V
Provincie Zuid - Holland
2 7 m 20K Datum Ontvangst
Inspectie Jeugdzorg Ministerie van Vo/ks^ezondheid, We/zi/n en Sport
> Retouradres Postbus 483 3500 AL Utrecht
College van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland T.a.v. de heer R.A. Janssen Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG
Bezoekadres: Sint Jacobsstraat 61
3511 BP Utrecht T 030 230 52 30 F 030 230 52 00 www. inspectiejeugdzorg. n I Inlichtingen bi] dhr. J. Verbruggen Ons Icenmertt
IJZ/3178175OB/13-02P
Datum 26 maart 2014 Betreft aankondiging toezicht voorkomen seksueel misbruik
B|JI«g«n 2 Uw kenmerlt
Geachte heer Janssen, In haar Jaarwerkprogramma 2014 heeft de Inspectie Jeugdzorg aangekondigd ir 2014 toezicht uit te voeren naar de mate waarin instellingen kinderen beschermen tegen seksueel misbruik en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Met deze brief informeer ik u over dit toezicht. In bijgevoegd plan van aanpak wordt het toezicht nader beschreven. Toetsingskader Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag Het toezicht zal worden uitgevoerd aan de hand van bijgevoegd toetsingskader 'Voorkomen seksueel grensoverschrijdend gedrag'. In het toetsingskader staat ^ wat de inspectie verwacht aan te treffen. Het toetsingskader sluit aan op het 'Kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg', van de Commissie Rouvoet. Daar waar de commissie Rouvoet toeziet op de implementatie van het kwaliteitskader door de instellingen, richt de Inspectie zich met haar toezicht op de vraag of de aanpak van de instellingen ervoor zorgt dat professionals het risico voor kinderen in de jeugdzorg om slachtoffer of pleger te worden van seksueel grensoverschrijdend gedrag weten te beperken. De inspectie voert het toezicht uit bij instellingen die residentiële jeugdzorg, jeugdzorg"'"* en/of pleegzorg bieden binnen alle provincies/stadsregio's. U wordt later geïnformeerd over de instellingen uit uw provincie/stadsregio waar het toezicht plaatsvindt. Het toezicht richt zich op de vraag of professionals in de praktijk adequaat handelen om seksueel grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen te voorkomen. Tijdens het toezicht worden de volgende thema's uit het toetsingskader onderzocht: 1. 2. 3. 4.
Aandacht besteden aan een gezonde seksuele ontwikkeling; Handelen bij risico's op seksueel grensoverschrijdend gedrag; Handelen bij (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag; Randvoorwaarden om een gezonde seksuele ontwikkeling te bevorderen en kinderen te beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag. Pagina 1 van 1
Het toezicht wordt uitgevoerd tussen eind maart en half juli 2014. Na afronding van het toezicht bij alle instellingen, stelt de Inspectie In het najaar van 2014 een geaggregeerd rapport op, dat zij aan de staatssecretaris van VWS aanbiedt en op haar website www.insDectie1euadzorQ.nl publiceert.
ons kenmeric "z/3178175 JB/I3-02P
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u naar aanleiding van deze brief vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de heer J. Verbruggen, tel. 030-2305229, e-mall: verb rugqengDin5pectlejz.nl
Hoogachtend, de hoofdinspecteur van de Inspectie Jeugdzorg,
mw. drs. G.E.M. Tielen
Pagina 2 van 30
Voorkomen van seksueel misbruik in de jeugdzorg
utrecht, februari 2014 Inspectie Jeugdzorg
Plan van Aanpak Voorkomen seksueel misbruik
Pagina 2 van 5
1. Aanleiding en probleemstelling
wanvan Aanpak Voorkomen seksueel mistKuik
De Inspectie Jeugdzorg heeft de afgelopen jaren in haar toezicht op diverse manieren aandacht besteed aan het onderwerp kindermishandeling. Dit zal de inspectie ook de komende jaren voortzetten. In 2014 en 2015 zal dit toezicht zich richten op het voorkomen van seksueel misbruik. In oktober 2012 bracht de Commissie Samson haar rapport uit 'Omringd door zorg, toch niet veilig'. De Commissie Samson concludeerde dat jongeren die onder verantwoordelijkheid van de overheid in de jeugdzorg zijn geplaatst onvoldoende beschermd worden tegen seksueel misbruik. Het betreft misbruik door groepsgenoten, hulpverieners, (pleeg)ouders en anderen. De jeugdzorginstellingen hebben naar aanleiding van het rapport van de Commissie Samson onder aanvoering van Jeugdzorg Nederiand het Initiatief genomen om een kwaliteitskader te ontwikkelen, specifiek gericht op het voorkomen van seksueel misbruik. Hiertoe is de Commissie Rouvoet ingesteld, die in mei 2013 het "Kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg" heeft vastgesteld. Uitgangspunt van het kwaliteitskader is dat de instellingen, medewerkers en pleeggezinnen moeten zijn toegerust om signalen van seksueel misbruik te herkennen, bespreekbaar te maken, adequaat in te grijpen en kinderen die door seksueel misbruik getraumatiseerd zijn te behandelen. In het kwaliteitskader wordt per aant)eveling van de Commissie Samson aangegeven met welke acties de betreffende aanbeveling geïmplementeerd moet worden, en binnen welke termijn dit gerealiseerd moet zijn. Het kwaliteitskader is van toepassing op alle jeugdzorgorganisaties. De Commissie Rouvoet zal toezien op de implementatie van het kwaliteitskader. De Inspectie Jeugdzorg zal in het voorjaar van 2014 en in 2015 toezicht verrichten naar de mate waarin instellingen kinderen beschermen tegen seksueel misbruik en naar de mate waarin instellingen een gezonde seksuele ontwikkeling van kinderen bevorderen. Het toezicht zal zich vooral richten op het handelen van professionals in de praktijk. Het toezicht in 2015 zal nader worden ingevuld naar aanleiding van het toezicht in 2014. Het toezicht van de inspectie sluit aan bij de acties uit het kwaliteitskader. Daar waar de commissie Rouvoet toeziet op de implementatie van het kwaliteitskader door de instellingen, richt de inspectie zich met haar toezicht op het handelen van medewerkers in de praktijk. 2.
