf in het startjaar kwijt is bedragen afgerond € 27.700. De bedrijfsomzet bedraagt het eerste jaar € 500.000. Het beslag dat de nalevingskosten leggen op de bedrijfsomzet bedraagt hiermee 5,5%.
1
18
Dit zijn in alle gevallen eenmalige kosten. Structureel wordt dit vervangen door onderhoudskosten, die veel lager zijn.
5
Conclusies
5.1
De nalevingskosten Wanneer we kijken naar de resultaten van dit pilotonderzoek (zie tabel 7), dan valt op dat het hospice ten opzichte van de andere twee modelbedrijven zowel met de administratieve lasten als met de inhoudelijke nalevingskosten het hoogst scoort. Niet alleen in absolute zin, maar ook wanneer de nalevingskosten worden afgezet tegen de bedrijfsomzet staat het hospice bovenaan. Dit betekent dat het hospice bijna een kwart van de omzet (inkomsten) kwijt is aan inhoudelijke nalevingskosten. Voor de hoge administratieve lasten valt dit te verklaren doordat het hospice binnen de zorgsector valt en daar in het kader van de bescherming van patiënten veel informatie moet worden vastgelegd. De hoge inhoudelijke nalevingskosten hebben mede te maken met voorzieningen die moeten worden aangeschaft om de werkzaamheden van het personeel minder belastend te maken. Wanneer de drie modelbedrijven op een rij worden gezet is het hospice ook het enige bedrijf dat geen winstoogmerk heeft. Tabel 7
Overzicht nalevingskosten en bedrijfsomzet, absoluut en als percentage
Nalevingskosten ten opzichte Type nalevingskosten
Bedrijfsomzet
van bedrijfsomzet (in %)
Administratieve lasten Hospice
€ 77.040
€ 1.600.000
4,8%
Jachtbouwbedrijf
€ 31.653
€ 1.200.000
2,6%
Lunchroom
€ 14.216
€ 500.000
2,8%
€ 122.909
€ 3.300.000
3,7%
Totaal
Inhoudelijke nalevingskosten Hospice
€ 285.619
€ 1.600.000
17,9%
Jachtbouwbedrijf
€ 59.870
€ 1.200.000
5,0%
Lunchroom
€ 13.435
€ 500.000
2,7%
€ 358.924
€ 3.300.000
10,9%
€ 362.659
€ 1.600.000
22,7%
Jachtbouwbedrijf
€ 91.523
€ 1.200.000
7,6%
Lunchroom
€ 27.651
€ 500.000
5,5%
€ 481.833
€ 3.300.000
14,6%
Totaal
Totale nalevingskosten Hospice
Totaal
Bron: EIM.
19
5.2
Gevolgen nalevingskosten voor toetreders Voor toetreders binnen de zorg, specifiek het hospice, is het belangrijk om een hoog startkapitaal te hebben. Bij start van de onderneming moet er namelijk flink geïnvesteerd worden in aanschaf van allerlei apparatuur en werktuigen. Dat is heel duidelijk te zien wanneer gekeken wordt naar de inhoudelijke nalevingskosten ten opzichte van de bedrijfsomzet (17,9%). Wanneer men een bestaand hospice overneemt zijn deze inhoudelijke nalevingskosten echter een stuk beperkter. Nieuwe ondernemingen in de jachtbouw zijn het eerste jaar aan nalevingskosten 7,6% van de omzet kwijt. Dit is een percentage dat voor toetreders relatief minder problemen oplevert. Voor de lunchroom is het aandeel van de inhoudelijke nalevingskosten 5,5% van de bedrijfsomzet. In deze sector zijn de kosten relatief minder een belemmering voor toetreders.
