NAAR EEN NIEUWE MORGEN Liturgieboekje voor de Stille Week
Protestantse Gemeente te Veenendaal Petrakerk 28 – 30 maart 2013
- NAAR EEN NIEUWE MORGEN De drie dagen van Pasen Op de avond van Witte Donderdag begint het Paasfeest. In het spoor van de oudtestamentische traditie is er een gedenkdag op de vooravond. De viering van Pasen die dan begint wordt afgesloten met de (vroege) zondagsviering in de Paaswake. De Paasviering omvat op deze manier de periode van Witte Donderdag tot en met de Paaszondag. In de viering van deze “drie dagen van Pasen” zijn lijden, dood en opstanding van Jezus Christus onlosmakelijk met elkaar verbonden. Elke viering heeft binnen deze drie dagen zijn eigen accent. Op Witte Donderdag zijn dat uittocht en bevrijding, dienstbaarheid, maaltijd en verraad. Deze staan niet los van elkaar maar zijn door elkaar heen geweven, zoals blijkt uit de lezingen in de dienst, waarbij de maaltijd centraal staat: we ontvangen voedsel voor onderweg – de reis is nog lang om te gaan, vooral voor die Ene. Op Goede Vrijdag gaan we verder zoals we zijn geëindigd: in stilte. De accenten liggen nu op de lezingen (het lijdensevangelie), de gebeden en de kruismeditatie. In de Paaswake komen alle aspecten van de paasviering samen: lijden, sterven en opstanding. Het is het hoogtepunt en de afsluiting van de drie dagen van Pasen. Het is het hoogtepunt – en de oorsprong – van het christelijk geloof. Dit is te zien in alle elementen die terugkomen in de viering: --het licht – de Paaskaars waarvan het licht wordt verdeeld én vermeerderd --de lezingen–over donker en licht, dood en leven, de nacht die zo anders is… --doop en doopgedachtenis – met Christus zijn wij ondergegaan én leven wij! Zo vieren we op drie dagen een dienst, gaan we door het donker naar een nieuwe morgen! 2
WITTE DONDERDAG 28 maart 2013, 19:30u
Voorganger: dominee Peter Mol Organist: Bert Wisgerhof Lector: Marlies van Wette
- VOEDSEL VOOR ONDERWEG EERSTE STAPPEN Orgelspel: koraalbewerking "Herzliebster Jesu" (Gezang 181), Johann Th. Lemckert (*1940) Staande Moment van stilte Groet v. a.
De Heer zij met u. Ook met u zij de Heer.
Bemoediging v. Wie woont in de hoede van de Allerhoogste a. overnacht in de schaduw van de Almachtige. v. Bij nacht en ontij heb je niets te vrezen, a. Hij is een schild en muur om je heen. Drempelgebed v. Wij wachten op U! U opent uw hand en schenkt ons aan elkaar als mensen onderweg. g. O God, breng ons thuis! v.
g. v. g.
Wees ons genadig, God, en zegen ons, laat het licht van uw gelaat over ons schijnen, dan zullen wij op aarde uw weg kennen en zal de wereld uw reddende kracht ervaren. Geef ons dan een hart dat doorzichtig en zuiver is. Herschep ons met uw Geest O God, breng ons thuis! Dat de volken U loven, dat alle landen voor U juichen, want U bent de God die zegen geeft! O God, breng ons thuis! Amen 4
Zingen: “God zij ons gunstig en genadig” (Psalm 67) We gaan zitten
Gebed om de nood van de wereld Afgesloten met:
Glorialied: “Halleluja, eeuwig dank en ere” (Gezang 257)
WOORDEN DIE DE WEG WIJZEN Gebed van de Witte Donderdag Eerste schriftlezing: 2 Samuël 16: 1-5 Zingen: “Ik wil van God als van mijn herder spreken” (Psalm 23) Tweede schriftlezing: Lucas 22: 7-23 Zingen: “Gij zijt mijn goed” (Gezang 366: 1, 3, 5, 6) Overdenking
5
Zingen: “Voor mensen die naamloos” (Tussentijds 168)
2. Voor mensen die roepend, tastend en zoekend door het leven gaan, verschijnt hier een teken, brood om te breken: wij kunnen bestaan.
