Bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van Amsterdam MVO Jaarbericht 2009 Rabobank Amsterdam
DE BELEVENIS
“Ruim zestig medewerkers, leden en relaties zetten zich als vrijwilliger in voor De Belevenis”
AMSTERDAM DUURZAAM
“Rabobank Amsterdam sponsort Amsterdam Duurzaam, waar inwoners en bedrijven kennis en inspiratie opdoen over duurzaamheid”
STADSSCHOUWBURG AMSTERDAM
“In de Amsterdamse Stadsschouwburg is de Rabozaal geopend, waarmee een bruisend nieuw theatercomplex is ontstaan aan het Leidseplein”
MVO JAARBERICHT 2009
03
De stad aan het woord Met trots presenteer ik u het MVO Jaarbericht 2009. Het afgelopen jaar heeft Rabobank Amsterdam belangrijke stappen gezet op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Niet alleen hebben we onze bedrijfsvoering en ons productenassortiment nog verder weten te verduurzamen, we hebben ook prachtige initiatieven mogelijk gemaakt. Een mooi voorbeeld hiervan is De Belevenis. Een uniek uitgaanscentrum voor mensen met een ernstige meervoudige beperking en diep dementerende ouderen, dat in april 2009 mede dankzij een donatie van de Rabobank Foundation haar deuren opende in Amsterdam. Meer dan zestig medewerkers, leden en relaties van Rabobank Amsterdam hebben zich als vrijwilliger ingezet om de bezoekers rond te leiden door het uitgaanscentrum. Zowel voor de bezoekers als voor onze vrijwilligers was het een indrukwekkende en onvergetelijke ‘belevenis’. In dit MVO Jaarbericht laten wij u zien hoe onze bank het afgelopen jaar heeft bijgedragen aan de duurzame ontwikkeling van de stad. Natuurlijk kunnen wij dit allemaal zelf aan u vertellen. Nog liever laten wij dit over aan diegenen die daar alles over weten, de deskundigen die zelf nauw betrokken zijn bij duurzame en maatschappelijke ontwikkelingen in de stad. Zij vertellen hoe zij aankijken tegen de rol die de Rabobank neemt in de ontwikkeling naar een sociaal, economisch en ecologisch duurzaam Amsterdam. Ik wens u veel leesplezier! Berry Marttin, directievoorzitter Rabobank Amsterdam* * per 1 juli 2009 lid van de raad van bestuur van Rabobank Nederland
Colofon: Redactieadres: Rabobank Amsterdam, Afdeling Coöperatiezaken, Postbus 94374, 1090 GJ Amsterdam. E-mail:
[email protected]. Redactie: ReMedia, Amsterdam, Els Stoop, Tamara Kleinveld, Susanne de Boer. Beeld: Marco Keyzer Fotografie, Amsterdam, Jon van Langeveld/SP, Gouda, Fact Architects, Amsterdam, Michel Porro Photography, Wassenaar. Vormgeving: Honderdenéén grafisch ontwerp, Haarlem. Druk: Grafinoord, Assendelft.
04 Onze visie op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Rabobank Amsterdam heeft de ambitie om een maatschappelijk betrokken en duurzaam opererende coöperatieve bank te zijn. Een bank die vanuit haar maatschappelijk dividend bijdraagt aan de ecologische, economische en sociale duurzaamheid van de stad.
MVO JAARBERICHT 2009
05
A
Als grote organisatie hebben we met onze activiteiten, producten en diensten een grote invloed op onze samenleving, op onze leefomgeving en daarmee op de kwaliteit van ons bestaan. Met deze verantwoordelijkheid willen we zorgvuldig omgaan. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) staat bij Rabobank Amsterdam daarom hoog in het vaandel. We willen langetermijnwaarde creëren voor mensen binnen en buiten de onderneming, voor het leefmilieu en voor de economie. We gaan ervan uit én streven ernaar, dat onze organisatie niet alleen goed is voor onszelf (profit), maar zeker ook voor onze leefomgeving (planet) en onze medewerkers, klanten en de samenleving (people). Rabobank Amsterdam is een bank die midden in de samenleving staat. Betrokken, dichtbij en toonaangevend. We hebben van oudsher de ambitie om samen met onze klanten en leden bij te dragen aan een sociaal, economisch en ecologisch duurzaam Amsterdam. Dit maakt dat Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen integraal onderdeel is van al ons handelen en onze activiteiten: het zit in onze coöperatieve genen. De stad Amsterdam heeft eveneens duurzame ambities. De gemeente heeft de ambitie geformuleerd een schone, gezonde en leefbare stad te zijn die zich duurzaam blijft ontwikkelen. Zij stelt de stad als doel om in 2025 een duurzame energiehuishouding te hebben en 40% CO2reductie te behalen ten opzichte van 1990, het referentiejaar van het Kyoto-protocol. Tevens heeft zij als doel om de sociale cohesie tussen de verschillende Amsterdamse bevolkingsgroepen te bevorderen en het niveau van leefbaarheid en veiligheid en de buurteconomie binnen wijken
verder te vergroten. Het bedrijfsleven en de inwoners van Amsterdam tonen eveneens hun inzet op duurzaam en sociaal-maatschappelijk gebied. Zo zetten veel bedrijven zich in voor een leefbare toekomst en wordt de groep mensen die duurzamer wil wonen, reizen en consumeren, steeds groter. Rabobank Amsterdam onderkent dat de bank en de stad gezamenlijke ambities hebben. Als coöperatieve bank hebben wij een nauwe relatie met de stad en haar bewoners. We staan midden in de samenleving. We beschikken daarmee over de structuur, de kennis en het netwerk om onze duurzame ambities te realiseren en om de stad te ondersteunen bij het realiseren van haar duurzame ambities. Dit doen we door duurzaamheid centraal te stellen in onze bedrijfsvoering en financiële dienstverlening. Maar ook door het steunen van initiatieven in de stad, die bijdragen aan de ecologische, economische en sociale ontwikkeling van Amsterdam.
