AFSTUDEEROPDRACHT SEPTEMBER 2010 SCRIPTIE
AUTEUR: OPLEIDING: SCHOOL: OPDRACHTGEVER:
Gerard Scholte Bouwkunde Hanzehogeschool Groningen Stichting Woonstade
Monumenten & Energie Verlagen van het energieverbruik van een 16-tal monumentale duplexwoningen aan de P.Waijerstraat
| Monumenten & Energie
2
|. COLOFON AFSTUDEERPROJECT
AFSTUDEERCOMMISIE
Titel:
Begeleider: Naam: Begeleider: Adres: Telefoon: E-mail:
Hanzehogeschool Groningen dhr. R.Ovbiagbonhia Zernikeplein 11 9747 AS, Groningen 050-5954626
[email protected]
Lezer: Naam: Lezer: Adres: Telefoon: E-mail:
Hanzehogeschool Groningen dhr. R. de Vrieze Zernikeplein 11 9747 AS, Groningen 050-5954013
[email protected]
Monumenten en Energie Verlagen van het energieverbruik van een 16-tal monumentale duplexwoningen aan de P.Waijerstraat te Groningen
Datum:
11 maart 2011
Omvang:
90 Pagina’s, exclusief bijlagen
Bijlagen:
14 bijlagen
Status:
Definitief
AUTEUR Auteur: Student nr.: Opleiding: Email: Telefoon:
Gerard Scholte 303780 Bouwkunde Algemeen
[email protected] 06-51608768
OPDRACHTGEVER Naam: Opdrachtgever: Bezoekadres: Telefoon: E-mail:
Stichting Woonstade Hoogkerk – Noorddijk Dhr. W.J. Nolden, Directeur/ Bestuurder De verbetering 1, Hoogkerk 050-5531650
[email protected]
| Monumenten & Energie
3
| Monumenten & Energie
4
||. VOORWOORD Voor u ligt het verslag van mijn afstudeerproject. Het afstudeerproject is doorlopen aan het atelier Duurzaam van de Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele techniek van de Hanze Hogeschool in Groningen. In het atelier ‘Duurzaam’ worden vraagstukken behandeld, welke raakvlak hebben met energie en gebouwen. Tijdens mijn studie bouwkunde ben ik steeds meer geïnteresseerd geraakt in bouwfysica en het bedenken van energieconcepten voor projecten. Daarnaast kreeg duurzame ontwikkeling een steeds grotere invloed op mijn studie; de minor ‘herstructurering bestaand gebouw’ heb ik gevolgd naast de reguliere opleiding. Tijdens de minor ben ik bezig geweest om een nieuwe functie te zoeken en het energiezuinig maken van een kerk in Annerveenschekanaal. In deze lijn staat mijn afstudeeronderzoek; Verlagen van het energieverbruik van een 16-tal monumentale duplexwoningen aan de P.Waijerstraat te Groningen. Met het zoeken naar energiebesparende maatregelen van de monumentale woningen wil ik een bijdrage leveren aan de totale reductie van het energieverbruik.
Naast mijn begeleiders en raadgevers wil ik ook mijn vrienden, medestudenten en familie bedanken voor de steun en geduld tijdens zwaardere perioden van mijn afstudeeronderzoek het afgelopen jaar. Bij hen kon ik altijd terecht voor het ventileren van ideeën. De nuttige input die ik uit deze gesprekken ontving, heeft mij een hoop energie bespaard. Ook wil ik mijn vader persoonlijk bedanken voor het mogelijk maken, in financieel alswel in emotioneel opzicht. Ik wens u veel leesplezier toe en hoop dat het verslag een bijdrage kan leveren aan het duurzaam renoveren van de bestaande woningvoorraad. Gerard Scholte Groningen, januari 2011
Hier wil ik de docenten, gemeente Groningen en bedrijven bedanken die het afstuderen voor mij mogelijk hebben gemaakt. Ik wil mnr. Ovbiagbonhi, mevr. Versloot, mnr. Nolden en mnr. den Ouden bedanken voor de goede begeleiding en raad de afgelopen afstudeerperiode.
| Monumenten & Energie
5
|||. SAMENVATTING Probleemstelling Na de tweede wereldoorlog zijn er een grote hoeveelheid nieuwe woningen gebouwd met oog op de toen heersende woningnood. Deze woningen voldoen tegenwoordig niet meer aan de energetische eisen. Zo werd er tijdens de periode 1945- 1975 namelijk geen isolatiemateriaal toegepast, daarnaast werd er niet of nauwelijks over het eindige van fossiele brandstoffen nagedacht. Stichting Woonstade (woningcorporatie) heeft een 16-tal duplexwoningen in de verhuur (bouwjaar 1954). De 16tal duplexwoningen hebben een te hoge energieverbruik en genereren hierdoor tevens te veel CO2-uitstoot. Stichting Woonstade wil onderzoeken of het haalbaar is en hoe deze woningen het beste duurzaam te renoveren. De monumentencommisie heeft deze duplexwoningen uitgeroepen tot gemeentelijke monumenten, hierdoor worden ze beschermd door de monumenten verordening en is slopen geen optie geworden. Doelstelling Zoals in de probleemstelling beschreven is, is het hoofddoel van het onderzoek het adviseren van stichting Woonstade in het energieverbruik reduceren van de 16-tal monumentale duplexwoningen, met behoudt van de monumentale waarde. Het mikpunt zal een reductie zijn van 80% op het huidige energieverbruik. De reductie van 80% is het streven. Uit het onderzoek zal moeten blijken of het aannemelijk is om 80% te kunnen reduceren. Het uiteindelijke doel is dan ook als volgt samengevat: “De 16-tal monumentale duplexwoningen 80% energiezuiniger maken ten opzichte van het huidige energieverbruik (t.b.v. een duurzame renovatie), met behoudt van de monumentale waarde.”
Het uiteindelijk advies van dit afstudeerproject van energie besparende maatregelen zal leiden tot een eindresultaat, namelijk: “Een aantal energieconcepten van de woningen, wat zal worden gebruikt als randvoorwaarde voor het ontwerp van de architect/ ontwerper van de renovatie.” Aanpak Dit onderzoek kent een drietal fasen om het uiteindelijke doel te kunnen behalen: [1] “Nul meting”/ bestaande situatie: Er is onderzocht wat het uitgangspunt van de woningen naar energiebesparende mogelijkheden is. Met behulp van een inventarisatie op locatie en bouwtekeningen worden de gegevens in een energie prestatie rekenprogramma verwerkt. Uit deze rekenprogramma is geanalyseerd hoe de woningen energetisch presteren. [2] Case-studies: Er is onderzocht hoe er bij een drietal gelijkwaardige referentieprojecten/ renovaties is omgegaan met hun energetische problemen en wat voor energetische oplossingen zijn bedacht om het energieverbruik van de referentiewoningen te verlagen. Er is gekeken welke oplossingen kunnen worden gebruikt bij de 16-tal monumentale duplexwoningen. Uit de case-studies zijn een drietal energieconcepten gedistilleerd (doos-in-doos renovatie/ envelop renovatie/ traditionele renovatie). Envelop renovatie is niet toepasbaar op de duplexwoningen, aangezien hiermee de monumentale waarde wordt aangetast. [3] Nieuwe situatie: Met behulp van de case-studies, literatuur onderzoeken, interviews met specialisten, met daarnaast het bouwbesluit en monumentenverordering als randvoorwaarden, zijn er een viertal energieconcepten bedacht en toegepast op de monumentale duplexwoningen. | Monumenten & Energie
6
De gekozen varianten zijn verder ontwikkeld en verfijnd. De materialisatie is hierbij een belangrijk onderdeel. Het ontwerp is getoetst door middel van handberekeningen en berekeningen met computerprogramma’s. Er is gewerkt met een tweetal modelwoningen, namelijk P.Waijerstraat 11 en P.Waijerstraat 11a. Dit omdat er uit de “nul meting” geconcludeerd kan worden dat de woningen bouwkundig vrijwel identiek zijn en het onderzoek naar energiebesparende maatregelen zo overzichtelijk blijft. Resultaat De renovatie van de monumentale duplexwoningen wordt gerealiseerd met behulp van de trias energetica en bestaat uit de volgende maatregelen: Stap 1: vraagbeperking (energiebesparing) van de woningen; - Na-isoleren van de schil (begane grondvloer/ gevel/ dak); - Gebruik van beter geisoleerd glas; - Het verbeteren van de luchtdichtheid; - Het wijzigen van het bestaande ventilatieconcept; Stap 2: zoveel mogelijk duurzame energie; - Het toepassen van een warmtepomp; - Het toepassen van zonne energie; Stap 3: gebruik fossiele (eindige) energiebronnen efficiënt; - Het gebruik maken van laagtemperatuurverwarming; - Warmteterugwinning uit de ventilatie;
Binnen de duurzame renovatie zijn er een viertal energieconcepten ontwikkeld.De viertal energieconcepten zijn: [1] Traditionele renovatie met WTW [2] Traditionele renovatie met LTV, WTW en Pv twin panelen [3] Doos-in-doos renovatie met WTW en LTV [4] Doos-in-doos renovatie met LTV, warmtepomp, PV panelen en WTW Uit de energietechnische berkeningen komen twee verschillende soorten energieverbruik, namelijke gas (m3) en elektriciteit (kWh). Om de resultaten uit de energietechnische berekeningen overzichtelijk te krijgen zijn er in de conclusie niet met deze waardes gerekend, maar naar hoeveel CO2 de verschillende energieconcepten uitstoten. Uit de onderstaande tabel |||.1 valt af te lezen dat de 80% reductie van het energieverbruik t.o.v. het huidige verbruik, met behoudt van de monumentale waarde, t.b.v. een duurzame renovatie bijna kan worden gehaald, door concept 2.
Figuur |||.1: Percentage verlaging CO2- uitstoot
| Monumenten & Energie
7
INHOUDSOPGAVE |. COLOFON .................................................................................................................... 3 ||. VOORWOORD ........................................................................................................... 5 |||. SAMENVATTING ...................................................................................................... 6 1. HET PROJECT ............................................................................................................. 10 1.1 Inleiding .................................................................................................................. 10 1.2 Aanleiding ................................................................................................................. 10 1.3 Probleemstelling ....................................................................................................... 11 1.4 Doelstelling ............................................................................................................... 11 1.5 Plan van aanpak ........................................................................................................ 12 1.6 Projectvragen ........................................................................................................... 13 1.7 Trias energetica ........................................................................................................ 15 1.8 Renovatie proces ...................................................................................................... 16 1.8.1 Bouwfasen renovatie ........................................................................................ 16 1.8.2 Procesfuncties renovatie .................................................................................. 16 1.8.3 Deelnemende partijen ...................................................................................... 17 2. BESTAANDE SITUATIE ................................................................................................ 18 2.1 Projectomschrijving ................................................................................................ 18 2.1.1 Basisgegevens ........................................................................................................ 18 2.1.2 Gebouwomschrijving ............................................................................................. 18 2.1.3 Plattegronden ........................................................................................................ 21 2.2 Inventarisatie huidige energievraag ........................................................................ 22 2.2.1 Bouwkundige inventarisatie .................................................................................. 22 2.2.1.1 Vloeren .......................................................................................................... 22 2.2.1.2 Buitengevel .................................................................................................... 22 2.2.1.3 Dak ................................................................................................................. 22 2.2.1.4 Luchtdichtheid/ Infiltratie .............................................................................. 22 2.2.2 Installatie technische inventarisatie ...................................................................... 23 2.2.2.1 Ventilatie ....................................................................................................... 23 2.2.2.2 verwarming .................................................................................................... 23 2.2.3 Gebruik duurzame energie .................................................................................... 24 2.2.4 Efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen ........................................................... 24 2.2.5 Transmissie berekeningen ..................................................................................... 24
2.2.6 Energieverbruik/ CO2 uitstoot .............................................................................. 25 2.2.6.1 Werkelijke Energieverbruik ........................................................................... 26 2.3 Monumentale waarde ............................................................................................. 27 3. CASE-STUDY ............................................................................................................... 28 3.1 Inleiding ................................................................................................................... 28 3.2 Cases ....................................................................................................................... 29 3.3 Boostenwijk Maastricht ........................................................................................... 30 3.3.1 Basisgegevens ....................................................................................................... 30 3.3.2 Inleiding ................................................................................................................. 30 3.3.3 Beschrijving gebouw ............................................................................................. 31 3.3.4 Beschrijving energieconcept ................................................................................. 32 3.3.4.1 Lage temperatuur verwarming/ hoge temperatuur koeling ......................... 33 3.3.5 Principe details ...................................................................................................... 34 3.3.6 Vraagbeperking fossiele brandstoffen .................................................................. 36 3.3.6.1 Bouwkundige aanpassingen .......................................................................... 36 3.3.6.2 Installatietechnische aanpassingen ............................................................... 37 3.3.7 Gebruik duurzame energie .................................................................................... 38 3.3.8 Efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen ........................................................... 38 3.3.9 Afbeeldingen verbouwing Boostenwijk Maastricht .............................................. 39 3.4 Provincieënwijk Heemstede ..................................................................................... 40 3.4.1 Basisgegevens ....................................................................................................... 40 3.4.2 Inleiding ................................................................................................................. 40 3.4.3 Beschrijving gebouw ............................................................................................. 41 3.4.4 Beschrijving energieconcept ................................................................................. 43 3.4.5 Principe details ...................................................................................................... 44 3.4.6 Vraagbeperking fossiele brandstoffen .................................................................. 46 3.4.6.1 Bouwkundige aanpassingen .......................................................................... 46 3.4.6.2 Installatietechnische aanpassingen ............................................................... 47 3.4.7 Gebruik duurzame energie .................................................................................... 47 3.4.8 Efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen ........................................................... 47 3.4.7 Afbeeldingen verbouwing .................................................................................... 48
| Monumenten & Energie
8
3.5 Oranjewijk Wateringen ........................................................................................... 49 3.5.1 Basisgegevens ........................................................................................................ 49 3.5.2 Inleiding ................................................................................................................. 49 3.5.3 Beschrijving gebouw .............................................................................................. 50 3.5.4 Beschrijving energieconcept.................................................................................. 51 3.5.5 Principe details ...................................................................................................... 52 3.5.6 Vraagbeperking fossiele brandstoffen ................................................................... 53 3.5.6.1 Bouwkundige aanpassingen .......................................................................... 53 3.5.6.2 Installatietechnische aanpassingen ............................................................... 54 3.4.7 Gebruik duurzame energie .................................................................................... 54 3.4.8 Efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen ........................................................... 54 3.5.7 Afbeeldingen verbouwing ..................................................................................... 55 3.7 Conclusie................................................................................................................. 56 3.7.1 Energieconcepten .................................................................................................. 56 4. NIEUWE SITUATIE ..................................................................................................... 58 4.1 Inleiding .................................................................................................................. 58 4.2 Plan van Eisen ......................................................................................................... 58 4.2.1 Uitgangspunten ..................................................................................................... 60 4.2.2 Functionele eisen................................................................................................... 61 4.2.2.1 Reduceren van het energieverbruik .............................................................. 61 4.3 Vraagbeperking (energiebesparing) ........................................................................ 62 4.3.1 Bouwkundige aanpassingen .................................................................................. 62 4.3.1.1 Vloer isolatie .................................................................................................. 63 4.3.1.2 Gevel isolatie ................................................................................................. 65 4.3.1.3 Dak isolatie .................................................................................................... 67 4.3.1.4 Glas gebruik ................................................................................................... 68 4.3.1.5 Infiltratie ........................................................................................................ 69 4.3.2 Installatie technische aanpassingen ...................................................................... 70 4.3.2.1 Ventilatie ....................................................................................................... 70 4.3.2.2 Verwarming ................................................................................................... 71 4.4 Duurzame energie ................................................................................................... 72 4.4.1 Warmtepomp ........................................................................................................ 72 4.4.2 Zonne energie ........................................................................................................ 73 4.4.2.1 Zonneboiler .................................................................................................... 73 4.4.2.2 Pv-panelen ..................................................................................................... 74 4.4.2.3 Pv- twin panelen ............................................................................................ 75
4.5 Efficiënt gebruik fossiele energiebronnen ................................................................ 75 4.5.1 laag temperatuurverwarming (LTV) ................................................................. 75 4.5.2 Warmteterugwinning uit ventilatie ................................................................. 75 4.6 Overzicht concepten ................................................................................................ 76 4.6.1 Concept 1: traditionele renovatie met WTW ........................................................ 78 4.6.2 Concept 2: traditionele renovatie met LTV, WTW en Pv-twin panelen ................. 79 4.6.3 Concept 3: doos-in-doos renovatie met WTW en LTV .......................................... 80 4.6.4 Concept 4: doos-in-doos renovatie met LTV, WTW, Pv-panelen en warmtepomp81 5. RESULTATEN EN CONCLUSIES ..................................................................................... 82 5.1 sub deelvragen ........................................................................................................ 82 5.2 deelvragen ............................................................................................................... 83 5.3 Probleem ................................................................................................................. 84 5.4 Aanbevelingen verder onderzoek.............................................................................86 6.GLOSSARIUM .............................................................................................................. 87 7. LITERATUURLIJST ....................................................................................................... 89 8. BIJLAGE...................................................................................................................... 91 Bijlage 2: Ruimtestaat .................................................................................................... 93 Bijlage 3: Bouwkundige tekeningen bestaande situatie ................................................. 94 Bijlage 4: Rc- waardes bestaande situatie ...................................................................... 95 Bijlage 5: EPC- berekeningen bestaande situatie ............................................................ 96 Bijlage 6: Rc- waardes energieconcepten .......................................................................97 Bijlage 6.1: Rc-waardes traditionele renovatie .............................................................. 98 Bijlage 6.2: Rc-waardes doos-in-doos renovatie ............................................................ 99 Bijlage 7: EPC berekeningen energieconcepten ............................................................ 100 Bijlage 7.1: EPC berekening energieconcept 1 ............................................................. 101 Bijlage 7.2: EPC berekening energieconcept 2 ............................................................. 102 Bijlage 7.3: EPC berekening energieconcept 3 ............................................................. 103 Bijlage 7.4: EPC berekening energieconcept 4 ............................................................. 104 Bijlage 8: Competenties ............................................................................................... 105
| Monumenten & Energie
9
1. HET PROJECT 1.1 Inleiding Bij energiezuinig (ver)bouwen wordt het energieverbruik voor verwarming en elektriciteit beperkt, met het oog op een minimalisering van de CO2-uitstoot en een minimaal gebruik van primaire energiedragers (fossiele brandstoffen). Een behoud of zelfs verbetering van het comfort is hierbij een belangrijke factor. Zwaar en correct isoleren zijn van fundamenteel belang, net als het maximaal uitschakelen van koudebruggen en ventilatieverliezen. Energiezuinig bouwen gaat echter verder. Compact bouwen, goed oriënteren, zoneren en bufferen hierbij van groot belang. Volgens het verdrag van Kyoto (wat Nederland ondertekend heeft in 2002) moet het energieverbruik van Nederland per jaar twee procent omlaag. In 2020 moet de CO2-uitstoot dertig procent lager liggen dan de uitstoot van 1990. In Nederland is het energiegebruik in gebouwen vijfendertig procent van de totale CO2-uitstoot. Ongeveer twintig procent van de gebouwen in Nederland is traditioneel gebouwd (stapelbouwmethode). Er liggen dus kansen bij traditioneel gebouwde monumentale panden voor het bijdragen aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. Historische gebouwen zijn van grote waarde, een blik in het verleden. Het liefst moeten ze dan ook onaangetast blijven. Maar historische panden kunnen tevens een belangrijke rol spelen in een energiezuinige toekomst en zo een halt tot klimaatverandering roepen. Om een energiezuinig monument te kunnen realiseren zullen er moderne aanpassingen moeten
worden gedaan, deze kunnen zowel zichtbaar als onzichtbaar plaats kunnen vinden. Bij de zichtbare aanpassingen zal er moeten worden gelet op het effect van de maatregelen, deze zal altijd moeten worden afgewogen tegen de monumentale waarde. Bij een hoge monumentale waarde weegt het conserveren van het onderdeel zwaarder dan het aspect duurzaamheid cq. energiezuinigheid. Bij een lage monumentale waarde zal het energieverbruik cq. Verduurzamen zwaarder wegen. 1.2 Aanleiding De komende afstudeerperiode zal dit project zich richten op het in kaart brengen en onderzoek doen naar energiereducerende maatregelen bij een 16-tal monumentale duplexwoningen te Groningen. Stichting Woonstade is verhuurder en eigenaar van de woningen. Stichting Woonstade is ontstaan uit een fusie tussen de corporaties van Hoogkerk en Noorddijk in 2003. Woonstade heeft bijna 2.000 woningen in Hoogkerk en Noorddijk (Middelbert, Engelbert, Ruischerbrug, Ruischerwaard, Ulgersmaborg en Oosterhoogebrug). Stichting Woonstade verhuurt en beheert woningen, maar ontwikkelt en begeleidt ook (ver)bouwprojecten en helpt mee aan initiatieven op het gebied van leefbaarheid. De stichting is zich bewust van een steeds verdere veroudering van de duplexwoningen en er wordt dus rekening gehouden met een duurzame renovatie. De reden dat er bij deze woningen energiereducerende maatregelen moeten worden onderzocht in plaats van sloop, is dat deze panden van gemeentelijk historisch/ architectonisch belang zijn. Deze panden zijn dus gemeentelijke monumenten. In het verleden is er in mindere mate rekening gehouden, tijdens het ontwerp en bouw van de | Monumenten & Energie
10
woningen, met het energie verbruik van de woningen. Dit kwam hoofdzakelijk doordat men in minder mate bewust was met eindiging van de primaire energiedragers en het broeikaseffect. Daarnaast waren de kosten voor fossiele brandstoffen relatief laag (vraag en aanbod). In de loop der jaren is men bewust geworden van de eindigheid van fossiele brandstoffen en dus dat woningen energiezuiniger moeten worden gemaakt. Door het broeikaseffect is de techniek voor het verbeteren van de energieprestatie sterk verbeterd en kunnen er oplossingen worden gevonden om het energieverbruik van de woningen te verlagen. 1.3 Probleemstelling De huidige energieprestatie van de woningen is beneden peil. Dat wil zeggen dat er te veel energie wordt gebruikt (wat tevens leidt tot hoge energiekosten en veel CO2-uitstoot) om de woningen behaaglijk en leefbaar te houden. De duplexwoningen woningen zullen dan ook in de toekomst energie technisch moeten worden gerenoveerd. Woningbouwstichting Woonkade wil zelf onderzoeken of het haalbaar is om de monumentale woningen in de nabije toekomst duurzaam te renoveren. De woningen zijn gemeentelijke monumenten, dus zijn er eisen vanaf monumentenzorg ten opzichte van het renoveren. Daarnaast wil stichting Woonstade dat de mogelijke renovatie duurzaam verloopt.
