nieuws Dit is het 33ste nummer van de CreMnieuwsbrief. in deze twee keer per jaar verschijnende nieuwsbrief wordt een aantal projecten van CreM BV besproken. reacties naar: CreM BV Spuistraat 104d 1012 VA Amsterdam telefoon 020 - 6274969 fax 020 - 6266539 e-mail:
[email protected] website: www.crem.nl Oplage: 3000 Ontwerp: Frank Beekers Opmaak: LandGraphics
winter 2009/2010
20 JAAR CREM: TWINTIG KLEURRIJKE JAREN. OMDAT CREM 20 JAAR BESTAAT DIT KEER EEN DUBBELDIK JUBILEUMNUMMER VAN DE NIEUWSBRIEF.
20 jaar CREM; de oprichters aan het woord Adviesbureau CREM bestaat 20 jaar. In die 20 jaar heeft het bedrijf zich ontwikkeld van Consultancy and Research for Environmental Managament tot CREM BV, working on sustainability en is het met zo’n dertig medewerkers uitgegroeid tot een van de meest toonaangevende bureaus op het gebied van duurzaamheid en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Reden genoeg voor een vraaggesprek met de medeoprichters en directie van CREM: Victor de Lange (VdL), directeur strategie en projecten en Frits Steenhuisen (FS), algemeen directeur. Wat voor een soort bedrijf is CREM? VdL: Het eerste woord dat in me opkomt is betrokken; bij de onderwerpen, maar ook als sociale mensen die betrokken zijn bij elkaar. Verder zijn we als organisatie innovatief en creatief, helpen we nieuwe onderwerpen op de kaart te zetten en dragen we bij aan discussies op het gebied van duurzaamheid. FS: We zijn op een leuke manier met interessante dingen bezig, we gebruiken de kennis die we in huis hebben maar zijn ook constant bezig met het ontwikkelen van nieuwe kennis. Ik denk dat dat heel belangrijk is, goed bezig zijn in een boeiend vakgebied in een prettig, menselijk bedrijf. Vaak zie je onze aanbevelingen terug in het beleid. Dan weet je dat het echt opgepakt wordt.
Kunnen jullie voorbeelden noemen van onderwerpen die door CREM op de kaart zijn gezet? VdL: Duurzaamheid in relatie tot de internationale handel. De Zuid-Noordhandel in zijn geheel bekijken, daar zijn we vanaf het begin mee bezig geweest. Toen CREM net begon was het milieubeleid voornamelijk toegespitst op afvalinzameling en het oplossen van het afvalprobleem. Er was nog geen integrale kijk, het hele ketenverhaal kwam toen net op gang. In de loop der jaren is men steeds integraler naar producten, processen en handelsstromen gaan kijken, de sociale kant is er bijgekomen. CREM heeft voor verschillende sectoren duurzaamheid op de agenda gezet, o.a. voor toerisme, natuursteen, vis en cacao. Een ander belangrijk onderwerp is biodiversiteit. CREM heeft in 1995 voor VROM onderzoek gedaan naar het Nederlands ruimtebeslag in het buitenland. Hierbij stond de impact op biodiversiteit centraal. Nu is biodiversiteit in het duurzaamheidsbeleid in het algemeen en bij CREM core business. Hoe gaat het duurzaamheidsbeleid zich ontwikkelen? VdL: Inmiddels is de hele duurzaamheidsdialoog veel serieuzer geworden. Op het gebied van biodiversiteit, klimaat en armoede zijn de problemen mondiaal zo groot dat er op korte
CREM nieuwsbrief
2 termijn iets moet gebeuren. Duurzaam zal spoedig de nieuwe standaard worden, onder andere in de schappen van de supermarkt. Nietduurzame producten zijn dan de uitzondering. FS: Iedereen is nu met duurzaamheid bezig; financiële instellingen, de overheid, ngo’s, bedrijven. Waar het nu nog een beetje een hype lijkt, is het over 10 jaar main stream. VdL: Hopelijk gaat deze ontwikkeling snel genoeg, de huidige problemen zijn al enorm, en nieuwe problemen dienen zich aan, zoals fosfaatschaarste. De opkomende markten zoals China en India zijn gigantisch. Met het stijgen van de welvaart in deze landen nemen ook de milieuproblemen toe. De rol van Europa is minder prominent geworden. Voor veel landen is bijvoorbeeld China nu de grote afzetmarkt en niet Europa. Wat dat betreft is de situatie zorgelijk, de schade is onomkeerbaar. Soorten die uitsterven komen nooit meer terug. Als het methaan uit de Siberische steppen vrijkomt is dat een tijdbom voor ons allemaal. Het is de vraag of er snel genoeg maatregelen worden genomen, het is echt een race tegen de klok. Nederland is wel goed bezig. Er worden vanuit de overheid veel eisen gesteld. Denk bijvoorbeeld aan het duurzaam inkoopbeleid. Maar Nederland is natuurlijk maar een klein land. De klimaattop bewijst wel dat er ook in landen als China, India en Brazilië veel aandacht voor is. Dat is cruciaal want zij zijn nu de grote spelers. Het gaat nu alleen wel erg veel om klimaat, wat natuurlijk ook een vreselijk belangrijk onder-
werp is, maar er loert nog veel meer gevaar. Met de biodiversiteit gaat het niet goed, er dreigt een watercrisis, voedselcrisis, grondstoffenschaarste. Iedereen is nu geconcentreerd op klimaatdoelstellingen waardoor andere problemen mogelijk ondergesneeuwd raken. FS: De huidige problematiek is veel internationaler dan bijvoorbeeld zure regen 20 jaar geleden en daardoor moeilijker aan te pakken. Welke onderwerpen zou je ook graag op de agenda zien? FS: Afvalpreventie. Simpel gezegd: hoe zorg je dat mensen minder in huis halen waardoor er minder afval ontstaat? Dat zou heel interessant zijn, om daar meer mee te doen. Het bewust maken van de consument. VdL: Illegaliteit in de handelsketen. Tot nu toe is het nog steeds niet gelukt dit onderwerp echt op de agenda te zetten, met uitzondering van de sectoren vis en hout. Voor bijvoorbeeld mijnbouw, landbouw of toerisme is het moeilijk om het onderwerp onder de aandacht te brengen. Duurzaamheid in de toeristische sector betekent vaak nog hotels met spaarlampen, terwijl voor de bouw van datzelfde hotel misschien wel illegaal een koraalrif is opgeblazen. CREM heeft een toolkit ‘illegaliteit in de handelsketen’ ontwikkeld met praktische tips voor bedrijven maar het wordt toch niet erg opgepikt door dat soort sectoren. Deels omdat het ‘eng’ zou zijn, door juridische implicaties, deels omdat het ingewikkeld is. Heel jammer, want er is enorm veel winst te behalen.