06 Onze activiteiten op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Rabobank Amsterdam integreert MVO in alle bedrijfsactiviteiten. Dat begint bij onze eigen, interne bedrijfsvoering. Ook willen we vanuit onze rol als financieel dienstverlener maatschappelijk verantwoord handelen stimuleren bij onze leden en klanten. Ten slotte willen we vanuit onze coöperatieve gedachte bijdragen aan de economische, ecologische en sociale ontwikkeling van de stad, door initiatieven te steunen die deze ontwikkeling bevorderen.
MVO JAARBERICHT 2009
E
Een duurzame bedrijfsvoering Onze bedrijfsvoering proberen we zoveel mogelijk duurzaam en maatschappelijk verantwoord in te richten. Binnen ons intern milieubeleid vestigen we de aandacht op een minimaal verbruik van gas, energie, water en papier, duurzame inkoop en duurzame mobiliteit. Minimaal verbruik van gas, energie, water en papier Rabobank Amsterdam is aangesloten bij het Energieprogramma van Rabobank Nederland. Vanuit dit programma brengen we ons energieverbruik in kaart aan de hand van periodieke inventarisaties. Dat wordt door een onafhankelijk adviesbureau uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten daarvan voeren we verbetermaatregelen door. Om ons verbruik te verminderen, hebben we al verschillende stappen gezet. Licht en klimaat in onze kantoren worden met tijdschakelaars en bewegingsensoren geregeld en tussen 22.30 en 06.00 uur worden onnodige verlichting en apparatuur automatisch uitgeschakeld. Ook verminderen we ons papierverbruik. Zo heeft digitale archivering bij ons een hoge prioriteit. Met behulp van het Elektronisch Klant Dossier en met scanapparatuur streven we ernaar papieren archivering terug te dringen en steeds meer klantgegevens elektronisch te beheren. Als printen dan toch nodig is, dan doen we dit efficiënt. Al onze printers staan namelijk op dubbelzijdig printen ingesteld. Duurzame inkoop Bij de inkoop van producten en diensten doen wij er alles aan om het milieu zo min mogelijk te belasten. Van de stroom die wij inkopen, wordt 100% opgewekt door windmolens. Dit levert een
07
aanzienlijke CO2-reductie op. Ook is de gehele productieketen van papier voor onze bank FSCgecertificeerd. Dat betekent dat fabrieken, drukkerijen en tussenliggende leveranciers aan strenge milieunormen voldoen. Verder schenken we koffie die uit eerlijke handel afkomstig is en gebruiken we gerecyclede en biologisch afbreekbare bekertjes. Alle producten en diensten die wij afnemen, proberen we zoveel mogelijk af te nemen bij leveranciers die eveneens maatschappelijk verantwoord ondernemen. Duurzame mobiliteit In de context van klimaat- en fileproblematiek vinden wij het belangrijk dat het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer van onze medewerkers het milieu zo weinig mogelijk belasten. Medewerkers worden gestimuleerd om minder gebruik te maken van de auto en vaker te kiezen voor alternatief vervoer. Zo konden onze medewerkers tijdens de werkzaamheden aan de A1 met de Zuidoostpas gratis gebruikmaken van het openbaar vervoer en zijn medewerkers met een leaseauto ook in het bezit van een NS Business Card. En voor het verkeer in de stad stimuleren we het gebruik van de fiets. Onze medewerkers kunnen hiervoor gebruik maken van bedrijfsfietsen. Wij hebben bovendien een milieuvriendelijke autolease: ons wagenpark bestaat uit auto’s met energielabel A, B of C. Ook denken wij mee over de ontwikkeling van elektrisch vervoer. Zo hebben we elektrische scooters in gebruik en zijn we coalitiepartner van de gemeente Amsterdam in de ontwikkeling van elektrisch vervoer.
Een duurzame financiële dienstverlening Wij richten onze financiële dienstverlening zo maatschappelijk verantwoord mogelijk in. Dit
08 gedragen. Wij houden daarom in het financieringsproces rekening met de MVO-prestaties van onze klanten. Goed omgaan met personeel, met het milieu, met het belang van de consument en de samenleving en goed ondernemingsbestuur staan hierbij centraal. Aanvullend hebben we een gedetailleerd beleid ontwikkeld voor sectoren en productieketens die grote neveneffecten hebben op sociaal gebied of op milieugebied en geeft de Commissie Ethiek van de Rabobank advies bij maatschappelijke kwesties. doen wij door de zorg voor de klant centraal te stellen en in het financieringsproces rekening te houden met de MVO-prestaties van onze klanten. Ook hebben we speciale aandacht voor kwetsbare groepen in de samenleving en startende ondernemers en ontwikkelen we groene producten en diensten die de duurzame ambities van onze klanten en leden helpen realiseren.
Speciale aandacht voor kwetsbare groepen In onze financiële dienstverlening hebben we speciale aandacht voor kwetsbare groepen, zoals ouderen en gehandicapten. In de stad hebben we veel vestigingen, waarmee we voor al onze klanten fysiek bereikbaar blijven. Ook hebben we ‘pratende’ geldautomaten voor mensen met een visuele handicap.
Zorg voor de klant Onze zorgplicht vormt een onlosmakelijk onderdeel van de wijze waarop we met onze klanten zakendoen. Zorgplicht heeft betrekking op de continuïteit van dienstverlening, waarbij het langetermijnbelang van onze klanten vooropstaat. Dat betekent dat we rekening houden met de transparantie, inzichtelijkheid en passendheid van financiële producten bij onze klanten. Zo creëren we langetermijnwaarde voor onze klanten en leden.
Startende ondernemers ondersteunen Ondernemerschap is belangrijk voor de vitaliteit van onze economie, het zorgt voor vernieuwing van het bedrijfsleven en biedt mensen ontplooiingsmogelijkheden. De praktijk leert dat startende ondernemers doorgaans hinder ondervinden bij het vinden van een bancaire financiering. Wij ondersteunen daarom startende ondernemers. Hiervoor hebben wij speciale producten en diensten die het starten van een onderneming mogelijk maken, zoals het Garantiefonds Microkredieten dat samen met de gemeente Amsterdam is ontwikkeld.