5.3
Beleving van ondernemers De beleving van ondernemers is uitgevraagd tijdens de face-to-face gesprekken voordat de resultaten van de pilot, de nalevingskosten, bekend waren. Tijdens de face-to-face gesprekken gaven de ondernemers in alledrie de branches aan weinig specifieke klachten te hebben over de nalevingsverplichtingen. De hospices ervaren de administratieve verplichtingen wel als zwaar: niemand snapt het precies en er zijn jaarlijks veranderingen. De verwerking per dag van financiële gegevens zoals geëist door de AWBZ wordt als belastend ervaren. Door de jachtbouwondernemers werden opmerkingen gemaakt over het 'bewijs eigen vervoer'. Dat is een bewijs dat aantoont dat men alleen eigen gereedschap vervoert (deze verplichting is niet meer van kracht). Deze aanvraag ervoeren ondernemers als onzinnig. Ook de kilometerregistratie zorgde voor irritatie bij de ondernemers. Als laatste werd door ondernemers uit de jachtbouw de doorlooptijd van de verplichtingen voortvloeiend uit de Wet Milieubeheer als erg lang ervaren. Daarbij speelt ook omzetderving bij bezwaren van inspecteurs een rol. De brancheorganisatie bracht nog naar voren dat de procedure bij het in dienst nemen van een buitenlandse werknemer als complex en langdurig ervaren wordt. Een lunchroomeigenaar ergerde zich aan het feit dat er precariobelasting moest worden betaald voor het schilderen van de naam van de onderneming op het raam. Verder waren er geen specifieke klachten, maar er werd wel melding gemaakt van het gevoel dat er steeds meer regels en registratieve handelingen komen; men voelt zich meer ambtenaar dan ondernemer.
5.4
Leerpunten uit dit pilotonderzoek Na bestudering van de resultaten van deze pilot worden een aantal punten duidelijk waarmee tijdens volgend onderzoek zeker rekening gehouden moet worden: − De keuze van het modelbedrijf met zijn specifieke kenmerken is sterk bepalend voor het resultaat. Hier moet zeer zorgvuldig mee omgegaan worden, zodat ten minste de (op voorhand) omvangrijkste nalevingskosten uitgevraagd kunnen worden.
20
− Het onderzoek kent beperkingen in dat verband omdat alleen wetgeving wordt meegenomen die tijdens de face-to-face gesprekken wordt genoemd. − Vooraf is bij ondernemers niet duidelijk hoe hoog de nalevingskosten van verplichtingen zijn; het zou daarom beter zijn om aan de hand van de berekening van de kosten nogmaals naar de perceptie van ondernemers te vragen. − Het beperken van inhoudelijke nalevingskosten tot meerkosten (uitgaven die het bedrijf niet zou doen als dat niet verplicht was) geeft een eerlijker beeld van deze kosten8.
8
Zie ook bijlage I, de passage over het model Sirocco.
21
BIJLAGE I
Inhoudelijke nalevingskosten
Met het opleggen van inhoudelijke verplichtingen aan het bedrijfsleven beoogt de overheid direct de realisatie van de publieke doelen zelf, uiteraard voor zover het bedrijfsleven daarbij is betrokken. Inhoudelijke verplichtingen zijn alle wettelijke verplichtingen van het bedrijfsleven om direct te voldoen aan normen, standaarden, gedragscodes en alle overige eisen gericht op het borgen van publieke doelen Hierbij gaat het om de bescherming van het milieu, de gezondheid, de veiligheid, de privacy, de integriteit en alle overige publieke doelen waarvan de realisatie mede afhankelijk is van gedragingen van en toestanden in bedrijven en hun relevante omgeving (andere bedrijven, werknemers, cliënten, patiënten etc.). Deze verplichtingen zijn vastgelegd in wet- en regelgeving van de overheid, inclusief de Europese Commissie, en door de overheid daartoe aangewezen instanties (bestuursorganen e.d.). De inhoudelijke nalevingskosten zijn dus de te kwantificeren kosten, waarbij het gaat om de kosten van in wet- en regelgeving vastgelegde specifieke eisen (normen, voorschriften, procedures en dergelijke) met betrekking tot het gedrag van personen en toestanden van gebouwen, productiemiddelen c.q. het proces van productie of dienstverlening, inrichting van de administratie anders dan om direct te voldoen aan informatieverplichtingen aan de overheid, producten en/of diensten. Op basis van beschikbare EIM-kennis is een lijst samengesteld met wet- en regelgeving waaruit voor de betreffende modelbedrijven inhoudelijke nalevingskosten voort kunnen komen. Tijdens dit onderzoek zijn aan de hand van de opgestelde lijsten met wet- en regelgeving, de inhoudelijke nalevingskosten gekwantificeerd middels gesprekken met ondernemers die met deze kosten te maken hebben gehad.
