OPEN OFFERTEAANVRAAG VOOR AANNEMING VAN DIENSTEN
N34 – omleiding Adinkerke: Studie en opmaak project-MER
Opdrachtgever: Wegen en Verkeer West-Vlaanderen Besteknummer: 1M3D8J/14/53 Dossiernummer: X30/N34/105 Opening van de offertes: woensdag 16 september 2015 om 10.45 uur
Verplicht gebruik te maken van e-Tendering
1
1M3D8J/14/53
Algemene informatie Opdrachtgever : het Vlaamse Gewest voor wie optreedt: Agentschap Wegen en Verkeer Wegen en Verkeer West-Vlaanderen Koning Albert I-laan 1.2 bus 82 8200 BRUGGE Tel.:
050 24 80 03
Fax.:
050 24 80 25
E-mail:
[email protected]
Ieder deurwaardersexploot bestemd voor de aanbestedende overheid moet worden betekend aan de Kanselarij van de Voorzitter van de Vlaamse Regering, Koolstraat 35 in 1000 Brussel. Het is daarbij onverschillig of het gaat om de betekening van een dagvaarding, gerechtelijke uitspraak, overdracht van schuldvordering of een ander exploot. Hetzelfde adres geldt ook voor de aangetekende brief waarbij een schuldvordering wordt overgedragen of in pand gegeven. Voor deze opdracht is bevoegd : ir. Koen Surdiacourt, afdelingshoofd
Belangrijke opmerking: Bestek en eventuele bijlagen enkel digitaal verkrijgbaar via eTendering: https://eten.publicprocurement.be/
Verbintenistermijn van de inschrijvers: 120 kalenderdagen. Uitvoeringstermijn: 24 maanden
Onderhavige opdracht vormt een resultaatsverbintenis, d.w.z. dat de opdrachtnemer alle voorziene prestaties verbonden aan de uitvoeringsfase van de werken dient te leveren zonder enig recht op een meerprijs of schadevergoeding ten laste van de aanbestedende overheid ingeval de aannemer de voorziene uitvoeringstermijn van de werken overschrijdt. Belangrijke opmerking: Door het indienen van een offerte aanvaarden de inschrijvers onvoorwaardelijk de inhoud van de opdrachtdocumenten en aanvaarden ze door de bepalingen ervan gebonden te zijn. Indien een inschrijver in verband met de inhoud van de opdrachtdocumenten rechtmatigheidsbezwaren heeft, dient hij dat schriftelijk en per aangetekende brief uiterlijk tien kalenderdagen voor de opening van de offertes bekend te maken aan de aanbestedende overheid met omschrijving van de redenen.
1
1M3D8J/14/53
CPV-classificatie: • 74230000 (Dienstverlening door ingenieurs) • 74232000 (Technische ontwerpdiensten) • 74231121 (Adviezen inzake wegenbouw) • 74250000 • 71313400-9 (milieueffectbeoordeling voor bouwwerkzaamheden) • 71300000-1 (Dienstverlening door ingenieurs) • 71311210-6 (Adviezen inzake wegenbouw) • 71320000-7 (Technische ontwerpdiensten)
2
1M3D8J/14/53 I. ALGEMENE BEPALINGEN 1 ____________________________
I. 1. AANBESTEDENDE OVERHEID Deze opdracht wordt uitgeschreven door het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, bij delegatie, in de persoon van de Vlaamse minister bevoegd voor Openbare Werken. De administratieve entiteit die met de opvolging van deze opdracht is belast, is : Agentschap Wegen en Verkeer Wegen en Verkeer West-Vlaanderen Koning Albert I-laan 1.2 bus 82 8200 BRUGGGE Alle briefwisseling m.b.t. deze opdracht moet naar die entiteit worden gestuurd.
De aanbestedende overheid wordt ook “opdrachtgever” genoemd.
I. 2. VOORWERP EN CLASSIFICATIE VAN DE OPDRACHT Deze opdracht is een opdracht voor diensten in de zin van art. 3 van de Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15/6/2006. Classificatie: zie “algemene informatie” vooraan.
De elementen begrepen in deze opdracht zijn omschreven in de paragraaf “voorwerp van de opdracht” van het hoofdstuk met de technische bepalingen.
1
Als dit bestek spreekt over gunnings- of aanbestedingsdocumenten, dan bedoelt het daarmee het bestek, de plannen en alle bijhorende documenten die gediend hebben als basis van de offerte.
3
1M3D8J/14/53 I. 3. GUNNINGSWIJZE EN OPENING VAN DE OFFERTES De gunning van deze opdracht geschiedt bij wijze van open offerteaanvraag.
I. 4. TOEPASSELIJKE WETTELIJKE BEPALINGEN Op deze opdracht zijn onder meer van toepassing: –
Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;
–
de wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, levering en diensten van 17 juni 2013 (BS 21 juni 2013);
–
KB van 15 juli 2011 betreffende de plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren (hierna: KB plaatsing);
–
KB van14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken,
I. 5. LIJST VAN AFWIJKINGEN KB UITVOERING • • • • • • • •
44 45 46 55 146 150 154 160
Ingebreke blijven en sancties Straffen Boeten wegens laattijdige uitvoering Schorsing op bevel van de aanbestedende overheid Uitvoeringsmodaliteiten Nazicht diensten Vertragingsboetes Betaling van de diensten
4
1M3D8J/14/53 II. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN 2 ___________________________________
2.1 ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN BIJ TOEPASSING VAN DE WET VAN 15.06.2006 OVERHEIDSOPDRACHTEN EN BEPAALDE OPDRACHTEN VOOR WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN (WET 2006) (BS 15 FEBRUARI 2007) Titel II Overheidsopdrachten Hoofdstuk I Algemene beginselen Art. 11 Vertrouwelijke informatie De plannen, documenten en voorwerpen, ter beschikking gesteld door de aanbestedende overheid, mogen door de opdrachtnemer niet worden gereproduceerd of verspreid, noch voor enig ander gebruik dan in het kader van de uitvoering van de opdracht aangewend worden, dan met de voorafgaande en schriftelijke toestemming van de aanbestedende overheid. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden. Art. 23 Gunningswijze De opdracht wordt geplaatst bij wijze van een open offerteaanvraag. Art. 25 Gunningscriteria Het voorstellen van afzonderlijke offertes met vrije varianten is verboden. De offertes zullen worden beoordeeld door een jury samengesteld uit minstens drie personen. Bij de beoordeling van de offertes zal rekening gehouden worden met de volgende gunningscriteria :
1 2
Prijs Kwaliteit 2a. Methodologie 2b. Projectteam, projectorganisatie en kwaliteitsplan 2c. De volledigheid waarmee de opbouw van de prijs in de offerte gedetailleerd is - tijdsbesteding
60 punten 40 punten 15 punten 15 punten 10 punten
*te downloaden www. mobielvlaanderen.be 2
De nummers van de artikels waarnaar wordt verwezen, stemmen overeen met de nummers van de artikels van het KB van 8.1.1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en van het KB van 26.9.1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en van de algemene aannemingsvoorwaarden als bijlage bij laatstgenoemd besluit.
5
1M3D8J/14/53 Voor alle duidelijkheid wordt hierna op inhoudelijke wijze de invulling van de criteria overlopen. 1.De prijs (60 punten) Er wordt een prijs ingediend die wordt bepaald op basis van de inventaris. De score van elke offerte wordt als volgt berekend Aan de laagst regelmatige inschrijver wordt het maximum van 60 punten toegekend. De punten voor de hoogst regelmatige inschrijver worden berekend met de formule:
ph = 60 * waarin:
Pl Ph
ph staat voor de score voor de hoogste regelmatige inschrijver; Pl staat voor de prijs van de laagste regelmatige inschrijver; Ph staat voor de prijs van de hoogste regelmatige inschrijver.
De punten van de andere inschrijvers worden binnen deze grenzen lineair berekend met de volgende formule: px = pL – (pH – pL)*(PL – PX)/(PH – PL) waarin:
pX PX pL PL pH PH
staat voor de punten voor de te bepalen inschrijver; staat voor de prijs van de te bepalen inschrijver; staat voor de punten voor de laagste regelmatige inschrijver; staat voor de prijs van de laagste regelmatige inschrijver; staat voor de punten voor de hoogste regelmatige inschrijver; staat voor de prijs van de hoogste regelmatige inschrijver.
2. De kwaliteit (40 punten) 2.a Methodologie (15 punten) De inschrijver moet dit gunningscriterium uitwerken in een nota van maximum 10 bladzijden formaat A4. De te volgen methodologie, technieken en werkwijzen voor de kwalitatieve uitvoering van de opdracht dient te worden beschreven. Hierbij moet aandacht besteed worden aan de werkmethode die zal worden gehanteerd : methodologische aanpak, de resultaatgerichtheid, de creativiteit van de aanpak, hoe een goede kwaliteit van de studie zelf zal bereikt worden. Tevens voegt de inschrijver bij zijn offerte documenten waarin zijn visie op de opdracht en het studiegebied worden uiteengezet : wat zijn de nog op te lossen knelpunten, welke opportuniteiten zijn er naar weginrichting en aanhorigheden? In zijn offerte dient de inschrijver te beklemtonen waarin hij zich onderscheidt van de andere inschrijvers. Zijn ook toegelaten : enkele uittreksels uit documenten/plans van gelijkaardige opdrachten om aan te tonen op welke wijze deze in de huidige opdracht zullen opgemaakt worden (in kleur). In deze nota zal de jury minimaal een antwoord zoeken op volgende vragen : - Hoe schat de inschrijver de complexiteit van het dossier in ? Hoe gaat hij ermee om ? 6
1M3D8J/14/53 -
Welke actoren worden betrokken in welke fase van het proces ? Welke inbreng verwacht hij van hen ?
2.b Projectteam – projectorganisatie – kwaliteitsplan (15 punten) De inschrijver moet dit gunningscriterium uitwerken in een nota van maximum 10 bladzijden formaat A4 (zonder CV), dit op basis van het criterium methodologie. Hierbij toont hij aan dat de projectorganisatie overeenstemt met de beschreven methodologie. De nota moet ook aandacht besteden aan de haalbaarheid van de opgelegde uitvoeringstermijnen. In elk geval moet de totale uitvoeringstermijn in overeenstemming zijn met de bepalingen van dit bestek. projectteam Er wordt nominatief opgave gedaan van de projectleiding en het team, die de verschillende aspecten van de opdracht zullen invullen. In die nominatieve lijst worden achtereenvolgens vermeld : de naam en het domein waarvoor de persoon wordt ingeschakeld. Per persoon wordt een CV toegevoegd met vermelding van de diploma’s en getuigschriften, en studies/projecten die wijzen op specifieke ervaring. Deze CV’s worden in een aparte file gestoken (zie artikel waar e-tendering wordt toegelicht). Bij gunning staan de opgegeven personen effectief in voor de leiding van de studie en van de vermelde deelaspecten. Ze zijn de aanspreekpunten voor de opdrachtgever en de betrokken actoren. Tevens moet blijken dat een tijdelijke afwezigheid ervan kan worden opgevangen door kwalitatief gelijkwaardig personeel. Deze vervangers worden nominatief opgegeven, hun bekwaamheid aangetoond.
Projectorganisatie Via een tijdslijn geeft de inschrijver aan wanneer er beslismomenten zijn, op welke tijdstippen hij welk type document zal afleveren en wanneer met welke actoren zal overlegd worden. Tevens doet de inschrijver een voorstel voor de overlegstructuur. Er moet aandacht gaan naar hoe de interne en externe projectorganisatie zal plaats vinden. Hier dient de relatie gelegd te worden met het plan van aanpak De opdrachtgever behoudt zich het recht voor om bij de uitvoering van de studie aanpassingen te doen aan de voorstellen van de inschrijver. Kwaliteitsplan Een loutere verwijzing naar een kwaliteitslabel is niet voldoende. Er dient een beschrijving te zijn waarbij aandacht gaat naar de kwaliteit op vlak van budget, timing en uitvoering specifiek voor dit project.
In deze nota zal de jury minimaal een antwoord zoeken op volgende vragen / stellingen : - Bezit het projectteam voldoende competenties om de opdracht kwalitatief uit te voeren ? Of beschikt het team voor elk van de deelaspecten over voldoende kennis en ervaring ? - Is de projectorganisatie en timing die de inschrijver voorstelt realistisch ? - Op welke manier garandeert de inschrijver voldoende kwaliteit ? - Hoe ziet de inschrijver de overlegstructuur ? - … 7
1M3D8J/14/53
2.c De volledigheid waarmee de opbouw van de prijs in de offerte gedetailleerd is- tijdsbesteding (10 punten) De inschrijver moet dit gunningscriterium uitwerken in een nota van maximum 5 bladzijden formaat A4, dit op basis van het criterium methodologie. Voor de detaillering moet de inschrijver een nota opstellen, die omvat: • Een gedetailleerde raming van het aantal te presteren uren per deel en subdeel en per loonklasse verdere detaillering van de inhoud voor alle prestaties die in deze totale prijs zijn inbegrepen. Prestaties, die het gevolg zijn van de eigen voorstellen inzake o.m. visie op het vervullen van de opdracht, methodologie, proces- en kwaliteitsbepaling, worden mee vermeld. Indien de inschrijver sommige daarvan niet in de opgegeven totaalprijs heeft begrepen, geeft hij hiervoor uitdrukkelijk een aparte offerte. •
De prijsdetailleringen voor alle te leveren prestaties uit de inventaris, uitgedrukt in manuren met daarbij het uurloon van het betreffend teamlid / medewerker en opsplitsing volgens volgende of gelijknamige functiebenamingen : - projectleider – senior expert - verkeerskundige – stedenbouwkundige - expert - projectmedewerker - junior - tekenaar / grafisch vormgever / GIS-deskundige - administratief medewerker
•
kostprijs per bladzijde voor een afdruk op A4, zowel kleur als zwart/wit (ivm eventuele verrekeningen)
•
kostprijs per bladzijde voor een afdruk op A3 zowel in kleur als zwart/wit (ivm eventuele verrekeningen)
•
kostprijs voor een aantal mogelijk bijkomende typeonderzoeken zoals kruispunttellingen (voor een aantal types kruispunten), herkomstbestemmingsonderzoek, …
Met betrekking tot de puntentoekenning zal naast de volledigheid van de in het bestek voorziene prestaties ook de kwaliteitsindicatie beoordeeld worden aan de hand van de tijdsbesteding in de verschillende projectfasen in de gedetailleerde offerte. In deze nota zal de jury minimaal een antwoord zoeken op volgende vragen / stellingen : - Zijn de in het bestek voorzien prestaties volledig ? - Hoeveel tijd zal de inschrijver besteden aan elk onder deel van de studie ? Dit zal beoordeeld worden aan de hand van de tijdsbesteding in de gedetailleerde offerte. - Kan met de prestaties die de inschrijver voorstelt een kwalitatief eindresultaat bekomen worden ? - …
8
1M3D8J/14/53
A. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT PLAATSING.(KB van 15 juli 2011)
Art. 6 §3 gebruik elektronische middelen De aanbestedende overheid staat het gebruik van elektronische middelen toe voor het uitwisselen, in de loop van de procedure, van schriftelijke stukken, andere dan offertes. Deze communicatie gebeurt enkel rechtsgeldig via het e-mailadres en/of faxnummer vermeld in de opdrachtdocumenten.
Art. 7 technische specificaties en normen 1) dit bijzonder bestek en de inventaris 2) Dienstorder MOW/MIN/2015/01 ( gebruik bijzondere besteksposten) van 01 juli 2015 - gebruik van de posten “voorbehouden som (VS)”, “geraamde som (GS)” en “aanpasbare som (AS)” in de bestekken 3) Omzendbrief MOW/2006/01 (BS 6 oktober 2006) voor het berekenen van de uurkosten van aannemersmaterieel bij het opstellen van verrekeningen, schadeclaims en herzieningen van de overeenkomst volgens de kostenstaat CMK-2003; 4) “voorwaarden betreffende opdrachten van raadgevend ingenieurs” van de Belgische Confederatie van burgerlijke en landbouwkundige ingenieurs (KVIV-FABI), die geldig zijn vanaf 1 januari van het jaar van de aanbesteding
Art. 9, §1 Varianten Varianten zijn verboden. Art. 12 Voordracht van onderaannemers De inschrijver vermeldt welk gedeelte van de opdracht hij voornemens is in onderaanneming te geven en de identiteit van de onderaannemers die hij voorstelt. De opdrachtnemer is verplicht deze voorgedragen onderaannemers in te zetten bij uitvoering van de opdracht. Het gebruik van andere onderaannemers is onderworpen aan de toestemming van de aanbestedende overheid.
Art. 13, §1 Prijsvaststelling Deze opdracht is een gemengde opdracht.
Art. 16 Allerlei heffingen De belasting over de toegevoegde waarde wordt in een afzonderlijke post van de inventaris vermeld en wordt bij de prijs van de offerte gevoegd. 9
1M3D8J/14/53
Indien verschillende aanslagvoeten van toepassing zijn, worden de betreffende posten voor elke aanslagvoet opgegeven in de inventaris.
Art. 18 Keurings- en opleveringskosten De kosten van de prestaties die in verband met de opleveringen worden geleverd door derden worden ten laste van de opdrachtnemers aangerekend tegen de door deze derden gefactureerde kostprijs. De kosten van de prestaties die de opdrachtnemers in verband met de oplevering zelf uitvoert, blijven te zijnen laste.
Art. 19, §3 Elementen die in de prijzen begrepen zijn De opdrachtnemer is verplicht op zijn kosten alle ondergeschikte diensten, werken en leveringen uit te voeren die niet expliciet vermeld zijn in een post van de inventaris, maar die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de opdracht zoals bepaald in de opdrachtdocumenten, en/of voor de uitvoering van die post. We vermelden hier niet limitatief: • • • • • • • • •
• • • • • •
• • • •
opmeting bestaande toestand opmaken projectnota aanwezigheid op alle noodzakelijke vergaderingen (GBC, RMC, MER, RUP,…) en secretariaat en verslaggeving hierbij opmaak kennisgevingsnota voorafgaand aan het project-MER opmaak ontwerp en definitief project-MER ondersteuning bij de opmaak van het RUP de uitwerking van een communicatietraject en de ondersteuning ervan aanwezigheid en ondersteuning bij infozittingen naar de bevolking toe detailstudie van de weginfrastructuur afgestemd op of in combinatie met werken van derden (gemeente, W&Z afdeling Bovenschelde, polderbestuur, nutsmaatschappijen, Infrabel, De LIJN, …) de loonkosten en andere kosten verbonden aan het uitvoeren van de opdracht; de opleveringskosten van de diverse verslagen, rapporten en nota’s; de kosten verbonden aan het opvragen van informatie aan derden; de kosten verbonden aan vergaderingen met de opdrachtgever en verslaggeving hierover; de presentaties op de verschillende overlegmomenten incl. de voorbereidingsactiviteiten en opvolgingsactiviteiten; de aankoopprijs en de verschuldigde vergoedingen voor de gebruikslicenties van de intellectuele eigendomsrechten waarvan de opdrachtnemer niet de eigendomsrechten heeft (artikel 17, §2 KB Plaatsing); opmaak volledig wegenisdossier bepaling van de volumes grondverzet ten behoeve van miliehygiënisch onderzoek (zie verder) opmaken van de volledige aanbestedingsbundel afgestemd op of in combinatie met werken van derden na opstellen van samenwerkingsovereenkomst door de opdrachtgever opmaken dossier voor het aanvragen van de stedenbouwkundige vergunning en andere (milieu)vergunningsaanvragen 10
1M3D8J/14/53 • • • • • • • •
opmaken van het eindrapport opmaken van de onteigeningsplannen en bijhorende documenten archeologisch vooronderzoek zonder ingreep in de bodem het bijwonen van de werfvergaderingen, en leveren van adviezen tijdens de uitvoering naar de opdrachtgever toe. het opmaken van de werfverslagen het nazicht van technische fiches en voorstellen, rekennota’s en uitvoeringsplannen van de aannemer, de vorderingsstaten en as-built dossiers het voorbereiden van PV’s, bijakten, aanvullende opdrachten, verrekeningen,… conform richtlijnen van de aanbestedende overheid het nazicht van de vorderingsstaten en as-built dossiers
De studie en de opvolging van de werken van de grote kunstwerken (bruggen, tunnels en hun toegangshellingen, …) wordt uitgevoerd door de opdrachtgever. De besteksbepalingen, de aanbestedingsplannen, de opmetingstaat worden opgesteld en aangeleverd aan de opdrachtgever voor integratie in de aanbestedingsbundel door de opdrachtnemer. Hiervoor moet op tijd door de opdrachtnemer overlegd worden met de opdrachtgever ivm de aanlevering/uitwisseling van gegevens en de timing van de studie. Het milieuhygiënisch bodemonderzoek en opmaken van een technisch verslag wordt uitgevoerd door de bodemsaneringsdeskundige die een raamcontract heeft met de opdrachtgever. De kosten voor dit onderzoek zijn voor de opdrachtgever. De taken van de veiligheidscoördinator ontwerp en verwezenlijking worden uitgevoerd door de veiligheidscoördinator die een raamcontract heeft met de opdrachtgever. Het bijzonder veiligheidsen gezondheidsplan wordt dus aangeleverd aan de opdrachtnemer voor integratie in de aanbestedingsbundel. Voor de afstemming met de taken van de veiligheidscoördinator moet de opdrachtnemer ten gepaste tijde met de veiligheidscoördinator contact nemen oa ivm de uitwisseling van gegevens en de aanlevering van documenten. Het nazicht van de offerten betreffende de veiligheidscoördinatie is eveneens niet ten laste van de opdrachtnemer. Het geotechnisch onderzoek (boringen, sonderingen, resultaten, …) langs het tracé wordt uitgevoerd door de opdrachtgever. De interpretatie van deze gegevens is ten laste van de opdrachtnemer. Voor het geotechnisch onderzoek moet op tijd door de opdrachtnemer overlegd worden met de opdrachtgever i.v.m. de nodige omvang van het onderzoek, de aanlevering/uitwisseling van gegevens en de timing van het onderzoek De V-plannen (verkeerslichtenregeling) zullen opgemaakt worden door de opdrachtgever zelf.
Art. 20, §1 Prijsherziening Op onderhavige opdracht is geen prijsherziening van toepassing. Daar de prestaties betaald worden aan de hand van een percentage op bedragen aan herziening onderhevig is indirect een herziening van toepassing.
11
1M3D8J/14/53 Art. 21, §2 Controle ter plaatse De aanbestedende overheid heeft het recht één of meerdere personen aan te wijzen, die de boekhoudkundige stukken verifiëren en ter plaatse onderzoeken uitvoeren om de juistheid van de door de inschrijver verstrekte inlichtingen te onderzoeken.
Art. 53, §1 Taalgebruik De inschrijver gebruikt uitsluitend het Nederlands in zijn mondelinge en schriftelijke communicatie met de aanbestedende overheid. Van documenten die enkel in een andere taal beschikbaar zijn, kan de aanbestedende overheid een vertaling eisen. De vertaling gebeurt op kosten van de inschrijver. De vertaling is het enige rechtsgeldige.
Art. 57 Verbintenistermijn voor de inschrijvers De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte gedurende een termijn van honderdtwintig kalenderdagen, ingaande de dag na de zitting voor de opening van de offertes.