In veel sectoren is je aan de lokale wetgeving houden al een hele stap in de goede richting van meer duurzaamheid. Dat benadrukken we ook in de toolkit. Wat is het allerleukste project dat jullie ooit gedaan hebben? VdL: Dat is makkelijk. Dat was een project voor VROM; het ontwikkelen van een instrument om de biodiversiteitsimpact van producten en processen vast te stellen. Dit resulteerde in het Integral Biodiversity Impact assessment System (IBIS). Het was intellectueel een heel uitdagend project met heel veel verschillende facetten, met pilots in de Filippijnen en Costa Rica. Ook heel interessant om met de partijen daar om de tafel te zitten. FS: De communicatieplanner voor gemeenten. Deze hebben we onlangs ontwikkeld en is tot stand gekomen omdat we heel veel kennis hebben van de organisaties, consumenten etc. Het is een heel praktisch instrument geworden dat zorgt voor een hele concrete kijk op communicatie. Het is bijna een paperclip op communicatiegebied, als het er eenmaal is wordt het door iedereen herkend en erkend. Het biedt enorm veel mogelijkheden, en is ook toepasbaar op andere gebieden. Juist daarom verwacht ik er in de toekomst nog veel van. Interview: Annemieke Brink
Communicatie Coalitie voor het Internationaal Jaar van de Biodiversiteit 2010 De Coalitie Biodiversiteit 2010 is het Nederlandse antwoord op het verzoek van het Secretariaat van het VN-Biodiversiteitsverdrag (CBD) aan alle landen om in 2010 de communicatieactiviteiten te coördineren en te ondersteunen. De Coalitie is op 4 november 2009 in Amersfoort gelanceerd en bestaat uit een brede en groeiende vertegenwoordiging van gemeenten, provincies, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Leden van de Coalitie leveren in 2010 een concrete bijdrage aan bewustwording en het creëren van draagvlak. Ook bieden zij handelingsperspectieven aan burgers, bedrijven en overheden voor behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit. Hiervoor zal gezamenlijk het logo van het Internationaal Jaar van de Biodiversiteit gevoerd worden. CREM is gevraagd om in Nederland het Internationaal Jaar van de Biodiversiteit voor te bereiden door actief een Coalitie te initiëren en uit te bouwen en te zorgen voor een stevige basis. Hiervoor heeft CREM vanaf juni 2009 het secretariaat van de Coalitie gevoerd. In die periode zijn reeds 42 organisaties, provincies, gemeenten
en bedrijven partner geworden van de Coalitie. De Coalitie onder voorzitterschap van gedeputeerde Onno Hoes wordt actief ondersteund door de Rijksoverheid. Door het ondertekenen van de ver klaring kunnen organisaties zich aansluiten bij Coalitie Biodiversiteit 2010. Kijk voor meer informatie of om ook lid te worden op www.biodiversiteit.nl/2010
winter 2009/2010
3
Met elkaar op weg naar een duurzame Blaarkopketen Blaarkoppen. Geen hand vol maar een land vol. Dat is wat de Kruidenier Groep – een dienstverlenend bedrijf in de foodservice markt – voor ogen heeft. Samen met ketenpartijen wil de Kruidenier Groep komen tot een duurzame keten voor kwalitatief hoogwaardig vlees en zuivel. Hierbij vormt een populatie oer-Hollandse Blaarkop
koeien de spil. Waarom de Blaarkop? Vanwege de voordelen die hem worden toegedicht, zoals een goede gezondheid en geschiktheid voor zowel vlees- als zuivelconsumptie (dubbeldoelkoe). Ook kan hij heel goed op natte gronden (zoals veenweiden) en in natuurgebieden gehouden worden. Beleid gericht op vernatting en het behalen van natuurdoelen past hem dus uitstekend. Er zijn ongeveer 3.500 runderen nodig om in de jaarlijkse rundvleesbehoefte van de Kruidenier Groep te voorzien. De eerste stap van de overgang naar zuivel- en vleesproducten van de Blaarkopkoe is genomen. CREM en LEI Wageningen UR hebben een haalbaarheidsstudie uitgevoerd en een Plan van Aanpak voor 2010-2014 opgesteld. De ketenpartijen staan in de startblokken voor de volgende stappen: het toegroeien naar de gewenste duurzaamheids- en kwaliteitseisen èn het opschalen naar de benodigde schaalgrootte. CREM is gevraagd als projectmanager bij de keten betrokken te blijven. Meer informatie: Jolanda van Schaick (
[email protected])
Biodiversiteitsneutrale landbouw In hoeverre is het mogelijk om biodiversiteits ‘neutrale’ landbouwproducten te produceren? En is het mogelijk om de consequenties van landbouw voor biodiversiteit in de hele keten mee te wegen? Het NAJK (Nederlands Agrarisch Jongeren kontakt) en CREM onderzoeken de mogelijkheden om op een duurzame manier landbouw te bedrijven en het thema biodiversiteit centraal te zetten. Wat zou daarbij de rol kunnen zijn van een systeem voor biodiversiteitscompensatie? En welke ketenpartners en andere organisaties willen aan dit initiatief meedoen? Deze en andere vragen moeten in februari 2010 beantwoord zijn. Afhankelijk van de resultaten zal daarna de daadwerkelijke ontwikkeling van dit concept plaatsvinden. Meer informatie: Victor de Lange (
[email protected])
Provincies, Milieubeleid en Biodiversiteit In het meerjarenprogramma 2008-2011 van het Interprovinciaal Overleg (IPO) is biodiversiteit benoemd tot één van de prio riteiten voor het beleidsveld milieu. Biodiversiteit is echter een lastig onderwerp om concreet handen en voeten aan te geven. Hoe een invalshoek biodiversiteit zich bijvoorbeeld verhoudt tot bestaand natuur- en milieubeleid is geen makkelijk te beantwoorden vraag. Daarom heeft de Brede Overleg en Adviesgroep Milieu (BOAG-M , de organisatie die de milieu gedeputeerden adviseert over het milieu beleid) het initiatief genomen om een workshop voor provincies te organiseren waarin antwoord wordt gegeven op de volgende vragen: Wat houdt het onderwerp biodiversiteit precies in? Wat is daarbij de milieucomponent? Wat betekent dit voor het staande milieubeleid? Wat is hierop aanvullend nog nodig? Anders gesteld is de
vraag ook: wat gaat er mis (of welke kansen blijven liggen) als vanuit het provinciaal milieubeleid niets aan biodiversiteit wordt gedaan? De BOAG-M heeft CREM gevraagd deze workshop te organiseren. De workshop, die half oktober plaatsvond, maakte duidelijk dat de relatie tussen milieubeleid en biodiversiteit twee kanten uit werkt: Biodiversiteit is van belang voor de stabiliteit van ecosystemen. Ecosystemen leveren diensten (zoals waterberging, bestuiving van gewassen, opslag van CO2) die kunnen bijdragen aan een goede milieukwaliteit en aan andere maatschappelijke doelen (zoals een landschap dat aantrekkelijk is voor recreatie of een bodem die geschikt is voor landbouw). Tegelijkertijd is voor de gewenste biodiversiteit een specifieke milieukwaliteit van belang, zoals bloemenrijke akkers voor de aanwezigheid van natuurlijke plaag
bestrijders, zoals lieveheersbeestjes. Er is dus sprake van een belangrijke relatie tussen milieubeleid en biodiversiteit. Afstemmen van het milieubeleid op de gewenste (ecosysteem)diensten in een gebied is daarom van groot belang. Welke diensten gewenst zijn kan worden bepaald door belanghebbenden bij een gebied (burgers, bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties) te laten werken aan een gezamenlijke gebiedsvisie. Milieubeleid kan dan meer vanuit een positieve visie worden gestuurd en minder vanuit een restrictieve (wat mag er allemaal niet). Besloten is de resultaten van de workshop te verwerken in een Interprovinciaal plan Biodiversiteit. Ook daarbij zal CREM een rol gaan vervullen. Meer informatie: Wijnand Broer (
[email protected])
CREM nieuwsbrief
4
Tony Chocolonely; op weg naar een duurzame cacaoketen? Hoe wordt de winst verdeeld binnen de cacaoketen? Wat betekent eerlijke opbrengst voor de boeren? En hoe kunnen extra opbrengsten door duurzame productie worden gebruikt om de economische situatie van deze boeren te verbeteren? In 2009 heeft Tony’s Factory* samen met het Responsibility Lab, RIAS - een tak van de Rabobank- en CREM een project opgezet om licht te werpen op de hier en daar duistere cacaoketen.