S I RO C C O Na beëindiging van het in deze rapportage beschreven pilotonderzoek heeft EIM het meetmodel SIROCCO ontwikkeld. SIROCCO is een model om de inhoudelijke nalevingskosten van een wet, een AMvB of een ministeriële regeling te meten. SIROCCO kent een open structuur en is niet afgestemd op de specifieke beleidsdomeinen van een bepaald departement van een bepaald land. Door zijn open structuur faciliteert SIROCCO: − het op een gedetailleerde wijze inzichtelijk maken van wettelijke verplichtingen en bijbehorende inhoudelijke nalevingskosten van een geselecteerde wet of regeling; − dat inzicht wordt verkregen in de uitgangspunten en de basisgegevens waardoor (effecten van) reductievoorstellen goed kunnen worden gekwantificeerd; − dat alternatieven van voorgenomen wet- en regelgeving en de bijbehorende effecten gemakkelijk kunnen worden doorberekend;
23
− dat snel en betrouwbaar (voor de geselecteerde wetten en regelingen) kan worden gerapporteerd over de ontwikkeling van de inhoudelijke nalevingskosten gedurende een kabinetsperiode. Het belangrijkste verschil met de hier gehanteerde aanpak is dat in de inhoudelijke nalevingskosten uitsluitend de integrale inhoudelijke nalevingskosten zijn betrokken. Bij SIROCCO wordt ook nader ingegaan op een splitsing van deze kosten in een deel bedrijfseigen en een deel bedrijfsvreemde kosten.
24
BIJLAGE II
Administratieve lasten
Om de publieke belangen te kunnen waarborgen legt de overheid aan het bedrijfsleven en aan burgers verplichtingen op tot het doen of nalaten van activiteiten of gedragingen (inhoudelijke verplichtingen) en daarnaast verplichtingen tot het verschaffen van informatie over die activiteiten en gedragingen (informatieverplichtingen). Aan bovengenoemde verplichtingen kunnen kosten verbonden zijn. Alleen de kosten die voortvloeien uit informatieverplichtingen leiden tot administratieve lasten. Definitie administratieve lasten voor bedrijven: Administratieve lasten zijn de kosten voor het bedrijfsleven om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. De kernbegrippen uit de definitie zijn: informatieverplichtingen, wet- en regelgeving en bedrijfsleven. − Een informatieverplichting is een verplichting tot het informeren over handelingen en gedragingen ten aanzien van een maatschappelijk waardevol geachte norm (Nijsen, 2003). − Wet- en regelgeving bestaat uit: algemeen verbindende voorschriften (wetten, AMvB's, ministeriële regelingen) en beleidsregels. − Het bedrijfsleven bestaat uit alle sectoren van de economie, met uitzondering van de publieke delen van het openbaar bestuur, overheidsdiensten en de verplichte sociale verzekeringen (SBI '93 code 75), en het onderwijs (SBI '93 code 80). Voor deze uitzonderingen geldt dat de private onderdelen erin wél onder het bedrijfsleven vallen. Het criterium hierbij is de vraag of organisaties al dan niet kostendekkend zijn. Is dit het geval, dan is er sprake van bedrijfsleven.
S ta nda a r dk o st en mo de l Voor het meten van de administratieve lasten van het bedrijfsleven kan al geruime tijd worden beschikt over het zogenoemde 'Standaardkostenmodel'1 (SKM). Analyses van de administratieve lasten met behulp van het SKM worden gekenmerkt door veel aandacht voor detail. Door wet- en regelgeving te analyseren met behulp van het SKM wordt inzichtelijk: − welke informatieverplichtingen voortvloeien uit de wet- en regelgeving; − welke handelingen een ondernemer moet verrichten om aan de informatieverplichting te voldoen; − hoeveel tijd en kosten deze handelingen met zich meebrengen voor de ondernemer.
