Ik hoop dat de tekst uit het evangelie voor u geen teleurstelling was. Want het zou kunnen dat u de tekst had verwacht over de stal en de kribbe en de herders en de engelen. Daat staat in het Lukasevangelie, en vandaag lezen we uit het Matteusevangelie. Mt en Lk zijn de enige evangelisten die het over de geboorte van Jezus hebben. En ik neem u even wat meer mee naar hoe Matteus er tegen aan kijkt. Er is nogal veschil tussen de twee geboorteverhalen. Lukas beschrijft de geboorte van Jezus als iets dat totaal ongewoon is, met herders en engelen vanuit de hemel. Hij komt een beetje uit de hemel, met engelen die mensen bezoeken en de weg wijzen en zingen uit de hemel. Bij Matteus is de geboorte gewoon thuis, juist heel alledaags, en hij vertelt kaal en sober over het gebeuren. In Matteus staat niets over de aankondiging van een engel, niets over de inschrijving, niets over de reis naar Betlehem, niets over de stal en de kribbe, de herders, en een engel komt bij hem alleen voor in de droom van Jozef. Alles is heel gewoon: een vrouw wordt zwanger, een kind wordt geboren en krijgt een naam. Pas het woord dat met die geboorte verbonden wordt maakt het tot iets bijzonders. Bij Matteus is de naamgeving eigenlijk belangrijker dan de geboorte.
Bei beiden is het iets van God. en mensen stemmen ermee in. Maar bij Lk stemt Maria in met wat er gebeurt: mij geschiedde naar uw woord - en veel later: Maria bleef deze woorden overwegen in haar hart Bij Mt stemt Jozef in met wat er gebeurt: hij geeft aan het kind de naam. Zo accepteert hij het kind als zijn zoon. Jezus. Zoon van Jozef, zoon van David, zoon van God. Bij Lukas staat Maria in het middelpunt van de aandacht, bij Matteus eigenlijk meer Jozef. Dat komt omdat Matteus voor joodse mensen schrijft, en hij wil zeggen: Jezus komt uit Israel vandaan. En hij schrijft daarvoor een geslachtsregister op, dat staat net vóór onze tekst. Heel veel namen, de gang van Israel, de tijd van de slavernij, de tijd van de exodus, de tijd van het koningschap, de tijd van de ballingschap - en toch gaat het door Het is niet nieuw, zegt Mt, als je goed kijkt dan moet je zeggen: het heeft er altijd al in gezeten... Dat geslachtsregister is niet zoals wij genealogisch onderzoek doen. Het gaat hem niet om de burgerlijke stand van de mensen, maar om de doorgaande weg die God met mensen is gegaan. Niet om het DNA, maar wel om de wortels, de "roots", de bronnen waaruit mensen leven. En Jozef geeft de naam, dat is heel belangrijk, want naamgeving, dat is de onthullng van de betekenis. Zijn naam is Jezus. Jehoshua. Redder.
Mt: Jezus komt uit Israel Maar zijn geboorte was wel een geheimnisvol gebeuren. Vanaf het vroegste moment was deze Jezus al vervuld met de Geest van God. Het kind van Maria is de grote gave van God aan de mensen.
Dat zeggen de beide geboorteverhalen ons: Jezus is een kind van de mensen, maar hij is ook een kind van God. Als je maar een van de twee kanten zegt, dan heb je maar het halve verhaal. Jezus is een mens, een baby, maar daarmee is nog lang niet alles over hem gezegd. Hij is van God, door hem wil God de mensen weer terughalen, zodat ze alle aandacht voor God hebben. Niet meer tégen God, maar mét God leven. Aan de andere kant is met dat goddelijke ook niet alles over hem gezegd: Want mensen zijn er nodig, zoals Maria en Jozef, hij komt niet zomaar uit de hemel vallen, het moet op de manier van de mensen: hij moet geboren worden zoals wij allen uit onze moeder geboren worden, en Jozef moet hem een naam geven, en verantwoordelijk voor hem zijn. Jezus is van God en Jezus is van de mensen. Zijn geboorte is bijzonder en zijn geboorte is iets heel gewoons.
Dat Jezus er is, een kind van de mensen en een kínd van God, dat is opdat wij er aan denken dat wij ook van de mensen zijn en ook van God zijn. We komen uit onze ouders voort en het is nodig dat wij ons tot hen verhouden. Maar het kind herinnert ons er ook aan: wij komen ook bij God vandaan en het is nodig dat we ons tot God verhouden. Jezus heeft zijn oorsprong bij deze twee mensen, Maria en Jozef, Maar hij heeft ook zijn oorsprong bij God. En wij dus ook ! Dat waren de mensen vergeten, dat vergeten we steeds weer. Daarom kwam dat kind van God bij de mensen, als een geschenk: er wordt iemand aan ons gegeven, een God-met-ons-kind. Zodat wij niet vergeten dat we van God zijn . En in wat wij zeggen en wat wij doen bedoeld zijn om op God te lijken. Het kind bij de mensen, zodat wij weer weten, dat er iets áán ons geschiedt... (goddelijk) en ook dat er iets dóór ons geschiedt... (menselijk). Laten we op beide geboorteverhalen letten. Lukas vertelt ons dat we open horen te zijn naar de hemel toe zodat we ook werkelijk in ons op willen nemen wat van God naar de mensen komt. Misschien zijn er wel engelen die ons daar op willen wijzen. Zodat wij ontvankelijk kunnen zijn voor die hemelse glans over ons leven... Mattheus vertelt ons dat we God kunnen ontdekken
in de gewone menselijke dingen van het leven. Waar mensen door wat ze zeggen en door wat ze doen laten merken dat ze de dingen en de mensen met God in verbinding brengen. Jezus het kind van God, kind van mensen zodat mensen weer bij God kunnen komen.