1.4 Doelstelling Zoals in de aanleiding beschreven is, is het hoofddoel van het onderzoek het adviseren van stichting Woonstade in het energieverbruik reduceren van de 16-tal monumentale duplexwoningen, met behoudt van de monumentale waarde. Het mikpunt zal een reductie zijn van 80% op het huidige energieverbruik. Het mikpunt van 80% reductie ten opzichte van het huidige energieverbruik is gehaald uit een korte literatuur studie wat gedaan is onder gelijkwaardige projecten. De reductie van 80% is het streven. Uit het onderzoek zal moeten blijken of het aannemelijk is om 80% te kunnen reduceren. Het uiteindelijke doel is dan ook als volgt samengevat: De 16-tal monumentale duplexwoningen 80% energiezuiniger maken ten opzichte van het huidige energieverbruik (t.b.v. een duurzame renovatie), met behoudt van de monumentale waarde. Het uiteindelijk advies van dit afstudeerproject van energie besparende maatregelen zal leiden tot een eindresultaat, namelijk: Een aantal energieconcepten van de woningen, wat zal worden gebruikt als randvoorwaarde voor het ontwerp van de architect/ ontwerper van de renovatie . Een bijkomstigheid bij het doel van dit onderzoek, het verbeteren van de energieprestatie van de monumentale woningen, is dat in de toekomst dit project een voorbeeld kan zijn op het gebied van duurzaam renoveren. Door deze kennisuitwisseling met de stichting kan de te gebruiken energiereducerende methode mogelijk standaard worden gebruikt bij andere monumentale woningen.
| Monumenten & Energie
11
1.5 Plan van aanpak Om het doel zo efficiënt en effectief mogelijk te kunnen behalen (de 16tal monumentale duplexwoningen 80% energiezuiniger maken ten opzichte van het huidige energieverbruik (t.b.v. een duurzame renovatie), met behoudt van de monumentale waarde) is er een plan van aanpak opgesteld. Het naastgelegen proces opbouw geeft overzichtelijke weer hoe elke stap zal moeten worden doorlopen om het uiteindelijke advies te kunnen geven. Uit het doel is een hoofdvraag gehaald. Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden zijn er deelvragen en sub deelvragen geformuleerd. Om deze vragen te kunnen beantwoorden zijn methodieken bedacht. Met behulp van deze methodieken vloeien uit de vragen producten. Uit de producten kan het advies met het bijbehorende programma van eisen worden gedestilleerd.
Figuur 1.1: Procesopbouw
| Monumenten & Energie
12
1.6 Projectvragen Om het project zo efficiënt en effectief te laten verlopen is er aan de hand van het doel van dit afstudeertraject een centrale vraag geformuleerd: Hoe kunnen de 16-tal monumentale duplexwoningen 80% energiezuiniger worden gemaakt (t.b.v. een duurzame renovatie), met behoudt van de monumentale waarde? Om deze centrale vraag te kunnen beantwoorden zijn er deelvragen geformuleerd. Verantwoording deelvragen Wat is de monumentale waarde van de 16-tal monumentale woningen? De woningen worden beschermd door de monumentenverordening. Er mag niet zo maar wat worden veranderd aan het exterieur (en soms zelfs het interieur) van monumentale woningen. In de monumentale waarde wordt beschreven wat er precies bijzonder is aan de woningen. Hieruit kan worden geanalyseerd welke ingrepen wel en niet mogen en dus de randvoorwaarden voor de oplossingen om de monumentale woningen 80% energiezuiniger te maken kunnen worden uit gedestilleerd.
De monumentale panden zullen bouwfysisch worden doorgerekend met behulp van tekeningen, inspectie in de woningen en rc-berekeningen (warmteweerstand van constructie onderdelen), wat leidt tot de transmissie (EPN – berekening) van de monumentale panden. De verschillende te meten onderdelen zullen dan ook zijn: - Bouwkundig o Buitengevel o Vloeren o Dak - Installatie technisch o Verwarming o Ventilatie Welke energie technische excessen zijn er te vinden in de inventarisatie van de huidige situatie? Na de huidige situatie energietechnische situatie in kaart te hebben gebracht kan er naar de excessen worden gekeken. Er zal moeten worden gekeken naar gelijkwaardige referentieprojecten en er zullen mogelijk specialisten worden geraadpleegd.
Hoe kan (meetbaar) de huidige, energie technische, situatie van de woningen worden beschreven? Er zal meetbaar moeten worden geïnventariseerd wat de huidige energie technische situatie van de monumentale woningen is. Met behulp van een “nul meting”, kan er worden gekeken wat het uitgangspunt van de oude situatie naar de nieuwe (80% energiezuiniger ten opzichte van het huidige energie verbruik) situatie.
| Monumenten & Energie
13
Verantwoording sub deelvragen Wat wordt verstaan onder duurzaam renoveren? Stichting Woonstade heeft aangegeven de monumentale woningen duurzaam te willen renoveren. Wat verstaat stichting Woonstade onder een duurzame renovatie? Duurzaam kan op twee manieren geïnterpreteerd worden: - Tijdsduur; moeten de producten die gebruikt worden voor duurzame renovatie lang mee gaan. - Ontwikkeling; moeten de producten die gebruikt worden voor de duurzame renovatie de aarde niet uitputten. Hoe kunnen gelijkwaardige projecten worden gebruikt als referentieprojecten? Door middel van case studies (en mogelijke raad van specialisten) wordt en gedetailleerd beeld geschapen van energie technische problemen bij gelijkwaardige woningen en mogelijke energie besparende oplossingen vergeleken met de 16-tal monumentale duplexwoningen. Er zal tevens worden gekeken hoe er bij de refererende projecten met de monumentenverordening om is gegaan. Welke energie technische oplossingen zijn bruikbaar om de monumentale woningen 80% energiezuiniger te maken ten opzichte van het huidige energieverbruik. Er zal een conclusie moeten worden getrokken uit de gevonden energie besparende maatregelen bij de referentie woningen. De energie besparende zullen moeten worden getoetst op toepasbaarheid op de 16tal monumentale duplexwoningen.
| Monumenten & Energie
14
1.7 Trias energetica De uitputting van fossiele brandstoffen en de optredende klimaatverandering kunnen beide succesvol worden aangepakt door verantwoord om te gaan met (fossiele) brandstoffen en energie. Hiervoor bestaat een trapsgewijze benadering, welke ook bekend staat onder de term 'Trias Energetica'. De Trias Energetica is opgesteld door SenterNovem, een overheidsorganisatie die zich bezig houdt met bouwen, duurzaamheid en energie.
Stap 3. gebruik fossiele (eindige) brandstoffen zo optimaal (efficiënt) mogelijk; Verhogen van de efficiëntie van het gebruik van fossiele energiebronnen (efficiënte energieconversie). Door een hoog rendement te realiseren bij het opwekken en omzetten van energie wordt efficiënt gebruik gemaakt van (fossiele) brandstoffen en andere energiebronnen.
Voor het inventariseren van de huidige situatie van de 16-tal duplexwoningen, het verwerken van de referentiewoningen en het onderzoeken van een nieuwe situatie voor de 16-tal duplexwoningen zal er gebruik worden gemaakt van de trias energetica. De Trias Energetica is op te delen in 3 stappen, welke op elkaar volgen: Stap 1. Beperk de energievraag (energiebesparing); Structurele beperking van de energievraag (energiebesparing). Door de energievraag structureel te verminderen is een lagere energieproductie vereist. Figuur 1.2: Trias energetica
Stap 2. Gebruik duurzame energie; Gebruik zoveel mogelijk duurzame energiebronnen om de energie die nodig is op te wekken. Door energie te winnen uit wind, zon, water, aarde en biomassa wordt op een schone manier energie gewonnen en worden (fossiele) brandstoffen gespaard.
| Monumenten & Energie
15
1.8 Renovatie proces Het renovatie proces kan opgedeeld worden in enkele fasen van het initiatief van de renovatie tot en met het in gebruik nemen. In het renovatieproces zijn verscheidende partijen betrokken die in de afzonderlijke fasen verschillende functies hebben en veranderende activiteiten uitvoeren. Eerst worden de verschillende fasen van het renovatieproces behandeld, vervolgens worden de functies en activiteiten benoemd en daarna worden de partijen behandeld. 1.8.1 Bouwfasen renovatie Het bouwproces van renovatie wordt in zes fasen onderverdeeld: [1] Initiatieffase: in deze fase wordt de keuze gemaakt tussen sloop of renovatie; [2] Programmafase: in deze fase vindt de projectformulering plaats middels het Plan van Eisen (PvE). De woning wordt onderzocht op kwaliteit; [3] Ontwerpfase: de uitwerking van het PvE wordt vervolgens gedaan aan de hand van de verkregen analyse van de bestaande woning; [4] Uitwerkingsfase: hierin worden ontwerp- en uitvoergegevens vastgelegd. Het aanvragen van vergunningen wordt in deze fase gedaan; [5] Realisatiefase: deze fase is de uitvoering van het ontwerp; [6] Gebruiksfase: de fase van oplevering, overdracht, in gebruik name, bewoning en onderhoud;
1.8.2 Procesfuncties renovatie In de bouwfasen dienen functies uitgevoerd te worden door de betrokken partijen, er is sprake van vijf functies en de daarbij behorende acties: [1] initiatief nemen: deze functie houdt in grote lijnen in dat de behoefte analyseren, de haalbaarheid onderzoeken, het PvE opstellen en de coördinatie en tijdelijke huisvesting voor de bewoner verzorgen; [2] financieren: dit is geld beschikbaar stellen en betalingen voldoen; [3] ontwerpen: dit houdt in het maken van ontwerp, bestek en tekeningen, het aanvragen van vergunningen en het maken van werktekeningen; [4] uitvoeren: deze functie behelst het voorbereiden, plannen en uitvoeren van de werkzaamheden, het goedkeuren bij oplevering en het afgeven van garanties; [5] beheren; hierbij wordt het onderhoudsplan gemaakt, aanpassing tijdens gebruik en het onderhoud. In een nieuwbouwproces is daar nog een zesde functie bij, namelijk grond beschikbaar stellen. Bij renovatie is dit niet aan de orde;
Het renovatieproces wordt gekenmerkt doordat de woning tijdens het proces zo lang mogelijk bewoond blijft. Er wordt op deze manier zo min mogelijk huur misgelopen en ondervinden de bewoners het minste overlast. Daarnaast zijn er financieen aan verbonden, tijdelijke verhuizing en huisvesting voor de bewoners kosten geld. | Monumenten & Energie
16
1.8.3 Deelnemende partijen In een renovatieproces zijn verschillende partijen betrokken. Eerst zal een indeling gemaakt worden naar de partijen en concrete marktpartijen. De partijen zijn partijen die in elk proces voorkomen, zoals een opdrachtgever en een beheerder. Concrete marktpartijen zijn partijen zoals die in de renovatiemarkt voorkomen, zoals een woningcorporatie. Het beschrijven van algemene partijen maakt het mogelijk om functies samen te trekken. Een voorbeeld hiervan is een woningcorporatie die zowel opdrachtgever als beheerder is. partij opdrachtgever ontwerper uitvoerder gebruiker beheerder
marktpartij woningcorporatie architect, energeticus, gemeente, adviesbureaus aannemer, installateur bewoners woningcorporatie
Functies initiatief nemen ontwerpen, adviseren, goedkeuren uitvoeren gebruiken beheren
Tabel 1.1: Marktpartijen en functies
| Monumenten & Energie
17
2. BESTAANDE SITUATIE 2.1 Projectomschrijving 2.1.1 Basisgegevens Plaats: Groningen Architect: G.H. de Kiviet Eigenaar: woningbouwstichting Woonstade Type woning: hoekwoningen Bouwjaar: 1954 Monument: gemeentelijk monument EPC waarde: 2.73 – 4.23
Figuur 2.1: Vooraanzicht P.Waijerstraat
2.1.2 Gebouwomschrijving P.Waijerstraat 11 t/m 25; 11a t/m 25a, vier woonblokken met daarin elk vier duplexwoningen, zijn gelegen in het gewijzigde naoorlogse uitbreidingsplan Oosterhoogse uit 1952. De woningen zijn gebouwd in 1954 aan de zuidelijke westzijde van de P.Waijerstraat in het toenmalige dorp Oosterhoogebrug in opdracht van de voormalige gemeente Noorddijk, naar het ontwerp van gemeentearchitect G.H. de Kiviet. Ter bevordering van de volkshuisvesting werd in 1918 in Noorddijk de Stichting Noorddijker Woningbouw opgericht. De woningbouw werd kort na de Tweede Wereldoorlog, gevoed door de heersende woningnood en het belang van werkgelegenheid, overwegend door de centrale overheid gestuurd. Om de woningnood op te lossen, werden in de kleinere plattelandsgemeenten door de Rijksoverheid gesubsidieerde woningen gebouwd, zogenaamde normaalwoningen met een streekgebonden architectuur. De normaalwoning moest een goedkope en snel te produceren woning opleveren. Met de normaal woningbouw stimuleerde de nationale overheid een optimaal ontwerpniveau tegen prijsdrukkende kosten. De woningvoorraad van de woningbouwvereniging bestond op dat moment geheel uit woningen met drie- of meer slaapkamers voor gezinnen. In 1953 werden door de gemeente Noorddijk aan de P. Waijerstraat in Oosterhoogebrug respectievelijk acht en twee duplexwoningen gebouwd. De duplexwoning werd gebouwd als eengezinswoning en vanwege de krapte op de woningmarkt tijdelijk opgesplitst voor bewoning door twee huishoudens. Door het aanbrengen van woningscheidende wanden, een afgesloten trapopgang en een tijdelijke tweede voordeur in de zijgevel werd aan de P.Waijerstraat het type boven- en benedenduplex gebouwd.
| Monumenten & Energie
18
De bouw van duplexwoningen is een typisch fenomeen uit de eerste helft van de jaren vijftig en is vooral van rijkswege aangestuurd. In het meerjarenplan van 1949 van de minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting dr. mr. J. In 't Veld werd gesteld dat er in de periode 1950-1958 landelijk 465.000 woningen zouden moeten worden gebouwd om de woningnood op te lossen. Daarvan zijn in totaal 72.000 woningen van het duplex-type worden gebouwd. Na deze periode worden ze amper meer gebouwd omdat ze als minder praktisch worden ervaren. De meeste duplexwoningen zijn nooit samengevoegd en een groot aantal is gesloopt. De duplexwoningen hebben als bouwstijl een vereenvoudigde en sobere variant op de Delftse School en die vanwege het gebruik van (relatief goedkope) rode dakpannen en rode Groninger baksteen, de naam Delfts Rood heeft gekregen. De vier woonblokjes, met daarin elk vier duplexwoningen, zijn opgebouwd uit twee bouwlagen onder een flauw hellend zadeldak met rode dakpannen en drie forse, gemetselde schoorstenen. De zinken goten rusten op bewerkte, metalen klossen. De gevels zijn opgemetseld van helderrode Groninger baksteen in klezorenverband. De begane grond is gezet op een fundering met kruipruimte. Alle onderdelen zijn origineel. De woningen zijn niet samengevoegd en hebben een woning op elke verdieping. De zijdeur fungeert als voordeur voor de bovenwoningen. Bijzonder zijn de met sierbeton omlijste woonkamerkozijnen op de begane grond, de uit het metselwerk stekende (gemetselde) pilasters, de houten sierlijst en het geruite bovenlicht boven de voordeur aan de voorzijde. De oorspronkelijke roedeverdeling in de houten ramen en van het keukenraam is nog aanwezig. De bebouwing is een goed voorbeeld van een aardig gedetailleerde normaalwoning, waarbij economische motieven
niet hebben geleid tot een sobere uitvoering maar waarbij aandacht werd besteed aan de details.
Figuur 2.2: bovenaanzicht vier blokken P.Waijerstraat
| Monumenten & Energie
19
Figuur 2.3: Voorzijde
Figuur 2.4: Achterzijde
Figuur 2.5: Zuidzijde P.Waijerstraat
Figuur: 2.6: Linkerzijde
Figuur:2.6: Rechterzijde
Figuur 2.7: Noordzijde P.Waijerstraat
| Monumenten & Energie
20
2.1.3 Plattegronden Doordat de eengezins- normaalwoningen zijn opgesplitst in twee duplexwoningen is de ruimte nihil. Op dit moment wonen er voor het merendeel studenten en alleenstaande mensen in de woningen. Woningen zijn met hun voorgevel georiënteerd op de belangrijkste openbare ruimte. De rooilijn is daarbij per rij in samenhang en verspringt niet. De woningen hebben een eenvoudige opbouw van twee lagen met zadeldak. De nokrichting is evenwijdig aan de weg. De plattegronden van de vier woningblokken zijn identiek aan elkaar en hebben de volgende indeling: Figuur 2.8: Plattegrond beganegrond
Begane grond cq. P.Waijerstraat 11 t/m 25: entree; toilet; woonkamer met toegang tot slaapkamer; Keuken met achterdeur; Achtertuin met achterom en berging; Entree ter behoeve van bovenliggende woning. Verdieping cq. P.Waijerstraat 11a t/m 25a: Hal; toilet; 1 slaapkamer aan de voorzijde; 1 slaapkamers aan de achterzijde met balkon; woonkamer; eenvoudige keuken. De bouwkundige tekeningen zijn in bijlage 8.3 bijgevoegd.
