Jaarverslag SPRING 2014
1
More Future SPRING Performing Arts Festival Jaarverslag 2014
Voorwoord SPRING 2014 stelde MORE FUTURE centraal. De toekomst is per definitie onbekend, maar is niet iets om bang voor te zijn. Abraham Lincoln zei: ‘The best way to predict your future is to create it’. Dit is wat onze choreografen en theatermakers ieder op hun manier doen, dit is wat SPRING als festival doet. Wij creëren MORE FUTURE. Elke voorstelling op SPRING is een avontuur, een reis in de toekomst van theater en dans, maar ook van onze maatschappij. SPRING bood in 2014 een French Focus programma, internationale coproducties van jonge kunstenaars uit binnen- en buitenland, diverse nieuwe voorstellingen van Utrechtse bodem, SPRING Academy voor jonge kunstenaars en studenten en vele mogelijkheden onze kunstenaars en elkaar te ontmoeten in het festivalhart. Bijna 15.000 keer hebben onze bezoekers uit ons programma hun keuze gemaakt en vooral spannende combinaties gemaakt. Zij hebben de toekomst ervaren zoals wij die voor de podiumkunst voor ogen hebben, een echte SPRING-ervaring.
Een korte terugblik SPRING Festival 2014 was een grote sprong voorwaarts na de fusie tussen Festival a/d Werf en Springdance in 2013. De eerste editie in 2013 voelde nog enigszins als een combinatie van twee festivals; in 2014 was het programma compacter en meer gericht op het gebied tussen dans en theater, op de cross-over, op performance. Het programma bracht werk bij elkaar dat radicaal, experimenteel, hedendaags en avontuurlijk was, waarin nieuwe vormen verkend werden, werk dat tussen de gevestigde genres in viel. Er was o.a. een voorstelling die geheel in het donker plaatsvond, één met enorme hoeveelheden schuim op het toneel, één waarbij de dansers van top tot teen zwart geverfd waren, en één met verregaande naaktheid. Iedere voorstelling had iets unieks, het resultaat van de unieke kijk van de kunstenaar op de wereld. Het Nederlandse publiek lijkt de afgelopen jaren steeds vaker veilige keuzes te maken. Veel theaters en festivals programmeren bekende namen. Zij zijn meer en meer afhankelijk van inkomsten uit kaartverkoop en kunnen weinig risico nemen. De meer experimentele (onbekende) makers hebben het hierdoor steeds moeilijker om voldoende voorstellingen in het land te kunnen spelen. Ondanks deze trend kiest SPRING niet voor veilig en heeft geen concessies gedaan in de programmering. SPRING ontwikkelt juist strategieën om jongere en internationale kunstenaars, die werk in ongebruikelijke vormen maken, in Utrecht en daarbuiten te introduceren. SPRING werkt aan een eigen identiteit, als een plek waar experimenteel werk te zien is. Nieuwe vormen van introducties en nagesprekken helpen om bruggen te slaan en nieuwe podiumkunstvormen te duiden. Terugkijkend is 2014 een goed voorbeeld van hoe SPRING zich artistiek inhoudelijk moet presenteren.
Thema SPRING programmeert tot nu toe altijd rondom een thema of motto. Dit thema is niet bedoeld om strikte kaders aan te geven of interessant werk uit te sluiten (‘past niet binnen het thema’) maar juist om voorstellingen te duiden en met elkaar in verband te brengen. Het thema geeft een rode draad, Jaarverslag SPRING 2014
2
en biedt houvast bij het maken van keuzes in het programma. Hierdoor worden verbanden tussen voorstellingen duidelijk en versterken we de context die deze voorstellingen voor elkaar vormen. Het motto van 2014, MORE FUTURE! verwees naar de utopische kracht van kunst: Kunst beschrijft niet alleen de bestaande wereld, maar biedt een nieuwe blik op die wereld. Kunstenaars maken een sterk statement door de manier waarop ze een eigen wereld creëren en beschrijven. Hoe positief of nihilistisch, kritisch of bevestigend, vermakelijk of hermetisch een kunstwerk ook is, het heeft altijd een utopische kern. Kunst verwijst altijd intrinsiek naar de toekomst. Het geeft nieuwe inzichten, echte of denkbeeldige. Naast dit algemene utopische element in de kunst houden kunstenaars zich ook zeer concreet bezig met vragen over de toekomst van onze samenleving. Veel van onze voorstellingen kunnen worden gezien als een reflectie op een samenleving die in hoog tempo verandert, met de nadruk op steeds sneller, ambitie, prestatie en – als tegeneffect – de behoefte aan balans, rust, onthaasting. Wellness van Florentina Holzinger en Vincent Riebeek was een virtuoos stuk dat speelde met de paradox tussen sterrenverering en mentale rust, tussen de druk om het lichaam te trainen en toch rust te bewaren in je ziel. Jan Martens’ The Dog Days Are Over was een choreografie die gebaseerd was op springen, waarin de danser werd gepresenteerd als gladiator in de arena van de entertainmentindustrie. Julian Hetzel’s installatie Still – The Economy of Waiting was het stille contrapunt, dat stilstond bij de niet-actieve tijd, bij wachten, rust, vrije tijd, en welk licht deze dingen werpen op het feit dat mensen zichzelf tegenwoordig hoofdzakelijk definiëren aan de hand van hun baan. Maija Hirvanen’s For those who have time draagt de strategie van het langzamer-aan doen al in de titel met zich mee. Christophe Meyerhans stelde een nieuw democratisch systeem voor in zijn lecture-performance Some use for your broken clay pots, die we presenteerden in samenwerking met de Utrecht School of Governance, Dries Verhoeven vroeg zich in zijn dagelijkse ritueel De Uitvaart af welke waarden we misschien al verloren hadden, en wat dat betekent voor de toekomst van onze samenleving. Het programma van 2014 kende drie focusgebieden: French Focus, Young Artists en SPRING in Utrecht. Deze structuur gebruikten we in dramaturgisch opzicht, voor de programmering en voor subsidieaanvragen, om onze subsidiegevers inzicht te bieden in onze gedachten achter de programmering. In onze publiciteit werd de structuur vertaald en verwerkt in een aantal hashtags, die we op speelse wijze gebruikten: #Frenchfocus, #newyoung, #urbanspace, #utrechtconnection, #edgydance, #tenderdance, #toughtheatre, #norisk, #moremusic, #nakedtruth en #spring(co)production. Deze hashtags bieden mogelijkheid tot het maken van selecties, en duiden de voorstelling bij het maken van snelle keuzes.
Artistiek kader Missie SPRING is het toonaangevende, internationale platform voor actuele ontwikkelingen in de podiumkunsten (dans, theater en cross-over). SPRING stimuleert de ontwikkeling van jonge veelbelovende makers en voedt en vernieuwt daardoor de podiumkunsten. SPRING is actief in het zoeken naar nieuwe vormen om haar publiek aan te spreken. De geformuleerde doelstellingen voor 2013-2016 zijn: - het presenteren van nieuwe ontwikkelingen in de internationale hedendaagse podiumkunsten in Utrecht. - het uitbreiden van het (inter)nationale netwerk en het aangaan van (inter)nationale samenwerkingsverbanden om de ontwikkeling van jonge makers te ondersteunen. - het vergroten en verbreden van in hedendaagse podiumkunsten geïnteresseerd publiek door Jaarverslag SPRING 2014
3
-
strategische initiatieven voor publieksontwikkeling. het stimuleren van theoretische verdieping en reflectie om de actuele ontwikkelingen in de kunst te relateren aan de hedendaagse samenleving.
Kernactiviteiten Podiumkunst die hedendaags is, innovatief, interdisciplinair, internationaal, jong van geest, geëngageerd en de grenzen opzoekt. De kunst van nu, in de vorm van nu. Dat is de kunst die SPRING toont in een tiendaags festival in Utrecht. De aandacht van het festival gaat vooral uit naar internationale theater- en dansmakers, die aan het begin staan van een nieuwe ontwikkeling. Het doel is niet enkel een trend te introduceren of te presenteren, maar actief te scouten naar juist die ontwikkelingen die een belofte voor de toekomst inhouden zodat er werkelijk sprake is van voeding en vernieuwing van de podiumkunsten. Het festival geeft bovendien talentvolle Nederlandse kunstenaars een platform om zich binnen deze internationale en interdisciplinaire context te presenteren. Daarnaast biedt het festival o.a. middels de SPRING Academy reflectie op de actuele ontwikkelingen en draagt het zorg voor talentontwikkeling. Programmering, de reflectie daarop en talentontwikkeling zijn bij SPRING festival nauw met elkaar verweven. estival is een ple voor ontmoetin en uitwisselin en stelt de dialoo centraal. Tussen ma ers en disciplines tussen ma ers en wetenschappers tussen ma ers wetenschappers en publie n tussen diverse publieksgroepen onderling. Kern artistieke visie SPRING richt zich op de nieuwe en actuele vormen van podiumkunst, zonder de voorstellingen te willen benoemen als dans of theater. Het festival presenteert voorstellingen, locatietheater en performance-installaties die ontstaan zijn vanuit het perspectief van de dans, het theater en de vele verschillende mengvormen daartussenin, waarbij ook samenwerking gezocht wordt met andere kunstvormen zoals beeldende kunst, architectuur of film.