Veldwerk in West-Afrika, bureauonderzoek en gesprekken met diverse partijen hebben geleid tot een model voor een productketen waarin boeren een sterkere onderhandelingspositie en meer opbrengsten krijgen. Het projectteam is van plan dit model snel te testen en te implementeren. Dit project werd uitgevoerd in een tijd waarin partijen binnen de cacaobranche steeds vaker zeggen dat het noodzakelijk is de positie van de kleine boe-
ren te verbeteren om de kwaliteit en de kwantiteit van de cacao te kunnen waarborgen. * Sinds 2005 brengt Tony’s Factory Tony Chocolonely chocola op de Nederlandse markt. De repen dragen het stempel: Op weg naar 100% slaafvrije chocolade.
winter 2009/2010
5
Duurzame biomassa in het vizier met CREM In 2006 werkte CREM mee aan een project dat onderzocht hoe productielanden aankijken tegen de Nederlandse (westerse) duurzaamheidsdiscussies over biomassa. Vonden zij de productie en export duurzaam en waar lag ruimte voor verbetering? Sindsdien heeft CREM diverse projecten op het gebied van biomassa uitgevoerd. Het onderwerp past bij CREM door onze expertise op het gebied van agroketens, duurzaamheid en criteriaontwikkeling. Bedrijven worstelen met het kunnen leveren van aantoonbaar duurzame biomassa. Tegen deze
achtergrond heeft CREM besloten deel te nemen aan de LNV Handelsmissie Biomassa naar Oekraïne in november 2009. Oekraïne is een land met volop potentieel voor de productie van biomassa. Gesprekken met medereizigers en lokale NGO’s, bedrijven en overheden hebben ons voorzien van de nodige kennis en netwerken, waar wij verder op voort kunnen bouwen bij toekomstige projecten. Meer informatie: Jolanda van Schaick (
[email protected])
Meer informatie: Pascale Guillou (
[email protected])
Genetische modificatie en een duurzame landbouw Wageningen UR (University & Research Centre) heeft eind 2009 de eerste fase van een onderzoek afgerond naar de duurzaamheid van genetisch gemodificeerde gewassen in vergelijking met conventionele gewassen. In Nederland worden anno 2009 nog geen genetisch gemodificeerde (gg) gewassen commercieel verbouwd. Nederland importeert echter wel volop gggewassen en de Nederlandse economie is daardoor in belangrijke mate afhankelijk van de teelt van deze gewassen in het buitenland. Aangezien het Nederlandse beleid onder meer gericht is op het verduurzamen van de landbouw, is de vraag relevant in hoeverre de teelt van gg-gewassen in het buitenland (ten behoeve van de Nederlandse landbouw) hierbinnen past. Het onderzoek door Wageningen UR is
Duurzaam katoen in de schappen Op 24 september is het handboek “Sustainable cotton on the shelves” gepubliceerd. Het handboek is het resultaat van een project dat is uit gevoerd door HEMA, de Bijenkorf, de Nederlandse vereniging van Grootwinkelbedrijven in de Textiel (VGT), Oxfam Novib en CREM. Het is de bedoeling dat deze hands-on handleiding inkopers helpt bij het vinden en vermarkten van producten gemaakt van duurzaam katoen. Vanuit het perspectief van de nieuwkomers in de wereld van duurzaam katoen, geeft het handboek op een toegankelijke manier uitleg over complexe zaken die groothandelaars, inkopers of ondernemers tegen kunnen komen: Welk type duurzaam katoen is het meest geschikt voor de markt? Kan ik mijn eigen toeleveringsketen gebruiken en welke voorwaarden gelden er? Is er vraag vanuit de consument naar duurzaam katoen? Wat zijn mijn mogelijkheden als kleine of middelgrote groothandel? Door middel van concrete vragen en directe antwoorden biedt het handboek inzicht in alle zaken en trends die te maken hebben met de productie en marketing van producten van duurzaam katoen. Het handboek “Duurzaam katoen in de schappen” kan worden gedownload van onze website en de website van Oxfam Novib.
