Omslagontwerpen en opmaak: M.G. Baltes, © 2007 Contacten uitsluitend via:
[email protected]
2
Verantwoording:
Dit verhaal is met grote zorg geredigeerd. De schrijver aanvaardt echter geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid voor mogelijke schade als gevolg van eventuele vermeende onjuistheden en/of onvolledigheden in deze uitgave.
Het verhaal is uitsluitend gebaseerd op gebeurtenissen zoals deze zijn beleefd door de schrijver van het verhaal.
De meeste personen die erin voorkomen kunnen in werkelijkheid bestaan, maar alle persoonsnamen in het gehele verhaal zijn gewijzigd, al is het niet geheel uitgesloten dat sommige personen zichzelf zouden kunnen herkennen aan de hand van plaatsgevonden gebeurtenissen of gedane uitspraken.
De gebruikte plaatsnamen bestaan in werkelijkheid.
Foto’s komen uit eigen bestand of werden aangeleverd door Robert Glaser, die ook een website onderhoud betreffende de in dit verhaal genoemde schepen:
http://home.tiscali.nl/glaserr/
3
4
Rechten:
Het is aan niemand toegestaan dit verhaal of delen daarvan te gebruiken of misbruiken, te kopiëren of anderzijds te vermenigvuldigen, voor welke doeleinde dan ook, tenzij met de uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming van de samensteller of de oorspronkelijke schrijver. Het verhaal is slechts bedoeld voor de lezer die mijn website heeft gevonden en interesse heeft in het onderwerp zeemansverhalen. Het is aan te bevelen mijn website adres (URL) aan mogelijk andere geïnteresseerden door te geven. Aantoonbaar misbruik van enig gegeven in mijn gehele website echter zal zonder verdere kennisgeving worden vervolgd indien daartoe wettelijke mogelijkheden worden gezien.
5
6
MV Huasteco (ex-Sea Lion) Verslag aan Martin Baltes, toen Chief Engineer op de Atlantic Challenger via Workships, Rotterdam.
Op zondag, 6 augustus 2006 zag ik het MS Atlantic Challenger naast de Huasteco drijven, beiden aan het werk in het Mexicaanse gedeelte van de Golf van Mexico. Ik dacht aan jou, omdat je me vertelde dat je
Foto 1: Atlantic Challenger vanaf Huasteco
7
daarop werkte, en heb gekeken of jij een van die poppetjes op het was dek die naar ons keken. Ik had wel het idee om je een roepje over de radio te geven, maar heb dat om politieke redenen maar even achterwege gelaten. De Mexicanen zijn erg gevoelig voor dergelijke zaken en denken er niet altijd wat goeds van als je tegen iemand anders in een voor hen onverstaanbare taal praat. En een ieder luistert achterdochtig mee, dus is het via Skype altijd betrouwbaarder; altijd beter, als het beschikbaar is, voor een slap praatje onderling.
Foto 2: Huasteco, toen nog Sea Lion Ik heb op de Huasteco geen Internet, geen telefoon, helemaal niets. Een SSB radio (single side band radio, hiermee kun je spreken maar dan kun je de andere kant niet horen; om te luisteren naar de ander zeg je “over”
8
en laat je de zendknop los) is er met de base in Ciudad del Carmen (Campeche - Mexico). Dat is er alleen maar. En een telex die het ook niet doet via de radio en al het spul is oud en versleten. Net als de rest, trouwens. Je had de gaten in de Huasteco kunnen zien vanaf je positie als je aan dek geweest zou zijn. Ik ben inmiddels een poosje geweest op deze boot, die de naam Huasteco draagt. Het is een boot welke in het verleden aan NOC (Netherlands Offshore Company, ) toebehoorde. Het was een bij Wilton FeyenDelft: oord in 1976 omgebouwd (dus ouder, van 1960) vrachtschip, de bulkcarrier MV Sea Swallow, welke verder onder de naam ‘Sea Lion’ in de offshore ging werken. Het werd een boot met 2000 tons kraan vóór de brug, dat de nodige om- en verbouw heeft ondergaan, zoals dat bekend is van die jaren (al doet men dat nu nog zo). Het waren mijn beginjaren in de offshore. Toen was het hijsvermogen van 2000 ton nog een aanzienlijk vermogen; daarvoor kwamen TV-ploegen op het toneel om een dergelijke lift eventueel te filmen en te verslaan. In het jaar 1976 werkte ik op de Viking Piper als radio officier, en op de Atlas van Brown & Root als stuurman. In 1977 ben ik bij Heerema terechtgekomen op de DB Odin (Derrick Barge - kraanbak). Nadat ik in september van het jaar 1984 bij Heerema de zak kreeg, heb ik een poosje op de Tolteca als stuurman gevaren, in de Noordzee. Ik had dus al ervaring opgedaan met allerlei kraanschepen, pijpenleggers en andere, kleinere boten, hetgeen een voordeel was hier-
9
bij. De Tolteca heette daarvoor de Blue Whale, ook een schip van NOC. Het was eenzelfde soort bouw als de Sea Lion. Op die boot heb ik het bijna een jaar uitgehouden, maar toen werd ik toch overgeplaatst naar de Huasteco, omdat men dat beter vond en ik eventueel kapitein zou kunnen worden op dat ding. Zo was me dat aangeprezen, dus. Ik heb toen wel nog een aantal keren afloskapitein gespeeld. In die tijd hadden we een Mexicaanse medewerker aan boord om opgeleid te worden, totdat de Panama vlag veranderd werd naar Mexicaanse vlag. Toen was onze rol als bemanningslid afgelopen en kon ik van hut verwisselen: ik werd opeens een raadgever. Dus die Huasteco was de Sea Lion. Helemaal verbouwd zoals hierboven is weergegeven in 1976, dus in die jaren een redelijk nieuwe boot. Het ging echter direct bergafwaarts door gebrek aan onderhoud en het niet willen investeren in dat zo broodnodige stukje gereedschap. Die trend was in die jaren een bekend fenomeen. Eind 1985 ben ik dan overgeplaatst van de Tolteca naar de Huasteco en op 5 december 1986 kelderde de olieprijs. Ik ging op die Sinterklaasdag van de Huasteco naar de wal om met verlof te gaan. Het was een sinterklaascadeau van de bovenste plank, want op de wal aangekomen werd me een enkele reis naar huis aangeboden. En ik hoefde niet meer terug te komen. Alles werd immers in de koelkast geplaatst. Geen project werd meer aangepakt. Alleen de nog gaande projecten werden nog maar afgewerkt. Oorzaak: de gezakte olieprijs !!!! Nu, in 2007, is het andersom en ze zitten te springen om
10
zowel mensen als materieel. Maar ik zat eindelijk eens een keertje lekker thuis met de Kerst in 1986; dat was
ook welkom. Onlangs heb ik een poosje op de Titan - II mijn diensten kunnen invullen. Het is een schip dat ook in 1976 is gebouwd, in Finland. Maar wel stukken beter en veel mooier. Die boot is geheel van de tekentafel gebouwd en niet omgeturnd zoals de Huasteco en de andere schepen die jij ook nog wel zult kennen. Het heeft me niet verbaasd, dat je een Tolteca (Blue Whale), een stoomschip nota bene ook hebt gekend. Die Titan - II heeft Internet, telefoonlijn met een Houston nummer, en alle andere
Foto 3: Tolteca, toen nog Blue Whale
11
moderne gemakken die je kunt bedenken. Er staat een grote (satelliet)bol aan stuurboord boven de brugvleugel om die dingen te regelen en in stand te houden. Ik was al na 10 dagen op de Titan – II daar uitgewerkt. Het karwei waarvoor ik moest opdraven, een hydrostatische test op een pijpleiding, was dan gedaan. De Titan II zou dan nog wat kleine dingen zo hier en daar doen, want het is gemakkelijk op DP om rond te toeren en vele bezoeken bij platformen af te leggen voor klein werk. Het is dan gemakkelijk langszij een platform te manoeuvreren of te verkassen naar een andere plek. Nog wat matten leggen op- en onder pijpleidingen, dan zou het project klaar zijn en de boot off-hire gaan in Tuxpan. De havenmeester moet dan een stempel op een document zetten om de beëindiging van het contract te bezegelen. De aanvang van het nieuwe contract en project moet dan ook in de haven bezegeld worden. Zo werkt Pemex. Het gaat er bij Pemex niet om winst te maken, maar om de buit zo goed mogelijk te verdelen. Ik ben dan van de Titan - II op een bootje gestapt naar Ciudad del Carmen en heb daar het weekeinde doorgebracht, waarbij ik nog in een ballentent ben geweest om daar weer eens de draad op te pakken. Op maandag 24 juli werd ik naar een supplier met de edele naam ‘Bourbon Tide’ gedirigeerd. Het bleek echter een crewboat te zijn die daar al een dag of zo gemeerd lag. Het was een hele mooie crewboat in vergelijking met hetgeen ik meegemaakt heb bij andere ondernemingen, die mensen of werknemers van en naar de wal moeten verplaatsen. Die doen dat nogal eens met niet al te veili-
12
ge- en rooskleurige bootjes. Soms zit je dan 16 uur of meer aan boord zonder dat er bijv. water beschikbaar is om te drinken. Maar op deze boot was alles voldoende aanwezig; het zag er goed verzorgd uit. Het is een behoorlijk verschil .....!! Ik was om 16.00 uur besteld en dus aanwezig op dat tijdstip. Een Mex komt altijd te laat. Die is niet gewend dat alles op tijd verloopt. Ik zette mijn spullen weg. Bij de deur begroette ik een Amerikaan, die joviaal deed. Hij zat buiten tegen het schot met een mobieltje te spelen. Die man ben ik na het wegzetten van mijn spullen en een snelle blik door het passagiersgedeelte van de boot, weer gaan opzoeken. Het bleek dus de schipper van dit bootje te zijn. We maakten verder kennis met elkaar. Hij begon me een Coca Cola aan te bieden. Geen slecht gebaar. Dus bleef ik bij hem hangen. Hij had nogal wat te vertellen. Hij zei nog geen vaarorders te hebben ontvangen en had veel te vertellen over zijn privé leven. Volgens mij kan hij beter verhalen vertellen dan ik!! Hij nodigde me ook uit om te gaan eten met hem. Denkelijk had hij wat aanspraak nodig, want naar ik vernam bleef hij wel 5 maanden op deze boot zitten. En uiteraard kreeg ik het bekende verhaal te horen van ‘een dakkie’ in Ciudad del Carmen en een mislukt huwelijk in de USA. Zelfs zo erg dat hij in dit land Mexico onroerend goed wilde gaan kopen. En hij was ook een motor freak, dus reed hij heel veel op een motor rond in zijn vrije tijd. Zo hoorde ik dat alles aan en tijdens het eten ging dat verder. De eetschuur was beneden, onder de passagiersruimte. Daar hebben we dan gezellig gezeten.