De samenstelling van het bestuur en de directie De directiesamenstelling is in 2014 ongewijzigd gebleven: Rainer Hofmann is algemeen en artistiek directeur, en René Vlemmix is zakelijk directeur. Het vaste team van artistieke en zakelijke directie, marketing & communicatie en festival coördinatie is tevens ongewijzigd (3,5 fte). Aanvullend is Karlien Vanhoonacker ook in 2014 op inhuurbasis aangesteld als artistiek adviseur met name voor de dans, maar ook als artistiek klankbord voor Rainer Hofmann. Karlien was assistent programmeur voor Kunstenfestivaldesarts in Brussel en is momenteel artistiek verantwoordelijk voor de Pianofabriek, een residentie plaats in Brussel. Zoals in 2013 reeds door bestuur en directie was vastgesteld is 3,5 fte erg weinig gebleken. Eind 2014 is besloten het vaste team uit te breiden met 0,6 fte administratieve ondersteuning. Deze positie is per 1 januari 2015 ingevuld. Het vaste team is in 2014 wederom in de aanloop naar het festival uitgebreid met inhuurkrachten, tijdelijke werknemers en stagiaires tot ca 25 fte. Daarnaast wordt er met ca. 100 vrijwilligers gewerkt. SPRING is ondergebracht in Stichting Moderne Dans en Beweging, de stichting waarin ook Springdance was ondergebracht. Met een kleine wijziging in de statuten was dit de meest eenvoudige en efficiënte oplossing. De stichting heeft een directie en een bestuur. De aanstelling van Gabriel Smeets als Artistiek Directeur van Cullberg Ballet in Zweden heeft in 2014 geleid tot zijn aftreden als bestuurslid. Zijn positie is ingevuld door Lisa Skwirblies, theater wetenschapper, onderzoeker, lector. De stichting werkt volgens het bestuursreglement zoals in 2010 opgesteld voor Jaarverslag SPRING 2014
4
Springdance en is nog steeds actueel volgens de Code Cultural Governance. De bestuursfuncties zijn onbezoldigde functies, de bezoldiging van de directie valt ruim binnen de WNT norm.
De realisatie van de voorgenomen prestaties en een reflectie daarop SPRING 2014 heeft 89 voorstellingen geprogrammeerd en 104 (rand)programmaonderdelen (inclusief SPRING Academy). 70 % van het programma bestond uit internationale producties, makers kwamen o.a. uit Frankrijk, Engeland, Duitsland, Oostenrijk, IJsland, Brazilië, België, Griekenland, Finland, Canada en Zweden; 30% kwam uit Nederland, waarvan ruim de helft uit Utrecht. Bijna alle internationale producties waren voor het eerst in het land te zien. We halen nieuw internationaal werk naar Nederland en verbinden een kleine, zorgvuldig geselecteerde groep Nederlandse makers (en met hen SPRING zelf) aan buitenlandse partners in diverse Europese landen. In 2014 waren dat Dries Verhoeven, Julian Hetzel, Florentina Holzinger & Vincent Riebeek en Lotte van den Berg. Met deze scherpe programmering verrijken we het Nederlandse podiumkunstenveld. Vergelijkbaar aanbod is schaars in Nederland, terwijl het belang van innovatie binnen de podiumkunst evident is. Met internationale, vernieuwende kunstenaars bieden we input aan het Nederlandse kunstenveld en beschrijven we (of reageren we op ) de wereld van vandaag (en die van morgen). Een team van 4 festival wachters heeft in 2014 wederom het festival kritisch bekeken. Uitgenodigd waren Cees Vernooij, directeur Fairchild Marketing consultants, Dennis Nolte, oprichter VIPbus/ Spoor van Vernieuwing, en twee van de Adviespanelleden Bas Haring –‘vol s ilosoo ’ en Fem e Lutgerink – artistiek directeur Fotodok. Hen werd gevraagd om het festival enkele dagen te bezoeken, zoveel mogelijk voorstellingen en programmaonderdelen te zien en ons vervolgens van kritische feedback te voorzien. Hun mening werd onder andere gevraagd over de look en feel van het festival, de festival ervaring van het geheel, de nieuwe campagne en website en het doelgroepen beleid. Evenals in 2013 waren de meningen verdeeld. “A stemmin tussen campa ne en doel roepen ma scherper” versus “Duidelij e herkenbaarheid van campagnebeeld door toevoeging van Ten Days of Dance, Theatre and More”. “Zichtbaarheid moet beter je ma niet om het estival heen unnen” versus “ oede postercampagne, en met name de voorstellingen op locatie en het festivalterrein beiden een festivals eer en zichtbaarheid”. “ Het estivalhart bij de schouwbur nodi t uit tot ontmoetin . heb iedere avond inspirerende espre en evoerd. Het hee t me veel ener ie e even” versus “ De functie van het festivalhart komt niet goed uit de verf, wat is de doel roep?”. Slechts een greep uit opmerkingen van de watchers die geleid hebben tot een uitgebreide evaluatie van het festival na 2 edities. Aanscherping in doelgroepenbeleid, communicatie en zichtbaarheid zijn belangrijke conclusies. Overzicht Kernprogramma
Pascal Rambert & Yves Godin – FR - Memento Mori do 15 & vr 16 mei: 21.00 (50 min) Stadsschouwburg Utrecht (DE-Zaal) Jaarverslag SPRING 2014
5
In den beginne is er duisternis, volledige duisternis. Zo begint Memento Mori. Je ziet geen hand voor ogen, letterlijk en figuurlijk. Geen ruimte, geen theater, geen wereld. Wat enkele seconden geleden nog bekend was, heeft nu vorm noch omtrek. Zit er wel iemand naast je? Dan verschijnt er ‘iets’. Toch? Misschien houd je jezelf voor de gek, wil je gewoon weer iets van ‘de wereld’ terugzien. Maar je hoort ook geluiden. Dan toch, een beweging. Er lijkt zich een wereld te ontvouwen, met mensen, naakte mensen misschien. En, is dat fruit?! Pascal Rambert is één van de radicaalste kunstenaars in de Franse theater- en danswereld. Het ingenieuze lichtontwerp is van Yves Godin. Memento Mori gaat over het moment net voor de volgende beweging, maar gaat ook over de dood en het ontstaan van een nieuwe wereld. Het is een visuele en zintuiglijke ervaring, donker maar met lichte humor.
Ant Hampton – GB - Lest We See Where We Are di 6 t/M za 24 mei: dagelijks van15.00 – 20.40 (60 min) Utrechts centrum voor de kunsten Lest We See Where We Are is een reis naar het verleden én naar de toekomst. In een café aan het Domplein zit je achter het raam met een fotoalbum voor je. Een stem in je hoofd(telefoon) neemt je mee naar het verleden. Want, wat weten we eigenlijk nog van honderd, tweehonderd of zelfs vijfhonderd jaar geleden? Hoe zag de omgeving er toen uit? Hoe zouden de mensen van toen naar ons kijken? En dan: je wordt uitgenodigd op te staan en naar buiten richting de Dom te lopen. Een andere stem begint tegen je te praten. Een stem uit de toekomst?! of is het iemand die jou ook nu kan zien? En wat zegt de stem over de toekomst? Geloof je wat je hoort? Wat wil je geloven? Door slim gebruik te maken van ingenieuze stereo-opnames en een eenvoudige ghettoblaster zorgt Ant Hampton voor een verbluffend lichamelijke ervaring geïnspireerd door de stad Utrecht.
Julian Hetzel - NL / DE - Still (The Economy of Waiting) do 15 t/m za 24 mei: 14.00 – 21.00 (60 min) Janskerkhof Heb je er ooit wel eens aan gedacht om je geld te verdienen met niets doen? Er zijn mensen die dat lijken te doen: nachtportiers, beveiligers, zelfs bedelaars. Maar ze doen niet niets, ze zijn alleen niet altijd zichtbaar actief of productief. Ze wachten eigenlijk. In onze samenleving waarin hard werken en
Jaarverslag SPRING 2014
6
hoge productiviteit als normaal wordt gezien is wachten een provocatie. Het is verloren tijd. Een bezoek aan performance installatie Still (The Economy of Waiting) van Julian Hetzel is dat niet! Op en rondom Janskerkhof staan containers waar je een persoonlijke ontmoeting hebt in een parallel universum. Midden in de hectiek van De stad kom je tot rust. Relax. Neem je tijd. Wacht.
Dries Verhoeven – NL - De uitvaart do 15 mei: 18.45 afscheid, aanvang dienst 19.00 (60 MiN) // vr 16 t/m za 24 mei: 19.15 afscheid, aanvang dienst 19.30 (60 min) st. Willibrordkerk Kom afscheid nemen in de mooiste kerk van Utrecht, afscheid van iets dat we mogelijk kwijt zijn. Want als we cultuurpessimisten en sommige politici mogen geloven staan onderdelen van onze samenleving op instorten. Dries Verhoeven concretiseert deze onheilstijding met tien theatrale uitvaartmissen die hij opdraagt aan tien verdwenen denkbeelden, waarden of delen van onze maatschappij. Dagelijks kun je in de St. Willibrordkerk de ‘dode’ in alle stilte gedenken en afscheid nemen. Na het luiden van de kerkklokken staat Verhoeven tijdens de requiemmis stil bij het overlijden en blikt hij terug op de rol die de overledene had in ons leven. Hij stelt ons de vraag: Hebben we ongemerkt iets uit onze handen laten vallen? Hadden we het kunnen voorkomen? Of was het zo erg niet? Na het eerbetoon verlaat je de kerk om de ‘dode’ naar zijn laatste rustplaats te begeleiden. Na afloop van De uitvaart is er koffie en cake en gelegenheid tot condoleren.
