“Stadts Kaert” van Delft, gravure gedrukt van vier koperen platen vervaardigd door Johannes de Ram, verschenen in 1678. Op linnen gemonteerd en later met de hand gekleurd. Afm. ca. 92 x 121 cm. Oud-burgemeester van Delft Dirck Evertsz. van Bleyswijck, kreeg de opdracht om een plattegrond met bijbehorende afbeeldingen van bouwwerken en stadsgezichten te laten maken. Enkele andere Hollandse steden hadden al een mooie wandkaart en Delft kon zeker niet achter blijven. De prachtig uitgevoerde plattegrond werd o.a. verrijkt met een kleine kaart en wapens van het Hoogheemraadschap van Delfland, wapens van het “College van de Groote Vischerye van Hollant ende Westfrieslant”, alsmede een lofdicht op de stad van Constantijn Huygens: Om Delft, omstandelick met sijn geboende Straten te Gevel-toppen toe sijn Weelde sien te laten. Dus isser in voorsien: staewat still, Vreemdeling; Men schenckt het hier in ’t Rond aen uw verwondering: Doordelft het met gemack, en doorkeurt all’ sijn hoecken; Lang sult ghij, mogelijck, heel Nederland doorsoecken, Eer ghijder een ontmoet, (in omloop sijns gelijck), Daer Delft in Rijck, en Schoon en Overnett voor Wijck. Naast de lofdicht tonen kooplieden hun koopwaar: het befaamde Delfts aardewerk, dat in die tijd door ca. 30 fabriekjes werd geproduceerd. INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge Bernard Zweerskade 18 1077 TZ Amsterdam T: 020-6640841 F: 020-6641391 E:
[email protected] www.inter-antiquariaat.nl
(wij zijn op afspraak geopend)
De plattegrond en (hier niet aanwezige) randprenten waren in een stramien ontworpen waardoor ze tot één monumentaal geheel konden worden gemonteerd.
1- DE VERMAERSTE EN AENSIENLIJCKSTE STADT VAN HOLLAND
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge
highlights september 2010
“Graven-Haag”, kopergravure naar het ontwerp van Bernhard Werner uitgegeven door Georg Balthasar Probst rond 1745, later met de hand gekleurd. Onder het stadsprofiel een legenda met 23 landmarks. Genoemd zijn o.a. het zeer luchtige bos dat tot aan de voordeur strekt, het kanaal waar de schuiten naar Delft ieder uur op en neer varen, alsook de keurig met bakstenen geplaveide weg naar Rijswijk en Delft. Afm. 34 x 96,5 cm.
Werner (1690-1776) had een kleurrijke loopbaan voordat hij als freelance kunstenaar voor de uitgeverijen van Augsburg ging werken. Zo was hij ondermeer soldaat, ‘Wunderdoktor’, vertaler van opera’s en landmeter. Hij reisde veel door Polen, Pruisen, Pommern, Duitsland, Italië, Frankrijk en Nederland om ontwerpen te maken voor zijn prenten van steden, kerken, paleizen en kastelen. Probst (1673-1748) is naast zijn beroemde panorama’s, ook bekend voor de uitgaves in Augsburg, Parijs en Londen van honderden optica prenten. Het merendeel daarvan met keizerlijk privilege (“l'Académie Imperiale d'Empire des Arts liberaux avec Privilege de Sa Majesté”).
2 – FRAAI GEZICHT OP ’S-GRAVENHAGE KOMENDE VANUIT DELFT
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge
Panorama van Rotterdam vanaf de Maas. Gravure met aquatint ca. 1830-1840 uitgegeven door F.C. Eisen te Keulen. Naar een tekening van Anton Ditzler. Gegraveerd door Burkhard. In de tijd met hand gekleurd. Afm. (afbeelding) 8,8 x 54,1 cm.
Na de ineenstorting van het Franse imperium in 1813 maakte in Rotterdam de koopmans-/stadselite de dienst uit. Enkele families verdeelden onderling de belangrijkste economische en bestuurlijke posities in gemeenteraad en Kamer van Koophandel. Dit familienetwerk bewaakte de mores van de koopmansstad, gericht op herstel van de sociaal-culturele verhoudingen van het Ancien Regime. In het ideaalbeeld van de koopmansstad domineerde de sierlijke waterstad, zoals die vanaf het einde van de zestiende eeuw was ontstaan. De waterstad telde diverse karakteristieke havens, zoals Blaak, Nieuwehaven, Haringvliet, Leuvehaven, Wijnhaven en Scheepmakershaven. Aan de zuidzijde van de Scheepmakershaven begon men in 1615 met de beplanting van de beroemdste kade aan de Maasoever van Rotterdam, de Boompjes, die zo een belangrijke rol zou spelen in de beeldvorming van de koopmansstad. De elite beschouwde een representatief waterfront als het belangrijkste beeldmerk van de stad.