1
Regiegroep Regeldruk, Meten is weten. Handleiding voor het definiëren en meten van administratieve lasten voor het bedrijfsleven, Den Haag.
25
Deze aanpak maakt het mogelijk om precies aan te wijzen op welke onderdelen van de onderzochte wet- of regelgeving administratieve lasten optreden. Omgezet naar een formule krijgt de bovenstaande basis de volgende vorm: Berekening administratieve lasten: Totale adm. lasten van een wet
=
som van de kosten per informatieverplichting
Kosten per informatieverplichting
=
som van de kosten per handeling
Kosten per handeling
=
P * Q
P wordt hierbij gedefinieerd als de kosten van een administratieve handeling en Q als het aantal keren dat de administratieve handeling wordt uitgevoerd.
26
BIJLAGE III
Hospice Tabel 8
Administratieve lasten en inhoudelijke nalevingskosten van het hospice
Wetgeving
Administratieve lasten
in euro's Inhoudelijke nalevingskosten
in euro's
Algemeen: Handelsregisterwet
Inschrijving KvK + opgaaf be-
152
stuurders Jaarrekening
9.000
Totaal algemeen
9.152
Milieu:
0
Geen milieuvergunning/
Afval gescheiden houden, huur
-melding
container en verwijdering
Totaal Milieu
0
1.200
1.200
Personeel : In dienst nemen werknemers
16 vaste werknemers
Pensioen en Spaarfondswet
Afdracht en inhouding
8.370 600
Arbeidstijdenwet
Ziekmeldingen
en betermeldingen
194
Ondernemingsraden
Mededeling besluit
13
Dienstrooster vaste krachten
143
Dienstrooster vrijwilligers
840
Voor- en regulier overleg + voor-
10.460
bereiding. Opleiding Loonbelasting en Werknemers- Maandelijkse aangifte
5.846
verzekeringen Arbo
RI&E
Totaal personeel
8.487
Aanschaf tilwerktuigen
10.000
Scholing personeel door fysio
2.520
Hoge en lage bedden
9.000
23.510
32.963
Veiligheid: Vergunning gebruik van pand
Aanvragen Brandweercontrole
1.468 140
Ontruimingsplan Inbouwen lift
800 30.000
Jaarlijkse test brandblusapparatuur
900
en voorlichting Aanleg blusinstallaties Alarmlijn naar brandweer
70.000 1.200
10 blusdekens Rescuesheets
120 1.350
Cursus brandmeldinstallatie Cursus bedrijfshulpverlening (>50
375 5.266
pers.) Bewegwijzering, noodverlichting
10.000
Jaarlijkse brandoefening
280
27
Wetgeving
Administratieve lasten
in euro's Inhoudelijke nalevingskosten Opslag zuurstoffles
Legionellaregelgeving
Legionellabestrijding: brandslang
in euro's 400 13.175
met terugkoppeling en nieuwe leidingen en jaarlijks testen HACCP/Warenwet
Temperaturen en etikettering
Totaal veiligheid
1.608
785 134.651
Zorgspecifiek: Subsidie palliatieve zorg
Aanvraag bij VWS, incl. be-
400
zoek aan declaratiehouder t.b.v. vrijwilligers AWBZ
Rapportage en bijhouden van
12.775
Aanschaf applicatie
9.000
Kwaliteitssysteem, ontwikkeling
7.500
verslagen in het elektronisch klantdossier Wet op de lijkbezorging
Schouwen, 15 min.