Florentina Holzinger & Vincent Riebeek -Nl / AT Wellness do 15 mei: 21.00 (75 min) // vr 16 & za 17 mei: 19.30 (75 min) Theater Kikker (grote Zaal) De perfecte symbiose van een gezond lichaam en een gezonde geest: dat is waar deze vijf spelers naar streven. Ze zijn op zoek naar niets minder dan hun eigen versie van Miss of Mister Universe. Hun trainingsprogramma: militaristische crossfitness-sessies om overal de perfect gespannen spieren te kweken, diepgravende psychotherapie en meditatiesessies. Florentina Holzinger en Vincent Riebeek staan bekend om hun radicale lichamelijkheid en expliciete voorstellingen. Voor Wellness lieten zij zich inspireren door glossy tijdschriften, beautycontests en de wereld van de travestie. Ze vroegen drie spelers om mee te werken aan de voorstelling, waaronder Renée copraij. Zij danste jarenlang bij Jan Fabre en speelt in Wellness de grote yogadomina die de anderen meeneemt op een pad waar zij al hun angsten achterlaten. Het pad dat hen naar de ultieme balans en het geluk zal leiden. Love it, or hate it!
Jaarverslag SPRING 2014
7
Kviss búmm bang – IS - a walk on the lost highway vr 16 & vr 23 mei: 16.00 - 21.00 // ma 19 t/m do 22 mei: 16.00 - 20.30 // za 17 & za 24 mei:14.00 - 21.00 // zo 18 mei: 14.00 – 20.30 (90 min) // Festivalhart Wie ben jij? Het IJslandse collectief Kviss búmm bang stuurt je op een etnisch zelfonderzoek uit. Met een pakketje, een kaart van de binnenstad en een paar euro op zak ga je als deelnemer alleen op pad. Je loopt door het centrum van Utrecht en in allerlei onverwachte hoeken, gaten en op verrassende ontmoetingsplekken vind je stukjes van jezelf. A walk on the lost highway is een persoonlijke reis waarbij je er misschien wel achter komt dat je tot een minderheid behoort waar je nog nooit aan had gedacht of van had gehoord. En wie bepaalt er eigenlijk wat een minderheid is? Kviss búmm bang bevraagt wie er binnen de norm valt en wie in een buitencategorie belandt.
Lotte van den Berg – NL Cinema Imaginaire vr 16, do 22 & vr 23 mei: 19.30 (165 min) // za 17, zo 18 & za 24 mei: 15.00 & 19.30 (165 min) Festivalhart Kijken, je blik sturen, zien wat anders onopgemerkt blijft en je eigen manier van kijken onder de loep nemen. Dat is de inzet van Cinema Imaginaire. Als toeschouwer maak je zelf je voorstelling. Lotte van den Berg gidst je door de stad Utrecht en door je eigen verbeelding. De werkelijkheid wordt fictie, zonder dat iemand het door heeft. Onooglijke details maar ook verhoudingen tussen mensen worden zichtbaar via het theatrale frame. Of je nu al 22 jaar in Utrecht woont of er net aankomt, Cinema Imaginaire geeft je een blijvend en nieuw perspectief op je aanwezigheid in de stad – te midden van anderen. Lotte van den Berg was in het verleden al te gast op Festival a/d Werf en haar eerdere werk gooide hoge ogen. Zo werd Agoraphobia geselecteerd voor het Theaterfestival en stonden haar voorstellingen op vele internationale festivals. Ze maakte producties van Dordrecht tot Kinshasa en sinds kort is Utrecht haar uitvalsbasis.
Jaarverslag SPRING 2014
8
Marcelo Evelin / Demolition Inc. – BR - Suddenly everywhere is black with people vr 16 mei: 21.00 (60 min) // za 17 mei: 17.00 & 22.30 (60 min) Akademietheater In Suddenly everywhere is black with people mengt een groep pikzwart geverfde performers zich tussen het publiek en komt zo angstaanjagend en opwindend dichtbij. De dansers bewegen zich door de ruimte als een aaneen geklonterd lichaam en dwingen je als bezoeker telkens opnieuw een plek te kiezen. Is het een oorlogsdans? Of een menigte op de vlucht? Een exodus? Marcelo Evelin liet zich inspireren door het boek Massa en macht van Elias Canetti waarin deze Nobelprijswinnaar het onheilspellende fenomeen van mensenmenigten probeert te ontraadselen. Suddenly everywhere is black with people gaat over de angst voor het onbekende, maar ook de fascinatie ervoor. De voorstelling trok eerder in Nederland volle zalen tijdens Noorderzon en De Internationale Keuze en maakte grote indruk bij zowel pers als publiek.
Jonathan Capdevielle – FR - Adishatz/Adieu za 17 mei: 21.00 (50 min) // zo 18 mei: 20.30 (50 min) Stadsschouwburg Utrecht (DE-Zaal) Like a Virgin, Papa Don’t Preach, Bad Romance… Je zingt deze hits van Madonna en Lady Gaga waarschijnlijk zo mee. Met universele popsongs roept de Franse performer Jonathan Capdevielle de herkenbare kwetsbaarheid en authenticiteit van zijn jeugd op. Al entertainend en stemmen imiterend toont hij flarden van zichzelf en van de wereld om zich heen: de hedendaagse popcultuur, nachtclubs, de internationale kunstwereld... Hij combineert dat met een traditioneel mannenkoor uit Tarbes, de Zuid-Franse regio waar hij vandaan komt. Adishatz/Adieu is een ‘onemanshow’ waarin capdevielle zichzelf blootgeeft: hij is man en vrouw, kind en volwassene, grappig en triest, sterk en breekbaar. In travestie laveert hij tussen elegantie en ruwheid, eenzaamheid en gevoeligheid, glamour en tristesse. Capdevielle maakt als acteur en performer al jaren furore in de Franse theaterscene. In dit autobiografische Adishatz/Adieu verbindt hij zijn leven op het podium met internationale popcultuur en zeer lokale tradities.
Jaarverslag SPRING 2014
9
De Dansers & Theater Strahl - NL / DE - Roses zo 18 mei: 19.00 (70 min) // ma 19 mei: 11.00 (schoolvoorstelling) & 20.30 (70 min) // za 24 mei: 13.00 & 15.00 (20 min) Akademietheater Een handjevol mensen steekt een onzichtbare lijn over. Ze willen niet meer zwijgen, ja-knikken of meelopen. Ze volgen hun idealen van menselijkheid. Ze staan voor het recht van onafhankelijk denken en de consequenties van hun persoonlijk handelen. Ze zijn snel. Ze zijn samen. Ze zijn moedig. Of zijn ze gek? De zeven spelers van ROSES brengen een ode aan de Weisse Rose, het door broer en zus Hans en Sophie Scholl opgerichte studentenverzet tegen het nazi-terreur-regime. In beeld, beweging, muziek en tekst geven zij een groep weer waarin broederschap en vertrouwen van levensbelang is. Dit is niet een verhaal over de jaren veertig. Dit is een verhaal over een groep jonge mensen die elkaar, dwars tegen alles in, compleet vertrouwt. In ROSES werken de dansers en muzikanten van De Dansers uit Utrecht voor het eerst samen met de acteurs van Theater Strahl, hét podium in Berlijn voor uitdagend theater voor jong publiek.
Christophe Meierhans – BE - Some Use For Your Broken Claypots ma 19 & wo 21 mei: 19.00 (90 min) Utrecht University School of Governance Hoe zou onze democratie eruitzien met andere wetten? Christophe Meierhans heeft daar zo zijn eigen ideeën over... In Some Use For Your Broken Claypots voert hij als gepassioneerde verkiezingskandidaat in een collegezaal campagne voor een radicale verandering van de democratische orde zoals we die nu kennen. Meierhans is voor een nieuwe grondwet en een nieuw kiessysteem. Hij wil een eind maken aan het aan de macht komen door verkiezingen – hij wil mensen juist met verkiezingen uit hun macht zetten. Net als de oude inwoners van Athene dat deden. Zij schreven tijdens volksbijeenkomsten op een scherf van een pot de naam van degene die volgens hen de stad moest verlaten. Meierhans gaat uit van dit klassieke systeem en bouwt aan een toekomstige democratie. Ga jij op Meierhans stemmen?