3 - MET HAAR OP DE TANDEN EN EELT OP DE HANDEN, UIT ALLERLEI LANDEN DOEN SCHEPEN HIER AAN
highlights september 2010
Profiel van de stad Leiden vanuit het zuiden. Kopergravure samengesteld uit drie afzonderlijk gedrukte bladen. Vervaardigd door Christian Hagen in 1670, deels gebaseerd op een gezicht op de stad uit 1647. Later met de hand gekleurd. Afm. ca. 35 x 178 cm.
Aan het eind van de 16e en in de eerste helft van de 17e eeuw werd de bebouwing in het middeleeuwse stadsdeel sterk verdicht. Door overbevolking, verschuivingen in de sociale samenstelling van de bevolking en functieverandering van huizen en grachten, werden erven en binnenplaatsen volgebouwd met achtersteegjes; de zgn. poorten. De daaraan gelegen arbeiderswoningen waren zeer klein en vaak van slechte kwaliteit. Om te kunnen voorzien in het steeds nijpender gebrek aan ruimte werd de stad in de eerste helft van de 17e eeuw in een aantal uitleggen fors uitgebreid. Voor een deel zijn het voor de hand liggende opvullingen van relatief kleine percelen tegen de oude stadsgrens aan. Bij al deze uitbreidingen heeft het stadsbestuur met wisselend succes geprobeerd de inrichting van de kavels en de bebouwing aan regels te onderwerpen. De uitgangspunten daarbij waren een mengsel van stedenbouwkundige, sociale, milieutechnische en welstandelijke argumenten. Door de grote aantallen arbeiders en kleine ambachtslui, werd er in de nieuwe wijken vooral voor hen gebouwd. De stad probeerde door de aanleg van brede, voorname grachten als de Oude Vest ook voornamere bebouwing te stimuleren, maar de eenvoudige en eenvormige kleine en middelgrote huizen beheersten het straatbeeld. Na voltooiing van de stadsuitbreidingen werd in 1667 opdracht verleend voor het vervaardigen een nieuwe grote kaart van Leiden. Ter meerdere glorie hoorde daar ook een profiel van de stad bij. Op dat moment heeft de stad ca. 65.000 inwoners. Op dit profiel zien we de bestaande stadspoorten vervangen door nieuwe. Deze poorten van stadsarchitect Willem van der Helm hadden een meer representatieve dan een defensieve functie. Ze waren minder zwaar en rijker gedecoreerd met natuursteen en beeldhouwwerk dan hun voorgangers.
4 – LUGDUNUM BATAVORUM
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge Panorama van de stad “Leyden”. Later met de hand gekleurde kopergravure uitgegeven door Clement de Jonghe omstreeks 1669. Afmeting prent: ca. 45 x 50 cm.
Kunstverkoper en uitgever van prenten De Jonghe (ca. 1624-1677) was een van de belangrijkste kunsthandelaren in Amsterdam in de 17e eeuw. Met zijn winkelvoorraad van meer dan 60.000 prenten konden kopers voor allerlei soorten werk bij hem terecht, van een ets van Rembrandt tot een voorbeeldboek voor een architect. Met onder het stadsgezicht in 4 talen een vers: “Ik heet Leiden, maar waarom dat ik zo ben gaan heten / weet niemand. ‘t Is mij zelf door de ouderdom vergeten. / Dat weet ik, dat ik ben de oudste en vrijste stad / die Holland immer had: mijn tuinen en lusthoven / verlusten ieders hart. Ik drijf in geleerdheid boven. / Want in mijn hoge school is wijsheid hoogste schat. / Ik heb Spanje overmacht. Toch ‘t was de gunst des Heren / dat zijn vervloekte haat mij niet zou verteren. / Toen lachte ik schier, maar ik ben weer op mijn hoogste trap./ Men ging toen het geld gebrak, papieren geld bereiden./ Ik was een voorbeeld om gans Holland wel te LEIDEN. / Dus prijs eenieder, mij en mijn burgerschap.” 5 – LOFZANG OP LEIDEN
highlights september 2010 “Curaçao”, met kustprofielen, “Plan of Fort Amsterdam” en kompasroos, alsmede de schaal van de kaart in Sea Leagues en Dutch Miles. Aangegeven zijn ook de plantages, zoutpannen, bronnen en vegetatie. Later met de hand gekleurde kopergravure vervaardigd (“from the Dutch originals of Gerard van Keulen”) door Thomas Jeffry’s. Uitgegeven door Robert Sayer & J. Bennet, Map & Printsellers te Londen, 1775. Afm. ca. 46,2 x 61,5 cm. Deze kaart verscheen in “The West-India Atlas” met 41 kaarten en 27 pagina’s tekst. Het hart van de atlas bestond uit een uit zestien bladen bestaande kaart van het Caraïbisch gebied. Jeffry’s overleed in 1771, waarna de heren Sayer en Bennet zijn materiaal voor de atlas verkregen, die vervolgens postuum onder Jeffry’s naam werd uitgegeven.