Ketenanalyse tonijn
Meer informatie: Pascale Guillou (
[email protected])
Markttoegang voor exporteurs in ontwikkelingslanden Het Centrum ter Bevordering van de Import uit Onwikkelingslanden (CBI) helpt bedrijven in ontwikkelingslanden om hun mogelijk heden voor export naar de Europese markt te vergroten. Om die reden heeft CBI een database ontwikkeld met informatie over toegangseisen voor de Europese markt zodat bedrijven altijd goed geïnformeerd zijn over de vereisten zoals die gelden in de EU. De afgelopen tien jaar heeft CREM voor CBI de markttoegangseisen gemonitord
en geanalyseerd. Dit voor verschillende sectoren zoals landbouw, vis, bosbouw, consumentproducten en industriële sectoren. Deze monitoring beslaat alle wettelijke en niet-wettelijke eisen voor deze specifieke sectoren, waaronder; product kwaliteitsstandaard, veiligheid, verontreinigings middelen in producten, CE- markering, importseisen, etikettering, verpakking, sociale aspecten, gedragscodes en andere duurzaamheidskwesties. De eisen hebben ook betrekking op nationale wetgeving,
die van land tot land anders kunnen zijn en kunnen verschillen van die van de EU. De resultaten van de monitoring worden jaarlijks geactualiseerd en gepresenteerd in de CBI-database in de vorm van factsheets. In elke sheet zijn de markteisen op een eenvoudige manier uitgelegd en wordt een aantal aanbevelingen gedaan. Voor meer informatie: Ana Maria Peña (
[email protected])
Het gaat niet goed met de stand van bepaalde tonijnsoorten. Ook zijn sommige vangstmethoden omstreden vanwege de enorme bijvangst. Daarom proberen WWF en Greenpeace de tonijnketen te verduur zamen. Om Nederlandse marktpartijen te kunnen helpen om de tonijnhandel te verduurzamen hebben deze organisaties aan CREM gevraagd om een ketenanalyse uit te voeren. In deze analyse is gekeken wat belangrijke Nederlandse marktpartijen zijn, waar deze hun tonijn vandaan halen, om wat voor soort het gaat, in welke producten deze tonijn terecht komt en welke trends een rol spelen. Ook is onderzocht of marktpartijen al initiatieven nemen om de tonijnketen te verduurzamen en welke problemen zij daarbij tegenkomen. Voor WWF is daarnaast geïnventariseerd wat de sociaaleconomische belangen en risico’s zijn van de tonijnindustrie. De ecologische dimensies van tonijn zijn grotendeels bekend, maar wat zijn nu eigenlijk de belangen en risico’s als het gaat om werkgelegenheid, mensenrechten, armoede en overheidsinkomsten? Voor deze sociaaleconomische analyse is specifiek gekeken naar de tonijnsector in Indonesië. Meer informatie: Martine van Zijl (
[email protected])
gericht op de gewassen soja, maïs, koolzaad, suikerbiet en katoen (aardappel zal hier mogelijk aan worden toegevoegd). Wageningen UR heeft CREM en Aidenvironment gevraagd om mee te werken aan de analyse van de sociaal economische kanten van de teelt van gggewassen. CREM zal zich daarbij met name richten op de teelt van katoen. Het onderzoek zal medio maart worden afgerond en naar de Tweede Kamer worden gestuurd als input voor de discussie rond de teelt van gg-gewassen. Meer informatie: Wijnand Broer (
[email protected])
CREM nieuwsbrief
6
Trainingen voor buitenlandse exporteurs Voor CBI geeft CREM regelmatig trainingen en workshops voor producenten en organisaties uit ontwikkelingslanden. De precieze focus van deze workshops varieert elke keer, afhankelijk van de sector en de doelgroep. Het doel van deze trainingen is om de doelgroepen te informeren over eisen en ontwikkelingen in de EU. Bijvoorbeeld ten aanzien van productveiligheid of milieu- en sociale aspecten die met een product te maken hebben. In sommige gevallen staat ‘matchmaking’ of Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) expliciet centraal. Met de expertise
winter 2009/2010
7
Luxaflex: duurzaamheid binnen de traditie
van CREM op het gebied van duurzaamheid en marktoegangseisen, heeft CREM de afgelopen vier jaar trainingen gegeven voor producenten en organisaties in de volgende landen: Bulgarije, Colombia, Georgië, India, Pakistan,Peru, Servië en Sri Lanka. Ook zijn in Rotterdam workshops georganiseerd voor attachés van de ambassades van diverse ontwikkelingslanden.
“Meer dan 50 jaar na de oprichting zet Luxaflex® de traditie nog altijd voort om de beste, nieuwste en interessantste producten voor raambekleding in heel de wereld op de markt te brengen.” Voor Luxaflex is duurzaamheid een belangrijk speerpunt binnen deze traditie. De ontwikkeling van innovatieve producten voor raambekleding gaat hand in hand met duurzaam ondernemen. Als A-merk wil Luxaflex een voorbeeldrol op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) vervullen. CREM is
gevraagd om ondersteuning te geven aan de invulling van MVO. Hierbij zal onder andere gebruik worden gemaakt van ISO 26000, de conceptrichtlijn op het gebied van MVO. Door middel van een tweetal workshops zullen het ambitieniveau, de relevante issues en de doelstellingen worden bepaald. Tenslotte zal een plan van aanpak worden opgesteld voor de implementatie van deze doelstellingen. Meer informatie: Marjon van Opijnen (
[email protected])
Voor meer informatie: Ana Maria Peña (
[email protected])
Planetscans voor het internationale bedrijfsleven Duurzaam inkopen: nieuwe kansen Lange tijd is uitsluitend de economische factor bepalend geweest bij het inkoopbeleid van de overheid. Op dit moment echter worden niet-economische factoren, zoals milieu- en sociale aspecten steeds belangrijker. Europese lidstaten ontwikkelen nieuw beleid op dit gebied, maar veel aspecten zijn nog onduidelijk en de voorschriften verschillen per land. CBI (Centrum ter Bevordering van Import uit ontwikkelingslanden) heeft aan CREM gevraagd om de huidige situatie wat betreft duurzame inkoop in de EU en in een aantal toonaangevende lidstaten te onderzoeken. Dit om mogelijke kansen te identificeren die duurzaam inkopen zou kunnen bieden aan producenten in ontwikkelingslanden. Het onderzoek heeft geresulteerd in verschillende factsheets voor huishoudelijk textiel, hout & houtproducten, kantoor en school-
benodigdheden, elektronica (verlichting) en verf en verfcoatings. Voor elke sector is een samenvattend overzicht gemaakt van Europees beleid, aangevuld met tips en aanbevelingen voor producenten. Tevens zijn er voor elke sector aanvullende factsheets over duurzaam inkopen (inclusief de nationale criteria) voor Duitsland, Nederland en Engeland opgesteld. De factsheets zijn beschikbaar op www.cbi.eu Meer informatie: Ana Maria Peña (
[email protected])
Duurzame innovaties voor ontwikkelingslanden
Algenteelt: interessant voor ontwikkelingslanden
Innovaties die bijdragen aan duurzaamheid zijn hèt middel om uit de huidige recessie te komen. Als je nu innoveert en producten of diensten ontwikkelt die bijdragen aan oplossingen voor de klimaatcrisis, de grondstoffencrisis, de voedselcrisis en/of de biodiversiteitscrisis dan sta je na de financiële crisis versterkt in de startblokken, zo is de gedachte hedentendage. En als je als bedrijf doorgaat met het leveren van bijvoorbeeld energie- of grondstoffenverspillende producten, dan mis je uiteindelijk de boot. Maar wat betekenen deze ontwikkelingen voor bedrijven in ontwikkelingslanden? In hoeverre houden bedrijven zich daar ook bezig met duurzame innovaties? Of blijft men hangen in ‘oude’ technologie en ideeën waardoor men een achterstand zal oplopen? Waar liggen kansen om producent en exporteur van nieuwe duurzame producten -of onderdelen daarvoor- te worden? In hoeverre kan kennis over nieuwe technologie en producten ook in de eigen regio bijdragen
aan duurzaamheid? Het Centrum tot Bevordering van Import uit ontwikkelingslanden (CBI) vroeg aan CREM om deze vragen te beantwoorden. Ook is er een shortlist samengesteld met tien duurzame innovatieve producten, diensten en concepten die voor ontwikkelingslanden kansen kunnen opleveren. De volgende innovaties zijn daarvoor geselecteerd: algen, alternatieven voor buitentoepassingen van tropisch hardhout, bio-based economy, carbon footprint / klimaatneutraal, cradle to cradle, duurzame aquacultuur / agroparken, duurzame voedingingrediënten, elektrisch vervoer, pro-poor en pro-biodiversity toerisme en smart living. CBI zal nu bepalen hoe zij bedrijven in ontwikkelingslanden kan ondersteunen om de kansen voor deze duurzame innovaties te verzilveren. Meer informatie: Victor de Lange (
[email protected]).