Jaarverslag SPRING 2014
10
Jan Martens – NL / BE - The Dog Days Are Over di 20 & wo 21 mei: 21.00 (60 min) Theater Kikker (grote zaal) Acht dansers. Ze springen. Ze bewegen snel. Ze zweten veel. Ze falen soms. The Dog Days Are Over toont dansers die zich overgeven aan die ene fysieke handeling: de sprong. Een mathematische choreografie en herhalende uitputtingsslag als bewijs dat de dansers slechts uitvoerenden zijn, in dienst van… ja, wat eigenlijk? De danser als gladiator in een arena waar de scheidslijn tussen kunst en vermaak erg dun is. Na een aantal innemende en indringende solo’s maakt Jan Martens deze keer een groepswerk, geïnspireerd door de beroemde Amerikaanse fotograaf Philippe Halsman. Zijn foto’s van talloze springende beroemdheden lieten volgens hem ‘het ware gezicht’ zien van de mens. Martens toont je in The Dog Days Are Over de ware mens achter de perfecte danser
De Utrechtse Spelen i.s.m. Rosa Ensemble – Nl - Crave di 20 t/m zo 25 mei: 21.00 (75 min) De Paardenkathedraal Crave is de eerste voorstelling van het vernieuwde De Utrechtse Spelen, het stadsgezelschap van Utrecht onder artistieke leiding van Thibaud Delpeut. Na de successen Blasted en 4.48 Psychosis ensceneert Delpeut met Crave opnieuw een tekst van de voor hem zo belangrijke Britse toneelschrijfster Sarah Kane. Delpeut zet Crave neer als een stemmenpartituur voor twee mannen en twee vrouwen die in de woestenij van het grootstedelijke leven zoeken naar verbintenis en betekenis en hunkeren naar de louterende kracht van de liefde. In een gelaagd weefsel van vraag en antwoord, monoloog en samenspraak wordt een zinderende wereld gecreëerd van verlangen, onderdrukking, verlossing en macht. Speciaal ter gelegenheid van SPRING maken twee Utrechtse gezelschappen gezamenlijk een nieuw werk. Crave is de eerste Utrechtse cocreatie tussen De Utrechtse Spelen en het Rosa Ensemble. componist Wilbert Bulsink ontwikkelt een exclusieve nieuwe compositie voor vier musici die op het podium vier acteurs ‘schaduwen’.
Jaarverslag SPRING 2014
11
Radhouane El Meddeb, Alexandre Fournier & Matias Pilet – FR - Nos Limites wo 21 & do 22 mei: 19.30 (50 min) Stadsschouwburg Utrecht (Blauwe Zaal) Met Nos Limites heeft de Franse choreograaf Radhouane El Meddeb een ingetogen liefdesduet gemaakt waarin twee mannen hun lichamen in elkaars handen leggen en de verschillende aspecten van hun relatie verkennen. Een van hen lijkt verlamd te zijn. Met zijn beperking laat hij ons zien hoe wij als mens instinctief het vermogen hebben om veerkrachtig te zijn en onze wil en ons lichaam op te pakken. El Meddeb maakte de voorstelling samen met Matias Pilet en Alexandre Fournier, twee circusartiesten. Het resultaat is een mengvorm tussen de acrobatiek van beide circusartiesten en de choreografische blik van El Meddeb. Nos Limites is een tedere dansvoorstelling en een stuk van grote schoonheid en menselijkheid, waarin wordt gereflecteerd op de beperkingen van de mens en het vermogen om daar bovenuit te stijgen.
Alexandra Bachzetsis - CH / GR - The Stages of Staging do 22 mei: 21.00 (70 min) // vr 23 mei: 19.15 (70 min) Het Huis Utrecht (Theaterzaal) “It’s a romance. It’s a romantic comedy. It’s an action movie. It’s a cover version.” of is het een repetitie? Een webcam-auditie op YouTube? Bij Alexandra Bachzetsis weet je het nooit… Met een enorme virtuositeit, elf performers en een sportschool als decor stelt ze in The Stages of Staging vragen over de manier waarop wij tegenwoordig onze persoonlijkheid vorm geven via sociale media, sport, sexy liedjes, persoonlijke ontboezemingen en privéfilmpjes. Klaar om als het volgende topmodel of beste danser van Nederland ontdekt te worden. Het leven als een selfie. Want één ding is duidelijk: alles is ‘toneel’ en we worden misschien wel permanent bekeken. Dus kunnen we maar beter gaan trainen om ons lichaam en uiterlijk in optimale vorm te krijgen. De voorstelling van Bachzetsis is een reflectie op onze mediasamenleving anno 2014.
Jaarverslag SPRING 2014
12
Maija Hirvanen – FI - For Those Who Have Time vr 23 mei: 19.30 (45 min) // za 24 mei: 21.00 (45 min) Theater Kikker (grote zaal) For Those Who Have Time is voor mensen die de tijd hebben. Je hebt er eigenlijk niet veel van nodig, slechts drie kwartier. Wat al best veel kan zijn in deze hectische tijden waarin we met zoveel dingen tegelijkertijd bezig zijn, steeds sneller gaan en nergens tijd meer voor kunnen vinden... Het nieuwe stuk van de Finse choreografe Maija Hirvanen neemt deze manische tijd onder de loep en stelt de vraag wat nu werkelijk belangrijk is. For Those Who Have Time is een uiterst precieze choreografie van overdreven lichamelijke, gekke en minimalistische vormen van dans vol verfijnde emotie. Een voorstelling over de gewoontes en het ritme van ons moderne leven waarmee Maija Hirvanen spot met de drukte die we over onszelf afroepen.
Mathilde Monnier & Dominique Figarella – FR - Soapéra vr 23 mei: 21.00 (50 min) // za 24 mei: 19.30 (50 min) Stadsschouwburg Utrecht (DE-Zaal) Het licht gaat aan. Een berg van schuim vult het podium. Het ziet er uit als een sculptuur maar het beweegt, trilt en zweeft. En dan, dansers duiken op. Ze spelen met het schuim, duwen het in vormen, maken nieuwe ruimtes, laten het uit elkaar vallen. Het schuim is als een ongeïdentificeerd dansend object dat een eigen leven leidt, een half vloeibaar decorstuk dat telkens weer verandert. Mathilde Monnier, die onlangs werd benoemd tot artistiek leider van het prestigieuze Centre National de Danse in Parijs, staat bekend om de dialoog die ze voert met andere kunstvormen. Voor Soapéra werkte ze samen met beeldend kunstenaar Dominique Figarella. Samen maakten ze een speelse choreografie met een decor als een schilderij waarin de dansers rondstappen. Dans en schilderkunst komen op nieuwe manieren samen door de dansende verf en de vervende dansers.
Ula Sickle - BE / CA - Kinshasa Electric vr 23 mei: 22.30 (70 min) // za 24 mei: 21.00 (70 min) Stadsschouwburg Utrecht (Blauwe Zaal) Hiphop en streetdance uit Kinshasa, hedendaagse dans uit Brussel en een Duits-Israëlische DJ die internationale ritmes en lokale beats mixt. Met deze elementen zoekt choreografe Ula Sickle eerder naar de overeenkomsten en binding dan naar de afstand tussen Afrika en Europa. In Kinshasa Electric vormt choreografie het uitgangspunt en toont Sickle hoe de lijnen tussen pop en hoge cultuur, hier en daar, kunst en commercie, authenticiteit en uitverkoop vervagen in een geglobaliseerde wereld als de onze. Net als bij eerdere projecten werkt Ula Sickle voor Kinshasa Electric samen met jonge Congolese Jaarverslag SPRING 2014
13
dansers. Sickle focust zowel op de individuele achtergrond van de dansers, de invloed van de dansstijlen uit het Afrikaanse nachtleven als op de manier waarop hun bewegingen cultureel en politiek gecodeerd zijn. Kinshasa Electric maakt van een Utrechtse theaterzaal een Afrikaanse nightclub.
Alma Söderberg & Hendrik Willekens - Nl/ SE / BE - Idioter vr 23 mei: 22.30 (60 min) // za 24 mei: 19.30 & 22.30 (60 min) Kapitaal Idioter is een concert, een performance en een live drawing. De Zweedse alma Söderberg danst en ‘verklankt’ een choreografie voor stem en beweging, de Vlaming Hendrik Willekens tekent. Koppig en consequent volgen en combineren deze jonge makers hun eigen methodes. Willekens met zijn getekende geometrische landschappen, Söderberg spelend met lettergrepen, intonatie en cadans. En dan is er de snoeiharde live electromuziek. De gecreëerde droomtaal en het intens ritmisch spel zuigen de toeschouwer mee in een flow. En de titel? In het Nederlands is ‘idioter’ de overtreffende trap van idioot, in het Zweeds het meervoud ervan. Söderberg en Willekens kozen de titel aanvankelijk omdat het zo mooi klonk. Later kreeg het woord betekenis voor het repetitieproces: het eindeloos herhalen en blijven ontdekken van wat hun hoofden en handen zouden maken.