Figuur 2.9: Plattegrond verdieping
| Monumenten & Energie
21
2.2 Inventarisatie huidige energievraag In het volgende hoofdstuk wordt meetbaar geïnventariseerd wat de huidige energie technische situatie van de monumentale woningen is. Met behulp van een ‘nul meting’, kan er worden gekeken wat het uitgangspunt van de huidige situatie is. Vanuit dit punt kan er worden gekeken naar oplossingen voor de nieuwe energiezuinige situatie. De monumentale panden zullen bouwfysisch worden doorgerekend met behulp van tekeningen op warmteweerstand (Rc-waarde), wat leidt tot de transmissie (EPC – berekening) van de monumentale panden. 2.2.1 Bouwkundige inventarisatie Hieronder wordt een omschrijving van bouwkundige staat van het gebouw weer gegeven. Er wordt gekeken naar de constructie, materiaal. Tevens worden bouwfysische eigenschappen ervan behandeld. Tot 1966 waren er geen eisen voor thermische isolatie, dus de oorspronkelijke woningen zijn niet geïsoleerd. Nadat de woningen zijn opgeleverd heeft de eigenaren (woningcoorperaties) geen bouwkundige verbeteringen /aanpassingen gedaan. 2.2.1.1 Vloeren De duplexwoningen hebben twee bouwlagen, dit houdt in dat de duplexwoningen een begane grond vloer, een verdiepingsvloer en een zoldervloer hebben. De duplexwoningen zijn boven elkaar gelegen dus de verdiepingsvloer is tevens een woningscheidende vloer. De onderste bouwlaag heeft als adres; P.Waijerstraat 11 t/m 25. De bovenste bouwlaag heeft als adres P.Waijerstraat 11a t/m 25a.
De P.Waijerstraat 11 t/m 25 heeft een combinatie van een houten ongeïsoleerde begane grondvloer (Rc waarde: 0.46 m2K/W) en een betonnen ongeïsoleerde begane grondvloer (Rc waarde: 0.42 m2K/W). De ongeïsoleerde woningscheidend vloer is van beton. De zoldervloer is een ongeisoleerde houten vloer. 2.2.1.2 Buitengevel De woningen hebben drie buitengevels, een voor,- achter, - en een zijgevel. De duplexwoningen hebben een dubbele gevel met een luchtspouw van 60 cm, in of op de gevels is geen isolatie aangebracht. (rc waarde: 0.59 m2K/W) De raampartijen in de duplexwoningen zijn van enkel glas en hebben een U-Waarde van 5,10 W/(m²K). 2.2.1.3 Dak De zadeldaken van de duplexwoningen zijn hellend en zijn niet geïsoleerd. Het dak betreft een gordingen kap (Rc waarde: 0.47 m2K/W). 2.2.1.4 Luchtdichtheid/ Infiltratie Het Bouwbesluit stelt dat elke woning moet worden geventileerd. Naast deze gewenste ventilatie vindt er ook ventilatie door luchtlekken plaats. Een minimale luchtdoorlatendheid is goed, maar de mate waarin de lucht ‘onbewust’ de woning kan in- en uitstromen moet beperkt blijven. Het bouwbesluit staat geschreven dat infiltratie alleen berekend kan worden met metingen. De methode om de luchtdichtheid van woningen of gebouwen te meten is beschreven in NEN 2686. Een luchtdichtheidsmeting is een druktest, ook wel Blowerdoor test genoemd, | Monumenten & Energie
22
waarbij de woning of het gebouw in een beperkte overdruk of onderdruk wordt gezet. In NEN 2686 staat een indicatie van de luchtdoorlatendheid als functie van bouwwijze, gebouwvorm, verliesoppervlakte en uitvoeringsdetails gegeven. Hiermee is de infiltratie van de bestaande woning uitgezocht. In de woningen is kierdichting toegepast op: Draaiende delen, Kozijnen, Nok van het dak, doorvoeren dak/ gevel, Naden in dakplaten, doorvoeren in meterkast, kruipluik. Er is gerekend met een normale tot zwakke uitvoering van de bouw (3 dm3/m2s). Variant bestaande bouw bouwbesluit
luchtdoorlatendheid qv;10;kar/m2 (dm3/m2s) goed 1,18 -- normaal 2,35 -- zwak 4,70 0,96 - 1,04
Tabel 2.1: Indicatie luchtdoorlatendheid Bron: N4
2.2.2 Installatie technische inventarisatie Hieronder wordt een omschrijving van installatietechnische staat van het gebouw weer gegeven. 2.2.2.1 Ventilatie Ventilatie is het verversen van de lucht in een ruimte door buitenlucht. Dit kan op natuurlijke of mechanisch wijze gebeuren. Het doel van ventileren is het bevorderen van een gezond binnenklimaat in ruimten waar mens of dier verblijven. De duplexwoningen hebben ventilatie op basis van natuurlijke toe- en afvoer. Er zijn geen gevelopeningen aanwezig, zoals roosters enz., het ventileren gebeurd dus door spuien. Spuien is niet hetzelfde als ventilatie. Spuien is het in korte tijd afvoeren van vervuilde binnenlucht. Ventilatie is een steeds aanhoudende luchtstroom. Doordat
er geen (voldoende) ventilatie aanwezig is, is er schimmel aanwezig in de doucheruimte en keuken. Bij een te grote bloodstelling aan schimmel is dit slecht voor de gezondheid. Daarnaast is er op de verdieping geen opening in de toilet hierdoor is er vaak stankoverlast. 2.2.2.2 verwarming De duplexwoningen worden verwarmd via een verwarmingsinstallatie. De woningen worden individueel verwarmd. De tapwater- en ruimteverwarming werd oorspronkelijk gerealiseerd door gaskachels en gasgeisers of elektrische boilers. Een centrale verwarming (CV) werd nauwelijks toegepast. Door tussentijdse aanpassingen zijn de verschillende kachels vervangen door CV. Deze ingreep heeft gezorgd voor een hoger comfort, maar ook een hoger energiegebruik. Bij de toepassing van een combiketel wordt de geiser of boiler verwijderd. Op dit moment hebben niet alle woningen dezelfde verwarmingsinstallatie. Er zijn bij de woningen 2 type verwarming aanwezig, namelijk HR 107 combi-ketel en lokale gas/ olie verwarming. Stichting Woonstade wil elke woning voorzien van HR 107 combi-ketels. Een hoogrendementsketel of HR-ketel is een verwarmingsketel op gas die ten opzichte van een conventionele gasketel een hoger rendement heeft, waardoor het gasverbruik lager is. Het Gaskeur HR-label verdeelt HRketels in drie categorieën: HR 100, met een rendement van ten minste 100%, HR 104 en tenslotte HR 107, met een rendement van tenminste 107% (Het rendement wordt berekend op de onderste verbrandingswaarde van aardgas, daar is condensatiewarmte niet in meegenomen, vandaar dat bij condenserende ketels de waarde boven 100% uit kan komen). Het hoge rendement wordt bereikt door het koude retourwater in een warmtewisselaar voor te verwarmen met de | Monumenten & Energie
23
rookgassen in een zogenaamde rookgascondensor. Deze gassen bevatten veel waterdamp, die bij dit proces condenseert. Vandaar dat HR-ketels moeten zijn voorzien van een condensaatafvoer. Lokale gas verbranding is de minst efficiënte manier om aardgas te verbranden. Via het openen van de gasklep komt er aardgas vrij, waarna een automatische ontsteking of een waakvlam voor ontbranding zorgt. De verbranding gebeurt dus volledig natuurlijk, zonder ventilator of vlamcontrole, waardoor er rendement verloren gaat. Het warm tapwater aan de P.Waijerstraat is tevens individueel geregeld. Niet alle woningen hebben dezelfde verwarmingsinstallatie. Er zijn bij de woningen 2 type verwarming toegepast, namelijk de combitap en geiser. De HR 107 combi-ketel verwarmd niet alleen het warme water voor de verwarming maar tevens het warme water voor de waterkraan. De gebruikte geiser is een apparaat dat warm tapwater kan leveren behulp van aardgas. In de geiser wordt het water opgewarmd terwijl het erdoor stroomt (als de warmwaterkraan geopend wordt). P.Waijerstr. HR lokale 107 gas + combi- geiser ketel 11 x 13 x 15 x 17 x 19 x 21 x 23 x 25 x
P.Waijerstr. HR lokale 107 gas + combi- geiser ketel 11a x 13a x 15a x 17a x 19a x 21a x 23a x 25a x
2.2.3 Gebruik duurzame energie In de huidige energievraag van de 16-tal duplexwoningen wordt geen gebruik gemaakt van duurzame energie. De huidige aardgas,- en elektriciteitsvraag wordt door een energieleverancier geleverd. 2.2.4 Efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen De woningen doen vrijwel niet aan het efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen. Bij het gros van de woningen zijn wel HR-ketels aangebracht. 2.2.5 Transmissie berekeningen Met behulp van de bouwkundige en installatie technische informatie is er een EPC-berekening gemaakt van de huidige situatie. De EPC of Energieprestatiecoëfficiënt is een index die de energetische efficiëntie van een woning aangeeft, en wordt bepaald door berekeningen vastgelegd in NEN 5128 (woningbouw).
P.Waijerstr. 11 13 15 17 19 21 23 25
EPC 2,57 2,60 2,57 2,60 2,57 3,49 2,57 3,49
P.Waijerstr. 11a 13a 15a 17a 19a 21a 23a 25a
EPC 2,96 2,98 2,96 4,02 2,96 4,02 3,99 2,98
Tabel 2.3: Overzicht EPC- waardes
Tabel 2.2: Overzicht verwarmingsystemen
| Monumenten & Energie
24
De energieprestatiecoëfficiënt van een woning drukt de energetische prestatie van een woning uit. De energieprestatie van een woning gaat alleen over het gebouwgebonden energiegebruik. Dat is de energie die nodig is voor het verwarmen of koelen van het binnenklimaat, het warm tapwater en de verlichting. De energieprestatie gaat niet over het overige huishoudelijk energiegebruik zoals nodig voor koken, wassen, koelkast, en andere apparatuur. Bovendien is uitgegaan van een referentiejaar voor het buitenklimaat en een standaard bewonersgedrag. De EPC berekeningen zijn forfaitair berekend, aangezien de lineaire koudebruggen niet kunnen worden bepaald.
P.Waijerstr.
11 11a 13 13a 15 15a 17 17a
2.2.6 Energieverbruik/ CO2 uitstoot De EPC-berekening geeft tevens een indicatie van de uitstoot van CO2 per jaar. Dit is onder te verdelen in een aantal kilo’s uitstoot afkomstig van verbranding van aardgas, en uitstoot afkomstig van het gebruik van elektriciteit. Tevens is het energieverbruik in de huidige situatie omgerekend naar het aantal kilogram uitstoot van CO2 per jaar.
19 19a 21 21a 23 23a 25
Uitgangspunten voor deze omrekening zijn: - 1 M³ aardgas verbranden geeft 1,78 kg CO2*; - 1 KWH Elektriciteit gebruiken geeft 0,566 kg CO2*.
25a
M³ aardgas p/j 1656 2075 1685 2093 1656 2075 1658 2896 1656 2075 2330 2896 1656 2871 2330 2093
Kg CO2 kWh Kg Co2 Kg CO2 aardgas Elek. p/j Elek p/j totaal p/j p/j 2947 3694 2999 3725 2947 3694 2999 5154 2947 3694 4147 5154 2947 5111 4147 3725
382 378 382 378 382 378 382 267 382 378 270 267 382 267 270 378
216 214 216 214 216 214 216 151 216 214 153 151 216 151 153 214
Tabel 2.4: Overzicht gas.- elekticiteitsverbruik
Deze getallen staan voor het gemiddelde in Nederland. De CO2-uitstoot per kWh is afhankelijk van de manier van opwekken. Zo is elektriciteit wat is opgewekt met bijvoorbeeld behulp van de wind, 0 kg CO2-uitstoot per kWh.
* Bron: [i24] Senternovem, cijfers en tabellen 2007 | Monumenten & Energie
25
3163 3908 3215 3939 3163 3908 3215 5305 3163 3908 4300 5305 3163 5262 4300 3939
2.2.6.1 Werkelijke Energieverbruik In het volgende hoofdstuk is getracht te onderzoeken en te controleren of het berekende energieverbuik overeenkomstig is met het daadwerkelijke verbruik van de huidige bewoners (m.b.v. de meterstanden). Gasverbruik Een gemiddeld huishouden in Nederland verbruikt ongeveer 1.550 m³ gas per jaar. Gasverbruik is afhankelijk van het woningtype (soort bouw/ detaillering/ grote), daarnaast is het gebruik van de bewoner ook van belang. Een aantal voorbeelden/ senario’s hiervan: - Als de bewoners oudere mensen zijn zullen hun verwarming vaak hoger zetten dan jongere mensen om zich comfortabel te voelen; - Als de bewoners twee verdieners zijn zonder kinderen hoeven zij overdag geen verwarming aan te hebben; - Als de bewoner werkloos is en vaak thuis zit zal deze de hele dag de verwarming aan hebben; - Als de bewoner iemand is die veel aan om milieu denkt, zal deze eerder geneigd zijn om een extra trui aan te trekken i.p.v. de verwarming verder op te stoken; - Als de bewoners een gezin zijn met 1 of 2 kinderen, zal er vaker per dag worden gedoucht, wat een hogere gas- en waterverbruik zal genereren.
Elektriciteitsverbruik Het gemiddeld gebruik voor alle huishoudens in Nederland is 3.480 kWh per jaar. Het elektriciteitsverbruik is vooral afhankelijk van de grootte van het huishouden, maar ook bij het elektriciteitsverbruik zal een vertekend beeld geven. Een aantal voorbeelden/ senario’s hiervan: - Als de bewoners een aquarium hebben zal het elektriciteitsverbuik sterk toenemen; Als de bewoners een zonnebank hebben zal het elektriciteitsverbruik sterk toenemen; - Als de bewoners een gezin zijn met 1 of 2 studerende kinderen zal het elektriciteitsverbruik sterk toenemen, aangezien er dan mogelijk meerdere pc’s/ laptops/ spelcomputers aanwezig zijn; - Als de bewoners oudere mensen zijn die vaak thuis zitten, zal de televisie erg vaak aan staan; Bij de EPC is het elektriciteitsverbruik relatief erg laag, omdat de energieprestatie van een woning alleen gaat over het gebouwgebonden energiegebruik. Conclusie De cijfers die afkomstig zijn van de EPC berekening zijn niet te vergelijken met het daadwerkelijke energieverbruik. Er zijn te veel variabelen om een eenduidig beeld te geven. Het daadwerkelijke energieverbruik zal dan ook niet hetzelfde zijn als het berekende energieverbruik. Tevens ligt de bewoner-doorstroom van de 16-tal monumentale duplexwoningen vrij hoog, hierdoor zal het daadwerkelijke energieverbuik over een langere periode van de woningen ook een vertekend beeld geven van het energieverbruik van de woningen. | Monumenten & Energie
26
2.3 Monumentale waarde De duplexwoningen aan de P.Waijerstraat zijn door de monumentencommisie verkozen tot gemeentelijke monumenten en worden beschermd door de monumentenverordening. Vrijwel alle gemeenten hebben een monumentenverordening waarin de instelling van een monumentencommissie is geregeld. De monumentencommissie adviseert Burgemeester en Wethouders bij hun taken ten aanzien van monumenten. De gemeente heeft op grond van de verordening de woningen aangewezen alszijnde gemeentelijke monumenten.
Er mag niet zo maar wat worden veranderd aan het exterieur en interieur van monumentale panden. In de redengevende beschrijving wordt beschreven wat er precies bijzonder is aan de woningen. Hieruit kan worden geanalyseerd welke ingrepen wel en niet mogen en dus de randvoorwaarden voor de oplossingen om de monumentale woningen 80% energiezuiniger te maken kunnen worden uit gedestilleerd. Ter informatie is de redengevende omschrijving van de duplexwoningen in bijlage 8.1 bijgevoegd.
De monumentencommissie omschrijft de duplexwoningen als zeer fraai gedetailleerd duplexwoningen in een variatie op de Delfste school bouwstijl. Bij het energiezuinig maken van monumenten moet er rekening gehouden worden met de monumentale waarde. Dit houdt in dat de voorzieningen die mogelijk zijn bij het energiezuinig maken afhangen van de monumentale waarde van een pand. Het is moeilijk om voor de monumentale waarde een vast definitie te geven, omdat dit afhangt van de ouderdom, materiaalgebruik en de technische waarde (fysische condities, materiaal gebruik, bouwwijze). Men mag dus niet het uiterlijk of karakter van een gebouw aantasten door iets toe te voegen of weg te nemen. Verder moet men ervoor zorgen dat door het isoleren het gebouw geen schade oploopt. Dit kan gebeuren doordat de vochtbalans in het gebouw en materiaal veranderd, waardoor er condensatie ontstaat.
| Monumenten & Energie
27
3. CASE-STUDY 3.1 Inleiding Er zijn verscheidende manieren om een woning energiezuiniger te maken. De case- studies hebben de bedoeling de refererende woningen en hun energietechnische excessen in zijn verschillende aspecten, complexiteit en eventuele ontwikkeling zo grondig mogelijk te begrijpen en vergelijken met de 16-tal monumentale duplexwoningen te Groningen.
Door de mogelijke energietechnische oplossingen van de verscheidende cases op bruikbaarheid te filteren en op de energietechnische problemen van de 16-tal duplexwoningen toe te passen, met behoudt van de monumentale waarde, ontstaan meetbare verschillen tussen de huidige energie vraag en het energie vraag in de nieuwe situatie.
Er zal worden gekeken hoe er bij de refererende woningen met de energietechnische problemen is om gegaan. Hoe de woningen er energietechnisch voor stonden en wat er aan gedaan is om hun individuele specifieke energietechnische doel te halen. Dit doel kan bij elke case een verschillend invalshoek hebben. Zo kan het energietechnisch probleem een nevendoel zijn bij een project en dus niet de prioriteit hebben, bijvoorbeeld bij een monumentaal pand. Deze cases kunnen mogelijke oplossingen geven voor de gevonden energietechnische problemen bij de 16-tal monumentale duplexwoningen te Groningen. Aangezien de 16-tal duplexwoningen gemeentelijke monumenten zijn kunnen niet elke energetische oplossingen worden toegepast. Er zal moeten worden gekeken naar de redengevende omschrijving van de duplexwoningen en de monumentenverordening welke mogelijke oplossingen voor de energietechnische problemen toepasbaar zijn. Daarnaast zitten de meeste woningen constructief en esthetisch anders in elkaar.
| Monumenten & Energie
28
3.2 Cases Voor een multiple case-study zijn cases nodig. Door de juiste cases te kiezen kunnen overeenkomstige energietechnische problemen, tussen de cases en de 16-tal monumentale duplexwoningen worden vergeleken en zo tot een juist energie technische oplossing komen. Om te kunnen vergelijken hebben objecten overeenkomsten nodig. De cases moeten dus op een aantal punten overeenkomen met de 16-tal duplexwoningen. De te kiezen cases moeten dus aan een aantal eisen voldoen, om zo tesamen tot voldoende informatie te komen, hoe de huidige energietechnische situatie van de 16-tal duplexwoningen met 80% te verbeteren ten opzichte van het huidige energieverbruik, met behoudt van de monumentale waarde.