Rekening houden met MVO-prestaties van klanten Het hoort bij onze verantwoordelijkheid om bij financieringsbeslissingen mee te wegen in hoeverre klanten zich maatschappelijk verantwoord
Duurzame ambities van klanten helpen realiseren Om onze klanten te ondersteunen bij het reali-
MVO JAARBERICHT 2009
seren van duurzame ambities hebben wij verschillende producten en diensten ontwikkeld. Zo compenseert onze Rabocard de CO2-uitstoot van de aankopen die ermee gedaan zijn, maakt onze Klimaathypotheek duurzame aanpassingen in woningen aantrekkelijk en maakt onze Groenfinanciering grote duurzame investeringen mogelijk voor bedrijven. Op het gebied van beleggen kennen we Rabo Groen Obligaties en bieden we een brede keuze aan duurzame beleggingsfondsen. Bovendien kunnen we duurzame ambities van onze klanten helpen realiseren door ze in contact te brengen met organisaties in ons netwerk die duurzame producten en diensten leveren.
Ons maatschappelijk dividend Als coöperatieve bank hebben we geen aandeelhouders aan wie we winst moeten uitkeren. In plaats daarvan gaat ieder jaar een deel van de winst naar lokale initiatieven die de ecologische, sociale en economische ontwikkeling in de stad bevorderen. Verbinding met initiatieven In de stad vinden veel initiatieven plaats die bijdragen aan de ontwikkeling van de stad. Te denken valt aan projecten op het gebied van milieu, innovatie, sociale cohesie, onderwijs, cultuur en creativiteit. Wij willen ons verbinden aan projecten die wij belangrijk vinden voor de stad. Dit doen wij door bijvoorbeeld geld, middelen en media beschikbaar te stellen en vrijwilligers en netwerken in te zetten.
09
Coöperatiefonds Vanuit ons Coöperatiefonds, dat wordt beheerd door onze leden, kennen we donaties toe aan lokale initiatieven. Het Coöperatiefonds bevordert en ondersteunt economische, maatschappelijke en culturele projecten die een lokaal karakter hebben en waarvan de verwachte resultaten ten goede komen aan de bewoners en organisaties in het werkgebied. Deelnemingen Onze maatschappelijke betrokkenheid komt tevens tot uiting in onze deelnemingen. We participeren in een aantal belangrijke initiatieven die bijdragen aan de leefbaarheid van de stad, het behoud van karakteristieke stadsgezichten, innovatie en de ontwikkeling van kennisinfrastructuur. Op pagina 22 vindt u een overzicht van initiatieven die Rabobank Amsterdam in de periode juli 2008 tot en met juni 2009 heeft gesteund.
10 Uri Coronel, voorzitter VNO-NCW Regio Amsterdam Uri Coronel is landelijk bekend als voorzitter van de voetbalclub AFC Ajax. Daarnaast is hij voorzitter van VNO-NCW Regio Amsterdam. In deze functie zet hij zich in voor een betere bereikbaarheid en samenwerking met andere organisaties in het bedrijfsleven in de regio.
De stad aan het woord over duurzame mobiliteit
‘ Ik wist niet dat de Rabobank zo veel doet met duurzame mobiliteit’ Wat moet er in de stad gebeuren om klimaatverandering tegen te gaan? Wat speelt er op het gebied van duurzame mobiliteit? En welke partijen moeten daarvoor de handen ineen slaan? Vier deskundigen in gesprek, op zoek naar antwoorden op deze vragen. ‘Mobiliteit gaat om meer dan auto’s en snelwegen,’ stelt Ilse van den Breemer. ‘Daarom hebben wij de begrippen duurzaamheid en mobiliteit met elkaar verbonden; het gaat om duurzame perspectieven op wonen, werken en mobiliteit,’ zegt Willem de Jager. En het komt erop aan dat bedrijven en organisaties grootschalig meedoen. ‘Door hun medewerkers alternatieve werkplekken en -tijden te bieden,’ stelt Uri Coronel die inmiddels zestien organisaties betrokken heeft in een convenant rond filereductie. ‘Het is cruciaal dat we samenwerken in goede voorbeeldprojecten als elektrisch vervoer,’ zegt Maarten Linnenkamp, die verrast is dat de Rabobank ‘al zo veel doet op dit gebied.’
11 Maarten Linnenkamp, programmamanager luchtkwaliteit gemeente Amsterdam Maarten Linnenkamp is sinds twee jaar belast met gemeentelijke activiteiten rond elektrisch vervoer in de stad. Zijn hoofdtaak is om ervoor te zorgen dat Amsterdam weer voldoet aan de normen voor de luchtkwaliteit.