3. Voor mensen die vragend, wachtend en wakend door het leven gaan, weerklinken hier woorden, God wil ons horen: wij worden verstaan.
4. Voor mensen die hopend, wankel gelovend door het leven gaan, herstelt God uit duister Adam in luister: wij dragen zijn naam. 6
STILSTAAN OP DE WEG Inzameling van de gaven Gebeden Elke voorbede eindigt met: v. Heer, hoor ons bidden: g.
HET MAAL VAN DE VRIJHEID Zingen: “O God die stierf onschuldig” (Gezang 363) Nodiging Wilt u de liturgie meenemen naar de tafel Tafelgebed v. De Heer zij met u. a. Ook met u zij de Heer. v. Verheft uw harten! a. Wij zijn met ons hart bij de Heer! v. Zegenen wij de Heer onze God! a. Hem zeggen wij dank! v. Wij zegenen U, onze God, die ons telkens weer laat weten dat wij bij U horen, en dat U bij ons bent. U bent het die ons voorgaat door de diepten van de dood. U bent het die ons voorgaat op de weg tot bevrijding van alles wat ons gevangen houdt. Daarom durven wij, met allen die ons voorgegaan zijn op deze weg, mee te zingen: 7
Zingen: “Heilig, heilig, heilig” (melodie: Gezang 457) Heilig, heilig, heilig, hemelhoog verheven boven ons mensen: de naam van God, de Heer! Heilig, heilig, heilig, Schepper van de wereld, mensen beneden zingen U ter eer! Heilig, heilig, heilig, bron van alle leven, bloemen en bomen en al wat adem heeft! Heilig, heilig, heilig, Heer van alle mensen, God, onze vader, U dankt al wat leeft. v.
Wij zegenen U, onze God, die ons zichtbaar hebt gemaakt van wat U van mensen hoopt. U bent het die uzelf hebt getoond in de mens die de weg is gegaan van alle mensen – met woorden van genezing en troost, met daden vol glorie en eenvoud, dienstbaar aan mensen, altijd de minste. Hij, uw zoon, die uw weg ging ten einde toe, tot in de nacht – in deze nacht! – dat hij werd overgeleverd als een Paaslam, een brood nam en U zegende, het brak en zei: Dit is mijn lichaam voor jullie. Doe dit, telkens opnieuw, om mij te gedenken. Zo nam hij na de maaltijd ook de beker, sprak de dankzegging erover uit, gaf hem rond en zei: Deze beker is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt. Doe dit, telkens als jullie hieruit drinken, om mij te gedenken.
a.
Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker verkondigen wij de dood des Heren totdat hij komt. Kom, Heer Jezus, kom! 8
v.
Wij zegenen U, onze God en bidden U dat wij uw Geest mogen ontvangen die ons telkens herinnert aan wie hij was voor mensen, aan hoe wij mens van U kunnen zijn. Laat uw Adem, uw Geest, ons in zijn voetsporen zetten, dat wij zijn naam uitdragen, zijn leven gestalte geven, zijn weg ook werkelijk gaan.