1.225
Wet maatschappelijke onder-
Declaraties thuiszorg huishou-
3.250
steuning
delijke hulp
Kwaliteitswet zorginstellingen
Systematisch verzamelen en
24.000
registreren van gegevens over
klachtenprocedure, Mip-regeling,
de kwaliteit van de zorg
medicatiefouten Aanschaf pospoeler
Richtlijn Infectiepreventie
15.000
Onderhoud pospoeler
1.000
Aanschaf noodaggregaat
3.500
Patiënten oproepsysteem
12.500
Jaarlijkse kosten systeem
1.000
Ter voorkoming van MRSA hebben
28.744
verpleegkundigen per gast 15 min. meer nodig Wet op de geneesmiddelen-
Aanschaf opiatenkast
400
voorziening Controle verpleegkundige en klaar-
12.775
zetten medicijnen BIG-registratie
Bij indiensttreding moet regi-
Totaal zorgspecifiek
1.120
Jaarlijkse scholing medisch hande-
stratie worden overlegd en
lingen. 9 pers. 2 uur p/j en inhuren
toegevoegd in dossier
deskundigheid 42.770
5.566
96.985
Cliënten:
Bewaarplicht cliënten
158
Privacy
Archiefkast
500
Behandeling privacy cliënten Totaal cliënten
TOTAAL hospices
Bron: EIM
28
19.162
0
19.820
77.040
285.619
BIJLAGE IV
Jachtbouw
Tabel 9
Administratieve lasten en inhoudelijke nalevingskosten van het jachtbouwbedrijf
Wetgeving
Administratieve lasten
in euro's
Inhoudelijke nalevingskosten
in euro's
Algemeen: Handelsregisterwet
BV
38
Omzetbelasting
Aanvraag nummer
67
Aangifte maandelijks Vennootschapsbelasting en
Accountant
Wet op de Inkomstenbelasting
Boodschappenauto kilometer-
636 4.000 213
registratie per mnd 15 min., 1 rit per dag Aanvraag SIEV-vignet (inmid-
20
dels afgeschaft) CBS enquête
Diverse
Totaal algemeen
300 5.274
0
Milieu: Wet Verontreiniging Opper-
Aanvraag vergunning
977
Aanvraag vergunning
8.800
Onderzoekskosten
1.200
vlaktewateren Wet Milieubeheer
Vloeistofdichte vloer (50x20) Oliehoudend afval (poetsdoeken,
30.000 1.200
verfblikken etc.) Bedrijfsafval
1.600
Aanschaf verfcontainer
6.000
Roetafzuiger voor lassers Totaal milieu
9.777
10.000 50.000
Personeel: In dienst nemen werknemer
6 werknemers
Wet op de identificatieplicht/
Kopie dossier
3.139 35
Wpr persoonsregistratie Ziekmeldingen
+ betermeldingen
194
Loonbelasting/werknemers-
Aangifte 12x
3.139
Risico-inventarisatie
8.487
verzekering Arbo/Poortwachter
Keuring heftruck en kraan Gehoorbescherming, bril, gelaats-
500 1.200
bescherming, maskers, veiligheidsschoenen en overalls Het keuren van klein hijsgereed-
200
schap leidt tot certificaat Totaal personeel
14.994
1.900
29
Wetgeving
Administratieve lasten
in euro's
Inhoudelijke nalevingskosten
in euro's
Veiligheid: Gebruiksvergunning
Aanvragen Bezoek van de brandweer
Totaal veiligheid
1.468
Testen brandblusapparatuur
300
140
Noodverlichting en routering
7.000
1.608
7.300
Product: Wet pleziervaartuigen (CE-regelgeving)
Stickertje en kopie handleiding
1
100
voor kosten klant Geen keuring schip <12 m.
0
(module A-bis) Documenten en certificaat Totaal product
TOTAAL jachtbouw
0
670
31.653
59.870
Bron: EIM.
1
30
570
Tijdens de face-to-face gesprekken met ondernemers zijn deze verplichtingen niet genoemd/herkend.