Wat betekent duurzame mobiliteit? Van den Breemer: “Wij definiëren dat als de ideale mix tussen sociale, economische en milieutechnische factoren bij mobiliteit. Daarbij gaat het om de vervoerswijze van een individu, de bestrijding van het maatschappelijk fileprobleem, de kosten voor mobiliteit, gezondheid en om de milieukant, zoals stimulering van elektrisch vervoer.” Coronel: “Wat ons betreft valt onder duurzame mobiliteit alles wat te maken heeft met een betere benutting van ons wegennet, een gevarieerd en duurzaam netwerk van openbaar vervoer, parkeergelegenheid en verschillende vormen van privévervoer. Dat alles draagt bij aan een beter leefklimaat en gepaste inzetbaarheid van energiebronnen die daarvoor nodig zijn.” De Jager: “Om daarop in te haken: bij mobiliteit hebben we het over alle verkeer in de breedste zin van het woord; dat draagt 35% bij aan de CO2-uitstoot. Duurzaamheid wil zeggen dat we daar vanaf willen. De overheid heeft veertig jaar lang geprobeerd iets aan het fileprobleem te doen. Uiteindelijk bleek dat alle investeringen vrijwel nul effect hadden op het terugdringen van de filedruk. Toen hebben we in VNO-NCW-verband gezegd: kijk naar de mens als werknemer, als forens en bied hem een handelingsperspectief met andere
vormen van vervoer of de mogelijkheid van thuiswerken.” Linnenkamp: “Eens. Duurzame mobiliteit is natuurlijk een breed begrip. Wij hebben het over drie pijlers: klimaatneutraal bouwen, efficiënter omgaan met energie en duurzame energieopwekking. Als je die koppelt, dan zijn de fossiele brandstoffen die opraken en bijdragen aan de CO2-uitstoot het probleem. Door gebruik te maken van duurzame energiebronnen als zonneen windenergie en elektrisch vervoer, lossen we dat probleem grotendeels op.” De Jager: “Heeft de gemeente een doelstelling ten aanzien van de reductie van CO2-uitstoot?” Linnenkamp: “Ja, 40% reductie in 2025.” Van den Breemer: “Maar in alle plannen die ik tegenkom, vind ik weinig concrete cijfers over hoe die doelstellingen gerealiseerd worden.” De Jager: “Nou, het actieplan elektrische voertuigen van Natuur en Milieu, waar wij sponsor van zijn, voorziet daar wel in. Dat plan beoogt 1 miljoen elektrische voertuigen in 2020. In een matrixmodel met alle stakeholders wordt aangegeven hoe daar in twaalf stappen te komen.” Coronel: “En in de metropoolregio Amsterdam hebben wij de rol op ons genomen om een eerste groep werkgevers met grote aantallen medewer-
12 kers bijeen te brengen. In november 2008 hebben zestien bedrijven en organisaties met duizenden medewerkers een convenant getekend, waarbij zij aangeven te streven naar een filereductie in de ochtend- en avondspits met 10%. De bedrijven treffen maatregelen, waardoor hun medewerkers op andere tijden of andere plaatsen kunnen werken of alternatieven krijgen aangeboden om naar het werk te reizen als ze daar echt moeten zijn.” Linnenkamp: “Met alle respect, ik vind dat we nog te weinig doen. Niet zoveel plannen en rapporten maken, maar doen. Bijvoorbeeld door gewoon elektrische auto’s te kopen.” Coronel: “Er is vooruitgang geboekt, ook door de gemeente die een deel van haar wagenpark omzet naar nieuwe duurzame vormen. Knelpunt is de levertijd van de elektrische auto’s en de aanschafprijs. Die is echt nog te hoog. Door slim om te gaan met informatiesystemen kunnen elektrische poolauto’s ingezet worden naar gelang hun beschikbare reikwijdte. Dat soort systemen moet breed ingezet worden.” De Jager: “Je moet een platform hebben om afspraken te maken. Met Greenwheels en Athlon
Ilse van den Breemer, projectleider duurzaamheid Amsterdamse Innovatie Motor Amsterdam Innovatie Motor (AIM) is een stichting gericht op werkgelegenheid, die kennis en innovatie in de metropoolregio Amsterdam bevordert. Ilse vertegenwoordigt AIM in het platform Amsterdam Cycling to Sustainability. Daarnaast houdt zij zich bezig met elektrisch vervoer en werkt daarin nauw samen met de gemeente Amsterdam.
Car Lease hebben wij als bank afspraken gemaakt om bedrijven op exploitatiebasis over elektrische auto’s te laten beschikken. Overdag zijn die auto’s van Greenwheels gereserveerd voor werknemers van een bedrijf, in de avonduren en weekeinden voor particulieren.” Linnenkamp: “In Amsterdam willen we graag met Greenwheels een pilot starten met tien elektrische auto’s. Maar het bedrag daarvoor is voor de gemeente te hoog en ik zie nog geen financiële ondersteuning van het bedrijfsleven om het van de grond te krijgen. Dus nu ik dit verhaal van Willem de Jager hoor, stel ik voor om snel met elkaar afspraken te maken.”
Wat vinden jullie van de rol die de Rabobank neemt of moet nemen? Van den Breemer: “Van de vier banken die ons ondersteunen, neemt Rabobank een zeer actieve rol op het gebied van mobiliteit. Rondom kennisontwikkeling en duurzame mobiliteit mag de bank wat mij betreft een nog actievere rol spelen. Het gaat om meer dan auto’s en snelwegen, maar ook over hoe je de stad inricht en hoe je mensen meekrijgt.”
MVO JAARBERICHT 2009
De Jager: “We zijn al jaren bezig met het nieuwe werken, het stimuleren en faciliteren van flexibel werken los van tijd en plaats. Dat is ook een speerpunt in de TaskForce MobiliteitsManagement. In de breedte gaat het om wonen, werken en mobiliteit, die alle drie van invloed zijn op je fysieke verplaatsingen.” Linnenkamp: “Ik was nog te weinig op de hoogte van wat de Rabobank al doet op het gebied van elektrisch vervoer. Ik ben blij verrast te horen over dit project. Het is ook een bank waarvan je dat ook wel verwacht, gezien haar coöperatieve structuur.” Coronel: “Rabobank Amsterdam is met haar betrokkenheid met kennis en de vele initiatieven op dit gebied een voorbeeld voor andere bedrijven. Wat meer ruchtbaarheid daaraan geven zou best mogen. Be good, tell it and show it! Wat is mooier dan een accountmanager die op een elektrische scooter bij zijn klant komt.”
Wat heeft voor jullie prioriteit in de nabije toekomst? Coronel: “Dat meer bedrijven het convenant tekenen. Daar werken we aan samen met de partners
Willem de Jager, adjunct-directeur Duurzame Mobiliteit Rabobank Nederland Namens de Rabobank neemt Willem de Jager deel in verschillende organisaties gericht op duurzaamheid en mobiliteit, zoals de TaskForce MobiliteitsManagement, stichting Nederland Bereikbaar en Platform Elektrische Voertuigen. Hij is voorzitter van de participantenraad van Transumo en directeur van het Telewerkforum - Het Nieuwe Werken.
