NAJAAR 2014
TWISTƎ THEMANUMMER:
KUNSTTALEN
VAN DE VOORZITTER
VOORWOORD Lieve leden, Eigenlijk wilde ik dit het fârwoord noemen, maar dat vonden mijn bestuursgenoten weer net iets te fâr gaan… Het is hoe dan ook een eer om jullie al toe te mogen spreken, nog voordat ik mij officieel heb voorgesteld. Want laten wij wel duidelijk wezen, je bent pas écht bestuurslid als je een voorstelstukje heb geschreven voor de TWISTER. Dit zal ik zo doen, dus de volgende pagina is voor mij nog net zo’n grote verrassing als voor jullie.
houd vooral de TWagenda in de gaten!
Ons bestuur ‘Fârfâf’ is al sinds de ALV van september actief, en we zijn al heel wat activiteiten verder. Zo zijn we op eerstejaarsweekend geweest, hebben we gespeeddatet, hebben we ons 12,5 jarige jubileum gevierd, is er een carrièremiddag georganiseerd en zijn er nog veel meer kleinere activiteiten geweest, waarvan je enkele verslagen kan vinden in deze TWISTER. We hebben een recordaantal nieuwe leden, waarvan veel leuke en enthousiaste eerstejaars. De commissies Deze TWISTER heeft als thema zijn dit jaar goed gevuld, en ik kan alvast ‘kunsttalen’, wat erg leuk is omdat wij als verklappen dat er nog heel wat leuke acbestuur ‘Fârfâf’ onze wortelen in een kun- tiviteiten zullen volgen. sttaal hebben. Onze naam komt namelijk uit het Spokaans, de taal die bedacht en Veel plezier met het lezen van deze uitvoerig beschreven is door Rolandt TWISTER! Tweehuysen. Eigenlijk zou hij afgelopen oktober naar Leiden komen om ons Tot snel, uitvoerig te vertellen over het Spokaans en Spokanië. Helaas kon deze lezing niet Maxime Tuling doorgaan, wat tot de geruchten heeft geleid dat het Spokaans met uitsterven bedreigd wordt! (Er is zelfs een vereniging opgericht tegen het uitsterven van de taal: Ânt-Spokânda-Dodos.) De taal is echter nog zo levend als hij kan zijn en volgend jaar zal meneer Tweehuysen alsnog zijn opmars maken in Leiden, dus
OM TE BEGINNEN
INHOUDSOPGAVE Voorwoord ................................................................................................. 2 Maxime Tuling Voorstel van het nieuwe bestuur ...................................................................... 4 Fârfaf De taalwetenschap van programmeertalen .......................................................... 7 Gosse Minnema Een octodecimaal telsysteem in het Nederlands .................................................. 12 Gerard Spaans Achter de schermen bij het INL ...................................................................... 16 Maxime Tulling Toki Pona ................................................................................................. 18 Marc Michels Interview met een AIO ................................................................................. 21 Gerard Spaans en Gosse Minnema Afrikadag ................................................................................................. 25 Isabella Jordanoska Spokaniëlezing bij InTenS ............................................................................. 27 Maartje Lindhout Over het Klingon en zijn sprekers ................................................................... 30 Isabella Jordanoska KersTWistkleurplaaTWedstrijd & AnsichTWedstrijd .............................................. 33
COLOFON TWISTER is het tijdschrift van T.W.I.S.T., de studievereniging voor (Vergelijkende Indo-Europese) Taalwetenschap en Talen en Culturen van Afrika. Redactie Gerard Spaans / Isabella Jordanoska / Ginger Haasbroek / Marc Michels / Gosse Minnema Vormgeving Gosse Minnema Reacties en kopij
[email protected]
Studievereniging TWIST Postbus 9515 2300 RA Leiden studieverenigingtwist.nl
[email protected] De redactie heeft getracht van alle beeldmaterialen de rechthebbenden te achterhalen. In gevallen waar dit niet is gelukt, alsmede gevallen waarin gepubliceerde artikelen u onrechtmatig voorkomen, wordt u verzocht contact op te nemen. TWISTER behoudt zich uiteraard het recht voor om ingezonden artikelen in te korten en/of te wijzigen, of publicatie te weigeren.
NIEUW BESTUUR
FÂRFÂF Bestuur Sinds september heeft T.W.I.S.T. weer een nieuw bestuur: Maxime Tulling, Mariannne de Heer Kloots, Gerard Spaans en Gouming Martens zijn Fârfaf. Ze stellen (sTWellen?) zich graag aan jullie voor!
FÂRZITTER: MAXIME TULLING Hallo allemaal, daar ben ik weer. Ik hoop dat de meesten van jullie mij al kennen (anders moet ik toch iets meer aan PR gaan doen), maar ik ben Maxime en vervul dit jaar de rol van voorzitter (of liever: fârzitter) binnen de vereniging. Ik ben 21 jaar, heb net de BA Taalwetenschap in Leiden afgerond en zit nu in mijn eerste jaar van de Research Master in Linguistics hier. Ik houd van dieren (behalve dat kleine grut met meer dan vier poten), kleuren (vooral roze) en mijn taalkundige passie zijn sentence final particles (SFPs). Ik ben vooral geïnteresseerd in syntaxis en neurocognitive taalwetenschap, en hoop mij verder te kunnen verdiepen in syntactische verwerking.
gane grond in van Wijkplaats 2. (Sommige mensen denken dat dit een openbare koffiekamer is, maar waar ze dat idee nu vandaan halen?) Ook heb ik een eigen e-mailaccount! Je kan me altijd bereiken door een mailtje te sturen naar:
[email protected]. Ik heb alle vertrouwen in dit bestuur, heb geweldige bestuursgenoten en ik ben benieuwd naar wat dit jaar ons nog allemaal gaat brengen. Het wordt een fârrukkelijk jaar!
SECRETARIS: MARIANNE DE HEER KLOOTS Lieve leden,
Ik neem mijn rol als voorzitter van T.W.I.S.T. ernstig serieus, wat in praktijk vooral betekent dat ik met hamers op tafels ram, bij iedere borrel liters appelsap achterover sla, flauwe woordgrappen bedenk en bij elke activiteit te pas en te onpas de TW probeer te inserTWeren.
Ik ben Marianne, en dit jaar typ ik elke maand de mailtjes die beginnen met ‘Lieve leden’ - ik ben dus Secretaris. (Maxime beweert hierboven blijkbaar dat zij de veranTWoordelijke is voor onze buitengewoon kosTWelijke TWoordspelingen, maar dat is natuurlijk onzin; het mag duidelijk zijn dat ik hierachter de enige echte autoriteit ben.) Naast de Als je me iets wil vragen kan je altijd maandmails verstuur en lees ik ook de langskomen bij mijn kantoor, op de be- andere mails, en houd ik onze niet4
NIEUW BESTUUR digitale post bij door regelmatig het PosTWakje te legen. Oh, en ik weet alles over iedereen, want ik beheer ook de ledenlijst. En het Facebookaccount. Tenslotte maak ik altijd erg nauwkeurige en volledige notulen van onze bestuursvergaderingen, en van de ALVs. En ik twerk aan de nieuwe TWebsite. Verder zit ik op dit moment in het TWeede jaar van mijn bachelor Taalwetenschap en ik doe de specialisaties Taalbeschrijving en Taal & Cognitie (en soms pluk ik een stukje VIET mee). Dat vind ik gelukkig heel leuk want in mijn vrije tijd studeer ik eigenlijk meestal ook. Maar ik doe ook wel andere dingen hoor. Geloof ik. Ik hou van reizen en tekenen en kleurtjes (behalve roze). Ik word ook erg blij van plekken waar veel boeken zijn, en als ik mensen eten kan geven. Er ontbreekt eigenlijk niks aan mijn leven, behalve dan die ene Spaanse versie van Mambo no. 5 waar ik al anderhalf jaar naar op zoek ben. Je zou me midden in de nacht wakker kunnen maken, maar waarschijnlijk ben ik dat dan al, want slapen is voor stervelingen. Je kunt me dus direct bellen als je die Spaanse versie van Mambo no. 5 hebt gevonden. Maar je kunt ook altijd met me praten over het leven, slechte films, correct puntkommagebruik, moderne kunst, of over de sociale infrastructuur van San Jose Chinantequilla, ofzo. Daar weet ik alleen niet zo veel over, maar ik sta overal voor open. Het basketbalveld is er trouwens wel heel creepy. En ja Gerard, Turkse tortels zijn ook best leuk. Ok doei!