6 – W.I.C. HAVEN VOOR KAAPVAART EN SLAVENHANDEL
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge Novissima & exactissima totius orbis Terrarum Tabula, gravure met ets uitgegeven door David Funcke rond 1700. Later(?) met de hand gekleurd. Afm. 48 x 55 cm. Deze bijzonder fraaie wereldkaart werd vervaardigd door Romeyn de Hooghe – een van de meest vooraanstaande Nederlandse kunstenaars van de tweede helft van de 17e eeuw – voor Frederick de Wit’s maritieme Atlas uit 1668. De randversieringen ensceneren de vier elementen allegorisch: vuur als oorlog en vernietiging; Lucht als de hemel geregeerd door de dierenriem en toegezongen door Apollo; Aarde als de oogst van het land en veeteelt; en Water, als een zee met Hollandse schepen en een spuitende walvis. De Griekse goden flankeren de scènes: Zeus, Hera, Hades, Persephone, Demeter en Poseidon. Op deze heruitgave is het kaartbeeld naar de laatste ontdekkingen bijgesteld: de kust van Nieuw Guinea is deels ingevuld, Antarctica is aangeduid en de kust van Alaska krijgt vorm. Literatuur: Shirley 616 (en 444), plate 327.
7 – WAARIN EEN KLEIN LAND GROOT KAN ZIJN
highlights september 2010
Wintergezicht op Zantvliet (Antwerpen)
Kopergravure vervaardigd door meester graveur Jacques Philippe le Bas naar een schilderij van Adriaen van Drever. Ca. 1780 uitgegeven te Parijs. Later met de hand gekleurd. Afm. (afb.) 33 x 44,5 cm. Beau pays, òu fleurit une utile industrie/ Et dont les habitants peuvent tout leurs vie/ Suivre avec liberté leurs innocents desirs,/ On croiroit que chez toi l’eau se transforme en glace,/ Pour offrir un plus ample et plus commode espace/ A tous les Voyageurs, à tes divers plaisers. Van Drever was een Hollandse landschap- en zeeschilder, die rond 1673 actief was en zich in Engeland moet hebben opgehouden. Men is echter niet zeker of Van Drever een verzonnen kunstenaar is en of de man ooit heeft bestaan.
8 – IJSPLEZIER MET COLFSPELERS
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge “Divertimenti degli Ollandesi in tempo del giacco”. Kopergravure vervaardigd door Giuseppe Filosi, later met de hand gekleurd. Afm. (prent) ca. 16 x 24 cm. De prent komt oorspronkelijk uit het boek van Thomas Salmon “Lo Stato Presente di Tutti i Paesi e Popoli del Mondo" (de huidige situatie van ’s werelds landen en volkeren) uitgegeven tussen 17381748.
9 – HOLLANDS VERTIER BIJ VRIESKOU
highlights september 2010
“Hollaendische Winter Scene”, steendruk vervaardigd door Straub uitgegeven door Franz Hanfstaengl in 1840 naar het schilderij van Adriaen van de Velde Afm. (afbeelding) 33 x 43,5 cm. Van de Velde (1636 – 1672) staat bekend om zijn voorstellingen van het alledaagse leven en was tevens bekwaam kustlandschapschilder.
10 - KLEINE IJSTIJD IN DE LAGE LANDEN
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge Kalme riviermonding in een 17e-eeuwse setting vol Hollandse schepen. Tekening in aquarel met gouache van de hand van Louis Haghe. Gesigneerd rechtsonder. Afm. 45 x 60 cm. In originele lijst. De Vlaamse historieschilder, aquarellist en lithograaf Haghe (1806 – 1885) volgde zijn opleiding aan de Academie te Doornik en vestigde zich in 1823 in Engeland. Daar heeft hij een beslissende invloed op de ontwikkeling van de lithografie en wordt benoemd tot Lithographer of H.M. the Queen. Toch wijdde hij zich vanaf 1852 nog uitsluitend aan het aquarel schilderen.