13
uit de TaskForce MobiliteitsManagement Metropoolregio Amsterdam. Het is belangrijk dat bedrijven en organisaties inzien dat het hen en hun medewerkers ten goede komt. En onze samenleving in het geheel.” Linnenkamp: “Wat ik heel belangrijk vind, is doen en laten zien op straat. Ik vind het leuk dat zoveel partijen uit de markt enthousiast zijn over het initiatief met elektrisch vervoer. Als we de handen ineen slaan met een aantal goede voorbeeldprojecten, dan denk ik dat het succesvol wordt en het ook de economie weer helpt op gang te komen.” Van den Breemer: “Twee dingen. Ten eerste om in die markt voor duurzame mobiliteit kleine bedrijven een kans te geven en ook om te kijken naar alle alternatieven naast elektrisch vervoer. Ten tweede moeten we inzichtelijk maken wat alternatieven en innovaties concreet opleveren, om zo met elkaar die stap omhoog te maken.” De Jager: “Om aan te sluiten bij Uri Coronel: ons belangrijkste doel in Amsterdam is dat de ambities van de convenantpartners worden gerealiseerd en dat het aantal partners sterk gaat uitbreiden. We moeten nu een volumesprong maken.”
14
Onno Adolfs, algemeen directeur Ronald McDonald Centre Only Friends Het Ronald McDonald Centre Only Friends, opgericht in 2004, biedt voor kinderen en jongeren met een beperking de mogelijkheid om georganiseerd en ongeorganiseerd te sporten en te spelen. Centraal daarbij staan de behoeften en de belevingswereld van het kind. Onno Adolfs is algemeen directeur.
De stad aan het woord over sociale cohesie
‘ Juist in deze tijd moeten we maatschappelijk betrokken blijven’ Maatschappelijk betrokken ondernemen begint met het creëren van verbindingen tussen mensen, bedrijven en overheden. En met het stimuleren van betrokkenheid van alle groepen in de samenleving bij het maatschappelijk proces. Welke ontwikkelingen zijn er op dit gebied? Welke uitdagingen liggen er in het verschiet? En welke rol neemt de Rabobank hierin? Vier bevlogen pioniers met elkaar in gesprek over sociale cohesie. Over het bieden van perspectieven voor kansarme groepen in de samenleving, door wat Onno Adolfs noemt ‘aandacht hebben voor omgekeerde integratie.’ Over de noodzaak van partijen met elkaar verbinden. ‘Dat doe ik graag vanuit mijn positie,’ stelt Evert van Nass. Over het belang van investeren in mensen met een beperking, want ‘ook voor hen is meedoen in het arbeidsproces heel belangrijk,’ aldus Marlies van Hilten. Daarom, zegt Nicoline Mascini, is het ‘van belang om juist in deze tijd maatschappelijk betrokken te blijven.’
Nicoline Mascini,
15
directeur StadsSpelen Nicoline Mascini is directeur van de StadsSpelen. Met de gedachte van de Olympische Spelen voor ogen is het doel van de StadsSpelen om mensen te verbinden rondom passies die zij delen. De StadsSpelen is in 2004 bedacht door een groep studenten.
Sociale cohesie: wat verstaan we daar eigenlijk onder? Mascini: “Het samenbrengen van mensen op een positieve manier, zodat mensen elkaar ontmoeten en iets met elkaar hebben zonder dat ze het weten. En, heel belangrijk, respect voor elkaar hebben.” Van Hilten: “Meedoen, onderdeel zijn van een geheel, want arbeid is zo belangrijk. Naar mensen met een handicap of chronische ziekte is er vaak nog onbegrip. Wij helpen in het kweken van begrip.” Adolfs: “Deelnemen is bij ons ook een belangrijk thema. Wij gebruiken sport als middel om kinderen en jongeren zelfvertrouwen te geven, zodat ze daarmee ook op de arbeidsmarkt een betere positie kunnen bekleden.” Van Nass: “Partijen met elkaar verbinden vanuit onze coöperatieve gedachte is belangrijk. Onze bank staat midden in de samenleving, waardoor wij makkelijk verbindingen kunnen leggen tussen verschillende mensen, organisaties en overheden.” Mascini: “Bij de StadsSpelen is het wel eens lastig dat wij er juist voor alle Amsterdammers willen zijn, dat we daarmee misschien wel te breed zijn om in een bepaald hokje te passen. Wij richten
ons niet specifiek op kansarme groepen.” Van Hilten: “Ik vind kansarm een lastige term. Wij hebben het over chronisch lichamelijk zieken die energiebeperkt zijn, maar wel heel graag willen. Neem een afdeling waar mensen de dagen tot hun pensioen zitten af te tellen. Zet daar een jonge meid van zeventien met een ziekte tussen die heel graag wil. Dan zie je ineens dat die hele afdeling een positieve impuls krijgt.” Adolfs: “Dat is een mooi voorbeeld. Bij ons komen leerlingen van het ROC stage lopen. Een heel aparte omgeving voor zo’n jongere van vijftien jaar om te werken met alleen maar gehandicapten. Een vorm van omgekeerde integratie: het helpt die ROC-leerling ervaren hoe de wereld in elkaar steekt.” Van Nass: “Precies, zo werkt het. Wij steunen bijvoorbeeld het initiatief Jong Bos en Lommer. Jongeren kunnen met een goed onderbouwd plan vijfhonderd euro krijgen voor een initiatief in hun eigen wijk. Bij verschillende jongerenprojecten waar wij bij betrokken zijn, zoals Track the Talent, komen er talenten bovendrijven. Veel jongeren gaan ineens heel anders kijken naar de bank. In eerste instantie denken ze: ‘een bank, dat is klinisch geld verdienen’. Later beseffen ze dat ze ook gewoon bij ons kunnen werken.”