PENNINGMEESTER: GERARD SPAANS Hoi! Ik ben Gerard en aan mij is dit jaar de taak goed op het geld van de vereniging te passen. Ik ben eerstejaars Taalwetenschapstudent en ik houd erg veel van taal en van uilen (en van turkse tortels! Alleen zie ik er helaas niet meer zo veel de laatste tijd, maar dat kan komen omdat ik niet meer zoveel buiten kom...). Naast de eerstejaarsvakken die ik nog moet doen volg ik het traject VIET, en nog enkele vakken van Beschrijving en Cognitie en een vak van Russisch. Vorig jaar studeerde ik nog Wiskunde, maar toen ik eenmaal van de zoete honing van de studie Taalwetenschap had mogen proeven, kon ik er niet meer van afblijven! Zodoende ben ik overgestapt. Het leukste aan deze studie vind ik de grote passie voor het vakgebied, die bij de meeste taalwetenschappers aanwezig is. Zo’n passie kan ik altijd enorm waarderen! Naast mijn studie heb ik momenteel helaas nogal weinig (i.e. geen) tijd voor overige hobby’s, maar ik doe mijn best om volgend semester wat minder om handen te hebben. Dan kan ik eindelijk weer allerlei leuke nietstudiegerelateerde dingen doen, zoals lekkere dingen bakken, dagjes weg en plezier hebben! Soms vergeet ik dat je dat soort dingen als mens gewoon nodig hebt... Tot nu toe is dit een erg leuk collegejaar, en ik heb er alle vertrouwen in dat dit zo blijft! En moge De Taal jullie hart verwarmen en door de winter heen helpen! O, en over de TW-grappen: Marianne heeft gelijk; zij bedenkt minimaal 90% van onze TW-grappen.
5
NIEUW BESTUUR
ASSESSOR: GOUMING MARTENS Komend jaar zal ik, Gouming, jullie assessor zijn! Ik ben dus Gouming en op het moment doe ik het eerste jaar van de research master Linguistics. Binnen taalwetenschap ben ik vooral geïnteresseerd in de Chinese dialecten/talen en de minderheidstalen in Zuidoost-Azië. In de toekomst zie ik mijzelf dan ook ergens rondzwerven in China. Mocht je nou ook eens een keer in de rimboe van China terechtkomen, dan is de kans groot dat je mij tegenkomt. Maar naast toontalen in Azië heb ik ook een zwak voor dé toontaal van het Nederlands, namelijk het Limburgs. Niet geboren maar wel getogen in Limburg, blijft Limburg mij altijd dichtbij. Ik houd ook van ander soort tonen, zoals Toon Hermans, mijn ringtoon en alles dat tonen kan maken. Iedereen die mij kent weet dat bij mij rare muziekinstrumenten uit de hele wereld de boventoon voeren. Voor de rest ben ik heel normaal (of anders gezegd: niet veel gekker dan andere taalwetenschappers). Dus mocht je een vraag hebben over Limburg of over China, of iets totaal anders: schroom dan niet om op mij af te stappen. Als assessor ben ik er namelijk ook voor de leden.
<<<
6
ARTIKEL
DE TAALWETENSCHAP VAN PROGRAMMEERTALEN Gosse Minnema Programmeertalen zijn misschien niet de eerste ‘kunsttalen’ waar maar ze zijn misschien wel de belangrijkste. Maar wat moet de taalwetenschap hiermee? Ik ging op onderzoek uit in de duisterste (en minder duistere) krochten van het internet.
HET BEGIN: VAN PĀNINI NAAR CHARLES BABBAGE We beginnen bij het begin. De basis voor de moderne informatica werd misschien wel gelegd door Pānini, de Indiase grammaticus die in de 5e eeuw een grammatica van het Sanskrit opstelde. Deze grammatica is niet alleen nog steeds belangrijk voor de taalwetenschap (Chomsky schijnt gezegd te hebben dat de grammatica van Pānini de oudste generatieve grammatica was), maar ook voor de informatica. Pānini’s werk was namelijk niet alleen een beschrijving van het Sanskrit, maar kan, volgens een wetenschappelijk artikel uit 1993, ook gezien worden als een soort machine die woorden en zinnen kan genereren. In het artikel wordt betoogd dat “[a]s in any formal system, the structure [van Pānini’s grammatica, GM] consists of definitions, theorems (linguistic facts), and meta-theorems (rules regarding rules) [...] Note that a computer program has exactly the same general features of context-sensitive rules, recursion, and sequential rule application.” Je zou dus kunnen zeggen dat een (heel
vroege) taalwetenschapper als eerste iets schreef dat een beetje op een modern computerprogramma leek. Maar pas veel later begon de ontwikkeling van ‘echte’ computers een beetje op gang te komen. Letterlijk is een ‘computer’ een rekenapparaat (van het Latijnse computare ‘berekenen’), en zulke apparaten bestonden al heel lang -- denk bijvoorbeeld aan telramen (volgens Wikipedia al in het derde millennium voor Christus uitgevonden) -- maar tot in de zeventiende eeuw gebeurde er weinig. In 1642 bouwde Blaise Pascal in Frankrijk een machine (de ‘Pascaline’) die afstanden bij elkaar kon optellen. De volgende belangrijke innovaties werden gedaan aan het begin van de negentiende eeuw door de Brit Charles Babbage, die een aantal ingewikkelde mechanische computers bedacht (maar pas veel later, in de jaren ‘90 van de twintigste eeuw, werden zijn uitvindingen ook daadwerkelijk gebouwd). Een vriendin van Babbage, Ada Lovelace, schreef voor één van deze computers het eerste computerprogramma: een stapsgewijze beschrijving van wiskundige bewerkingen die met het apparaat uitgevoerd konden worden.
7
ARTIKEL
DE EERSTE PROGRAMMEERTALEN Daarna gingen de ontwikkelingen steeds sneller. Computers werden steeds beter, en in de jaren ‘50 van de twintigste eeuw ontstonden de eerste echte programmeertalen, zoals FORTRAN en BASIC (beide bestaan nog steeds). Uit het één kwam het ander, en inmiddels bestaan er duizenden prog rammeertalen (waarvan 2300 bedreigd of uitgestorven).
main zou je kunnen zien als het topic of het subject van de ‘zin’: het geeft aan dat we het hebben over de variabele (var) met de naam main. Het ‘=’-teken (dat je hier als een soort koppelwerkwoord zou kunnen zien) stelt deze variabele gelijk aan een functie (het hele stuk vanaf function() { tot aan }; aan het einde van de code. Vervolgens komt tussen de { }-haken de inhoud van deze functie; dit zou je dan als een soort bijzin kunnen zien. In deze bijzin wordt eerst (met $(".like-button")) een bepaald knopje op de webpagina geselecteerd, en wordt er gezegd wat er hiermee moet gebeuren wanneer er op geklikt wordt (.click()), namelijk het uitvoeren van nog een functie. Binnen deze functie is er dan ook weer een ‘bijzin’ die beschrijft dat het knopje van uiterlijk moet veranderen.
