AANTEKENEN AVROTROS t.a.v. het bestuur p/a postbus 2 1200 JA HILVERSUM
Datum
Onderwerp
8 juli 2014
Nevenactiviteit - toestemming cluster 7
Uw kenmerk
Ons kenmerk
Contactpersoon
Doorkiesnummer
628387/629399
mr. Margreet Verhoef
+31 (0) 35 773 77 77
Geacht bestuur, Bij e-mail van 14 maart 2014 heeft AVROTROS het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) verzocht om goedkeuring voor de nevenactiviteit “Het cultureel en verhuren van ruimtes in het pand aan het Vondelpark 3 te Amsterdam”. Het pand aan het Vondelpark 3 te Amsterdam wordt hierna aangeduid als ‘VondelCS’. Op 28 april 2014 heeft het Commissariaat om nadere informatie verzocht. AVROTROS heeft op 28 april 2014 de gevraagde informatie verstrekt. Op 27 mei 2014 heeft AVROTROS de melding voor het commercieel verhuren van ruimtes in het VondelCS aangepast. Per e-mail van 17 juni 2014 heeft het Commissariaat opnieuw om nadere informatie verzocht. Op 20 juni 2014 heeft AVROTROS onderhavige melding nogmaals aangepast. Naar aanleiding van deze aanpassing heeft het Commissariaat op 23 juni 2014 nog een keer om nadere informatie verzocht. AVROTROS heeft op 24 juni 2014 de gevraagde informatie verstrekt. Op grond van de hiernavolgende toetsing wordt, conform de systematiek van clustermeldingen voor nevenactiviteiten zoals wij die hebben aangekondigd in onze brief van 23 december 2008 (kenmerk SBO-007582-yw), toestemming verleend voor de nevenactiviteit “Verhuur studio/kantoorruimte en faciliteiten” (cluster 7). Zoals volgt uit onze brief van 15 september 2009 (kenmerk 18571/2009013905) wordt de eerste melding in cluster 7 altijd volledig getoetst. Nu gebleken is dat onderhavige nevenactiviteit een eerste melding van AVROTROS in cluster 7 is, vindt er een volledige toetsing plaats. Verder wordt opgemerkt dat uit bovengenoemde brief van 15 september 2009 volgt dat vervolgmeldingen in dit cluster in beginsel marginaal worden getoetst. Wij wijzen u op het feit dat wij deze vervolgmeldingen steekproefsgewijs, of indien wij anderszins daartoe aanleiding zien, ook volledig kunnen toetsen. De publieke media-instelling dient zich er zelf van te vergewissen of de door haar aangemelde vervolgmeldingen van nevenactiviteiten voldoen aan de voorwaarden zoals gesteld in het besluit waarin het cluster is goedgekeurd en waarin voor de nevenactiviteit toestemming is verleend.
A.
De activiteit
1.
De nevenactiviteit van AVROTROS bestaat uit het commercieel en cultureel verhuren van vijf ruimtes (Studio A, Studio B, Franse Zaal, Media Café en Media Atelier) in het VondelCS. AVROTROS huurt van de gemeente Amsterdam een deel van het VondelCS ten behoeve van de uitvoering van de hoofdtaak en is voornemens om bij overcapaciteit incidenteel ruimtes aan andere partijen te verhuren. Verhuur vindt uitsluitend plaats in tijden dat er voor AVROTROS niet wordt geprogrammeerd. AVROTROS laat het bedrijf Unlimited Label bij commerciële verhuur de verhuur van ruimtes verzorgen. In de melding is aangegeven dat de nevenactiviteit voor vier jaar wordt verricht.
2.
Conform de clusterindeling zoals vermeld in bovengenoemde brief van 23 december 2008 valt deze nevenactiviteit in cluster 7.
B.
Relevante bepalingen
3.
Artikel 2.132 Mediawet 2008 1. De NPO en de publieke media-instellingen mogen alleen na voorafgaande toestemming van het Commissariaat nevenactiviteiten verrichten. 2. Nevenactiviteiten zijn activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten als bedoeld in artikel 2.136. 3. Toestemming kan alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de publieke media-instelling, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is.
4.
Voorts wordt gewezen op de Regeling van het Commissariaat voor de Media van 10 april 2009 houdende beleidsregels omtrent nevenactiviteiten publieke media-instellingen (hierna: Beleidsregels nevenactiviteiten 2009).
C.
Status
5.
Volgens artikel 2, onderdeel c, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 is een nevenactiviteit een activiteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.
6.
Op grond van artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008, worden alle activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten als bedoeld in artikel 2.136, aangemerkt als nevenactiviteiten.
7.