Het Ministerie van LNV en de EVD (agentschap van het ministerie van Economische Zaken) hebben CREM gevraagd om mee te werken aan de ontwikkeling van een biodiversiteitsscan en daaraan gekoppelde biodiversiteitsadviezen. Met deze scan kunnen bedrijven zelf vaststellen wat hun impact op de biodiversiteit is en wat voor maatregelen zij kunnen nemen om hun biodiversiteitsprestaties te verbeteren. CREM wilde dit instrument voor het bedrijfsleven zoveel mogelijk op maat maken. Daarom is onderscheid gemaakt tussen bedrijven die zelf direct in het buitenland investeren en bedrijven die uitsluitend producten uit het buitenland importeren. Daarnaast zijn de uitgebreide biodiversiteitsadviezen onderverdeeld per sector voor farmacie, hout, katoen, visserij en visteelt, veeteelt, landbouw, toerisme en mijnbouw. Deze sectoren zijn ook nog eens landenspecifiek uitgewerkt voor China, India en Rusland. De scans zijn te vinden op www.internationaalondernemen.nl. Eerdere versies van deze planetscans worden momenteel eveneens geactualiseerd door CREM.
Meer informatie: Victor de Lange (
[email protected]).
Internationaal zakendoen en MVO De EVD stimuleert Nederlandse bedrijven om Internationaal Maatschappelijk Verantwoord te Ondernemen. CREM beoordeelt in opdracht van de EVD PSI (voorheen PSOM) projectvoorstellen van bedrijven die in ontwikkelingslanden willen investeren op sociale en ecologische effecten. Ook heeft de EVD op haar website internationaalondernemen.nl een aantal MVO-landentoolkits geplaatst. Deze toolkits zijn een handig hulpmiddel voor bedrijven die in specifieke landen investeren en inzicht willen krijgen in MVO-issues in deze landen. Daarnaast bevatten deze toolkits tal van praktische tips en links. CREM heeft toolkits geschreven voor
Indonesië, India, Marokko en Roemenië. Momenteel heeft CREM de opdracht om de toolkits voor Indonesië, India, Rusland, China, Zuid-Afrika en Brazilië te actualiseren. De inhoudelijke input voor de China-toolkit wordt verzorgd door IVAM, die voor Rusland door MVO Nederland en die voor Zuid-Afrika en Brazilië door Pierre Hupperts Strategie en Visie. CREM verzorgt zelf de inhoudelijke actualisering van de toolkits voor Indonesië en India. Meer informatie: Victor de Lange (
[email protected]).
CREM nieuwsbrief
8
Millennium Gemeenten in Bedrijf
Europa: voorloper in MVO? Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is de afgelopen jaren hoog op de Europese agenda van zowel politiek als bedrijven gekomen. De Europese Unie heeft zichzelf ten doel gesteld zowel de EU zelf als het Europese bedrijfsleven te ontwikkelen tot een voorbeeld op het gebied van MVO. De MVO High Commission wil daarom op drie belangrijke onderwerpen worden ondersteund: duurzaam rapporteren, duurzame ketenverantwoordelijkheid en duurzaam inkopen. CREM werkt samen met vijf Euro pese partners aan aanbevelingen op elk van deze gebieden.
Door middel van interviews met Europese bedrijven, vragenlijsten en bureauonderzoek wordt in kaart gebracht wat op Europees niveau de status van duurzaam rapporteren is en welke initiatieven er bestaan. Daarbij brengt de EU in kaart welke issues op dit moment onderbelicht zijn in duurzaam ketenmanagement van bedrijven. Ook wordt gekeken waarom deze onderbelicht zijn. Door de grote diversiteit aan regelgeving en maatregelen door Europese overheden bestaan er tegenstrijdigheden tussen Europese en lokale wetgeving en tussen wetgeving en standaarden en codes.
CREM gaat werken aan een analyse van de verschillen tussen wetgeving en standaarden en codes. Tenslotte heeft de EU zich ten doel gesteld een kosten-batenmodel te laten ontwikkelen voor duurzaam inkopen van overheden. CREM gaat dit model samen met het onderzoekscentrum voor duurzaam inkopen van de universiteit van München ontwikkelen. CREM levert hierbij input op het gebied van duurzaamheid en criteriaontwikkeling. Meer informatie: Marjon van Opijnen (
[email protected])
Duurzaamheidsbarometers voor terreinbeheer, evenementen en de bakkerij- en zoetwarenindustrie Met een duurzaamheidsbarometer kun je vast stellen hoe duurzaam een product of dienst nu eigenlijk is. De certificeringsschema’s van de Barometers van SMK (Stichting Milieukeur) bestaan uit een set van verplichte eisen, aangevuld met een aantal optionele duurzaamheids criteria waaraan de producten of diensten moeten voldoen. Uiteindelijk beoordeelt een onafhankelijke certificeringsinstelling aan de hand van het certificeringsschema of een organisatie aan een bronzen, zilveren of gouden Barometerniveau voldoet. Een duurzaamheidsbarometer is ook te gebruiken als (intern) analyse-instrument of als benchmark om producten en diensten binnen een sector te vergelijken. CREM heeft zich voor SMK en in samenwerking met het bedrijfsleven de afgelopen
Onder de vlag ‘Millennium Gemeente’ hebben ruim 130 gemeenten zich gecommitteerd om binnen de eigen gemeentegrenzen, en internationaal, bij te dragen aan het behalen van de VN-millenniumontwikkelingsdoelen. Opvallend is dat veel gemeenten die voorheen nauwelijks actief waren op het terrein van de internationale samenwerking nu een actieve opstelling kiezen. Aan enthousiasme dus geen gebrek! Echter, de kennis over wat gemeenten concreet kunnen ondernemen om invulling te geven aan hun commitment ontbreekt vaak. Welke projecten kunnen gemeenten opzetten en wie zijn daarbij hun belangrijkste partners? Welke concrete kansen bieden de millenniumontwikkelingsdoelen specifiek voor het bedrijfsleven binnen de gemeentegrenzen? Hoe kunnen gemeenten samen met deze bedrijven initiatieven ondernemen? CREM gaat samen met VNG International en Nicis Institute onderzoek doen naar de mogelijkheden voor gemeenten om samen te werken met het lokale bedrijfs leven. Vervolgens gaan we de resultaten van dit onderzoek direct in praktijk brengen door gemeentemedewerkers te trainen en te begeleiden bij het zoeken naar samenwerkingspartners. Het doel is om zoveel mogelijk
Officiële lancering van het project
samenwerkingsverbanden tussen gemeenten en bedrijven in Nederland tot stand te brengen. Elk samenwerkingsverband zal een bijdrage leveren aan het behalen van de VN-millenniumontwikkelingsdoelen. Meer informatie: Marjon van Opijnen (
[email protected]) of Annelien van Meer (
[email protected])
Base of the Pyramid: zakelijke kansen in India geïdentificeerd deze vraag. Als pilot is het amanathupuramdistrict in de staat Tamil Nadu gekozen. Door middel van groepsgesprekken, focusgroepen en individuele interviews is veel informatie over de woon-, werk-, en leefomstandigheden van deze inwoners verzameld. Vervolgens is deze informatie geanalyseerd en is bekeken in hoeverre het Nederlandse bedrijfsleven daar op in kan spelen. Het onderzoek wijst uit dat de grootste behoeften van de bewoners (en dus de kansen voor Nederlandse ondernemers) liggen in de volgende sectoren: de watersector, de financiële dienstverlening en de communicatie- en ICT-sector.