13
Hij praatte meer dan ik!!!! Na het eten ben ik op de bank gaan liggen in een poging de tijd te verdoen met doezelen en hopelijk met wat slapen. Dat lukte niet erg. Het duurde ongeveer een uur, het was net half 8 of zo, toen een man binnenkwam die naar de ‘capitán’ vroeg van Verzekeringen Inspectie Diens. Dat was ik, dus daarop moest ik wel reageren. Deze laatstgenoemde man maande me naar de Chem-Noh te gaan. Een echte grote supplyboat pal achter ons. Die zou naar de Huasteco gaan. Die supplier zou me daar gaan afleveren en ging om 20 uur vertrekken. Ik pakte de koffer en ging aan dek. Ik kreeg ook nog een boekwerk mee voor iemand op de Huasteco. Dus er is duidelijk geen vergissing. Ik ga naar die Huasteco toe. Ik zag de schipper verschijnen en meldde die dat ik naar de andere boot moest en niet met hem mee mocht. Dus begroette ik die als afscheid van dit geheel. Hij wenste me ook het beste. Voor hem weer een boerennacht??? Dus dan op de Chem-Noh, die in Ciudad del Carmen is geregistreerd. Een heel schone boot voor zulk een registratie. Dat is meestal anders dan schoon en netjes. Ook Mexicaans-vriendelijk werd ik ontvangen. Ook kreeg ik een kooi aangewezen in een hut waar zes kooien stonden. Zoals het in een goed Mexicaans gebruik is, worden die andere kooien dan ook bezet. Want er zijn meer mannen aan boord dan aanvankelijk de bedoeling is. Een neef, broer of andere bekende moet ook werk hebben en wordt dan meestal wel tussen- of ondergeschoven om toch ook op de loonlijst terecht te komen.
14
Dus die twee passagiershutten waren redelijk bezet met die mensen die aan dek zich bezig hadden gehouden met het versjouwen van proviand. Ik ben nog even gaan kijken aan dek. De boot werd beladen en er kwam brandstof aan boord. We zouden om 20 uur vertrekken. Ik was echter om 16 uur aan boord besteld en ook op dat tijdstip aanwezig op die andere boot, liggend voor deze schuit. In de kombuis mocht ik eten wat ter beschikking was. Er was meer dan genoeg. Ik moest mezelf gewoon even zien te behelpen. De koffie stond gereed, zoals het hoort op een boot als deze. Het is een bekend fenomeen in dit land. Dus dan maar weer in bed gedoken. Het verstand op nul. Even 23 uur ben ik uit bed gekomen. Geslapen had ik niet. Dat lukte niet. Ik hoorde geen motoren en die waren ook niet gestart. Het bleek dat het vertrek wel op 20 uur is gesteld volgens goed Mexicaans gebruik, maar dat we wel met onze buik op de bodem lagen en dus moest er gewacht worden op hoog water. Dat zou dan om 2 uur in de nacht gaan geschieden, dan konden we pas vertrekken. Informatie dus, die we in Mexico gewend zijn. Het is niet veranderd. Vooruit denken mag niet, en zeker niet zeggen dat je later moet vertrekken. Daarvoor moet je wachten tot het tijdstip daar is. Dan ga je pas bellen naar de baas aan de wal. Die vindt dat interessant met een mobiele telefoon ergens bij iemand in huis te zitten of visite te hebben, om dan gebeld te worden.
15
Dan pas, niet eerder, wordt het fenomeen hoogwater besproken en kenbaar gemaakt. Het is toch bekend dat een Latijns-Amerikaan altijd het antwoord geeft welke hij denkt dat jij leuk zou kunnen vinden?? Dus ook was dat hier het geval. We vertrokken eindelijk dan toch wel op dinsdag om 02:00 uur en voeren weg. Ik ben toen wel in slaap gevallen om dan om even half 9 wakker te worden. Ik kon nog koffie drinken en een broodje met ei krijgen, maar de Huasteco was al te zien en het manoeuvreren werd al in werking gezet om langszij te gaan. Dus in juli van het jaar 2006 kom ik op een boot waarop ik voor het allerlaatst ben geweest met Sinterklaas 1986 !!!! Helemaal geen animo en een beetje terughoudend. Er waren allerlei negatieve verhalen op me afgekomen. De boot heeft geen class meer. Dus mag het geen internationale reizen ondernemen. Die Amerikaanse schipper maande me al aan om met zwemvest te gaan slapen, want het is een boot die wrakkig en versleten is in zijn ogen. Dat is echter de lang lopende reputatie van het ding. Dat alles komt geheel overeen met hetgeen er was in het jaar 1986 en het zal niet verbeterd zijn in de afgelopen 20 jaar, dat kan ik me niet voorstellen. Het is dus alleen maar slechter geworden en naar beneden gegaan en dus alleen maar bergafwaarts. De Tolteca en de Mixteco mogen niet meer in het veld komen van Pemex. De Mixteco (ex-Orca) ligt wel buiten het veld en fungeert als hotelschip. Eerder een veemarkt, zoals ik het moet inschatten.