Net als van natuurlijke, menselijke talen kun je van computertalen stambomen maken (zie ook het diagram op de volgende pagina): iedere taal komt voort uit een eerdere taal. Wat wel opvalt is dat veel talen meerdere voorouders hebben. Ook zijn er isolaten: zoals in het diagram te zien is, heeft BASIC zich bijvoorbeeld onafhankelijk van andere De syntaxis van een ‘zin’ in computertalen ontwikkeld. taal lijkt dus best wel die van natuurlijke taal (en met een beetje goede wil zou GRAMMATICA EN WOORDEN- het misschien wel lukken om bovenstaande code te ‘vertalen’ naar SCHAT het Nederlands of het Engels). Dat geldt Een computerprogramma bestaat uit een ook voor de woordenschat: als je de reeks commando’s die de computer moet grammatica kent is de code (voor een uitvoeren. Net als menselijke taaluit- mens) best goed leesbaar (hoewel dat ingen moeten zulke commando’s, om het niet voor alle programmeertalen geldt); programma te laten werken, bestaan uit eigenlijk alle ‘woorden’ in dit voorbeeld begrijpbare ‘woorden’, voldoen aan een zijn ‘geleend’ uit het Engels. bepaalde grammatica en ze moeten ook iets betekenen. Hieronder is een stukje Maar slechts een klein deel van deze code in JavaScript (een programmeertaal woorden maakt ook daadwerkelijk deel die vaak wordt gebruikt in websites): uit van de taal zelf: in dit voorbeeld zijn de enige elementen die bij de var main = function() { ‘basiswoordenschat’ van JavaScript hor$(".like-button").click en var, function() en this. Veel (function() { andere elementen (hier zijn dat $(), $(this).toggleClass .click() en .toggleClass()) zijn ("active"); }); zogenaamde ‘methods’ uit een bepaalde }; ‘bibliotheek’ en horen eigenlijk niet bij de taal zelf: je zou net zo goed een anDit stukje zou je kunnen zien als één dere of zelfs helemaal geen bibliotheek ‘zin’ met een aantal ‘bijzinnen’. var kunnen gebruiken. Tot slot zijn er nog 8
ARTIKEL elementen die door de programmeur municeren. worden bedacht (hier zijn dat main en .like-button). Maar ook op dit punt ligt het genuanceerder: alle bovengenoemde proDit lijkt heel anders te zijn dan in natu- grammeertalen zijn ‘Turing-compleet’, urlijke taal: je verwacht dat de meeste wat inhoudt dat je ieder programma dat woorden die je gebruikt door alle an- in één van die talen geschreven is, zou deren die dezelfde taal spreken begre- kunnen herschrijven in alle andere Tupen zullen worden, en dus bij de taal ring-complete talen (hoewel dat in veel horen. Toch is er ook in natuurlijke taal gevallen heel omslachtig is). Je zou kuneen fenomeen dat je zou kunnen nen zeggen dat alle programmeertalen vergelijken met wat er in pro- dus in feite hetzelfde doen: commando’s grammeertalen gebeurt: relexificatie. geven die uitgevoerd moeten worden Hierbij wordt de woordenschat van een door een computer. En andere kant kunbepaalde taal grotendeels vervangen nen ook natuurlijke talen heel verschildoor die uit een andere taal. Hierin zou lende functies hebben, bijvoorbeeld in je een bewijs kunnen zien dat de tweetalige samenlevingen, waar de ene woordenschat van een bepaalde taal min taal in formele en de andere in inof meer losstaat van die taal zelf (omdat formele situaties gebruikt wordt. het dezelfde taal blijft ondanks het verlies van een groot deel van de woorden Behalve op basis van hun functie kun je die erin gebruikt worden). En misschien programmeertalen ook indelen naar hun zou je het gebruiken van een bibliotheek ‘paradigma’: er zijn bijvoorbeeld ‘object in een programmeertaal kunnen -georiënteerde’ talen (die gebaseerd zijn vergelijken met het lenen van een hele op ‘objecten’ die in een bepaald proset woorden uit een andere taal gramma voorkomen) en ‘procedurele’ (bijvoorbeeld veel woorden in Neder- talen (waarin ‘procedures’, series van lands die iets met computers te maken stappen die de computer moet uitvoerhebben zijn geleend uit het Engels). en, centraal staan). Naast deze twee paradigma’s zijn er nog een aantal andere, zoals logische en symbolische TYPOLOGIE talen, maar de belangrijkste moderne Misschien wel het grootste verschil tus- programmeertalen zijn vaak een combisen programmeertalen en natuurlijke natie van object-georiënteerd en procetalen is dat verschillende pro- dureel. grammeertalen vaak heel verschillende doelen hebben: een opmaaktaal (zoals Je zou je kunnen afvragen of er ook in TeX; een uitbreiding hiervan, LaTeX, natuurlijke talen zoiets bestaat als een wordt veel gebruikt voor het opmaken ‘paradigma’. Bij programmeertalen zegt van wetenschappelijke artikelen) doet het paradigma iets over hoe een probijvoorbeeld iets heel anders dan een gramma is opgebouwd; in natuurlijke scripttaal (bijvoorbeeld JavaScript) of taal zou het equivalent van een programeen wetenschappelijke taal (zoals ma zoiets als een verhaal zijn. Een MATLAB). Bovendien zijn sommige pro- ‘paradigma’ van een natuurlijke taal zou grammeertalen veel ingewikkelder dan dus iets zeggen over hoe een verhaal is andere. Dit terwijl natuurlijke talen alle- opgebouwd. Zoiets lijkt inderdaad te maal uiteindelijk hetzelfde lijken te bestaan: uit onderzoek van de Ameridoen: mensen met elkaar laten com- kaanse taalwetenschapper Dan Slobin 9
ARTIKEL blijkt bijvoorbeeld dat in verschillende Een artikel op Mental Floss over Ada talen heel anders om wordt gegaan met Lovelace: http://bit.ly/1nl7aOb beweging. Doordat een taal als het Koreaans of het Spaans beweging op een andere manier beschrijft (namelijk met <<< nadruk op de richting van de beweging) dan een taal als het Engels of het Japans (waar de nadruk ligt op de manier van beweging), zouden Spaanse verhalen veel statischer zijn dan het Engels.
TOT SLOT Er bestaan al met al dus heel wat overeenkomsten tussen natuurlijke talen en programmeertalen. Sterker nog, behalve dan dat programmeertalen gebruikt worden voor de communicatie tussen mensen en computers, en natuurlijke talen voor de communicatie tussen mensen onderling, lijken er nauwelijks heel grote verschillen te bestaan. Taalkundigen en informatici hebben dus meer gemeen dan ze misschien denken, en zouden een hoop van elkaar kunnen leren!
VERDER LEZEN? Saroja Bhate & Subhash Kak (1993).