Het commercieel en cultureel verhuren van ruimtes in het gebouw VondelCS door de AVROTROS houdt niet rechtstreeks verband met en staat niet rechtstreeks ten dienste van de uitvoering van de publieke media-opdracht van de publieke media-instelling en is evenmin een verenigingsactiviteit.
8.
De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.
2
D. 9.
Toetsing Op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008 kan toestemming alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de publieke media-instelling, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is.
Relatietoets 10. Op grond van artikel 4, eerste lid, sub b, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, staat een nevenactiviteit, indien wordt voldaan aan de voorwaarden van het tweede lid, naast datgene bedoeld in artikel 3 van deze regeling, op andere wijze ten dienste van de verwezenlijking van de media-opdracht indien er sprake is van verhuur van personeel of middelen op voorwaarde dat dit personeel of deze middelen niet zijn verworven met het oogmerk om te verhuren en een beperkte omvang hebben. 11. Bij de vaststelling of sprake is van een beperkte omvang wordt ervan uitgegaan dat er geen sprake is van een capaciteit die groter is dan noodzakelijk om de publieke media-opdracht ook onder bijzondere omstandigheden te kunnen verwezenlijken. Het uitgangspunt is voorts dat het verhuren geen grootschalige vorm mag aannemen. Verder mogen personeel en middelen niet zijn verworven met het oogmerk deze te verhuren. 12. De AVROTROS heeft in haar meldingen van 14 maart en 27 mei 2014, aangegeven dat er sprake is van culturele en commerciële verhuur van de vijf ruimtes in het VondelCS voor maximaal 146 dagdelen in 2014 en maximaal 220 dagdelen vanaf 2015, te weten culturele en commerciële verhuur van maximaal 10% van de beschikbare dagdelen. Hierbij is de AVROTROS vanaf 2015 uitgegaan van maximaal twee te verhuren dagdelen per dag (overdag en avond) gedurende 220 dagen per jaar. 13. In de aangepaste melding van 20 juni 20104 heeft de AVROTROS aangegeven dat er sprake is van culturele en commerciële verhuur van de vijf ruimtes in het VondelCS voor maximaal 146 dagdelen in 2014 en maximaal 220 dagdelen vanaf 2015, te weten culturele en commerciële verhuur van maximaal 4% van de beschikbare dagdelen per jaar. Hierbij is de AVROTROS uitgegaan van drie te verhuren dagdelen per dag (ochtend, middag en avond) gedurende 365 per jaar. Desgevraagd heeft de AVROTROS aangegeven dat zij zichzelf in de meldingen van 14 maart en 27 mei 2014 te kort heeft gedaan. De AVROTROS heeft aangegeven dat zij in de melding van 20 juni 2014 aansluiting heeft gezocht bij het daadwerkelijke aantal beschikbare dagdelen per jaar, zoals in de markt gebruikelijk is. AVROTROS heeft aangegeven dat culturele en commerciële verhuur van de vijf ruimtes in het VondelCS alleen plaatsvindt aan partijen die aansluiten bij AVROTROS. In de melding van 20 juni 2014 zet de AVROTROS het aantal cultureel en commercieel te verhuren vierkante meters in het VondelCS af tegen het totaal aantal vierkante meters van bedrijfsgebouwen van de AVROTROS. 14. Het voorgaande in overweging nemend oordeelt het Commissariaat dat wanneer het maximaal aantal cultureel en commercieel te verhuren dagdelen per jaar wordt bezien in onderlinge samenhang met de oppervlakte van de te verhuren ruimtes in het VondelCS, sprake is van een beperkte omvang als bedoeld in randnummer 11. In aanmerking nemend de nadere melding van AVROTROS waarin ter nadere onderbouwing van de beperkte omvang werd aangegeven dat verhuur ook in de ochtend zal plaatsvinden, gaat het Commissariaat er daarbij van uit dat de maximaal 146 voor verhuur beschikbare dagdelen in 2014 en de maximaal 220 dagdelen in 2015 evenredig zullen worden verdeeld over de ochtend, middag en avond en de beschikbare dagen per jaar. De toestemming voor de onderhavige nevenactiviteit wordt verleend onder de voorwaarde van deze evenredige verdeling. 15. Verder is niet gebleken dat de ruimtes in het VondelCS zijn verworven met het oogmerk deze te verhuren. Het gaat om ruimtes die tijdelijk niet worden gebruikt. 3
16. De onderhavige nevenactiviteit voldoet derhalve aan de voorwaarde van artikel 4, eerste lid, sub b, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009. 17. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. Marktconformiteit 18. Overeenkomstig artikel 7 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 wordt bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is, de hoogte van de vergoeding als uitgangspunt genomen. Een publieke media-instelling dient voor haar nevenactiviteiten een marktconforme vergoeding te hanteren. De publieke media-instelling heeft derhalve een zorgplicht om deze eis van marktconformiteit mee te nemen in de onderhandelingen voorafgaand aan de totstandkoming van de nevenactiviteit. Op grond van artikel 7, tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 kan het Commissariaat bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is, ook het imago van de publieke media-instelling betrekken. Onder imago wordt in ieder geval verstaan beeldmerk of logo. 19. Het Commissariaat is vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit, op basis van de nu bekende feiten en omstandigheden, aan deze voorwaarde voldoet. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen. 20. In het desbetreffende geval gaat het om de commerciële en culturele verhuur van ruimtes in het VondelCS door de AVROTROS. AVROTROS heeft een overzicht verstrekt met de verhuurprijzen per dagdeel van diverse locaties in onder meer Amsterdam, zowel voor culturele als commerciële verhuur. 21. Gebleken is dat de tarieven die AVROTROS hanteert voor de culturele en commerciële verhuur van de ruimtes in het VondelCS binnen de range vallen van soortgelijke vergoedingen van andere aanbieders van deze faciliteiten. Het Commissariaat ziet, gelet op het bovenstaande, voorshands geen reden om aan te nemen dat de opgegeven prijzen niet marktconform zouden zijn. 22. Het Commissariaat is vooralsnog dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit marktconform wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. Kostendekkendheid 23. Overeenkomstig artikel 11 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 is er geen sprake van kostendekkendheid indien de nevenactiviteit direct of indirect wordt bekostigd uit of anderszins ten laste komt van de publieke omroepmiddelen. 24. Het Commissariaat is van oordeel dat de nevenactiviteit voldoet aan de voorwaarde van kostendekkendheid. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen. 25. AVROTROS wendt een percentage van de inkomsten uit culturele en commerciële verhuur van het VondelCS aan om de directe en indirecte kosten voor deze nevenactiviteit te kunnen dragen. Alle kosten die door AVROTROS worden gemaakt voor het verhuren van de ruimtes worden derhalve volledig gedekt door de huurinkomsten. Verder zorgt Unlimited Label voor de commerciële verhuur van de ruimtes in het vondel CS. Het financieel risico voor deze activiteiten komt voor haar rekening. Dit betekent dat AVROTROS geen financieel risico draagt voor de exploitatie van de commerciële verhuur. 26. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit kostendekkend wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.
4
E.
Besluit
27. Op grond van bovenstaande toetsen is de nevenactiviteit “Het cultureel en commercieel en verhuren van ruimtes in het pand aan het Vondelpark 3 te Amsterdam” toegestaan op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. 28. Deze toestemming geldt op de voorwaarde dat er sprake is van culturele en commerciële verhuur van maximaal 4% van het aantal beschikbare dagdelen per jaar (uitgaande van drie dagdelen per dag gedurende 365 dagen per jaar), waarbij de percentages van 4% voor de culturele en commerciële verhuur evenredig over de drie dagdelen en de dagen van het jaar moeten worden verdeeld. Dit betekent dat voor maximaal 4% van de ochtendendagdelen er sprake mag zijn van culturele en commerciële verhuur. Voor de middagdelen geldt dat er maximaal sprake mag zijn van cultureel en commerciële verhuur van 4% van de beschikbare middagdagdelen en voor de avonddagdelen geldt dat er maximaal sprake mag zijn van culturele en commerciële verhuur van maximaal 4% van de beschikbare avonddagdelen. Daarnaast dient zoals voornoemd de culturele en commerciële verhuur evenredig te worden verspreid over het jaar. 29. Deze toestemming geldt voor drie jaar. Gelet op het vereiste van artikel 4, eerste lid, onder b van de beleidsregels nevenactiviteiten 2009, is het naar het oordeel van het Commissariaat redelijk om aan de nevenactiviteit een termijn van drie jaar te verbinden. Nu er sprake is van een nieuw door de AVROTROS te huren pand en verhuur van een deel daarvan aan andere partijen en het vereiste dat het verhuren geen grootschalige vorm mag aannemen, acht het Commissariaat het wenselijk dat de AVROTROS na afloop van deze drie jaar bekijkt of er sprake is van capaciteit die groter is dan noodzakelijk is om de publieke media-opdracht ook onder bijzondere omstandigheden te kunnen verwezenlijken. F.
Register
30. De nevenactiviteit is als “Het cultureel en commercieel verhuren van ruimtes in het pand aan het Vondelpark 3 te Amsterdam” opgenomen in het openbare Register nevenactiviteiten, te vinden op de website van het Commissariaat (www.cvdm.nl). G.
Publicatie
31. Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) besluit het Commissariaat de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wob. Een afschrift van dit besluit zenden wij aan de NPO. Hilversum, 8 juli 2014 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter
drs. Eric Eljon commissaris
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, Postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.
5