16
Foto 4: Mixteco, voorheen Orca (Soya Atlantic-1954) Ik stapte dus met wat vraagtekens en enig tegenzin op de Huasteco. Vanaf het dek van de Chem-Noh en in de crewbasket zag ik het spul aan. Allemaal toch wel superbekend. Kwartjes begonnen te vallen: de rare ombouw, de uitlaten van de hulpkarren, die voor de brug langs liepen naar boven en dan de schoorsteen in worden geperst, de ankerdraden achterop en voorop, kabels die hier zo gemakkelijk in een schroef kunnen komen. De kraan is niet anders dan voorheen. Het ziet er ongetwijfeld net eender uit zoals ik het op Sinterklaas 1986 heb achtergelaten. Die zekerheid had ik nog niet. Herinneren deed ik het me wel, wat ik zag, maar ik voelde me er niet gelukkig bij. Zo belandde ik dan aan dek van deze Huasteco met behulp van een crewbasket die in de whipline van de grote kraan hing en ik keek naar het oude ding met gemengde gevoelens. Een raar gevoel. Niet wetende wat er zou kunnen gaan gebeuren en niet wetende wat de uit-
17
komst van dit alles zou kunnen zijn ging ik naar de administratie en heb me daar netjes voorgesteld. Ik kreeg hut 332 aangewezen met als telefoonnummer 334. De telefoon was echt niet geschikt voor internationale gesprekken, niet eens naar het lokale kantoor in Mexico. In 1986 kon je nog vanuit je hut via de radio verbonden worden met de buitenwereld! In de hut aangekomen heb ik de koffer neergezet. Het was een ouderwetse hut met twee kooien op hetzelfde niveau. Duidelijk is, dat de bank is verwijderd en de originele tweepersoons kooi is gedraaid in dit kader van de verbouwing volgens de door hen gewenste standaard. De eenpersoonskooi paste er dán wel in. Maar ook was er een wasbak op een plek die niet de originele plek was. Uit de kraan komt zowaar water, zowel warm water als koud water. Dat is dan gunstig !! Dan kan ik mijn tanden poetsen en dergelijke. Het was een hoge wasbak, die duidelijk was verbouwd om er zeker van de zijn, dat kleine mensen, zoals Mexicanen, alleen hun tanden kunnen poetsen. Want een toilet of een douche is er niet in deze hut. Voor die faciliteiten moet ik schuin aan de overkant van de gang zijn. Ik zette mijn koffer in de ene kooi, omdat men mij verzekerd had dat ik alleen in deze hut zou verblijven. Dan hoef ik die vieze en wrakkig kastjes niet te gebruiken. Dan naar Pemex en daarmee kennis gemaakt. Die goeie man gaf me een handleiding; een aardig mens die me wél te woord wilde en kon staan, en ook de nodige informatie wenste toe te schuiven. Dat komt niet overal
18
voor bij Pemex !! Ze willen je meestal wel negeren, behalve als het eigenbelang hoogtij viert. Als eerste had ik behoefte om rond te wandelen en de dingen te bekijken, want ik wilde weten waar ik was en vele kwartjes moesten nog vallen. Er was in de accommodatie weinig wat me héél bekend voorkwam. Hetgeen ik op deze korte tocht van dek naar de hut had gezien en bespeurd, waren heel vage kwartjes die niet echt goed door vielen. Dus eerst een poosje rondgelopen. Het begon wel te dagen, maar het was niet echt direct herkenbaar. En toch begon er langzaam wel wat herkenbaars te komen in het geheel. De eerder genoemde uitlaatpijpen van de hulpmotoren zijn een typisch gebeuren wat nergens anders op een schip door mij is waargenomen. Dus dat was wel bekend. Vanaf het dek lopen ze onder de brug door en komen ze door de accommodatie heen naar de schoorsteen. Die pijpen lopen voor de accommodatie omhoog. Vanaf dit dek 3, kun je dan naar het helikopterdek. Dat had ik eigenlijk nog niet zo snel door, maar dat kwam wel later in beeld en herinnering. En de recreatiezaal was ook te vinden op dat dek. Die grote ramen, alsof je op een brug staat; ramen tot aan de buik toe. Dat kon ik me niet meer herinneren van de vorige keer. Het was wel de oude navigatiebrug geweest toen het nog een koopvaardijschip was, want buiten kun je zitten op de duidelijk herkenbare brugvleugels. De uitlaten van de generatorenkamer komen dan voor de accommodatie omhoog, gaan boven deze oude brug langs en dan onder de nieuw gebouwde controlekamer/brug door naar achteren. Een controlekamer/brug, die verder uitloopt over
19
de zijden volgens de toen, in 1976, vastgestelde doestellingen. Die korte tocht was wel aardig, maar onvoldoende. De vroegere hut van de 1e stuurman kon ik niet vinden. Er zijn geen bordjes meer boven de deuren te vinden. Wel kon ik de hut van de kapitein vinden. In die beide hutten heb ik eens gewoond, 20 jaar geleden. Rondlopen bracht me nog niet zo snel op herkenbare zaken, wel hier en daar vage dingen. Het was weer zoeken geblazen op deze boot, een boot waar ik toch ruim een jaar op heb gewerkt. Niets wat me héél bekend weer in het geheugen opkwam. Niets wat me zonder problemen deed herkennen. Ik moest nog zoeken in de accommodatie. Het is niet veranderd, dat is zeker, maar ik kende de weg niet meer zo goed. Ik heb de wasserij gevonden en dan ook mijn kleding erheen gebracht nadat ik me had omgekleed en ook de overall in de waszak had gedaan. Een douche nemen ging ook goed. Er kwam echter alleen koud water uit de kraan. De warme leiding is wel rood geverfd en de koudwaterleiding is blauw van kleur. Maar er kwam alleen maar koud water uit de blauwe leiding. Dat was overigens voldoende, want meer hoefde ik niet. Later op de avond kwam er wel warm water uit de leiding en dat was gewoon te heet. Dan even naar de messroom. Die is in het geheel niet veranderd. Net zo rommelig en uiterlijk smoezelig als het vroeger was, maar wel erg schoon voor Mexicaanse begrippen! En het maakte een uitgeleefde, dus een smoezelige indruk. Veel is er kapot en niets is goed onderhouden. De Coca Cola machine is er wel, maar er komt geen Coca Cola meer uit. Geen enkele frisdrank
20
overigens. Maar wel is ie brandschoon. Ook de ijsmachine staat er nog steeds, maar is niet werkzaam. Ook uitermate schoon. We moesten het met koud drinkwater gaan doen, dat gekleurd was met een stof die zoet en melig is. Het bekende siroop-gebeuren wat hier in Mexico een normaal fenomeen is. Vlees zag ik niet meer: het is op. De hele tent was bijna leeg. Ik had er verder weinig anders te doen dan een snelle hap met groente en wat rijst, want meer hoef ik dan niet. Het eten was gewoon slecht te noemen. Daarvoor was ik al gewaarschuwd. Het uiterste minimum bieden ze op deze boot. De tafels werden voortdurend afgeruimd en schoongemaakt; het was niet te zien wegens de plekken en vlekken die overal aanwezig waren door verwering en ouderdom. Het is gewoon compleet uitgeleefd. Het deed me weer denken aan de hofmeester in het jaar 1986; die heeft toen zijn best gedaan om zijn mensen goed te onderwijzen in het schoonmaken. Hij maakte zich toen zo druk over de vuiligheid. Die ‘man’ was zóóóó netjes en opgeruimd. Hij kon zich tegenover mij ook zo emotioneel uitlaten over de ongenoeglijke situatie aan boord. Het is hem gelukt!!! En ook zijn lieve collega die ik nu aan boord meemaakte en van gelijk kaliber en geaardheid was. Ik zag enorm veel vlekken en krassen op de vloer in de hut. Het ziet er smoezelig uit, maar mijn blote voetzolen worden niet zwart als ik een poosje zonder slippers door de hut wat heen en weer stap. Gefeliciteerd!!!! Toen heb ik mijn spullen eens bijgewerkt en om 14.00 uur eens de gang naar de brug gemaakt. Die kon ik nog
21
wel vinden. Geen probleem. Het werd weer bekend terrein; het borrelde allemaal weer op. De weg in de accommodatie was niet zo eenvoudig met al die holen en gangen, doch het is toch in het onderbewustzijn blijven hangen. De brug kon ik moeiteloos vinden, dat was alleen maar de trappen oplopen aan de voorkant van de accommodatie. Overal hetzelfde fenomeen, dus ook hier. Op de brug stond een hele hoop mensen. Kapitein, stuurlieden, superintendent, de Pemex vertegenwoordiger en de hofmeester. Die laatste had een hapje eten voor die mensen geregeld. Dus was het hier eten om 14.00 uur!!! En nu kon ik begrijpen waarom het toch wel zo relatief schoon was aan boord. De hofmeester was er eentje met mooie hobbelende billetjes. Heel vriendelijk lachte hij me toe. Het was een ‘man’ met hetzelfde gevoel en voorkeur als de hofmeester die ik vroeger kende, die toen overigens een heel goede vriend van me werd. Dus deze hofjood kon dat misschien ook wel worden. Zolang er geen serieuze voorstellen komen die ik nooit in kan vullen. Uiteraard kreeg ik ook eten aangeboden op die brug. Er was een grote schaal met garnalen. Dat smaakte best! Een speciale maaltijd voor geselecteerde mensen. Dat is het zeker wel. Mexicanen zijn een kei in het discrimineren en het kweken van status. Ik ben niet de kapitein, maar werd voortdurend met ‘capitán’ aangesproken door een ieder. Zoals het hoort in deze cultuur, behalve dan door de Mexicaanse en legale gezagvoerder van dit schip; die noemde me gewoon ‘Leo’. Met die man heb ik wel de vele gezamenlijke kennissen
22
besproken, want hij kwam 20 jaar geleden in dienst, toen de buitenlanders verwijderd werden omdat er een Mexicaanse vlag op werd gezet. Hij is nooit meer weggegaan van deze onderneming. Namen van 20 jaar geleden gingen over onze lippen. Overigens is de Spaanse kraandrijver van 20 jaar geleden nog steeds hier werkzaam en die heb ik dan ook moeten ontmoeten. De wereld is klein!! Nog steeds. Zomaar kom je elkaar weer tegen. En vele namen gaan dan over de tong. De radiohut is in de brug aan bakboordskant. Aan stuurboord is de bediening van de acht ankerwinches gepositioneerd. In het midden is het de navigatie. Ze hebben een stuurman voor de navigatie rondlopen en daarboven nog extra mensen die alleen de ankerwinches mogen bedienen. Dus lopen er stuurlieden rond en vervelen zich. Alleen het wachtboek bijhouden is niet veel werk. Drie man en een radioman op de brug. De gehele dag. Alleen geen radioverbindingen in de nacht. Die is er dan niet. De marconist heeft maar één enkele radiozender/ontvanger in gebruik, eentje die zich automatisch kan afstemmen; gewoon met een toetsenbord de frequentie instellen en de rest gaat vanzelf. Maar het ouwe spul van 1986 en eerder, is er ook allemaal nog. Geheel onaangeroerd, precies zoals het 20 jaar geleden was, met als aanvulling de reeds genoemde modernere zender/ontvanger. Alleen is vraag of het oude spul nog werkt. Het lijkt van niet. Overal zitten nog de bekende Radio-Holland plaatjes en stickers op het spul. Het is
23
blijven staan en hangen. De oude digitale SSB radio ontvanger stond op muziek. Dat ding is dan wel in functie. Die dingen die R/H zo modern deed worden in de jaren 1976-1985. De R-2000. Ik verwacht dat je de spullen die zijn gefotografeerd, wel herkenbaar voor je zijn.