Na de nodige cases gelokaliseerd te hebben, kan er worden geconcludeerd dat er een case aan al deze eisen voldoet. Om toch te kunnen vergelijken is er voor gekozen om twee niet monumentale projecten erbij te onderzoeken. De volgende dries cases zullen verder worden uitgewerkt: [1] Boostenwijk te Maastricht. [2] Provincieënwijk te Heemstede. [3] Oranjewijk te Wateringen.
De volgende eisen zullen aan de te filteren cases worden gesteld: - Het project moet woningbouw betreffen; - Het project moet een renovatie project zijn; - De nieuwe situatie van het project moet minimaal de huidige energieprestatie eis voor nieuwbouwwoningen van 0.8 evenaren en/of een energielabel ”B” hebben verkregen; - De renovatie projecten moeten verschillende renovatieconcepten betreffen; - De plattegrond moet vrijwel overeenkomstig zijn met de plattegronden van de 16-tal duplexwoningen, dus een rijtjeswoning of hoekwoning. - Het project moet een monument betreffen.
| Monumenten & Energie
29
3.3 Boostenwijk Maastricht 3.3.1 Basisgegevens Type project: renovatie; samenvoeging van 57 naar 31 woningen Plaats: Maastricht Oorspronkelijke architect: Alphonse Boosten Opdrachtgever: woningcorporatie Servatius Architect: SATIJNplus Energetischadviseur: Adviesbureau 2L Type woning: Rijwoningen Bouwjaar: 1930- 1940 Monument: rijksmonument EPC waarde: 0.7 Energielabel: A+
3.3.2 Inleiding Architect Alphonso Boosten ontwierp voor de oorlog een wijk met kleine arbeiderswoningen aan de oevers van de maas. Het Boostenwijk bestaat uit 128 vooroorlogse woningen. Vanwege het bijzondere esthetische karakter en bijzondere betekenis op nationaal niveau werd het Boostencomplex uitgeroepen tot rijksmonument. De reden van de renovatie is dat de woon- en bouwtechnische situatie in zulke slechte staat verkeerden dat de Boostenwijk eigenlijk gesloopt moest worden. De woningen waren onderling erg gehorig en hadden een hoog energieverbruik. Daarnaast voldeden de oppervlaktes van de ruimtes niet meer aan de maatstaven van de huidige bewoners en toekomstige bewoners. Doordat het complex een rijksmonument is, was sloop geen optie. Door woningcorporatie Servatius en bewoners moest er dus gezocht worden naar oplossingen. Zij kwamen, met behulp van het Katholieke Universiteit van Leuven, op nieuwe en innovatieve oplossingen. Renovatie en samenvoeging waren dan ook de beste optie, maar dan wel op een duurzame, innovatieve en integrale wijze in plaats op de traditionele manier van het energiezuinig en leefbaar maken. De woningen zijn van energielabel F-G naar energielabel A+ gegaan, daarnaast zijn de plattegronden van woningen gewijzigd. Het CO2uitstoot is na oplevering gereduceerd met meer dan 80%. Bij alle woningen werd de indeling gewijzigd, werden de CV-, elektra- en gasinstallaties vervangen, werd de buitenschil nageïsoleerd.
Figuur 3.1: Vooraanzicht Boostencomplex
| Monumenten & Energie
30
3.3.3 Beschrijving gebouw De Boostenwijk is gebouwd in de traditionele jaren ’30 bouwstijl. De woningen zijn oorspronkelijk bedoeld als eengezins- arbeiderswoningen. Doordat de oppervlakte van de ruimtes nier meer voldeden aan de maatstaven van de huidige bewoners/ toekomstige bewoners zijn de plattegronden gewijzigd tijdens de renovatie. 57 woningen zijn samengevoegd tot 31 woningen. De indeling van de woningen is hierdoor ook gewijzigd. Doordat de woningen rijksmonumenten zijn mocht de buitenzijde niet aangetast worden, met uitzondering van het later gerealiseerde aanbouwen aan de achterzijde. De achterzijde is op de begane grond is opnieuw opgemetseld. De woningen zijn minder diep geworden, maar in de breedte zijn de woningen twee keer zo breed geworden. De oorspronkelijke indeling van de woning is: Begane grond: Entree, hal met vaste trap (met trapkast) naar de eerste etage. Woonkamer; eenvoudige keuken met achterdeur; toilet; betegelde badkamer met douchehoek, wastafel. Achtertuin met achterom en berging. 1e etage: overloop; 1 slaapkamer aan de voorzijde; 2 slaapkamers aan de achterzijde.
Figuur 3.2: Plattegronden bestaande situatie
De nieuwe indeling van de woning is: Begane grond: Entree, hal met vaste trap naar de eerste etage. Berging met aanliggend toilet, Berging. Woonkamer; keuken met twee achterdeuren; Achtertuin met achterom. 1e etage: overloop met kast; 2 slaapkamers aan de voorzijde; 1 slaapkamer aan de achterzijde; badkamer met douchehoek en badkuip; toilet.
Figuur 3.3: Plattegronden nieuwe situatie
| Monumenten & Energie
31
3.3.4 Beschrijving energieconcept Vanwege de status van rijksmonument mocht de buitenzijde van de woningen niet worden gewijzigd. Wel zijn bij de renovatie alle (later gerealiseerde) aanbouwen aan de achterzijde verwijderd, waardoor de achtergevel deels opnieuw opgemetseld moest worden. Doordat de gebouwen rijksmonumenten zijn en er niks aan de buitenzijde mocht worden gewijzigd, werd er gekozen voor het Comfort plus pakket. Comfort plus is een doos-in-doos systeem voor onzichtbare verwarming en koeling in de omhullende lichte (voorzet)constructies van ruimten, geschikt voor woningbouw en utiliteitsbouw. Het systeem verbetert de thermische en akoestische eigenschappen van de scheidingsconstructies. Comfort plus gaat uit van op diepte gelegen watervoerende leidingen die door middel van een speciaal ontwikkeld geleidend systeem warmte en koude levert naar het oppervlak van de lichte constructie. Het is geheel afgestemd op de standaard montagesystemen voor gipskartonwanden met metalen C profielen. Door de dieper gelegen leidingen wordt beschadiging door mechanische bevestiging voorkomen. De woningen worden gestript tot het casco. Met de voorzetconstructie worden woningscheidende wanden, gevels, vloeren, plafonds en daken van binnenuit bekleed. De voorzetpanelen, bestaande uit plaat- en isolatiemateriaal, en buizen voor de wandverwarming. Dit systeem is geschikt voor zowel verwarming als koeling, beide op basis van straling (in plaats van convectie zoals bij radiatoren
het geval is). Daarbij gaat het om zogenaamde laagtemperatuurverwarming (LTV) en hoge temperatuurkoeling (HTK). Het comfort plus systeem is een licht binnenafbouwsyteem, dat nauwelijks massa heeft. Waardoor in de installatie een vorm van warmteopslag noodzakelijk is. De Boostenwijk koppelt de schil bij gebrek aan massa aan een vorm van warmteopslag. Het Boostencomplex kent twee soorten warmteopslag. Het project ligt vlakbij de maasoevers waardoor een warmteopslag voor de lange termijn in grindbedden zijn gerealiseerd. Daarin wordt de warmte die zomers met het koelen geoogst wordt opgeslagen. Voor de korte termijn wordt de warmte op in een boilervat van 200 liter dat op zolder staat opgeslagen. Dat wordt door een warmtepomp verwarmd.
Figuur 3.5: Doorsnede Boostencomplex
Fig. 3.4: doos-in-doos systeem
| Monumenten & Energie
32
3.3.4.1 Lage temperatuur verwarming/ hoge temperatuur koeling Lage temperatuur verwarming (LTV) is de verzamelnaam van centrale verwarmingsystemen, waarvan de aanvoerwatertemperatuur van water niet hoger is dan 55°C en de retourwatertemperatuur maximaal 45°C is. De tegenhanger van LTV is hoge temperatuur koeling, hetzelfde systeem wordt gebruik echter stroomt er geen heet water door het systeem maar koel water, hierdoor zijn er geen airco’s nodig in de zomer. Door de lagere temperatuur hebben warmte opwekkers als een verwarmingsketel en een warmtepomp een hoger rendement en zijn de leiding verliezen in het systeem lager. Om met lage temperatuur verwarming hetzelfde verwarmingsvermogen te kunnen leveren is een groter oppervlak nodig voor het afgifte systeem. Bij het comfort plus systeem is wand- of plafondverwarming gebruikt. Uit onderzoek van TNO (in opdracht van Senternovem) blijkt dat het vervangen van een hoge temperatuur afgiftesysteem door een lage temperatuur verwarmingssysteem zowel positieve als wel effecten heeft. Met name ten aanzien van thermisch comfort en luchtkwaliteit presteert LTV in het algemeen beter dan traditionele systemen. LT-warmte-afgifte leidt tot een verbetering van de woonkwaliteit, lagere (aangenamere) luchttemperaturen, minder mijten en minder tocht. Het toepassen van LTV leidt tot energiebesparing bij de afgifte. Deze besparing komt bovenop de energetische voordelen van LTV bij de opwekker en de verminderde leidingverliezen in het distributienet bij collectieve opties. In het onderzoek wordt ook een groot nadeel gesignaleerd, namelijk hoge opstart kosten. De wanden moeten extreem goed geïsoleerd zijn en hebben dus een hoge Rc-Waarde nodig, wil het systeem werken. Bij vloeren wandverwarming kan bovendien sprake zijn van een lagere opwarmsnelheid, hoewel dit bij goed geïsoleerde woningen, waar geen
nachtverlaging wordt toegepast, geen factor van betekenis is. In combinatie met natuurlijke toevoer en grote glasvlakken dient rekening gehouden te worden met de koudeval. De plaatsing van meubels voor warmtewanden vormt geen probleem. Wel moet hiermee bij het dimensioneren rekening gehouden worden. Ook mogen er aan de muur schilderijen, schemerlampen en dergelijke worden bevestigd. Wel moet men opletten dat er niet te diep wordt geboord.
Figuur 3.6: Wandisolatie met wandverwarming
Figuur 3.7: Wandisolatie met wandverwarming
| Monumenten & Energie
33
3.3.5 Principe details Zoals in de inleiding is aangegeven voldeden de huidige thermische en geluidsisolatie niet meer, hierdoor is het Comfort Plus toegepast. De constructie opbouw van de buitengevel, en woningscheidende wand is hierdoor sterk veranderd. De oorspronkelijke massieve buitengevel is aan de binnenzijde nagisoleerd door middel van 90cm glaswol dit wordt op zijn plaats gehouden door metal-stud C-profielen, waar ook nog weer 45 mm glaswol isolatie is tussen geplaatst. Tussen het isolatie werk en de bestaande gevel is een luchtspouw van 22.5mm aangebracht. Het klimaatsysteem in het plafond is aangevuld met een speciaal stralingspaneel dat is aangebracht in de borstweringen onder de ramen. Dat is dus op de plek waar normaliter een radiator zou zitten. Het stralingspaneel voorkomt koudeval en voegt het extra verwarmingsoppervlak toe. Tussen de woningen is, ter voorkoming van geluidshinder, aan weerszijde 70mm isolatie aangebracht. Tussen de constructie en het isolatiemateriaal is een luchtspouw van 57.5mm gehouden. Figuur 3.8: Principe detail Woningscheidende wand (nieuwe situatie)
| Monumenten & Energie
34
Figuur 3.9: Principe detail Achtergevel (nieuwe situatie)
Figuur 3.10: Principe detail Gevelvoorzetwand (borstwering) (nieuwe situatie)
Figuur 3.11: Gevelvoorzetwand (borstwering)
| Monumenten & Energie
35
3.3.6 Vraagbeperking fossiele brandstoffen In het volgende hoofdstuk wordt meetbaar geïnventariseerd wat de huidige energie technische situatie van de monumentale woningen is. Om de energetische situatie van de woningen te verbeteren zijn aanpassingen nodig. De structurele vraagbeperking van fossiele brandstoffen kan installatie technisch of bouwkundig worden gerealiseerd. Daarnaast worden de energie besparende oplossingen beoordeeld op toepasbaarheid op de 16-tal duplexwoningen. Niet alle energiebesparende oplossingen kunnen per definitie worden toegepast bij de 16-tal duplexwoningen. 3.3.6.1 Bouwkundige aanpassingen Hieronder wordt een omschrijving van bouwkundige staat van het gebouw weer gegeven. Er wordt gekeken naar de constructie, materiaal. Tevens worden bouwfysische eigenschappen ervan behandeld. De warmtevraag is geminimaliseerd door zwaar te isoleren. Vloeren Op de betonnen begane grond vloer is tijdens de renovatie folie en isolatie materiaal aangebracht, hierdoor is er een Rc waarde van 3 m2K/W verkregen. De bovenzijde van begane grondvloer en verdiepingsvloer isoleren kan bij de 16-tal monumentale duplexwoningen worden toegepast. De bestaande begane grondvloer hoeft bij deze ingreep niet verwijderd te worden. Bij de verdiepingsvloer kan dezelfde constructie worden gebruikt als bij de Boostenwijk.
Het grote nadeel van dit systeem is dat de vloerconstructie dikker wordt, hierdoor zullen de deuren vervangen of ingekort moeten worden. Daarnaast moet het hele pand ontruimd worden en moet de bestaande vloer verwijderd worden. Buitengevel De bestaande massieve buitengevel is tijdens de renovatie na-geisoleerd, aan de binnenzijde, met behulp van metal-stud profielen en heeft een Rc waarde van 3,5 m2K/W gekregen. Doordat er sprake was van geluidshinder tussen de aaneen gesloten woningen zijn de woningscheidende wanden tevens nageïsoleerd. De bestaande kozijnen zijn vervangen door nieuwe houten kozijnen met HR++glas. Van U = 5,1 W/(m²K) naar U = 1,2 W/(m²K). De binnenzijde van de buitengevel isoleren kan bij de 16-tal monumentale duplexwoningen worden toegepast. Deze manier van na-isoleren is bij een massieve muur van een monumentaal pand beste optie aangezien het aanzicht van de woning niet wordt gewijzigd. Deze manier van isoleren is bij de duplexwoningen alleen nadelig, omslachtig en riskant aangezien: - De duplexwoningen hebben een grond oppervlakte van 39m2, na de isolatie zal dit circa 37 m2 bedragen. Dit is een afname van 2 m2 (5.2%) grond oppervlakte; - Bij woningen waar de gevel van binnenuit is geïsoleerd schommelt de vertrektemperatuur meer dan in woningen met buitenmuur- of spouwisolatie. Dit komt doordat steen warmte langer vasthoudt dan isolatiemateriaal; - Aan de binnenzijde zijn er een aantal obstakels die niet gemakkelijke mee geïsoleerd kunnen worden; | Monumenten & Energie
36
-
Deze vorm van na-isolatie kan leiden tot condensvorming en inwendige condensatie aan de binnenzijde van de buitenschil; Het elektriciteit netwerk zal moeten worden aangepast;
De kozijnen bij de 16-tal duplexwoningen staan beschreven in de redengevende omschrijving hierdoor is het niet mogelijk om dubbelglas toe toepassen, aangezien dan of het kozijndikte verandert of opzet glaslatten moeten worden toegepast. Dak De zolder is in de huidige toestand ongeïsoleerd. De zolder heeft geen gebruiksfunctie, hierdoor hoeft deze ruimte niet verwarmt te worden. Om zo weinig mogelijk m3 ruimte te verwarmen, is in plaats van het dak, de zoldervloer geïsoleerd. De zoldervloer heeft een Rc-waarde van 3,5 m2K/W gekregen. De 16-tal monumentale duplexwoningen hebben een lage zolder wat momenteel wordt gebruikt als berging. De zoldervloer isoleren is mogelijk bij de duplexwoningen. Het nadeel hier wel aan is dat de zolder wordt gebruikt als berging, hierdoor is er een vlieringtrap naar de berging aanwezig, deze opening is lastig te isoleren. Daarnaast zijn de m3 woning die minder hoeft te worden geïsoleerd bijna verwaarloosbaar zijn aangezien deze ruimtes erg laag zijn. 3.3.6.2 Installatietechnische aanpassingen Hieronder wordt een omschrijving van installatietechnische staat van het gebouw weer gegeven. Alle bestaande installaties zijn verwijderd en vervangen voor nieuwe installaties.
Ventilatie Van natuurlijke ventilatie zijn de woningen gewijzigd naar mechanische in-, en uitvoer. De woningen hebben een warmte terugwin installatie met gebalanceerd ventilatiesysteem in badkamer, toilet, keuken en berging. Deze manier van ventileren kan worden toegepast bij de 16-tal monumentale duplexwoningen, alleen moet er wel op worden gelet dat: - bij mechanische of balansventilatie moeten de installaties zodanig zijn aangebracht dat geen schade wordt toegebracht aan historisch waardevolle interieurs of constructieve elementen. - De installaties moeten zodanig zijn gesitueerd dat de visuele gaafheid van het interieur niet wordt aangetast. - De ventilatie dient bij voorkeur via voorzieningen op het dak te worden geregeld, maar wel op een wijze dat de monumentale waarden van de interieurs niet worden aangetast. Dit komt erop neer dat de in- en uitvoer van de buitenlucht vrijwel onzichtbaar moet gebeuren. Verwarming Het huidige verwarmingssysteem is in zijn geheel verwijderd en vervangen voor de, in het energieconcept genoemde, LTV en HTK. Het verwarmen met behulp van LTV en HTK kan worden toegepast bij de 16-tal monumentale duplexwoningen. Deze manier van verwarmen kan alleen worden toegepast als een voorzetconstructie wordt toegepast bij de duplexwoningen.
| Monumenten & Energie
37
3.3.7 Gebruik duurzame energie Water/ Water Warmtepomp De te verwarmen woningen liggen naast een waterloop gelegen hierdoor kan daaruit water opgepompt worden, door het warmtepompsysteem gevoerd worden en dan terug geloosd worden. Het rendement ligt relatief hoog aangezien een rivier of meer meestal niet helemaal dichtvriest en de temperatuur normaal dus niet onder de 4 °C komt te liggen. Ook is er weinig electra nodig voor het rondpompen van het water, en zal er geen uitputting van het medium ontstaan doordat het continu vervangen wordt.
3.3.8 Efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen Het ventilatiesysteem betreft een gebalanceerd ventilatiesysteem met een WTW met een rendement van circa 80%. Tezamen met het lage verlies door transmissie zorgt dit systeem voor een zeer kleine warmtevraag. Het gebalanceerde ventilatiesysteem heeft een by-pass en ook de draaiende delen kunnen ingezet worden voor nachtventilatie in de zomer. Als er wordt gekozen om een gebalanceerd ventilatiesysteem met een WTW toe te passen bij de 16-tal monumentale duplexwoningen, kan dit rendement ook worden gehaald.