Overige activiteiten SPRING richt zich op 3 doelgroepen waar het gaat om theoretische reflectie, educatie en verdieping: de kunstvakstudenten en jonge professionals met de SPRING Academy, de ROC scholier via een educatie project, en de algemene bezoekers via de diverse vormen van inleiding en nagesprek. SPRING Academy Een belangrijke educatieve activiteit van SPRING is de SPRING Academy, die we in samenwerking met de vakgroep Theaterwetenschap van de Universiteit Utrecht organiseren. SPRING Academy vraagt kunstenaars om meer achter te laten dan alleen een goede voorstelling, om jongere makers en theoretici over hun artistieke praktijk te leren. De deelnemers (studenten en kunstenaars) nodigen we uit om bekende internationale kunstenaars te ontmoeten, kennis te nemen van verschillende manieren van werken en te reflecteren op hun werkveld. In totaal namen 46 studenten deel aan de SPRING Academy, in de leeftijd tussen 20 en 37 en afkomstig uit 11 landen (Nederland, Engeland, Noorwegen, Finland, Italië, Zwitserland, China, Canada, Griekenland, Duitsland en Georgië). De achtergrond van de deelnemers varieerde van performance, beeldende kunst, scenografie, choreografie en theaterwetenschap tot dans en literatuurwetenschap. Een mix die correleert met het cross-overprogramma van SPRING. De openJaarverslag SPRING 2014
14
call pro ramma’s werden be eleid door de dramaturgen Fransien van der Putt en Anoek Nueyens. SPRING Academy vond voornamelijk plaats in Het Huis Utrecht, een ideale werkplek voor een academie. Educatie project aar aanleidin van de voorstellin “The ta es o ta in ” (Alexandra Bachzetsis) heeft SPRING i.s.m. een aantal CMV studenten van de Hogeschool Utrecht studenten van de Utrechtse Dansacademie (MBO) benaderd om met het materiaal van de voorstelling hun eigen interpretatie te onderzoeken en te vervormen tot een eigen voorstelling. Zwitserse choreograaf Alexandra Bachzetsis maa te “The ta es o ta in ” een dansvoorstellin die aat om het per ormen zel : waarom willen we ons presenteren aan andere mensen, waarom willen we ons zo graag profileren en hoe doen we dat, als onszelf of als degene die we op het podium worden? Met deze vorm van educatie heeft SPRING zich voor het eerst gericht op een jongere doelgroep, de MBO student. Een dergelijke aanpak levert, mits uitvoerige begeleiding wordt geboden, een kleine, zeer gemotiveerde groep bezoekers op, die vanuit de betrokkenheid bij het festival tot potentiele vaste bezoekers kunnen uitgroeien. Algemene bezoekers Na gemengde ervaringen in 2013 heeft SPRING de educatie voor het algemene publiek aangepast. We hebben de flits-intro’s vlak voor de voorstellingen gehouden, waarbij artistiek leider Rainer Hofmann of artistiek adviseur Karlien Vanhoonacker in het kort wat context en een kleine uitleg geeft waarom de voorstelling is geprogrammeerd. We hebben met succes twee nieuwe vormen voor het na espre eïntroduceerd: “10 minutes – 10 questions” en de “bar tal s”. n de eerste verzamelen we direct na de voorstellin vra en uit het publiek, die de kijkers op kaartjes kunnen schrijven. Een gastheer (Martijn de Rijk - toneelspeler, schrijver en regisseur of Maarten Duinker –programmeur Melkweg) kiest een aantal van deze publieksvragen uit om aan de maker te stellen. Het was een korte, aanstekelijke vorm om vragen te stellen, met over het algemeen zeer interessante vragen die voortkwamen uit de nieuwsgierigheid van het publiek. De “bar tal s” werden door Bas Harin ( ilosoo ) o Maarten Duin er gepresenteerd en waren niet gericht op de makers. In een gezellige bar-achtige setting werd een aantal gasten die iets te maken hadden met de thema’s van de voorstellin evraa d naar hun ei en ervarin en met de voorstellin . De beide vormen van nagesprek trokken telkens tussen de 30 en 130 mensen. Een speciaal na espre dat dieper op de materie in in vond plaats na de voorstellin “ ta es o ta in ” van Alexandra Bachzetsis in het ader van het project “De Vuurlinie” een initiatie van Domein voor Kunstkritiek. Zeven partners uit verschillende werkvelden (Eye Museum, Museum Boijmans van Beuningen, Dutch Design Week, e.a.) werkten hierbij samen, met als doel schrijvers ervaring te laten opdoen in het schrijven van langere essays. Theatercriticus Simon van den Berg (Theater rant Het arool) schree over “ el -desi n” en de voorstellin “ ta es o ta in ”. Annette van Zwoll leidde een discussie die gebaseerd was op Simon van den Bergs essay, met Alexandra Bachzetsis en twee televisieredacteuren die o.a. voor “Bi Brother” en “Utopia” hebben ewer t. Randprogramma Het randprogramma heeft ten doel het publiek extra inzicht en context te bieden. Daarnaast is het een aanvulling op de programmering die bijdraagt aan de festivalbeleving. In 2014 waren er o.a.
Jaarverslag SPRING 2014
15
Pentatones & special guests (live), DJ’s and more DE / Nl SPRING party i.s.m. Stadsschouwburg Utrecht In samenwerking met Stadsschouwburg Utrecht en club Zindering werd de schouwburg omgetoverd tot een tijdelijke club. Op het podium van de grote zaal stond de opwindende Duitse electroact Pentatones (Freaky pop meets Berlin beats) die voor deze laatste SPRING-avond uitpakte met speciale gasten uit Kytopia. Aansluitend en ook op andere plekken in de schouwburg draaiden diverse DJ’s. Electro indie hiphop, funk, house.
Utrecht Connection Nl Met o.a. Expodium & Dutch Game Garden SPRING brengt de wereld naar Utrecht en presenteert Utrecht aan de wereld. Naast internationale staan ook verschillende Utrechtse voorstellingen op het festival. Utrecht heeft een rijke voedingsbodem. Zo barst de stad ook van veelzijdige en verfrissende young creatives die zich met andere kunstvormen bezig houden dan podiumkunsten. SPRING daagde hen uit om een verbinding te maken met hun eigen discipline en die van de podiumkunsten. De stedelijke denktank Expodium cureerde op zaterdag 17 mei een programma met lezingen, performances en muziek gebaseerd op stedelijk onderzoek in Utrecht. Het uitgangspunt is het thema van SPRING, More Future. Zondag 18 mei demonstreerden een aantal ondernemers die onder het dak van Dutch Game Garden werken hun nieuwe ontwikkelingen op het gebied van gaming. Zo lanceerde Game Oven Studios op deze dag een dans-app i.s.m. Het Nationale Ballet.
Op stap met… Rainer Hofmann (SPRING), Karlien Vanhoonacker(SPRING) of Steven Peters (Stadsschouwburg Utrecht) Jaarverslag SPRING 2014
16
Met Op stap met… kon je SPRING als, én mét, een theaterprogrammeur beleven. Hoe kijkt een programmeur naar voorstellingen? Waarop selecteert een programmeur makers? Gaat een programmeur ook in z’n vrije tijd naar theater? Bij Op stap met… zit je op de eerste rang bij voorstellingen, ga je all areas, praat je met elkaar na, ontmoet je theatermakers en choreografen in de gangen van het theater of aan de bar. Op stap met… is een exclusieve avond uit, inclusief diner en een drankje na de voorstelling.
De Vuurlinie – Kunstkritiek Nu De Vuurlinie is een initiatief van Domein voor Kunstkritiek, literair tijdschrift De Gids en acht culturele instellingen waaronder SPRING. Een jaar lang verschijnen publicaties van jonge schrijvers over kunst en cultuur van nu en de samenleving van straks. In het kader van deze samenwerking vond op vrijdag 23 mei na afloop van The Stages of Staging in Het Huis vindt een nagesprek plaats met o.a. journalist Simon van den Berg (Parool).
SPRING & Orde van de Dag De laatste zondag van de maand is stadsschouwburg Utrecht decor voor theatrale nieuwsshow Orde van de Dag. Onder leiding van Oscar Kocken en Greg Nottrot werpen acteurs, muzikanten, cabaretiers en schrijvers met sketches, liedjes, columns, theaterscènes en gedichten hun licht op het allerlaatste nieuws. En op SPRING, want ter afsluiting van het festival schiepen de heren en dames orde in de waan van de afgelopen (festival)dagen.
Jaarverslag SPRING 2014
17
Festivalhart Tien dagen lang was het festivalhart van SPRING in het park voor de Stadsschouwburg Utrecht dé plek waar je als festivalganger, maar ook als onverwachte passant, terecht kon voor een heerlijke daghap, een biertje in de lentezon en een rendez-vous met loslopende theatermakers, choreografen, dansers, acteurs en performers van het festival.
Reizende cultmarkt Le Bazarre Op zaterdag 24 mei was Le Bazarre net als vorig jaar te gast in en rondom het festivalhart van SPRING. Le Bazarre, een initiatief van muziekfestival Le Guess Who?, heeft elke editie een andere samenstelling van verkopers: je vindt er jonge creatieven, duurzaamheidsgoeroes, boeren uit de streek en dwarsdenkers. Kwaliteitsvintage, design, tweedehands kleding, vinyl, boeken, grafische kunst, zelfgemaakte- en streekproducten, je vindt gegarandeerd iets moois om mee naar huis te nemen. Tijdens Le Bazarre zor en diverse DJ’s voor de ideale zaterdagmiddagmuziek.
SPRING & EKKO Het festivalhart als indie-electro-brass -singersong-rock-folk-poppodium. Utrecht werd tijdens SPRING tien dagen lang overspoeld met opwindende dans en theater uit binnen- en buitenland. Maar ook met muziek! In samenwerking met Ekko bood SPRING elke dag het podium aan een band of artiest. Van upcoming acts en nieuwe talenten tot local heroes. Speciale Jaarverslag SPRING 2014
18
aandacht was er voor Frankrijk want net als in de Franse dans- en theater scene gebeuren er in dat land veel spannende dingen op het gebied van muziek.
SPRING & Culturele Zondag Tijdens het laatste SPRING-weekend vond in het kader van culturele Zondagen een aantal activiteiten plaats. Met het thema ‘ tad van de Toe omst’ sloot deze editie van culturele Zondagen goed aan op het programma van SPRING waarin de toekomst van theater en dans centraal stond. Op zaterdag 24 mei trokken De Dansers samen met tientallen jongeren Utrecht in om Roses als korte stadsvoorstelling te dansen. Zondag 25 mei kon je na tien dagen in de zaal zitten nu zelf op het grote podium van de schouwburg staan met de dans-app van Game oven of in een workshop van De Dansers.