Foto 5: De oude radiohut met het oude spul er nog in. Het radiospul dat vóór 1986 daar is neergezet, de R2000 ontvangers, een groene Sailor die toen zo modern waren met digitale technieken, de TOR, de noodzender,
24
het staat er nog steeds. En...... het is eigenlijk zo dood als een pier!! Op de 500 kHz hoor je niets meer. Zo ook is het stil op de 2182 kHz. Allemaal heerlijk voor een echt R/H museum !!!! Het meeste staat ook gewoon “OFF”. De aanblik van dit alles gaf het gevoel weer 20 jaar in de tijd terug te gaan. Toen ik op de brug zat en de echte, originele doorgewinterde marconist aan zijn toet
Foto 6: Werkende museumstukken. senbord ging zitten met de luidspreker op morse seinen, was het gevoel helemaal compleet. Er kwam een heel
25
verhaal in morse de deur van de radiohut uit zetten. Het was het weerbericht in het Mexicaans wat werd opgenomen. Toen werd ik wel even melancholiek ! Alleen Argentinië en Mexico sturen nog weerberichten op morse code uit. (??). Dat neemt niet weg dat er overal computers staan. De marconist heeft een programma om de weerkaarten in facsimile te ontvangen. Dat gebeurt dan van de groene Sailor.
Foto 7: Een indrukwekkende radiohut-indeling. Een weerbericht in klare tekst van Wilkins Weather in Houston komt ook op papier binnen via een oude matrix
26
printer. Het kon niet op mijn Memory Stick gezet worden. Hij kan daar alleen maar TOR voor gebruiken in dit kader. Dat werkt nog wel in broadcast vorm. WLO stuurt het weerbericht van Wilkins Weather elke dag trouw uit naar een ander schip. Maar de rekeningen worden niet betaald als er telexen van de boot naar de wal worden gestuurd en daarom kunnen we geen telex versturen. Wie heeft er nog TELEX op deze wereld ??????????? Ook is het toetsenbord kaduuk en dus kan er niets gedaan worden. De ontvangst zal om die reden in Broadcast vorm zijn. Het komt van de Mixteco (ex-Orca) die als veemarkt buiten het gebied nog geld kan verdienen. Dus als hotel schip. De originele modem van RH zoals op de foto is te zien, lijkt nog wel te functioneren, maar het codenummer is van Panamese afkomst. Misschien zit dat nummer er ook niet meer in geprogrammeerd! Een groene Sailor wordt nu als modem gebruikt en is dan functioneel alleen op de Sailor zender/ontvanger. Denkelijk is dat gekomen na het de Panamese vlag verloor en het Mexicaanse bodem werd. Toen konden ze in Mexico niet de R/H converter omprogrammeren, maar wel een nieuwe modem leveren. Immers moesten de mensen ook geld verdienen aan alles! Naast de groene Sailor, is op de foto een klein kastje te zien. Dat is de moderne versie van communicatie. Een zender/ontvanger van het jaar 2005 of zo. Daar werken ze dan mee. Absurd!!!! Die weerkaarten konden wel op een Memory Stick geplaatst worden omdat het de hedendaagse computer binnenkomt met USB aansluiting. Maar de telex niet. De
27
oude telex-converter staat nooit bij, en dat heeft nog het oude nummer gecodeerd van 1986 toen het nog een Panamees schip was. Er is dus een nieuwe converter voor telex voor aan boord. De oude plakkers met TORcode voor PCH staan er nog op, met nog een aantal van die radiostations in de Noordzee en die niet meer actief zijn. Dat is nooit verwijderd !!! De ARLS boekwerken dateren van het jaar 1993. Ik ging ook weer zitten in de bekende hoekjes in het raam, die aan stuurboord zijde tot op de grond doorlopen. Daar heb ik vele keren gezeten. De ankerwinches zijn ogenschijnlijk nog hetzelfde. De video-monitoren zijn nu wel in kleur; ook zijn de monitoren wat groter in afmetingen. Dat is een duidelijke verandering in het geheel. Er staat in het midden van de brug een spiksplinternieuw gyrokompas. Dat is hetgeen ik dan als referentie neem, want op de stuurstand wordt die aanwijzing van het nieuwe kompas niet aangegeven. Dat doorgeven van de koers op die kompas-repeater ligt helemaal uit zijn verband. Dat zal nog op het oude gyrokompas zijn gekoppeld. Nooit is dat veranderd en ik mag betwijfelen of dat ooit zal gebeuren, omdat het nieuwe systeem niet te koppelen is op het oude spul zonder grote ingrepen. Ik tel nu in totaal drie gyro-moederkompassen. En een ervan is weer opgevijzeld en gerepareerd aan de wal. Het maakt een geluid als een werkende machinekamer. Na een week begon het dan toch nog de juiste koers aan te geven. Maar een week ging voorbij zonder koersveranderin-
28
gen. Er zijn geen dynamische condities meer en gehoorbeschermers zijn gewenst als je in de buurt komt, zo pal naast het stuurrad. Een roerganger met gehoorbeschermers. Eén radar ziet er nog precies uit zoals het was in mijn tijd, maar het is niet functioneel. Het ding is gewoon dood. Het kan beter verwijderd worden. De andere radar is een modernere uitvoering en heeft dus het oude vervangen. Telefoon is er niet. Internet is er niet. Alleen maar weer het ouderwetse geschreeuw via SSB met het doorgeven van rapporten. Automatisch afstembare apparatuur. Gewoon de frequentie veranderen of een ander ingesteld kanaal nemen. Op dit ding is het dan de knop draaien op een ander kanaal, de rest gaat vanzelf. Nog even, en een stemherkenner wisselt van kanaal als je het zegt !!! Kuststations die telefoongesprekken doorgeven zijn in deze omgeving van het toneel verdwenen. En de oude spullen doen het aan boord denkelijk niet meer zo goed. WLO in Mobile - Alabama lijkt nog wel de nodige service te verlenen. Hebben die dan nog genoeg omzet?? Maar er is aan boord van dit ding geen verrekeningscode. Op de kaartentafel staat een originele RDF-toestel met beeldbuis. Ik heb buiten gekeken in de mast, maar de RDF antenne is er niet meer. Naast dit toestel in onbruik, staat nu een nieuw GMDSS-A2 set en daarbij dan
29
twee GPS displays. En natuurlijk de AIS niet te vergeten; die is er ook. Dat zal wel een Scheepvaart-Inspectie-eis zijn van het land. Alleen het GMDSS systeem doet het. De oude VHF’s zijn er ook nog, maar zijn onaangeroerd. Met de Radio Holland sticker er nog op. Die doen het ook nog op Duplex op de toen aangewezen kanalen. Het nieuwe en ook het oude spul is in gebruik. Doch op kanaal 3 van het oude VHF toestel kan je niet ontvangen, maar wel spreken. Ze horen je wel, maar jij hoort hen niet op hetzelfde ding. Daarvoor moet je een nieuwere versie VHF nemen. Alles heeft nog steeds hetzelfde aanblik. Kaarten die aan de muur zijn gehangen in de Noordzee (1976) hangen er nog steeds. Er is er eentje van het DOC - dat is nu de Danish Underground Consortium. Er is duidelijk héél wat bijgebouwd sinds die tijd !! Ons bedrijf heeft een survey-rapport opgemaakt en erin vermeld dat het schip niet geschikt is voor dit werk. Want het voldoet niet aan de internationale eisen. Ik zie ook lijsten en berichten van de scheepsleiding, die per post naar de wal gaan, over het gemis aan allerlei certificaten en de vermelding van allerlei tekortkomingen. Dat lijkt al een aantal jaren zo te rommelen en modderen. Geen klasse certificaat. Geen vrijboord certificaat. Geen PPM certificaat. Geen........ ‘Alles’.
30
Elke maand worden deze lijsten herhaald. Met de tekstverwerkers is dat nu een fluitje van een cent, want er verandert over het algemeen bitter weinig tot niets. Ik moet ook in elk certificaat van mij afkomstig, melden dat het wel gebonden is aan de aanbevelingen die in ons rapport zijn weergegeven. Een heel grote lijst van aanbevelingen en gebreken, die toen zijn geconstateerd. Die zijn nog steeds niet ingevuld. En het is alleen verzekerd als het aan de gestelde eisen voldoet, maar het papiertje is iets wat de mannen blij maakt. Dus moet je papiertjes afgeven. Ook geven ze geen krimp als je opgeeft ‘not approved’ - of eventueel als je iets van hen tekent met: ‘received as information only”. Het papier moet ingevuld zijn. Hij, die schrijft, die blijft. Zij, die zeurt, krijgt een beurt. Weemoedig kon ik er niet van worden. Het is oud en versleten. Ik zie dat de SART zijn verloopdatum had in het jaar 2005. De meeste reddingsmiddelen zijn nu ook verlopen. Alleen moet ik melden dat sloepen en vlotten heel netjes eruit zien. Twee van de sloepen zijn 50 jaar oud of meer en de rest is van het jaar 1976, 40 jaar oud dus. De sloepskabels zijn volgens de opgeschilderde mededeling in februari 2006 vernieuwd en het aanblik daarvan komt overeen. Er is geen inventaris meer in de sloepen. Dat is ook niet nodig als je met een veelvoud aan platformen en ander gespuis om je heen werkt. Het mag niet verder komen dan de locatie hier. Dat is onvermijdelijk. Een verzachte Mexicaanse inspectie met beperkingen tot gevolg.