BIJLAGE V
Lunchroom
Tabel 10
Administratieve lasten en inhoudelijke nalevingskosten van de lunchroom
Wetgeving
Administratieve lasten
in euro's
Inhoudelijke nalevingskosten
in euro's
Algemeen: Handelsregisterwet
Inschrijven IB-ondernemer
38
Omzetbelasting
Aanvraag BTW-nummer
67
Kwartaalaangifte Totaal algemeen
212 317
0
Milieu: Milieu melding 8.40 in kader
Melding
340
Vloeistofdichte vloer (10x5)
900
Wet Milieubeheer Vetputje met abonnement
3.500
Reiniging vetputje Roestvrijstalen afzuigpijp Totaal milieu
340
800 2.500 7.700
Personeel: In dienst nemen werknemer
6 personeelsleden parttime
3.139
Ziekmeldingen
en betermeldingen 12 mel-
194
dingen Loonbelasting en werkne-
Afdracht maandelijks
3.139
merspremies Arbo
RI&E
189
Oogspoeldouche
35
Opleiding BLHV
Totaal personeel
200
6.661
235
Gemeente: Uitstal- en terrasverordening,
Aanvragen + tekening
176
precario Exploitatievergunning/
Aanvragen
4.664
Aanvragen
50
Opleiding sociale hygiëne
200
Drank- en Horecawet Drank- en horecavergunning Bedrijfsafval
'Abonnement samen met de buren'
Totaal gemeente
4.890
1.000 1.200
Veiligheid: Gebruiksvergunning
Aanvragen Brandweercontrole
1.468 140
Abonnement brandblussers
600
Noodverlichting
200
Noodverlichting
200
31
Wetgeving
Administratieve lasten
Haccp/Warenwet
Aantekeningen in koelings-
in euro's 300
logboek
Inhoudelijke nalevingskosten Temperaturen, inkomende contro-
in euro's 800
le, hygiëneboek aanschaffen en bijhouden Aanschaf snijplanken, messen
Controle elke 2 jaar Totaal veiligheid
Totaal lunchroom Bron: EIM.
32
2.500
100 2.008
4.300
14.216
13.435
De resultaten van het Programma MKB en Ondernemerschap worden in twee reeksen gepubliceerd, te weten: Research Reports en Publieksrapportages. De meest recente rapporten staan (downloadable) op: www.ondernemerschap.nl.
Recente Publieksrapportages A200807
1-9-2008
Stimulering van ondernemerschap in middelgrote gemeenten
A200806
1-9-2008
HRM-beleid in het MKB
A200805
8-7-2008
Global Entrepreneurship Monitor 2007 the Nether-
A200804
14-7-2008
Kleinschalig Ondernemen 2008
A200803
26-6-2008
Ondernemerschap in de regio
A200802
27-3-2008
Herstructurering van winkelgebieden
A200801
25-2-2008
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid
A200714
21-12-2007
Technologiebedrijven in het MKB
A200713
19-12-2007
MKB in regionaal perspectief
A200712
15-11-2007
Voor het gewin of voor het gezin?
A200711
7-11-2007
A200710
25-10-2007
A200709
13-9-2007
A200708
21-6-2007
Kleinschalig Ondernemen 2007
A200707
21-6-2007
Global Entrepreneurship Monitor 2006 Nederland
A200706
13-6-2007
Een eigen bedrijf: loon naar werken?
A200705
10-5-2007
Internationale benchmark ondernemerschap
A200704
5-4-2007
Dat loont!
A200703
5-3-2007
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid
A200702
1-3-2007
Flexibele arbeid in het MKB
A200701
8-1-2007
Entrepreneurship in the Netherlands;
lands
Van onbemind tot onmisbaar Ondernemen in de Sectoren Ondernemerschap in het primair en voortgezet onderwijs
High growth enterprises; Running fast but still keeping control A200613
8-1-2007
A200612
januari 2007
Geef richting, geen regels!