Art. 60 Administratieve vereenvoudiging §1 De aanbestedende overheid vraagt voor de Belgische inschrijvers zelf de volgende documenten op: • Attest inzake sociale zekerheid en het bijbehorend attest “inhoudingsplicht artikel 30bis”; • Attest niet-faillissement; • Fiscaal attest inzake directe belastingen en BTW §2 De inschrijver voegt steeds de gevraagde inlichtingen en documenten bij zijn offerte, ongeacht of hij deze documenten de afgelopen drie maanden al heeft voorgelegd voor een andere procedure uitgeschreven door de aanbestedende overheid zoals bepaald in de opdrachtdocumenten.
Art. 61 Uitsluitingsgronden §2 De niet-naleving van strafrechtelijk sanctioneerbare milieu- en sociale wetgeving kan worden geacht een misdrijf te zijn dat de professionele integriteit aantast. Van zodra deze wordt vastgelegd in een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest kan deze worden aangewend als uitsluitingsgrond, ongeacht de stand van de procedure. Onder sociale wetgeving wordt onder meer verstaan: - het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijke kansen- en gelijke behandelingsbeleid; - de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie; - de wet van 10 mei 2007 tot wijziging van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde, door racisme of xenofobie ingegeven daden; - de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen;
12
1M3D8J/14/53 - de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, meer bepaald hoofdstuk Vbis. Bijzondere bepalingen betreffende geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. § 4 Bij een open offerteaanvraag toont de inschrijver aan dat hij zich niet in één van de gevallen van uitsluiting volgens art. 61, §1 en §2 K.B. Plaatsing bevindt door het voorleggen van: Voor alle inschrijvers: - Een uittreksel uit het strafregister of een evenwaardig document uitgereikt door een gerechtelijke- of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst en waaruit blijkt dat de betrokkene niet veroordeeld is geweest voor een misdrijf bedoeld in art. 61, §1 en §2 K.B. Plaatsing; Bovendien voor de niet-Belgische inschrijvers: - Een origineel attest uitgereikt door de bevoegde overheidsinstantie van het land waar hij gevestigd is en waaruit blijkt dat hij heeft voldaan aan de voorschriften inzake bijdrage voor sociale zekerheid overeenkomstig art. 62, §2 K.B. Plaatsing; - Getuigschrift van niet-faillissement uitgereikt door de bevoegde overheidsinstantie van het betrokken land; - Een attest uitgereikt door de bevoegde overheidsinstantie waaruit blijkt dat de betrokkene in orde is met de betaling van zijn belastingen (directe belastingen en BTW).
De attesten zijn niet ouder dan drie maanden te rekenen vanaf de datum van de opening van de offertes.
Art. 64 Toegangsverbod Door in te schrijven op deze opdracht verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van belangenvermenging zoals bedoeld in dit artikel te bevinden.
Art.67,68 en 72 Kwalitatieve selectiecriteria Zijn financiële en economische draagkracht toont hij aan door het voorleggen van : 1. passende bankverklaringen waaruit een gezonde financiële toestand blijkt overeenkomstig het model als bijlage gevoegd bij het offerteformulier 2. een document waaruit blijkt dat de omzet aan gelijkaardige studieopdrachten inzake infrastructuurwerken in de laatste drie boekjaren minstens 1.200.000 euro (excl. BTW) bedraagt. De omzet wordt gecertificeerd door een bedrijfsrevisor of een erkende accountant. Zijn technische bekwaamheid toont hij aan door het voorleggen van : 3. Een lijst (maximaal 10 bladzijden A4) van de voornaamste gelijkaardige opdrachten uitgevoerd tijdens 2011, 2012, 2013, 2014 en 2015), slaande op het geheel en/of op delen voorzien in deze opdracht. In de lijst dienen achtereenvolgens vermeld te worden : het jaartal van de uitvoering van de studie en van de werken, de titel, het bedrag van de studie (enkel studies met bedragen meer dan 150.000 euro excl. BTW worden opgelijst), de opdrachtgever, een bondige beschrijving van
13
1M3D8J/14/53 de inhoud van de opdracht. De certificaten zoals vermeld in art. 71 2° a) en b) worden bijgevoegd. In ieder geval moeten referenties betrekking hebben op de domeinen: - ontwerpen van wegen, rioleringen en kleine kunstwerken; - architecturale beeldvorming en beeldwaarde - technische en landschappelijke inpassing van infrastructuurwerken - verkeerskunde / verkeersplanologie - Ondersteuning bij de opmaak van een RUP - Communicatietrajecten - Archeologisch onderzoek
4. Voor de opmaak van het project-MER Zijn technische bekwaamheid toont hij aan door het voorleggen van een nota met een maximum van totaal 15 blz A4 (met normale bladspiegel, lettertype, lettergrootte en regelafstand) met de volgende bescheiden : • Het voorstel van MER-team, bestaande uit MER-coördinator, erkende MER-deskundigen, alsook de respectievelijke gelijkwaardige vervangers. Belangrijk hierbij is dat voor de disciplines, zoals vermeld in deel III – uitvoering van de opdracht hoofdstuk 4, er een erkend MER-deskundige in het team aanwezig is, het erkenningsnummer wordt opgegeven, alsook de datum tot wanneer de MER-deskundige erkend is. Dit laatste gebeurt zowel voor de gevraagde erkende MER-deskundigen als hun respectievelijke vervangers. • Een document waaruit blijkt dat de MER-coördinator en MER-deskundigen voldoende ervaring heeft om deze taak kwaliteitsvol uit te voeren. • Opgave van tijdens de laatste 5 jaar opgemaakte relevante (plan- en project-) MER-rapporten m.b.t. wegeninfrastructuur, eventueel ontheffingsdossiers, als referentie. • Beschrijving van de maatregelen ter waarborging van de kwaliteit met onder andere opgave van de vervangbaarheid van het ter beschikking gesteld personeel. 5. Relatie ontwerpteam en MER-team Voorliggende studie omvat zowel de opmaak van een project-MER als de opmaak van een ontwerp voor de realisatie van de omleidingsweg Adinkerke. De wetgever stelt dat degene die de MER uitwerken geen belang mogen hebben bij het voorgenomen plan of programma of de alternatieven, noch kunnen zij betrokken zijn bij de latere uitvoering van het plan of programma (art. 4.2.9,§2 en art. 4.3.6,§2van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid). De inschrijver moet aantonen in een nota hoe hij de garantie biedt dat er voldoende onafhankelijkheid is tussen het team dat de MER-studie uitvoert en het team dat het ontwerp uitwerkt. Hierbij toont de inschrijver ook aan hoe beide planprocessen op een degelijke manier met mekaar in communicatie gaan. M.a.w. hoe de beide teams onafhankelijk van mekaar werken maar toch voldoende uitwisseling hebben wat betreft de inhoud van het dossier, zodat een vlot verloop ervan kan gegarandeerd worden. Indien deze onafhankelijkheid niet aangetoond kan worden, wordt de inschrijver geweerd voor deze opdracht. 6. Het basisteam voor de uitvoering van het archeologisch vooronderzoek bestaat uit minstens : • Eén archeoloog – projectleider die minstens 10 landschappelijke booronderzoeken uitgevoerd heeft, aangetoond via CV. Hij/zij heeft ervaring in de bodemtypes die in het plangebied voorkomen; • Eén bodemkundige, fysisch geograaf of quartairgeoloog, met ervaring in de bodemtypes die in het plangebied voorkomen en kennis van archeologie, aangetoond via CV. 14
1M3D8J/14/53 Dit basisteam plaatst de boringen, verzorgt de analyse en beschrijving in het veld en de verwerking en rapportage achteraf. Enkel de inschrijvers die op basis van de hierboven genoemde selectiecriteria voldoende gekwalificeerd geacht worden om de opdracht te kunnen uitvoeren, komen voor verder onderzoek in aanmerking.
Art.74 Beroep op draagkracht van andere entiteiten De inschrijver kan zich beroepen op de draagkracht van onderaannemers of andere entiteiten voor wat betreft de kwalitatieve selectiecriteria. In dat geval voegt de inschrijver de nodige documenten toe aan zijn offerte, waaruit de verbintenis van deze onderaannemers of van andere entiteiten blijkt om de voor de opdracht noodzakelijke middelen ter beschikking te stellen van de inschrijver. De opdrachtnemer is verplicht de onderaannemers in te zetten waarop hij zich heeft beroepen in het kader van de kwalitatieve selectie. Het gebruik van andere onderaannemers is onderworpen aan de toestemming van de aanbestedende overheid. Deze onderaannemers of entiteiten mogen zich niet in een toestand van uitsluiting bevinden, zoals bedoeld in art 61 KB Plaatsing
Art. 80 Vorm van de offerte De aandacht van de inschrijver wordt erop gevestigd dat hij zijn offerte en zijn inventaris moet invullen op de bij de opdrachtdocumenten gevoegde formulieren.
Art. 81 Inhoud van de offerte Hierna volgt een niet-limitatief overzicht van alle documenten die bij het offerteformulier gevoegd moeten worden: • de inventaris (zie art. 84); • documenten die vereist zijn voor de kwalitatieve selectie (zie art. 58 en volgende) • documenten die vereist zijn voor de gunning • de bewijzen dat de personen, die de offerte ondertekenden, statutair of bij volmacht bevoegd zijn om de bedrijven geldig in en buiten rechte te vertegenwoordigen. Dit gebeurt naargelang de rechtsvorm van de bedrijven door het bijvoegen van de volgende documenten: o uittreksel of kopie van de statutaire clausule i.v.m. de vertegenwoordigingsbevoegdheid en een kopie van de akte of afschrift van de notulen van de algemene vergadering, zoals verschenen in het B.S., houdende benoeming van de bestuurders o volmacht om het bedrijf te vertegenwoordigen of om bevoegdheid door te geven aan een ander persoon voorleggen van benoemingsbesluit van zaakvoerder andere documenten ter staving van de bevoegdheid •
Overzicht van de jaarlijkse verlofperiodes voor het lopende jaar en de vijf volgende jaren
15
1M3D8J/14/53
Art. 84 Inventaris §1 In de inventaris gaat de post vergezeld: a) van de vermelding “GP”, globale prijs, als de hoeveelheid niet aangegeven is; b) van de vermelding “VH”, vermoedelijke hoeveelheid; c) van de vermelding “VS”, voorbehouden som; De sompost “VS” geeft de opdrachtnemer geen recht op enige bestelling, noch op het bedrag dat eventueel besteld wordt. Het is enkel een indicatie van het budget dat voor dergelijke uitgaven gereserveerd is. De aanbestedende overheid beslist over de uitgaven die met deze post betaald wordt. De voorbehouden som is gereserveerd voor diensten, werken en leveringen nodig voor de uitvoering van aanpassingswerken ten gevolge van onverwachte situaties of voor de oplossing van ad hoc problemen die niet vooraf konden worden vastgesteld en waarvoor geen specifieke posten in de inventaris voorzien zijn. §2 De forfaitaire en vermoedelijke hoeveelheden mogen niet verbeterd worden.
Art. 85 Voorrangsorde opdrachtdocumenten De bepalingen van artikel 85, §2 zijn op deze opdracht van toepassing. De inventaris geldt bijgevolg enkel ter eenvoudige inlichting en kan slechts worden aangewend als aanvulling, in voorkomend geval, van onvolkomenheden van de andere opdrachtdocumenten.
Art. 88 Prijsopgave De eenheidsprijzen moeten zowel in cijfers als in letters worden geschreven. Bij vermoedelijke hoeveelheden moeten de eenheidsprijzen tot op 5 decimalen na de komma worden afgerond. De totaalprijzen voor deze posten moeten worden afgerond tot op 2 decimalen na de komma. Bij een globale prijs moet worden afgerond tot op 2 decimalen na de komma.
Art. 90, §1 Elektronische indiening offertes De offertes moeten elektronisch worden ingediend via de e-tendering website https://eten.publicprocurement.be die de naleving waarborgt van de voorwaarden van art. 52, §1 K.B. Plaatsing. Meer informatie kan verkregen worden via http://www.publicprocurement.be of via de eprocurement helpdesk op het nummer +32 (0)2 790 52 00. De met elektronische middelen ingediende offertes moeten worden opgemaakt in een afdrukbaar pdf-formaat. De maximale grootte per document is 80 MB. Een te groot document kan worden opgesplitst in meerdere deeldocumenten. Het geheel van alle documenten mag evenwel niet groter zijn dan 350 MB. 16
1M3D8J/14/53
De inventaris wordt via een Excel-bestand ter beschikking gesteld. De inschrijver maakt gebruik van dit bestand voor het invullen van zijn inventaris. Aan dit bestand mogen geen wijzigingen worden aangebracht met uitzondering van het invullen van de grijze invulvelden. De inschrijver dient het ingevulde Excel-document te converteren naar een afdrukbaar pdf-bestand. Zowel het Excel- als het pdf-bestand moeten worden opgeladen en ingediend via e-tendering. Bij tegenstrijdigheid tussen beide bestanden, wordt het pdf bestand geacht de werkelijke bedoeling van de inschrijver te zijn en is aldus het enige rechtsgeldige. De inschrijver voegt zijn naam toe aan de bestandsnaam van het excel bestand. Een handleiding voor het omzetten van de inventaris van Excel naar pdf is beschikbaar op http://mow.vlaanderen.be/qc. U kunt als buitenlandse inschrijver de offerte en alle bijhorende documenten ondertekenen met een gekwalificeerd certificaat dat u kunt aankopen via een private actor en dat door de applicatie herkend wordt als een geldig certificaat dat geschikt is voor het plaatsen van een wettelijke digitale handtekening ofwel met een elektronisch middel, aangekocht bij een private actor en waarvan zij zelf garanderen dat dit voldoet aan alle wettelijke voorwaarden: - Gekwalificeerde certificaten, die geschikt zijn voor het plaatsen van een wettelijke digitale handtekening, kunnen aangekocht worden bij private actoren. Voor meer informatie over deze private actoren:
[email protected] of +32 (0)2 553 76 57. Er dient wel te worden opgemerkt dat het enige tijd in beslag kan nemen vooraleer u de drager met uw gekwalificeerd certificaat ontvangt. Koop dus tijdig uw certificaat aan. - Wanneer de buitenlandse inschrijver een eigen elektronisch middel gebruikt om de handtekening te plaatsen, garandeert hij zelf dat deze handtekening voldoet aan de voorwaarden van artikel 52, §1, 1° K.B. Plaatsing. Deze elektronische handtekening moet aldus conform zijn met de regels van het Europees, en het daarmee overeenstemmend nationaal, recht inzake de geavanceerde elektronische handtekening met een geldig gekwalificeerd certificaat, waarbij deze handtekening werd gerealiseerd via een veilig middel voor het aanmaken van een handtekening. Gelieve ook alle nuttige informatie over het gebruikte elektronische middel aan de offerte toe te voegen opdat de aanbestedende overheid kan nagaan of het gebruikte elektronische middel geldig is en conform is met de bepalingen in de regelgeving. Er mag geen gebruik worden gemaakt van een dubbele elektronische zending noch van een veiligheidskopie. Indien van toepassing: De in deze opdrachtdocumenten gevraagde maquettes modelstukken of monsters die niet of uiterst moeilijk via elektronische middelen kunnen worden overgemaakt, mogen door de inschrijvers op niet-digitale wijze aan de aanbestedende overheid worden bezorgd. Deze stukken dienen vóór de opening van de offertes bij de aanbestedende overheid toe te komen met een duidelijke verwijzing naar de betrokken overheidsopdracht en de offerte waarvoor ze worden ingediend. De Curriculum Vitae van de leden van het projectteam moeten in aparte files worden opgeladen.
17
1M3D8J/14/53
Art.92 Opening van de offertes De opening van de offertes vindt plaats in openbare zitting op ….om…uur in…..
Art. 95 Prijsbepaling en prijsonderzoek De opdracht is een opdracht volgens prijslijst / inventaris. De prijs voor het onteigeningsdossier wordt bepaald volgens een in de inschrijving op te geven eenheidsprijs per te onteigenen perceel. Bij uitvoering wordt rekening gehouden met het werkelijk aantal te onteigenen percelen. Bij de aanbesteding van deze opdracht wordt rekening gehouden met een vermoedelijke hoeveelheid van 20 te onteigenen percelen. Deze vermoedelijke hoeveelheid is dus als louter indicatief te beschouwen. Wijzigingen kunnen bijgevolg geen aanleiding geven tot schadevergoedingen. De prijs voor de opmaak van het aanbestedingsdossier en opvolging van de werken volgens artikel 3.2, 3.5 en 3.6 van de technische voorschriften wordt bepaald volgens een ereloonpercentage gebaseerd op de op datum van aanbesteding van deze opdracht geldende "Voorwaarden betreffende de opdrachten van raadgevend ingenieurs" en de bijbehorende ereloonpercentage- en de classificatietabel van barema “opdracht I – Infrastructuurwerken”, opgesteld door Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging (KVIV) en de Fédération Royale d’Associations Belges d’Ingénieurs Civils, d’Ingénieurs Agronomes et de Bioingénieurs (FABI). Zie website : : http://www.kviv.be/content/kvivfabi-aanwijzingen-voor-prestaties-vanraadgevend-ingenieurs De deelopdracht van de studie wegenis, aanhorigheden en kleine kunstwerken (overwelvingen) valt onder klasse 1 van de opdracht I. De deelopdracht van de studie m.b.t. de tunnel onder de sporen en de brug over het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke valt onder klasse 2 van de opdracht I.
Voor het gedeelte van de opdracht waarvan de opdrachtnemer het ontwerp zelf volledig opmaakt (wegenis, aanhorigheden en kleine kunstwerken) wordt het basispercentage bepaald volgens de formule: T1 = A.M1B Waarbij : T1 = basispercentage M1 = 4 miljoen EUR (dit is de raming van de kostprijs van het deel van de werken waarvan de opdrachtnemer het ontwerp zelf volledig maakt. Dit bedrag zal tijdens de uitvoering van de opdracht aangepast worden tot het werkelijk inschrijvingsbedrag van de werken) A en B = vaste termen volgens de klasse 1 van opdracht I - Infrastructuurwerken Voor deze studie deelopdracht is het basispercentage T1 = 5,485041
18
1M3D8J/14/53 Voor het gedeelte van de opdracht waarvan de opdrachtnemer het ontwerp aangeleverd krijgt voor integratie in bouwaanvraagdossier en aanbestedingsdossier (tunnel onder de sporen en brug over het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke) wordt het basispercentage bepaald volgens de formule: T2 = 0,45 x A.M2B Waarbij : T2 = basispercentage voor het gedeelte van de opdracht met aangeleverd ontwerp 0,45 = vaste correctiefactor omdat de opmaak van het voorontwerp en het ontwerp geen deel uitmaken van de studieopdracht M2 = 6,5 miljoen euro (Dit is de raming van de kostprijs van het deel van de werken waarvan de opdrachtnemer het ontwerp aangeleverd krijgt. Dit bedrag zal tijdens de uitvoering van de opdracht aangepast worden tot het werkelijk inschrijvingsbedrag van de werken) A en B = vaste termen volgens de klasse 2 in de opdracht I – Infrastructuurwerken Voor deze studie deelopdracht is het basispercentage: T2 = 3,075151988 In de inschrijving dient de inschrijver een coëfficiënt c (begrepen tussen 0,70 en 1,20) op te geven ter bepaling van de totale offerteprijs voor deze studie volgens de formule: P = c x (T1 x M1 + T2 x M2) Tijdens de uitvoering van de studieopdracht worden de percentages afgeleid uit de barema's op basis van de goedgekeurde inschrijvingen voor de werken. Voor het betalen van voorschotten wordt uitgegaan van de ramingen opgemaakt tijdens de studie, telkens goed te keuren door de opdrachtgever.
PRIJSOPGAVE a)
Indien zulks voor de nauwkeurigheid van de eenheidsprijzen vereist is, mag de inschrijver die tot vier decimalen preciseren.
b)
De inschrijver vermeldt de belasting over de toegevoegde waarde in een afzonderlijke post en voegt ze bij de prijs van de offerte.
Art. 99, §2 Prijsonderzoek De bepalingen van artikel 99, §2 zijn van toepassing op deze opdracht.
19
1M3D8J/14/53
B. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN BIJ TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 14.01.2013 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN (AUR) (BS 14 FEBRUARI 2013)
Art. 11 Leidend ambtenaar De leidend ambtenaar is de vertegenwoordiger en de woordvoerder van de aanbestedende overheid in haar betrekking met de opdrachtnemer. Het mandaat van de leidende ambtenaar bestaat enkel uit: •
• • • • • •
de technische en administratieve opvolging van de prestaties, inbegrepen de goedkeuring van de detail- en werktekeningen en de berekeningsnota’s, tot en met de definitieve oplevering; de keuring van de prestaties, zowel de a priori als de a posteriori keuring; de aanvaarding van de geleverde diensten; het nazicht van de schuldvorderingen en facturen; het opstellen van proces-verbaal; de voorlopige en definitieve oplevering; het instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van onderrichtingen, telkens wanneer het bestek of de opdrachtdocumenten onvolledig of onduidelijk zijn.
Art.17 Bestaande intellectuele eigendomsrechten De inschrijver is verplicht in zijn offerte aan te geven welke intellectuele eigendomsrechten waarvan hij titularis is of waarvoor hij van een derde een gebruikslicentie moet verkrijgen nodig zijn voor het geheel of een deel van de uit te voeren prestaties. De aankoopprijs en de verschuldigde vergoedingen voor de gebruikslicenties van deze intellectuele eigendomsrechten moeten inbegrepen zijn in de geboden prijzen.