Bij dit monovalente-werking systeem wordt het hele huis uitsluitend verwarmd door de warmtepomp. Er zijn geen bijverwarmingen. Hierbij is het dan ook zeer belangrijk dat de warmtepomp goed gedimensioneerd is. Men moet er voor zorgen dat er altijd genoeg warmte beschikbaar is, maar een overgedimensioneerde warmtepomp komt vlug duur uit. Hierbij moet ook rekening gehouden worden met de constante behoefte aan warm tapwater. Vooral het type water/water is geschikt voor deze werkingswijze. Een water/ water warmtepomp kan niet worden toegepast bij de 16-tal monumentale duplexwoningen aangezien de afstand tot een rivier, meer of kanaal aanwezig is.
| Monumenten & Energie
38
3.3.9 Afbeeldingen verbouwing Boostenwijk Maastricht
Figuur 3.12: Voorzetpaneel gevel/ woningscheidende wand/ plafond
Figuur 3.14: Achterzijde Boostencomplex voor renovatie
Figuur 3.13: Technische installties zolder; Warmte pomp/ Warmte terugwin installatie (WTW)/ Lage temperatuur verwarming (LTV)
Figuur 3.15 Achterzijde Boostencomplex na renovatie
| Monumenten & Energie
39
3.4 Provincieënwijk Heemstede 3.4.1 Basisgegevens Type project: renovatie; 69 eengezinswoningen en 52 duplexwoningen, naar 86 eengezinswoningen en 18 duplexwoningen. Plaats: Heemstede Opdrachtgever: Elan wonen Architect: DAT - Architecten werkgroep Tilburg Energetisch adviseur: Energie Adviseurs Bv Type woning: Gallerijwoningen, Portiekwoningen, Rijwoningen Bouwjaar: 1950 - 1960 Monument: Nee EPC waarde: Energielabel: B
3.4.2 Inleiding De Provincieenwijk is een na-oorlogse wijk en bestaat uit 69 eengezins,en 52 duplexwoningen woningen. Woningcorporatie Elan Wonen wil de wijk herontwikkelen. De Provinciënwijk ligt vlak bij het centrum van Heemstede. In de kern bestaat de Provinciënwijk uit rijwoningen uit de jaren vijftig, omzoomd met galerijflats uit de jaren zestig. De reden van de renovatie is dat de woningen in de wijk is slechte staat waren, er moest onderhoud komen. De woningen voldeden niet meer aan de huidige thermische.- en geluidseisen van de huidige en toekomstige bewoners. De huidige bewoners wilden geen sloop. De sociale samenhang in de wijk, de lage huurlasten en de oorspronkelijke charme van de woningen bleken doorslaggevend voor een grootscheepse renovatie waarbij veel mogelijk werd: lage huurlasten, het behoud van de onderlinge zorgzaamheid, aarde van de woningen, modern wooncomfort en verantwoord energiegebruik. Met een goed doordacht plan, dat werd ontwikkeld in een intensieve dialoog tussen alle betrokkenen, is de wijk duurzaam geworden en kan de wijk aan een tweede leven beginnen. De woningen zijn van energielabel E-G naar energielabel B gegaan, daarnaast zijn de plattegronden van duplexwoningen gewijzigd. Het CO2uitstoot is na oplevering gereduceerd met meer dan 60%. Alle woningen kregen een andere indeling, nieuwe badkamers, toiletten en keukens, de CV-, elektra- en gasinstallaties werd vervangen en werd de buitenschil nageïsoleerd.
Figuur 3.16: Voorzijde Provincienwijk Heemstede
| Monumenten & Energie
40
3.4.3 Beschrijving gebouw De Provinciënwijk is een naoorlogse uitbreidingswijk uit de jaren '50-'60 en kenmerkt zich door zijn ruime opzet, met veel openbaar groen en herhaling van de woning als basiseenheid in een heldere structuur. Woningen zijn met hun voorgevel georiënteerd op de belangrijkste openbare ruimte. De rooilijn is daarbij per rij in samenhang en verspringt niet. Het grootste deel van de woningen maakt deel uit van rijen en blokken. De woningen hebben een eenvoudige opbouw van een of twee lagen met zadeldak. De nokrichting is evenwijdig aan de weg. Hoekwoningen zijn op een raam of deur in de zijgevel na merendeels gelijk aan de tussenwoning. De detaillering is zorgvuldig en soms fijn. Rijwoningen hebben weinig accenten. Raampartijen beslaan een groot deel van het gevelvlak. Daken zijn gedekt met rode keramische pannen. Het kleurgebruik is terughoudend. De woningen zijn oorspronkelijk bedoeld als eengezinsarbeiderswoningen. 26 eengezins- arbeiderswoningen werden omgebouwd tot 52 duplexwoningen. De duplexwoningen waren woningen, die tijdelijk gesplitst werden in twee deelwoningen. Deze splitsing is een methode die na de Tweede Wereldoorlog werd toegepast, met het oog op de toen heersende woningnood, om kleine gezinnen aan woonruimte te helpen. De tijdelijkheid vindt haar oorzaak in het feit dat de deelwoningen niet helemaal voldeden aan de bepalingen van de toen geldende bouwverordening. Verder was het de bedoeling de splitsing, wanneer de woningnood verminderd zou zijn, op te heffen. Hierdoor was de beganegrond een woning en de bovenliggende eerste/ tweede verdieping een woning. De wensen van de hedendaagse mensen maakt dat de oppervlaktes van de ruimtes in de woningen te klein zijn om in te leven.
Na de renovatie van de Provinciënwijk zijn de plattegronden van de woningen gewijzigd. De 52 duplexwoningen zijn weer samengevoegd tot 26 woningen. De begane grond en de verdiepingen zijn weer samengevoegd tot een eengezinswoning. Dit wordt ontduplext genoemd en wordt tegenwoordig veel gebruikt. Een andere optie zou sloop van de duplexwoningen zijn geweest, aangezien in de indeling van de duplexwoning niet meer voldoen aan de eisen van huidige woonstandaard. De oorspronkelijke indeling van de woning is: Begane grond: Trap naar bovenliggende woning, met eigen voordeur. Entree; trapkast; toilet; eenvoudige badkamer. woon,- slaapkamer met dubbele opslaande achterdeuren. Keuken met achterom. Achtertuin met achterom en berging. 1e etage: overloop; toilet; 1 slaapkamer aan de voorzijde; woonkamer; keuken. 2de etage: Overloop; badkamer; slaapkamer. De nieuwe indeling van de woning is: Begane grond: Entree; vast trap naar de eerste etage. Ruime woonkamer dubbele opslaande achterdeuren; half open keuken met achterom; gang met aangrenzende toilet. 1e etage: overloop; 1 slaapkamer aan de voorzijde; 2 slaapkamers aan de achterzijde; badkamer. 2de etage: overloop; slaapkamer; berging.
| Monumenten & Energie
41
Figuur 3.17: Plattegronden bestaande situatie
Figuur 3.18 Plattegronden nieuwe situatie
| Monumenten & Energie
42
3.4.4 Beschrijving energieconcept Het energieverbruik van de woningen was te hoog en het wooncomfort was niet voldoende naar maatstaven van de huidige bewoners/ toekomstige bewoners. Er moest iets gebeuren met de woningen. Doordat de bewoners van de woningen en Elan wonen het behoudt van de sociale samenhang in de wijk en de esthetische waarde van de woningen het hoofdcriterium vonden werd dit als randvoorwaarde gesteld voor de renovatie. Er mocht dus zo min mogelijk worden gewijzigd aan de buitenzijde van de woningen en de renovatie mocht niet leiden tot hoge maandlasten, waardoor de huidige bewoners de huur niet meer zouden kunnen betalen. Na overleg met verschillende partijen (architect/ energetisch adviseur/ opdrachtgever/ bewoners) is men overeengekomen dat het isoleren van verschillende constructieonderdelen van de gebouwschil de beste oplossing voor het energetisch probleem van de woningen is. Onder de gebouwschil wordt het dak, de buitengevel en de de vloer verstaan. Bij de woningen in de Provinciënwijk is een spouwmuur aanwezig, deze is tijdens de renovatie gevuld met isolatiemateriaal, waardoor de buitengevel constructie een hogere isolatie waarde heeft verkregen. De muren moesten voor deze ingreep in goede staat zijn, de buitenzijde mocht niet dampremmend zijn afgewerkt en er mochten niet teveel koudebruggen tussen de binnen- en buitenmuur bestaan. Als de luchtdichtheid van de woning onoordeelkundig verbeterd zou worden en zonder de ventilatie hieraan aan te passen, zouden deze koudebruggen aanleiding kunnen geven tot oppervlaktecondensatie en schimmelvorming. Met behulp van thermografische camera’s is opgelet dat het proces goed verliep. De houten kozijnen in de buitenschil waren niet meer in goede staat en hadden enkel glas, daardoor zijn ze vervangen
voor nieuwe houten of kunststof kozijnen met hoog rendement ++ glas. Het dak van de woningen is aan de binnenzijde (tussen de gordingen) nageïsoleerd met minerale wol. De houten begane grond vloer was in slechte staat, de vloer was rot en niet geïsoleerd, daardoor is deze verwijderd en hiervoor in de plaats is een betonnen geïsoleerde (combinatie,-) vloer gekomen. De bewoners hadden last van schimmel in de natte ruimtes (badkamer, toilet, keuken). Doordat men hier last had van schimmel is ervoor gekozen om van natuurlijke ventilatie naar een mechanische in-, en uitvoersysteem te gaan. De woningen hebben nu een gebalanceerd ventilatiesysteem in badkamer, toilet, keuken. Dit heeft tevens een positieve uitwerking op het energieverbruik van de woningen, doordat er dan niet onnodig warmte verloren gaat aan ventileren van deze ruimtes.
Figuur 3.19: Doorsnede Provincienwijk nieuwe situatie
| Monumenten & Energie
43
3.4.5 Principe details De huidige thermische isolatie van de buitenschil voldeed niet meer. Na de nodige aanpassingen te hebben gedaan is de constructie opbouw van de buitenschil veranderd. De oorspronkelijke 50mm luchtspouw is opgevuld met isolatie materiaal. De oorspronkelijke houten kozijnen met enkel glas in de buitenschil zijn verwijdert en vervangen voor nieuwe houten of kunststof kozijnen met hoog rendement ++ glas. Het bestaande stelkozijn kon gebruikt worden om de nieuwe kozijnen goed te kunnen plaatsen. Tussen de gordingen van de kapconstructie is 150mm isolatie materiaal aangebracht, hierna een dampremmende laag en een aftimmering van gipsplaat. De houten beganegrond vloer is verwijderd, aangezien deze rot was. Hiervoor in de plaats is een PS combinatievloer gekomen. Deze betonnen vloer heeft dikke isolatie laag tussen de betonbalken.
Figuur 3.20: Principe detail kozijnaansluiting (nieuwe situatie)
| Monumenten & Energie
44
Figuur 3.21: Principe detail dakaansluiting (nieuwe situatie) Figuur 3.22: Principe detail vloeraansluiting (nieuwe situatie)
| Monumenten & Energie
45
3.4.6 Vraagbeperking fossiele brandstoffen In het volgende hoofdstuk wordt meetbaar geïnventariseerd wat de huidige energie technische situatie van de monumentale woningen is. Om de energetische situatie van de woningen te verbeteren zijn aanpassingen nodig. De structurele vraagbeperking van fossiele brandstoffen kan installatie technisch of bouwkundig worden gerealiseerd. Daarnaast worden de energie besparende oplossingen beoordeeld op toepasbaarheid op de 16-tal duplexwoningen. Niet alle energiebesparende oplossingen kunnen per definitie worden toegepast bij de 16-tal duplexwoningen. 3.4.6.1 Bouwkundige aanpassingen Hieronder wordt een omschrijving van bouwkundige staat van het gebouw weer gegeven. Er wordt gekeken naar de constructie, materiaal. Tevens worden bouwfysische eigenschappen ervan behandeld. Vloeren De bestaande houten begane grond vloeren van de woningen zijn vervangen door nieuwe geïsoleerde betonvloeren (PS combinatievloer). De begane grond vloeren hebben nu een Rc waarde van 3,5 m2K/W. Deze manier van isoleren kan worden toegepast bij de 16-tal monumentale duplexwoningen, alleen zijn de vloeren niet rot is dit dus een onnodige manier isoleren.
Buitengevel De buitengevels zijn door middel van spouwvulling nageïsoleerd. De buitengevels hebben nu een Rc-waarde van 1,86 m2K/W. De bestaande kozijnen zijn vervangen door nieuwe houten kozijnen met HR++glas. Van U = 5,1 W/(m²K) naar U = 1,2 W/(m²K). Spouwmuur isolatie kan bij de 16-tal monumentale duplexwoningen worden toegepast. Spouwmuurisolatie is iets dat één keer hoeft te gebeuren voor de levensduur van het huis. Als de luchtdichtheid van de woning onoordeelkundig verbeterd zou worden en zonder de ventilatie hieraan aan te passen, zouden deze koudebruggen aanleiding kunnen geven tot oppervlaktecondensatie en schimmelvorming. Met behulp van thermografische camera’s wordt opgelet dat het proces goed verloopt. De isolatiewerkzaamheden is specialisten werk. De kozijnen bij de 16-tal duplexwoningen staan beschreven in de redengevende omschrijving hierdoor is het niet mogelijk om dubbelglas toe toepassen, aangezien dan of het kozijndikte verandert of opzet glaslatten moeten worden toegepast. Dak De binnenzijde van het dak is nageïsoleerd met minerale wol. De daken hebben nu een Rc waarde van 3,5 m2K/W. De zadeldaken van de 16-tal monumentale duplexwoningen kunnen van binnen uit nageïsoleerd worden. Tussen de gordingen en kepen wordt dan isolatiemateriaal aangebracht. Bij deze manier van isoleren moet goed op condensatie worden gelet.
| Monumenten & Energie
46
3.4.6.2 Installatietechnische aanpassingen Hieronder wordt een omschrijving van installatietechnische staat van het gebouw weer gegeven. Ventilatie De woningen werden eerst geheel natuurlijke geventileerd. Nu worden de natte ruimtes (keuken, badkamer en toilet) mechanisch geventileerd. Het ventilatieconcept is gewijzigd van natuurlijke toe.- en afvoer naar natuurlijke toevoer - mechanische afvoer. De woningen hebben een warmte terugwin installatie met gebalanceerd ventilatiesysteem in badkamer, toilet, keuken en berging. Deze manier van ventileren kan worden toegepast bij de 16-tal monumentale duplexwoningen, alleen moet er wel op worden gelet dat: - bij mechanische of balansventilatie moeten de installaties zodanig zijn aangebracht dat geen schade wordt toegebracht aan historisch waardevolle interieurs of constructieve elementen. - De installaties moeten zodanig zijn gesitueerd dat de visuele gaafheid van het interieur niet wordt aangetast. - De ventilatie dient bij voorkeur via voorzieningen op het dak te worden geregeld, maar wel op een wijze dat de monumentale waarden van de interieurs niet worden aangetast.
Verwarming Er is een complete cv-installatie, bestaande uit een HR++ combi-ketel en radiatoren, inclusief warmwater functie aangelegd. De HR++ ketel is een ‘slimme ketel’. Een ’slimme ketel’ is voorzien van een chip, waardoor er communicatie tussen de installateur en de c.v.-ketel is . Regelmatig zendt de c.v.-ketel gegevens over branduren, watertemperaturen, pompinstellingen, etc. door. Op basis hiervan kan de installateur het optreden van een storing voorspellen. Bij de meeste van de 16-tal monumentale duplexwoningen is al een HR++ combi-ketel toegepast. Deze manier van verwarmen is mogelijk. 3.4.7 Gebruik duurzame energie De provinciënwijk in Heemstede maakt geen gebruik gemaakt van duurzame energie. De huidige aardgas,- en elektriciteitsvraag wordt door een energieleverancier geleverd. 3.4.8 Efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen De bestaande verwarming is vervangen voor HR++ combi-ketels, hierdoor wordt er efficienter met aardgas omgegaan.
Dit komt erop neer dat de uitvoer van binnenlucht vrijwel onzichtbaar moet gebeuren.
| Monumenten & Energie
47
3.4.7 Afbeeldingen verbouwing
Figuur 3.23: Overzichtsfoto verbouwing provinciënwijk Heemstede
Figuur 3.25: Gevelaanzicht nieuwe situatie
Figuur 3.24: Gevelaanzicht oude situatie
| Monumenten & Energie
48
3.5 Oranjewijk Wateringen 3.5.1 Basisgegevens Type project: renovatie; 125 woningen Plaats: Wateringen Opdrachtgever: Wonen Wateringen Architect: van der Leur Vermeer architecten Energetisch adviseur: van Mierlo Bouwmaatschappij Bv. Type woning: Hoekwoningen, Rijwoningen Bouwjaar: 1950 - 1960 Monument: nee EPC waarde: Energielabel: B
3.5.2 Inleiding De Oranjewijk in Wateringen dateert uit de jaren vijftig. De wijk omvat in totaal circa 850 woningen, waarvan 418 huurwoningen. Woningcorporatie Wonen Wateringen wil de wijk herontwikkelen. De Oranjewijk ligt in het centrum van Wateringen. De reden van de renovatie is dat de woningen in wijk is slechte staat was en sterk veroudert. De woningen voldeden niet meer aan de huidige thermische.- en geluidseisen van de huidige en toekomstige bewoners. De huidige bewoners wilden geen sloop. De sociale samenhang in de wijk, de lage huurlasten en de oorspronkelijke charme van de woningen bleken doorslaggevend voor een grootscheepse renovatie waarbij veel mogelijk werd: lage huurlasten, het behoud van de onderlinge zorgzaamheid, aarde van de woningen, modern wooncomfort en verantwoord energiegebruik. Met een goed doordacht plan, dat werd ontwikkeld in een intensieve dialoog tussen alle betrokkenen, is de wijk duurzaam geworden en kan de wijk aan een tweede leven beginnen. De renovatie van de wijk heeft dan ook een prijs opgeleverd. Senternovem heeft de renovatie van de wijk uitgeroepen tot voorbeeld project voor andere renovaties. De woningen zijn van energielabel F-G naar energielabel B gegaan. Het CO2-uitstoot is na oplevering gereduceerd met meer dan 50%. Alle woningen kregen een andere indeling, nieuwe badkamers, toiletten en keukens, de CV-, elektra- en gasinstallaties werd vervangen en werd de buitenschil nageïsoleerd.
Figuur 3.26: Vooraanzicht Oranjewijk Wateringen
| Monumenten & Energie
49
3.5.3 Beschrijving gebouw De Oranjewijk is een naoorlogse uitbreidingswijk uit de jaren '50-'60 en kenmerkt zich door zijn ruime opzet, met veel openbaar groen en herhaling van de woning als basiseenheid in een heldere structuur. De wijk heft een planmatige sobere opzet met veel openbaar groen. Woningen zijn met hun voorgevel georiënteerd op de belangrijkste openbare ruimte. De rooilijn is daarbij per rij in samenhang en verspringt niet. Het grootste deel van de woningen maakt deel uit van rijen en blokken. De woningen hebben een eenvoudige opbouw van twee lagen met zadeldak. De nokrichting is evenwijdig aan de weg. Binnen rijen zijn er weinig accenten. Hoekwoningen zijn op een raam of deur in de zijgevel na merendeels gelijk aan de tussenwoning. De detaillering is zorgvuldig en soms fijn. Rijwoningen hebben weinig accenten. Raampartijen soms in combinatie met plaatmateriaal beslaan een groot deel van het gevelvlak. Daken zijn gedekt met rode keramische pannen. Het kleurgebruik is terughoudend. De woningen zijn gebouwd alszijnde eengezinsarbeiderswoningen. De plattegronden na renovatie onveranderd gebleven.
Figuur 3.27: Plattegronden
De indeling van de woning is: Begane grond: Entree; Trap naar verdieping met trapkast, toilet; Keuken met achterom, berging; Woonkamer. 1e etage: overloop; berging; 2 slaapkamers aan de voorzijde met berging; 1slaapkamer aan de achterzijde; badkamer.
| Monumenten & Energie
50
3.5.4 Beschrijving energieconcept Het energieverbruik van de woningen was te hoog en het wooncomfort was beneden niet voldoende naar maatstaven van de huidige bewoners/ toekomstige bewoners. Er moest iets gebeuren met de woningen. Doordat de bewoners van de woningen en Wonen Wateringen het behoudt van de sociale samenhang in de wijk en de lage huurkosten van de woningen het hoofdcriterium vonden werd dit als randvoorwaarde gesteld voor de renovatie. De plattegrond hoefde dus niet gewijzigd te worden en de renovatie mocht niet leiden tot hoge maandlasten, waardoor de huidige bewoners de huur niet meer zouden kunnen betalen.