16 Van Hilten: “Voor wat betreft mindervalide mensen moet je het als bedrijf ook willen om hen de kans te geven om te groeien. Ook zij hebben een gezonde ambitie om carrière te maken.” Van Nass: “Dat is ook het krachtige van een grote organisatie als de onze. Wij gaan ons steeds meer richten op virtuele klantbediening, via de webcam bijvoorbeeld. Dan maakt het niet uit of je in een rolstoel zit, ook met een lichamelijke handicap kan je bij ons adviseur worden.” Van Hilten: “Klopt. Wij hebben inmiddels een paar jongeren werken bij de Rabobank. Eén jongen werkt bij de Rabobank in Haarlem. Die bleek zo bij de pinken dat hij inmiddels is gaan adviseren en daarvoor een interne opleiding krijgt.”
Is de Rabobank daarin onderscheidend ten opzichte van andere organisaties? Van Hilten: “Vind ik wel. Zo wilde een andere bank graag meewerken, terwijl de bedrijfsstructuur dat niet toestond; te weinig ruimte voor begeleiding bijvoorbeeld. En met de huidige economische ontwikkelingen wordt ook gesneden in budgetten.”
Marlies van Hilten, directeur Emma at Work Marlies van Hilten is directeur van Emma at Work, een non-profituitzendbureau, opgericht in 2006 door het Emma Kinderziekenhuis. Het doel van Emma at Work is om jongeren met een chronische ziekte of handicap aan een passende plek op de arbeidsmarkt te helpen en daarmee naast medische zorg ook de maatschappelijke zorg voorop te stellen.
Mascini: “Ik vind dat we juist in crisistijd extra nadruk moeten leggen op maatschappelijke betrokkenheid.” Adolfs: “Toen wij startten, heb ik vijf banken aangeschreven. Het was werkelijk een wanprestatie die zij leverden, niet alleen zakelijk maar ook vanuit de MVO-visie. Bij Rabobank Amsterdam was het heel snel beklonken. De Rabobank sprong er niet een klein beetje maar flink bovenuit.” Van Hilten: “Dat vind ik sterk van de Rabobank, die combinatie tussen landelijk en lokaal.” Adolfs: “De Rabobank is een belangrijke MVOambassadeur, maar lokaal binnen het mkb mogen ze dat nog wel meer uitdragen, denk ik.” Mascini: “Mijn advies is: maak je de initiatieven die je steunt ook eigen door zelf deel te nemen met een bijdrage in natura.” Van Nass: “Dat doen we in toenemende mate. Bijvoorbeeld met De Belevenis, een reizend uitgaanscentrum voor mensen met een ernstige meervoudige beperking. Naast een donatie van Rabobank Foundation, hebben wij als lokale bank een week lang elke dag vijftien vrijwilligers
MVO JAARBERICHT 2009
geleverd om de bezoekers te begeleiden. Medewerkers, leden, relaties, ze deden allemaal mee. Het vormde voor zowel de bezoekers als de vrijwilligers een indrukwekkende ervaring.”
Is er vooruitgang geboekt op het gebied van sociale cohesie? Mascini: “Dat is lastig te meten. Na de moord op Theo van Gogh merkte je heel sterk het idee van ‘laat duizend bloemen bloeien’. Elk initiatief om mensen op een positieve manier samen te brengen, werd gesteund.” Van Hilten: “Wij kunnen dat op microniveau wel meten. Inmiddels heeft in 2,5 jaar tijd honderd keer een bedrijf toegezegd een arbeidsplaats aan te bieden aan een chronisch zieke of gehandicapte jongere. Dat vind ik goed.” Mascini: “Toch zou het meer vanzelfsprekend moeten zijn om jongeren met een beperking te plaatsen. Dat is pas echt vooruitgang.”
Wat zijn jullie speerpunten voor de nabije toekomst? Adolfs: “Voor ons is het eerdergenoemde ROC-
Evert van Nass, directeur Markt Oud-West, Rabobank Amsterdam Sinds 2,5 jaar is Evert verbonden aan de Rabobank. Het is zijn grote uitdaging om de Rabobank in Oud-West een gezicht te geven en partijen bij elkaar te brengen. Hij zit onder meer in het bestuur van de stichting Hart voor Amsterdam, die tot doel heeft om de sociale cohesie in de stad te bevorderen.
17
project een heel belangrijk speerpunt.” Van Hilten: “In het algemeen: meer integratie van mensen met een chronische ziekte in het werk.” Mascini: “Dat over twee jaar de StadsSpelen in Amsterdam niet meer weg te denken is en ook in andere steden gestart is.” Van Nass: “De bank voor Amsterdammers zijn en een afspiegeling zijn van de lokale gemeenschap. Als dat in mijn eigen werkgebied, Amsterdam Oud-West, lukt, ben ik al heel blij.”
18 Dorine Manson, directeur Economische Zaken gemeente Amsterdam Dorine Manson houdt zich in haar functie onder meer bezig met het vestigingsklimaat in de breedste zin van het woord, waaronder het startersbeleid.
De stad aan het woord over startende ondernemers
‘ Rabobank Amsterdam was de enige die mijn onderneming een kans bood’ Startende ondernemers zijn belangrijk voor de economische dynamiek in de stad. In deze economisch moeilijke tijd is het starten van een onderneming niet eenvoudig. Waar lopen starters tegenaan? Welke steun krijgen zij vanuit de gemeente en het bedrijfsleven? En hoe betrokken is de Rabobank bij startende ondernemers? Vier betrokkenen zijn met elkaar in gesprek over het stimuleren van starters en kleine ondernemingen, die volgens Dorine Manson ‘heel belangrijk zijn voor het evenwicht met grote ondernemingen.’ Over starters die moeilijk binnenkomen bij banken. ‘Onze coöperatieve gedachte is om mensen niet buiten de boot te laten vallen,’ zegt Johan Wijnholds. ‘Maar niet iedereen is een geboren ondernemer,’ stelt Piet Kramer.’ Wat wel geldt voor ondernemer Shay Ari Kalfuss die met zijn businessplan een gat in de markt zag, maar alleen de Rabobank bereid vond om hem ‘de kans te bieden.’