Art. 19 en 20 Intellectuele rechten Als gevolg van verwerving van alle intellectuele eigendomsrechten, staat het de overheid vrij om al haar rechten ten aanzien van de voornoemde producten uit te oefenen, zoals o.a. de reproductie, de distributie, het doorvoeren van aanpassingen of de mededeling aan derden. De aanbestedende overheid verkrijgt niet de rechten op algemene ideeën, concepten, know-how, methodes, technieken en vaardigheden die ontwikkeld worden bij de uitvoering van de opdracht. De opdrachtnemer deelt de aanbestedende overheid ten laatste bij de oplevering mee welke knowhow nodig is voor het gebruik van de resultaten van de opdracht, ongeacht of die aanleiding gegeven heeft tot het aanvragen van een octrooi/patent of niet. 20
1M3D8J/14/53 De opdrachtnemer en zijn rechtsopvolgers verbinden zich ertoe de algemene ideeën, concepten, know-how, methodes, technieken en vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het gebruik van de resultaten van de opdracht gratis en kosteloos ter beschikking te stellen van de aanbestedende overheid en alle andere diensten, departementen en entiteiten die ressorteren onder de Vlaamse overheid, zelfs al zijn deze een van de aanbestedende overheid onderscheiden rechtspersoon. Algemene ideeën, concepten, know-how, methodes, technieken en vaardigheden die de opdrachtnemer en zijn aangestelden ontwikkelen, aanleren of opnemen tijdens de uitvoering van de opdracht, kunnen door de opdrachtnemer worden hergebruikt voor zover dit geen inbreuk vormt op de auteursrechten die beschermd worden door de wettelijke of de contractuele bepalingen in het kader van deze opdracht. De aanbestedende overheid en de opdrachtnemer dienen, vanaf de eerste tekenen van een vordering door een derde, elkaar hierover in te lichten en alle mogelijke maatregelen nemen om te vermijden dat de uitvoering van de opdracht op eender welk vlak hinder oploopt door de tussenkomst van de derde. De aanbestedende overheid enerzijds en de opdrachtnemer anderzijds moeten, rekening houdend met de bepalingen inzake vertrouwelijkheid, elkaar wederzijds bijstand verlenen door elkaar bewijselementen mee te delen of nuttige informatie te overhandigen die ze in hun bezit hebben of verkrijgen aangaande eventuele vorderingen door derden, ongeacht de vorm of drager waarop deze bewijselementen of informatie zich bevinden. De opdrachtnemer zal de aanbestedende overheid schadeloos stellen voor alle gevolgen, vrijwaren tegen en op het eerste verzoek van de aanbestedende overheid vrijwillig tussenkomen in om het even welk geding, waarbij de aanbestedende overheid betrokken is en dat gebaseerd is op een beweerde inbreuk op een intellectueel of ander eigendomsrecht welke ook die rechten zijn (eigendomsrecht, gebruiksrecht, exclusieve distributierechten, enz.). Bovendien verklaart de opdrachtnemer, door het loutere indienen van zijn offerte, dat in de contracten met zijn werknemers geen enkele clausule is opgenomen die de intellectuele eigendomsrechten aan die werknemers verleent. De opdrachtnemer dient dezelfde verklaring te eisen van zijn onderaannemers en overige entiteiten die in het kader van deze opdracht diensten verlenen in opdracht van de opdrachtnemer. De opdrachtnemer kan, na voorafgaande schriftelijke toestemming door de aanbestedende overheid, de algemene gegevens over het bestaan van de opdracht en over de verkregen resultaten aanwenden voor commercieel of ander gebruik. De opdrachtnemer mag geen gegevens uit deze opdracht ter beschikking stellen van derden onder welke vorm dan ook zonder de uitdrukkelijke toestemming van de aanbestedende overheid. In geval van toestemming moet in de publicaties minstens worden vermeld dat de inhoud uitsluitend, dan wel voor een deel berust op gegevens verkregen in het kader van een opdracht voor rekening van de aanbestedende overheid en alle andere diensten, departementen en entiteiten die ressorteren onder de Vlaamse overheid, zelfs al zijn deze een van de aanbestedende overheid onderscheiden rechtspersoon. De opdrachtnemer dient eveneens alle maatregelen te treffen om het confidentieel karakter van de gegevens te doen bewaren door hemzelf en door één ieder die er toegang toe heeft. Hij verbindt er zich toe om alle informatie, verkregen naar aanleiding van of bij de uitvoering van deze opdracht, geheim te houden. Hij is tevens gehouden tot strikte geheimhouding van de resultaten en de werkzaamheden.
21
1M3D8J/14/53 Art. 25 tot 33 Borgtocht Voor deze opdracht wordt een borgtocht geëist van 5% van het bedrag van de ingediende offerte zonder BTW. Het aldus bekomen bedrag wordt naar het hoger tiental in euro afgerond. a)
De borgstelling dient te gebeuren binnen 30 kalenderdagen volgend op de dag van de sluiting van de opdracht. Bij niet-naleving stelt de aanbestedende overheid de opdrachtnemer in gebreke en past de sancties van art. 29 KB Uitvoering toe. De borgstelling dient te gebeuren overeenkomstig één van de wijzen voorzien in artikel 26 en 27 KB Uitvoering, met name: 1° in speciën; 2° in publieke fondsen; 3° in de vorm van een gezamenlijke borgtocht; 4° via een waarborg, toegestaan door een kredietinstelling of een verzekeringsinstelling die voldoet aan de desbetreffende wetgeving. Voor wat 1° tot en met 3° betreft, kunt u voor meer informatie terecht op de website van de Deposito- en Consignatiekas.
b)
Het bewijs van de borgstelling dient te worden bezorgd aan de aanbestedende overheid. Welk document u dient te bezorgen als bewijs van de borgstelling, kunt u terugvinden in het artikel 27 KB Uitvoering. Voor meer informatie kunt u ook terecht op de website van de Deposito- en Consignatiekas.
Art. 27. Borgtochtstelling en bewijs van borgtochtstelling Het bewijs van borgtochtstelling moet worden gestuurd aan de aanbestedende overheid.
Art. 35 Plannen, documenten en voorwerpen opgemaakt door de aanbestedende overheid De plannen, documenten en voorwerpen opgemaakt door de aanbestedende overheid, mogen door de opdrachtnemer niet worden gereproduceerd, noch voor enig ander gebruik dan in het kader van de uitvoering van de opdracht worden aangewend, dan met de voorafgaande en schriftelijke toestemming van de aanbestedende overheid. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.
Art. 44. In gebreke blijven en sancties Onverminderd de mogelijkheid waarover de aanbestedende overheid beschikt om de opdracht te verbreken zonder het in acht nemen van enige verweermiddelentermijn in uitvoering van Art. 62 AUR mag de aanbestedende overheid in de onderstaande gevallen de ambtshalve maatregelen treffen en/of alle andere noodzakelijke en hoogdringende bevelen geven zonder het verstrijken van de termijn bedoeld in Art. 44, §2 AUR af te wachten: 1) wanneer zij, overeenkomstig artikel 49/1 van het Sociaal Strafwetboek, door een sociaal inspecteur ervan in kennis is gesteld dat de opdrachtnemer of zijn onderaannemer of de 22
1M3D8J/14/53 onderaannemer van deze laatste en zo verder, op zwaarwichtige wijze tekort is geschoten in zijn verplichting om zijn werknemers tijdig het loon te betalen waarop deze recht hebben; of 2) wanneer zij vaststelt of er kennis van heeft dat de opdrachtnemer of zijn onderaannemer of de onderaannemer van deze laatste en zo verder één of meer illegaal verblijvende onderdanen van derde landen tewerkstelt. De aanbestedende overheid stelt de opdrachtnemer in dat geval, per aangetekende zending in kennis van de termijn waarover deze beschikt om zijn verweermiddelen te doen gelden, termijn die niet korter mag zijn dan 5 werkdagen indien het een zwaarwichtige tekortkoming op het vlak van de uitbetaling van het loon betreft, en 2 werkdagen indien het de tewerkstelling van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen betreft. De termijnen gaan in de eerste werkdag volgend op de datum van de aangetekende verzending van de kennisgeving van de inkorting van de termijn. Voor de toepassing van deze bepaling, wordt opgemerkt dat een zaterdag niet wordt beschouwd als zijnde een werkdag (overeenkomstig artikel 72bis van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, met verwijzing naar de verordening nr. 1182/71 van de Raad, van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltermijnen). Motivering: De termijn van 15 dagen waarover de opdrachtnemer overeenkomstig Art. 44, §2, van voormeld koninklijk besluit van 14 januari 2013 beschikt om zijn verweermiddelen te doen gelden, zou er in veel gevallen toe leiden dat de termijn van 14 werkdagen na de kennisgeving van de arbeidsinspectie (Art. 35/3, §4, wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers), termijn waarover de aanbestedende overheid beschikt om desgevallend de opdracht nog te verbreken en daarmee de hoofdelijke aansprakelijkheid volledig af te wenden, zal zijn verstreken. De verweermiddelentermijn voor de opdrachtnemer moet in dat geval kunnen worden ingekort door de aanbestedende overheid. Een verdergaande inkorting van de verweermiddelentermijn van de opdrachtnemer is noodzakelijk wanneer de aanbestedende instantie er kennis van krijgt dat deze onderneming of zijn onderaannemer of de onderaannemer van deze laatste en zo verder, één of meer illegaal verblijvende onderdanen van derde landen tewerkstelt. Immers, vanaf het moment dat de aanbestedende instantie op de hoogte is van het feit dat zijn opdrachtnemer één of meer illegaal verblijvende onderdanen van derde landen tewerkstelt, zal hij in beginsel hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling van het door zijn opdrachtnemer nog verschuldigde loon dat betrekking heeft op de arbeidsprestaties, verricht vanaf het ogenblik dat zij op de hoogte is van voormeld feit, en die kaderen in de in uitvoering zijnde overheidsopdracht (artikel 35/11 wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers). De verplichting voor de aanbestedende instantie om in voormelde gevallen het verstrijken van een verweermiddelentermijn van 15 kalenderdagen af te wachten gedurende dewelke de opdrachtnemer zijn verweermiddelen kan doen gelden, zou de hoofdelijke aansprakelijkheid van de aanbestedende instantie zelf te zeer verzwaren.
Art. 45, §1 Bijzondere straffen a)
De enige straf wordt bepaald op 300 euro ; de dagelijkse straf op 100 euro.
b) De opdrachtgever is gerechtigd de straffen zoveel malen toe te passen als : – de inbreuk is gepleegd ; – er werknemers zijn op wie de inbreuk is gepleegd. 23
1M3D8J/14/53 De opdrachtgever is gerechtigd dit aantal malen ambtshalve vast te stellen, wanneer het door de schuld van de opdrachtnemer niet juist kan worden bepaald. Bij herhaling van een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt een straf toegepast gelijk aan de betreffende straf, zoals hierboven bepaald, vermenigvuldigd met het aantal malen dat deze inbreuk werd vastgesteld. is. Deze afwijking wordt gemotiveerd doordat anders geen adequate bestraffing van een recidiverende opdrachtnemer mogelijk
Art. 50, §3 Teruggave vertragingsboetes en straffen Een verzoek om kwijtschelding van opgelopen vertragingsboetes en straffen moet per aangetekende brief worden gericht aan de aanbestedende overheid. De datum van aantekening bij de post geldt als datum van het verzoek. Motivering:
Deze afwijking wordt gemotiveerd door het belang van de datum van aanvraag van kwijtschelding waardoor bijkomende formaliteit van aangetekende zending bewijs levert.
Art. 55 Schorsing op bevel van de aanbestedende overheid In afwijking van artikel 55 AUR kan de schorsing op bevel van de aanbestedende overheid in onderstaande gevallen geen aanleiding geven tot enige schadevergoeding voor de opdrachtnemer: wanneer zij, overeenkomstig artikel 49/1 van het Sociaal Strafwetboek, door een sociaal inspecteur ervan in kennis is gesteld dat de opdrachtnemer of zijn onderaannemer of de onderaannemer van deze laatste en zo verder, op zwaarwichtige wijze tekort is geschoten in zijn verplichting om zijn werknemers tijdig het loon te betalen waarop deze recht hebben ; of wanneer zij, overeenkomstig artikel 49/2 van het Sociaal Strafwetboek, door een sociaal inspecteur ervan in kennis is gesteld dat de opdrachtnemer of zijn onderaannemer of de onderaannemer van deze laatste en zo verder één of meer illegaal verblijvende onderdanen van derde landen tewerkstelt. Deze afwijking wordt als volgt gemotiveerd: Het zou niet billijk zijn in deze gevallen waarbij vaststaat dat er een zwaarwichtige inbreuk is gepleegd, dat aanbestedende overheid een schadevergoeding verschuldigd zou zijn wegens schorsingen op zijn bevel overeenkomstig artikel 55 van de AUR, omdat hij de opdrachtnemer de mogelijkheid heeft geboden zijn verweermiddelen te doen gelden, maar wel wil vermijden dat in deze verweermiddelentermijn nieuwe zwaarwichtige inbreuken worden begaan.
Art. 58 Verificaties ter plaatse van de boekhoudkundige stukken De aanbestedende overheid heeft het recht één of meerdere personen aan te wijzen, die de boekhoudkundige stukken verifiëren en ter plaatse onderzoeken uitvoeren om de juistheid van de door de opdrachtnemer verstrekte inlichtingen te onderzoeken. Dit boekhoudkundig onderzoek kan 24
1M3D8J/14/53 zowel bij de opdrachtnemer als bij zijn eventuele onderaannemers plaatsvinden. Met het oog op dit onderzoek dient de opdrachtnemer in zijn onderaannemingsovereenkomst een beding ten behoeve van derden (met name de aanbestedende overheid) op te nemen.
Art. 69 Intrest voor laattijdige betaling Er wordt uitdrukkelijk afgeweken van de bepalingen van art. 1254 van het Burgerlijk Wetboek inzake de toerekening van de betalingen. Elke betaling wordt dan ook bij voorrang toegerekend op de hoofdsommen, en pas daarna op de interesten.
Art. 73 Bevoegde rechtbank Elke rechtsvordering van de opdrachtnemer wordt ingesteld bij een Nederlandstalige Belgische rechtbank, behoudens ingeval van een vordering tot tussenkomst in een bestaand geding.
Art.147 Uitvoeringstermijn De uitvoeringstermijn van deze studie bedraagt 24 maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de datum van kennisgeving van de opdracht. Deze wordt NIET opgeschort tijdens de jaarlijkse verlofperiodes. De ontwerper maakt deze jaarlijkse verlofperiodes voor het lopend jaar en de vijf volgende jaren bij zijn inschrijving kenbaar . De termijnen worden wel opgeschort tussen de dag van het indienen van het dossier voor de RMCvergadering (minstens drie weken vooraf) en de dag van de RMC-vergadering zelf. Verder wordt deze termijn opgeschort in het kader van de wettelijke procedures voor het project-MER en het GRUP (zoals periode voor volledigverklaring, terinzagelegging, openbaar onderzoek,…). Het deel ‘begeleiding tijdens de aanbestedingsfasen en uitvoeringsfasen’ valt buiten de voorziene uitvoeringstermijn. De termijn loopt ten einde op de dag dat de opdrachtgever de aanbestedingsbundel als volledig en ontvankelijk aanvaardt.
De opdrachtgever behoudt zich het recht voor de globale termijn tijdelijk te onderbreken indien dat noodzakelijk is voor overleg met de hogere overheid of andere openbare instanties of omwille van externe factoren die de voortzetting van de studie hinderen. De opdrachtnemer kan hiervoor geen kosten aanrekenen of een schadevergoeding eisen. De opdrachtnemer blijft gebonden door zijn inschrijving gedurende een termijn van ten minste vier jaar vanaf de gunning van de opdracht. Het schorsen van de uitvoeringstermijn gebeurt echter door een proces-verbaal opgesteld door de opdrachtgever. De opdrachtnemer dient zelf initiatieven te nemen om de gegevens te bekomen die hem nuttig lijken voor het vervullen van zijn opdracht, ook indien die gegevens van de opdrachtgever dienen te komen. De opdrachtnemer dient ermee rekening te houden dat het noodzakelijke overleg met de hogere overheid tijdig wordt georganiseerd, teneinde de voortzetting van de studie niet te hinderen.
25
1M3D8J/14/53 Voor de opvolging van de vorderingsstaten en verrekeningen tijdens de uitvoering van de werken gelden volgende dwingende termijnen: Vorderingsstaten: De opdrachtnemer wordt erop gewezen dat de betaling van de verschuldigde sommen geschieden binnen de 60 kalenderdagen (90 kalenderdagen voor de eindafrekening) vanaf de dag dat de opdrachtgever de verklaring van schuldvordering heeft ontvangen. Om de opdrachtgever en zijn medefinanciers voldoende tijd te geven voor het betalen van de verschuldigde sommen dient de opdrachtnemer alle nodige documenten om tot betaling te kunnen overgaan te bezorgen binnen de 5 kalenderdagen (8 kalenderdagen bij eindafrekening) aan de opdrachtgever. Wanneer deze termijnen niet worden gerespecteerd kunnen de verwijlintresten te wijten aan laattijdige betaling geheel of gedeeltelijk worden doorgerekend aan de opdrachtnemer.
Art.148 Vaste of minimale hoeveelheden De opdrachthouder is verplicht om gevolg te geven aan alle toevoegingen, weglatingen en wijzigingen van de opdracht, die de opdrachtgever in de loop van de uitvoering beveelt en die samenhangen met het voorwerp van de opdracht en binnen de perken ervan blijven. Wanneer door onvoorziene omstandigheden zonder toedoen van de opdrachtgever de verdere uitvoering van de opdracht onmogelijk is geworden zal overgegaan worden tot verbreking van dit contract met betaling van de tot op dat moment geleverde prestaties. De opdrachtnemer heeft in dit geval geen recht op enige schadevergoeding.
Art. 149 Modaliteiten inzake prestaties 1) Non-discriminatieclausules De opdrachtnemer verbindt zich er toe bij het uitvoeren van deze opdracht niemand te discrimineren op grond van geslacht, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschappen, sociale positie, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming of syndicale overtuiging. Hij waarborgt dit zowel ten aanzien van zijn personeelsleden onderling als ten aanzien van derden, zoals deelnemers, bezoekers, externe medewerkers, … De opdrachtnemer verbindt zich er toe, voor zo ver redelijk, aanpassingen door te voeren, op vraag van personen met een handicap, die de beperkende invloed van een onaangepaste omgeving op de participatie van een persoon met een handicap neutraliseren (zie artikel 19 van het decreet van 10 juli 2008 houdende een kader voor het Vlaamse gelijke kansen- en gelijke behandelingsbeleid). De opdrachtnemer verbindt zich ertoe de werknemers en derden zoals deelnemers, bezoekers, externe medewerkers, … mee te delen dat hij geen rekening zal houden met vragen of wensen van discriminerende aard. Indien een personeelslid van de opdrachtnemer zich tijdens de uitvoering van de opdracht schuldig maakt aan discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag, zal de opdrachtnemer de nodige maatregelen treffen om een eind te maken aan dit gedrag en waar nodig het slachtoffer in eer herstellen. De werknemers met hiërarchische verantwoordelijkheden zullen toezien op het naleven van dit engagement. Bij elke mogelijke klacht in dit verband tegen de opdrachtnemer, zal deze zijn volledige medewerking 26
1M3D8J/14/53 verlenen aan een eventueel onderzoek dat in dit verband verricht wordt door een meldpunt discriminatie of een andere organisatie, in dit verband aangesteld door de Vlaamse overheid. De opdrachtnemer vraagt tevens al zijn personeelsleden alert te zijn voor discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag, in die zin dat ze de gevallen waar ze getuige van zijn, onmiddellijk dienen te melden aan een werknemer met hiërarchische verantwoordelijkheid. De opdrachtnemer verbindt zich ertoe om geen druk uit te oefenen op eigen personeelsleden, die slachtoffer worden van discriminatie, pestgedrag, geweld of ongewenst seksueel gedrag door een klant of een derde, om af te zien van een eventuele indiening van een klacht of inleiding van een vordering voor de rechtbank in dit verband. De opdrachtnemer ziet er op toe dat ook de onderaannemers, die hij eventueel inschakelt voor de opdracht, zich houden aan deze uitvoeringsvoorwaarden.
2) Plaats van dienstverlening De diensten moeten worden verleend in de kantoren van de opdrachtnemer. De vergaderingen met de opdrachtgever en andere betrokken actoren gaan door in de lokalen van de opdrachtgever, tenzij anders bepaald na onderling overleg en mits uitdrukkelijke toestemming van de opdrachtgever.
Art. 150 Nazicht diensten Algemeen: Zowel voor de betalingen in mindering, de betaling van het saldo als voor de eenmalige betaling van de opdrachtsom dient de opdrachtnemer een gedateerde en ondertekende schuldvordering in te dienen die steunt op een gedetailleerde staat van diensten. Onder “betaling van het saldo van de opdracht” wordt verstaan de laatste betaling van de uitgevoerde en aanvaarde diensten, met uitzondering van die diensten die tijdens de waarborgtermijn moeten worden uitgevoerd. Enkel de prestaties die zijn uitgevoerd overeenkomstig de opdrachtdocumenten en die niet zijn geweigerd, komen in aanmerking voor opname in de staat van de gerealiseerde diensten. Anderzijds houdt de opname in deze staat niet in dat de desbetreffende diensten zouden aanvaard zijn. De diensten en prestaties, die in de staat van de gerealiseerde diensten worden opgenomen, moeten uitgesplitst worden per bestelling of per gegeven aanvangsbevel. Als de diensten uitgevoerd zijn in verschillende perioden, moeten de gevorderde bedragen per periode uitgesplitst worden. De meerprestaties die op schriftelijk bevel van de aanbestedende overheid worden uitgevoerd tegen eenheidsprijzen die de opdrachtnemer heeft voorgesteld maar de aanbestedende overheid nog niet heeft aanvaard, worden opgenomen in bisstaten en met afzonderlijke schuldvordering ingediend. Voor de betaling van meerprestaties bij toepassing van art. 151 AUR dient de aldus gedateerde en ondertekende schuldvordering uitdrukkelijk te verwijzen naar het geschreven bevel van de aanbestedende overheid tot uitvoering van de (meer)prestaties. Verificatietermijn: Binnen de 30 dagen na ontvangst van de gedateerde en ondertekende schuldvordering maakt de aanbestedende overheid, op grond van haar eigen gegevens, de verbeterde staat op van de 27
1M3D8J/14/53 uitgevoerde prestaties die voor betaling aanvaard worden. Het voor betaling aanvaarde bedrag wordt opgenomen in een proces-verbaal. De prestaties die niet op dit proces-verbaal voorkomen, maar die wel door de opdrachtnemer gevorderd werden, dienen derhalve beschouwd te worden als prestaties die niet voor betaling in aanmerking komen. De opdrachtnemer vertrekt van de gegevens die de aanbestedende overheid heeft aanvaard voor het opmaken van zijn volgende gedetailleerde staat van uitgevoerde diensten. De gegevens die de aanbestedende overheid niet heeft aanvaard, mag de opdrachtnemer opnemen in een bisstaat om zijn eventueel recht op een latere betaling te vrijwaren. Indien bepaalde documenten en verantwoordingsstukken ontbreken die nodig zijn voor de verificatie van de ingediende schuldvordering, zal de opdrachtnemer worden verzocht deze stukken binnen de zeven kalenderdagen in te dienen. De verificatietermijn wordt in voorkomend geval verlengd met het aantal dagen dat de bovenvermelde termijn van zeven kalenderdagen voor de indiening van de ontbrekende documenten en verantwoordingsstukken wordt overschreden. Deze afwijking kan als volgt worden gemotiveerd: Het zou niet billijk zijn dat de aanbestedende overheid gehouden is tot het betalen van verwijlintresten, wegens het verstrijken van de verificatietermijn zonder dat ze de mogelijkheid heeft gehad een controle uit te voeren. Deze controle is immers onmogelijk door het nalaten van de opdrachtnemer om de nodige verantwoordingsstukken in te dienen. De datum van binnenkomen van de schuldvordering is maar geldig voor het verdere verloop van het dossier, als de adressering van de schuldvordering dezelfde is als deze opgegeven in de opdrachtdocumenten. De betalingsbescheiden (vorderingsstaten, betalingsaanvragen en facturen) dienen opgesteld op naam van het Vlaams Gewest en geadresseerd aan de aanbestedende overheid: en vermelden steeds het dossiernummer van de opdracht. Adressering van de betalingsbescheiden Agentschap Wegen en Verkeer Wegen en Verkeer West-Vlaanderen Koning Albert I-laan 1.2 bus 82 8200 BRUGGE Bij foute adressering zal de aanbestedende overheid de datum van werkelijke ontvangst van het desbetreffende document als bindend in rekening brengen voor het bepalen van de termijn waarbinnen de verificatie of betaling moet gebeuren.
Art. 154 Vertragingsboetes Indien de diensten niet uitgevoerd worden binnen de voorziene termijn, wordt de boete toegepast van 0,1 % per kalenderdag vertraging en dit met een maximum van 7,5 % van de waarde van de diensten waarvan de uitvoering met dezelfde vertraging gebeurde.
28
1M3D8J/14/53 Art. 156 Oplevering opdracht De opdracht wordt definitief opgeleverd bij definitieve oplevering van alle werken.