Pānini’s Grammar and Computer Science. In: Annals of the Bhandarkar Oriental Research Institute, vol. 72, pp. 79-94 (pdf via http:// bit.ly/1tcYnuU)
Discussie op het forum StackExchange over de taalwetenschap van programmeertalen: http:// bit.ly/1AB2SqX Collegeserie over de geschiedenis van de informatica: http://bit.ly/1qTmhk3
10
ARTIKEL
Figuur 2: Stamboom van de belangrijkste programmeertalen
11
ARTIKEL
EEN OCTODECIMAAL (18-BASED) TELSYSTEEM IN HET NEDERLANDS Gerard Spaans Hoe zou het Nederlandse telsysteem eruitzien als het niet het getal 10, maar 18 als basis zou hebben? We gaan proberen dit te ontwerpen. Grk όνομα < PIE *Hneh3-mn̥-). De samenstelling betekent dus iets als ‘de (zo) Ten eerste is het nodig om symbolen gegroeide naam’, omdat dit getal zo voor 10 t/m 17 in te voeren, zodat 18 belangrijk is. geschreven kan worden als <10> (zoals <10> = 2 in een binair stelsel). We voer- Echter: kennelijk was enkel een vervoegen daarom in:
= 10, = 11, ... , ingsverschil in het eerste deel van het = 17. Voorbeelden: <18> staat dus woord te verwarrend voor de Proto-Indovoor 1x18 + 8 = 26 en <7A77A5> voor Europeanen, vandaar dat bij het woord 7x185 + 10x184 + 7x183 + 7x182 + 10x18 voor H een extra infix *-digh- ‘geit’ (En + 5 = 14320013. Deze notatie wordt in de tyke < OEn ticcen ‘jonge geit’; rest van dit artikel zonder vierkante Dui Ziege < OHD ziga ‘geit’) is ingevoegd. Klankwettig, met nog een metathese haken gebruikt. *ha- > ah-, zou deze vorm uiteindelijk veranderen tot het huidige ‘achttien’. DE EERSTE 10 GETALLEN
ORTHOGRAFIE
Op de volgende pagina volgt een tabel VERDER TELLEN met mogelijke Proto-Germaanse wortels voor de eerste 10 getallen, en hun Ne- De volgende woorden leiden we af uit derlandse reflexen. het Proto-Germaans (zie figuur 2). Merk op dat de woorden voor H en 10 van dezelfde Proto-Indo-Europese wortel komen. Hierin is het eerste element, eenmaal in de o-trap en eenmaal in de nultrap, ontleend aan Proto-Hellenisch *koru̯os, een -wos-participium van PIE *ker- ‘groeien’. Het laatste deel komt van PIE *Hneh3- ‘noemen’ (Lat nōmen, 12
Wat opvalt is de vorm voor 20: ‘twintig’. Sommige germanisten beweren dat het deel -tig in het bekende decimale stelsel uit PGm *tigiwiz komt, wat het meervoud zou zijn van *teguz ‘tiengroep’. We zien dit element echter ook verschijnen in ons octodecimale telsysteem, dus deze theorie verwerpen we hier. Hoe zit het
ARTIKEL Proto-Indo-Europees
Nederlands
Proto-Germaans
1
één
*ainaz
2
twee
*twai
3
drie
*þrīz
4
vier
*fedwōr
5
vijf
*fimf
6
zes
*sehs
7
zeven
*sebun
8
acht
*ahtōu
9
negen
*newun
A
tien
*tehun
B
barch
*barh
C
plieuw
*pliuwa
D
daai
*þāiaz
E
kecht
*kēhaft
F
olk
*olikiz
G
zeit
*saits
H
achttien
*harteignaz
*koru̯o-digh-Hneh3-
10
groen
*hurōnaz
*kr̥u̯o-Hneh3-
Figuur 1: Proto-Germaanse wortels en Nederlandse reflexen voor de eerste tien getallen. 13
ARTIKEL 11. *ainahurōnaz > eroen
17. *sebunhurōnaz > zevroen 1D. *þāiahurōnaz > dagroen
12. *twaihurōnaz > tweroen
18. *ahtōuhurōnaz > achtroen
1E. *kēhafthurōnaz > kechtroen
13. *þrīhurōnaz > drioen
19. *newunhurōnaz > negeroen
1F. *olikihurōnaz > olkroen
14. *fedwohurōnaz > veroen
1A. *tehurōnaz > tiroen
1G. *saithurōnaz > zitroen
15. *fimfhurōnaz > viroen
1B. *barhurōnaz > bargoen
1H. *harteignahurōnaz > achtrioen
16. *sehurōnaz > zerroen
1C. *pliuwahurōnaz > pliroen
20. *twaintig > twintig
Figuur 2: Verder tellen vanuit het Proto-Germaans A0. *tehuntig > tientig
E0. *kēhaftig > kechtig
B0. *barhtig > barchtig
F0. *olikitig > tolktig
C0 *pliuwatig > plietig
G0. *saitstig > zeittig
D0 *þāiatig > daaitig
H0. *harteignatig > tachttientig
Figuur 3: De groentallen en omdat het deel *twai- cruciale info bevat en daarom niet verwijderd mag Stel dat we op gelijke wijze als voor worden. ‘tiengroep’ een Proto-Germaans woord voor ‘achttiengroep’ willen construeren, Hoe tellen we nu verder? 21 = dan krijgen we *hurōnōz. Het verschil ‘eenentwintig’, 2B = ‘barchentwintig’, tussen *twaihurōnaz (12) en *twaihurōnōz 30 = ‘dertig’ en 7A = ‘tienenzeventig’. (20) is dan maar minimaal, vooral wan- Nu kunnen we dus al tellen tot 9H neer de laatste klinker afzwakt. De ‘achttienennegentig’. Nu kunnen we Proto-Germanen lijken voor dit probleem verder de groentallen afleiden (figuur dezelfde oplossing gekozen te hebben als 3). hun voorouders: het toevoegen van het affix *-tig < PIE *digh- ‘geit’. Hier Eigenlijk bijna geheel regelmatig dus, vervangt het echter het deel *hurōnaz behalve F0 en H0 die hetzelfde Oudsakomdat het woord anders te lang woord sische element t- krijgen (zoals dan wel?
14
ARTIKEL ‘tachtig’). Verder gaat alles regelmatig, dus ook ‘honderd’, ‘duizend’, ‘miljoen’, enz. Enkele voorbeelden: HH.
‘achttienentachttientig’
2E8.
‘tweehonderdachtenkechtig’
H10.
‘achttienhonderdgroen’
G 66G.
‘zeitduizendzeshonderdzeitenzestig’ / ‘zesenzeittighonderdzeitenzestig’
H HHH HHH.
‘achttienmiljoenachttienhonderderdachttienentachttientigduizendac httienhonderdachttienentachttientig’
1G 010 00H.
‘zitroenmiljoengroenduizendachttien’
Figuur 4: Voorbeelden van grote getallen
<<<
15
REPORTAGE
ACHTER DE SCHERMEN BIJ HET INL door Maxime Tulling Op woensdag 1 oktober ging ik al dan niet vrijwillig mee naar een bezoekje aan INL. Het was namelijk een druk weekje geweest en om nou in mijn vrije tijd naar een lezingenmiddag van ‘het Instituut voor Nederlandse Lexicologie’ (oftewel ordinaire woordenboekmakers) te gaan? Het leekt me stoffig, en vooral heel saai. Gelukkig wist ik zoals altijd deze vooroordelen natuurlijk perfect te verbergen, en moest ik nog net niet het Vrieshof 3 gebouw (het INL zit namelijk gewoon letterlijk om de hoek!) in worden gesleept door het groepje T.W.I.S.T.ers dat ons vergezelde met dit uitstapje. Gelukkig waren er bij de receptie gratis koekjes (en koffie en thee voor hen die daar in geïnteresseerd waren) dus het viel allemaal nog wel mee. De gemiddelde leeftijd van de aanwezigen werd door ons groepje aanzienlijk naar beneden gebracht en wij kregen een ‘goodiebag’ met daarin allemaal leuke spulletjes zoals gratis pennen, puzzelboekjes en een editie van ‘Onze Taal’. We namen plaats voor de eerste lezing, waarin ons eens haarfijn uitgelegd zou worden wat het INL nou eigenlijk deed, en wat het betekent om een lexicoloog te zijn. Ik pakte mijn net vergaarde puzzelboekje er al bij voorbaat bij, maar toen het praatje begon bleek ik helemaal geen afleiding nodig te hebben. Een leuke jonge vrouw begon te 16
vertellen over haar baan als lexicoloog, en over de vooroordelen die mensen nog al eens over haar beroep hebben. Ze maakte hier een leuk verhaal van, en toen ze dieper inging op het woordenboek van INL kreeg ik zelfs het idee dat haar baan leuk moest zijn! Het INL werkt namelijk aan een ‘Algemeen Nederlands Woordenboek’ (ANW), niet zomaar een stoffig woordenboek, want het ANW bestaat zelfs alleen maar online. Het ANW onderscheidt zich van andere woordenboeken doordat het extra geïnteresseerd is in de taal van nu, en nieuwe woorden strikt monitort. Zo is op de website van het INL iedere week een artikel te vinden over het ‘neologisme van de week’ (de ze week t ro u w e n s ‘dinsdagdilemma’). Het woordenboek zelf ziet er erg mooi uit, en ik kan je zeker aanraden er een kijkje naar te nemen. Ieder woord heeft namelijk een eigen ‘artikel’, dat ontzettend veel informatie geeft over de betekenis en het gebruik van het woord. Het doet meer aan een Wikipedia pagina denken dan aan een (papieren) woordenboek stukje. Je kunt heel makkelijk naar de betekenis van woorden zoeken, maar het ANW biedt ook de mogelijkheid om van betekenis naar woord te zoeken! Dus heb jij je altijd al afgevraagd hoe die knopjes heten bij een stoplicht, waarop
REPORTAGE je met kleine lampjes kan zien hoe lang het nog duurt voordat het stoplicht op groen komt te staan? Voer dan bij de sectie ‘Betekenis à Woord’ een beschrijving in van het woord (bijvoorbeeld ‘stoplicht knopje kleine lichtjes’) en ziedaar! Meteen verschijnt het woord ‘aftelstoplicht’. Woordzoekingsproblemen zijn verleden tijd, en weer een eerste wereld probleem dat is opgelost! Het INL is nog bezig met het aanvullen van het woordenboek, dus misschien dat je op dit moment jouw woord nog niet kan vinden. Hoe dan ook, het is zeker het bekijken waard. Toegang tot het ANW vereist geen inlogcodes of dergelijke, en is volledig gratis.