19 Shay Ari Kalfuss, directeur Nitesco BV Shay Ari Kalfuss is oprichter en directeur van Nitesco, een bedrijf in renovatie, restauratie en onderhoud van natuursteen. Als een van de eerste ondernemers kwam hij enkele jaren geleden in aanmerking voor het Startersfonds van Rabobank Amsterdam en gemeente Amsterdam.
Kalfuss: “Vier jaar geleden ben ik via het ondernemersklankbord met mijn businessplan bij het Startersfonds terechtgekomen. Dat fonds, een initiatief van Rabobank Amsterdam en gemeente Amsterdam, was bedoeld voor startende ondernemers die geen financiële garanties in de zin van onderpand konden bieden.” Wijnholds: “Startende ondernemers hebben het bancair gezien niet makkelijk, er wordt al gauw gekeken naar zekerheden en terugbetalingscapaciteit. Onze leden gaven aan dat het belangrijk is om op dit vlak vanuit onze coöperatieve gedachte invulling te geven aan dichtbij en betrokken. Dat was voor ons de belangrijkste reden om met het Startersfonds te beginnen.” Manson: “Ook bij de gemeente constateerden wij dat bepaalde groepen ondernemers moeilijk binnenkomen bij een bank. Blijkbaar was er iets van een marktimperfectie. In Rabobank Amsterdam vonden we een prima partner om daar met ons in te stappen.” Kramer: “Inmiddels is het Startersfonds overgegaan in het Garantiefonds Microkredieten. Starters in de groeifase naar een jong bedrijf vragen ook aandacht. Soms volstaat een reguliere financiering niet, dan kan het fonds een oplossing zijn. Jonge bedrijven, dus ook bestaande ondernemers die
niet langer dan vijf jaar actief zijn, kunnen aanspraak maken op het fonds.” Wijnholds: “Uit ons onderzoek in Amsterdamse Vogelaarwijken bleek dat er een grote financieringsbehoefte is bij groeiende ondernemers. Daar was feitelijk helemaal geen voorziening voor. Vandaar dat we met het fonds de termijn hebben opgerekt naar vijf jaar.” Kalfuss: “Inderdaad, die behoefte aan financiering in de tweede fase is heel groot. Als je eenmaal begonnen bent, krijg je opdrachten, maar dan heb je weer middelen nodig voor de volgende fase.” Manson: “In welke fase je ook zit: je moet een goed businessplan hebben en vertrouwen hebben als financierder in de capaciteiten van zo’n ondernemer zonder dat hij direct een onderpand heeft. En wij bieden via ons netwerk van ondernemershuizen en ondernemersklankborden weer de verbinding tussen de bank en de ondernemer. Ook zetten we in op meer aandacht voor ondernemerschap in het onderwijs, zodat dat ook meer op het netvlies komt van leerlingen en studenten. CASE is daar een goed voorbeeld van.”
Ondernemerschap als vak, daar wijzen jullie starters dus ook op? Manson: “Dynamiek in de stad en vers bloed in de
20 economie zijn cruciaal voor Amsterdam. Ondernemerschap is een belangrijke economische drijver in een globaliserende wereld. Veel zzp’ers hebben het moeilijk op dit moment. Daar ligt dan een taak voor de overheid, bijvoorbeeld door het stimuleren van innovatie en het beschikbaar maken van kleinschalige bedrijfsruimte in de wijken met flexibele huurcontracten.” Kramer: “Klopt, als we kijken naar het Garantiefonds Microkredieten, dan ligt daar wel een spanningsveld. Het starten van een bedrijf mag geen doel op zich zijn. Er zijn mensen die denken: ik kan binnen eenvoudige condities goedkoop geld krijgen en een bedrijfje starten, maar dan hoeven het nog geen ondernemers te zijn.” Kalfuss: “Ik heb wel eens vrienden positief ontmoedigd. Sommigen hebben een verkeerd beeld van ondernemer zijn: makkelijk geld verdienen en veel vrije tijd. Ik heb een vriend laatst gezegd: ik denk niet dat het bij je past. Het is net als een kind krijgen; je slaapt ’s nachts niet, je hebt juist minder vrije tijd. Want je krijgt meer verantwoordelijkheid, voor jezelf, voor anderen die je in dienst neemt, je moet je financiering terugbetalen.”
Johan Wijnholds, directeur Markten Rabobank Amsterdam Johan Wijnholds is als directeur Markten onder andere eindverantwoordelijk voor het startersbeleid van de bank. Hij was betrokken bij het onderzoek van de Rabobank en de gemeente Amsterdam naar de rol van het mkb bij de leefbaarheid in probleemwijken.
Manson: “Daarom is het onderwijs zo belangrijk. Ondernemerschap is een vak. In Amerika is dat vanzelfsprekend, in onze cultuur zijn we gewend aan veiligheid en vangnetten. Het zou mooi zijn als meer Nederlanders gaan ondernemen. Kleine ondernemingen zijn heel belangrijk, maar het is ook van belang dat meer bedrijven groeien. Nederland heeft behoefte aan doorgroeiers.”
Hoe kijken jullie hiernaar in het licht van de economische crisis? Manson: “Wij kijken naar wat er in de haarvaten van de stad gebeurt met kredietverlening en faillissementen; om toch te proberen die opgaande lijn vast te houden. Het mkb heeft ons opgeroepen: ga van de stad een kansenzone maken, ga garant staan voor ondernemers, maar dat is niet de rol van de gemeente. Je hoort dat banken te veel met de hand op de knip zitten, maar er is natuurlijk veel meer aan de hand.” Wijnholds: “Helaas ontstaat een beeld van de bancaire branche dat we voorzichtiger zijn. Dat klopt niet. Bovendien zien we ook bij ondernemers een afname aan investeringsbehoefte.”