31
Maar de vlotten zijn deze maand aan testen toe. En de brandblussers moeten ook nodig aan een test en/of vernieuwing onderhevig worden gesteld. Ik vraag me af of dat wel snel zal gaan geschieden. De EPIRB was in februari 2006 verlopen. De roest is overal aanwezig. Er zijn gaten in de huid waarneembaar. Hier en daar was dat dan gerepareerd en aangepast om te blijven drijven. Een stuk dek ligt open. Een groot gat erin gemaakt. Stukken spant komen uit de tanks. Allemaal flinterdun en doorgerot. Nieuwe stukken worden er in de tanks gelast. Dat was in het jaar 1986 ook het geval. Daar wordt nieuw vastgelast aan oud en telkenmale wordt er iets aan gedaan, maar effectief is het allemaal niet. Het is gezonde spanten op flinterdunne spanten hechten. Het heeft zijn gevolgen als je de rest voor later laat liggen. Een luchtslang gaat een héél donker mangat deksel in en een waterslang ook, waarbij uit de waterslang al dagen achtereen een hoop water komt en overboord wordt gepompt. Dat lijkt een eindeloze bezigheid. Luchtkasten in de zijde hebben dezelfde waterhoogte als buitenboord. Die meting is ook vermeld op het ballastbord op de brug. Het vrijboord is beneden peil. Een Certificaat van Uitwatering is al jaren niet meer aan boord. Maar als de boot 8 graden overhelt, dan is er nog geen water aan dek. Veel meer moet het niet worden, denk ik. Er is duidelijk geen classificatie. En toch werkt het ding, drijvend op corruptie. Anders kan het niet zijn.
32
Mijn patrijspoort is gebarsten en met een ijzeren plaat afgedekt. Dus is het zonder kunstlicht gewoon donker in de hut. Slechts een geringe hoeveelheid daglicht komt door de kieren. En toch.......... Ik ben eens in het donker opgestaan en heb de uitgang (de deur) aan stuurboord een aantal keren gezocht in het ogendicht-donker. Dat vond ik beter. Toch maar even een aantal oefeningen houden op ongelegen tijden, met de ogen dicht, ook toen ik een keertje wakker werd in de nacht. Mijn hut is naast een ventilatorhok; dus de hut uit naar rechts, dan door een webspant heen, die duidelijk voelbaar is in het donker. Een webspant met een mensgroot ovaal gat. Daar bij dat webspant rechtsaf om dan de buitendeur te vinden, met de ogen dicht langs de muur gaan. Altijd rechts aanhouden in dit geval. Ik ben hier bekend en het voelt ook zo aan. Die webspanten vielen me 20 jaar geleden op en dat is in het geheugen blijven hangen. Ik voel me weer snel op bekend terrein. Die webspanten zijn ongetwijfeld op de 3e verdieping gebouwd in 1976 bij het opzetten van een brug / controlekamer boven op alles; en het helidek niet te vergeten. Dat moest ook verstevigd worden. Het loopt overdwars en zo te zien op de plek die de conclusie doet trekken in het kader van de versteviging van de fundatie van de genoemde nieuw gebouwde elementen uit 1976. Nu kan ik in het ergste geval rond de machinekamerschacht moeten gaan lopen naar de bakboordskant van de accommodatie. Dan is er aan de voorkant van die machinekamerschacht een trappenhuis en kan ik een
33
trapgat invallen of omhoog gaan. Als ik dat voorbij ben en aan bakboord ben gekomen, is het de gang inlopen tot ik hetzelfde webspant aan bakboord waarneem. Dat kan niet missen, want dat webspant heeft een groot ovaal gat met iets minder dan de breedte van de gang en er is een aardige drempel. Dan moet de voet wel een voet opgetild worden om eroverheen te stappen. Ook als de boot op zijn zijde ligt. Ook hier wordt voortdurend in de tanks gelast om het drijvende te houden. Kijk maar op de foto’s, er zijn luchtgaten in de drijvers.
Foto 8: Een roestbak met gaten, drijvend op corruptie. Ongerust ben ik niet, maar gezien de staat van dienst en de conditie van dit schip, lijkt het me goed om toch meer dan normale aandacht te besteden aan dit fenomeen. Dit soort schepen heeft over het algemeen dikke dijen en kunnen een heftige klap goed verwerken en opvangen. Indien een supplyboat ietwat te hardvochtig afmeert of vergeet op tijd achteruit te slaan, omdat zo nodig kof-
34
fie ingeschonken moet worden, dan zou er wel eens aardig water naar binnen kunnen komen. Er wordt nu voortdurend gepompt op diverse compartimenten. En over machinekamerschacht gesproken, vraagt een rechtgeaarde machinist zich af hoe die machinekamer dan eruit zal zien? Jawel. Ik ben daar ook geweest. Helaas ben ik er geweest. Ik wilde er eens een goede wandeling door maken om ook daarover nog te kunnen rapporteren, want de brug en op het dek kom ik dagelijks uit overwegingen van mijn taken, maar in de machinekamer kom ik niet. De tweede dag aan boord dus vol goede moed de machinekamer ingelopen. Ik keek naar beneden...... Jeetje mina, wat een troep!! Daar hoef je niet te gaan kijken. Alles is daar écht niet veranderd. De oude machine met de bekende koppen waarop vele moeren zijn gebruikt om die vast te draaien. Ik ben één verdieping naar beneden gegaan, maar werd zo vuil en vet, dat ik besloot om niet verder te gaan. Ik heb er nu niets te zoeken. Er wordt niets in dit kader van me verlangd. De nieuwsgierigheid was gevlogen ! Helemaal weg !! Zo is er weer een heel verhaal bij elkaar geveegd over een werkzame, nostalgische periode van 2 weken. Uitspraak “Vroegah ware de kratte bier nag voan hout... en most je doorzuipe om de kachel aon te houwe.”
35
Lone Star Horizon Na de Huasteco was ik dan een paar dagen aan de wal; nog een weekeinde daar mogen blijven en weer een ballentent nog even van binnen bekeken. Roeren in het kwakkie van een ander staat me tegen en ik heb het beter thuis, dus daarom is het bij een borrel gebleven en was ik op tijd weer ‘thuis’ in Ciudad del Carmen. Want dat is het kantoor: een grote woning met drie slaapkamers en drie badkamers. Een gedeelte is het kantoor en de rest is gewoon als woning gemeubileerd en staat tot onze beschikking. Meestal zijn er twee tot maximaal drie mensen aanwezig, want men mag geen verloren tijd hebben. Dan moet je naar huis om off-hire te gaan. We zijn allemaal, op de chef of coördinator na, gewone freelance medewerkers. De coördinator woont in dit huis in zijn eentje en gaat om de twee maanden voor twee weken naar zijn eigen huis in Mexico Stad. Ik zou overal heen gestuurd worden. Er werd gezocht en gebeld waar ik het beste ingezet zou kunnen worden. De bestemming van mij werd door de coördinator in dit kantoor al een paar keer veranderd. Niet iedereen wil een inspecteur zo snel zien, mits er een noodzaak voor is. Het eigenbelang viert hoogtij. Ook in dit geval. Maar uiteindelijk werd ik dan gedirigeerd naar de Lone Star Horizon. Dat was niet de beste plek en het is me ook duidelijk dat niemand daar heen wilde gaan. Dus was ik
36
een uitverkorene. Ik heb niet het idee om daarover voorafgaand op grond van geruchten en opmerkingen, het geheel te willen bestrijden of tegenwerken. Daar hebben we helemaal niets aan en dan kost het me ook geld. Dus moest ik dan maar naar de Lone Star Horizon: een zouteloze bak waarbij de stal van een boerderij in Bodegraven er veel beter uitziet. Wat een troep was het op de Lone Star Horizon!! Ik ging op 9 augustus 2006 naar de haven. Ik werd gebracht door onze coördinator. Hij rijdt me altijd rond en brengt me waar ik heen wil, maar ook waar ik heen moet. Volgens goed Mexicaans gebruik altijd hulpvaardig en voorkomend. Ik zat dan een paar uur op die crewboat te wachten. Dat is een bekend euvel. Deze crewboat was echter niet zo slecht. Deze was veilig genoeg en goed te bevaren. Dus ruim en netjes zo alles bij elkaar genomen. Ook kwam ik er een oude bekende tegen, een Mexicaan. Voor het laatst had ik hem gezien in 2003 toen we elkaar op de Seafox-2 ontmoetten om daar samen te werken. Hij was daar toen de stuurman aan boord. Met die man dan even de hand geschud, maar er is niet een vervolg op gekomen. Hij verdween uit beeld toen we gingen varen en ik heb hem niet meer gezien. Bij de Lone Star Horizon aangekomen kreeg ik een aanblik die gemengde gevoelens opwekte. Een klein stuk
37
gedrocht was wat daar lag. Het lag ook vreselijk laag op het water. Er waren drie kranen aan boord, want er stonden drie kraanbomen stijf in de lucht. De ene draaide dan gewoon rond en was aan het werk. Die werd dan ook gebruikt om ons met de crewbasket aan boord te halen. Ik besloot snel even de handschoenen aan te doen, dit uit comfort, maar meer wegens de verwachting een vuile, vieze, vettige bezigheid te moeten gaan betreden. Redelijk bevooroordeeld stapte ik dan in die crewbasket.