maanden met een aantal barometers bezig gehouden. CREM heeft een deel van de bestaande criteria van de Barometer Duurzaam Terrein beheer geactualiseerd. Daarnaast is de technische haalbaarheid van nieuwe barometers onderzocht, evenals het draagvlak daarvoor bij het bedrijfsleven. Het gaat om nieuwe barometerconcepten voor evenementen en voor de bakkerij- en zoetwarenindustrie (mede in opdracht van de Vereniging voor de Bakkerij en Zoetwarenindustrie, VBZ). Voor beide sectoren zullen de barometers waarschijnlijk in de komende maanden daadwerkelijk ontwikkeld worden. Meer informatie: Victor de Lange (
[email protected])
Duurzaam wonen, werken en leven: een visieontwikkeling Files, luchtproblematiek, werkeloosheid, spanningen tussen etnische groepen, ongezonde voeding, onveiligheid, stress, energievoorraden die opraken, klimaat verandering… het is allemaal te herleiden naar de manier hoe we ons maatschappelijke systeem van wonen, werken en leven hebben ingericht. We zijn de laatste vijftig jaar verder weg gaan wonen van onze werkplek, ongezonder gaan leven, meer gaan consumeren en steeds meer energie gaan gebruiken. Ook gaan we steeds vaker binnen de Randstad wonen - waardoor andere regio’s leeglopen en de Randstad een gebied wordt waar de natuur steeds verder wordt teruggedrongen.
winter 2009/2010
9
Dat het zo niet oneindig door kan gaan, weten we al jaren. Het huidige systeem is overduidelijk failliet. De dynamiek van de maatschappij wordt echter bepaald door een complex van fac toren zoals grote maatschappelijke trends, marktbewegingen, beleidsmatige inspanningen en onverwachte ontwikkelingen. Hierdoor is de maatschappij slechts gedeeltelijk maakbaar en veranderbaar. De verandering van deze dynamiek in de richting van een duurzame ontwikkeling behelst een transitie van het huidige systeem. Willen we uiteindelijk duurzame steden en woonkernen realiseren, dan is een structurele
verandering van het systeem noodzakelijk: een transitie. Transities komen niet op gang zonder een duidelijk beeld van wat we willen bereiken. In samenwerking met een aantal partners ontwikkelt CREM een visie op het gebied van duurzaam wonen, werken en leven in de toekomst . Middels deze visie willen wij partijen in Nederland en daarbuiten stimuleren om een duurzaam alternatief voor wonen, werken en leven te realiseren. Meer weten of samenwerkingspartner worden? Dan kunt u contact opnemen met Annelien van Meer (
[email protected]) of Jeroen Drijver (
[email protected]).
Voor Nederlandse ondernemers is India een interessante nieuwe afzetmarkt. Product aanbod dat inspringt op de behoeften van de allerarmste inwoners van India kan bovendien bijdragen aan armoedebestrijding. Maar wat
zijn de belangrijkste behoeften van deze arme inwoners, die met minder dan $ 2 per dag moeten rondkomen? CREM heeft samen met Habitat for Humanity, MVO Nederland en COS Utrecht onderzoek gedaan naar
Bent u geïnteresseerd in de zakelijke kansen voor deze drie sectoren in India of wilt u meer weten over het behoeften onderzoek? Neemt u dan contact op met Marjon van Opijnen (
[email protected]) of Annelien van Meer (
[email protected])
Duurzame kantoorpanden Zelfs wanneer een kantoor duurzaam gebouwd is, wordt het vaak op niet-duurzame wijze beheerd. Door onbewust gedrag van de gebruikers wordt alsnog veel energie verspild. Daardoor verdient een duurzaam kantoor zich in veel gevallen vaak nog niet terug. Duurzaamheid zou binnen de organisatie op drie plekken stevig verankerd moeten worden: op productniveau, op procesniveau en op gedragsniveau. Veel organisaties oriënteren zich al op duurzaam inkopen en zijn daardoor goed op weg het productniveau te verduurzamen. Op proces- en gedragsniveau blijven echter nog veel kansen liggen. Door medewerkers te trainen en te enthou-
siasmeren kan dit veranderen. CREM is nu met Procore, specialist op het gebied van huisvesting en facility management, een samenwerking aangegaan om kantoren echt duurzaam te maken – op alle niveaus! Onze gezamenlijke aanpak is gebaseerd op drie stappen: het uitvoeren van een quick scan, het in kaart brengen van de verbeteropties en vervolgens het enthousiasmeren van de werknemers. Meer informatie: Annelien van Meer (
[email protected]) of Jeroen Drijver (
[email protected])
CREM nieuwsbrief
10
Een duurzaam dak voor de Vereniging van Eigenaren we bekeken hoe een Vereniging van Eigenaren (VvE) het gezamenlijke dak kan inzetten voor duurzaamheid - door middel van het aanleggen van een groendak of het aanschaffen van zonnepanelen. Beide opties dragen in grote mate bij aan een duurzame wijk: een groendak isoleert, is goed voor de afvoer van water, heeft een gunstig effect op de luchtkwaliteit en vergoot de leefruimte voor de natuur. Zonnepanelen wekken schone energie op, wat bijdraagt aan een beter klimaat. De icoonprojecten maken duidelijk dat het voor VvE’en lastig is om informatie op maat te krijgen over de voor- en nadelen en over bestaande subsidiemogelijkheden. Veel informatie is toegesneden op de individuele consument, en niet op groepen consumenten zoals een VvE. CREM en VvE Belang zullen daarom na de zomer een handboek voor VvE’en uitbrengen waar dergelijke informatie wel in te vinden is. In Nederlandse steden komt gestapeld wonen veel voor. Bovendien wordt veel corporatie bezit momenteel verkocht. Gevolg: appartementeneigenaren zijn binnen de stad een
steeds belangrijkere doelgroep om te betrekken bij het creëren van duurzame wijken. CREM ondersteunt samen met VvE Belang negen duurzame icoonprojecten. Zo hebben
Meer informatie: Jeroen Drijver (
[email protected]) of Annelien van Meer (
[email protected])
winter 2009/2010
11