De o n d e r z o e k s v r a a g De hoofdvraag voor het toezicht luidt: Handelen instellingen adequaat om seksueel misbruik van kinderen te voorkomen? Het toezicht richt zich op alle vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en niet alleen op seksueel misbruik, dat een (emstige) vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag betreft. Vanuit de centrale onderzoeksvraag heeft de inspectie de volgende onderzoeksvragen geformuleerd:
Pagina 3 van 5
1.
Besteden professionals voldoende aandacht aan een gezonde seksuele ontwikkeling van kinderen? 2. Handelen professionals adequaat bij risico's op seksueel grensoverschrijdend gedrag? 3. Handelen professionals adequaat bij (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag? 4. Voorzien Instellingen in de randvoorwaarden om een gezonde seksuele ontwikkeling van kinderen te bevorderen en hen te beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag?
Plan van Aanpak VoorkorT»en seksueel misbruik
In het toetsingskader dat de inspectie heeft opgesteld, zijn bovenstaande vragen vertaald in een aantal criteria met bijbehorende indicatoren. Het toetsingskader sluit nauw aan bij de acties uit het Kwaliteitskader Voorkomen seksueel misbruik. Met behulp van het toetsingskader beoordeelt de inspectie in hoeverre instellingen adequaat handelen om seksueel misbruik van kinderen te voorkomen. De inspectie betrekt in het toezicht ook het thema 'bevorderen van een gezonde seksuele ontwikkeling'. Reden hiervoor is dat dit kan worden gezien als een preventieve maatregel om seksueel misbruik te voorkomen. Bovendien is dit sowieso een belangrijke ontwikkelingstaak, waaraan jeugdzorginstellingen een bijdrage moeten leveren. In het toezicht betrekt de inspectie de Meidcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. Nagegaan wordt of instellingen gebruik maken van de meidcode in geval van (vermoedens van) seksueel misbruik. In 2012 en 2013 onderzocht de inspectie reeds de aanwezigheid van de meidcode.
3.
Beoogd e f f e c t Met het toezicht krijgt de inspectie zicht op de mate waarin instellingen adequaat handelen om seksueel misbruik van kinderen te voorkomen. Het beoogde effect van het toezicht is het beperken van het risico voor kinderen In de jeugdzorg om slachtoffer of pleger te worden van seksueel misbruik.
4.
Onderzoeksopzet De inspectie zal het toezicht uitvoeren bij circa dertig instellingen, die residentiële jeugdzorg, jeugdzorg"'"* en/of pleegzorg bieden. Het toezicht bestaat uit een praktijktoets. Daamaast beoordeelt de inspectie relevante t)eleidsdocumenten van de instellingen en betrekt zij relevante informatie die reeds bij de inspectie bekend is (zoals de afhandeling van incidenten en calamiteiten met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag door instellingen). De praktijktoets bestaat uit: presentatie door instelling van werkwijze met betrekking tot het voorkomen van seksueel misbruik;
Pagina 4 van 5
interview met directie, contactpersoon Kwaliteitskader Voorkomen sekvan Aanpak sueel misbruik en/of aandachtsfunctlonaris(sen) Kindermishandeling en doorkomen seksueel misbruik huiselijk geweld, ondermeer aan de hand van relevante (beleids) documenten; interviews met uitvoerend medewerkers, deels aan de hand van dossiers van medewerkers; interview met gedragswetenschappers/teamleiders; interview met jongeren (ingeval van residentiële jeugdzorg en jeugdzorg"""'); telefonisch interview met pleegouders (Ingeval van pleegzorg); inzien van registratie van incidenten van seksueel misbruik/ seksueel grensoverschrijdend gedrag.
5.