Foto 9: Het dek van de Lone Star Horizon
38
Vervolgens stapte ik met een zwier in de crewbasket aan die kraan, en uit aangekomen op het dek van de Lone Star Horizon. Het was krap op dat dek. De crewbasket kon slecht neergezet worden, wegens gebrek aan vrije ruimte. Ik werd ontvangen door een assistent-administrateur, zoals we dat op elke bak meemaken. Hij vroeg naar mijn naam, geen identiteitsbewijs nodig. Het werd opgeschreven nadat ik hem een visitekaartje had gegeven; daar staat immers alles op wat hij moet weten. Meer dan er op dat kaartje staat is niet nodig voor hem. Hij moet elke dag een POB-lijst (POB=personnel on board) uitsturen en daarmee is dan de naam en de functie of de opdrachtgever voldoende. De rest is normaliter op de wal bekend. Ik neem bewust geen paspoort en geen plastic geld mee offshore, dus helemaal geen documenten dan alleen het LOC geplastificeerde kaartje waarop mijn pasfoto en mijn naam staat. Meer niet, want dergelijke documenten kunnen aardig verziekt worden als je onderweg eens een klap water overkrijgt bij het overstappen. Het is me al eens overkomen dat alle kleding zeiknat was, omdat de koffer onder water kwam te staan, omdat er een grote hoeveelheid water over het dek spoelde en ik die koffer nog wel kon grijpen, maar niet kon droog houden. De knieën heb ik toen ook niet droog kunnen houden. Dan is het fijn als de laptop net-
39
jes in een plastic vuilniszak is ingepakt en in de koffer ook veilig is opgeborgen. Ook heb ik dan sinds die tijd de noodzakelijke kledij in plastic zakken zitten in die koffer, zodat het redelijk waterbestendig is. Onderweg wil de koffer soms wel eens aan dek blijven staan van een crewboat en nat worden om verscheidene redenen die een zeeman zich wel kan veronderstellen. Het is op deze kleine vaartuigen niet zo ruim bedeeld en er zijn meestal meer mensen aan boord dan goed is. Een computer kopen is niet een probleem, dat komt vanzelf snel op zijn pootjes terecht, maar zonder documenten zitten in dit land heb ik ook meegemaakt en dan kan het een paar maanden duren, voordat je het land weer eens kunt verlaten. Ik werd door de man die op me stond te wachten verwezen naar kamer 28. Waar dat was op deze nauwe en krappe omgeving, was me onbekend, dus bracht hij me erheen. Een schrik van mijn leven! Zoiets heb ik nog nooit gezien. Volkomen uitgeleefd en helemaal niet gezellig: geen bank, geen bureau, geen tafel. Wel een toilet tussen de twee hutten. We zaten op de afdeling van Pemex, dus moest het wel de beste plek zijn die aan boord te vinden is, want Pemex is God in dit land en bepaalt zo ongeveer alles. De mensen van die club lopen nogal sterk naast hun schoenen, krijgen altijd gelijk en alles wat ze willen. Dus
40
moet ik wel in een elite omgeving zitten. Dit is dus een elite gevoel op deze bak??? Het leek dan elite te zijn, omdat het twee grote blokken waren die ergens in een ruim zijn geplaatst. Grote blokken met vier hutten en elke hut vier kooien. Je kon rondom die blokken lopen waarbij je struikelde over de staalkabels en ander tuigage wat was opgeslagen. De koelmachine werkte prima. Het gedeelte accommodatie hier had eigen koeling en een eigen generator. Typisch iets dat is bijgebouwd, nadat het van de werf is gekomen en toen nog onvoldoende vermogen kon leveren voor de aanvullende en aangevulde zaken. En als je de deur uitliep, dan liep je zo het ruim in, waarbij je aan het ene einde van de gang achter de deur de toegang had tot de machinekamer. Dit was dus het neusje van de zalm op dit gedrocht!!! Vier kooien per hut en allemaal bezet. Je slaapt dan met een aantal mensen, van je niet weet wie het is. Opeens spreekt er iemand in de onderkooi Nederlands tijdens zijn slaap. Daar kom je dan na een poosje achter, maar als je hem dan op het dek eens tegenkomt en puur Hollands begint te praten, dan kan er weerstand komen om die taal te willen bezigen. Klootzak !!! Toch wel een helder plafondlicht, wat ik maar weer snel uitdeed omdat de nodige gezichten uit drie kooien naar me gedraaid waren en die slaperige ogen me droe-
41
vig aankeken. Er was een kooilamp en die deed het ook nog. Meerstal worden de bolletjes mee naar huis genomen in dit land en werken die kooilampen dus over het algemeen niet. Zeldzaam tref ik een bolletje in een kooilamp aan. Doch dat viel dan mee in dit geval.
Foto 10: Uit de hut zo in de rommel. Ik installeerde me. De koffer had in de kooi gelegd en ging me dan maar omkleden. Een gedeelde douche/toiletkamer was er dus wel, maar daarmee was het probleem, dat de ene deur niet op slot wilde, zodat er
42
tijdens het schijten ook zomaar iemand je kunt belagen. Niet echt lekker, maar ik nam een uitgebreide douche en zocht mijn laptop op om dan daarmee maar naar het Pemex kantoor te gaan, dat ding daar neer te zetten en mezelf daar op de één of andere manier te installeren. Ik had alles héél voorzichtig gedaan om de anderen niet tot last te zijn. Het was met het kooilampje aan en dat maakte het niet zo erg gemakkelijk op, maar altijd beter dan in het pikkedonker je sokken en laarzen opzoeken na het douchen. De computertas was gemakkelijk uit de koffer te halen en daarmee viel er een groot gat in die koffer. Het moest dan wel weer even uit de plastic zak gehaald worden en daarmee kon ik dan de hut verlaten om dan vervolgens te gaan zoeken waar Pemex zijn kantoor hield. Daar werd het dan installeren en kennis maken met een ieder. Ik kreeg een bureau aangewezen. Er was dus een bureau over. Dus dat is een meevaller, anders had ik in de messroom moeten gaan zitten bij de pornofilms en dergelijke, want er is maar één hok in dit gedrocht waar gegeten kon worden en waar een grote TV stond opgesteld. Soms was het heel geschikt voor doven en slechthorenden. Het werk kon zijn aanvang vinden. Ik ben maar eens gaan kijken over de bak. Eens bekijken hoe het eruit ziet. En dat is wel schrikken. De bak is gebouwd in het
43
jaar 1961. Maar als ze hadden verteld dat het in 1923
Foto 11: Alles is containers. gebouwd zou zijn, dan was ik in staat om het te geloven. Het enige is dat er geen klinknagels zijn, maar alles is gelast. Alles is staal. Stalen schotten en spanten. Dat is wat men ziet. De vloer in de gang en messroom is niet van cement, maar bestaat uit vloertegels. Kleine plavuizen zijn het dus. Dat is nog aardig voor de aanblik. Als ze hier een hogedrukspuit zouden gebruiken zou er niets kapot gaan of verziekt worden. De banken hadden plastic bedekking. Ook al compleet verziekt door sleutels,
44
schroevendraaiers en andere attributen in de achterzak. Verzin maar wat een man aan boord in zijn achterzak kan hebben.