Opzetten energieconvenant In de stadsregio Rotterdam werken de 16 regiogemeenten samen aan het verminderen van de CO2-uitstoot. Dit doen zij door het tegengaan van energieverspilling en het benutten van duurzame energiebronnen. De regiogemeenten en de stadsregio hebben afgesproken om in 2025 te komen tot 40% minder CO2-uitstoot ten opzichte van 1990. Om dit te bereiken bundelen de gemeenten de krachten en voeren 15 samenwerkingsprojecten uit. Het project Regionaal energieconvenant huursector is één van deze 15 projecten. Het doel van dit deelproject is om afspraken te maken tussen de regiogemeenten en de woningcorporaties over
energiebesparing in de bestaande bouw (huursector). Om goed kope behuizing te creëren wordt het steeds belangrijker om de woonlasten (kale huurprijs en kosten voor energievoorziening) te verminderen. De woningcorporaties hebben dus ook baat bij ver laging van de energiekosten. De gemeenten Ridderkerk en Maassluis zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van dit deelproject en worden hierbij middels een detachering ondersteund door een medewerker van CREM. Meer informatie: Jeroen Drijver (
[email protected])
Watervoetafdruk voor individuele organisaties De snel toenemende schaarste aan schoon zoetwater behoort tot de grote mondiale problemen van deze tijd. Verbetering van toegang tot schoon drinkwater maakt daarom ook deel uit van de Millenniumonwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. De absolute schaarste aan schoon zoetwater is een groeiend knelpunt, net als de lozing van verontreinigd water. Zoetwater wordt niet alleen als drinkwater gebruikt, maar ook in productieprocessen. Voor de productie van een
katoenen T-shirt is in de gehele keten ongeveer 3000 liter water nodig. Sinds januari 2009 ontwikkelt CREM in samenwerking met Universiteit Twente, Wereld Waternet, WNF, ICCO en de Water Footprint Network (WFN) een praktisch toepasbare watervoetafdruk voor individuele organisaties. Deze voetafdruk wordt de ‘Water Response Mechanism’ (WRM) genoemd. Hiermee kan in een aantal stappen allereerst de impact van het watergebruik van een product in
de gehele keten worden bepaald. Vervolgens wordt met de ‘Trias Aqua’ de mogelijkheden bepaald voor het verlagen van de negatieve impact van het watergebruik. Op dit moment wordt de WRM getest in de praktijk in een pilot voor het onderwerp katoen. Het project zal naar verwachting begin 2010 worden afgerond. Meer informatie: Victor de Lange (
[email protected])
Evaluatie Innovatieprogramma Luchtkwaliteit
Lokale bewerking van afval: beter voor kosten en milieu
Sinds 2005 werkt het Innovatieprogramma Luchtkwaliteit (IPL) in opdracht van de Ministeries van Verkeer en Waterstaat (V&W) en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) aan innovatieve oplossingen die bijdragen aan verbetering van de luchtkwaliteit. In opdracht van V&W heeft CREM in juli en augustus 2009 een evaluatie van het functioneren van het IPL en de wijze van samenwerking tussen de betrokken partijen uitgevoerd. De eva luatie was er op gericht om leerpunten boven tafel te krijgen, bijvoorbeeld voor toekomstige innovatieprogramma’s. Voor deze evaluatie heeft CREM verschillende sleutelpersonen binnen beide opdrachtgevende ministeries en de uitvoerende organisatie Rijkswaterstaat geïn-
Voor de verwerking van huishoudelijk restafval en GFT-afval moeten soms grote afstanden naar de verwerkingsinrichtingen worden afgelegd. Bij het eindigen van verwerkingscontracten staan gemeenten voor nieuwe keuzes: welke verwerkingsmethode en waar? In toenemende mate laten ze zich daarbij niet alleen leiden door de kosten, maar ook door de milieueffecten. Zo ook de Gemeenschappelijke Regeling Vuilverwerking voor Leiden en omgeving (Gevulei). De acht gemeenten binnen de Gevulei voeren het restafval nu nog af naar de afvalverbrandingsinstallatie in Rotterdam en het GFT-afval naar de composteerinrichting in Alphen aan den Rijn. Maar hoe pakken de milieueffecten en de kosten uit als de Gevulei-gemeenten na afloop
terviewd. Ook zijn externe deskundigen, zoals wetenschappers op het gebied van luchtkwaliteit, geïnterviewd. In combinatie met een uitgebreid bronnen onderzoek heeft dit geleid tot een goed beeld van het functioneren van het IPL en tot concrete aanbevelingen voor de toekomst. Deze evaluatie is één van de vele evaluaties die CREM de laatste paar jaar heeft uitgevoerd. Beleidsevaluaties en programmaevaluaties voor zowel overheden als maatschappelijke organisaties zijn hiermee een belangrijk expertiseveld van CREM geworden. Meer informatie: Wijnand Broer (
[email protected]) of Annelien van Meer (
[email protected])
Vragen over water in textielketens Robeco kaart bij bedrijven waarin het belegt duurzaamheidsthema’s aan. Dit heet in duurzaamheidsjargon ‘engagement’. Het gaat daarbij vooral om onderwerpen die uiteindelijk ook de financiële prestaties van bedrijven kunnen aantasten. Periodiek zet Robeco een ander duurzaamheidsthema centraal en in 2010 is het onder andere de beurt aan het onderwerp ‘water in relatie tot de textiel sector’. Het tekort aan schoon water is immers
één van de belangrijkste nieuwe mondiale duurzaamheidsproblemen van de nabije toekomst. De textielsector heeft daar via katoen en diverse productieprocessen mee te maken. Robeco vroeg aan CREM om voor beurs genoteerde bedrijven in deze sector een performance assessment tool en een risk assessment tool te ontwikkelen. Op basis van deze praktische instrumenten kunnen het beleid en de genomen maatregelen van specifieke
van de contracten het afval voortaan vooral locaal laten bewerken tot secundaire grondstoffen? CREM heeft dit voor Gevulei in kaart gebracht. Lokale bewerking van restafval in een scheidings- en vergistingsinstallatie blijkt technisch en wat betreft de milieueffecten de beste optie te zijn. De lokale bewerking van restafval zorgt ervoor dat de kosten zullen afnemen met circa 7% vanwege een sterke daling in transportkosten. Voor GFT-afval is vergisten zowel qua milieueffecten als qua kosten de beste optie. Meer informatie: Marcel van Westerhoven (
[email protected])