MVO JAARBERICHT 2009
Kalfuss: “Ik denk persoonlijk dat ik nu niet minder kans zou maken dan destijds met mijn plannen.” Wijnholds: “Klopt. Jullie vonden een gat in de markt en benutten dat goed. Met een goed plan krijg je nog steeds een financiering.”
Is de Rabobank een unieke bank voor startende ondernemers? Kalfuss: “Ik zat destijds bij een andere bank. Daar had ik dezelfde propositie, maar voor hen bleef ik die starter zonder onderpand. Rabobank Amsterdam was de enige die mij wel de kans bood.” Manson: “Waar andere banken afhaakten bij het Startersfonds, ging Rabobank Amsterdam mee. Met de Rabobank doen we toch erg veel in vergelijking met andere banken. Dat heeft ook te maken met de filosofie van de bank.” Wijnholds: “Dit is ook een typisch Amsterdams initiatief. Je ziet een tweedeling ontstaan in de stad, mensen die buiten de boot vallen, dat moet je niet willen. Wij nemen ons coöperatieve gedachtegoed en onze ledenbetrokkenheid serieus. Dit soort initiatieven zit in de genen van onze organisatie: het blauw van bankieren verenigen met de
Piet Kramer, coördinator startende ondernemers Rabobank Amsterdam Piet Kramer staat opgesteld voor het beleid inzake startende en doorgroeiende ondernemers. Vanuit deze functie is hij onder meer betrokken bij het Garantiefonds Microkredieten, dat door de Rabobank Amsterdam en de gemeente Amsterdam is ontwikkeld.
21
oranje menskant van de bank.” Kramer: “En natuurlijk ons netwerk goed gebruiken. Wanneer wij bancair niet verder kunnen met een plan of wanneer deze nadere uitwerking behoeft, dan zijn er tal van instanties die daar een rol in kunnen spelen. Bovendien weten we wat er speelt in de omgeving van de ondernemer, doordat we ons werkgebied hebben verdeeld in kleinere Markten.”
Waar liggen jullie prioriteiten voor de nabije toekomst? Manson: “In deze tijd van crisis is het verstevigen van ondernemerschap in de regio van belang, door heel goed te monitoren of er nieuwe problemen opdoemen waar de gemeente een dempende rol in kan vervullen.” Kalfuss: “Wel kritisch zijn, maar doorzetten. Blijven investeren en mogelijkheden creëren.” Wijnholds: “Partnership is cruciaal. En altijd naar kansen blijven kijken.” Kramer: “Precies. Innovatie en creativiteit bij ondernemers vieren hoogtij in deze moeilijke tijd, daar moeten we een bijdrage aan blijven leveren.”
22 Gesteunde initiatieven Hieronder geven wij een overzicht van de initiatieven, die in de periode juli 2008 tot en met juni 2009 een donatie ontvingen uit ons Coöperatiefonds. Naast het Coöperatiefonds verbinden we ons tevens met tientallen projecten in de stad op het gebied van sociale cohesie, onderwijs, sport, milieu, innovatie, startende ondernemers, kunst en cultuur. Dit doen wij door middel van het beschikbaar stellen van geld, middelen en media en met het inzetten van vrijwilligers en netwerken.
Amsterdamse Spinozakring
Stichting Anno
Stichting Prisma
Stichting Loswalfestival
WarChild Nederland
Special Olympics World Winter Games
Ronald McDonald Centre Only Friends
Bakkie in de buurt
Signis School
Vrijwilligergroep Drijvende Tuintjes
Stichting Al Maarif
Fotoproject Chris en Corrie
Stichting A Sisters Hope
Stichting De Belevenis
Kinderboerderij 't Brinkie
Dagcentrum De Rank
Ieder kind een eigen boek
Vereniging Woongemeenschap van Ouderen
Stichting Historisch Centrum Amsterdam-Noord
Impuls
Philadelphia Zorg KVT Landsmeer
Stichting NAP
Theatraal IJburg
Active4People
Piet Hein Vondelpark Open
Muziekvereniging Diemer Harmonie
Winkelcentrum Brazilië
Stichting Open Ateliers Zuid
Koers Nieuw West
Basisschool De Meerbrug
Wereldbuurtfestival
Basisschool Donge
Hot Dog 2008
Dierenopvang Amsterdam
Golfbaan De Hoge Dijk
Kunstzin Diemen
Ronald Mc Donaldhuis
Eerste Diemer Operette Gezelschap
Hortus Botanicus
VU Kinderziekenhuis
Sportvereniging Diemen
Buurtcentrum De Pijp
Stichting Laat ze maar Lachen
Jong Bos en Lommer
Osiragroep
Stichting Diemer Festijn
Damstede Triple X-team
Olympische Openlucht Spelen
TRACK THE TALENT
"Medewerkers geven vanuit het project ‘Track the Talent’ trainingen aan jongeren om hen meer perspectief te bieden op de arbeidsmarkt"
RONALD MCDONALD CENTRE ONLY FRIENDS
"Donaties van de Rabobank Foundation, Interpolis en Rabobank Amsterdam maken de aanleg van een kunstgrasveld voor het Ronald McDonald Centre Only Friends mogelijk"
STADSSPELEN AMSTERDAM
"Rabobank Amsterdam is hoofdsponsor van StadsSpelen, een initiatief dat Amsterdammers met elkaar verbindt rondom de passies die zij delen"
Bij de productie van dit jaarbericht is gebruikgemaakt van minder milieubelastende materialen op 90 en 300 grams Artic Volume papier (FSC-gecertificeerd). Niets in deze uitgave mag worden overgenomen of gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Rabobank Amsterdam. Rabobank besteedt uiterste zorg aan de betrouwbaarheid en actualiteit van alle gepubliceerde data. Onjuistheden kunnen echter voorkomen. Rabobank, alsmede de aan haar gelieerde ondernemingen en toeleveranciers, is niet aansprakelijk voor onjuistheden of enig handelen op grond van de in dit blad gegeven adviezen of gedane mededelingen.