Foto 12: De messroom ofwel de eetschuur. Een ieder eet ook in overall, zo vanaf het dek de eetschuur in. Want meer is het niet: een schuur van de laagste bedenkbare categorie. Geen ster aan vast te plakken. Onmogelijk!! Niet echt een gezellige bezigheid om eens heel fijn bij
45
te gaan zitten tafelen. De tafels zijn van hout en formica, op stalen poten. Het plafond is het enige wat een beschieting heeft, want achter het plafond zitten kabels en pijpleidingen. Dus die leidingen en kabels zijn dan in dit hok uit het zicht. Alhoewel, ............. zo hier en daar is een plafondplaat verwijderd en hangen er kabels te hangen. Aan één van de wanden van de eetschuur is ook nog een batterij schakelpanelen gemonteerd. Daar is het hoogspanning. Niet echt een veilige plek en zeker niet iets van het jaar 2006. Er zijn dus nogal wat kabels zichtbaar. Veel is naderhand erbij getrokken en opgehangen. Niet goed vastgezet, maar gewoon provisorisch en ‘tijdelijk’ zou het worden. Het hangt er al járen en járen. Maar ik kon ook een originele hut zien. Gebouwd en opgezet in het jaar 1961. Dat is helemaal geen pretje. Geen wandbekleding en geen plafond. Niet bepaald een uitrusting van het jaar 2006. Het is staal en netjes wit geverfd. Wel héél erg brandbestendig, maar nou niet echt brandschoon. Een breed spant kan dienst doen als boekenplank. Of je kunt er natuurlijk een radio op zetten, maar daar heb je niets aan omdat er meestal wel een collega in de andere kooi ligt te slapen. Want ook hier twee of meer kooien in één hutje. Tegenwoordig heeft een ieder een paar dopjes in de oren om privé naar muziek te luiste-
46
ren. De tijden zijn veranderd. Het is niet meer zoals vroeger dat je een radio meenam naar zee, wat ook nogal wat ruimte in je bagage innam. De deuren naar de hutten zijn wel van hout. Alleen de hut van de superintendent is van beschieting en bekleding voorzien, maar daar kan een paard ook geen schade aanrichten. Het is uitgeleefd en verziekt tot op het bot. Een Texaanse bar uit een cowboy film, van het jaar 1910 of voorheen, is er beter aan toe en ziet er netter uit. Je kunt zo een paard aan de paal binden en de eetschuur binnenstappen. Dat gevoel ontstond er. Of zoals de mensen in Louisiana leven, de Coon-asses. Die hebben wel eens een alligator door de kamer lopen. Als ze met een brandslang schoonmaken dan kan alleen het matras enige commotie opleveren. Dat is nou nog net geen baal stro. Toch een echte matras, de rest is kaal, klam en ongezellig van de bovenste plank. En de vloer is betegeld zoals een tuinpad is betegeld of een zonneterras ergens buiten het huis. Zo zie ik het allemaal aan. Dit ding zou dus hier in Mexico nog wel tot eind september 2006 moeten blijven om het contract af te werken. Gelukkig wil ik eind augustus 2006 naar huis en dan kom ik in oktober wel weer terug. Gelukkig zal ik dan misschien dit ding niet meer
47
zien. Maar in Mexico is niets zeker en in de offshore verandert alles ook met het grootste gemak, elk uur zo ongeveer. Als er geld te verdienen is voor deze of gene, dan is het wel een reden om door te gaan met dit stuk gereedschap waar niemand aan boord blij mee kan zijn.
Foto 13: De accommodatie, zoals van weleer. Ik vraag me soms af wat ik eigenlijk aan het doen ben. Het is alleen maar om het geld, want anders liep ik er weg en zou ik de eerstvolgende boot naar Ciudad del Carmen gaan nemen. Voor een korte periode is het dan nog wel uit te houden, maar er zijn mensen die dit al
48
maanden achtereen doen om maar zoveel mogelijk te verdienen in die maanden; omdat ze geen zekerheid hebben op een vervolg. Dat lijkt me nou helemaal niet een aantrekkelijk standpunt. Dan maar wat minder en dus iets anders gaan doen. Maanden achtereen lijkt me niet vol te houden voor een geciviliseerd mens. Dus de dingen begonnen zijn beloop te krijgen. Na een dag of wat kwam een andere Pemexvertegenwoordiger, die zich toch wel hoger achtte dan de rest en eiste een hut voor zichzelf. Het gevolg was dat ik deze
49
Foto 14: De Portocabins. hut moest verlaten. Er zou een plek voor me vrij zijn in een Portocabine, ergens aan dek. De Pemex man zou dus alleen in een hut verblijven met vier kooien. Wat een galbak ! Ik werd vervolgens naar een Portocabine gedirigeerd welke op het hoogste punt, nog hoger dan het helidek, was geplaatst. Dat was de betere plek. Nieuw en ook schoon; de rest was ook wel redelijk schoon te noemen op de Lone Star Horizon, maar het voldoet helemaal niet
50
aan de begrippen en normen van het jaar 2006. Het ding is gebouwd in het jaar 1961 en daar is in de loop der tijd nooit aan verbeterd, maar alleen maar aan toegevoegd. Dat is een bekend fenomeen in de offshore. En de Portocabines zijn netjes en goed geregeld. Er zijn achter elke deur drie hutten of kamers, waar je doorheen moet lopen met in het midden een douche en WC-hok. En aan het andere einde van de container weer een buitendeur. Nu had ik het fenomeen dat ik in een kamer sliep waarbij ik door een andere kamer moest lopen om in de douche te komen. Dat is niet zo erg, maar meestal liggen er wel mensen te slapen als ik wakker word in de ochtend. En dat er mensen proberen te slapen is ook te horen, want de tussenschotten zijn flinterdun gehouden. De snurker aan de andere kant van het schot is elke morgen goed te horen. Aan de andere kant van het schot aan mijn hoofdeinde ligt een kameraad gewoon luidkeels te snurken. Letterlijk luidkeels, want het gaat goed te keer in zijn keel. En als ik door die kamer loop om naar de douche te gaan, dan komen er nog een heel stel gierende- en schrikachtige halen uit die keel van achter of onderuit die openstaande mond. Het is een herrie van jewelste. Ook als ik na het douchen terugkom en weer door die kamer moet wandelen, maakt hij weer een luidkeelse gier. Het dendert gewoon door die hut heen. De schotten
51
zijn dun van nature, dus is het in onze kamer ook goed te horen. Lachwekkend wel, maar ook erg verstorend in je slaap.
Foto 15: De pijpenstraat, volgens bewezen recept opgezet. Het is altijd nog behelpen. Ik slaap dan om even voor middernacht, onder normale omstandigheden. Daarna komt het wisselen van de wacht en de man van OJS (= Offshore Joint Services) komt uit bed om dan zijn wacht in te gaan. OJS is een onderneming die de lassen in de pijpleiding afdekt met een beschermende laag; dus bij ons aan boord op de plek waar de las is en twee secties pijp aan elkaar zijn gezet. De rest van de pijp is al bedekt met en soort cement om de pijpleiding te beschermen en ook te laten zinken, anders komt zo’n pijp gewoon weer bovendrijven, zo zwaar als dat ding is. De andere OJS man, die dan van wacht komt, loopt eerst nog wat rond, werkt nog een poosje op zijn computer en gaat vervolgens om 3 uur in de nacht in bed liggen. Daar
52
merk ik dan helemaal niets van al slaapt hij in de kooi aan de andere kant. Een heel schone toiletruimte heeft deze Portocabine ook. Twee douchecabines aan de ene en twee potten aan de andere kant. De douchecabines zijn van plastic. In de hut is er geen tafel en geen stoel te vinden. Het is alleen maar liggen en snurken. De airco werkt prima en we hebben een eigen generator. Daarbij komt ook nog dat het rooster van de airco dus wel pal boven mijn hoofd is gemonteerd. Ik moet wel onder dekens gaan liggen om niet een volle griep op te lopen. Maar als ik laat in de avond de hut binnenkom, dan zijn er net mensen wakker geworden of wakker aan het worden. Dan hangt er regelmatig een scheetlucht in het hok en de deur open laten staan maakt het alleen maar ongenoeglijk warm in deze contreien. Dan is het hebben van een koud luchtkanaal boven je kop wel weer een heerlijke oplossing. Een douche nemen en dan in de bovenkooi klauteren is een opluchting. Het gebeurt natuurlijk wel eens dat een onverlaat gaat zitten bouten als jij onder de douche staat. Dat maakt de lucht er niet prettiger op. Dan ren je liever naar je kooi met een aircokanaal boven je kop. De koffer heb ik onder de kooien liggen. Normaal doe ik de spullen helemaal niet in een kastje, maar dat kan ik nu beter wel doen. Er is hier geen ruimte om de koffer ergens te plaatsen; en dan staat mijn koffer ook altijd gereed om
53
te vertrekken en terstond naar de wal te gaan als daar een goede reden voor is. Nu moet ik de koffer onder de onderste kooi schuiven. Dan kan ik het naar voren trekken, maar de collega in de onderkooi kan dan niet uit bed stappen. Die ruimte moet ik maar vrij houden. Dus hetgeen ik gebruik gaat dan de kast in en dat rouleert dan. De kleding gaat naar een wasserij. De wasserij is in de machinekamer tussen de generatoren en pompen in. Daar staan drie wasmachines en drie drogers, maar de onderbroeken komen met een roestkleur uit de wasserij vandaan. Het water is van eigen makelij, maar de roest in de tanks wordt ook aan boord gefabriceerd, zo lijkt mij. Hoog en droog zitten we, de WC is zelfs nog niet verstopt geweest. Alles klettert door de pijpen naar de tank beneden. Of misschien wel gewoon buitenboord, want in 1961 wisten ze niet dat die troep behandeld en verwerkt moet worden. Wie had er toen in 1961 nog gedacht dat het ding in het jaar 2006 nog geld zou verdienen en nog arbeid kon verrichten? Het is Amerikaanse makelij. Het lijkt eerder op spul uit de derde wereld. In het jaar 1961 zou het wel een modern en een heel voortvarend stuk gereedschap geweest moeten zijn. De Amerikanen liepen altijd voorop in de rij en waren wereldleiders in het leggen van pijpleidingen. Nu lijkt het anders. Het lijkt bij die mensen aardig