Risicobeheersing: ook bij afvalbedrijven bedrijven ten aanzien van de waterproblematiek in kaart worden gebracht en zijn de daarmee samenhangende economische risico’s te identificeren. CREM heeft deze tools vervolgens toegepast bij vijftien specifieke textiel bedrijven en op basis daarvan voor Robeco de engagementvragen geïdentificeerd. Meer informatie: Victor de Lange (
[email protected])
Voor het ontwikkelen van een bedrijfsstrategie hebben bedrijven steeds meer behoefte aan een integraal en compleet overzicht van de risico’s die ze lopen. Daaraan kunnen ze vervolgens passende maatregelen verbinden waarmee ze deze risico’s kunnen beheersen. Voor een afvalbedrijf in Noord-Holland heeft CREM de risico’s en de mogelijke beheersmaatregelen geïnventariseerd. Vervolgens zijn aan elke maatregel de verantwoordelijke en betrokken
personen, de benodigde acties, de wijze van monitoring en een planning gekoppeld. De tweede stap is het omzetten van deze inventarisatie in een risicobeheerssysteem (RBS). Voor degenen die ermee moeten gaan werken moet het beheerssysteem toegankelijk, levendig en werkbaar zijn. Een procedure op papier is dat niet. CREM heeft de procedure daarom gedigitaliseerd: voor elke beheersmaatregel is een factsheet gemaakt die is gekoppeld aan de verant-
woordelijke persoon en een tijdsplanning. De verantwoordelijken kunnen daarin terugvinden wat ze wanneer te doen staat om aan adequate risicobeheersing invulling te geven. Het RBS biedt degene die de voortgang moet bewaken de mogelijkheid te allen tijde te checken of de beheersacties tijdig en volledig zijn uitgevoerd. Meer informatie: Marcel van Westerhoven (m.
[email protected])
CREM nieuwsbrief
12
Inzameling batterijen en spaarlampen Voor afgedankte batterijen en spaarlampen is in Nederland een prima systeem voor recycling opgezet, waarbij de detailhandel een rol heeft in de inzamellogistiek. In Den Haag zijn zo’n 750 winkels waar batterijen en spaarlampen gekocht kunnen worden. Bij een groot deel van deze winkels kan de Hagenaar deze afgedankte producten echter nog niet inleveren, waardoor een deel in de vuilniszak verdwijnt. De gemeente Den Haag wil het inzamelresultaat van afgedankte batterijen en spaarlampen verbeteren. Met de detailhandel is daarom afgesproken dat in elke winkel die batterijen en spaarlampen verkoopt, deze ook altijd weer ingeleverd kunnen worden. De winkels die al inlevermogelijkheden hebben, zijn hier erg positief over en de winkeliers die nog geen inlevermogelijkheden hebben reageerden enthousiast: het levert weinig werk op, is goed voor het milieu en trekt klanten in de winkel. CREM is bij alle winkels langs geweest en heeft ervoor gezorgd dat de enthousiaste winkeliers aangesloten werden bij de inzamelsystemen van de Stibat (voor batterijen) en de NVMP (voor spaarlampen). Mogelijk krijgt dit ook nog vervolg voor kleine elektronische apparaten. Meer informatie: Frits Steenhuisen (
[email protected])
Voedselverliezen: hoeveel, waar, wat en waarom? In het kader van het programma Ketengericht Afvalbeleid richt het Nederlandse afvalbeleid zich in het bijzonder op verspilling van voedsel. Uit recent onderzoek in Groot-Brittannië is gebleken dat een kwart van de voedingsmiddelen die huishoudens kopen op de een of andere manier niet genuttigd wordt en verloren gaat. Tweederde van deze voedselverliezen bleek vermijdbaar te zijn. Deze voedselverspilling heeft als belangrijkste oorzaken dat er te veel is bereid
of geserveerd wordt of dat de houdbaarheidsperiode voorbij is. De focus binnen het ketenproject ligt op verspilling bij huishoudens en bij restaurants en bedrijfscatering. Voor de uitvoering van het ketenproject zijn betrouwbare cijfers nodig over omvang en samenstelling van de voedsel verliezen in Nederland. Omdat die nog niet beschikbaar zijn, gaat CREM die voor het Ministerie van VROM, onder andere met behulp van gerichte sorteeranalyses, in kaart brengen.
De cijfers over omvang en samenstelling dienen uiteindelijk twee doelen: - Om de milieudruk voor voedselverliezen te bepalen - Inzicht krijgen in wat precies wordt weg gegooid en waarom, zodat aanknopingspunten worden verkregen voor de preventie van voedselafval. Meer informatie: Marcel van Westerhoven (
[email protected])
Mijnafval.info - alles wat burgers willen weten over afval
Heeft u zich wel eens afgevraagd: Waar kan ik mijn batterijen inleveren? Wanneer wordt textiel aan huis opgehaald? Mag een envelop met een venster nou wél of níet bij het oud papier? Wordt het ingezamelde grofvuil in mijn gemeente verbrand of gerecycled? Probeer de antwoorden op deze vragen eens te vinden op de website van uw eigen gemeente en vervolgens op www.mijnafval.info. Onze ervaring leert dat antwoorden op de meeste gemeentelijke websites moeilijk te vinden zijn. De informatie wordt pas na vele malen klikken gevonden en is vaak onduidelijk en onvolledig. Hoe langer mensen
moeten zoeken naar het antwoord op hun vraag hoe groter de kans is dat zij de zoektocht staken en hun afval niet goed scheiden. CREM heeft een laagdrempelige website ontwikkeld: www.mijnafval.info. Deze website is als eerste voor het Amsterdamse stadsdeel OostWatergraafsmeer uitgewerkt. Op deze website kunnen bewoners van het stadsdeel snel en makkelijk te weten komen waar zij hun gescheiden afval kunnen aanbieden en wat de scheidingsregels zijn. Bovendien wordt in de groeiende behoefte van burgers om meer te weten over zaken als recycling, preventie en ingezamelde hoeveel heden, via deze website voorzien. Nadat zij hun postcode hebben ingevoerd zien zij op een Google Mapskaart een overzicht van containers, winkels en andere inzamelmogelijkheden in hun buurt. De website is voor elke gemeente op maat te maken. Men komt via een link vanaf de gemeentesite direct op de website terecht. CREM onderhoudt direct contact met de gemeente en de burgers om te waarborgen dat de website geen onjuiste of onvolledige informatie bevat. Meer informatie: Frits Steenhuisen (
[email protected])