Art. 158 Vrijgave van de borgtocht De borgtocht wordt in delen vrijgegeven omwille van de globale tijdsduur van onderhavige studie en de uitvoering van de werken: • 50 % na aanbesteding van het project • 40 % na de voorlopige oplevering • 10 % na de definitieve oplevering
Art. 160 Betalingen De betaling van het opmaken van het onteigeningsdossier volgens 3.5. gebeurt volgens de opgegeven eenheidsprijs vermenigvuldigd met het werkelijk aantal te onteigenen percelen, en dit na de beëindiging en goedkeuring van alle prestaties die vallen onder 2.3.3 ‘Onteigeningsdossier’ van de technische voorschriften. De betaling voor de opmaak van de projectnota gebeurt na de gunstig verklaring van de projectnota door de Regionale Mobiliteitscommissie. De betalingen van het uitvoeringsdossier gebeurt in percentsgewijze schijven als volgt : • tot 30 % van c x T x M wordt betaald na goedkeuring van het voorgelegde dossier voor aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning; • tot 70 % van c x T x M wordt betaald na goedkeuring van de definitieve aanbestedingsbundels van alle uitvoeringsfasen (plans, bestekken, opmetingen en ramingen); • tot 90% van c x T x M wordt betaald tijdens de uitvoering van de werken, rekening houdend met de verschillende uitvoeringsfasen en à rato van de vordering der werken in maandelijkse schijven startend vanaf de aanvangsdatum der werken tot de voorlopige oplevering. • Het saldo na eindafrekening en nazicht alle as-built dossiers. M is de geactualiseerde raming der werken (excl. BTW). Na toewijzing der werken wordt de M vastgelegd op basis van goedgekeurde inschrijving. De definitieve M wordt vastgelegd op basis van de eindafrekening zonder de verrekeningen in meer, die duidelijk het gevolg zijn van fouten of vergetelheden van de opdrachtnemer.. De basiscoëfficiënt T wordt bepaald op basis van de geactualiseerde raming der werken (excl. BTW). De eerder betaalde schijven zijn te beschouwen als voorschotten. Elk berekend totaalbedrag in euro wordt desgevallend afgerond naar de hogere of lagere tweede decimaal, al naargelang de derde decimaal minstens 5 of minder bedraagt.
29
1M3D8J/14/53 III. TECHNISCHE BEPALINGEN ___________________________________ 1. ALGEMEEN DEEL 1.1 Inleiding 1.2 Situatieschets Plan – MER – startnota 1.3 Voorwerp van de opdracht 1.4 Algemeen 1.5 Ontwerpgegevens te leveren door de aanbestedende overheid 2. UITVOERING VAN DE OPDRACHT 2.1 organisatie bij uitvoering van de opdracht 2.2 uitvoeren van de opmeting 2.3 van projectnota naar uitvoering 2.3.1 Voorontwerp en projectnota 2.3.2 Ontwerp 2.3.3 Onteigeningsdossier 2.3.4 Archeologisch vooronderzoek 2.3.5 Aanbestedingsdossier 2.3.6 Opvolging van de werken 2.4 Opmaak project-MER 2.5 Ondersteuning bij de opmaak van het RUP 2.6 Ondersteuning bij het communicatietraject voor de burgers 2.7 Eindrapportage 2.8 Voorbehouden som 2.9 Samenwerking met de opdrachtgever 2.10 Af te leveren documenten
30
1M3D8J/14/53 1. ALGEMEEN DEEL 1.1 Inleiding De plan-MER voor de omleidingsweg van Adinkerke had als doel het afwegen van mogelijke tracés voor een omleidingsweg voor Adinkerke. Daarom werd eerst een verkennende studie gemaakt omdat uit het vooroverleg met verschillende administraties gebleken was dat er heel wat randvoorwaarden waren vanuit een aantal ‘disciplines’ : een ankerplaats, duinendecreet, natuurgebieden,… Dit heeft geleid tot een inperking van het aantal mogelijkheden. De plan-MER heeft dan vanuit die mogelijke tracés bestudeerd wat het voorkeursscenario (tracé) kan zijn voor een omleidingsweg. Deze plan-MER resulteerde in een startnota die werd voorgelegd aan de PAC. In deze startnota zijn nog een aantal onderzoeksvragen opgenomen voor het verder proces. (zie verder) Ondertussen werd ook gestart met de milieu-beoordeling op plan-MER-niveau van het parkeersysteem gekoppeld aan de omleidingsweg voor Adinkerke in het kader van de opmaak van het RUP. Deze studie is momenteel in uitvoering. De volgende stap in dit dossier is de opmaak van het RUP. Dit RUP wordt opgemaakt door het Departement Ruimte Vlaanderen. Daarnaast moet ook de project-MER opgestart worden. AWV kiest in dit dossier uitdrukkelijk voor de opmaak van een project-MER en gaat niet voor de opmaak van een ontheffingsdossier. Immers in geval gekozen wordt voor een ontheffing missen we een deel van de communicatie die bij een volwaardige MER-procedure wel moet gevoerd worden. De procedure van project-MER is op dat vlak zeker veiliger. Het is zeker ook aan te bevelen in het kader van de ‘gevoeligheid’ van het dossier bij het publiek om een stuk transparantie en openheid te kiezen voor de pr-m.e.r. Daarnaast wordt een pr-MER door een breder spectrum aan adviesinstanties bestudeerd/becommentarieerd en kan dus evt. bijdragen aan een kwaliteitsvoller proces. De opmaak van de project-MER is onderdeel van deze opdracht. De ervaring leert dat de opmaak van een project-MER enkel grote voldoening geeft als de opmaak gebeurt in een nauwe wisselwerking met de opmaak van een ontwerp. Daarom vormt de opmaak van een ontwerp ook onderdeel van deze opdracht. Dit betekent ook een voorlegging van het dossier aan de GBC en de RMC. Een topografische opmeting van het plangebied behoort tot de opdracht. AWV kiest er uitdrukkelijk voor om het proces van de opmaak van het RUP en de opmaak van de project-MER samen te laten verlopen. Het meer concrete niveau van een project-MER kan een veel realistischere input geven aan het RUP. Aan de opdrachtnemer wordt gevraagd om de nodige input te leveren bij de opmaak van het RUP : dit gaat van aanleveren kaartmateriaal over ondersteuning bij het nalezen van de verschillende versies van het document tot ondersteuning bij de verwerking van de bezwaren. AWV hecht in dit dossier tenslotte groot belang aan een goed communicatietraject met de bevolking van Adinkerke en omgeving. Daarom is ook de opbouw en uitwerking van een goed communicatietraject gelinkt aan de verschillende stappen van het proces een onderdeel van deze opdracht.
31
1M3D8J/14/53 1.2 Situatieschets Plan –MER - startnota3 Het voorkeursalternatief op basis van het tot nog toe gevoerde planproces is het scenario weergegeven in onderstaande figuur.
In de startnota wordt het voorkeursalternatief geschetst en wordt daarbij tevens een aantal onderzoeksvragen naar voor gebracht. In volgende tekst wordt dit toegelicht. 1.2.1 Inleiding Rekening houdend met het oplossend karakter van het aangepaste tussenscenario alsook met de onzekerheid betreffende het ontwikkelingsscenario en gezien de bijkomende ruimte-inname van het zuidelijke openruimtegebied wordt vermeden, wordt vanuit de milieubeoordeling een voorkeur gegeven aan het geoptimaliseerde tussenscenario. De onderlinge verschillen met het maximaal scenario zijn eerder beperkt. Ter hoogte van de aansluiting met de E40 wordt nagenoeg een 3
Bron : Startnota, oktober 2012, auteur : Grontmij
32
1M3D8J/14/53 conflictvrije aansluiting gerealiseerd, waardoor een vlotte doorstroming van verkeer van/naar de omleidingsweg wordt gerealiseerd. Bovendien is het zo dat een verdere ‘doorgroei’ naar een volledige conflictvrije afwikkeling van het verkeer (maximaal scenario) niet wordt gehypothekeerd. In het voorkeursalternatief werken de conclusies van de interdisciplinaire afweging van milderende maatregelen in de milieubeoordeling door. Deze worden thematisch toegelicht in paragraaf 9.3. Per thema wordt aangegeven welke elementen op projectniveau verder onderzoek vergen en welke hiervoor de eventuele randvoorwaarden zijn. Het voorkeursalternatief vormt bijgevolg de insteek voor het op te maken ruimtelijk uitvoeringsplan voor de omleidingsweg. 1.2.2 Voorkeursalternatief Het voorkeursalternatief is ruimtelijk vertaald in een conceptschets. Deze schets geeft een beeld van de kenmerken van het plan en fungeert als insteek voor de verdere uitwerking en onderzoek op projectniveau. Als werkhypothese is uitgegaan van een optimalisering van het parkeersysteem van Plopsaland met een nieuwe hoofdparking tussen de omleidingsweg en de De Pannelaan. De locatie en inrichting van deze hoofdparking maakt geen deel uit van het plan (en de milieubeoordeling), maar is er sterk mee verbonden. Vanuit het onderzoek is de relatie duidelijk aangegeven (een omleidingsweg met behoud van het huidige parkeersysteem biedt geen structurele oplossing) en zijn randvoorwaarden geformuleerd voor de inrichting van de hoofdparking. Daarnaast vergt de verknoping omleidingsweg-N34-kusttramlijn ter hoogte van de ingang van Plopsaland verder onderzoek.
Figuur: conceptschets voorkeursscenario tussen Langgeleed en spoorlijn
33
1M3D8J/14/53
Figuur: conceptschets voorkeursscenario tussen spoorlijn en kanaal
Figuur: conceptschets voorkeursscenario tussen kanaal en E40 1.2.3 Thematische beschrijving voorkeursalternatief De omleidingsweg wordt ontwikkeld als ‘stroomweg’ waarbij de inrichting afgestemd is op een vlotte doorstroming van verkeer en waarbij conflicten maximaal worden vermeden. Dit betekent een weg: • waarbij de kruispunten worden ingericht als lichtengeregeld kruispunt. Dit laat een dynamische regeling toe waarbij de doorstroming van verkeer op de omleidingsweg prioriteit krijgt. ° De aansluitingen met de E40 zijn voor een groot deel conflictvrij. Op het zuidelijke kruispunt (L1) kan prioriteit gaan naar de afwikkeling van verkeer van de E40 komende van Frankrijk richting omleidingsweg in de ochtendspits en van de omleidingsweg naar de E40 richting Brugge in de avondspits (telkens de belangrijkste verkeersstroom). Op het noordelijke kruispunt (L2) kan een eenvoudige lichtenregeling uitgewerkt worden die kruisend fietsverkeer ter hoogte van de toegang naar de E40 richting Frankrijk beveiligt. ° Ter hoogte van de aansluitingen van de doortocht met de omleidingsweg (L3 en L4) krijgt het verkeer op de omleidingsweg prioriteit. De lichtenregeling laat ook een dosering van verkeer van/naar de doortocht toe waardoor vermeden wordt dat doorgaand verkeer van de doortocht zou gebruik maken (ook op momenten met druk verkeer) • met voldoende lange weefzones en voorsorteerzones voor verkeer van/naar de E40 (W1 en V2) en verkeer van/naar DePanne/Plopsaland (V1 en W2). • met ongelijkvloerse kruisingen van Kanaal-N39 (overbrugging O1) en spoorlijn (ondertunneling O2). 34
1M3D8J/14/53 • waarbij de kruising met de tram in principe gelijkvloers kan gebeuren (G1). Verder onderzoek naar een eventuele bundeling van de kruising met het lichtengeregeld kruispunt L4 is wenselijk (zie verder).
De doortocht krijgt een aansluiting op de omleidingsweg in het noorden ter hoogte van de ingang van Plopsaland (A2) en zuiden door middel van een lokale verbindingsweg (A1). De lokale verbindingsweg (A1) kan verder onderzocht worden op het vlak van: • tracé: onderzoek naar mogelijkheden voor optimalisering om versnippering van ingesloten open ruimte en impact op landbouw te beperken; • verknoping met de doortocht: het is mogelijk om de aansluiting met de N34 zodanig vorm te geven dat het verkeer richting N39 prioriteit krijgt (in de voorrang). Dit ondersteunt een goede bereikbaarheid van de cluster van tankstations en tabakshops in het zuiden door (vracht)verkeer en maakt de toegang tot de doortocht ondergeschikt (vermijden van doorgaand verkeer). De continuïteit van het onderliggend wegennet blijft gegarandeerd: • de Buizeleedstraat wordt plaatselijk omgeleid tussen de E40 en het kanaal (O1); • de Noordhoekstraat en Burgweg worden plaatselijk omgeleid rond de ondertunneling (O2). De nieuwe of omgelegde lokale wegen kunnen ingezet worden in functie van het garanderen van de bereikbaarheid van landbouwpercelen. Dit vergt meer en gedetailleerd onderzoek op projectniveau. De N34 Cappoenstraat kan tussen het kanaal en de E40 worden omgevormd tot langzaam verkeersverbinding (D1). Verkeerrelaties van Adinkerke over de E40 gebeuren via de omleidingsweg. Ter hoogte van de aansluiting met de E40 wordt de langzaam verkeersroute beveiligd door middel van verkeerslichten (L1).
35
1M3D8J/14/53
Het concept voor de landschappelijke inpassing houdt rekening met de aanbevelingen vanuit de milieubeoordeling.
Figuur: concept landschappelijke inpassing ter hoogte van de kern Adinkerke
• Tussen het kanaal en de E40 wordt de omleidingsweg ingegroend en kan de bosstructuur potentieel worden versterkt. • Tussen het kanaal en de Cosynmolenwijk ligt het accent op een ingetogen benadering (omleidingsweg wordt niet geaccentueerd door opgaande elementen) waardoor de openheid van het landschap wordt gerespecteerd. • Tussen de Cosynmolenwijk en de aansluiting op de doortocht wordt de omleidingsweg vormgegeven als duidelijke begrenzing van de kern.
36
1M3D8J/14/53
Vanuit de milieubeoordeling zijn geluidswerende maatregelen noodzakelijk ter hoogte van de Cosynmolenwijk. Deze worden opgevat als geluidsscherm (2,5 meter hoogte) ter hoogte van de tunnelsleuf en een geluidswal (3,5 meter hoogte) in het verlengde ervan.
37
1M3D8J/14/53 Minder diepe langsgrachten met een talud van 6/4 en lokaal 10/4 langs beide zijden van de omleidingsweg bieden over de volledige lengte van het tracé van de omleidingsweg voldoende bergingsmogelijkheden. Waar de omleidingsweg de spoorlijn kruist is een bijkomend buffervolume noodzakelijk en wordt voorgesteld om de langsgracht tussen de omleidingsweg en de toegangsweg tot de hoofdparking van Plopsaland ruimer te dimensioneren. Het systeem van minder diepe langsgrachten kan in drie deelgebieden aantakken op het bestaande afwateringssysteem. Voor het deelgebied tussen spoorlijn en kanaal (2) kan dit via een nieuw lozingspunt op het kanaal of door aan te sluiten op een bestaand lozingspunt ca. 200m ten oosten van de omleidingsweg. Dit dient verder te worden onderzocht.
38
1M3D8J/14/53 1.2.4 Elementen voor verder onderzoek In deze paragraaf worden de belangrijkste elementen voor verder onderzoek aangegeven. Ontwerpend onderzoek en visievorming rond deze elementen is wenselijk om een goede vertaalslag van plan- naar projectniveau te kunnen maken. Op vandaag bestaan nog een aantal onzekerheden rond ruimtelijke ontwikkelingen die bij voorkeur worden uitgeklaard om tot een goede afstemming van het plan op de omgeving te komen. Dit betekent geenszins dat enkel de elementen hieronder moeten worden onderzocht in dat ontwerpend onderzoek. • Verknoping N34-omleidingsweg-kusttramlijn De plaats waar de omleidingsweg aansluit op de bestaande N34 heeft bijzondere opportuniteiten als zichtlocatie op het traject van toeristisch verkeer tussen de E40 en De Panne. Het plan biedt mogelijkheden om activiteiten maximaal te richten naar dit aansluitingspunt en op deze wijze de betekenis te vergroten. Het geplande hotel en zwembad aan de ingang van Plopsaland kunnen een betekenis krijgen als landschappelijk baken, waarbij ook de toegang tot het park geheroriënteerd wordt en afgestemd op de nieuwe situatie met omleidingsweg. Binnen het ontwerpend onderzoek kan nagegaan worden op welke wijze de aansluiting van de omleidingsweg op de doortocht kan geoptimaliseerd worden en of een bundeling van het kruispunt met een gelijkvloerse tramoversteek mogelijk is, waardoor een eenvoudiger en compacte configuratie ontstaat. Binnen dit onderzoek kunnen ook de mogelijkheden voor het realiseren van een aantrekkelijke en veilige voetgangersverbinding tussen de hoofdparking en toegang van Plopsaland, welke zowel de tramlijn als de N34 (gebundeld) kruist, afgetast worden. Deze verbinding kan deel uitmaken van een ruimer publiek domein (pleinruimte) rond de toegang van het park. Ook moet onderzocht worden waar een aparte parking voor de bezoekers van het zwembad en het geplande hotel kan ingeplant worden. • Monitoring van de doortocht Voor de doortocht N34 is het van belang dat deze een lokale rol opneemt. Ter hoogte van de aansluitingen van de doortocht met de omleidingsweg krijgt het verkeer op de omleidingsweg prioriteit. De lichtenregeling laat een dosering van verkeer van/naar de doortocht toe waardoor vermeden wordt dat doorgaand verkeer van de doortocht gebruik zou maken (ook op momenten met druk verkeer). Vanuit de milieubeoordeling wordt aangenomen dat dit een geschikt instrument is om de lokale rol van de N34 te bewaken. Een monitoring kan dit bevestigen. Het voornemen van Infrabel om de bestaande gelijkvloerse spoorwegovergangen in De Panne te vervangen door ongelijkvloerse oplossingen kan verder onderzocht worden, rekening houdend met het voornemen van het realiseren van een oostelijke omleidingsweg. Ook het onderzoek naar de mogelijkheden om de treinperrons te verlengen om een grotere capaciteit aan te bieden, kan hierin worden meegenomen. Vanuit de milieubeoordeling is het bewaken van de ruimtelijke en functionele samenhang van de doortocht een belangrijk aandachtspunt.
39
1M3D8J/14/53
• Ontwikkeling (parkeersysteem) Plopsaland Vanuit de milieubeoordeling is de relatie tussen de oostelijke omleiding en het gewenst functioneren van het parkeersysteem van Plopsaland duidelijk in beeld gebracht. Op basis van de onderzoeksresultaten worden randvoorwaarden aangereikt waaraan het nieuwe parkeersysteem dient te voldoen. Voorwaarden zijn een rechtstreekse ontsluiting van de hoofdparking op de omleidingsweg, voldoende buffer(capaciteit) tussen omleidingsweg en parking en een voldoende omvang van de parkeervoorziening. De wijze waarop het parkeersysteem concreet vorm wordt gegeven (exacte locatie, inrichting, buffering, afwatering, …), dient verder te worden onderzocht. Ook de mogelijkheden voor de heroriëntatie en de betekenis van het huidige parkeersysteem kan hierin worden onderzocht.
40
1M3D8J/14/53 1.3 Voorwerp van de opdracht De opdracht heeft volgende deelopdrachten : 1. De topografische opmeting van de bestaande toestand 2. De opmaak van het ontwerp van omleidingsweg inclusief de opmaak van de projectnota voor de GBC/RMC 3. De opmaak van de project-MER 4. Ondersteuning bij de opmaak van het RUP 5. De uitwerking van een communicatietraject en de ondersteuning ervan. 6. Archeologisch vooronderzoek zonder ingreep in de bodem 7. De opmaak van onteigeningsplannen 8. De opmaak van het dossier voor de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag 9. De opmaak van het aanbestedingsbundel 10. De opvolging van de werken De opdracht omvat voor de uitwerking van deze deelopdrachten onder meer volgende zaken : 1. procesbegeleiding 2. het dieper ingaan op de onderzoeksvragen van de startnota (zie hoofdstuk 1.2.4) en in de beginfase van de studie ook detecteren of er nog andere onderzoeksvragen zijn 3. het uitvoeren van het vooronderzoek, het inwinnen van ontbrekende gegevens, en opmaken van plans met aanduiding van bestaande nutsleidingen; 4. de uitvoering van de topografische opmeting volgens de instructiebundel; 5. de begeleiding, het leveren van input en de interpretatie van het milieuhygiënisch bodemonderzoek conform de Vlarebo wetgeving; 6. het opmaken van voorontwerptekeningen en dwarsprofieltekeningen volgens de instructiebundel; 7. het uitvoeren van een studie betreffende de rioleringen en waterafvoer; 8. het uitvoeren van een studie betreffende de groenvoorzieningen, openbare verlichting, signalisatie, … in samenspraak met o.a. de gemeentelijke diensten van de betreffende gemeente, de groencel en het team Elektrische Weginstallaties van AWV; 9. het overleg met de afdeling EMT van AWV i.v.m. de technische installaties van de kunstwerken; 10. het verlenen van de nodige ondersteuning tijdens alle overlegvergaderingen met de aanbestedende overheid en andere betrokken instanties in het kader van de besprekingen van het (voor)ontwerp. Dit omvat o.a. maar niet limitatief: de vergaderingen van de gemeentelijke begeleidingscommissie en regionale mobiliteitscommissie, infovergaderingen en hoorzittingen; 11. in vorig punt vermelde begeleidende ondersteuning omvat o.a. het opnemen van alle administratieve taken waaronder: a. de opmaak en de verspreiding, na goedkeuring van de aanbestedende overheid, van een verslag van elke bespreking. De verslagen worden nagezien door de aanbestedende overheid en worden uiterlijk 14 kalenderdagen na de vergadering aan alle betrokken partijen overgemaakt te worden; b. de contacten met de verschillende partijen om de nodige documenten of informatie te bekomen; c. de opmaak van duidelijke en geïllustreerde powerpointpresentaties voor toepassingen bij o.a. bewonersoverlegvergaderingen e.a. 12. het opstellen van de nodige dossiers voor de bespreking in de regionale mobiliteitscommissie en voor het aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning en bijhorende machtigingen; 13. het aanpassen van de voorontwerptekeningen, het opstellen en nadien bespreken van definitieve ontwerpplannen; 14. uitvoeren van het archeologisch vooronderzoek 41
1M3D8J/14/53 15. het opmaken van het veiligheids- en gezondheidsplan ontwerp; 16. het opmaken van de aanbestedingsbescheiden: de gedetailleerde signalisatie- en uitvoeringsplans, administratieve en technische bepalingen van het bestek met inbegrip van beschrijvende en samenvattende opmeting en kostenraming; 17. adviesverlening vanaf de voorbereiding van de aanbesteding tot en met de aanbesteding van de werken; 18. minder-hinderstudie conform dienstorder MOW/AWV/2008/19 19. het opmaken van rooilijn- (bouwvrije stroken) en onteigeningsplannen; 20. het overleggen met EBS bij het technisch ontwerp van kunstwerken. 21. assistentie bij het toezicht op de uitvoering van de wegeniswerken 22. coördinatie met andere lopende dossiers Bij de studie wordt uitgegaan van: - De goedgekeurde plan-MER voor de omleidingsweg voor Adinkerke - De aanvullende studie van de milieu-effecten van het parkeersysteem De studie omvat niet: - het milieuhygiënisch bodemonderzoek en opmaken van technisch verslag - het geotechnisch grondonderzoek - de stabiliteitsstudie, opmetingsstaat, bijzondere artikels enz. van de grote kunstwerken - de opmaak van de V-plannnen (verkeerslichten) Op basis van de projectnota en de beschikbare budgetten zal de opdrachtgever beslissen wanneer de effectieve aanleg van de omleidingsweg in een aanbestedingsdossier opgenomen zal worden. De opdrachtnemer dient er rekening mee te houden dat er een projectnota, een onteigenings- en aanbestedingsdossier zal opgemaakt moeten worden.