Onze Vader Vredegroet Gemeenschap van brood en wijn Lezen: Lucas 22: 24-39 VERDER OP WEG – DE NACHT IN We gaan in stilte terug naar onze plaatsen Afruimen van de tafel De kerk wordt ‘uitgekleed’. Alles wordt weggehaald: het brood, de kaarsen, de kleden, de Bijbel. Het centrum van de kerk blijft uiteindelijk naakt en kaal achter, zoals Jezus alleen zal achterblijven en wordt uitgekleed… Slottekst Slotlied: “Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt” (Gezang 392)
We verlaten in stilte de kerk (wilt u dit liturgieboekje bij de uitgang weer inleveren?) 9
GOEDE VRIJDAG 29 MAART 2013, 19:30u
Voorganger: dominee Peter Mol Organist: Ton Lammers Lectoren: Adri Cardol en Barbara Mojet Met medewerking van de cantorij, o.l.v. Jan van de Putte
DOOR HET DAL VAN DE DOOD DE WEG DOOR HET DONKER In stilte bereiden we ons voor op de dienst Openingstekst Zingen: “Die rechtens God gelijk” (Tussentijds 86) Cantorij: couplet 1 en 2 Allen: couplet 3, 4, 5 en 6
12
3. Hij werd ons aller knecht, zijn deemoed was zo groot. Hij stond voor ons terecht, gehoorzaam totterdood.
4. Maar God heeft hem gesteld hoog aan zijn rechterhand. God heeft zijn naam gemeld aan hemel, zee en land.
5. Opdat zijn macht verstaan al wie hij ’t aanzijn geeft opdat in Jezus’ naam zich buige al wat leeft.
6. Opdat wij met elkaar God geven alle eer, belijdend voor elkaar dat Jezus is de Heer.
Drempelgebed v. Bij U schuilen wij in het onbarmhartige licht van deze dag. Hoor ons, God, en blijf ons niet ver. a. Hoor ons en kom ons te hulp! v.
a. v.
a.
U, onze wal tegen nacht en ontij! In uw handen, Heer, bevelen ook wij ons leven. Hoor ons en kom ons te hulp! Behoed ons in de schaduw van uw vleugels als wij waken en bidden met Hem, uw Zoon, die tot in de dood aan U vasthield. Hoor ons en kom ons te hulp! Amen
13
Zingen: “Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?” (Filippenzen) 1. Cantorij 2. Allen
Cantorij: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? Lezen: Psalm 22: 1-6 Zingen: “Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?” 1. Cantorij 2. Allen
Cantorij: Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten? Gebed van de Goede Vrijdag Lezing uit het Oude Testament: 2 Samuël 16: 5-13
14
WAKEN IN HET DONKER het lijdensevangelie volgens Lucas Zingen: “O Liefde die verborgen zijt” (Gezang 176: 1, 2, 3) Lezen: Lucas 22: 39-46
In de hof van Olijven
Zingen: “O hoogt' en diepte, looft nu God” (Gezang 461: 1, 6, 7) Lezen: Lucas 22: 47-53
Gevangen!
Zingen: “Jezus leven van ons leven” (Gezang 182: 1, 6) Lezen: Lucas 22: 54-62
Petrus
Zingen: “Ik wil mij gaan vertroosten” (Gezang 174: 1, 2) Lezen: Lucas 22: 63-71 Verhoor Zingen: “Noem de overtreding mij die Gij begaan hebt” (Gezang 181: 1, 3) Lezen: Lucas 23: 1-12
Van Pilatus naar Herodus…
Cantorij: “He never said a mumbling word” (negrospiritual) They led Him to Pilate’s bar, but He never said a mumblin’ word. Not a word, not a word. They all cried: crucify Him! But He never said a mumblin’ word. Not a word, not a word. Lezen: Lucas 23: 13-25
Ze leidden Hem voor Pilatus’ rechterstoel, maar hij prevelde geen enkel woord. Geen woord, geen woord. Ze schreeuwden allen: kruisig hem! Maar hij prevelde geen enkel woord. Geen woord, geen woord.