(Inter)nationale samenwerkingen Internationale netwerken SPRING maakt onderdeel uit van diverse Europese netwerken. Drie twee- of meerjarige projecten zijn in 2014 afgerond: Départs Het Départs-netwerk (PARTS Brussel, Alkantara Lissabon, CDC Toulouse, HAU Berlin, Vooruit Gent, NTI Riga, PACT Zollverein Essen, Station Service for Contemporary Dance Belgrade, MDT Stockholm, Trafo Budapest en Zodiak Helsinki) biedt jonge choreografen in heel Europa ondersteuning. SPRING coproduceerde en presenteerde Kinshasa Electric door Ula Sickle. Deze productie toert op dit moment door Europa en in Congo. Voor 2015-2018 is een nieuwe aanvraag onder de titel [DNA] (Departure and Arrival) succesvol ingediend bij de EU, waarvoor SPRING de School voor Nieuwe Dans Ontwikkeling (SNDO) in Amsterdam als nieuwe Nederlandse partner uitgenodigd heeft. Dit biedt de mogelijkheid om nieuwe Nederlandse kunstenaars bij dit netwerk te introduceren. Festivals in Transition – Global City Local City SPRING is tevens co-organisator voor het netwerk Festivals in Transition (LIFT London, Spielart München, Baltic Circle Helsinki, Homo Novus Riga, Bunker Ljubljana, August Dance Tallin, Alkantara Lisbon). Dit netwerk ondersteunde in 2014 Julian Hetzel’s Still, dat op SPRING in première ging, en het IJslandse gezelschap Kviss búmm bang. Met nieuwe partners (Lokal Festival Reykjavik, Centrale Fies in Italië en Stowarzyszenie Rotunda in Krakow) is een nieuwe aanvraag bij de EU ingediend, onder de naam Urban Heat, die in de loop van 2015 gehonoreerd is. Second Cities Na twee producties in 2013 van Dries Verhoeven en Ligna coproduceerde en presenteerde SPRING binnen het second Cities netwerk (Hellerau Dresden, Kaserne Basel, Teatr Laznia Nowa Krakow, Theatre de Poitiers Scene Nàtional, Le Maillon Theatre de Strasbourg, Ringlokschuppen Jaarverslag SPRING 2014
19
Mülheim/Ruhr) de productie van Ant Hampton, Lest we see where we are, een één op één voorstelling gebaseerd op lokale verhalen en plaatsen, op en rondom het Domplein in Utrecht. Deze netwerken versterken het internationale profiel van SPRING, en zijn van belang voor internationale coproducties (en daarmee voor de Nederlandse/Utrechtse makers). Julian Hetzel, Lotte van den Berg en Dries Verhoeven profiteerden van deze netwerken, als ook de internationale artiesten die op hun beurt in Utrecht konden spelen. Deze netwerken zijn financieel ondersteund door het Europese Culturele programma vanuit het matchings-principe: een deel van het budget komt van de partnerfestivals, een deel vanuit het EU budget. Een broodnodige aanvulling op het festivalbudget. Maar het nieuwe Europese Culturele programma maakt het succesvol aanvragen moeilijker. De aandacht is verlegd van artistieke plannen naar publieksbereik. En de creatieve industrie is onderdeel van het programma geworden, wat de concurrentie vergroot. De eerste aanvraagronde laat de gevolgen duidelijk zien: slechts een klein aantal podiumkunst-netwerken is succesvol geweest, en een groot aantal aanvragen voor toegepaste en digitale kunst is gehonoreerd. De grotere culturele instellingen zoals musea met een eigen afdeling publieksontwikkeling zijn meer succesvol gebleken in aanvragen dan kleinere organisaties zoals de onze. SPRING en haar internationale partners reageren op deze ontwikkeling met nieuwe of aangepaste aanvragen. We willen vasthouden aan onze artistieke profielen, maar de relatie met het publiek meer centraal stellen, en ons werk meer bezien en beschrijven vanuit het perspectief van het publiek en de gemeenschap. Nationale netwerken Binnen Nederland is SPRING in regelmatig overleg met collega festivals via de VSCD festival sectie. Binnen deze sectie wordt onder andere gesproken over de relatie van de festivals t.o.v. de podia in Nederland, de positie in de keten van leren, produceren en presenteren, de problematiek omtrent aanbod en afname en de politieke agenda richting nieuwe kunstenplan. Inhoudelijk is er afstemming met o.a. Noorderzon Performing Arts Festival, de Keuze, Julidans op het gebied van gezamenlijke presentaties en talentontwikkeling. Lokale netwerken Op lokaal niveau zoekt SPRING op brede schaal verbinding met instellingen en organisaties in de stad. Het festival heeft een podium geboden aan een aantal belangrijke Utrechtse kunstenaars: Dries Verhoeven, Lotte van den Berg, De Utrechtse Spelen en De Dansers hebben nieuw werk gepresenteerd op SPRING. Daarnaast is Julian Hetzel zich als Utrechts kunstenaar aan het vestigen na twee stukken op Festival a/d Werf en nu een eerste voor SPRING. SPRING heeft samengewerkt met een groot aantal Utrechtse organisaties zoals Ekko, Le Guess Who, de Universiteit Utrecht (Theaterwetenschap en de Utrecht School of Governance), de St. Willibrordskerk, het UCK, Culturele Zondagen, Expodium, Dutch Game Garden, Void, Le Bazar, en natuurlijk de zalen: SSBU, Theater Kikker, Het Huis Utrecht, het Academietheater en Kapitaal. Inbedding in de stad is belangrijk voor het creëren van draagvlak en het bundelen van krachten. SPRING blijft hier nadrukkelijk op inzetten.
SPRING talentontwikkeling SPRING speelt in eigen land en internationaal een belangrijke rol in het ondersteunen van jonge kunstenaars. Hoewel het reguliere budget van SPRING ruimte biedt voor maximaal twee coproducties, slaagden we er in 2014 in om zeven coproducties en één eigen productie te presenteren. Een aantal hiervan werden mogelijk gemaakt door verschillende Europese fondsgelden, anderen door extra gelden zoals de FPK Nieuwe Makers Subsidie en het Size Matters project, Jaarverslag SPRING 2014
20
waarvoor SPRING de innovatietoeslag van het FPK ontving, of met hulp van de Gemeente Utrecht. We coproduceerden Jan Martens (Size Matters), Florentina Holzinger & Vincent Riebeek, Alma Söderberg & Hendrik Willekens, Ula Sickle (EU-netwerk Departs), Ant Hampton (EU-netwerk Second Cities – Performing Cities), Kviss Bumm Bang (EU-netwerk Global City – Local City), en Dries Verhoeven (Second Cities – Performing Cities). Een SPRING-productie is Julian Hetzels Still – The Economy of Waiting met steun van de FPK Nieuwe Maker subsidie, gemeente Utrecht en het EUnetwerk Global City – Local City. Sommige van de bovengenoemde stukken hebben al een groot aantal speeldata gehad, zowel in Nederland als daarbuiten: Deze producties –en enkele uit 2013 en 2012 (Festival a/d Werf) – hebben al meer dan 600 speeldata vastgelegd. SPRING en Utrecht zijn zowel nationaal als internationaal goed zichtbaar dankzij deze producties. Met Julian Hetzel (FPK Nieuwe Makers Regeling) is SPRING reeds begonnen haar activiteiten in talentontwikkeling te verbreden. Julian Hetzel creëerde in 2014 Hetzel Still – The Economy of Waiting. Op het Janskerkhof in het centrum van de stad Utrecht maakte hij een performanceinstallatie over de relatie tussen wachten en werken. De installatie, die was ondergebracht in een reeks zeecontainers, was gedurende tien dagen acht uur per dag geopend voor het publiek. De bezoe er maa t in z’n eentje een ronde door een museumachti e settin . De ij er onder in in zijn of haar eigen tempo vijf ruimtes met verschillende installaties, gespeelde situaties, tableaux vivants, soundscapes en stilte. Een reis langs eilandjes van tijd, waarbinnen de gevestigde codes van de beeldende kunst en het theater in elkaar overliepen. Het uitgangspunt voor Still is Hetzels interesse in het proces waarin werk in onze tijd overgaat in een bezigheid. Tijdens een uitgebreid onderzoek naar stedelijke fenomenen, dat deel uitmaakte van het door de EU ondersteunde pro ramma “ lobal City – Local City” stuitte hij bij toeval op het wachten als dagelijks terugkerende handeling in het leven in de stad. En in Still zette hij de twee schijnbaar tegenstrijdige concepten van werken en wachten tegenover elkaar. Wachten voelt als iets statisch, terwijl het toch een overgangsbezigheid is; tussen nog niet en niet langer. Het is het niemandsland tussen denken en handelen. Wachten is een specifiek tijdelijke vorm van zijn. Julian volgde zijn interesse in de bijvan st en de “restjes” van het da elij se leven in speci ie e details en verbor en economieën. Hetzel zal in 2015 niet alleen het tweede nieuwe werk produceren, ook ondersteunt SPRING de ontwi elin van Hetzel’s artistie e en ondernemende vaardi heden door middel van een mentorin programma. Bovendien werkt SPRING met Hetzel aan t opzetten van zijn eigen stichting. De installatie van Julian Hetzel, recent afgestudeerd aan DasArts, wekte de interesse van programmeurs in Berlijn, Hannover, Gent en Antwerpen. Deze artist-in-residence van SPRING heeft delen van zijn installatie al gepresenteerd in München en Buenos Aires, heeft al een andere, kleine installatie op het prestigieuze Theater der Welt Festival in Mannheim getoond en een nieuwe voorstelling in Riga. Eerder werk presenteerde bij in Wenen en Leuven. SPRING produceert zijn daaropvolgende werk in samenwerking met een aantal internationale partners: South East Dance Brighton en Quadriennale Praag. SPRING presenteerde en coproduceerde in samenwerking met ICKamsterdam, Frascati Producties, DansBrabant, La Briqueterie CDC du Val-de-Marne, tanzhaus nrw and TAKT Dommelhof The Dog Days Are Over van Jan Martens in het kader van het Size Matters programma. Na Dialogue in 2013 was dit een volgende stap in de ontwikkeling van deze talentvolle choreograaf. Uitgangspunt van dit werk is een quote van de Amerikaanse fotograaf Philippe Halsman die in 1958 zei: "When you ask a person to jump, his attention is mostly directed toward the act of jumping and the mask falls so that the real person appears." Jaarverslag SPRING 2014