11 – HISTORISEREND RIVIERGEZICHT
highlights september 2010 “Dit zijn de peeren die vrysters begeeren”, kopergravure vervaardigd door Gerrit van Schagen ca. 1680. Later met de hand gekleurd. Afm. 27 x 24. Deze volksprent (ter leering ende vermaeck) toont een perenboom met in de kruin een groep jongelingen die musiceren, schrijven, lezen en kaart bestuderen. Van onder de boom kijken jonge dames begerig naar de heren zoals blijkt uit de vers onder de afbeelding: Vrysters, schoon je schijnt te veynsen dat geen vryer u en dient, Hier nochtans streckt al u peynsen Hier is uwes herten vriendt Hiertoe streckt al uw begeeren; En hy mist die ’t niet gelooft: Want al die den man ontbeeren, Dat zyn lyven zonder Hooft. Van deze prent zijn behalve dit exemplaar nog slechts twee andere bekend, waarvan een in het Nationaal Openlucht Museum.
12 - VRIJSTERSBOOM
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge
Aurora. Kopergravure samengesteld uit meerdere afzonderlijk gedrukte bladen, vervaardigd ca. 1680 door Louis Simmoneau naar een fresco uit het paviljoen van Château de Sceaux door Charles LeBrun. Later met de hand gekleurd. Diameter: 81 cm. Charles LeBrun was ‘Premier Peintre du Roy’ en de ongeëvenaarde meester van de 17e eeuwse Franse kunst, hij was o.a. verantwoordelijk voor het decoreren van Châteaux de Versailles. Louis Simmoneau (1654 – 1727) graveerde een aantal van Le Bruns werken. Lebrun werkte tussen 1670 en 1674 op Château de Sceaux voor Jean-Baptiste Colbert (minister van financiën onder Lodewijk de XIV), die hiervan van zijn buitenplaats maakte. Château de Sceaux wordt tijdens de Franse revolutie genationaliseerd en de inboedel geveild. Het kasteel vol fresco’s raakte vervolgens in verval en werd afgebroken. Hier zien we Aurora, godin van de dageraad, op haar wagen bij zonsopgang. Ze kijkt achterom naar een Cherubijn met fakkel die de avondster (Venus) symboliseert. Ze brengt bloemen, ochtendgloren naar de aarde.
13 – KOMT DE DAGERAAD
highlights september 2010
Handgekleurde kopergravures vervaardigd in 1710 door meester graveur en ornamentontwerper Jean Bérain de Oudere (1640 -1711). Vijfentwintig prenten, afkomstig uit Ornemens de peinture et de sculpture, qui sont dans la Galerie d'Apollon, au chasteau du Louvre, et dans le grand appartement du Roy, au Palais des Tuileries. Bérain vestigde zich in Paris in 1663. Een jaar later werd hij benoemd tot ‘Dessinateur de la Chambre et du Cabinet du Roi’ aan het hof van Lodewijk de XIV. Vanaf 1677 had hij werkkamers en een appartement in de Galeries du Louvre naast meubelmaker André Charles Boulle, waarvoor hij vele ontwerpen maakt. Na het overlijden van schilder Charles Le Brun (zie item 13 in deze catalogus), kreeg Bérain de opdracht het exterieur van de schepen van de koning te vorm te geven. Zijn eerste ontwerpen voor koninklijke interieurs dateren uit 1682-84. De Bérainesque stijl van repeterende lijnen en speelse groteske fantasieën vormden een belangrijk onderdeel van de Régence stijl, die leidde tot de Franse rococo. Het monumentale maakt daarbij plaats voor luchtigheid en tederheid. Bérains invloed reikte verder dan het Franse hof. Gravures van zijn ontwerpen worden door Europa verspreid en leggen de basis voor stijlontwikkelingen in met name in de lage landen, Duitsland en Londen.