De renovatie heeft ook een aantal wijzigingen voor de installatie, - en ventilatieconcept opgeleverd. De bewoners hadden last van schimmel in de natte ruimtes (badkamer, toilet, keuken). Doordat men hier last had van schimmel is ervoor gekozen om van natuurlijke ventilatie naar een mechanische afvoersysteem te gaan. De woningen hebben nu een mechanisch ventilatiesysteem in badkamer, toilet, keuken. Dit heeft tevens een positieve uitwerking op het energieverbruik van de woningen, doordat er dan niet onnodig warmte verloren gaat aan ventileren van deze ruimtes. De verwarmingsketels zijn tevens vervangen door HR++ketels.
Na overleg met verschillende partijen (architect/ energetisch adviseur/ opdrachtgever/ bewoners) is men overeengekomen dat het isoleren van verschillende constructieonderdelen van de gebouwschil de beste oplossing voor het energetisch probleem van de woningen is. Onder de gebouwschil wordt het dak, de buitengevel en de de vloer verstaan. De verschillende partijen wilden de wijk graag een nieuwe frisse uitstraling geven. Hierdoor is er voor gekozen om de woningen aan de buitenzijde te verfraaien en tevens te isoleren. Tijdens de renovatie is er aan de buitenzijde van de gevels isolatie materiaal aangebracht met hierover heen steenstrip (thermosteen). Er hoefde geen verandering te worden aangebracht in de fundering van de woningen. De houten kozijnen in de buitenschil waren niet meer in goede staat en hadden enkel glas, daardoor zijn ze vervangen voor nieuwe houten kozijnen met hoog rendement ++ glas. Het dak werd gerenoveerd met geïsoleerde dakplaten en daarna gedekt met nieuwe gebakken pannen. De vloer opbouw is tijdens de renovatie is niet gewijzigd en niet nageïsoleerd.
| Monumenten & Energie
51
3.5.5 Principe details De huidige thermische isolatie van de buitenschil voldeed niet meer. Na de
nodige aanpassingen te hebben gedaan is de constructie opbouw van de buitenschil veranderd. De oorspronkelijke gevelconstructie met luchtspouw is intact gebleven, alleen is tegen de oorspronkelijke gevelconstructie een nieuwe buitenschil tegen aan geplaatst. Op de gevel is 80mm isolatie materiaal aangebracht met hierop steenstrip, dit systeem heet thermosteen. De oorspronkelijke houten kozijnen met enkel glas in de buitenschil zijn verwijdert en vervangen voor nieuwe houten kozijnen met hoog rendement ++ glas. Het bestaande stelkozijn kon gebruikt worden om de nieuwe kozijnen goed te kunnen plaatsen. Het dak werd gerenoveerd met 73mm geïsoleerde dakplaten en daarna gedekt met nieuwe gebakken pannen.
Figuur 3.28: Principe detail kozijnaansluiting (nieuwe situatie)
De vloer opbouw is tijdens de renovatie is niet gewijzigd en niet nageïsoleerd.
Figuur 3.29: Principe detail dakaansluiting (nieuwe situatie)
| Monumenten & Energie
52
3.5.6 Vraagbeperking fossiele brandstoffen In het volgende hoofdstuk wordt meetbaar geïnventariseerd wat de huidige energie technische situatie van de monumentale woningen is. Om de energetische situatie van de woningen te verbeteren zijn aanpassingen nodig. De structurele vraagbeperking van fossiele brandstoffen kan installatie technisch of bouwkundig worden gerealiseerd. Daarnaast worden de energie besparende oplossingen beoordeeld op toepasbaarheid op de 16-tal duplexwoningen. Niet alle energiebesparende oplossingen kunnen per definitie worden toegepast bij de 16-tal duplexwoningen. 3.5.6.1 Bouwkundige aanpassingen Hieronder wordt een omschrijving van bouwkundige staat van het gebouw weer gegeven. Er wordt gekeken naar de constructie, materiaal. Tevens worden bouwfysische eigenschappen ervan behandeld.
Deze manier van na-isoleren is niet mogelijk bij de 16-tal monumentale duplexwoningen aangezien, door de buitenzijde van de gevel na te isoleren brengt dit fysische veranderingen met zich mee. Als afwerking zijn er verscheidende mogelijkheden, zoals sierpleiser en steenstrips. Deze uiterlijke wijziging is bij de monumentale panden niet toegestaan. Materiaaltoepassing, metselverband, patina, textuur, vorm en uiterlijk van het voegwerk, vormen een wezenlijk bestanddeel van de historische waarde van een gevel. Conservering van de bestaande gevel dient derhalve het uitgangspunt te zijn. De kozijnen bij de 16-tal duplexwoningen staan beschreven in de redengevende omschrijving hierdoor is het niet mogelijk om dubbelglas toe toepassen, aangezien dan of het kozijndikte verandert of opzet glaslatten moeten worden toegepast.
Vloeren Niet gewijzigd. De vloer heeft een rc-waarde van 0,37 m2K/W.
Dak Van de bestaande dakconstructie zijn alleen de gordingen en het plaatmateriaal behouden. De dakconstructie is aan de buitenzijde nageïsoleerd. Het nieuwe dak heeft een Rc waarde van 2,5 m2K/W
Buitengevel De ongeïsoleerde spouwconstructie is voorzien van buitenisolatie. De nieuwe gevels bestaan uit geïsoleerde geprefabriceerde gevelelementen, voorzien van metselwerk stripstenen die in verband worden gemonteerd en afgevoegd. De nieuwe gevel heeft een Rc waarde van 2,5 m2K/W. De bestaande kozijnen zijn vervangen door nieuwe houten kozijnen met HR++glas. Van U = 5,1 W/(m²K) naar U = 1,2 W/(m²K).
Het dak van de 16-tal monumentale duplexwoningen aan de buitenzijde na-isoleren is niet toegestaan. De hoofdrede hiervoor is dat het gevelaanzicht gewijzigd zal worden doordat het dak verhoogd wordt, hierdoor zijn er tevens aanpassingen aan de goot nodig en dat is tevens niet toegestaan.
| Monumenten & Energie
53
3.5.6.2 Installatietechnische aanpassingen Hieronder wordt een omschrijving van installatietechnische staat van het gebouw weer gegeven. Ventilatie De woningen werden eerst geheel natuurlijke geventileerd. Nu worden de natte ruimtes (keuken, badkamer en toilet) mechanisch geventileerd. Het ventilatieconcept is gewijzigd van natuurlijke toe.- en afvoer naar natuurlijke toevoer - mechanische afvoer.
3.4.7 Gebruik duurzame energie De Oranjewijk in Wateringen maakt geen gebruik gemaakt van duurzame energie. De huidige aardgas,- en elektriciteitsvraag wordt door een energieleverancier geleverd. 3.4.8 Efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen De bestaande verwarming is vervangen voor HR++ combi-ketels, hierdoor wordt er efficienter met aardgas omgegaan.
Deze manier van ventileren kan worden toegepast bij de 16-tal monumentale duplexwoningen, alleen moet er wel op worden gelet dat: - bij mechanische of balansventilatie moeten de installaties zodanig zijn aangebracht dat geen schade wordt toegebracht aan historisch waardevolle interieurs of constructieve elementen. - De installaties moeten zodanig zijn gesitueerd dat de visuele gaafheid van het interieur niet wordt aangetast. - De ventilatie dient bij voorkeur via voorzieningen op het dak te worden geregeld, maar wel op een wijze dat de monumentale waarden van de interieurs niet worden aangetast. Dit komt erop neer dat de uitvoer van binnenlucht vrijwel onzichtbaar moet gebeuren. Verwarming De verwarmingsketels zijn vervangen voor HR++ combi-ketels Bij de meeste van de 16-tal monumentale duplexwoningen is al een HR++ combi-ketel toegepast. Deze manier van verwarmen is mogelijk. | Monumenten & Energie
54
3.5.7 Afbeeldingen verbouwing
Figuur 3.32: Aanzicht gevel tijdens renovatie Figuur 3.30: Aanzicht gevel (oude situatie)
Figuur 3.33 Thermosteen
Afb 3.34: Hoekaansluiting Thermosteen
Figuur 3.31: Aanzicht gevel met thermosteen afwerking (nieuwe situatie)
| Monumenten & Energie
55
3.7 Conclusie Uit de case-study kan geconcludeerd worden dat er verscheidende manieren zijn om een rijwoning energiezuinig te maken. Om een woning energiezuinig te maken kan er op een aantal vlakken een aanpassing worden gedaan. Zo kan bouwkundig de schil (vloer, dak, gevel) worden geïsoleerd, maar er kan ook op installatie technisch niveau kunnen er oplossingen voor energetische problemen worden bedacht. Tevens kan er worden gekozen om de woningen energie op te laten wekken. Daarnaast zal er efficiënt moeten worden omgegaan met de fossiele brandstoffen. De monumentale waarde van de 16-tal duplexwoningen speelt in grote mate een rol van de keuze voor een bepaald energieconcept, niet alle energie besparende maatregelen kunnen worden toegepast op een monumentaal pand. 3.7.1 Energieconcepten Er zijn drie verschillende renovatieconcepten worden onderzocht die in de bouwpraktijk toegepast worden; een traditioneel renovatieconcept, een doos-in-doos renovatieconcept en een envelop renovatie.
Traditionele renovatie(provinciënwijk Heemstede) Bij een traditionele renovatie worden onderdelen afzonderlijk aangepakt. Per project wordt een oplossing bedacht voor de problemen met standaard producten. Kozijnen worden vervangen, de spouw wordt geïsoleerd, het dak wordt geïsoleerd etc. De toegepast materialen moeten in het werk gemaakt worden, zoals het dakisolatie van glaswol of spouwisolatie door glaswol. De traditionele aanpak vergt dus veel arbeid op de bouwplaats. De voorbereidingstijd is kort, maar de uitvoeringstijd is lang. Afhankelijk van de ingrepen die gedaan worden, moet de bewoner tijdelijk zijn woning verlaten of heeft overlast door bouwpersoneel in de woning of een steiger voor de woning. Doos-in-doos renovatie(Boostenwijk Maastricht) Bij een doos-in-doos renovatie wordt de woning aan de binnenzijde volledig geïsoleerd. Dit geschiedt door voorzetwanden en dekvloeren. Hierdoor wordt het woonoppervlak verkleind. Het comfortniveau na de ingreep is hoog, omdat de thermische en akoestische eigenschappen van de woningschil, de woningscheidende wand en de verdiepingsvloer verbeterd is. De voorbereidingstijd is langer dan bij de traditionele aanpak, omdat de hele woning leeggehaald moet worden voordat er begonnen kan worden met de uitvoering. De ingreep is alleen uit te voeren als de bewoner tijdelijk zijn huis verlaat.
Figuur 3.35: Schematische weergave van de drie renovatieconcepten. Traditionele renovatie, doos-in-doos renovatie en envelop renovatie.
| Monumenten & Energie
56
Envelop renovatie (Oranjewijk Wateringen) Tijdens envelop renovatie wordt de gehele woningschil aangepakt. Dit kan door de hele schil te vervangen, zoals een nieuw dak of een nieuwe gevel, maar ook door de aan de buitenzijde te isoleren. De woning wordt dan aan de buitenzijde groter, maar het woonoppervlak blijft gelijk. Afhankelijk van de materiaalkeuze is de uitvoering arbeidsintensief. Het referentieproject laat geprefabriceerde elementen zien, waarmee de uitvoering snel verloopt. De bewoner ondervindt hinder van de steiger en het feit dat gevel en dak tijdelijk open zijn. De voorbereidingstijd is langer, omdat de elementen moeten aansluiten op de bestaande woning. Deze manier van renoveren is erg omstreden bij monumentale panden, aangezien de aanzichten veranderen. Hierdoor zal deze energieconcept niet worden toegepast op de 16-tal monumentale duplexwoningen.
| Monumenten & Energie
57
4. NIEUWE SITUATIE 4.1 Inleiding Na drie case- studies te hebben voltooid, zijn er mogelijke oplossingen aangedragen voor de energetische problemen bij de duplexwoningen aan de P.Waijerstraat. Er zal verder op de mogelijke oplossingen worden ingegaan. Er zal worden onderzocht of het mogelijk is of het pand 80% energiezuiniger kan worden gemaakt t.o.v. het huidige energie verbruik en hoe het kan worden gerealiseerd. Er zal worden gekeken wat meetbaar het verschil is als de oplossingen worden toegepast op de woningen, hiervoor is een plan van eisen samengesteld.
4.2 Plan van Eisen Het Plan van Eisen bevat de uitgangspunten, eisen en randvoorwaarden voor het te ontwikkelen van de verschillende energieconcepten. De uitgangspunten vormen de basis voor het energieconcept. De eisen worden opgedeeld in functionele eisen en randvoorwaarden voor het energieconcept welke niet beïnvloedbaar zijn, namelijk de bestaande constructie. Deze eisen en het doel van dit project worden vertaald in functies. Voor deze functies zijn kwaliteit- en prestatieniveaus vastgesteld. Door de prestatieniveaus te bekijken kan er worden gekeken naar welk niveau er zal moeten worden gestreeft. De eisen voor het energieconcept worden omschreven in drie niveaus; wettelijk minimum, minimale eis en doel. Het wettelijk minimum geeft externe randvoorwaarden waaraan het energieconcept aan zal moeten worden voldoen. Hiervoor zijn een aantal bronnen maatgevend; het Bouwbesluit en de gemeentelijke monumenten verordening. Er moet voor de bepaling van de prestatie-eisen gebruik worden gemaakt van de NEN-normen. Voor de praktische toepassing zijn Nederlandse Praktijkrichtlijnen, NPR, ontwikkeld. Deze hebben echter geen juridische status. De NEN-normen zijn wel wettelijk verplicht, omdat daarnaar verwezen wordt in het Bouwbesluit. De eisen zijn de aspecten die door het product moet worden gerealiseerd. Deze worden gekozen vanuit een bepaald standpunt, namelijk energiebesparing en dus thermische isolatie. Een doel is een gemotiveerde eis, die minder prioriteit heeft. Het zijn aspecten waaraan het energieconcept niet per se hoeft te voldoen, maar welke een toegevoegde waarde zijn.
| Monumenten & Energie
58
De kwaliteit van het geheel kent een boven- en een ondergrens: - De bovengrens is de technisch haalbare kwaliteit; - De ondergrens is is theoretisch gezien de eisen uit het Bouwbesluit. Wanneer er gekozen is voor renovatie van een woning, voldoet de woning niet meer aan de huidige kwaliteitseisen. Hierbij is sprake van bovengenoemde ondergrens en bovengrens. De ingreep kan op meerdere manieren uitgevoerd worden, er kan onderscheid gemaakt worden in drie niveaus; laag, midden en hoog niveau: [1] Laag niveau: Dit type ingreep wordt gebruikt bij woningen met uitstekende kwaliteiten. Het behoud van die kwaliteiten staat voorop. Het verschil met nieuwbouw is nihil; [2] Midden niveau: Bij woningen met een goede kwaliteit dienen verbeteringen in de kwaliteit aangebrachte te worden om het verschil met nieuwbouw te verkleinen; [3] Hoog niveau: Een deel van de woningen zal volledig gerenoveerd moeten worden om de woontechnische kwaliteiten terug te brengen; Renoveren op hoogniveau zal er voor zorgen dat er voor een langere periode geen onderhoud of aanpassingen nodig zijn. Dit is niet altijd nodig; Woonstade zal een keuze maken voor een bepaalde exploitatieperiode. Daarvoor zal de keuze gemaakt worden voor een ingreep waarbij de eisen gerealiseerd worden, met mogelijke invulling van hun wensen. De duplexwoningen aan de P.Waijerstraat zijn gemeentelijke monumenten, waardoor de exploitatieperiode eigenlijk oneindig is. Woonstade kan er wel voor kiezen om de monumentale panden na een bepaalde tijd te verkopen.
Naast deze indeling kan ook gekozen voor ingreeptypen; conserveren, renoveren en transformeren. [1] Conserveren betekent het behouden van de bestaande, oorspronkelijke kwaliteit qua casco en ruimte. De ingrepen richten zich op comfort, uitstraling en duurzaamheid. De ingreep kost ongeveer 30 tot 50 procent van nieuwbouw. [2] Renoveren is het vernieuwen van de woning. De woning krijgt kwaliteiten die bij de tijd passen. Binnen het casco zijn aanpassingen mogelijk. De investering is circa 50 tot 80 procent van nieuwbouw. [3] Bij Transformeren zijn vele oplossingen mogelijk. Men is niet beperkt door de oorspronkelijke woning en het casco. Dit wil zeggen dat ook het samenvoegen van constructies mogelijk is. De kosten zijn ongeveer 60 tot 120 procent van nieuwbouw. Bij monumentale panden zal de monumentenzorg hoofdzakelijk alleen voor het eerstgenoemde (conserveren) uitgangspunt gaan, maar aangezien het energieverbruik aanzienlijk hoger ligt dan nieuwbouw woningen mogen er mogelijkheden worden geopperd om het energieverbruik van de monumentale panden te verlagen. Hierbij moet veel aandacht worden besteed aan de noodzakelijke ingreep om die lange levensduur mogelijk te maken. De belangrijkste factoren die de levensduur bepalen, zijn de kwaliteiten van de toegepaste producten, het ontwerp en de detaillering en de uitvoering van de bouw. Tijdens de levensduur van een monument zullen er verschillende ingrepen plaatsvinden. Deze zijn noodzakelijk om aan de veranderende comforteisen en gebruik te voldoen. De soort ingreep wordt bepaald door het verschil tussen de gewenste kwaliteiten en de kwaliteiten van de huidige woning.
| Monumenten & Energie
59
4.2.1 Uitgangspunten Voor het 80% energiezuinig maken ten opzichte van het huidige energie gebruik van de monumentale panden moet er met een aantal zaken rekening gehouden worden: - minimale overlast voor de bewoners; - verbeteren van het binnenklimaat; - verlengen van de levensduur van de woning; - minimaal materiaalgebruik en gebruik van duurzame materialen; - het woonoppervlak mag nauwelijks verkleind worden. Minimale overlast voor de bewoners De overlast voor de bewoners bestaat uit verschillende niveaus; buiten de woning, binnen de woning en tijdelijk verhuizen. De overlast dient geminimaliseerd te worden om acceptatie van de ingreep te versnellen. Wanneer bewoners tijdelijk moeten verhuizen, moet de woningcorporatie een vergoeding geven, plus huisvestingskosten en verhuiskosten.
Minimaal materiaalgebruik en gebruik van duurzame materialen Vanuit een milieuoogpunt wordt gestreefd naar een minimaal materiaalgebruik. Er moet zo min mogelijk sloopafval vrijkomen en toegepaste materialen moeten zo duurzaam mogelijk zijn. Woningcoorpertatie Woonstade wil graag zien dat de producten die gebruikt worden voor duurzame renovatie tevens lang mee gaan. Het woonoppervlak mag nauwelijks verkleind worden De bestaande woningen hebben een klein oppervlak. De monumentale duplexwoningen hebben een oppervlak van 39 m2. Het woonoppervlak mag daarom zo min mogelijk verkleind worden.