42
1M3D8J/14/53 1.4 Algemeen De studie en plans worden opgemaakt: volgens de regels van goed vakmanschap, op basis van de huidige geldende normen, methoden, ervaringen en wetenschap met het doel een goede realisatie van het ontwerp mogelijk te maken in overeenstemming met de specifieke technische aspecten van het project volgens weloverwogen keuzes zonder overbodige franjes in ontwerpfase zodat de totale kost van het project (investering + latere exploitatie) optimaal beperkt blijft. volgens de ontwerpgegevens die de opdrachtnemer door de aanbestedende overheid ter beschikking worden gesteld en de richtlijnen van de leidende ambtenaar volgens de toepasselijke documenten (in geval van tegenstrijdigheden heeft het meest recente document voorrang): − Doorstromingsstudie kusttram De Panne, eindrapport februari 2005 (Tritel) − Doorstromingsstudie N34 te De Panne, Vectris, november 2008: onderzoeksrapport, conceptnota en eindrapport − Waarheen met de Koninklijke Baan? Een toekomstvisie voor de N34 (provincie West-Vlaanderen) http://www.westvlaanderen.be/kwaliteit/Leefomgeving/mobiliteit/mobiliteitsplanning/documents/publicatie_n34.pdf
− Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos voor de buitengebiedregio Kust-Polders-Westhoek beschreven in het operationeel uitvoeringsprogramma (maart 2006) opgemaakt in het kader van de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur in uitvoering van het RSV http://rsv.vlaanderen.be/RSV/RuimtelijkStructuurplanVlaanderen/Planningsprocessen/Landbouwnatuure nbos/KustPoldersenWesthoek
− − − − − − − − − − − −
− − − −
Plan-MER Omleidingsweg Adinkerke, goedgekeurd 14 juni 2012 Plan-MER Parkeersysteem gekoppeld aan de omleidingsweg voor Adinkerke, goedgekeurd in 2015 Startnota van de ‘Globale studie voor de omleiding doortocht Adinkerke’, oktober 2012 De toepasselijke wegennormen zoals vastgelegd in diverse omzendbrieven. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan van de provincie West-Vlaanderen Het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van de gemeente De Panne Het Mobiliteitsplan Vlaanderen Het Mobiliteitsplan van de gemeente De Panne Vlaams decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologische patrimonium, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999 en 28 februari 2003. Het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en de uitvoeringsbesluiten ervan; Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester. Het besluit van de Vlaamse Regering . betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning (2004). Besluit van de Vlaamse Regering gepubliceerd op 15/05/14 houdende de digitalisering van het ruimtelijke vergunningenbeleid. Besluit van de Vlaamse regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning. Omzendbrief MOW/2009/02 betreffende de invoering en stroomlijning van de werking met startnota’s, projectnota’s en evaluatienota’s voor infrastructuurprojecten op gewestwegen, voor investeringsprojecten van de VVM, voor projecten stationsomgevingen en de projecten van het Fietsfonds 43
1M3D8J/14/53 − Dienstorder RO/98/02 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer − Dienstorder AWV 99/2 in verband met de opbouw en het onderhoud van wegstructuren − Dienstorder LIN/AWV 2001/4 over de afbakening bebouwde kom en gedifferentieerd snelheidsbeleid. − Dienstorder LIN/AWV 2004/6 betreffende de Code voor beperking verkeershinder bij wegwerkzaamheden (versie 12.02.2004) − Dienstorder LIN/AWV 2006/1 betreffende de Opmaak van een rooilijn- onteigeningsplan door een extern studiebureau in opdracht van een stad/gemeente − Goed om Weten Nummer 25 van 13 maart 2007 betreffende de toegankelijkheid van bedrijven, handelszaken en eigendommen bij wegwerkzaamheden − Goed om Weten Nummer 23 van 8 december 2006 betreffende de adviezen bij het opmaken van een voorontwerp − Dienstorder MOW/AI 2006/15 betreffende de maatregelen die moeten leiden tot het voorkomen van verrekeningen − Dienstorder MOW/AI/2007/01 betreffende het KB d.d. 25.01.2001 - Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen - Veiligheids- en gezondheidsplan, coördinatiedagboek, postinterventiedossier en risico-analyse − Het mobiliteitshandboek – praktische gids bij de mobiliteitsconvenants en de principes van het mobiliteitsconvenantenbeleid − Het Provinciaal fietsroutenetwerk, het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, de studie afbakening van bebouwde kommen en het ongevallen GIS − "Vademecum Verkeersvoorzieningen in Bebouwde Omgeving” , “Vademecum Rotondes”, “Vademecum Voetgangersvoorzieningen”, “Vademecum Fietsvoorzieningen”, “Vademecum Veilige Wegen en Kruispunten”. − "Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen", uitgegeven door de VMM, de zgn. "code van goede praktijk". − De algemene omzendbrief nopens de wegsignalisatie, uitgegeven door het Bestuur der Wegen. − Omzendbrief RO/98/01 : Handleiding bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 november 1997 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvraag om een bouwvergunning − Omzendbrieven en dienstorders volgens opgave van de opdrachtgever, in het bijzonder omtrent beton- en staalconstructies, de richtlijnen voor het beheer van kunstwerken (LI 93/50) − Dienstorder MOW/AWV/2010/2 Standaardstructuren voor wegen met asfalt- en cementbetonverhardringen. − MOW/AI/2007/09 Inrichting van rotonde - kunstwerk. Model van concessieovereenkomst voor de inrichting van een rotonde met een kunstwerk. − Draaiboek Minder Hinder Vlaanderen met bijhorende check-list. − Dienstorder LIN/AWV 2006/5 : Carpoolparkings en Park-and-ride (P&R) in het Vlaams Gewest, alsook voorzieningen voor fietsers en mindervaliden - parkerende vrachtwagens – gebruik van carpoolparkings. − Dienstorder MOW/AWV/2010/4 Individuele betekening van onteigeningsbesluiten. − Dienstorder MOW/AWV/2008/19 Verplichting tot het uitvoeren van een studie om minder hinder te veroorzaken bij investeringsprojecten − Decreet van 20/3/2009 betreffende het mobiliteitsbeleid gewijzigd bij decreet van 10/2/2012(BS 20/3/2012)(hierna KB uitvoering) − Decreet betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van verkeerstekens(16/5/2008) − Besluit van de Vlaamse Regering van 25/1/2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking voor mobiliteitsbeleid (BS 27/2/2013). 44
1M3D8J/14/53 − De verkeerswetgeving − De Vlaamse Codex inzake Ruimtelijke Ordening http://www.ruimtelijkeordening.be/Default.aspx?tabid=14468 − De regelgeving inzake Leefmilieu, Energie en natuur : http://www.lne.be/ − Omzendbrief MOB /2009* − Omzendbrief MOB/MIN/2010/01* − Uitgevoerd grondonderzoek, raadpleegbaar op http://dov.vlaanderen.be − Decreet betreffende het onroerend erfgoed van 12 juli 2013, gewijzigd bij het decreet van 4 april 2014 en 9 mei 2014. − Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester − Omzendbrief RO/98/02 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer − Dienstorder AWV 99/2 in verband met de opbouw en het onderhoud van wegstructuren − Dienstorder LIN/AWV 2001/4 en LIN/AWV 2006/6 over de afbakening bebouwde kom en gedifferentieerd snelheidsbeleid. − Dienstorder LIN/AWV 2004/6 betreffende de Code voor beperking verkeershinder bij wegwerkzaamheden (versie 12.02.2004) − Dienstorder LIN/AWV 2006/1 betreffende de Opmaak van een rooilijn- onteigeningsplan door een extern studiebureau in opdracht van een stad/gemeente − Dienstorder MOW/AWV/2014/14 betreffende de instructiebundel voor opmaak van plannen door studie- en landmeetbureaus en aannemers. − Dienstorder MOW/AWV/2010/4 Individuele betekening van onteigeningsbesluiten. − Goed om Weten Nummer 25 van 13 maart 2007 betreffende de toegankelijkheid van bedrijven, handelszaken en eigendommen bij wegwerkzaamheden − Goed om Weten Nummer 23 van 8 december 2006 betreffende de adviezen bij het opmaken van een voorontwerp − Dienstorder MOW/AI 2006/15 betreffende de maatregelen die moeten leiden tot het voorkomen van verrekeningen − Dienstorder MOW/AI/2007/01 betreffende het KB d.d. 25.01.2001 - Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen - Veiligheids- en gezondheidsplan, coördinatiedagboek, postinterventiedossier en risico-analyse − Het mobiliteitshandboek – praktische gids bij de mobiliteitsconvenants en de principes van het mobiliteitsconvenantenbeleid − Het Provinciaal fietsroutenetwerk, het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, de studie afbakening van bebouwde kommen en het ongevallen GIS − "Vademecum Verkeersvoorzieningen in Bebouwde Omgeving” , “Vademecum Rotondes”, “Vademecum Voetgangersvoorzieningen”,“Vademecum Fietsvoorzieningen”, “Vademecum Veilige Wegen en Kruispunten”. − "Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen", uitgegeven door de VMM, de zgn. "code van goede praktijk". − De algemene omzendbrief nopens de wegsignalisatie, uitgegeven door het Bestuur der Wegen. − Dienstorder MOW/AWV/2012/9r Tweerichtingsfietspaden op kruispunten: dubbele pijlmarkering. − Dienstorder MOW/AWV/2014/15 Gekleurde wegoppervlakken voor fietsvoorzieningen – fietsgeleiding op kruispunten. − Dienstorder MOW/AWV/2013/1 Algemene omzendbrief nopens de wegsignalisatie – aanvulling: verkeersborden C6, F17 en F18. − Dienstorder MOW/AWV/2014/12 Algemene omzendbrief nopens de wegsignalisatie Deel III Wegmarkeringen en Deel VIIBIS Alfabet en cijfers voor signalisatie voor grondmarkeringen. 45
1M3D8J/14/53 − Dienstorder MOW/AWV/2014/19 Informatie en bewegwijzering op autosnelwegen en andere gewestwegen. − Dienstorder MOW/AWV/2015/5 Werfsignalisatie. Signalisatie naar handelaars en diensten bij wegenwerken. − Dienstorder MOW/AWV/2014/6 Plaatsingsvoorwaarden bebakening. − Dienstorder MOW/AWV/2015/6 Plaatsingsvoorwaarden paaltjes, bakens en zuilen. − Omzendbrief RO/98/01 : Handleiding bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 november 1997 tot vaststelling van de samenstelling van het dossier voor de aanvraag om een bouwvergunning. − Besluit van de Vlaamse Regering gepubliceerd op 15/05/14 houdende de digitalisering van het ruimtelijke vergunningenbeleid. − Richtlijnen en Technische Voorschriften RTV KW01 Bouwen en instandhouden van kunstwerken – Infrabel. − Dienstorder MOW/AWV/2010/2 Standaardstructuren voor wegen met asfalt- en cementbetonverhardingen. − Dienstorder MOW/AWV/2013/17 Standaardstructuren voor wegen met schraalasfaltfunderingen. − Dienstorder MOW/AWV/2011/1 Keuze van asfaltmengsels en bindmiddelen − Dienstorder MOW/AWV/2014/5 Relatieve dichtheid van bitumineuze lagen (wijzigingen t.o.v. de technische bepalingen van het Standaardbestek 250 voor de wegenbouw versie 2.2) − Dienstorder MOW/AI/2013/08 Inrichting van rotonde – kunstwerk op het middeneiland. − Dienstorder MOW/AWV/2008/26 Aanleg en zichtbaarheid van verhoogde verkeerseilanden en rotondes. − Dienstorder MOW/AWV/2012/5 Inplanting en inrichting van halteplaatsen voor openbaar vervoer langs gewestwegen. − Draaiboek Minder Hinder Vlaanderen met bijhorende check-list. − Dienstorder LIN/AWV 2006/5 : Carpoolparkings en Park-and-ride (P&R) in het Vlaams Gewest, alsook voorzieningen voor fietsers en mindervaliden - parkerende vrachtwagens – gebruik van carpoolparkings. − Dienstorder MOW/AWV/2012/4 Richtlijnen m.b.t. verhardingsbreedtes op gewestwegen − Dienstorder MOW/MIN/2013/03 Bijzondere besteksposten (in zoverre er gebruik wordt gemaakt van een VS of GS) − Dienstorder MOW/AWV/2014/7 Uitvoeringstermijn voor wegwerkzaamheden − Instructiebundel voor opmaak van plannen door studie- en landmeetbureaus en aannemers (zie www.wegenenverkeer.be) − En alle in de loop van de opdracht bijkomende relevante documenten, wettelijke en reglementaire voorschriften, omzendbrieven en dienstorders. De opdrachtnemer wordt geacht regelmatig de website www.wegenenverkeer.be te raadplegen om zich ervan te vergewissen of de meest recente documenten gebruikt worden tijdens het uitvoeren van de opdracht.
De ontwerper dient in de aanbestedingsbescheiden te verwijzen naar: − Het Standaardbestek 250 voor de Wegenbouw versie 3.1 en eventuele updates. − Het Standaardbestek 260 versie 1.0 voor kunstwerken en waterbouw en eventuele updates. − Omzendbrieven en dienstorders volgens opgave van de opdrachtgever, in het bijzonder omtrent beton- en staalconstructies, de richtlijnen voor het beheer van kunstwerken (LI 93/50). Tijdens de studiefase zullen overleg- en coördinatievergaderingen worden belegd, waaraan de betrokken partijen en ook de opdrachtnemer zullen deelnemen. De opdrachtnemer treedt tevens op als verslaggever van de vergaderingen.
46
1M3D8J/14/53 De te ontwerpen infrastructuur moet functioneel, duurzaam, onderhoudsarm en veilig te gebruiken zijn. Omdat er in de loop van de opdracht nog allerlei vragen kunnen opduiken en ook informatie ter beschikking kan komen van andere lopende studies, moet er geregeld overlegd worden met de opdrachtgever en andere betrokken instanties. Bij de overleg- en coördinatievergaderingen specifiek in het kader van het te bestuderen project treedt de dienstverlener op als verslaggever van de vergaderingen. De bij de studie betrokken instanties zijn ondermeer (niet limitatief): • afdeling Wegen en Verkeer West-Vlaanderen van het Agentschap Wegen Verkeer, dat optreedt als aanbestedende overheid voor de onderhavige studieopdracht alsook voor uitvoering van de werken • De cel West-Vlaanderen van de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid van het departement MOW (Mobiliteit en Openbare Werken) • de ondersteunende afdelingen van het departement MOW, o.a. Geotechniek, Expertise Beton en Staal (EBS) • de door het Agentschap Wegen en Verkeer aangestelde veiligheidscoördinator; • de door het Agentschap Wegen en Verkeer aangestelde dienstverlener voor het milieuhygiënisch onderzoek; • de ondersteunende afdelingen van het Agentschap Wegen en Verkeer, o.a. TEW (team elektrische weginstallaties), Wegenbouwkunde, EVT, EMT • Waterwegen en Zeekanaal NV (W&Z) • Infrabel / NMBS • De LIJN • de afdelingen van Ruimte Vlaanderen : Afdeling Gebieden en Projecten, Onroerend Erfgoed, … • de afdelingen ANB, dienst MER, … van het Beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie • de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling • hulpdiensten • politiediensten • de gemeente De Panne • de aangelanden • Plopsaland • de vergunninghoudende maatschappijen / nutsmaatschappijen • polderbesturen • provinciebestuur West-Vlaanderen zowel de dienst Mobiliteit als de dienst Ruimtelijke Ordening • studiebureaus die opdrachten uitvoer(d)en in het kader van mobiliteitsplans of andere ontwerpopdrachten die invloed hebben op het projectgebied. Ze kunnen als adviserende organen optreden in de loop van de studie. De opdrachthouder dient er rekening mee te houden dat de verschillende ontwerpen en werken op elkaar dienen afgestemd te worden. De dienstverlener moet op elk ogenblik tijdens de uitvoering van de opdracht zijn voorstellen, plans en andere documenten aanpassen aan de wijzigingen en aanvullingen die de leidende ambtenaar noodzakelijk acht. Er moet naar gestreefd worden om de verkeershinder tijdens de werken minimaal te houden. De principes betreffende de fasering, de werfsignalisatie en de signalisatie van wegomleggingen zijn te voorzien in de aanbestedingsdocumenten. De opmaak van de signalisatieplans, met de voorlopige en 47
1M3D8J/14/53 de definitieve markeringen maakt deel uit van de opdracht. Indien de aanbestedende overheid voor dit project een bereikbaarheidsmanager heeft ingeschakeld, moeten de dienstverlener en deze bereikbaarheidsmanager elkaar ook hierin ondersteunen. De onteigeningsplans moeten in een zo vroeg mogelijk stadium worden opgemaakt om de onteigeningsprocedure zo vlug mogelijk te kunnen starten. De definitieve plans met bijhorende tabellen worden in 10 exemplaren ingediend. Het dossier voor de stedenbouwkundige aanvraag moet tijdig ingediend kunnen worden, zodat het verkrijgen ervan geen vertraging oplevert voor de aanbestedingsprocedure. Het wordt na overleg en goedkeuring ingediend in het wettelijk voorziene aantal exemplaren en twee extra exemplaren voor het opdrachtgevend bestuur.
48
1M3D8J/14/53 1.5 Ontwerpgegevens te leveren door de aanbestedende overheid De aanbestedende overheid bezorgt aan de opdrachtnemer de plan-MER van de omleidingsweg van Adinkerke en de plan-MER van het parkeersysteem. De aanbestedende overheid bezorgt eveneens de bij haar beschikbare gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van de opdracht, zoals verkeerstellingen, vergunningen… De aanbestedende overheid bezorgt aan de dienstverlener in digitale vorm de basisteksten van het Agentschap Wegen en Verkeer voor het opmaken van het bestek voor wegenwerken alsook de relevante bestekteksten voor kunstwerken van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. De aanbestedende overheid verricht zelf een onderzoek naar de aanwezigheid van teer in de op te breken asfaltmengsels en bezorgt de resultaten aan de dienstverlener. In verband met het eventuele geotechnisch onderzoek (zowel boringen als sonderingen) dient vanaf het begin van de opdracht contact genomen te worden met de afdeling Geotechniek (Tramstraat 52, 9052 Zwijnaarde) om een boor- en sondeerschema en een planning op te maken. De interpretatie van de proefresultaten maakt deel uit van de opdracht. Het rapport wordt in vier (4) exemplaren aan de dienstverlener bezorgd. De kosten voor het geotechnisch onderzoek zijn ten laste van de aanbestedende overheid. In verband met het milieuhygiënisch onderzoek dient vanaf het begin van de opdracht contact genomen te worden met de erkende bodemdeskundige die met Wegen en Verkeer West-Vlaanderen een contract heeft afgesloten om een bemonsteringsschema en een planning op te maken. De besluiten van de bodemdeskundige worden meegenomen in het ontwerp. Het rapport wordt in twee (2) exemplaren aan de dienstverlener bezorgd. De kosten voor de bodemdeskundige zijn ten laste van de opdrachtgevende overheid. De opdrachthouder dient de aanbestedende overheid te ondersteunen wanneer er vragen komen van de bodemsaneringsdeskundige. De resultaten van het onderzoek worden door de opdrachthouder verwerkt in de aanbestedingsdocumenten. De studie (besteksartikelen, opmeting, raming, aanbestedingsplans) van de volgende grote kunstwerken wordt door de aanbestedende overheid aangeleverd: tunnel onder het spoor en brug over het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke.
49
1M3D8J/14/53 2. UITVOERING VAN DE OPDRACHT 2.1 organisatie bij uitvoering van de opdracht Opmaken draaiboek voor de studie Deze fase omvat o.a.: Het bepalen van de omvang, het richtinggevende budget opgesplitst naar de verschillende partners en het procesverloop na bespreking met de opdrachtgever en de andere betrokken hogere overheden zoals o.a. vergunningverlenende en machtigingsverlenende overheden; Het verzamelen van alle relevante gegevens uit bestaande plannen en studies. Het maken van een synthese; Het opstellen van technische specificaties voor eventuele bijkomende gespecialiseerde verkeersonderzoeken nodig voor de opdracht en de interpretatie van het onderzoek; Het uitvoeren van aanvullend verkeerskundig en ruimtelijk-stedenbouwkundig vooronderzoek gericht op het projectgebied; Het opmaken van een draaiboek Af te leveren documenten: draaiboek Organisatie van de globale studie Deze opdracht zal opgevolgd worden door de afdeling Wegen en Verkeer West-Vlaanderen en de cel West-Vlaanderen van de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid. Zoals reeds aangegeven is er voor dit project intensief overleg noodzakelijk. De vergaderingen en de overlegmomenten vinden plaats in de lokalen van de opdrachtgever te Brugge of in het gemeentehuis van De Panne tenzij dit anders wordt afgesproken. De verslaggeving is in handen van de opdrachtnemer, van al de vergaderingen moeten formele verslagen gemaakt worden. Om de studie goed te begeleiden wordt volgende overlegstructuur ingevoerd :
Een projectgroep Zijnde het overleg tussen de opdrachtnemer, de afdeling BMV-West-Vlaanderen en de afdeling Wegen en Verkeer West-Vlaanderen, uitgebreid met de provincie, Ruimte Vlaanderen (Afdeling Gebieden en Projecten) en de gemeente De Panne. Deze projectgroep kan tijdens het studieproces uitgebreid worden volgens de agenda. Minstens zal het nodig zijn om, volgens de agenda, Plopsaland te betrekken bij de projectgroep. Een stuurgroep Zijnde het overleg tussen de opdrachtnemer, de afdeling BMV-West-Vlaanderen en de afdeling Wegen en Verkeer West-Vlaanderen, uitgebreid met de gemeente De Panne, Plopsaland, de provincie West-Vlaanderen, Ruimte Vlaanderen (afdeling Gebieden en Projecten), Onroerend Erfgoed, de dienst MER, het Agentschap Natuur en Bos, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling, de VLM, ,.. Deze stuurgroep kan tijdens het studieproces uitgebreid worden volgens de agenda.
Het voorzitterschap van de stuurgroep wordt opgenomen door het Agentschap Wegen en Verkeer, afdeling Wegen en Verkeer West-Vlaanderen.