VERDER LEZEN? De site van het INL: www.inl.nl Het Algemeen Nederlands Woordenboek: www.anw.inl.nl
<<<
17
ARTIKEL
TOKI PONA door Marc Michels
Kunsttalen kunnen verdeeld worden in grofweg twee groepen. Aan de ene kant heb je talen die vooral als decoratie zijn bedacht, zoals het Spokaans, het Na’vi en de talen van Tolkien. Deze zijn niet in de eerste plaats bedoeld om ook echt gesproken te worden, en hangen dus meestal van exotische features aan elkaar. Aan de andere kant heb je talen die als doel hebben om ook echt gebruikt te worden. Voorbeelden hiervan zijn talen die moeten dienen als lingua franca, zoals het Esperanto, en talen die gemaakt zijn als een op logica gebaseerd communicatiemiddel, zoals Loglan. Deze talen zijn vaak juist zo simpel mogelijk, om het leerproces te vergemakkelijken. Het Toki Pona, bedacht in 2001 door de Canadese Sonja Lang, is hier een extreem voorbeeld van. De foneeminventaris is vergelijkbaar met die van het Hawaiiaans, er is geen morfologie, en de syntaxis beperkt zich tot een handvol regels. Maar het meest indrukwekkend is zonder twijfel de mate van minimalisme die zichtbaar is in het lexicon. In dat lexicon zitten namelijk niet meer dan 120 woorden. En daar moeten we het maar mee doen. Die simpliciteit is er niet enkel om ervoor te zorgen dat deze taal makkelijk te leren is; ook moet het ervoor zorgen dat de sprekers op een andere manier 18
naar de wereld gaan kijken en gedwongen worden na te denken over wat wel of niet belangrijk is. Je hebt als spreker immers maar toegang tot een zeer beperkte woordenschat, en alle meer ingewikkelde concepten moet je zien te formuleren met die 120 woorden. Zo wordt een stad een ma tomo ‘gebouwenland’, wordt alcohol telo nasa ‘rare vloeistof’, en zijn grootouders simpelweg mama mama ‘ouders van ouders’. En ook de naam van de taal zelf is zo’n combinatie: toki betekent ‘taal’, en pona is ‘goed’ of ‘simpel’. Zo kan er natuurlijk wel makkelijk gesjoemeld worden met het limiet van 120 woorden. Binnen de Toki Ponagemeenschap bestaat inmiddels al een flinke lijst van combinaties gelexicaliseerd zijn, waaronder de bovenstaande woorden. Maar in principe hoeft niemand zich aan die lijst te houden; als jij een stad liever omschrijft als ma jan ‘plaats van mensen’ is dat ook prima. Het maakt niet uit hoe je iets omschrijft, zolang je maar zo kort en duidelijk mogelijk blijft. De truc is dan ook om je bedoeling duidelijk te maken zonder langdradig te worden, en om vervolgens de omschrijvingen van de ander te ontcijferen. En omdat het van de context afhangt hoeveel informatie nodig is om duidelijk te zijn, verschilt het elke keer weer hoe uitgebreid je moet zijn.
ARTIKEL In de bijna vijftien jaar dat de taal inmiddels bestaat heeft zich een kleine online gemeenschap van Toki Ponasprekers verzameld. En die hebben niet stilgezeten; er is al een hoop literair werk vertaald en gecreëerd (met name
Figuur 1: Vertaling van Gilgamesh in Toki Pona door jan Ote, geïllustreerd door Laughton McCry in het op Maya gebaseerde schrift van Jonathan Gable.
poëzie), waaronder zelfs Le Petit Prince1. Ook zijn er verscheidene lespakketten ontwikkeld om nieuwe sprekers in de taal wegwijs te maken 2. Er zijn zelfs een paar korte filmpjes in het Toki Pona opgenomen3. Maar ook over de taal zelf wordt druk gediscussieerd. Zo zijn er mensen die menen dat het systeem met maar drie telwoorden te beperkt is om te kunnen overleven in een moderne maatschappij, terwijl anderen vinden dat drie eigenlijk al te veel is en het woord voor ‘hand’, luka, niet meer uitgebreid mag worden om de betekenis van ‘vijf’ te omvatten. Ook zijn er voorstellen voor nieuwe woorden, voor veranderingen in bestaande woorden om ze minder op elkaar te laten lijken, of om afwijkende woordvolgordes toe te laten. In het verleden heeft Sonja Lang bepaalde suggesties ook daadwerkelijk overgenomen en doorgevoerd. Zo werd ali toegelaten als alternatief voor ale ‘alle’, dat te veel zou lijken op ala, de negatie. Ook is het woord pan later ingevoerd, voor graan en graanproducten. Het lijkt er echter op dat er voorlopig niet zo veel meer zal veranderen, aangezien Sonja Lang de taal steeds meer in de handen van de gemeenschap probeert te laten, waardoor de autoriteit om veranderingen door te voeren wegvalt. Zoals een goede conlang betaamt zijn er voor het Toki Pona verschillende schriftsystemen ontworpen. Het voordeel van deze taal is echter dat door het beperkte vocabulaire het mogelijk is om een logografisch systeem te ontwerpen dat niet vereist dat de gebruiker duizenden vormen uit zijn hoofd weet. Er zijn dan ook verscheidene logografische schriften bedacht. Het meest bekende voorbeeld is misschien wel het schrift dat is ontworpen door Jonathan Gable, gebaseerd op de oude Mayahiërogliefen4. Een vergelijkbaar maar 19
ARTIKEL misschien nog wel interessanter idee is de op Toki Pona gebaseerde gebarentaal, bedacht door Chris Huff5.
languages/toki-po 3
4
Toki Pona biedt vanwege zijn beperkte woordenschat een fundamenteel andere ervaring dan natuurlijke talen; het is vele malen makkelijker te leren dan zelfs de meest eenvoudige natuurlijke taal, maar vereist veel meer creativiteit en denkwerk in het gebruik. Daardoor geeft het een interessant perspectief op hoe taal werkt en wat anders zou kunnen. Tegelijkertijd is het daardoor ook absoluut geen vervanger voor natuurlijke taal; voor sommige registers en situaties is het gewoonweg niet geschikt, en ook in alledaagse communicatie is het soms gewoon heel handig om te kunnen beschikken over de precisie en het gemak van een natuurlijke taal. Het is echter uiterst geschikt voor het doel waarmee het gecreëerd is: als een soort van meditatie, die je dwingt om met een open en creatieve blik te kijken naar taal en naar de wereld. Ik kan dan ook aan iedereen aanbevelen om een keer op een rustige zaterdagmiddag de onderstaande links op te zoeken en het zelf eens te proberen!
NOTEN 1
http://failbluedot.com/ toki_pona
2
https://aiki.pbworks.com/f/ tp+in+76+lessons+English.p df of: http://rowa.giso.de/
20
5
na/english/toki-ponalessons.pdf http://jonathangabel.com/ learn/t47/lesson http://chuff.tumblr.com/ post/45011424771/chrishuffs-toki-pona-signlanguage
<<<
INTERVIEW
INTERVIEW MET EEN AIO: EVELYN BOSMA Gerard Spaans & Gosse Minnema Op de Carrièremiddag van TWIST interviewden we Evelyn Bosma. Zij doet op dit moment aan de Fryske Akademie een PhD-onderzoek naar de cognitieve voordelen van tweetaligheid. TWISTER: Kun je om te beginnen iets over jezelf vertellen? Evelyn Bosma: Ik heb in Leiden Taalwetenschap en Latijns-Amerikastudies gestudeerd. Op dit moment doe ik mijn PhD-onderzoek aan de Fryske Akademy. Ik onderzoek daar de cognitieve effecten van tweetaligheid. Uit eerder onderzoek blijkt dat tweetaligen een aantal voordelen hebben ten opzichte van eentaligen. Ze kunnen zich beter focussen en hebben een beter werkgeheugen. Ik onderzoek of dit ook het geval is bij Fries-Nederlandse tweetalige kinderen, en zo ja, hoe tweetalig ze dan moeten zijn om dat cognitieve voordeel te hebben. TW: Hoe ben je daar terechtgekomen?