Resultaten e n a f b a k e n i n g De inspectie koppelt haar bevindingen per instelling terug In de vorm van een brief. Hierin spreekt de inspectie op basis van de bevindingen haar oordeel uit en neemt, als de handelwijze van de instelling tekort schiet, verbeterpunten voor de instelling op. Vervolgens stelt de inspectie een geaggregeerd rapport op met een landelijk beeld van de mate waarin de onderzochte instellingen adequaat handelen om seksueel misbruik te voorkomen. In haar oordeel houdt de Inspectie rekening met de implementatiedata die in het kwaliteitskader zijn geformuleerd voor de verschillende acties. De inspectie voert het toezicht uit bij de residentiële jeugdzorg, jeugdzorg"*"* en pleegzorg, en niet bij de ambulante jeugdzorg, de daghulp en de bureaus jeugdzorg. Reden hiervoor Is dat de kans op seksueel misbruik groter Is voor kinderen die niet thuis wonen.*
6.
Fasering In januari en februari 2014 wordt het toezicht voorbereid. In maart wordt een pilot uitgevoerd. Tussen eind maart en begin juli wordt het toezicht uitgevoerd bij de geselecteerde instellingen. Tussen april en juli krijgen de instellingen een schriftelijke terugkoppeling. Verwachting is dat het geaggregeerde rapport in september is afgerond.
* Omringd door zorg en toch niet veilig. Rapport commissie Samson (8 oktober 2012). Pagina 5 van 5
Inspectie
Jeugdzorg
Toetsingskader Voorkomen s e k s u e e l grensoverschrijdend gedrag
Thema's
Criteria
Indicatoren
Thema 1 Aandacht besteden aan een gezonde seksuele ontwikkeling
Professionals besteden structureel aandacht aan een gezonde seksuele ontwikkeling van kinderen
1.1
Professionals bespreken systematisch het onderwerp omgangsvormen, relaties, intimiteit en seksualiteit met (pleeg)klnderen en hun (pleeg)ouders
1.2
Professionals bespreken onderiing het onderwerp omgaan met seksualiteit en dilemma's die zij hierbij ervaren
1.3
De seksuele ontwikkeling van (pleeg)kinderen is een vast onderdeel van het plan' en de evaluatie van het plan
Thema 2 Handelen bij risico's op seksueel grensoverschrijdend gedrag
Professionals handelen adequaat bij risico's op seksueel grensoverschrijdend gedrag
2.1
Professionals zijn alert op risicovolle situaties voor kinderen, zowel op de groep als in het (pleeg )gezin
2.2
Professionals schatten de risico's op seksueel grensoverschrijdend gedrag van (pleeg)kinderen systematisch In aan de hand van een gestandaardiseerd risicotaxatie-instrument
2.3
Professionals bespreken geconstateerde risico's op seksueel grensoverschrijdend gedrag multidisciplinair
2.4
Professionals nemen afdoende maatregelen om geconstateerde risico's op seksueel grensoverschrijdend gedrag op te heffen o f t e beperken
' Onder 'het plan' worden alle vormen van individuele plannen bedoeld, zoals hulpverieningsplan, begeleidingsplan, behandelplan, plan van aanpak.
Inspectie
Jeugdzorg
Thema's
Criteria
Indicatoren
Thema 3 Handelen bij (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag
Professionals handelen adequaat bij (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag
3.1
Bij (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag hanteren professionals een vastgestelde werkwijze, zoals de Meidcode Huiselijk geweld en kindermishandeling en/of een protocol Seksueel misbruik
3.2
Professionals treden direct actief en vasthoudend op bij (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag om de (mogelijk) onveilige situatie voor het (pleeg)klnd op te heffen
3.3
Professionals zorgen ervoor dat gerichte hulp wordt ingezet voor (pleeg)kinderen die slachtoffer, getuige of pleger zijn van seksueel grensoverschrijdend gedrag
4.1
De instelling heeft beleid, een methodiek, richtlijnen en procedures om een gezonde seksuele ontwikkeling van (pleeg)kinderen te bevorderen en hen te beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag
4.2
De Instelling schoolt professionals structureel (bij) in het bevorderen van een gezonde seksuele ontwikkeling en het beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag
4.3
De instelling besteedt structureel aandacht aan het bevorderen van een gezonde seksuele ontwikkeling en het beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag
4.4
De instelling is alert op mogelijke risico's op seksueel grensoverschrijdend gedrag door medewerkers
4.5
De instelling beschikt over geldige Verklaringen Omtrent Gedrag van haar medewerkers en Verklaringen van Geen Bezwaar van pleegouders
4.6
De instelling screent het (aspirant) pleeggezin op risico's op seksueel grensoverschrijdend gedrag volgens een vastgestelde werkwijze
4.7
De Instelling evalueert Incidenten m.b.t. seksueel grensoverschrijdend gedrag en voert waar nodig verbeteringen door om dergelijke incidenten te voorkomen
Thema 4 Randvoorwaarden om een gezonde seksuele ontwikkeling te bevorderen en kinderen te beschermen tegen seksueel grensoverschrijd end gedrag
De instelling voorziet in de randvoorwaarden om een gezonde seksuele ontwikkeling van kinderen te bevorderen en hen te beschermen tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag
PostNL Port betaald Port Payé Pays-Bas
Inspecne jeugdzorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Spon