50
1M3D8J/14/53 Het aangestelde studiebureau zal na een onderzoek van de opdracht de geplande werkwijze aan de stuurgroep voorleggen ter bespreking en ter goedkeuring. De (tussentijdse) rapporten zijn bondig en helder. Er wordt zoveel mogelijk gestreefd naar een grafische voorstelling van de (tussen)resultaten. De verslagen van alle vergaderingen worden gemaakt door de opdrachtnemer, worden nagezien door de aanbestedende overheid en worden binnen de 14 kalenderdagen na de vergadering aan de betrokken partijen overgemaakt. Tijdsschema voor de samenkomsten van de projectgroep en stuurgroep is op te stellen door de opdrachtnemer. In dit tijdsschema moeten ook de richtlijnenvergadering en de ontwerptekstbespreking in het kader van de procedure van de project-MER opgenomen zijn. Organisatie van de verschillende onderdelen studie In de volgende hoofdstukken wordt uitgebreid beschreven wat de verschillende fases omvat en wordt er ook geduid welk overleg in die fase minstens nodig is. In de volgende hoofdstukken komen volgende types overleg aan bod : De GBC moet minimaal 2 keer samen komen Het organiseren van bilateraal overleg in het kader van de opmaak van het ontwerp met ondermeer de afdeling EMT, afdeling Geotechniek, afdeling EBS… Het organiseren van bilateraal overleg in het kader van de opmaak van de project-MER met ondermeer Plopsaland, Onroerend Erfgoed, ADLO, … Het voorbereidend overleg met de overheid die de RUP zal opmaken Het bijwonen van en toelichting geven op een infotentoonstelling Het bijwonen van en toelichting geven op een infosessie met bewoners en / of handelaars Overleg met bewoners en / of handelaars om draagvlak te creëren Coördinatievergaderingen met de nutsmaatschappijen Overleg in het kader van de bouwaanvraag met de vergunningverlener Werfvergaderingen
Minstens volgende vergaderingen zullen nodig zijn Maandelijks projectoverleg met de opdrachtgever 8 projectgroepen (betaald in post 1.2, deze post bevat o.a. de voorbereiding van de vergadering, het aanwezig zijn met de personen uit de relevante disciplines en de verslaggeving) 8 stuurgroepen (betaald in post 1.3, deze post bevat o.a. de voorbereiding van de vergadering, het aanwezig zijn met de personen uit de relevante disciplines en de verslaggeving) 2 bijeenkomsten van GBC en 1 bijeenkomst van de RMC in het kader van de opmaak van de projectnota Volgende overlegmomenten worden beschouwd als overlegmomenten inherent aan de opdracht : Alle nodige bijeenkomsten in het kader van de opmaak van het ontwerp Alle nodige bijeenkomsten in het kader van de opmaak van de project-MER Alle nodige bijeenkomsten in het kader van de opmaak van het RUP Alle nodige bijeenkomsten in het kader van de opmaak van het vergunningsdossier Alle nodige bijeenkomsten in het kader van de voorbereiding en uitvoering van de werken
51
1M3D8J/14/53 2.2 UITVOEREN VAN DE OPMETING De opdrachtnemer bepaalt, in overleg met de aanbestedende overheid, de zone van de opmeting van de bestaande toestand. Onderstaande figuur geeft een raming van het op te meten gebied.
Hoofdstuk 2.2 start voorafgaand aan hoofdstukken 2.3,2. 4 en 2.5. Het hoeft niet afgewerkt te zijn vooraleer te starten met deze hoofdstukken. Het moet mogelijk zijn om nog elementen bij op te meten in de loop van de studie.
52
1M3D8J/14/53 De technische vereisten voor de topografische opmeting zijn terug te vinden in de Instructiebundel voor opmaak van plannen door studie- en landmeetbureaus en aannemers (zie www.wegenenverkeer.be) Deze fase omvat o.a. : De voorbereidende topografische werkzaamheden Het uitvoeren van de nodige opmetingen van het terrein De verdichting van het NGI-meetnet De opmeting zal worden gecontroleerd op digitale consistentie, positionele nauwkeurigheid en volledigheid en juistheid. Overlegstructuur : Om een kwalitatieve opmeting te bekomen zal vooraleer te starten met de opmeting een overleg gebeuren tussen de opdrachtnemer en de opdrachtgever. Hierbij zullen de technische bepalingen voor de topografische opmeting in relatie tot het op te meten gebied aan bod komen. In de loop van de opmeting wordt voorzien om tussentijds terug te koppelen. Op het einde van de opdracht gebeurt een kwaliteitscontrole. Dit wordt afgerond in een overleg. Af te leveren documenten volgens de voorschriften in de instructiebundel. Eventuele bijmetingen tijdens de studie zijn inbegrepen in de post.
53
1M3D8J/14/53 2.3 Van projectnota naar uitvoering Hoofdstukken 2.3, 2.4 en 2.5 verlopen parallel en zullen in een iteratief proces mekaar beïnvloeden. Het is net de bedoeling van de opdrachtgever om het ontwerp en de project-MER samen te laten verlopen. Op die manier is het mogelijk dat het ontwerp op zich al rekening houdt met maatregelen die de impact van het ontwerp kunnen milderen. 2.3.1 Voorontwerp en projectnota Deze fase omvat o.a.: De technische beoordeling van de bestaande (toestand van de) weginfrastructuur, met inbegrip van de kwaliteit van de funderingsbodem en de randvoorwaarden gesteld door lijnbeplantingen, nutsleidingen (eventueel voorstellen voor verplaatsing van nutsleidingen voor zover als nodig voor de uitvoering van het ontwerp), rioleringen en andere aanpalende constructies en eigendommen; Op het voorkeursalternatief van de startnota werden in de startnota en in het advies van de auditor een aantal elementen geformuleerd die verder moeten onderzocht worden op vlak van verkeer en mobiliteit. In deze fase worden deze elementen verder onderzocht. Er wordt ook nagegaan of er nog elementen ontbreken op vlak van verkeer en mobiliteit. Het uitvoeren van een studie (inclusief camera-inspectie op kosten van de dienstverlener) betreffende de afwatering en drainage van de wegenis en de rioleringen voor de nodige aanpassingen aan de grachten en het rioleringsstelsel ten behoeve van de aanleg van de omleiding; Het uitvoeren van de nodige berekeningen van het ontwerp; Het opmaken van een voorontwerp, een inplantingsplan, dwarsprofielen van de bestaande en de te realiseren toestand; Het bijstaan van de opdrachtgever bij de aanvraag van noodzakelijke proeven, o.a. sonderingen, boringen, grondwaterpeilmetingen. De interpretatie van de hierboven vermelde proeven. Het opstellen van een voorlopige raming volgens posten van het vigerende standaardbestek. Opmaak van een verlichtingsconcept en – ontwerp in overleg met EMT en de cel EI. Het opstellen van een projectnota conform de bepalingen in de vigerende dienstorders en omzendbrieven dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de RMC. Overlegstructuur Tijdens deze fase komt de GBC minimaal 2 maal samen. Een eerste maal om de startnota en bijhorende opmerkingen van de RMC te evalueren en afspraken te maken naar het project toe en een 2de maal ter bespreking van de ontwerp-projectnota. Parallel met de GBC is er minstens maandelijks overleg met de opdrachtgever i.v.m. de planning, bespreking van de knelpunten en om tussentijdse beslissingen te nemen. Af te leveren documenten: situatieplan op leesbare schaal; assenplan(s) op leesbare schaal; grondplan(s) op leesbare schaal van de bestaande toestand met aanduiding van de bestaande nutsleidingen; grondplan(s) op leesbare schaal van het voorontwerp over het gehele studiegebied; alle relevante type-dwarsprofielen op leesbare schaal; details op aangepaste schalen van de waterafvoer en aanhorigheden; een gedetailleerde kostenraming volgens het voorontwerp, opgesplitst in verschillende delen per betrokken medefinancier; de projectnota. 54
1M3D8J/14/53
De projectnota omvat minstens: • • • • •
korte recapitulatie van de startnota met de eventuele gewijzigde elementen; detaillering en verantwoording van de gekozen oplossing met ontwerpplan(nen) (in kleur); gedetailleerde kostenraming gebaseerd op de ‘samenvattende opmeting’ van het project, uitgesplitst per partij; te nemen flankerende maatregelen ter ondersteuning van het project; verslag(en) van de GBC.
Bemerking: het verkrijgen van de nodige inlichtingen bij openbare en privaatrechtelijke instanties in verband met de nutsleidingen en kadastrale gegevens, is een last van de opdrachthouder. De aanbestedende overheid zal, indien nodig, ondersteuning verlenen om deze gegevens binnen de afgesproken timing te bekomen. De (ontwerp-) projectnota wordt afgeleverd in papieren exemplaren à rato van het aantal leden van de GBC (richtinggevend aantal 20) en van de RMC (richtinggevend aantal 10). Naast de voorziene levering op papier worden alle documenten en plannen na goedkeuring eveneens geleverd in digitale vorm (PDF, WORD, EXCEL, ACCES, Autocad, …). Wanneer de dienstverlener plannen en/of documenten overmaakt die onvolledig en/of niet in overeenstemming zijn met de beschrijving van dit bestek, dan worden ze als onbestaande beschouwd. De keuring van voorontwerp gebeurt enerzijds door het verkrijgen van een gunstig advies voor de projectnota door de RMC en anderzijds door de leidende ambtenaar. Ingeval van ongunstig advies of opmerkingen vanwege de GBC of RMC staat de dienstverlener in voor de nodige aanpassingen en zo nodig voor de opmaak van documenten om het opnieuw aan de GBC/RMC voor te leggen. Hiervoor kan geen extra kost aangerekend worden
55
1M3D8J/14/53 2.3.2 Ontwerp Na de goedkeuring van de projectnota en het voorontwerp kan een aanvang genomen worden met de 2de fase, het ontwerp. Deze fase omvat o.a.: gemotiveerde materiaalkeuze het verder uitwerken van de voorontwerpplannen om tot een volledig en definitief ontwerp te komen. het opmaken en uitwerken van de omleidings- en signalisatieplans (zowel horizontale als verticale signalisatie); het nazicht van de ligging van nutsleidingen i.f.v. het ontwerp en de fasering van de werken. De opdrachtnemer dient de aanbestedende overheid te adviseren betreffende de eventuele noodzaak om al tijdens de ontwerpfase proefsleuven te laten uitvoeren ter bepaling van de exacte locatie van nutsleidingen; Opmaak van het verlichtingsplan in samenspraak met EMT en EI. Voor de lichtengeregelde kruispunten wordt een grondplan aangeleverd aan EVT en een voorstel van de fasenregeling. Opmaak ontwerp van de groenaanleg. het bepalen van het grondverzet en het opmaken van de nodige documenten teneinde de opdrachtgever toe te laten een milieuhygiënisch onderzoek te laten uitvoeren in een aparte opdracht; het opstellen van een kostenraming (volgens posten van het vigerende standaardbestek) in het bestand ‘bestekmaker’4 of via e-delta (het nieuwe digitale systeem van AWV). Eventueel dient het ontwerp (kostenloos) aangepast te worden om het project binnen het vooropgestelde budget uit te kunnen voeren. opstellen van definitieve signalisatieplannen (horizontale en verticale signalisatie); het opstellen van het dossier voor de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning en eventuele bijhorende machtigingen (inclusief vooroverleg met de vergunningsverlenende overheid) en het ondersteunen van de opdrachtgever bij het eventuele openbaar onderzoek en alle vragen van adviserende instanties m.b.t. de bouwaanvraag. Houden van coördinatievergadering met de nutsmaatschappijen ter voorbereiding van de dossiers voor het verplaatsen van de nutsleidingen. De dienstverlener kan gevraagd worden om het project voor te stellen op een infoavond in het kader van de bouwvergunning (zie hoofdstuk 6). Af te leveren documenten: situatieplan op schaal 1/10.000; assenplan(s) op schaal 1/500; gedetailleerde grondplannen van de bestaande toestand op schaal 1/500 met aanduiding van de bestaande en de te verplaatsen nutsleidingen; gedetailleerde grondplans in kleur van het ontwerp op schaal 1/500, met een duidelijk onderscheid tussen te behouden en op te breken infrastructuur, te behouden en te rooien bomen, afbakening van de grenzen openbaar domein,…; gedetailleerde plans op schaal 1/50 van de te verwezenlijken type-dwarsprofielen; lengteprofielen en dwarsprofielen op aangepaste schalen; de dwarsprofielen worden getekend op alle relevante plaatsen en met een tussenafstand van maximum 50 meter. Op
4
Alle opmetingsstaten met bijbehorende raming worden opgesteld met het softwarepakket ‘bestekmaker’, gebaseerd op Excel. Dat laat toe de aldus opgemaakte tabellen in te lezen in het softwareprogramma Delta voor de opvolging van infrastructuurprojecten. De recentste versie van ‘bestekmaker’ zal aan de opdrachthouder gratis ter beschikking gesteld worden.
56
1M3D8J/14/53
de dwarsprofielen wordt het grondverzet gevisualiseerd ter verduidelijking van de in tabelvorm te detailleren grondverzetberekening ; bekistings- en wapeningsplannen en borderellen van constructies in gewapend beton (geen grote kunstwerken); grondplannen op schaal 1/500 van de waterafvoer; gedetailleerde plannen in verband met de halteplaatsen voor De Lijn, beplantingen, verlichting, straatmeubilair, groenaanleg, verlichting en beveiligingsconstructies en aan te brengen wegsignalisatie en/of markeringen; signalisatieplan op leesbare schaal (zowel horizontale als verticale signalisatie). Grondplan voor fasenregeling voor v-plan. voorstellen tot een gefaseerde uitvoering der werken, inclusief de minder-hinder maatregelen; de bepaling van het programma van de proeven; technische bepalingen van het bestek op basis van het vigerende standaardbestek 250 en 260; samenvattende opmeting van de uit voeren werken op basis van de genormaliseerde posten volgens het vigerende standaardbestek 250 en 260; berekening grondverzet met bijhorend plan. raming van de werken volgens het ontwerp; documenten voor de stedenbouwkundige aanvraag en de aanvraag van machtingen; onteigeningsplannen (zie 3.3).
De documenten, met uitzondering van deze voor het bouwaanvraagdossier, worden afgeleverd in 6 exemplaren. Naast de voorziene levering op papier worden alle documenten en plannen na goedkeuring eveneens geleverd in digitale vorm (WORD, EXCEL, ACCESS,…). Alle tekstdocumenten worden opgesteld in Microsoft-Word. Meetstaten worden opgesteld met het informaticaprogramma “Bestekmaker Excel” dat ter beschikking wordt gesteld door de opdrachtgever. Alle ontwerpplannen moeten ingelezen en uitgetekend worden in AUTOCAD De hoofding en ook de nummering van de plannen worden door de opdrachtgever bepaald. De opdrachthouder zal tijdig om de nodige richtlijnen verzoeken. Wanneer de dienstverlener plannen en/of documenten overmaakt die onvolledig en/of niet in overeenstemming zijn met de beschrijving van dit bestek, dan worden ze als onbestaande beschouwd. Na bespreking met de betrokken partijen en goedkeuring van het ontwerp door de leidende ambtenaar worden deze documenten aangepast conform de opmerkingen die de aanbestedende overheid schriftelijk zal ter kennis brengen aan de opdrachthouder. Het dossier voor de bouwaanvraag wordt opgesteld conform de geldende richtlijnen. Het wordt ingediend in het wettelijk voorziene aantal exemplaren + 2 exemplaren ten behoeve van het opdrachtgevend bestuur. De goedkeuring gebeurt d.m.v. de volledigverklaring van het bouwaanvraagdossier door de dienst Ruimte Vlaanderen en na goedkeuring van het ontwerp door de leidend ambtenaar.
57
1M3D8J/14/53 2.3.3 Onteigeningsdossier Deze fase wordt simultaan met fase 2.3.2, ontwerp, opgestart. In voorkomend geval (wijziging programma AWV) kan de leidend ambtenaar vragen om dit reeds met fase 2.3.1, voorontwerp op te starten. De plannen zijn op te maken volgens het ‘instructiebundel voor opmaak van plannen door studie- en landmeetbureaus en aannemers’. Het plan zal echter door AWV, na goedkeuring, zelf aangeleverd worden aan de AAPD voor het bekomen van het refertenummer. Innemingsdossier dient doorgemaild te worden naar
[email protected], met in cc
[email protected] Het innemingsdossier dient te bestaan uit: • •
Alle opzoekingsdocumenten Onteigeningsplannen o DWG via e-transmit o PDF o TXT o 1 ondertekend analoog exemplaar
Deze fase omvat o.a.: de voorbereidende werkzaamheden: dit houdt de algemene voorstudie van de werken, met verkenning ter plaatse, onderzoek van de grenzen, opmeten van de percelen, opzoeken van de kadastrale gegevens, opzoeken van eigendomstitels, opzoeken van notariële akten, vergelijken met eventueel bestaande ontwerpplannen, verkavelingen en stedenbouwkundige attesten en het voeren van besprekingen met de betrokken instanties in; het voorontwerp: dit houdt het opmaken van een voorontwerp van het rooi- en onteigeningsplan in binnen een termijn van 2 maanden na de aanvangsdatum van deze fase. Dit plan wordt opgemaakt op basis van een opmetingsplan van de bestaande toestand en niet op basis van de bestaande kadasterplannen; het definitief ontwerp: dit houdt het leveren van het definitief ontwerp van het rooi- en onteigeningsplan met bijhorende tabellen in binnen een termijn van 2 maanden na de kennisgeving van de goedkeuring van het voorontwerp door de opdrachtgever; de Vlaamse overheid vaardigt op basis van het definitief ontwerp een onteigeningsbesluit uit. Wanneer de dienstverlener plans en/of documenten overmaakt die onvolledig en/of niet in overeenstemming zijn met de beschrijving van dit bestek, dan worden ze als onbestaande beschouwd. De goedkeuring gebeurt d.m.v. de ondertekening van het onteigeningsbesluit door de bevoegde Vlaamse Minister en na goedkeuring van het ontwerp door de leidend ambtenaar.
58
1M3D8J/14/53 2.3.4 Archeologisch vooronderzoek In de eindfase van het definitief ontwerp wordt gestart met het archeologisch vooronderzoek. Dit archeologisch vooronderzoek kan tevens dienen als input naar de project-MER. Het betreft hier een archeologisch vooronderzoek zonder ingreep in de bodem (paleolandschappelijk booronderzoek). Het paleo-landschappelijk booronderzoek heeft als doel om bodemkundige eigenschappen in kaart te brengen, in functie van: • vaststellen van de aard van bodemontwikkeling en zicht krijgen op de aanwezigheid van afgedekte paleo-bodems in het bijzonder; • vaststellen van de fysieke bewaring/erosie van de bodem. De resultaten van het paleo-landschappelijk booronderzoek zullen nadien gebruikt worden om de strategie van het proefsleuvenonderzoek te bepalen. In bijlage 2 wordt heel specifiek ingegaan op de technische vereisten voor het archeologisch vooronderzoek : de boormethode, de boorgrid, de boordiepte, de boorbeschrijving en de opbouw van de rapporten. Deze fase omvat o.a.: Oppervlaktekartering : Indien tijdens de uitvoering van het booronderzoek archaeologica aan het maaiveld worden waargenomen (zoals scherven, beenfrgamenten), dan worden deze verzameld en kort beschreven. Indien er sprake is van een concentratie aan archeologisch materiaal, wordt getracht om een zicht te krijgen op de uitgestrektheid van de concentratie. De verzamelde gegevens worden toegevoegd aan de terreinfiches en geïntergreerd in het rapport. De opmaak van terreinfiches : Per onderscheiden perceel wordt een aparte terreinfiche aangemaakt. Per fiche worden minstens volgende gegevens genoteerd: - het bodemgebruik (inclusief teelt/gewas); - algemene terreintoestand (waaronder reliëf, afwatering, opvallende bodemkenmerken); - bereikbaarheid en toegankelijkheid ; - aanwezigheid van grachten, beken, omheiningen of andere hindernissen. Eventueel wordt de fiche aangevuld met schetsen of foto’s die de terreingesteldheid illustreren. De fiches worden nadien verwerkt en maken deel uit van het rapport (catalogus).
Registratie : De lokalisering van de boorpunten gebeurt met X, Y en Z-coördinaten (X en Y t.o.v. Lambertgrid 72, Z t.o.v. TAW). De coördinaten worden ingemeten met een nauwkeurigheidsgraad van minimaal 1 m. De lokalisatie gebeurt digitaal (bvb. gps). De verticale afwijking (Z-waarde) bedraagt maximaal 3cm. De boorpunten worden vooraf bepaald en ingevoerd in GPS. Afwijkingen (omwille van terreingesteldheid) worden gemotiveerd. De opmaak van de boorbeschrijving : Alle boringen dienen in het veld beschreven te worden. Deze beschrijving bevat minimaal de metagegevens per boring of set van boringen en de lithologie. Alle boorprofielen wordt gefotografeerd (opgeslagen als TIFF uncompressed of JPEG2000 formaat, afdrukbaar op DIN A6 formaat met minimale resolutie van 300dpi). Hierbij worden de boorprofielen in stratigrafische volgorde gelegd met een maatstok met schaalaanduiding in cm erlangs. Verwerking en interpretatie : De boorgegevens worden verwerkt in een databank en daaraan gekoppelde gegeorefereerde plannen. De databank bevat alle informatie die dient opgenomen te 59
1M3D8J/14/53 worden in de boorbeschrijvingen. De boorgegevens worden geanalyseerd en geïnterpreteerd naar ‘zinvolle’ ‘lithofacies’ en lithostratigrafische eenheden, op basis van o.a. de sedimentaire kenmerken. Voor elk gedefinieerd facies en elke lithostratigrafische eenheid wordt een omschrijving geboden. Op basis van de beschreven eenheden wordt een aantal profielen en/of transecten opgetekend. Het booronderzoek leidt tot een voorstel van plan van aanpak voor de prospectie met ingreep in de bodem. Overlegstructuur : Minstens volgende vergadermomenten worden vastgelegd: een startvergadering voorafgaand aan de start van het veldwerk; geregelde evaluatiemomenten (werfvergadering) om de voortgang te bespreken; een eindvergadering waarbij de resultaten worden toegelicht. De uitvoerder neemt verslag. Bij de startvergadering worden de afspraken, het plan van aanpak en de inplanting van de boringen overlopen. De inplanting van de boringen moet door de erfgoedconsulent van Onroerend Erfgoed goedgekeurd worden. Af te leveren documenten: De opmaak van een conceptrapport Het eindrapport wordt in conceptvorm bezorgd aan Onroerend Erfgoed en AWV, binnen de voorgestelde timing . De inhoud hiervan stemt overeen met de inhoud van het eindrapport zoals omschreven in de bepalingen hieronder. Het Onroerend Erfgoed en de opdrachtgever bezorgen hun opmerkingen aan elkaar en aan de opdrachtnemer. De opdrachtnemer verwerkt de opmerkingen in een herwerkt conceptrapport. Nadat deze opmerkingen zijn verwerkt wordt het herwerkte conceptrapport bezorgd aan Agentschap Onroerend Erfgoed. Het conceptrapport omvat minstens : een administratieve fiche van het project (in tabelvorm), tekstueel gedeelte, bijkomende gegevens en kaartmateriaal.(zie bijlage 2) Dit conceptrapport met aanbevelingen wordt minstens twee weken voor de eindvergadering door de opdrachtnemer aan opdrachtgever AWV en de bevoegde erfgoedconsulent van het agentschap Onroerend Erfgoed via e-mail overgemaakt. Op de eindvergadering worden opmerkingen op het conceptrapport gemaakt en wordt in onderling overleg tussen opdrachtgever en het agentschap Onroerend Erfgoed bepaald of dit conceptrapport voldoet aan de uitgeschreven opdracht. De opdrachtnemer verwerkt eventuele opmerkingen in een herwerkt conceptrapport. Pas na goedkeuring van het conceptrapport door het Agentschap Onroerend Erfgoed kan het eindrapport afgewerkt worden. De opmaak van het eindrapport : Na goedkeuring van het conceptrapport door Agentschap Onroerend Erfgoed kan de laatste conceptversie worden opgemaakt als eindrapport. De documenten worden afgeleverd in minimaal 2 exemplaren (voor opdrachtgever AWV en voor Agentschap Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen). Naast de voorziene levering op papier worden alle documenten en plans na goedkeuring eveneens geleverd in digitale vorm. Bij het analoge exemplaar mogen de bijlagen worden aangeleverd op een digitale gegevensdrager. Het rapport vermeldt in het colofon het ISBN/ISSN nummer of het nummer van het wettelijk depot of het buitenlandse equivalent hiervan. Analoge exemplaren worden gedrukt in degelijke kwaliteit en met foto’s en afbeeldingen in kleur. De digitale versie van teksten wordt aangeleverd als doorzoekbaar PDF/A bestand (ingesloten afbeeldingen gecomprimeerd tot een resolutie van 150 dpi), digitale kaarten en plannen in .dxf.dwg- of .shp - bestandsformaat. Kaarten en plannen zijn gegeorefereerd (Lambert 72) en bevatten 60
1M3D8J/14/53 noordpijl, schaallat en een legende. Ze worden afgedrukt op leesbare schaal. Het rapport wordt in kleur afgedrukt in hoge afdrukkwaliteit. Wanneer de dienstverlener plans en/of documenten overmaakt die onvolledig en/of niet in overeenstemming zijn met de beschrijving van dit bestek, dan worden ze als onbestaande beschouwd. De goedkeuring gebeurt door het Agentschap Onroerend Erfgoed. Boormethode Er wordt gebruik gemaakt van een gutsboor (niet-geroerde steekboor)met een minimale diameter van 30mm. Omwille van de terreingesteldheid (polderklei) zal het noodzakelijk zijn om voor te boren met een edelmanboor met een diameter van 7 cm. Boorgrid De boringen worden geplaatst in een verspringend driehoeksgrid van 40 x 50m (gemiddeld 8 boringen per hectare), voor zover de contouren van het plangebied dit toelaten. Voor de start van het veldwerk wordt het boorplan ter goedkeuring voorgelegd aan bouwheer AWV en Onroerend Erfgoed. Boordiepte Een gedegen zicht op de volledige sequentie van holocene afzettingen is cruciaal. Er wordt steeds volledig doorheen de waargenomen bodemvorming geboord, doorheen de onderscheiden afzettingslagen of tot onder de waargenomen verstoring/ophoging geboord, tot minstens 20cm in de Pleistocene moederbodem. De uiteindelijke diepte is afhankelijk van het bodemtype en de bodemvorming. Indien bovenstaande bepalingen omwille van bodemtextuur (bvb. grofkorrelige geulgrond) niet haalbaar of niet relevant is, dan kan uitzonderlijk worden afgeweken en kan de boring beperkt worden in diepte. Dit kan enkel na uitdrukkelijke toestemming van Onroerend Erfgoed. Boorbeschrijving Alle boringen dienen in het veld beschreven te worden. Deze beschrijving bevat minimaal: - de metagegegevens per boring of set van boringen: o coördinatenstelsel o wijze van plaatsbepaling o uitvoerder o X-Y-Z- coördinaten o type boring, methode, diameter en grid o datum - de lithologie: o nat of droog beschreven o grens oxidatie en reductie o laaggegevens: diepte boven- en ondergrens; dominante textuur; details textuur; bijmenging of andere hoofdbestanddelen; kleur; vlekken; cohesie/mate van weerstand; sedimentaire eigenschappen; begrenzing van een laag; trends in een laag; 61
1M3D8J/14/53
geologische interpretaties; bodemkundige interpretaties; archeologische indicatoren.