EB: Oorspronkelijk wilde ik geen PhD doen. Ik dacht wel dat ik dat zou kunnen, maar ik zag het niet zitten om jarenlang met maar één onderwerp bezig te zijn. Ik was bang dat ik weinig sociale contacten zou hebben; bovendien waren er nog veel andere dingen die ik leuk vond. Maar toen stuurde mijn vader me een vacature van de Fryske Akademy, en ik dacht: dit is alles wat ik zoek. Een onderwerp dat me heel erg interesseert,
veel samenwerking met andere onderzoekers en contact met scholen, kinderen en hun ouders. Een vorige spreker [op de carrièredag, waar we dit interview afnamen, red.] vond dat je op tijd moet beginnen met je voor te bereiden als je een PhD wilt doen. Een heel goed advies, maar ik heb dat dus niet gedaan. Ik heb gewoon de kans gegrepen toen ik die tegenkwam. TW: Tijdens je presentatie op de carrièredag vertelde je dat je het in het begin van je periode bij de Fryske Akademie best wel moeilijk had. Kun je daar iets meer over vertellen, en heb je misschien tips voor toekomstige PhD-studenten die ook in zo’n situatie terechtkomen?
EB: De eerste tijd in Leeuwarden voelde ik me niet gelukkig, maar ik wist niet zo goed waar dat door kwam. Er waren een aantal dingen op mijn werk die ik niet prettig vond, maar ook privé ging het wat moeilijk. Ik had nog geen vrienden in Leeuwarden, mijn vriend zat in het buitenland voor zijn PhD en ik had de plotselinge dood van een studievriend nog niet goed verwerkt. Op mijn werk ben ik gaan praten over de problemen waar ik tegenaan liep. Ik probeerde te ontdekken wat ik zou kunnen veranderen om me weer beter te voelen. Het is bel21
INTERVIEW angrijk om je te realiseren dat je niet álles kunt veranderen. Het is beter om je te richten op de dingen die echt belangrijk voor je zijn en waar je invloed op hebt, en de rest te laten zitten. In mijn geval hielp het heel erg om van begeleider te veranderen. Twee weken na die begeleiderswisseling voelde ik me al een stuk beter en nu loopt het project heel goed. Het is belangrijk om positieve, inspirerende mensen om je heen te hebben. Ik heb het gevoel dat mijn huidige begeleiders het beste in me naar boven weten te halen. Als het niet lukt om een moeilijke situatie te veranderen, bijvoorbeeld als het niet lukt om een andere begeleider te vinden, dan is het goed om je te bedenken dat je altijd nog kunt ophouden. Je kunt altijd nog je baan opzeggen en een hele nieuwe richting inslaan. Bij je trackkeuze [voor eerstejaarsstudenten, red.] kun je daar straks ook aan denken. Ergens mee stoppen is niet erg, maar ik vind ook dat je niet zomaar op moet geven. Je moet wel duidelijk weten waarom je stopt. TW: Vandaag organiseerde T.W.I.S.T. een carrièremiddag, waar jij één van de sprekers was. Wat vond je ervan?
een goede voorbereiding zeker wel belangrijk is, maar het is misschien nog belangrijker om de kansen te zien als ze zich voordoen, en die dan te grijpen. Er is volgens mij niet één manier om carrière te maken, je moet je eigen stijl zien te vinden. Maar als je eenmaal weet wat je wil gaan doen, moet je daar ook voor gaan. De laatste spreker vandaag besloot bijvoorbeeld op een bepaald moment dat hij bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken wilde gaan werken, en bereidde zich daar toen een jaar lang op voor. Verder is het ook nuttig om andere dingen te doen: de dingen die ik deed voordat ik aan mijn PhD begon, doe ik nu daarnaast [Evelyn werkte o.a. in het onderwijs en begon een eigen bedrijf, Zin in taal (), red.]. TW: Was je ook lid bij T.W.I.S.T. tijdens je studietijd?
EB: Ik was wel lid, maar ik was nooit erg actief. Bij mijn studentenvereniging Prometheus was ik dat wel. Bij T.W.I.S.T. werd ik er altijd een beetje kriebelig van dat het altijd alleen maar over taal ging; ik wilde juist ook praten over andere dingen. Mijn sociale leven verliep dus een beetje via Prometheus; als ik daar niet bij had gezeten was ik misschien actiever geweest bij T.W.I.S.T. Ik vind het trouwens wel leuk om te horen dat er nu zoveel Prometheanen bij T.W.I.S.T. zitten.
EB: Ik vond de carrièremiddag heel leuk! Het is grappig te zien hoe iedereen heen en weer slingert door zijn of haar carrière; dat was wel een beetje de rode draad van de presentaties, denk ik. In mijn studietijd is er nooit zo’n soort evenement georganiseerd. Dat is best wel jammer: ik heb tijdens mijn studie wel met docenten over banen gesproken, TW: Hoe ziet je dagelijkse werk er eigenlijk uit? maar de meeste docenten kunnen weinig EB: Ik ben nu vooral bezig met het vertellen over werk buiten de universi- schrijven van drie artikelen, waarvan twee als eerste auteur, en één als coteit. auteur. De eerste negen maanden van het project was ik vooral bezig met het TW: Je noemde al dat sommige sprekers het erg opzetten van het onderzoekin samenbelangrijk vinden om vroeg te beginnen met de voorbereiding voor een PhD. Andere sprekers, werking met de Universiteit Utrecht, zoals jij, vinden juist van niet. Denk je dat dit waar mijn co-promotor, Elma Blom, soort tegenstrijdige verhalen verwarrend zijn voor werkt. In Utrecht en in Limburg studenten? EB: Nee, dat denk ik niet. Ik denk dat wordtook onderzoek gedaan naar de 22
INTERVIEW cognitieve effecten van tweetaligheid, onthouden en reproduceren, eerst vooruit en daarna achteruit. Ook hierbij is de parallel aan het Friese project. hypothese dat tweetalige kinderen dit De eerste maanden was ik vooral bezig beter doen. Afgelopen jaar heb ik met het lezen van literatuur en daarna kinderen getest van 5 en 6 jaar, maar ik me het maken van taal- en cognitieve blijf ze volgen en ga ze komend jaar en testjes. Ik begon in mei; in oktober ben het jaar daarop opnieuw testen. De ik begonnen met het werven van de uitkomsten van het onderzoek in Friesscholen. Scholen en ouders moesten land willen we vergelijken met het eerst toestemming geven voor deelname onderzoek bij immigrantenkinderen dat van hun kinderen. We hebben een folder in Utrecht gedaan wordt. Friesland is gemaakt om ze te informeren. Het jaar een mooie plek om onderzoek te doen daarna, in februari, begon ik met het naar tweetaligheid, omdat een deel van testen zelf. Dat deed ik niet alleen: we tweetalige de kinderen gebalanceerd hebben een testassistent en een tweetalig is, terwijl een ander deel stagiaire aangenomen. Bij zo’n lang pro- duidelijk Nederlands-dominant. ject is dat ook wel echt nodig. De assistent heeft voornamelijk geholpen met het Tot nu toe zijn de resultaten van mijn testen van de kinderen en de stagiaire onderzoek voorzichtig positief: de geheeft het grootste deel van de ouders balanceerd tweetalige kinderen doen het geïnterviewd om de taalachtergrond van over het algemeen beter dan de Nederlands-dominante tweetalige kinderen. de kinderen in kaart te brengen. Maar niet alle verschillen zijn signifiTW: Kun je wat meer vertellen over die testjes? cant.Het project als geheel verloopt EB: We doen twee sessies van ieder één volgens een vast patroon: ieder jaar uur. In beide sessies zitten taaltestjes en tests afnemen, de resultaten uitwerken cognitieve testjes. In de eerste sessie en artikelen schrijven. Ik hoop dat het zijn de taaltestjes in het Fries, in de niet gaat vervelen! Gelukkig vinden tweede sessie in het Nederlands. De kinderen het meestal heel leuk om mee meeste kinderen vonden de ‘Flanker te werken aan mijn onderzoek. Er was task’ het leukst: het kind ziet op een maar één school waar er een beetje scherm allemaal visjes, en moet zeggen vervelend gereageerd werd door de leerin welke richting het middelste visje lingen. Dat had waarschijnlijk te maken zwemt. Maar om dat middelste visje met de houding van de juf op die school; heen zijn allemaal afleidende visjes die de houding van docenten op andere de andere kant op zwemmen. De re- scholen was gelukkig veel beter. Die actietijden laten zien dat tweetalige zeiden dan: “er is vandaag een extra juf kinderen minder last hebben van die op school, die spelletjes met jullie gaat afleidende visjes dan eentalige kinderen. doen. ” Dan hebben alle kinderen er zin in! Bij een ander testje krijgen kinderen een vel papier met paren ruimteschepen; Kinderen vroegen vaak aan mij: “wie ben hieruit moeten ze de gelijke paartjes jij?” In het begin wist ik dat eerlijk zoeken en deze omcirkelen. Waar het bij gezegd zelf ook niet zo goed. ‘Juf Evedeze test om gaat is hoe goed kinderen lyn’ zijn voelde in het begin als een zich kunnen focussen op de ‘targets’. Ik soort rol, een beetje ongemakkelijk. deed ook een werkgeheugentest waarbij Later begon ik meer zelfvertrouwen te de kinderen reeksen getallen moeten krijgen, en werd ik het ook echt. Ik denk 23
INTERVIEW dat dat in het algemeen geldt in je carrière: je moet altijd een bepaalde rol spelen, en gaandeweg ga je je daar steeds meer in thuis voelen. TW: Tot slot: weet je al wat je hierna gaat doen? Heb je bijvoorbeeld al ideeën voor vervolg on derzoek? EB: Nee, voor vervolgonderzoek heb ik nog geen idee. Maar er is heel veel mogelijk: ik heb namelijk al heel veel data verzameld. Met diezelfde data zouden ook heel andere soorten vervolgonderzoek kunnen worden gedaan, bijvoorbeeld naar de fouten die tweetalige kinderen maken als ze Fries spreken. Daar heb ik nu helemaal niet op gelet. Inmiddels denk ik wel dat ik na mijn PhD in de onderzoekswereld wil blijven, maar ik ben er nog niet helemaal uit.