14 – MEESTER VAN DE RÉGENCE
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge Decoratieve pilaster met fruit, bloemen en wingerd. (Later) met de hand gekleurde gravure gedrukt van twee koperen platen, uitgegeven te Rome 1772. De prent is afkomstig uit de serie (uitgegeven in boekvorm) “Loggie di Rafaele nel Vaticano” en is gegraveerd door Giovanni Ottaviani en Giovanni Volpato naar een tekening van Gaetano Savorelli. Formaat ca. 107,3 x 40,6 cm
Rafael Sanzio da Urbino (1483 – 1520), in het Nederlands beter bekend als Rafaël, vertrok vanuit Florence naar Rome vermoedelijk omdat hem ter ore was gekomen dat er in het Vaticaan, destijds onder Paus Julius II, privé-vertrekken waren die opnieuw gedecoreerd moesten worden. In 1509 kreeg hij de opdracht voor één van de vertrekken. Met succes, al heel snel gold hij in het Vaticaan, op Michelangelo na, als de belangrijkste kunstenaar. Hij zou er de rest van zijn korte leven blijven. Rafaël en zijn assistenten maakten de wand- en plafondschilderingen in de Loggia van het Vaticaan in 1518-1519. Deze prent (nr. XII) toont een decoratie van de Loggia op de belangrijkste verdieping van het appartementen gebouw van het Vaticaan. Het was de bedoeling dit blad als één van de eerste (reeds in 1760) uit te geven, maar werd uiteindelijk pas tussen 1772 en 1776 gedrukt. Het project om de schilderingen van Loggia op papier te reproduceren werd uitgevoerd door schilder Gaetano Savorelli, tekenaar Ludovico Teseo, architect Pietro Camporesi en de graveurs Giovanni Ottaviani en Giovanni Volpato. De prenten zijn veelal een combinatie van Rafaëlitsche design elementen omdat de originele fresco’s niet altijd zichtbaar meer waren. Het resultaat sprak de smaak van het publiek aan het einde van de 18e eeuw enorm aan en legde de grondslag voor de grotesken in de neo-classistische periode.
15 – GROTESKEN NAAR RAFAËL
highlights september 2010 Skelet met spierstelsel, anonieme kopergravure vervaardigd rond 1820, later met de hand gekleurd. Afm. (papiergrootte) 180 x 67 cm.
Deze levensgrote anatomische prent werd gebruikt in het onderwijs in een tijdperk waarin geneeskunst veranderde in geneeskunde. Het in kaart brengen van de anatomie van de mens werd in die tijd voltooid en verder gesystematiseerd. Hier zien we het menselijk skelet van de rugzijde, met links details van het spierstelsel en rechts van bottenstructuur, daarboven en onder halswervelkolom en voet. Tot laat in de 19e eeuw was kennis van genezen nog beperkt en de kundigheid van de arts hing af van intelligentie, inventiviteit en een portie lef. Onder de beoefening van de geneeskunst trof je alles wat onder de zon leefde. Mensen die oprecht, zorgvuldig en kritisch de kunst van het genezen beoefenden, mensen die met buitenissige ideeën experimenteerden en verrassende resultaten boekten, maar ook mensen die geloofden in hun eigen methoden en middelen, maar twijfelachtige resultaten bereikten: kwakzalvers. In Nederland krijgt geneeskunst pas in 1865 onder Thorbecke, een wetenschappelijke status en worden opleidingen geïnstitutionaliseerd. Lessen in de anatomie vinden dan al niet meer plaats in anatomische theaters, maar in klaslokalen en aan de hand van medische verzamelingen.
16 – VAN GENEESKUNST NAAR GENEESKUNDE
INTER-ANTIQUARIAAT Mefferdt & De Jonge Tulpenaquarellen van de hand van ‘De Tulpenschilder`. Begin 18e eeuw. Afm. (papiergrootte): 24,7 x 8,2 resp. 24, 7 x 9 cm
Omdat de bloeitijd van tulpen in het voorjaar slechts enkele weken bedroeg, lieten tulpenbollen-handelaren vanaf eind 16e eeuw van de te verkopen bollen tekeningen maken, om de verkoop te stimuleren. Het papier van deze twee aquarellen is gedateerd rond 1700. Er zijn maar weinig tulpenschilders in het begin van de 18e eeuw. Toch blijft er blijft twijfel over wie ´De Tulpenschilder` is. Er is een gerede kans dat de tulpen gemaakt zijn door Maria Sybille Merian (1647 – 1717). Merian kwam terug uit Suriname en moest in haar levensonderhoud voorzien. Dat zou ze gedaan kunnen hebben door het schilderen van tulpen zoals deze. Ze waren bedoeld voor een kunstboek, een soort catalogus waarin een veelheid van bestaande tulpensoorten waren bijeengebonden. Bij het schilderen is ze waarschijnlijk geassisteerd door leerlingen (zoals dat vaker gebeurde), misschien haar dochters. De bloembladeren zijn geschilderd door de meester, de bladeren aan de stengel zijn van een iets mindere hand. De tekeningen werden eerder toegeschreven aan Anthony Claesz (1592 - ca. 1635).
17 - MYSTERIEUZE TULPENSCHILDER