Alle boorprofielen wordt gefotografeerd (opgeslagen als TIFF uncompressed of JPEG2000 formaat, afdrukbaar op DIN A6 formaat met minimale resolutie van 300dpi). Hierbij worden de boorprofielen in stratigrafische volgorde gelegd met een maatstok met schaalaanduiding in cm erlangs. Conceptrapport Het eindrapport wordt in conceptvorm bezorgd aan Onroerend Erfgoed en AWV, binnen de voorgestelde timing . De inhoud hiervan stemt overeen met de inhoud van het eindrapport zoals omschreven in de bepalingen hieronder. Het Onroerend Erfgoed en de opdrachtgever bezorgen hun opmerkingen aan elkaar en aan de opdrachtnemer. De opdrachtnemer verwerkt de opmerkingen in een herwerkt conceptrapport. Nadat deze opmerkingen zijn verwerkt wordt het herwerkte conceptrapport bezorgd aan Agentschap Onroerend Erfgoed. Het conceptrapport omvat minstens: a) administratieve fiche van het project (in tabelvorm) - Opdrachtgever - Uitvoerder (bedrijf) - Auteur - locatie (provincie(s), gemeente(n)) - kadasterpercelen (gemeente, afdeling, sectie, perceelsnummers met kaart) - kaarten onderzoeksgebied (op basis van de topografische kaart op 1: 10000) - Begin- en einddatum van uitvoering van het onderzoek - Een verwijzing naar de offertevraag - Omschrijving van de archeologische verwachtingen - Wetenschappelijke vraagstelling met betrekking tot het onderzoeksgebied - Randvoorwaarden (indien van toepassing) b) tekstueel gedeelte - Inleiding: het project waarbinnen het onderzoek is uitgevoerd, de periode waarin het onderzoek heeft plaatsgevonden (begin- en einddatum), de organisatie van het onderzoek en de opdrachtgever; - Methodologie: een grondige beschrijving van de gevolgde strategie en methodiek, met verantwoording hiervan en een beschrijving van de gebruikte bronnen; - Beschrijving van de vindplaatsen: - vindplaatsgegevens (gemeente, plaats, toponiem) en alle bekende identificatiecodes; - topografische en mogelijk kadastrale ligging van de vindplaats. Een korte bespreking van de (mogelijke) vindplaats in zijn archeologische context (archeoregio) onder vermelding van de daartoe geraadpleegde literatuur, personen en/of database; - landschappelijke ligging, inclusief bodemkundige/aardkundige situering, grondgebruik en fysisch-geografische (literatuur)gegevens over de archeoregio. - gemotiveerde beschrijving van de aanbevelingen voor verder archeologisch onderzoek met methodiek van het archeologisch vervolgonderzoek en aandachtspunten (bvb. verstoringen op het terrein, archeologisch niet op te volgen zones, archeologisch af te boren zones, proefsleuven met aanduiding van de dieptes van de archeologische niveaus) c) bijkomende gegevens: - bibliografie; - foto’s; 62
1M3D8J/14/53 -
een planinventaris; de catalogus van terreinfiches; alle boorstaten.
d) kaartmateriaal - de inplanting van de ringweg en aanduiding van de onderzochte zones op een leesbare schaal op een topografische kaart, in de digitale versie met gegeorefereerde plannen (in .dwg-of .shp -bestandsformaat); - kadastrale plannen met aanduiding van de boorpunten; - de nodige detailplannen met projectie van terreingegevens (bodemkaart, luchtfoto’s, DHM) Dit conceptrapport met aanbevelingen wordt minstens twee weken voor de eindvergadering door de opdrachtnemer aan opdrachtgever AWV en de bevoegde erfgoedconsulent van het agentschap Onroerend Erfgoed via e-mail overgemaakt. Op de eindvergadering worden opmerkingen op het conceptrapport gemaakt en wordt in onderling overleg tussen opdrachtgever en het agentschap Onroerend Erfgoed bepaald of dit conceptrapport voldoet aan de uitgeschreven opdracht. De opdrachtnemer verwerkt eventuele opmerkingen in een herwerkt conceptrapport. Pas na goedkeuring van het conceptrapport door het Agentschap Onroerend Erfgoed kan het eindrapport afgewerkt worden.
63
1M3D8J/14/53 2.3.5 Aanbestedingsdossier Na goedkeuring van het definitief ontwerp wordt gestart met de volgende fase , de opmaak van het aanbestedingsdossier. De aanbesteding zelf kan pas gebeuren in het jaar dat er budget op het effectief investeringsprogramma voorzien is.. De mogelijkheid bestaat dat dit budget niet in één keer wordt voorzien op het investeringsprogramma van AWV West-Vlaanderen. In dat geval zullen meerdere aanbestedingsdossiers moeten worden opgemaakt. Deze fase omvat o.a.: het opmaken van een volledig bijzonder bestek met administratieve bepalingen, technische bepalingen, beschrijvende opmeting, samenvattende opmeting en het offerteformulier en dit volgens de geplogenheden van AWV; De verschillende dossiers, namelijk enerzijds van medefinanciers (Infrax, Aquafin,…) en anderzijds de documenten aangeleverd door de aanbestedende overheid, tot een aanbestedingsdossier samen te brengen. het definitief uitwerken van de raming. Af te leveren documenten:
alle nodige plannen om de aannemer toe te laten een volledig beeld te krijgen van het dossier: oa. plannen wegenis en burgerlijke bouwkunde, fasering van de werken en verkeersomleidingen tijdens uitvoering van de werken, gedetailleerde signalisatieplans,… het volledige bestek op basis van het vigerende standaardbestek 250 en 260; de beschrijvende en de samenvattende opmeting op basis van, zover mogelijk, de genormaliseerde posten volgens het vigerende standaardbestek, zodanig dat ze ingelezen kunnen worden in e-Delta; een gedetailleerde raming van de uit te voeren werken.
De documenten worden afgeleverd in 6 exemplaren. Naast de voorziene levering op papier worden alle documenten en plans na goedkeuring eveneens geleverd in digitale vorm. Wanneer de dienstverlener plans en/of documenten overmaakt die onvolledig en/of niet in overeenstemming zijn met de beschrijving van dit bestek, dan worden ze als onbestaande beschouwd. De aanbestedende overheid dient te beschikken over een termijn van minstens 25 werkdagen om overgemaakte aanbestedingsplannen en documenten na te zien. Ingeval de plannen of documenten ook moeten overgemaakt worden aan andere partijen voor advies of goedkeuring, wordt de termijn voor nazicht gebracht op 35 werkdagen. Het overschrijden van de minimum termijnen voor nazicht door de aanbestedende overheid of andere partijen houdt geenszins een automatische aanvaarding van de plannen en documenten in. Na bespreking met de betrokken partijen en goedkeuring van het aanbestedingsdossier door de leidende ambtenaar worden deze documenten aangepast binnen een termijn van 15 werkdagen conform de opmerkingen die de aanbestedende overheid schriftelijk zal ter kennis brengen aan de opdrachtnemer. De aanbesteding, het onderzoek van de offertes en de opmaak van het gunningsverslag gebeurt door de opdrachtgever.
64
1M3D8J/14/53 2.3.6 Opvolging werken Deze fase omvat o.a.: organisatie van de nodige coördinatievergaderingen met alle mogelijke betrokkenen (o.a. nutsmaatschappijen, AWV, Infrabel, betrokken gemeente, …) inclusief opmaak van de verslagen van de vergaderingen; voorbereiden en bijwonen van informatievergaderingen met o.a. bewoners, UNIZO, bedrijven, … inclusief (indien nodig) opmaak van de verslagen van de vergaderingen het nazicht van fasering, plannen, detailschema’s, berekeningsnota’s (behalve deze voor de grote kunstwerken) enz. opgesteld door de aannemer; het nazicht van attesten en stalen, technische fiches en leveringsbons van de te verwerken materialen, voorgelegd door de aannemer; de controle van de uitvoering conform de voorwaarden van het aannemingscontract en vordering der werken op de werf; incl. de proeve à posteriori het bijwonen van de proefnemingen (proeven en tegenproeven) en beoordeling van de proefresultaten in een verslag; het aanpassen van het programma van proeven indien de uitvoering dit vereist (bv. wijziging in fasering van de werken); het berekenen van de refacties; het voorbereiden van PV’s van ingebrekestelling in samenspraak met de verantwoordelijke ingenieur van de opdrachtgever, en het ondersteunen van de opdrachtgever bij de beoordeling van het verweer van de aannemer op de PV’s; adviseren van wijzigingen voorgesteld door de aannemer; het aanpassen van de tekeningen en plans van het ontwerp, excl. de bekistings- en wapeningsplans van de grote kunstwerken, indien de uitvoering dit vereist; het organiseren en leiden van de werfvergaderingen op wekelijkse basis, inclusief opmaak in pdf-formaat en verspreiding via mail naar alle belanghebbenden van de verslagen binnen 5 werkdagen na de werfvergadering; het nazicht en de goedkeuring van de vorderingsstaten in samenspraak met de oprachtgever; opmaak van de voorkomende verrekeningen; incl. de opmaak van de verantwoording OPposten en de verantwoordingsnota van de noodzakelijkheid van de wijzigingen in samenspraak met de opdrachtgever; het organiseren van de rondgangen bij voorlopige en definitieve oplevering van de werken in samenspraak met de opdrachtgever, inclusief de opmaak van het verslag en de lijst met opmerkingen van deze rondgangen, nazicht van de as-built plannen; De opdracht omvat niet de algemene werfleiding en het dagelijks toezicht op de uitvoering van de werken.
65
1M3D8J/14/53 2.4 opmaak project-MER Hoofdstukken 2.3, 2.4 en 2.5 verlopen parallel en zullen in een iteratief proces mekaar beïnvloeden. De opdracht gaat uit van een continue wisselwerking tussen de opmaak van het (voor)ontwerp en de opmaak van de project-MER. Voor de realisatie van het plan zal een gewestelijk RUP opgemaakt worden. Deze project-MER loopt parallel met de opmaak van het gewestelijk RUP en kan zo nodig nog dienen ter verfijning van het RUP. De intellectuele en materiële samenwerking met de overheid die het RUP zal opmaken valt binnen de dienst. (zie hoofdstuk 5) De MER-coördinator verbindt er zich toe voor rekening van de opdrachtgever over te gaan tot het opstellen van een kennisgevingsnota tot en met de goedkeuring van de project-MER voor volgend project: “Realisatie van een omleidingsweg (N34) voor de dorpskern Adinkerke”. Voor de globale evaluatie van de uitvoeringsalternatieven dient gebruik gemaakt te worden van een uniform vergelijkings- en afwegingssyteem. De offerte zal ook aangeven welke beoordelingstechniek en gebruikt zal worden om deze alternatieven op basis van hun milieueffecten af te wegen. Bij de monitoring en de evaluatie is duidelijk onderscheid te maken tussen de milderende maatregelen die ruimtelijk vertaalbaar zijn in het RUP en deze die relevant worden op het verdere projectniveau (vergunning). Tegelijkertijd met de opmaak van de project-MER wordt nagekeken of de zorgplichtnota die gemaakt werd voor de omleidingsweg aangepast moet worden. In het geval een aanpassing nodig is, wordt deze aanpassing ook uitgewerkt. ALGEMENE BEPALINGEN OPMAAK VAN HET MER De dienstverlener stelt een MER-coördinator aan. Voor de uitvoering van de opdracht stelt hij een team van deskundigen samen en leidt deze. Volgende disciplines worden in het MER onderzocht: - Mens – deeldomeinen mobiliteit, ruimtelijke aspecten, psychosomatische aspecten en indien nodig toxicologie - Geluid en trillingen - Lucht – deeldomein luchtverontreiniging - Bodem – deeldomein pedologie en geologie - Water – deeldomeinen geohydrologie en oppervlaktewater - Fauna en flora - Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie De kennisgeving en het project-MER zullen worden opgesteld volgens het decreet van 27 april 2007 (BS 20 juni 2007) tot aanvulling/wijziging van het decreet van 18 december 2002 (BS 13 februari 2003) tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995, gewijzigd bij de decreten van 19 april 1995, 8 juli 1996 , 17 juli 2000 en 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid met een titel inzake milieueffect- en veiligheidsrapportage. Tevens zal rekening gehouden worden met het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 m.b.t. project-MER.
66
1M3D8J/14/53 De kennisgeving dient te worden opgesteld volgens de richtlijnen en de aanbevelingen van de Dienst Mer, terug te vinden op de website www.mervlaanderen.be. Bij het opstellen van het MER dient gebruik te worden gemaakt van de richtlijnenboeken van de dienst Mer, dat i.f.v. de verschillende MER-disciplines informatie biedt. Het uit te voeren onderzoek in functie van het op te stellen MER kan als volgt worden samengevat: Milieueffectrapportage houdt in dat op een systematische en wetenschappelijk verantwoorde wijze de te verwachten gevolgen voor mens en milieu van een voorgenomen actie, en van de redelijkerwijze in beschouwing te nemen alternatieven voor de actie of onderdelen ervan, ingeschat en geëvalueerd worden. Dit houdt o.a. in dat de effecten, zijnde het verschil tussen de geplande toestand en een referentietoestand kwantitatief of kwalitatief dienen te worden beschreven. In het kader van het project-MER wordt ook een LER opgemaakt. Dit LER wordt opgemaakt door de VLM, de resultaten moeten verwerkt worden in het project-MER. In hun offerte moet de inschrijver bijzondere aandacht besteden aan de relatie tussen de plan-MER die reeds gemaakt werd voor de omleidingsweg en parkeersysteem en deze studie. Zij moet daarbij aantonen welke informatie uit het plan-MER van de omleidingsweg en parkeersysteem kan overgenomen worden, welk referentiesituatie zal gehanteerd worden, met het oog op maximale aanwending in functie van de milieueffectenbeoordeling.
Het milieueffectenonderzoek zal minstens de volgende items inhouden:
۰
Algemeen deel ۰ Een beschrijving van de doelstellingen en motieven van het plan ۰ Een beschrijving van de krachtlijnen van het plan ۰ Schetsen van de beschikbare alternatieven voor het plan alsmede de redenen voor selectie van de te onderzoeken uitvoeringsalternatieven. De offerte zal aangeven hoe het team van deskundigen met mogelijke nieuwe alternatieven die in het kader van de inspraak en de richtlijnen zouden opduiken, binnen deze opdracht zal omgaan. ۰ De wettelijke, decretale en reglementaire voorschriften met betrekking tot het relevante milieubeleid, alsmede een onderzoek naar de mate waarin het voorgenomen project hiermee verenigbaar is. De offerte zal aangeven hoe deze voorschriften zullen gebruikt worden in het lopende onderzoek.
۰
Referentietoestand ۰ Een beschrijving van de bestaande toestand van het milieu, alsmede een beschrijving van de te verwachten ontwikkelingen van het milieu indien het plan niet wordt uitgevoerd. In de offerte zal expliciet ingegaan worden op de wijze waarop de referentiesituatie zal worden beschreven.
۰
Milieueffecten ۰ Een beschrijving van de methodieken die worden gebruikt voor de bepaling en de beoordeling van de milieueffecten en de afbakening van het studiegebied. De offerte zal deze methodieken aangeven (zie verder). ۰ Prognoses met betrekking tot mobiliteit (intensiteiten, aard en hoeveelheden, herkomst en bestemming). De opdrachtgever zal indien nodig hierover, door gebruik te maken van het multimodaal verkeersmodel, input geven. In de offerte zal expliciet ingegaan worden op de wijze waarop deze verkeersprognoses binnen het studiegebied beschreven zullen worden.
67
1M3D8J/14/53
۰
Een beschrijving en onderbouwde beoordeling van de mogelijke aanzienlijke milieueffecten van het plan en de alternatieven (directe, indirecte, secundaire, cumulatieve, permanente en tijdelijke, positieve en negatieve; op korte, middellange en lange termijn). De belangrijkste milieuaspecten voor dit plan zijn op basis van een mogelijk ingreepeffectschema: ۰ Bodem (effecten t.g.v. direct ruimtebeslag: wijziging in bodemstructuur, profielwijzigingen, wijzigingen bodemgeschiktheid, effecten van het grondverzet/ grondoverschotten; wijziging bodemkwaliteit door contaminatie met verontreinigende stoffen en het gebruik van strooizouten, mogelijke sanering, het hergebruik of nuttige toepassing van grond) ۰ Water (beïnvloeding op oppervlaktewaterhuishouding, zowel inzake kwaliteit, kwantiteit als de structuurkenmerken van de waterlopen, wijzigingen in grondwaterstromingspatronen en grondwaterpeilen, kwel- en infiltratiepatronen) ۰ Geluid en trillingen (wijziging van het geluidsklimaat na ingebruikname) ۰ Lucht (wijzigingen in de luchtkwaliteit via geschatte immissiebijdragen en emissies en dit mbt. NOX, CO, CO2, Pb, VOS, fijn stof) ۰ Fauna en Flora (effecten t.g.v. direct ruimtebeslag: biotoop- en ecotoopverlies en/of winst, hinderaspecten: rustverstoring t.g.v. de effecten van geluid en lichthinder, biotoopwijzigingen door verdroging/vernatting, verontreiniging, verzilting, ..., netwerkeffecten: effecten op ecologische verbindingen zoals barrièrewerking, ontsnippering, ...) ۰ Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie (effecten t.g.v. direct ruimtebeslag: wijziging landschapsstructuur, vernietiging bouwkundig en archeologisch erfgoed en hindereffecten zoals verlies/winst aan contextwaarde van bouwkundig en archeologisch erfgoed en wijziging van perceptieve kenmerken) ۰ Mens - mobiliteit (effecten op de lokale verkeersafwikkeling, ontsluiting van industrie en woongebieden bij ingebruikname, ontsluiting van Plopsaland) ۰ Mens - ruimtelijke aspecten en psychosomatische aspecten (effecten t.g.v. ruimtebeslag, onteigeningen en effecten op bodemgebruik, m.n. op wonen, werken, handel, recreatie en landbouw, wijziging inzake verkeersveiligheid en leefbaarheid) ۰ De mogelijke interacties tussen deze opgesomde effecten
In de offerte zal expliciet worden ingegaan op de wijze waarop deze verschillende effectgroepen zullen ingeschat worden (kwalitatief en/of kwantitatief) en op welke wijze men de effecten zal beoordelen. Indien de offerte verwijst naar het m.e.r.-richtlijnenboek dan zal er verwezen worden naar het relevante deel, paragraaf en pagina. Indien hier belangrijke milieueffecten over het hoofd zouden zijn gezien dan zal de offerte er op een gepaste wijze op ingaan. Ook zal aangegeven worden hoe het team van deskundigen zal omgaan met het onderzoek naar milieueffecten die nog niet in de kennisgeving als te “onderzoeken” waren opgenomen maar vanuit de inspraak via de richtlijnen worden aangereikt. Er is een overzicht te geven van de directe, indirecte, tijdelijke en permanente tewerkstelling en de geplande investeringen. Eventuele leemten in de kennis zijn op te lijsten. Het MER dient de nodige informatie t.b.v. de watertoets te bevatten. Indien een passende beoordeling noodzakelijk is, zal deze opgenomen worden in het MER, als een duidelijk te herkennen onderdeel. 68
1M3D8J/14/53
Van het MER wordt eerst een ontwerpversie gemaakt (benodigd aantal exemplaren overeenkomstig de richtlijnen terzake, rekening te houden met ongeveer 10 à 20 exemplaren). Deze ontwerpversie wordt besproken met het team van deskundigen en betrokkenen. De Dienst Mer stelt de groep samen. Vervolgens wordt een definitief MER opgemaakt (rekening houdend met de opmerkingen die gemaakt werden op het ontwerprapport) dat in 3 analoge en 1 digitaal exemplaar aan Dienst Mer voor goedkeuring wordt overgemaakt. Overleg met het projectteam Dienst Mer (minimum 2 maal).