Verbeteren van het binnenklimaat Uit de analyse van het binnenklimaat van de bestaande woning blijkt dat er niet goed geventileerd wordt. Om het binnenklimaat te verbeteren moet het ventilatiesysteem gewijzigd worden. Verlengen van de levensduur van de woning Het verlengen van de levensduur van de woning betekent het toevoegen van een hogere kwaliteit door het vervangen of verbeteren van bestaande bouwdelen. De aanpassing van de levensduur in de toekomst kan gefaciliteerd worden door montage van bouwdelen. Hierbij kan dan een verschil in levensduur van de verschillende bouwdelen leidend zijn.
| Monumenten & Energie
60
4.2.2 Functionele eisen De functionele eisen behandelen wat het energieconcept energetisch moet kunnen. 4.2.2.1 Reduceren van het energieverbruik Het reduceren van het energieverbruik vindt plaats volgens de Trias Energetica. Deze is verdeeld in drie stappen; reduceren van de energievraag, gebruiken van duurzame energiebronnen en efficiënt gebruiken van eindige brandstoffen. De eerste stap is het reduceren van de energievraag. De energievraag voor ruimteverwarming kan gereduceerd worden door het verbeteren van de thermische schil, verkleinen van het verliesoppervlakte, verminderen van het temperatuurverschil tussen binnen en buiten en door het verbeteren van de installaties voor ruimteverwarming. In dit onderzoek wordt de energievraag voor ruimteverwarming aangepakt. Dit zal worden doorgerekend met EPC. Naast de energievraag voor ruimteverwarming is er ook energie nodig voor warmtapwaterverwarming, verlichting en huishoudelijke apparaten, dit zal niet worden meegenomen in het onderzoek. De tweede stap van de Trias Energetica is het duurzaam opwekken van energie. Er zullen verscheidende mogelijkheden worden aangedragen en worden doorgerekend bij het toepassen. De derde stap van de stap, efficiënt gebruik van eindige brandstoffen.
| Monumenten & Energie
61
4.3 Vraagbeperking (energiebesparing) De eerste stap van Trias Energetica is het beperken van de energievraag. De beperking van energievraag kan mogelijk gemaakt worden door verschillende oplossingen. Er kan gekozen worden voor bouwkundige en installatie technische oplossingen. 4.3.1 Bouwkundige aanpassingen Een belangrijke vraagbeperking van energie is het toepassen bouwkundige oplossingen. In essentie wordt hiermee bedoelt dat de buitenschil zal moeten worden geïsoleerd. In de bestaande situatie is geen isolatie toegepast in de buitenschil, waardoor er veel warmte en energie verloren gaat. Door het verhogen van de warmteweerstand van de buitenschil kan warmte beter binnen de woningen worden gehouden, dit zal resulteren in minder vraag naar energie. Per constructiedeel wordt onderzocht in hoeverre na-isolatie invloed heeft op de EPC-berekening.
Isolatiematerialen dienen naadloos onderling en op de muren en andere bouwdelen aan te sluiten. Berekeningen van de isolatiewaarde zijn daarop gebaseerd. Wanneer de aansluiting niet naadloos is, ontstaan koudebruggen en convectiestromen. Voor het doorrekenen van de woningen aan de P.Waijerstraat zijn 2 modelwoningen gebruikt, namelijk: - P.Waijerstraat 11 alszijnde de onderwoning - P.Waijerstraat 11a alszijnde de bovenwoning De reden voor het gebruik van deze modelwoningen is dat de woningen P.Waijerstraat 11 t/m 25 en de woningen P.Waijerstraat 11a t/m 25a, bouwkundig vrijwel identiek aan elkaar zijn. Dit is af te lezen aan de EPC waarde in hoofdstuk : 2.3.3.
Het na-isoleren van monumentale gebouwen brengt vaak problemen met zich mee. De meeste oude gebouwen zijn thermisch lek. Standaardoplossingen, zoals (dubbel) isolatieglas en isolatiepaketten voor gevels en daken zijn vaak niet geschikt en kunnen ernstige schade een de monumentale panden veroorzaken. Isolatie kan leiden tot condensvorming en inwendige condensatie wat bijvoorbeeld bij balkopleggingen en gevelankers kan leiden tot houtrot of roest. Door deze isolerende maatregelen kan een monument dat in prima conditie in een aantal jaar ten onder gaan. Verder kunnen de vereiste voorzieningen, bijvoorbeeld de kozijn dikte en bijkomend detaillering, het monumentale beeld wijzigen en daarmee de karakteristieke eigenschappen veranderen.
| Monumenten & Energie
62
4.3.1.1 Vloer isolatie De woningen P.Waijerstraat 11 t/m 25 hebben een combinatie van een houten ongeïsoleerde begane grondvloer (Rc waarde: 0.46 m2K/W) en een betonnen ongeïsoleerde begane grondvloer (Rc waarde: 0.42 m2K/W). Tabel… geeft het resultaat weer wat voor invloed het verhogen van de Rcwaarde heeft op de Energieprestatie coëfficiënt van de woningen. Deze tabel kan de keuze van het te gebruiken materiaal ter verbetering van het energieverbuik van de woningen vereenvoudigen.
Figuur 4.1: Afname EPC bij verhoging Rc-waarde
Tabel 4.1 wijst uit dat bij het verhogen van de Rc-waarde de EPC nauwelijks verlaagd. De verhoging van de Rc-waarde, dus het isoleren van de begane grondvloer heeft geen positieve werking op het energieverbruik van de woningen
Het verhogen van de warmteweerstand van de begane grondvloer heeft een gering effect op de EPC. Dit komt omdat in de norm de totale warmteweerstand/ warmtedoorgangscoëfficiënt van de begane grondvloer wordt bepaald door de warmteweerstand van de begane grondvloer en een grondpakket van 10 m (en eventueel de kruipruimte). De formules staan echter niet beschreven in NEN 5129. De warmteweerstand van de begane grondvloer dient bij nieuwbouw minimaal 2,5 m²K/W te zijn (eis Bouwbesluit), de warmteweerstand van het grondpakket zal circa 5 m²K/W zijn (uitgaande van een warmtegeleidingscoëfficiënt van de grond van 2 W/mK). Wanneer de vloer grenst aan de grond, volgt voor de Uwaarde: U = 1/Rtotaal => U = 1/(0,17+ 2,5 + 5 +0) = 0,13 W/(m²K). Bij een warmteweerstand van de begane grondvloer van 5,0 m²(K/W) volgt voor de U-waarde 0,09 W/m²K. De invloed van het verhogen van warmteweerstand van de begane grondvloer heeft een gering effect. Ook de hoogte van de kruipruimte heeft een relatief geringe invloed op de totale warmteweerstand van de begane grondvloer. De warmteweerstand van de kruipruimte varieert, afhankelijk van de hoogte van de kruipruimte, van 0,13 – 0,26 m2K/W. Comfort In energetisch optiek is het toepassen van vloerisolatie dus vrijwel onnodig. In de praktijk zal bij vloerisolatie minder koud aanvoelen wat het effect van optrekkende kou langs de voeten aanzienlijk verminderd. Vloerisolatie geeft dus comfort. Een voordeel van comfort is dat wanneer het comfort hoog is, de verwarming wordt verlaagd.
| Monumenten & Energie
63
Traditionele renovatie Na-isoleren van de onderkant van de vloer Bij het na-isoleren van de onderkant van de vloer, wordt isolatie materiaal aan de onderzijde van de begane grondvloer bevestigd. Het minste werk is om deze vloer van onderaf te isoleren. De kruipruimte is vaak vochtig, omdat er vocht uit de grond onder de woning omhoog komt. De grond moet als eerst worden afgedekt met dampdichte kunststoffolie dat tegen de muren omhoog gezet wordt. Daarna kan bij de houtenvloer het isolatiemateriaal tussen de balken tegen de houten vloer worden aangebracht. Bij de betonvloer wordt het isolatiemateriaal bevestigd met zelfklevende pennen of met montagekit.
Figuur 4.1: Isolatie onder houten vloer
kan bij een dampdichte isolatie aan de onderzijde vocht worden opgesloten. Dit kan de vloer aantasten en schimmel veroorzaken. Glaswol is volledig damp-open en dus zeer geschikt voor het isoleren van een kruipruimte. Doos-in-doos renovatie Na-isoleren aan de bovenzijde van de vloer Bij het na-isoleren aan de bovenzijde van de vloer, wordt isolatie materiaal aan de bovenzijde van de begane grondvloer bevestigd. De bestaande begane grondvloer hoeft bij deze ingreep niet verwijderd te worden (zie afb. ..). Het grote nadeel van deze manier van na-isoleren is dat de vloerconstructie ongeveer 8cm hoger wordt, hierdoor zullen de deuren vervangen of ingekort moeten worden In dat geval moeten alle deuren ingekort worden en het aanrechtblad zal moeten worden verhoogd. Daarnaast moet het hele pand ontruimd worden en moet de bestaande vloer verwijderd worden.
Figuur 4.2: Isolatie onder betonnen vloer
Onder de beganegrond vloeren is 14cm steenwol aangebracht. Steenwol is aangebracht omdat, in tegenstelling tot glaswol, steenwol minder weinig vervormd. De Rc-waarde van de na-geisoleerde houten begane grondvloer is dan: 4.58 m2K/W. De Rc-waarde van de na-geisoleerde betonnen vloer is dan: 4.53 m2K/W. De begane grondvloer kan het beste isoleren met een volledig damp-open isolatiemateriaal. Een vloer is aan de bovenzijde vaak bedekt met een dampdicht materiaal, zoals vloerbedekking, parket, vinyl, etc. Hierdoor
Figuur 4.3: Isolatie bij houtenvloer
Onder de beganegrond vloeren is 14cm steenwol aangebracht. Steenwol is aangebracht omdat, in tegenstelling tot glaswol, steenwol minder weinig vervormd. De Rc-waarde van de na-geisoleerde houten begane grondvloer is dan: 4.63 m2K/W. De Rc-waarde van de na-geisoleerde betonnen vloer is dan: 4.71 m2K/W. | Monumenten & Energie
64
4.3.1.2 Gevel isolatie De huidige gevel is ongeïsoleerd en heeft een Rc-waarde van 0.59 m2K/W. De huidige gevel kan op verscheidende manieren nageïsoleerd worden. Tabellen geven het resultaat weer wat voor invloed het verhogen van de Rc-waarde heeft op de Energieprestatie coëfficiënt van de woningen. Deze tabel kan de keuze van het te gebruiken materiaal ter verbetering van het energieverbuik van de woningen vereenvoudigen.
Tabel 4.3: Afname EPC bij verhoging Rc-waarde (P.Waijerstraat 11a)
Tabel 4.3 wijst uit dat de verlaging van de EPC minimaal is als de Rcwaarde verder wordt verhoogd dan 4.5 m2K/W. Er valt ook in af te lezen dat de EPC tot een Rc-waarde van 2.5 m2K/W de EPC drastisch daalt.
Tabel 4.2: Afname EPC bij verhoging Rc-waarde (P.Waijerstraat 11)
Tabel 4.2 wijst uit dat de verlaging van de EPC minimaal is als de Rcwaarde verder wordt verhoogd dan 4 m2K/W. Er valt ook in af te lezen dat de EPC tot een Rc-waarde van 2.5 m2K/W de EPC drastisch daalt.
Traditionele renovatie Na-isoleren in de luchtspouw Een spouwmuur is de combinatie van een binnen- en een buitenmuur met daartussen een smalle luchtruimte. Deze ruimte, die spouw wordt genoemd, kan worden opgevuld met isolatiemateriaal. Spouwmuurisolatie is iets dat één keer hoeft te gebeuren voor de levensduur van het huis. Echter zitten hier ook een aantal nadelen aan, namelijk: - De muren moeten voor deze ingreep in goede staat zijn. - De buitenzijde mocht niet dampremmend zijn afgewerkt en er mochten niet teveel koudebruggen tussen de binnen- en buitenmuur bestaan. | Monumenten & Energie
65
Als de luchtdichtheid van de woning onoordeelkundig verbeterd zou worden en zonder de ventilatie hieraan aan te passen, zouden deze koudebruggen aanleiding kunnen geven tot oppervlaktecondensatie en schimmelvorming. Met behulp van thermografische camera’s wordt opgelet dat het proces goed verloopt. De isolatiewerkzaamheden is specialisten werk.
Figuur 4.4: Isolatie in spouw
Figuur 4.5: Isolatie in spouw
Het isolatiemateriaal wat het beste voor het na-isoleren van de gevel kan worden gebruikt is glaswol, aangezien: - het een hoge isolatiewaarde heeft (0.034 W/m.K); - optimale vulling en verdeling in de spouw heeft, zonder vochtdoorslag en inzakken; - waterafstotend is; - nauwelijks spanningsdruk heeft op de spouwbladen en ramen.
Doos-in-doos renovatie Na-isoleren aan de binnenzijde Door middel van voorzetwanden wordt de binnenzijde van de gevels nageisoleerd, dit heeft een totale dikte van circa 10cm. Het warmteverlies van de gevel zal minder worden en het is een relatief goedkope oplossing. Echter zitten hier ook een aantal nadelen aan, namelijk: - De duplexwoningen hebben een grond oppervlakte van 39m2, na de isolatie zal dit circa 37 m2 bedragen. Dit is een totale afname van 2 m2 (5.2%) grond oppervlakte. - Bij woningen waar de gevel van binnenuit is geïsoleerd schommelt de vertrektemperatuur meer dan in woningen met buitenmuur- of spouwisolatie. Dit komt doordat steen warmte langer vasthoudt dan isolatiemateriaal. - Aan de binnenzijde zijn er veel obstakels die niet gemakkelijke mee geïsoleerd kunnen worden. - Deze vorm van na-isolatie kan leiden tot condensvorming en inwendige condensatie aan de binnenzijde van de buitenschil.
In spouw is 6cm glaswol aangebracht, de na-geisoleerde gevel zal een Rcwaarde hebben van: 2.17 m2K/W.
Figuur 4.6: Isolatie binnenzijde gevel
Figuur 4.7: Isolatie binnenzijde gevel
| Monumenten & Energie
66
Consequenties Er moet er rekening gehouden worden met de optredende dampspanning. Hier dient, net als bij het naisoleren van het dak, een dampdichte folie toegepast te worden. In het dampspanningsverloop (Bijlage 8.6.2) is te zien dat er geen inwendige condensatie plaats vindt in de binnenmuur. Aan de binnenzijde van de buitenschil is 7cm kunststof isolatie aangebracht, de na-geisoleerde gevel zal een Rc-waarde hebben van: 4.25 m2K/W. 4.3.1.3 Dak isolatie De huidige gevel is ongeïsoleerd en heeft een Rc-waarde van 0.47 m2K/W. De huidige gevel kan op verscheidende manieren nageïsoleerd worden. Tabel 4.4 geeft het resultaat weer wat voor invloed het verhogen van de Rc-waarde heeft op de Energieprestatie coëfficiënt van de woningen. Deze tabel kan de keuze van de te gebruiken materialen ter verbetering van het energieverbuik van de woningen vereenvoudigen. Tabel 4.4 wijst uit dat de verlaging van de EPC minimaal is als de Rcwaarde verder wordt verhoogd dan 4 m2K/W. Er valt ook in af te lezen dat de EPC tot een Rc-waarde van 3 m2K/W de EPC drastisch daalt. Consequenties Er moet er rekening gehouden worden met de optredende dampspanning. Ook hier dient, net als bij het naisoleren van de gevel, een dampdichte folie toegepast te worden. Dit is onderbouwd in een dampspanningsberekening welke is bijgevoegd als bijlage ...
Tabel 4.4: Afname EPC bij verhoging Rc-waarde
Traditionele renovatie Na-isoleren aan de binnenzijde Een schuin dak met beschoten kap is normaliter het eenvoudigst te isoleren aan de binnenzijde. Tussen de gordingen en kepen wordt dan isolatiemateriaal aangebracht. Bij deze manier van isoleren moet goed op condensatie worden gelet. Er moet aan in de warme kant een dampwerende laag worden aangebracht, anders kan er rot ontstaan in de constructie. Het isolatiemateriaal wat het beste voor het na-isoleren van de dakconstructie kan worden gebruikt is glaswol, aangezien: - het een hoge isolatiewaarde heeft (0.034 W/m.K); - waterafstotend is; Figuur 4.8: Dakisolatie
Aan de binnenzijde zal 11cm glaswol worden aangebracht, het nageïsoleerde dak zal een Rc-waarde hebben van: 3.93 m2K/W | Monumenten & Energie
67
Doos-in-doos renovatie Isoleren zoldervloer Bij het verwarmen van de woning wordt de zolder tevens verwarmd. Als de zolder van de woning niet wordt gebruikt, of als die enkel dienst doet als extra bergruimte, is het niet per se nodig om het dak zelf te isoleren.
Figuur 4.9: zoldervloer isolatie
Tussen balken van de zoldervloer zal 14 cm glaswol worden aangebracht, het na-geïsoleerde zoldervloer zal een Rc-waarde hebben van: 4.56 m2K/W. 4.3.1.4 Glas gebruik De duplexwoningen aan de P.Waijerstraat zijn voorzien van houten kozijnen met enkel glas. Enkel glas heeft een U-waarde van 5,1 W/(m²K). Glas dat tegenwoordig wordt toegepast is dubbel HR++ glas, welke een Uwaarde heeft van 1,3 W/(m²K). Het bestaande enkel glas te vervangen door HR++ glas is niet mogelijk. De consequentie die dit met zich mee brengt is het profiel van de bestaande kozijnen en draaiende delen. De sponning welke hier in zit is te klein voor HR++ glas. Enkel glas heeft over het algemeen een dikte van 4 mm, terwijl dubbel glas een dikte heeft van 17 mm. Zonder het vervangen van de kozijnen zal het toepassen van dit
type glas niet mogelijk zijn. Opzet glaslatten is volgens de monumentenverordening bij deze woningen niet toegestaan. Het enkelglas heeft een slechte isolatiewaarde, hierdoor zal er ’s zomers veel warmte van buiten naar binnen komen en ’s winters zal er energie verloren gaan van binnen naar buiten. Om dit te verbeteren zijn er twee varianten onderzocht en wordt er gekeken wat de invloed is van de optie op de EPC-berekening. Variant 1: isolerende enkelglas (monumenten glas) Het enkel glas wat tegenwoordig geproduceerd kan worden heeft een uwaarde van 3,1 W/(m²K). Dit karakteristieke enkel glas combineert cultuurhistorie met bijzondere, technische prestaties. Het klassieke getrokken glas met een lichte vertekening zorgt voor een authentieke uitstraling. Dit enkel glas kent verscheidende dikten van 4 tot 14 mm. Hierdoor hoeft de sponning niet aangepast te worden en kunnen de bestaande kozijnen blijven zitten. De zontoetredingsfactor (ZTA) van dit type glas is 70%. Variant 2:monumenten isolatieglas Monumentenglas is dun isolatieglas voor monumentale panden. De buitenruit wordt uitgevoerd in getrokkenglas. Hierdoor behoudt men de zachte onregelmatige spiegeling die juist zo karakteristiek is voor de 16tal duplexwoningen. De binnenruit is voorzien van een reflecterende coating die de warmtebepalende infrarood stralen binnen de woning terugkaatst. Voor extra isolatie wordt de 3 mm spouw tussen de twee glasbladengevuld met het zeer goed isolerende edelgas Krypton. Monumentenglas is slechts 10 mm dik. Ondanks deze geringe dikte heeft het een hoge isolatiewaarde van U = 2.0 W/m2K. De zontoetredingsfactor(ZTA) van dit type glas is 64%. | Monumenten & Energie
68
Tabel 4.5: Afname EPC bij verlaging U-Waarde en ZTA-Waarde
4.3.1.5 Infiltratie Het Bouwbesluit stelt dat elke woning moet worden geventileerd. Naast deze gewenste ventilatie vindt er ook ventilatie door luchtlekken plaats. Een minimale luchtdoorlatendheid is goed, maar de mate waarin de lucht ‘onbewust’ de woning kan in- en uitstromen moet beperkt blijven. De luchtdichtheid is afhankelijk van het montageprincipe, de dichtingsmethode en de uitvoeringswijze. De luchtlekken van een woning zorgen ervoor dat de opgewekte warmte naar buiten treed. In de onderstaande tabel wordt weergegeven wat er gebeurd met de EPCwaarde als de infiltratie, bij de duplexwoningen, wordt verlaagd.