21
Zijn oto’s van talloze sprin ende beroemdheden lieten vol ens hem ‘het ware ezicht’ zien van de mens. Martens toont je in The Dog Days Are Over de ware mens achter de perfecte danser. The Dog Days Are Over is een werk dat de person achter de danser probeert te tonen. Acht dansers. Ze springen. Ze bewegen snel. Ze zweten veel. Ze falen soms. The Dog Days Are Over toont dansers die zich overgeven aan die ene fysieke handeling: de sprong. Een mathematische choreografie en herhalende uitputtingsslag als bewijs dat de dansers slechts uitvoerenden zijn, die op een bepaald moment de fout ingaan. Terwijl de danser perfectie nastreeft, toont het falen zijn ware persoonlijkheid. Ook loopt het Size Matters programma door in 2015 en 2016. Jan Martens maakt zijn grote zaal productie in 2016, het eindpunt van zijn Size Matters traject. Met een nieuwe Choreograaf, Nicole Beutler, wordt vanaf 2015 wederom de stap naar een productie voor het grote toneel gemaakt. Bij alle coproductiepro ramma’s van subsidiënten is aanvullende inancierin nodi . Voor een presenterende organisatie met een beperkte structurele subsidie zoals wij betekent dit, dat we inancierin uit verschillende subsidiepro ramma’s moeten combineren (Europees, nationaal, lokaal, privaat), met wellicht ieder verschillende belangen. Toekomstige coproducties op dit hoge internationale niveau zijn op dit moment lastiger te realiseren nu sommige EU-pro ramma’s zijn beëindigd en nieuwe aanvragen nog niet zijn beoordeeld. Tot nu toe zijn we goed geslaagd in het realiseren van coproducties, maar het wordt steeds moeilijker. Desalniettemin is het combineren van subsidiestructuren, gecombineerd met scherpe keuzes voor kunstenaars de enige manier om internationaal als betrouwbare partner op de kaart te blijven. SPRING blijft dus gefocust op internationaal samenwerken en het realiseren van nieuwe EU aanvragen.
Marketing I’m the new festival in town. Dat was na de fusie met Festival a/d Werf en Springdance het startpunt voor de marketing van SPRING Performing Arts Festival in 2013. Een nieuw festival in de stad Utrecht, een nieuw festival in Nederland. Ondanks de korte aanlooptijd naar de eerste editie (fusie 1 januari, start festival 15 mei) is het gelukt om het festival te realiseren en een eerste naamsbekendheid op te bouwen. SPRING 2013 was een begin. Voor SPRING 2014 was het dan ook van belan om dat ‘nieuwe estival’ verder te bren en want de eerste editie tro een leine ern van in podiumkunsten geïnteresseerd publiek, maar (nog) niet het gewenste aantal bezoekers. De algemene marketingdoelstelling voor SPRING 2014 was daarom het vergroten én verbreden van het SPRING publiek. De strategie voor de marketing richtte zich op een grotere naamsbekendheid van ‘het mer ’ en het profiel van SPRING als festival. De strategie focuste zich op zowel het publiek dat ons al kent (oud-bezoekers Festival a/d Werf, Springdance en SPRING 2013) als op een potentieel, nieuw publiek. Hiervoor zijn reeds in het strategisch marketingplan van 2013 drie doelgroepen vastgesteld: de kritische kenner, jonge kosmopoliet en welgestelde cultuuromnivoor. Aangevuld met een kleine maar voor SPRING erg belangrijke doelgroep: de professional. Met specifieke acties gericht aan genoemde publieksgroepen is geprobeerd meer naamsbekendheid te genereren en kaartverkoop te realiseren. Daarnaast was de marketingstrategie gericht op het verlagen van de drempels voor bezoek en het verhogen van de motivatie voor bezoek. Hier zijn een aantal marketingmiddelen op ingezet. Een overzicht van een aantal middelen en hun resultaten:
Jaarverslag SPRING 2014
22
Campagne en visuele communicatie In 2013 werd de campagne en daarmee introductie van SPRING ingezet vanuit de gedachte van een (hernieuwde) ontmoeting: SPRING ontmoet haar publiek, het publiek ontmoet het nieuwe festival. Dit resulteerde in vier campagnebeelden om onszelf te presenteren, die met de zin I’m a…. het publiek zouden moeten uitdagen, nieuwsgierig moeten maken SPRING te bezoeken. Deze campagne was erg conceptueel en communiceerde misschien niet helder genoeg om de drie doelgroepen aan te spreken. Om het merk SPRING en het profiel van het festival in 2014 te verduidelij en is de ‘loo & eel’ van de campa ne e ocust op de combinatie van de naam SPRING en de duidelijke boodschap 10 Days Dance, Theatre & More. De doorvertaling van deze merkstrategie naar diverse campagnemiddelen, die op hun beurt gericht werden verspreid onder de beoogde doelgroepen (potentieel en bestaand publiek) leverde duidelijke zichtbaarheid op. Customer Relationship Management Bij Customer Relationship Management (CRM) oftewel relatiebeheer draait het om persoonlijke en gerichte informatievoorziening. Vanuit de kennis dat het vergroten van je publiek het meest kansrijk is bij de publieksgroep die al bekend is met het festival, heeft SPRING post- en digitale mailings verstuurd naar oud-bezoekers. Deze mailings werden gedifferentieerd op basis van bezoekvoorkeur, zo ontvingen de oud-Springdance bezoeker een andere mailing dan de oud-Festival a/d Werf bezoeker. Alle oud-bezoekers ontvingen per post de festivalbrochure en per e-mail kort voor het festival een digitale aankondiging. Om het publiek te verbreden is o.a. in samenwerking met de Stadsschouwburg Utrecht een postmailing met brief en flyer verstuurd aan hun dans- en theaterpubliek, specifiek gericht op ons aanbod in hun zalen: Iets avontuurlijker dan hun gebruikelijke programmering, maar zeker passend bij (een deel van) hun publiek. Hierdoor hebben we SPRING bij ruim 8000 theaterbezoekers onder de aandacht kunnen brengen. Het CRM is ook ingezet om drempels te verlagen en motivatie tot bezoek te verhogen. Middels maandelijkse nieuwsbrieven (vanaf april tweewekelijks) aan 13289 subscribers werd informatie gegeven over de voorstellingen, het extra programma, het festivalhart, de muziekprogrammering en specials. Door korte en wervende berichten in de nieuwsbrief direct te linken naar aartver ooppa ina’s en het pro rammaoverzicht waar met hashta s (#’s) voorstellin en werden gebundeld, werd direct bezoek aan de SPRING website gestimuleerd. Bovendien ontving iedere kaartkoper in 2014 een pre- and after servicemail. In een servicemail verschilde de inhoud van voorstelling tot voorstelling op basis van aankoopgedrag. Na afloop werd de interactie bevorderd door het aanbieden van een survey waarmee bezoekers hun mening konden delen met SPRING. De CRM-werkwijze levert nuttige informatie op voor SPRING. Door het survey in de after-servicemails en het samenvoegen van alle adres- en kaartverkoopgegevens (van beide voorgangers en SPRING 2013) met data via de website ( ij wijzer ‘ uide Me’ bezoe ers edra ) hee t een volledi databestand opgebouwd. Al deze informatie wordt in het CMS, de achterkant van de website, samengebracht en beheerd waardoor het gemakkelijker wordt om tijdens volgende festivaledities gegevens te monitoren en direct te reageren door gericht e-mails te sturen naar kaartkopers. Na afloop kunnen nu ook sneller resultaten worden vergeleken en geanalyseerd via het data Jaarverslag SPRING 2014
23