…en weer terug
Zingen: “Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten” (Gezang 177: 1, 2, 7) Lezen: Lucas 23: 26-37
Gekruisigd
Zingen: “Mijn Verlosser hangt aan 't kruis” (Gezang 189: 1, 2, 4) Lezen: Lucas 23: 38-46
De laatste adem
De Paaskaars wordt gedoofd, moment van stilte 15
Cantorij: “Es ist vollbracht” Es ist vollbracht! Vergiss ja nicht dies Wort, mein Herz, das Jesus spricht da er am Kreuze für dich stirbet und die Seligkeit erwirbet: da er, die Alles wohl gemacht, zuletzt noch sprach: Es ist vollbracht. Es ist vollbracht! Ich bin befreit, Ich habe schon die Seligkeit; weil Sünd und Tod ist weggenommen, ist Gnad und Leben wieder kommen! Nichts ist, was mir Angst und Sorge macht, da Jesus sprach: Es ist vollbracht. Lezen: Lucas 23: 47-49 Zingen: “O Liefde uit de eeuwigheid” (Gezang 176: 4, 5)
SCHUILEN IN HET DONKER – BIJ HET KRUIS het beklag Gods Het beklag Gods is een aan de profetie (Micha 6: 3-5) ontleend gedeelte tijdens de kruismeditatie. Het is een van de meest indringende hymnen van de Goede Vrijdag. Er klinken verwijten uit Gods mond die we als gemeente steeds zingend beantwoorden. De oude tekst werd in de achtste eeuw door Syrische monniken op de vlucht meegenomen. Daarin klinken echter ook anti-joodse verwijten in mee. Hiertegen wordt tegenwoordig terecht bezwaar gemaakt. Daarom gebruiken wij een hedendaagse versie (van Maria de Groot). De verwijten in het Beklag Gods leggen alle nadruk op de lijdende God. Wanneer we de verwijten naar onze tijd verbreden, betekenen ze dat God ons vraagt: “Waar zijn jullie en welke rol spelen jullie bij al het lijden en onrecht?” 16
Zingen: “Mijn volk, wat heb ik u misdaan” (Zingend Geloven 6,103) 1. Solo: Mijn volk, wat heb ik u misdaan en waarmee heb ik u bedroefd? Cantorij: Schoon als de hemelen schiep ik de aarde, licht in de dauw en de vloeiende bron; zon in de ogen van mensen die leven. Korstmossen kwijnen, en witte kamille. Waarom wordt alles gewijd aan de dood? allen refrein:
2. Solo: Mijn volk, wat heb ik u misdaan en waarmee heb ik u bedroefd? Cantorij: Gletsjers ontbond ik tot brede rivieren. Mondingen kusten de vruchtbare zee. Zand was de vloer van doorzichtige branding. Zie hoe verkoold zijn de oevers en stranden. Waarom wordt alles gewijd aan de dood! Refrein: Levend licht, lam van God maak ons bloed van uw bloed. 5. Solo: Mijn volk, wat heb ik u misdaan en waarmee heb ik u bedroefd? Cantorij: Sara, Debora, Ruth, Rachel en Hanna, vrouwen heb ik in uw midden verhoogd. Schoot van Maria waar ik heb geslapen. Gaarde van Jozef waar ik mocht ontwaken. Niemand die haar in de morgen gelooft. Refrein: Woord van God, man en vrouw, schiep u ons naar uw beeld. 17
6. Solo: Mijn volk, wat heb ik u misdaan en waarmee heb ik u bedroefd? Cantorij: Zoals een moeder haar kinderen zegent, zoals zij warmte geeft wanneer zij voedt, ben ik de machtige, ben ik die lenigt. Dorstigen komen en drinken en leven, maar gij smeedt wapens en denkt aan de dood. Refrein: Milde bron, weerloos kind, geef geloof dat ons redt. 7. Solo: Mijn volk, wat heb ik u misdaan en waarmee heb ik u bedroefd? Cantorij: Als de rechtvaardige ben ik gekomen. Onder u was ik degene die dient. Heb ik niet zelf u de voeten gewassen? Zie nu op aarde zovelen gemarteld. Heerst onder u dan het recht van de dood? Refrein: Mens van pijn, God van recht, niets verschoont deze schuld. 9. Solo: Mijn volk, wat heb ik u misdaan en waarmee heb ik u bedroefd? Cantorij: Oogappel Israël, onder de volken weggevaagd kostbaarste pand van mijn hart. Waar zijn de kinderen, waar zijn de ouden, sterren van David, die doofden in duister? Zo bracht de wereld mij nogmaals ter dood. Refrein: Israël, volk van God neem ons op, Davidsstad. Moment van stilte Slotgebed voor de Goede Vrijdag 18