VERDER LEZEN? Site van de Fryske Akademy over het onderzoek van Evelyn: www.fryskeakademy.nl/codembi.
Een interview in de Leeuwarder Courant: http://bit.ly/1sIpRr3
De website en Facebookpagina van het bedrijf van Evelyn: www.zinintaal.com / www.facebook.com/zinintaal
Stage lopen bij Evelyn? Stuur haar een mailtje en vraag naar de mogelijkheden: [email protected]
24
INTERVIEW
AFRIKADAG door Isabella Jordanoska
1 november was een bijzondere dag, niet alleen omdat iedereen toen misselijk was van de hoeveelheid de drank en snoep in de vorm van spoken die ze dag daarvoor in hebben genomen, maar ook omdat dan het bestaan van een prachtig continent werd gevierd in het Tropeninstituut in Amsterdam. Op 1 november was het Afrikadag.
pecten van homo-zijn in veel Afrikaanse landen benoemde, maar ook de vooruitgangen die de laatse jaren zijn geboekt belichtte. Na de eerste lezing was er een lunchpauze en we hadden ons allemaal verheugd op een stevige Senegalese pot. Helaas was er maar één eetkraampje en waren er heel veel hongerige mensen. Zodoende gingen we maar eten bij de Groene Olifant die zich naast het Tropeninstituut bevond. Het eten was er lekker maar helaas was er niet een echte groene olifant aanwezig.
Dit jaar ging TWIST, dat natuurlijk naast taalwetenschappers ook uit afrikanisten bestaat, voor het eerst naar Afrikadag. De opkomst was fenomenaal. De groep bestond uit een bestuurslid, een geschiedenisstudent die niet bij TWIST zit en ikzelf. Deze olijke bende ging de straat De lezing die we met z’n allen bezochten onveilig maken. Amsterdam, za- was niet echt een lezing maar een interterdagochtend, dat belooft wat. view met muzikanten, waarbij er ook welgeteld één nummer werd gespeeld. Het gebouw waar hele gebeuren plaats De geinterviewden waren zanger Kuku, ging vinden was werkelijk wonderschoon. die oorspronkelijk Nigeriaans is maar Zelfs de wc’s waren er wonderschoon. Al tegenwoordig vertroeft in Parijs en een snel na binnenkomst was het tijd voor de rapper van de Senegalese formatie Y’en eerste lezing. Ik ging zelf naar een lezing a Marre. Y’en a marre is Frans voor ‘ik over homorechten in Afrika. De sprekers ben het zat’ en kuku niet. Toch was hij bestonden uit een vrouw van de PvdA die ook wel veel dingen zat. Kuku was het met een schitterend Tattaans accent zat dat de kerk in Nigeria zoveel macht Engels sprak, een echte Oegandese ho- heeft en de mensen klein houdt, terwijl mo, een Keniaanse vrouw genaamd Hap- de geestenlijken zelf in dikke waggies py – die werd geintroduceerd door de rondcruisen, daar ging ook zijn liedje PvdA mevrouw met de legendarische ‘Open Your Eyes Wile You Pray’, dat hij woorden: ‘I am happy to have you live te horen bracht, ove r. here.’- en nog iemand. Het was een zeer Y’en a Marre, een groep die overigens boeiende lezing die de negatieve as- niet alleen uit rappers, maar ook uit 25
REPORTAGE journalisten bestaat, waren de politiek zat toen ze hun beweging oprichtten in 2011. Ze waren vooral niet te spreken van de voormalige president van Senegal, Abdoulaye Wade, en hebben een rol gespeeld in de verlies van zijn populariteit. Ondanks dat Wade nu niet meer aan de macht is, blijft Y’en a Marre politiek actief. De derde lezing die ik heb bijgewoond ging over hoe biologische vormen van melkproductie en technieken afkomstig uit India kunnen worden toegepast op koeien in Ethiopie. Als testimonial was er ook een boer uit Friesland aanwezig die vol trots vertelde over hoeveel beter het met zijn koeien gaat sinds hij de Ayuvredische methode gebruikt. Daar werd ik alleen maar blij van. Op de terugweg liepen we langs een fantastische winkel met mooie spullen voor in je tuin. Onder het assortiment vielen onder andere tuinkabouters in alle kleuren en geuren, een bank in de vorm van een koe en een enorm standbeeld van een piemel met een gezichtje en een strikje. Die hebben we niet gekocht. Al in al was het een megaspannende dag.