A200611
22-9-2006
Ondernemen in de Sectoren
A200610
18-9-2006
Met ervaring aan de start
A200609
20-7-2006
Global Entrepreneurship Monitor 2005 Nederland
A200608
18-9-2006
Pensioen voor ondernemers
A200607
24-7-2006
MKB regionaal bekeken
A200606
19-7-2006
MKB in regionaal perspectief 2006
A200605
29-6-2006
De externe adviseur bij bedrijfsoverdrachten in
A200604
19-6-2006
Kleinschalig Ondernemen 2006
A200603
17-5-2006
Internationale Benchmark 2005
A200602
12-4-2006
Bedrijfsopleidingen geen weggegooid geld
A200601
20-3-2006
Een blik op MKB en Ondernemerschap in 2015
A200516
14-2-2006
Small Business Governance
A200515
16-1-2006
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid;
A200514
9-1-2006
A200513
14-12-2005
Bedrijfsgroei in Nederland
het MKB
Periode 1987-2005 Kritisch kopen in het MKB Financiering van bedrijfsinvesteringen problema-
33
tisch, of niet? A200512
31-1-2006
Entrepreneurship in the Netherlands, Business
A200511
8-11-2005
Internationale Benchmark Ondernemerschap 2004
A200510
3-11-2005
Transsectorale innovatie door diffusie van techno-
A200509
6-10-2005
Creatieve bedrijvigheid in Nederland
A200508
20-9-2005
Ondernemen in de Sectoren
A200507
1-9-2005
Meer MKB-bedrijven in openbare aanbestedingen?
A200506
19-7-2005
Het Nederlandse MKB en de uitbreiding van de EU
A200505
6-10-2005
Entrepreneurship in the Netherlands; SMEs and
A200504
27-6-2005
Kleinschalig Ondernemen 2005
A200503
15-6-2005
Aandacht voor ondernemerschap in het HAVO- en
A200502
17-5-2005
transfer
logie
International co-operation
VWO-onderwijs Nieuw ondernemerschap in herstel: Global Entrepreneurship Monitor 2004 A200501
26-4-2005
Spin-offs van grote bedrijven in Nederland
A200417
11-4-2005
Voorbeeldig ondernemen bij bedrijfsoverdracht in
A200416
12-4-2005
MKB-locaties
A200415
29-3-2005
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid
A200414
24-3-2005
Internationalisering in het Nederlandse MKB
A200413
21-3-2005
MKB in een periode van deflatie; risico's en stra-
het MKB
tegieën A200412
9-3-2005
A200411
17-2-2005
De bron van vernieuwing
A200410
25-4-2005
Oudere versus jongere starters
A200409
5-1-2005
A200408
18-11-2004
Succesvol op weg op de elektronische snelweg!!
A200407
14-3-2005
Toetredingsbarrières in de praktijk: Veranderin-
Ondernemen in de zorg
De kracht van de organisatie
gen in de hoogte van toetredingsbarrières in het notariaat en de makelaardij A200406
12-10-2004
Ga direct naar een standaard reïntegratietraject,
A200405
14-9-2004
Ondernemen in de Sectoren
A200404
11-8-2004
Innovatief ondernemerschap en de rol van de
A200403
11-8-2004
A200402
5-7-2004
A200401
22-6-2004
Monitor Administratieve Lasten Bedrijven 2003
A200318
15-6-2004
Maatschappelijk verantwoord ondernemen in het
A200317
28-5-2004
Wordt de spoeling dun?
A200316
22-4-2004
Entrepreneurial Attitudes Versus Entrepreneurial
A200315
10-3-2004
Rechtsvormkeuze in het MKB
A200314
12-3-2004
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid - periode
ga niet langs start
brancheorganisaties: Een exploratieve toets Starten in de recessie Kleinschalig Ondernemen 2004
midden- en kleinbedrijf
Activities (GEM)
1987-2002
34
A200313
18-2-2004
Het Eureka-gevoel van ICT-gebruik
A200312
12-2-2004
Ondernemen in het Ambacht 2004
A200311
10-2-2004
Ondernemen in de Industrie 2004
A200310
5-2-2004
A200309
22-1-2004
A200308
20-1-2004
Ondernemen in de Diensten 2004 Onevenredig belast! Administratieve lasten in het kleinbedrijf 2002 Ondernemen in de Detailhandel 2004
35