WEER DE NACHT IN Lezen: Lucas 23: 50-56
De graflegging
Zingen: “O lichaam van het Woord” (Zingend Geloven 1, 55)
2. De lippen der natuur zijn achter U gesloten, dit is het laatste uur, het eerste uur der doden. 3. Zij gaan U tegemoet, Gij geeft hun taal en teken, Gij geeft hun vlees en bloed, zij mogen niet ontbreken. 4. Gij die verzwegen zijt, Gij kunt het roepen horen van de verleden tijd in uw gestorven oren. Stilte
In stilte wordt de Paaskaars de kerk uitgedragen
(wilt u dit liturgieboekje bij de uitgang weer inleveren?) 19
PAASWAKE 30 maart 2013, 22:00u
Voorganger: Organist: Solist: Lectoren:
dominee Peter Mol Bert Wisgerhof Barbara Mojet Annie Keizer en Hanneke Schot
Bij het binnenkomen ontvangt iedereen een kaars - OP WEG NAAR HET LICHT Stilte De stilte van Goede Vrijdag is nog voelbaar… IN HET DONKER Openingstekst Lezen: Genesis 1: 1-2
Duisternis
Orgelspel: verbeelding van de duisternis Lezen: Genesis 1: 3-5
Licht!
Orgelspel: verbeelding van het licht LICHT IN DE NACHT Wachters op de morgen Solo: Wachters op de morgen, hoe ver is de nacht? Allen:
Solo: Wachters op de morgen, hoe ver is de nacht? Allen:
Solo: Wachters op de morgen, hoe ver is de nacht? Allen:
22
Gemeente gaat staan De paaskaars wordt binnengedragen
De ambtsdragers geven het licht van de paaskaars door Zingen: “Het pure witte licht” (Tussentijds 171: 1, 2, 5, 6, 7)
2. In stilte, ongezien en stralend, onverwacht, herrijst de Levende uit dood en donk’re nacht.
5. De werk’lijkheid van God breekt in ons leven in als ruimte, perspectief, geeft alles nieuwe zin.
6. Waar leven triomfeert, het dode overwint, daar bloeit de wereld op en heel de schepping zingt.
7. Waar Pasen wordt gevierd is dood voorbijgegaan, daar wortelt weer de hoop in ’t menselijk bestaan. 23
Gemeente gaat zitten Paasjubel v. Dit is de nacht waarin Hij, de Gezegende, de banden van de dood heeft losgemaakt en de poorten van het dodenrijk heeft opengestoten. Daarom waken wij in deze nacht om ons in Hem te verheugen en dit stralende Licht te volgen.
a. v.
a. v. a. v. a. v. a. v. a. v. a.
Daarom zal de hemel juichen de aarde weerklinken, bestraald door dit Licht, door dit Licht voor ons uit! De bazuin moet gestoken om dit Licht voor ons uit dat het donker verjaagt, dat onze weg door de nacht is. Zingen zal dit huis en juichen uw gemeente om dit Licht voor ons uit! Weerklinken zal heel de aarde en instemmen al wat leeft om dit Licht voor ons uit! De vreugde komt voor droefheid, de nieuwe morgen voor de nacht door dit Licht voor ons uit! Aanvaardt ons, God, als kandelaars waarop dit Licht zal stralen, Hij, het Licht voor ons uit! Vul ons met de helderheid doorstroom ons met de klaarheid van dit Licht voor ons uit! Zingen zal dit huis, vurig van hart en ziel, en juichen uw gemeente om dit Licht voor ons uit! Amen
Zingen: “Halleluja! laat opgetogen” (Psalm 149: 1, 3, 5) We doven onze kaarsen 24
DE WEG VAN BEVRIJDING Lezen: Exodus 14: 5-7, 9-14, 19-31
De weg door de zee
Zingen: “Met Mozes zijn wij meegegaan” (Tussentijds 25) Allen:
Solist: 2. O Mozes, roep toch tot de Heer, het water is zo diep. Er is voor ons geen uitweg meer, het water is zo diep. Waar is 't beloofde paradijs? Is dit het einde van de reis, dat wij verdrinken in de zee? Waarom nam jij ons mee?