26
REPORTAGE
SPOKANIËLEZING BIJ INTENS door Maartje Lindhout Heb je wel eens van het land Spokanië gehoord? Het is een eilandengroep in de Atlantische Oceaan, ruim 500 km ten zuidwesten van Ierland. Het land is iets groter dan Denemarken en de standaardtaal is het Spokaans. En oh ja, het land en de taal zijn compleet verzonnen. Tijdens de LANGU-dag van 13 juni 2014 maakten we al kennis met het Spokaans tijdens de lezing van Marc van Oostendorp over kunsttalen. Op die dag waren taalwetenschapstudenten uit heel Nederland aanwezig en allemaal werden we enthousiast over deze mysterieuze zelfbedachte taal en het land dat zo realistisch is gaan lijken. Zowel T.W.I.S.T. als de studievereniging van taalwetenschap in Nijmegen, InTenS, stak de handen uit de mouwen en nodigde de bedenker van het Spokaans, Rolandt Tweehuysen, uit voor een lezing. Op 22 oktober zou hij naar Leiden komen, maar omdat enkele T.W.I.S.T.-ers toen niet konden, gingen zij een week eerder naar Nijmegen, waar de InTenS-ers hem hadden uitgenodigd. (Overigens heeft Tweehuysen zijn bezoek aan Leiden af moeten zeggen wegens ziekte.) Zo kwam het dat er op 15 oktober vier leden in de trein naar Nijmegen zaten: Gouming, Maxime, Astrid en Maartje. Omdat de tocht wel erg lang was, hadden we het ultraspannende spel ‘Black
Stories’ meegenomen. We zijn erachter gekomen dat dit spel nóg spannender wordt, als je er een ‘twist’ aangeeft (hah hah). Tip: verdraai het te raden verhaal zo, dat het totaal onlogisch wordt, waardoor het nóg langer duurt voordat men het raadt. (De geniaalste dingen ontdek je per ongeluk.) Op het station van Nijmegen wachtte het trouwe lid Lisa ons op. Met z’n vijven zochten we het juiste universiteitsgebouw op en al snel kwamen we mensen tegen die toevallig ook naar de Spokaniëlezing gingen. Bij binnenkomst zagen we gelijk al bekende gezichten van LANGU-/GLAN-dagen. Onze glimlach verdween toen we ons bedachten dat we twee euro per persoon moesten betalen. Gelukkig kregen we er wel koffie voor terug. Of heet water. Nadat het theezakje was rondgegaan, stak de heer vooraan in de zaal van wal. In het Spokaans! Het klonk Scandinavisch (volgens Lisa ‘als een Fin die Zweeds probeert te spreken’) en zou onverstaanbaar zijn, als er geen ondertiteling aanwezig was geweest. Het was heel fijn om gelijk al een indruk te krijgen van de klanken van het Spokaans, maar gelukkig ging de heer Tweehuysen na een paar minuten gewoon over in het Nederlands. Hij vertelde dat hij twaalf was toen hij begon met het maken van 27
REPORTAGE een taal. Vijftig jaar later is hij er nog steeds mee bezig, onder andere dus door deze lezing. In de tussentijd is de taal behoorlijk goed uitgewerkt en het land is echt gaan leven, zoals blijkt uit het luchtvaartverdrag dat is getekend tussen Nederland en Spokanië en de reisgids over het grootste eiland Berref, die Tweehuysen heeft geschreven. Deze reisgids konden we na de lezing bij hem kopen. Gesigneerd! (Al heb ik geen idee wat er onder de datum staat.)
Na de algemene informatie die niettaalkundigen ook kunnen volgen ;) gingen we over op de echte stof: de grammatica. Een opvallend verschijnsel is dat de tijd wordt gemarkeerd door de woordvolgorde, iets wat in geen enkele natuurlijke taal voorkomt. Ook bevat de taal geen echte naamvallen, wel een soort morfeem die een soort einde of ‘overbodigheid’ aangeeft, of iets als ‘het hoeft niet meer’. Dat kan gebruikt worden om een einde van een handeling aan te geven, bijvoorbeeld: Hij loopt achter het hek langs in vergelijking met Hij loopt achter het hek (heen en weer). Maar dat morfeem kan ook gebruikt worden voor het voorzetsel ‘te’. Dus te duur zou ook met dat morfeem gaan. Dit is slechts een greep uit de grammaticale kenmerken. Aan het einde van de lezing werd de vraag gesteld wat de toekomst van het Spokaans is. Tweehuysen antwoordde dat de taal met hem zou gaan, want hij is de enige spreker, niet eens native speaker. Hij sloot af met de woorden dat het zijn grootste verlangen is om met iemand te kunnen praten in het Spokaans. ‘Al is het maar een kort, eenvoudig gesprek.’ 28
REPORTAGE
29
ARTIKEL
OVER HET KLINGON EN ZIJN SPREKERS door Isabella Jordanoska Er was eens een jongetje met een moedKanye, de genie. er zo dik dat ze van het type <e<e,t>> was. Maar dat was niet alles. Met dit De taal heeft drie verschillende jongetje was iets bijzonders aan de naamwoordklassen, waarvan 1 gehand. Hij was namelijk de allereerste bruikt wordt voor alle wezens die een moedertaalspreker van het Klingon. taal kunnen spreken. Het wel of niet kunnen spreken van een taal heeft Klingon is een kunsttaal, inclusief kunook invloed op de vorm van de posstdialecten, die is gecreerd door de sessieve constructie. Amerikaanse taalkundige Marc Okrand en gesproken wordt door de Klingon in de Net als het West-Bulgaars, het Zuidlegendarische serie Star Trek. Naast de Zuid-Bulgaars en het BulgaarsKlingon zelf zijn er ook vele menselijke Bulgaars heeft het Klingon geen infinsprekers en bewonderaars van deze taal, itieven. waaronder ook d’Armond Speers, die óók een taalkundige is. Een computationele taalkundige. Toen hij een kind kreeg, Ondanks dat de taal verder niet gerelateerd is aan het Br3eZer, gebruikt besloten hij en zijn vrouw deze de Klingon orthografie hoofdletters tweetalig op te voeden, in het Engels en en kleine letters door elkaar. Zie de in het Klingon. Gewoon als leuk taalkunvolgende voorbeeldzinnen: dig experiment, want taalkundigen weten wel raad met die krijsende dwergen die uit de diepste hellevuren van de Hab SoSlI' Quch baarmoeder op aarde komen. ‘Je moeder heeft een glad voorhoofd.’ Hier zijn wat leuke feitjes over het Klingon: tugh qoH nachDaj je chevlu'ta' ‘Een dwaas en zijn hoofd worden snel De standaard woordvolgorde is OVS. gescheiden.’ Deze woordvolgorde komt maar bij 1% van de natuurlijke talen voor. Helaas zijn er geen glossen in de Hoewel er ook een bepaalde syntactiKlingon grammatica’s. cus was die meende dat alle talen stiekem gewoon dezelfde basisvolgorde hebben. Volgens mij was het 30
ARTIKEL Wat betreft het experiment, dat hield
na 3 jaar alweer op, omdat het jongetje zelf geen zin meer had om Klingon te lopen verwerven. Tegenwoordig kan hij zich niks meer van de taal herinneren. Maar niet getreurd, er is alsnog iets wonderbaarlijks bewezen, namelijk dat mensen die vloeiend zijn in Klingon ook gewoon copuleren.
31
KersTWistkleurplaaTWedstrijd Het is KersTWakantie! Verveel je je al? Doe mee met de KersTWistkleurplaaTWedstrijd! Op de achterkant van deze bladzijde vind je een mooie kleurplaat om zelf in te kleuren. Zo kom je die koude winteravonden wel door! Leef je vooral helemaal uit: hoe creatiever de invulling, hoe beter. Ben je klaar? Lever de kleurplaat dan in in het postvakje van Studievereniging T.W.I.S.T. (Van Wijkplaats 3), of stuur het op naar Studievereniging T.W.I.S.T., Postbus 9515, 2300 RA Leiden. Zo krijgt onze secretaris ook nog eens post! Bovendien krijgt je kleurplaat een mooi plekje op de T.W.I.S.T.-kast, en wie weet win jij wel een mooie prijs! In de volgende Twister zullen de mooiste kleurplaten worden uitgelicht en de winnaars bekendgemaakt. We zijn benieuwd naar jullie creaties!
Wil je bepaalde keuzes in de invulling van je kunstwerk nog wat extra toelichten? Of heb je een andere leuke boodschap voor het bestuur? Hieronder is daar ruimte voor.
WINNAARS
UITSLAG ANSICHTWEDSTRIJD Deze zomer hebben wij een aantal mooie ansichtkaarten mogen ontvangen! Het heeft even geduurd, maar we hebben nu eindelijk de eer om aan jullie de winnaar bekend te maken! Of moet ik zeggen winnaars? De stemming was erg spannend en de winnaar is gekozen door de leden van STAMM en Fârfâf, aangezien de bestuursleden het niet met elkaar eens konden worden, zijn er twee winnaars gekozen! De ansichtkaarten zijn hier afgebeeld, dus de winnaars herkennen hun kaart meteen. De kaart van Maartje Lindhout is verkozen tot de beste kaart van de bestuursinzendingen, door haar vrolijke kabouterkaart uit Tirol. De sfeervolle kaart uit Toronto van Emma vanden Wyngaerd, die vooral opviel door de rijmende boodschap en groetjes van Chomsky op de achterkant, is uit de bus gekomen als leukste ledenkaart!
Voor de winnaars ligt er nog een klein presentje klaar in de T.W.I.S.T.-kast. Als je deze wil ophalen, neem dan even contact op met het bestuur. [email protected]