69
1M3D8J/14/53 2.5 Ondersteuning bij de opmaak van het RUP Hoofdstukken 2.3, 2.4 en 2.5 verlopen parallel en zullen in een iteratief proces mekaar beïnvloeden. Voor de realisatie van het plan zal een gewestelijk RUP opgemaakt worden. Deze project-MER loopt parallel met de opmaak van het gewestelijk RUP en kan zo nodig nog dienen ter verfijning van het RUP. Dit hoofdstuk omvat de intellectuele en materiële samenwerking met de overheid die het RUP zal opmaken. Deze fase omvat o.m. : Aanleveren kaartmateriaal (meer bepaald contouren) Ondersteuning bij de opmaak van de toelichtingsnota, op basis van het sjabloon aangeleverd door Ruimte Vlaanderen. Er wordt van de dienstverlener verwacht dat hij tekstfragmenten aanlevert omtrent algemene informatie van het voorgenomen plan, relatie met de plan-MER (milderende maatregelen), watertoets, … het nalezen van de verschillende versies van het document (o.a. toelichtingsnota en voorschriften) Verwerking bezwaren Overlegstructuur : Er wordt verwacht dat de dienstverlener aanwezig is op het voorbereidend overleg tussen AWV en Ruimte Vlaanderen, plenaire vergadering en zo nodig ook op het overleg met het kabinet over dit RUP. Als er n.a.v. het openbaar onderzoek informatievergaderingen worden georganiseerd wordt gevraagd aan de dienstverlener om hierbij aanwezig te zijn en ook de materiële ondersteuning te leveren. (zie hoofdstuk 6) Af te leveren documenten : Tekstmateriaal voor de toelichtingsnota Kaartmateriaal in GIS-formaat m.b.t. de contouren van het RUP
70
1M3D8J/14/53 2.6. Ondersteuning bij het communicatietraject voor de burgers Het is nuttig om eerst aan te geven wat AWV tot nu ondernomen heeft op het vlak van communicatie voor dit dossier. Op 7 februari 2011 werd er een infomoment georganiseerd door AWV voor de bewoners van Adinkerke n.a.v. de plan-MER – procedure voor de omleidingsweg. Dat was het eerste officiële moment waarop de inwoners van Adinkerke toelichting kregen over de toekomstplannen voor een omleidingsweg rond Adinkerke. Op de website van het AWV (www.wegenenverkeer.be) staat een aparte webpagina over de omleidingsweg van Adinkerke. Aan de hand van ‘veel gestelde vragen’ krijgen bezoekers van de webpagina meer informatie over het dossier. N.a.v. de terinzaggelegging van de kennisgeving van de plan-MER voor de omleidingsweg werd een motiveringsnota gemaakt. Deze motiveringsnota werd opgevat als een tabel waarin de inspraakreacties werden weergegeven, hierbij werd voor elke vraag / inspraakreactie een antwoord geformuleerd. In bepaalde gevallen werd hierbij een tekstonderdeel uit de kennisgeving als antwoord opgenomen. N.a.v. de milieu-beoordeling op plan-MER-niveau van het parkeersysteem gekoppeld aan de omleidingsweg voor Adinkerke in het kader van de opmaak van het RUP werden twee spreekuren georganiseerd (april – mei 2014) in de fase van de terinzagelegging. Deze fase omvat Input leveren voor de pagina voor de omleidingsweg van Adinkerke op de website van AWV, www.wegenenverkeer.be. Het gaat hierbij om teksten, 3d-visualisaties, foto’s,… Input leveren voor de persberichten die de opdrachtgever opmaak en verstuurt De opmaak van een brochure waarin het dossier wordt voorgesteld. De dienstverlener levert tekst, foto’s, 3D-simulatie (foto) van ganse project (nieuwe situatie verwerkt in omgeving).. De opdrachtgever staat in voor het eigenlijke drukwerk en de mail-handling van de brochure. De eigenlijke brochure zal maximum uit 12 pagina’s bestaan. De uitwerking van een infotentoonstelling : de dienstverlener staat in voor de conceptuele uitwerking, opmaak van begrijpelijke tekst, layout en print op Forex (formaat B0, 10 mm dikte) van tentoonstellingspanelen, inclusief huur panelen (die ineen geklikt kunnen worden (cfr CLIP systeem)) en alle benodigdheden (verlichting per paneel, richtingwijzers,…), transport panelen, opbouw en afbraak van de panelen Zo’n infotentoonstelling kan georganiseerd worden in het kader van het ontwerp en de project-MER en / of in het kader van het openbaar onderzoek van het RUP. Het voorbereiden en bijwonen van een infosessie : dit houdt ondermeer in de opmaak en toelichting van een powerpointpresentatie of een andere presentatie voor de infosessie (dit kan ook een infoavond zijn) voor bewoners en / of handelaars. De aanwezigheid van minimum 2 personen van de dienstverlener is vereist. Het is zinvol om een infosessie te organiseren bij het begin van de studie om de huidige stand van zaken en keuzes toe te lichten en één op het einde van de ontwerpfase om de verfijnde keuzes toe te lichten. De opmaak van een folder rond de praktische informatie i.v.m. de uitvoering van de werken. De dienstverlener levert teksten, omleidingsplannetjes, minder hinder plannen,… aan. De opdrachtgever staat in voor het eigenlijke drukwerk en mail handling van de folder. De eigenlijke folder zal maximum uit 8 pagina’s bestaan. Het organiseren en bijwonen van overlegmomenten om draagvlak te creëren met bewoners en handelaars i.h. kader van bereikbaarheidsmaatregelen Het maken van aparte verslagen van de werfvergadering waarin de stand van zaken van de werken wordt toegelicht. Deze verslagen zullen dienen als input voor de communicatie met bewoners / handelaars tijdens de werken. Af te leveren documenten : 71
1M3D8J/14/53 • • •
• • • •
Teksten in klare en duidelijke taal over de inhoud van het project : bruikbaar voor brochure, de website en persberichten Teksten in klare en duidelijke taal in het kader van de uitvoering van het project : bruikbaar voor folder, de website en persberichten 3D-visualisaties van de nieuwe situatie in de omgeving (op basis van foto’s van bestaande situatie) in een formaat af te spreken met degene die de lay-out zal doen van de brochure, tentoonstellingspanelen,…. Powerpointpresentatie voor infosessies met bewoners en/of handelaars Tentoonstellingspanelen op Forex (formaat B0, dikte 10 mm) Huur, transport, opbouw en afbraak van panelen (CLIP-systeem) en benodigdheden. Aparte verslagen van de werfvergadering die als input dienen voor communicatie met handelaars en bewoners tijdens de werken
72
1M3D8J/14/53 2.7 Eindrapportage Bij het einde van de studie bezorgt de opdrachtnemer op een duidelijke, overzichtelijke manier alle gegevens van de studie aan de opdrachtgever. Dit betekent dat per fase een eindrapport of einddocument met bijhorende plannen, kaartmateriaal, bestanden, figuren,… wordt afgeleverd. Dit betekent geenszins dat tussentijds geen rapporten, plannen, figuren, kaartmateriaal,… moet worden afgeleverd aan de opdrachtgever. Het is ook de bedoeling dat de opdrachtnemer aan de hand van het draaiboek dat bij de start van de opdracht werd opgemaakt een verslag van het verloop van de studie gerelateerd aan de inhoudelijke conclusies van de verschillende tussenstappen beschrijft in een eindrapport. Dit omvat o.a. : De topografische opmeting De projectnota, De verschillende officiële documenten van de project-MER : kennisgevingsdossier, definitief MER,… Aanbestedingsdossier Verslagen tijdens uitvoering: werf, proeven, .. Andere tussentijdse rapporten die niet letterlijk verwerkt werden in bovenstaande documenten. Alle communicatiemateriaal : visualisaties, figuren, teksten,…
73
1M3D8J/14/53 2.8 Voorbehouden som Er is voorbehouden som voorzien voor eventuele onvoorziene meerwerken. Het bedrag mag bij de inschrijving niet gewijzigd worden en moet door de inschrijver letterlijk overgenomen worden.
74
1M3D8J/14/53 2.9 Samenwerking met opdrachtgever ♦ Tijdens de hele uitvoeringsperiode van onderhavige overeenkomst en dit tot bij de volledige beëindiging van de studie zal de samenwerking tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer nauw en volledig zijn. ♦ Het secretariaat van de werkvergaderingen (uitnodigingen voor vergaderingen,…), waarvan sprake hieronder, zal waargenomen worden door de opdrachtnemer. De verslagen van de werkvergaderingen worden eveneens opgemaakt door de opdrachtnemer en binnen de 3 werkdagen aan de leidend ambtenaar bezorgd voor nazicht. ♦ Het Agentschap Wegen en Verkeer West-Vlaanderen en BMV-West-Vlaanderen zullen op ieder ogenblik toegang hebben tot de documentatie en de analyses die door de opdrachtnemer opgesteld worden. ♦ De opdrachtgever zal bij de verschillende administratieve instanties tussenkomen voor het bekomen van de inlichtingen of documenten die nodig zijn voor het uitvoeren van de studie. ♦ De opdrachtgever heeft het recht tijdens de studieperiode wijzigingen aan het programma aan te brengen, dit met de instemming van de opdrachtnemer of op zijn voorstel. De modaliteiten van deze wijzigingen moet het voorwerp uitmaken van bijakten bij onderhavige overeenkomst. Van bijkomende prestaties moet aangetoond worden dat deze effectief nodig zijn om de opdracht tot een goed einde te brengen. ♦ De opdrachtgevende partij wordt eigenaar van alle verkregen resultaten verbonden aan het doel van deze opdracht. De opdrachtnemer heeft niet het recht de uit deze overeenkomst voortkomende gegevens op enigerlei wijze openbaar te maken, tenzij daartoe door de opdrachtgever voorafgaand schriftelijke toestemming is verleend. De opdrachtgever kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden. Ingeval van toestemming moet in de publicaties worden vermeld dat de inhoud uitsluitend is, dan wel voor een deel berust op gegevens verkregen in het kader van een project dat in opdracht van de opdrachtgevende partijen werd uitgevoerd. De bron en opdrachtgevende partij moet worden vermeld, evenals de opdrachtnemer(s). ♦ De opdrachtnemer heeft het recht een kopie van alle resultaten te behouden. ♦ Bij aanwending van resultaten van het project of bewerkingen daarvan ten behoeve van derden kunnen door de opdrachtnemer op generlei wijze kosten worden gedeclareerd van werkzaamheden die reeds door de opdrachtgevende partijen zijn betaald in het Vlaams Gewest en kunnen enkel mits toelating van deze laatste aan derden worden meegedeeld. ♦ De rapporten die besproken dienen te worden op de bijeenkomsten dienen 10 dagen vooraf naar de leden te worden verzonden, de uitnodiging voor de bijeenkomst moet langer op voorhand bezorgd worden aan de leden van de vergadering. De rapporten dienen tevens in pdf formaat per e-mail te worden verzonden naar de leden van de vergadering, indien het formaat van de documenten dit toelaat. ♦ De contacten met de pers dienen te gebeuren via de communicatieverantwoordelijke van de afdeling Wegen en Verkeer West-Vlaanderen.
75
1M3D8J/14/53 ♦
2.10 Af te leveren documenten
De technische plans worden opgemaakt zodanig dat ze bij de opdrachtgevende overheid kunnen ingelezen en uitgetekend worden in het programma AutoCAD Civil 3D. Gisdata wordt opgemaakt zodat het in te lezen is in het programma ArcView. Alle tekstdocumenten worden steeds opgemaakt in zwart / wit A4 – formaat. Alle kaarten worden in kleur op A3 of A4 – formaat (naargelang de noodzaak) opgemaakt. Alle documenten worden telkens ook op elektronische drager aan de opdrachtgever bezorgd. De documenten worden opgemaakt in Word 2010, Ecxel 2010, of hoger. Voor elke projectgroepvergadering wordt aan elk lid van de projectgroep 1 exemplaar van de geagendeerde documenten minimaal 1 week op voorhand bezorgd. In afspraak gebeurt dit op papier of digitaal. Voor elke stuurgroepvergadering worden 3 exemplaren van de geagendeerde documenten bezorgd aan de opdrachtgever en 1 exemplaar van de geagendeerde documenten aan elke overige betrokken actor minimaal 10 dagen op voorhand bezorgd. Tenslotte moet ten behoeve van alle partners en latere verantwoording aan derden, een eindrapport gemaakt worden met een samenvatting van het onderzoek en de verantwoording van de gemaakte keuzen. Tevens dient van dit eindrapport een presentatie in Powerpoint gemaakt te worden. De eenheidsprijzen voor drukwerk dienen vermeld te worden, alsook een raming voor het aanleveren van bovenvermelde documenten, op basis van ongeveer 10-20 kennisgevingsrapporten, 10-20 ontwerp-MER’s en 3 finale MER’s. De drukkosten van de diverse documenten worden afgerekend a rato van de werkelijke kosten.
76
1M3D8J/14/53
Inventaris 1 Organisatie bij uitvoering van de opdracht Nummer bestekpost
Code bestekpost
1
*
2
*
3
*
4
*
Omschrijving
Aard
Opmaken draaiboek Prijsherzieningsformule : Maandelijks overleg met de opdrachtgever (voorbereiden, aanwezigheid, verslaggeving,…) Prijsherzieningsformule : Projectgroep (voorbereiden, aanwezigheid, verslaggeving,…) Prijsherzieningsformule : Stuurgroep (voorbereiden, aanwezigheid, verslaggeving,…) Prijsherzieningsformule :
Eenheid
Hoeveelheid / bedrag
GP
EUR
VH
stuk
24,00
VH
stuk
8,00
VH
stuk
8,00
2 Uitvoeren van de opmeting bestaande toestand Nummer bestekpost
5
Code bestekpost
*
Omschrijving
Aard
Uitvoeren van de opmeting bestaande toestand Prijsherzieningsformule :
GP
Eenheid
Hoeveelheid / bedrag
EUR
3 Voorontwerp en projectnota Nummer bestekpost
Code bestekpost
6
*
7
*
8
*
9
*
10
*
Omschrijving
Aard
Opmaak voorontwerp en projectnota Prijsherzieningsformule : Bijeenkomst GBC Prijsherzieningsformule : Bijeenkomst RMC Prijsherzieningsformule : technisch ontwerp van de weginfrastructuur, opmaak aanbestedingsbundel, opvolging van de werken: globale prijs (op basis van de opgegeven coëficient c) Prijsherzieningsformule : Bilateraal overleg in het kader van de opmaak van het ontwerp Prijsherzieningsformule :
77
Eenheid
Hoeveelheid / bedrag
GP
EUR
VH
stuk
2,00
VH
stuk
1,00
GP
EUR
VH
stuk
15,00
1M3D8J/14/53 Nummer bestekpost
Code bestekpost
11
*
12
*
13
*
14
*
15
*
16
*
Omschrijving
Aard
Onteigeningsdossier (plan + documenten) per perceel Prijsherzieningsformule : Archeologische boringen Prijsherzieningsformule : Start of eindvergadering archeologie Prijsherzieningsformule : Evaluatiemomenten archeologie Prijsherzieningsformule : Opmaak conceptnota archeologie Prijsherzieningsformule : Opmaak eindrapport archeologie Prijsherzieningsformule :
Eenheid
Hoeveelheid / bedrag
VH
stuk
100,00
VH
stuk
200,00
VH
stuk
2,00
VH
stuk
5,00
GP
EUR
GP
EUR
4 Opmaak project-MER Nummer bestekpost
Code bestekpost
17
*
18
*
19
*
20
*
Omschrijving
Aard
Opmaak kennisgevingsnota Prijsherzieningsformule : Opmaak ontwerp-MER Prijsherzieningsformule : Opmaak definitief-MER Prijsherzieningsformule : Bilateraal overleg in het kader van de opmaak van de project-MER Prijsherzieningsformule :
Eenheid
GP
EUR
GP
EUR
GP
EUR
VH
stuk
Hoeveelheid / bedrag
4,00
5 Ondersteuning bij de opmaak van het RUP Nummer bestekpost
Code bestekpost
21
*
22
*
23
*
Omschrijving
Aard
Voorbereiden, aanleveren en verwerken tekstgegevens voor de opmaak van het RUP Prijsherzieningsformule : Aanwezigheid bij : voorbereidend overleg, plenaire vergadering, bespreking bezwaren Prijsherzieningsformule : Voorbereiden, aanleveren en verwerken aanleveren van kaartmateriaal in GIS-formaat voor het RUP Prijsherzieningsformule :
Eenheid
GP
EUR
VH
stuk
GP
EUR
Hoeveelheid / bedrag
4,00
6 Ondersteuning bij het communicatietraject voor de burgers Nummer bestekpost
Code bestekpost
Omschrijving
Aard
78
Eenheid
Hoeveelheid / bedrag
1M3D8J/14/53 Nummer bestekpost
Code bestekpost
24
*
25
*
26
*
27
*
28
*
29
*
30
*
31
*
Omschrijving
Aard
Input voor de website Prijsherzieningsformule : Input voor brochure (max 12 pagina’s) Prijsherzieningsformule : Input voor folder (maximum 8 pagina’s) Prijsherzieningsformule : 3D-visualisatie project op basis van foto bestaande toestand Prijsherzieningsformule : Opmaak panelen en alle benodigdheden (verlichting, richtingwijzers,…) voor de infotentoonstelling, incl opstellen, afbreken, vervoer Prijsherzieningsformule : Voorbereiding, aanwezigheid en deelname aan de infotentoonstelling Prijsherzieningsformule : Overlegmomenten in kader van draagvlakcreatie : organisatie, bijwonen en opvolging Prijsherzieningsformule : Opmaak aparte werfverslagen i.k.v. communicatie met bewoners Prijsherzieningsformule :
Eenheid
Hoeveelheid / bedrag
VH
stuk
2,00
VH
stuk
1,00
VH
stuk
1,00
VH
stuk
5,00
VH
m2
8,00
VH
stuk
2,00
VH
stuk
2,00
VH
stuk
20,00
7 Eindrapportage Nummer bestekpost
32
Code bestekpost
*
Omschrijving
Aard
Eindrapportage Prijsherzieningsformule :
GP
Eenheid
Hoeveelheid / bedrag
EUR
8 Voorbehouden som Nummer bestekpost
33
Code bestekpost
*
Omschrijving
Aard
Voorbehouden som van 20.000 euro door de inschrijver over te nemen bij zijn inschrijving Prijsherzieningsformule :
79
GP
Eenheid
EUR
Hoeveelheid / bedrag
1M3D8J/14/53 Opgemaakt door de verantwoordelijke Leidend ambtenaar, Brugge,
ir. Hendrik Vanderdonckt
Nagezien en goedgekeurd, Brugge, Namens de Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, het afdelingshoofd,
ir. Koen Surdiacourt
80
1M3D8J/14/53 IV. OFFERTE _____________
Agentschap Wegen en Verkeer Wegen en Verkeer West-Vlaanderen Besteknummer: 1M3D8J/14/53 Omschrijving opdracht: . N34 – omleiding Adinkerke: Studie en opmaak project-MER
A. ALGEMENE VERBINTENIS OFWEL
5
De ondergetekende (naam en voornaam, hoedanigheid of beroep, nationaliteit, adres):
OFWEL De vennootschap (handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel):
vertegenwoordigd door de ondergetekende(n)
OFWEL De ondergetekende(n) en/of de vennootschap(pen) die optreden als vereniging zonder rechtspersoonlijkheid (voor elke deelnemer dezelfde gegevens als hierboven):
vereniging die tegenover de overheid wordt vertegenwoordigd door één van hen, met name:
verbindt zich op zijn, resp. verbinden zich hoofdelijk op hun, roerende en onroerende goederen tot de uitvoering, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van bovenvermeld bestek, van de in dat bestek beschreven opdracht, tegen de som van:
5
Doorhalen wat niet van toepassing is.
81
1M3D8J/14/53 (in cijfers, inclusief BTW, in euro): (in letters, inclusief BTW, in euro): De coëfficiënt c bedraagt: c=________________ (in cijfers) c=______________________________________________________________ (in letters)
B. ALGEMENE INLICHTINGEN (in geval van vereniging zonder rechtspersoonlijkheid afzonderlijk voor elke deelnemer:) - Ondernemingsnummer:
- BTW-nummer:
- RSZ-nummer:
C. ONDERAANNEMERS OFWEL 6 Er zullen geen onderaannemers worden aangewend. OFWEL De onderaannemers die zullen worden aangewend, hebben als nationaliteit:
D. PERSONEEL Het personeel dat zal worden aangewend, heeft als nationaliteit:
E. BETALINGEN De betalingen zullen geldig gebeuren door overschrijving op rekeningnr. ......................................... van de financiële instelling ................................... geopend op naam van ....................................................
6
Doorhalen wat niet van toepassing is.
82
1M3D8J/14/53
F. RSZ - VERPLICHTINGEN De Belgische inschrijver die bij de RSZ een bijdrageschuld heeft van meer dan 3000 euro in de zin van art. 62., §1 van het KB Plaatsing, voegt bij deze offerte alle inlichtingen over de in dezelfde bepaling bedoelde schuldvorderingen die hij zou bezitten. De buitenlandse inschrijver, alsook de Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie, voegt bij deze offerte desgevallend een attest dat uitgereikt werd door de bevoegde overheid en waarin bevestigd wordt dat hij, volgens de rekening die ten laatste de uiterste dag bepaalt voor de ontvangst van de offerte, is opgemaakt, op die datum voldaan heeft aan de voorschriften inzake betaling van de bijdragen voor sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is. G. BIJLAGEN Bij deze offerte zijn eveneens gevoegd: − − −
de gedateerde en ondertekende documenten, die het bestek verplicht over te leggen; de modellen, monsters en andere inlichtingen, die het bestek verplicht over te leggen. het bewijs dat de offerte werd ondertekend door een gemandateerde van de firma (geldt ook voor het indienen van een elektronische offerte).
Gedaan te .................................................. op .......................................
De inschrijver(s),
De inschrijver wordt erop gewezen dat zijn offerte, overgelegd via e-tendering, elektronisch ondertekend moet worden met een gekwalificeerde elektronische handtekening. Deze elektronische handtekening moet uitgaan van een bevoegd persoon. De inschrijver voegt tevens de nodige documenten toe waaruit de bevoegdheid blijkt om de onderneming te binden (uittreksels van de statuten, volmacht,…). Een gescande handtekening is onvoldoende. __________________________________________________________________
H. VAK BESTEMD VOOR GOEDKEURING DOOR OVERHEID
83
1M3D8J/14/53
INVENTARIS De samenvattende opmetingsstaat is opgenomen in het Excel-bestand dat als bijlage bij het bestek wordt gepubliceerd overeenkomstig 1-3, Art. 80.
De inventaris is door de inschrijver in te vullen, te dag- en ondertekenen en bij zijn inschrijving te voegen. Naast zijn handtekening moet de vertegenwoordiger van een vennootschap melding maken van de hoedanigheid waarin hij handelt. Gezien, onderzocht en aangevuld met de eenheidsprijzen, gedeeltelijke sommen en totale som, welke gediend hebben tot het vaststellen van het bedrag mijner inschrijving van heden, om bij deze gevoegd te worden. Gedaan te
op
2015
DE INSCHRIJVER,
De inschrijver wordt erop gewezen dat zijn offerte, overgelegd via e-tendering, elektronisch ondertekend moet worden met een gekwalificeerde elektronische handtekening. Deze elektronische handtekening moet uitgaan van een bevoegd persoon. De inschrijver voegt tevens de nodige documenten toe waaruit de bevoegdheid blijkt om de onderneming te binden (uittreksels van de statuten, volmacht,…). Een gescande handtekening is onvoldoende.
Vak bestemd voor de aanbestedende overheid. Gezien om bij de heden goedgekeurde inschrijving gevoegd te worden (voor wat de vermoedelijke hoeveelheden betreft). Brussel, de Voor de Minister,
84