Allen: 3. Maar Mozes heft zijn staf omhoog: al is het water diep, de wind steekt op, de zee wordt droog. En Hij die zelf ons riep, Hij brengt ons naar de overkant, Hij leidt ons naar 't beloofde land. Maar farao, met heel zijn stoet, gaat onder in de vloed. 25
Lezen: 2 Samuël 23: 1-7
De weg van het licht
Zingen: “De hemel roemt den Heer” (Psalm 19: 1, 2) DE WEG VAN DOOP EN BELIJDEN Lezen: Romeinen 6: 3-5
De weg van de opstanding
Zingen: “De Geest des Heren heeft” (Gezang 247: 1, 2) Gemeente gaat staan Gelovig belijden v. Nu ook wij dan met Christus zijn begraven en verlangen met Hem op te staan, vraag ik jullie te belijden:
a. v.
a. v.
a.
Ik-Ben-Met-Jou is God over de goden, Schepper van hemel en aarde, die ons de aarde heeft toevertrouwd; Vader van zijn volk onderweg, Moeder van alle leven. Dat geloven wij! Zijn vrederijk is aanwezig in de verhalen van Israël in het leven van Jezus van Nazareth, in zijn volgelingen de eeuwen door. Ook ons roept Hij in die pelgrimsstoet. Dat geloven wij! Zijn Geest is het die levend maakt, die ons leidt in de waarheid, ons likt met het visioen van een menselijke wereld, waar gerechtigheid wordt gedaan. Dat geloven wij!
26
Zingen: “In U zijn wij begrepen” (Tussentijds 164) 1. In U zijn wij begrepen, in u zijn wij gedoopt. Uw dood werd ons ten teken, uw leven onze hoop. Nu weten wij voorgoed: Gij zult ons nooit begeven, uw lichaam is ons leven, uw offer is ons bloed.
2. Wij zijn in u begraven, wij staan met U rechtop. Wij zijn niet langer slaven, maar kinderen van God. Een wereld zijn wij oud, maar nieuw als deze morgen, geborgen ongeboren, verloren tot behoud.
3. De dood van één voor allen werd vruchtbaar in de tijd, het zaaizaad is gevallen, het loopt op oogsten uit. De zondvloed is voorbij, ziedaar de nieuwe oever, een duif koert in het lover, dit is de overzij. Gemeente gaat zitten WOORDEN VAN LICHT Gebed van de nacht van Pasen Lezen: Lucas 24: 1-12
Het lege graf
Overdenking Het verhaal van Petrus Stilte, overgaande in orgelspel Zingen: “Jezus leeft en ik met Hem!” (Gezang 217: 1, 2, 4)
27
ROEPEN ONDERWEG Inzameling van de gaven: Er is één rondgang, bestemd voor de Vastenactie Tijdens de collecte: orgelspel en solozang (“Jezus is ons licht en leven” in de bewerking van J.S. Bach) Dankgebed - Voorbeden – Stil gebed – Onze Vader Elke voorbede eindigt met: v. Heer, hoor ons bidden: g.
OP WEG MET HET LICHT Gemeente gaat staan Slotlied: “Heerlijk verschenen is de dag” (Gezang 200: 1, 4, 5) Zegen beantwoord met gezongen Amen Orgelspel bij uitgaan van de kerk: “Erschienen ist der herrliche Tag” van Dietrich Buxtehude (1637-1707)
De Paasviering in de Petrakerk begint morgen om 09:30u 28