visualisatieprogramma Tableau omdat kaartverkoopgegevens, adressenbestanden en websitestatistieken zijn gebundeld. SPRING heeft in samenwerking met online partner WeCross een grote stap gemaakt in dataverzameling, data-analyse en implementatie van conclusies. Website & social media Het afgelopen jaar is met name in de weken voor het festival, wanneer de meeste informatie te delen valt, ingezet op online zichtbaarheid via social media maar ook via Google, YouTube en specifieke websites die de vastgestelde doelgroepen bezoeken. Mede door in te zetten op doelgroepgerichte Facebook-advertenties (bijv. aan ondi in voorstellin ‘tar etten’ op ritische kenner op basis van voorkeur media, vrijetijdsbesteding, woonplaats e.d. ) is de interactie op Facebook toegenomen en het aantal volgers gestegen. Via Google Remarketing werden advertenties via Google-pa ina’s etoond aan mensen die eerder de website van bezochten en met behulp van oo le Display etwor werden advertenties oo weer e even op pa ina’s waar potentiele SPRING bezoekers komen (bijv. Dans Magazine, 3voor12). Zo bleef SPRING zichtbaar tijdens diverse online activiteiten van potentiele bezoekers, van het zoeken via Google en tijdens het Facebooken met vrienden of het filmpjes kijken op YouTube. Voor SPRING is de website van groot belang voor het verzamelen van informatie over de bezoekers. Webstatistieken (surfgedrag) en kaartverkoopgegevens via de webshop leveren relevante gegevens die van belang zijn in het (bij)sturen van de marketingstrategie voor komende jaren. Door voorstellingen in het programma te labelen op basis van voorkeuren van de drie doelgroepen geeft de kaartverkoop samen met de resultaten van de Guide Me inzicht in het bereik van deze doelgroepen. Zo behoort 38,7% van de kaartkopers tot de groep van Kritische Kenner (verantwoordelijk voor 50,6% van de kaartverkoop), 23,8 % tot de Welgestelde Cultuuromnivoor (31,2% kaartverkoop) en 13,8% tot de Jonge Kosmopoliet (18,1% kaartverkoop). Een deel van de bezoekers is ongedefinieerd (23,5%) doordat er aan een aantal voorstellingstickets zoals bij de Double Bill geen gedefinieerde doelgroep kon worden gekoppeld. n 2014 werden online meer aarten (13%) ver ocht dan in 2013. Het ‘responsive’ ara ter de toegankelijkheid van de website op diverse apparaten maakt dit mogelijk. Het was als bezoeker gemakkelijk op je mobiel of tablet de website te raadplegen. Overigens werd de website in 2014 als traag ervaren waardoor bezoekers gemiddeld iets minder lang op de website verbleven en minder pa ina’s bezochten. Dit hebben we in aanloop naar het festival kunnen oplossen door aanpassing van het hosting-pakket en daarmee is dit probleem voor volgend jaar uitgesloten. Free publicity Door in te zetten op cross-selling is het afgelopen jaar het aantal vermeldingen via organisaties en partners toegenomen (van 8 in 2013 naar 67 in 2014). Op deze manier heeft SPRING zowel online als via de verspreiding van drukwerk kunnen verder kunnen werken aan de naamsbekendheid van SPRING. Ook heeft cross-selling content opgeleverd voor de website en social media, denk aan het tippen activiteiten van partners die interessant zijn voor SPRING bezoekers. Het aantal publicaties via media is ook gestegen van 146 vorig jaar naar 193 in 2014. Enkele resultaten SPRING trok het afgelopen jaar in totaal 14792 bezoekers waarvan 5402 kernprogrammering en 9390 extra programmering (incl. SPRING Academy). Het totaal aantal bezoekers is ten opzichte van 2013 licht afgenomen (2013 = 14889), met name doordat in 2014 een gratis toegankelijk, tiendaagse installatie in de openbare ruimte ontbrak (Ceci N’est Pas… van Dries Verhoeven trok in 2013 dagelijks ruim 500 bezoekers). In 2014 is het bezoek aan de betaalde programmering licht gestegen (2013: 5297, 2014: 5402). De bezetting van de kleine en middenzalen geeft aan dat de kracht van SPRING zich hier bevindt (2013: 49,5%, 2014: 65,8%). De grote zaal van de Stadsschouwburg Utrecht bleek Jaarverslag SPRING 2014
24
ook dit jaar een maatje te groot (bezetting 2014 43%), ondanks de gerichte en persoonlijke benadering van Stadsschouwburg Utrecht bezoekers; van het totaal aantal SPRING bezoekers in 2014 dat bekend is via het kaartverkoopsysteem komt 2,4% (194) uit de groep van 8087 aangeschreven Stadsschouwburg Utrecht bezoekers. Van het totaal aantal bezoekers in 2014 is 21% bekend als oud-bezoeker van Festival a/d Werf, Springdance of SPRING 2013 d.w.z. bezoekers die in het verleden kaarten hebben gekocht en hun NAW-gegevens hebben achtergelaten. Uit het tevredenheidsonderzoek komt naar voren dat 30% van de bezoekers niet eerder het festival bezocht. De meeste bezoekers komen uit Utrecht (48,3%), Amsterdam (13,5) en Rotterdam 1,5%, alle overige steden zijn onder 1%. SPRING trekt een HBO/WO publiek (91,3%) en is verdeling vrouw-man is 68,2% - 31,74%. SPRING heeft een tevredenheidsonderzoek uitgevoerd, aangevuld met een survey in de afterservicemail direct na bezoek. De tevredenheid van het SPRING publiek is groot, zo valt te concluderen (59% geeft als cijfer een 8 of hoger). Ook geeft de huidige bezoeker aan dat zij vrienden, familie, kennissen en colle a’s zou willen uitnodi en voor . n a ter-servicemails is de bezoeker de vraag gesteld in hoeverre zij het festival zouden aanraden aan anderen, in een range van 1 tot 10 waaruit het gemiddelde rolde van 8,2. Dit geeft een uitnodiging om de huidige bezoeker nóg meer te binden aan SPRING om te bewerkstelligen dat zij daadwerkelijk hun vrienden enthousiasmeren en meenemen. Afrondend en vooruitblik naar 2015 SPRING is op de goede weg richting de toekomst. Het programma heeft een duidelijk profiel gevonden in het tweede jaar na de fusie. SPRING heeft een eigen gezicht als een internationaal festival voor innovatief en cutting edge werk met een focus op het veld tussen dans en theater. SPRING ontvangt een hoge internationale erkenning en respect in het veld, maar er is nog veel te winnen bij het lokale publiek, dat langzaam het beeld van Festival a/d Werf en Springdance achter zich laat. Wij zijn ervan overtuigd dat Utrecht beschikt over een publiek voor dit soort uitdagende werk. Langzaam winnen we het vertrouwen van het publiek om het werk van onbekende kunstenaars te komen zien. Media reacties, erkenning van partners en de kaartverkoop tonen een positieve ontwikkeling. De visitatie commissie van gemeente Utrecht noemde SPRING Festival "een parel" en heeft ons aangemoedigd scherp te blijven in profiel en programmering. Wat betekent dit voor de toekomst? De toekomst is niet alleen 2015-16, maar ook de volgende Kunstenplanperiode 2017-2020. We proberen onze principes voor programmering te verscherpen en we willen nog duidelijk(er) maken waar we voor staan en wat te verwachten valt bij SPRING. Wij produceren en presenteren werk, omdat we geloven in bepaalde kunstenaars en hun werk. Deze kunstenaars zijn kunstenaars die hun eigen artistieke handschrift hebben ontwikkeld of aan het ontwikkelen zijn, worden gedreven door de noodzaak de wereld te bevragen, werk creëren dat communiceert met het publiek, nadenken over hun artistieke middelen in een nationale en internationale context, werken met nieuwe vormen en op het gebied van cross over, jon (van eest) zijn en artistie e risico’s nemen door middel van experimenten. Dit zijn de uitgangspunten voor de programmering voor 2015 (en voor de toekomst), dit is wat we willen communiceren. In 2015 resulteert dit in een internationale programmering met radicaal werk van onbekende kunstenaars zoals Geumhyung Jeong uit Zuid-Korea, maar ook in de presentatie van een zelden getoond werk door een van de meest invloedrijke theatermaker in Europa van dit moment: Romeo Castellucci. Op nationaal niveau produceren en presenteren we nieuw werk van Jaarverslag SPRING 2014
25
Julian Hetzel en ronden we zijn project van de Nieuwe Makers Subsidie met hem af. Het programma 2015 blijkt gecentreerd te zijn rond de term "Beyond Human", gewoon omdat veel kunstenaars bezig zijn met kwesties rond mens en machine, de grenzen van het mens-zijn, de invloeden van nieuwe technologieën. SPRING Academy groeit in 2015 van 40 tot bijna 150 deelnemers uit verschillende landen, waaruit de noodzaak blijkt voor kwalitatief hoogstaand educatief aanbod binnen de professionele sector en voor studenten in het veld. In 2016 zullen we als premières twee grote zaal producties van in Nederland gevestigde choreografen (Jan Martens en Nicole Beutler) coproduceren en presenteren. Beide maken deel uit van het Size Matters-programma van SPRING, dat choreografen helpt het werk voor de grote podia te produceren en distribueren. Op lange termijn blijven we op Europees niveau werken aan twee gehonoreerde projecten binnen het culturele programma van de EU en wachten we op de uitslag van een lopende aanvraag, en schrijven we op dit moment een nieuwe EU aanvraag. Wij willen in 2017 en 2018 concentreren op thema's rond activisme/artivism in het kader van het Europese project Urban Heat. In de komende jaren wil SPRI|NG ook meer onderzoek doen op het gebied van digitalisering in de podiumkunsten. In het algemene kader van het profiel van SPRING zullen deze twee e thema’s leidend zijn voor de komende Kunstenplanperiode 2017 - 2020. Maar eerst kijken we uit naar SPRING 2015:
Utrecht, Mei 2015
Jaarverslag SPRING 2014
26