54
achter te gaan lopen. Zo iets hebben we niet op de Lone Star Horizon. Maar “op het gemak” kun je geheel vergeten. Er is geen gemak bij. Het is nogal eens wachten op bezet terrein. Er zijn maar 5 WC-potten, ergens in de gang aan de ene kant nabij de messroom, en dan nog twee in een gang aan de andere kant van de messroom. De enige poepdozen die voor algemeen gebruik bestemd zijn, maar één ervan is dan kapot, want de deur is met tape afgeplakt en dientengevolge ontoegankelijk gemaakt. En dat met ruim honderd man of zo aan boord !!!! Ik heb gehoord van 172 man die hier rondwaren of op de POB-lijst staan, maar dat is natuurlijk variabel. Dan moeten we er ook nog rekening mee houden dat wegens gebrek aan slaapruimte een aantal mannen op de Sara Maria slapen. Dus die moeten elke dag heen en weer varen en zijn om die reden wel 15 uur of meer aan boord van deze bak. Maar ook die mensen moeten wel eens in die periode van 15 uur. De bediendes hebben altijd de gein om beide WCruimten tegelijk te soppen. Voor zover je het soppen kunt noemen als je met zwart water een mop over de vloer haalt. Ze gooien vooral veel chemicaliën overal heen om het maar het geurtje te geven dat het schoon is. Dus als het niet wordt schoongemaakt is de kans dat
55
het toilet bezet en bevuild is ook héél erg groot. Altijd moet je wachttijd in rekening brengen bij dat geval. Het liefste zou je niet van “het gemak” gebruik willen maken, want het wordt niet als dusdanig ervaren. Alleen al maar, omdat het zo voortvarend wordt gebruikt door allerlei meer en minder opgevoede mensen. Doch dit is niet zoals eten, dat je een keertje zou kunnen overslaan. Het is een pure noodzaak om die handelingen te verrichten en gebruik te maken van de beschikbare middelen. Uiteindelijk is dan een pot vrij. Je kunt er bij gaan staan, even de neus afsluiten of adem inhouden en dan de gang naar het ding wagen. Nog even de zaak extra doorspoelen voor de zekerheid; een normaal gebaar van een normaal mens, maar zou het effect hebben? Je weet dan in ieder geval wel dat jouw productie weggespoeld kan worden. Soms kan dat niet, maar dat blijkt pas als het er al in ligt. En dan kijkt iedereen er naar die na jou de deur openmaakt. Dat is om verlegen van te worden. Veel ruimte is er niet. Op een van de hokken na, waar dan meer ruimte is dan bij de andere hokken. Het is te zien dat de schotten en de deuren niet lang geleden zijn aangebracht en dat er een paar centimeter extra ruimte in de hokken is gecreëerd. De deurscharnieren van voorheen zijn op hoekstalen gezet en dat gaat over in een stalen schot. Het is een formica-uitvoering waarbij men compleet standaard maat spul heeft gekocht om te plaatsen. Het komt echter niet altijd even
56
goed uit en de zaag is er wel bij te pas gekomen. De deur is iets verder naar buiten geplaatst omdat het een eenvoudiger montage was, maar die deur klapt dan wel tegen een wasbak aan waar net iemand zijn handen staat te wassen. Zolang als die wasbak dat kan hebben natuurlijk, want eens zal het in vele scherpe stukken op de grond kletteren, waarbij er gevaar voor verwonding aanwezig is. En dat in een dergelijke, niet zo heel erg hygiënische ruimte. Ik moet er niet aan denken wat men allemaal zou kunnen oplopen als men, ook als men wat minder gezond zou zijn en toch hier vertoefde. Maar ja, je bent binnen en je probeert de juiste positie te vinden. Omdraaien is niet gemakkelijk, dus achteruit de toegang naar de pot maken is het beste. Je laat dan je broek zakken. De bediende heeft het spul even ervoor schoongemaakt, maar het kan voorkomen dat je dan bij het even rustig gaan zitten op de bril, tot de ontdekking komt, dat de voorkant van de WC-pot echt wel nat is geworden door één van je goed opgevoede en collegiale voorgangers die de richting niet kon of wilde houden. En dan heb je de pech dat je afgezakte broek hetzelfde lot ondergaat. Helemaal zeiknat!!!! Dus dat is dan verschonen, want de nattigheid van een ander aan je reet is niet lekker werken. En iedereen keek me vreemd aan toen ik zonder broek over de gang ging naar een douche en dan vervolgens probeerde me te gedragen met wat bedekkingen om daarmee in de hut
57
te komen, buitenom, in één van de Portocabines. De vuile troep in de hand om dat dan weer in de wasserij te deponeren. Het overhemd was als handdoek en afdekmiddel gebruikt. Mocht je dan uiteindelijk zitten, dan heb je niet te veel ruimte. De zijschotten zijn een voet boven de tegels gemonteerd. Dat is goed voor het schoonmaken. Dus dat is wel goed geregeld in dat kader, maar de voeten van je buurman op de andere pot steken eronderdoor. Als die toevallig op dat moment binnen komt wandelen, dan kan hij wel eens op je schoen of laars stappen. Wat een geluk dat je dan veiligheidsschoenen hebt met stalen neuzen!!!! Daarom kan het zitten op de pot om de ruggengraat verlengen ook tegelijkertijd voetje vrijen worden. En de Mexicanen hebben de neiging om gebruikt WCpapier niet in de pot te gooien. Dat mag thuis niet omdat hun afvoer dan verstopt raakt, dus dat moet in een aparte bak worden gedeponeerd. Die bak is er niet op deze barge, want er is geen ruimte voor en men wil dat het weggespoeld wordt met de rest, zoals men in geciviliseerde landen gewend is geraakt. Het moet allemaal door het sewage-systeem weggewerkt worden. Amerikaanse gewoonte en gemakzucht, maar dat begrijpt een persoon niet die het met een paplepel heeft ingegoten gekregen om het papier vooral niet in de pot te gooien. Dus .......... er ligt nogal eens wat WC-papier met bruine
58
afveegvlekken op de vloer naast de pot. En de bediende maar kankeren op dat systeem !!! Er hangen papiertjes aan de binnenkant van de deur om maar héél goed aan te geven waar het WC-papier thuishoort na gebruik. Opvolging verdient het, maar is hard te bewerkstelligen. En je reet afvegen is dan een bezigheid waarbij je met de elleboog tegen het schot stoot. Wel eens tegelijk met de buurman-bouter. Dus dat is aan beide kanten van het schot te horen. Reten afvegen in stereoformaat! En dan ook nog te moeten vaststellen dat er nogal eens een verstopping plaatsvindt. Meters WC-papier per veeg heeft wel dat effect. Dan is een blok van die toiletten onbruikbaar en het staat blank. Dat blank staan kan geen kwaad. Het zal niet enige schade aan tapijt of aan PVC-tegels opleveren, want die zijn er niet. Dus het schoonmaken en wegpompen is snel en gemakkelijk gedaan, maar dan is er toch een aantal toiletten buiten gebruik en de drukte wordt alleen maar groter door. Er wordt dan ook nog wel eens gesleuteld. Hier en daar staan WC-potten die zijn verwijderd en ze worden niet uitgebreid gereinigd als ze losgehaald zijn. Na enige ontstoppingswerkzaamheden worden ze zo weer teruggezet. Ben ik eventjes blij in een container te slapen waar dan drie kamers zijn, dus in totaal 12 mensen liggen te slapen, met een aparte douche-afdeling, waarin twee douches en twee WC-potten achter een gordijn zijn ge-
59
plaatst. Daar is in ieder geval ruimte, maar als mensen liggen te slapen, dan wil je weer niet door de kamer heen gaan wandelen. Dus is de bovenstaande omschrijving wel eens een noodzakelijke handeling. Toch heb ik een privilege. Naast de controlekamer van deze barge is buitenom een hok gelast, aan de achterkant van de ankerwinch-controlekamer; een paar stalen platen op spanten en een stalen vloer, meer is het niet.
Foto 16: Blik op een aangebouwd schijthok achter de brug. Daarin is dan een deur gemonteerd. Evenzo is een gat gebrand en een luchtkoeler aangebracht. Het wordt dus niet warm. Die airco werkt prima. En ook is er water en een afvoer aangebracht. Gewoon knutselwerk, een beetje rommelig, geheel conform de algemene uitrusting. Thuis zou het zo niet gemonteerd worden. Onder geen voorwaarde. Ze hebben daarin een heuse WC- pot gemonteerd. Niet ‘het gemak’ maar een modern spoel-
60
systeem erop. Het gaat netjes de leidingen in die daarvoor zijn bestemd. En... een zee van ruimte binnen. En een wasbak binnen, warm water en een goede spoelinrichting. Alleen konden ze de bril niet vastlassen en dan moet je steun zoeken bij eventueel slingeren van de bak. Dat is het enige gebrekkige onderdeel aan deze poepschuur. Dat kan je er dan wel bij nemen, want dat gebruik ik dan in principe als het nodig is. Een keertje overslaan kan immers niet. Het duurde niet lang voor ik weer naar huis mocht en gelukkig deze dinosaurus achter me kon laten. Ik vermoed echter wel, dat zolang dat ouwe ding nog pijpen kan blijven leggen er mensen zullen zijn die in dergelijke omstandigheden hun zuurverdiende brood zullen verdienen, en niet iedereen heeft een keus daar wel of niet te zijn. Niet in Mexico. Tijd om dit hoofdstuk af te sluiten. Leo den Hartog, Porto Alegre, Brazil. 2006
61
Foto 17: We verlaten het Mexicaanse veld snel.
62
©Martin Baltes, Tanjung Pinang, Indonesia. 2007