Tabel 4.6: Afname EPC bij verlaging infiltratie
Naast het gegeven dat het beperken van infiltratie nodig om het energieverbuik te verlagen, is het beperken van luchtlekken ook nodig om mechanische ventilatie te kunnen realiseren. Wanneer er wordt gekozen voor mechanische ventilatie moet de luchtdoorlatendheid onder een bepaalde waarde liggen, anders is deze manier van ventileren onrendabel. De richtwaarde en ondergrens bij toepassing van natuurlijke toevoer en mechanische afvoer van ventilatielucht in de EPC zijn respectievelijk 1,43 en 1,0 dm3/s.m2. Indien volledig mechanisch wordt geventileerd dan zijn de richtwaarde en ondergrens respectievelijk 0,625 en 0,4 dm3/s.m2. Variant bestaande bouw bouwbesluit natuurlijke toevoer/ mechanische afvoer Mechanische toe en afvoer
luchtdoorlatendheid qv;10;kar/m2 (dm3/m2s) 3 0,96 – 1,04 1,0 – 1,43 0,4 – 0,625
Figuur 4.10: Richtwaardes luchtdoorlatendheid voor ventilatie Bron: [L9]
Door tijdens de renovatie luchtlekken te dichten kan de infiltratie waarde worden verlaagd. Enkele bekende plaatsen voor luchtlekken zijn: - aansluitingen met begane grond; - te openen delen (ramen en deuren); - aansluitingen tussen kozijnen en gevels; - aansluitingen van daken op gevels en bouwmuren; - aansluitingen van daknokken en dakdoorvoeren; - de brievenbus; - aansluiting van de onderdorpel van de voordeur | Monumenten & Energie
69
4.3.2 Installatie technische aanpassingen Niet alleen bouwkundige aanpassingen aan de schil werken mee aan een reductie van de CO2 uitstoot, ook technische installatie kunnen het CO2 uitstoot van de 16-tal duplexwoningen verminderen. 4.3.2.1 Ventilatie Ventilatie is het verversen van de lucht in een ruimte door buitenlucht. Dit kan op natuurlijke of mechanisch wijze gebeuren. Het doel van ventileren is het bevorderen van een gezond binnenklimaat in ruimten waar mens of dier verblijven. Spuien is niet hetzelfde als ventilatie. Spuien is het in korte tijd afvoeren van vervuilde binnenlucht. Ventilatie is een steeds aanhoudende luchtstroom. Ventilatie kost energie, maar is geen energieverspilling. Ventileren verlaagt het vochtgehalte en verhoogt het comfort van uw woning. Een te vochtig huis is niet alleen kil en muf, maar ook ongezond. Het verwarmen van een vochtig huis kost meer energie. De continue luchtstroom kan worden opgewekt op vier manieren: [1] natuurlijke toe en afvoer: bijv. door middel van roosters en klapramen die op een kier staan; [2] natuurlijke toevoer en mechanische afvoer: roosters in de ramen en mechanische afzuiging in keuken, badkamer, wc; [3] mechanische toevoer en natuurlijke afvoer: vraaggestuurde ventilatie (de ventilatie gaat pas werken als een sensor te hoge waardes CO2 meet); [4] mechanische toe en afvoer (balansventilatie): met WTW. Hierbij wordt de warmte uit de uitgaande lucht gewonnen om de binnenkomende lucht op te warmen. Meestal staat er een ventilatie unit op zolder of in de berging en wordt de lucht via een buizenstelsel in de woning gebracht en afgezogen.
Figuur 4.11: Verschillende ventilatiesystemen
De EPC-waarde verhoogd doordat de mechanische afvoer en/ of aanvoer van lucht met een gelijkstroom ventilator wordt geregeld, deze gebruikt elektriciteit. Bij de mechanisch/ mechanisch ventilatie is er gebruik gemaakt van een kruisstroom-warmtewisselaar voor warmteterugwinning, voorverwarming ventilatielucht door warmteterugwinning en de gelijkstroom ventilatoren zijn gebalanceerd uitgevoerd.
Tabel 4.7: Afname EPC bij verandering ventilatiesysteem
| Monumenten & Energie
70
Verborgen ventilatie Bij ventilatie zijn er openingen in de schil nodig. Deze openingen veranderingen vaak het aanblik van gebouwen. Aangezien de woningen aan de P.Waijerstraat gemeentelijke monumenten zijn en de in de redengevende omschrijving beschreven dat de de monumentale panden worden bewonderd vanwege hun gaafheid in de gevels, is het onmogelijk om zomaar openingen te maken. Er zijn verscheidende producten ontwikkeld om vrijwel onzichtbaar te kunnen inbouwen in gevels van monumentale gebouwen. De afvoer van de gebalanceerd ventilatie gaat via het dak, door de monumentencommisie wordt vaak geeist dat de afvoer van lucht aan de achterzijde van de woning worden gerealiseerd.
4.3.2.2 Verwarming Een van de belangrijkst vormen van comfort in een woning is het hebben van een verwarming, het verwarmen van een woning zorgt alleen wel voor energieverbruik. Woningverwarming valt globaal in drie verschillende soorten te verdelen: [1] Centrale verwarming; [2] Kachels; [3] Andere, zoals: sfeerhaarden en infrarood verwarming. Centrale verwarming Een centrale verwarming systeem biedt warmte aan het hele interieur van een gebouw/woning van het ene punt naar meerdere kamers. De meest voorkomende methode die gebruikt wordt om warmte te produceren is door fossiele brandstoffen te verbranden in een oven of boiler. De warmte wordt verdeeld door warmte te circuleren door middel van leidingen of door stroom via pijpen. Het meest bekende centrale verwarming systeem is radiatoren. Maar er zijn ook nog een tal andere cv systemen.
Figuur 4.12: Gevelopening bij monument
Figuur 4.13: Schematische weergave gebalanceerd ventilatiesysteem met WTW
Kachel Een kachel is een middel die warmte kan produceren door verbranding van brandstoffen, zoals olie, gas, hout, kolen. Daarnaast kan men ook door middel van elektrische energie (straalkachel) gebruik maken van een kachel. Een kachel is gesloten (op zuurstof toevoer na) maar kan wanneer vaste brandstof zoals kolen of hout voorzien zijn van een luikje. Dit dient dan om brandstof toe te voegen, zuurstof toe te voeren en as te verwijderen. Vanbinnen is een kachel ingebouwd met een vuurvaste steen of vermiculiet. Dit wordt niet alleen gebruikt om de gietijzeren of stalen buitenkant te verschermen tegen de hitten maar ook om | Monumenten & Energie
71
warmteverlies te minimaliseren. Er zijn 2 soorten kachels, namelijk convectiekachels en stralingswarmte-kachels. Het verschil ligt bij het manier hoe er warmte afgegeven wordt. Convectiekachels warmen de omgeving door de lucht op te warmen. Een stralingskachel worden eerst warmte opgeslagen in een massa steen voor dat ze uitgestraald worden. Eental monumentale woningen hebben nog een gaskachel, maar de meeste van de woningen hebben Centrale verwarming. Uit de EPC berekeningen valt af te lezen dat de centrale verwarming HR-combi ketels veel energiezuiniger zijn.
4.4 Duurzame energie De tweede stap in de trias energetica is het gebruik van duurzame energie. De definitie van duurzame energie is energie waarover de mensheid voor onbeperkte tijd kan beschikken en waarbij, door het gebruik ervan, het leefmilieu en de mogelijkheden voor toekomstige generaties niet worden benadeeld. Een voorbeeld hiervan is het toepassen van zonne-energie. In dit hoofdstuk wordt er onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van het gebruik van duurzame energie in en op de monumentale duplexwoningen. Doelstelling is om te bepalen wat de energiebehoefte is, en op welke manier daar in kan worden voorzien zodat verbruik van het openbare energienet en de CO2 uitstoot met 80% gereduceerd wordt. 4.4.1 Warmtepomp Een warmtepomp werkt volgens een omgekeerde koelkast, kan een woning duurzaam verwarmen. Deze maakt gebruik van warmte uit lucht en bodem(water). In de zomer houdt het warmtepompsysteem een woning koel. Een warmtepomp is een systeem dat een woning voorziet van verwarming en warm water, net als een cv of zonneboiler. Sommige warmtepompen kunnen daarnaast ook koelen. Warmtepompsystemen zijn duurzaam: het rendement voor verwarming is 140 tot 200 procent. De bron van warmte is bovendien onbeperkt en kosteloos beschikbaar: grond- en oppervlaktewater, buitenlucht en ventilatielucht. Een warmte pomp op basis van buitenlucht is alleen relevant als er een lage (circa 30°C) watertemperatuur gevraagd wordt. Bij de woningen moet een | Monumenten & Energie
72
minimale temperatuur behaald worden van 50°C om het gebouw te voorzien van warmte. Industrieën met afvalwarmte en oppervlaktewater zijn niet in de buurt van de woningen aanwezig, waardoor deze opties ook niet mogelijk zijn. horizontale grondwarmtewisselaar Bij het toepassen van een horizontale wisselaar wordt er een groot buizenstelsel onder het grondoppervlak gelegd. Uitgangspunt hierbij is dat oppervlakte waarin dit buizenstel wordt gelegd 3 maal zo groot moet zijn als het te verwarmen oppervlakte. Dit is niet in de buurt van de woningen beschikbaar, de horizontale wisselaar zal dan ook niet mogelijk zijn. Verticale grondwarmtewisselaar In dit geval wordt een put geboord. De diepte hangt af van de grootte van de te verwarmen oppervlakte. In die put laat men water door U-vormige pijpen vloeien. Het water neemt de warmte van de diepe grondlagen op en wordt weer naar boven gepompt. In het warmtepompsysteem wordt de temperatuur dan weer verhoogd tot een bruikbare temperatuur. Consequentie bij het toepassen van een verticale wisselaar is dat er een diepe bron geboord moet worden, waarbij een vergunning aangevraagd moet worden. Figuur 4.14: Schematische weergave warmtepomp
4.4.2 Zonne energie Zonne-energie is energie van de zon in de vorm van warmte en licht. Deze energie vormt samen met bijvoorbeeld windenergie, getijdenenergie, waterkracht en biomassa meer dan 99,9% van alle hernieuwbare energie op aarde. Monumentale panden Panelen die nodig zijn voor het opvangen van het zonlicht zijn verboden op monumentale panden, maar doordat de monumentencommissies steeds meer inzien dat zonne energie bijdraagt bij het verminderen van het CO2 uitstoot van woningen wordt regelmatig op zonne energie ingestemd. De panelen moeten dan wel het liefst uit het zicht worden gesitueerd. Voorbeelden hiervan zijn: Villa Driebergen, Klokgebouw te Eindhoven, Latijnse school te Middelburg. 4.4.2.1 Zonneboiler Om water te verwarmen is energie nodig. Een zonneboiler verwarmt koud leidingwater op dezelfde manier als een normale boiler, geiser of combiketel, maar dan niet door middel van elektriciteit of gas, maar door de energie van de zon. Het gebruik van een zonneboiler is milieuvriendelijker en bespaart aanzienlijk op de energierekening. De zonnecollector ligt op het dak en vangt zonlicht op. Door de collector loopt een vloeistof, deze wordt door het zonlicht verwarmd en kan bij fel zonlicht wel 90°C worden. De collectorvloeistof verwarmt het leidingwater in een opslagvat. Het leidingwater uit het voorraadvat wordt op weg naar de kraan door een naverwarmer (cv-ketel, geiser of warmtepomp) op de juiste temperatuur gebracht. In het voorraadvat en op de collector zijn sensoren aangebracht. Als de collector heter is als het | Monumenten & Energie
73
voorraadvat, dan start de pomp en circuleert de collectorvloeistof. Bij dreigende oververhitting of bevriezing stopt de pomp en stroomt de collectorvloeistof in een leegloopvat. Een Figuur 4.15: Schematische weergave zonne-boiler zonneboilersysteem verzorgt over het algemeen op een duurzame wijze het warme tapwater. Ook zijn er systemen die kunnen bijdragen in de verwarming van een gebouw in de vorm van lage-temperatuur verwarming als vloer- of wandverwarming. Collector Bij een helling van 36° en een oriëntatie van 5° west t.o.v. het zuiden ontvangt een collector de maximale instraling (100%). Met een instralingschijf, als in figuur 4.16, is de instraling eenvoudig te bepalen. De achterzijde van de monumentale duplexwoningen is op het zuid/westen gesitueerd. De hellingshoek is 25 graden, het rendement is dus 65%.
4.4.2.2 Pv-panelen PV panelen zijn meestal gemaakt van silicium. Dat silicium bestaat uit twee lagen. Onder invloed van licht gaat er tussen de twee lagen een elektrische stroom lopen. Bij Pv-panelen spreekt men van Wp (Wattpiek). Dit is het maximum vermogen dat het paneel kan leveren bij ideale zonneschijn, (1000W/m2). Het vermogen van een zonnecollector wordt uitgedrukt in wattpiek (Wp). Als men spreekt van een vergelijking van deze panelen gebeurt dit op basis van deze eenheid. Één Wattpiek levert ongeveer 0,8 kWh stroom op in Nederland. Fossiele bronnen voor elektriciteit zijn steenkool en gas. Verbranding levert warmte op waaruit elektriciteit wordt opgewekt. Het nadeel is dat daarbij veel CO2 vrijkomt: - bij de productie van 1 kWh uit steenkool komt minstens 850 gram CO2 vrij - bij de prodcutie van 1 kWh uit gasverbranding ongeveer 400 gram.
Energiebesparing De opbrengst van een zonnepaneel met voorraadvat is ongeveer 1,2 tot 1,4 GJ per jaar per m², wat neer komt op een opbrengst van 0,04 KW verwarmingsvermogen per vierkante meter. Dit houdt in dat er ongeveer 150 tot 200 m³ gas per jaar per m² bespaard kan worden. De terugverdientijden zullen sterk afhangen van de buitentemperaturen en de zoninstraling. De levensduur van een zonneboiler is minstens 20 jaar. * Bron: Senternovem, cijfers en tabellen 2007 | Monumenten & Energie
74
De achterzijde van de monumentale duplexwoningen is op het zuid/westen gesitueerd. De hellingshoek is 25 graden, het rendement is dus 65%. De woningen hebben een dakoppervlak van 25 vierkante meter wat geschikt is voor zonnepanelen. Onder het dak zitten twee woningen: 25/2: 12.5m2. Het vermogen van het Figuur 4.16: Zoninstraling Nederland systeem is 12.5 m2 x 150 Wp/m2 = 1875 Wp. Met deze 1875 Wp kan jaarlijks 1500 kWh aan stroom worden opgewekt (x80 kWh/100Wp). 4.4.2.3 Pv- twin panelen PV-twin panelen zijn gecombineerde panelen. Deze leveren zowel warm water als elektriciteit. Het rendement van deze panelen is vergelijkbaar met de eerder beschreven panelen en zonnepanelen. Het voordeel van PV-twin panelen is dat deze door het overeenkomstige rendement met de enkele panelen de helft aan oppervlak nodig heeft.
Figuur 4.16: Pv-twin paneel
4.5 Efficiënt gebruik fossiele energiebronnen Het efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen is de laatste stap van de Trias Energetica. Het is in deze stap van belang te onderzoeken dat de installaties als verwarming, verlichting en ventilatie zo efficiënt mogelijk gebruikt worden. 4.5.1 laag temperatuurverwarming (LTV) De woningen worden verwarmd door middel van een HR 107 combi-ketel met radiatoren en gaskachels. De aanvoer temperatuur ligt bij de HR 107 combi-ketel rond de 80 °C graden. Het is mogelijk om laag temperatuur verwarming toe te passen, waardoor de aanvoertemperatuur naar een hoogte van 50 °C graden gaat. Waarschijnlijk zijn de huidige radiatoren niet toereikend voor het verwarmen van de woningen met deze temperatuur. Dit is te wijten aan het feit dat zij gedimensioneerd zijn op een temperatuur van 80 °C. Hiervoor zal het vervangen van de radiatoren noodzakelijk zijn. Een andere mogelijkheid die ontstaat bij het toepassen van LTV is het gebruik van vloer en/of wandverwarming. 4.5.2 Warmteterugwinning uit ventilatie Een WTW unit (Warmte Terug Winning) kan worden toegepast op mechanische/ mechanische ventilatie. De unit wint warmte terug uit de uitgaande luchtstroom. Vooral in de winter wordt hiermee veel energie mee bespaart. Het nadeel is dat dit ook het geval is in de zomer. Vaak wordt hiervoor een bypass gemaakt. Een bypass zorgt er gedurende de zomer voor dat er in de nachtelijke uren koude buitenlucht wordt toegevoerd die de warme binnenlucht van overdag zo veel mogelijk | Monumenten & Energie
75
vervangt. Balans ventilatie wil zeggen dat de hoeveelheden toe- en afvoerlucht gelijk zijn. Een balansventilatiesysteem draagt bij aan energiebesparing een gezond binnenklimaat, een optimaal leefmilieu en het voorkomt vochtproblemen.
Figuur 4.17: Schematische weergave WTW unit
4.6 Overzicht concepten Het toepassen van de trias energetica leidt tot een energiebesparing en verduurzaming. In de voorgaande hoofdstukken zijn er systemen en oplossingen onderzocht. Aan de hand van dit onderzoek wordt er een aantal concepten opgesteld, welke toegepast kunnen worden op het gebouw. Een overzicht van de te nemen maatregelen die toegepast kunnen worden: Stap 1: vraagbeperking (energiebesparing) van de woningen; - Na-isoleren van de schil; - Gebruik van beter geisoleerd glas; - Het verbeteren van de luchtdichtheid; - Het wijzigen van het bestaande ventilatieconcept; Stap 2: zoveel mogelijk duurzame energie; - Het toepassen van een warmtepomp; - Het toepassen van zonne energie; Stap 3: gebruik fossiele (eindige) energiebronnen efficiënt; - Het gebruik maken van laagtemperatuurverwarming; - Warmteterugwinning uit de ventilatie; Uit deze maatregelen is een aantal concepten opgesteld, waarin oplossingen gecombineerd worden. De concepten van vraagbeperking zijn uit de case-studies gehaald. Daarnaast wordt bij elke concept een soort duurzame energie toegepast en wordt er onderzocht hoe met de fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk om te gaan. Per concept is er een schema opgesteld, en een rekenmodel gemaakt waaruit blijkt in hoeverre het gebouw energiezuinig is. | Monumenten & Energie
76
Concept 1 Traditionele renovatie met WTW Toepassing van een uitwendige scheidingsconstuctie met een hoge warmteweerstand aangevuld met diverse (kleine) installatie technische verbeteringen, zoals een gebalanceerd ventilatie systeem met WTW. Concept 2 Traditionele renovatie met LTV, WTW en Pv twin panelen Toepassing van een uitwendige scheidingsconstuctie met een hoge warmteweerstand aangevuld met diverse (grove) installatie technische verbeteringen, zoals een gebalanceerd ventilatie systeem met WTW. Tevens wordt gebruik gemaakt van een laag temperatuursysteem (met radiatoren als verwarming afgifte), er wordt op het dak van de 16-tal monumentale duplexwoningen zonne collectoren aangebracht. Concept 3 Doos-in-doos renovatie met WTW en LTV Toepassing van een uitwendige scheidingsconstuctie met een hoge warmteweerstand aangevuld met diverse (kleine) installatie technische verbeteringen, zoals een gebalanceerd ventilatie systeem met WTW en LTV (met vloerverwarming als verwarming afgifte). Concept 4 Doos-in-doos renovatie met LTV, warmtepomp, PV panelen en WTW Toepassing van een uitwendige scheidingsconstuctie met een hoge warmteweerstand aangevuld met diverse (grove) installatie technische verbeteringen, zoals een gebalanceerd ventilatie systeem met WTW. Tevens wordt gebruik gemaakt van LTV (met vloerverwarming als verwarming afgifte). Op de 16-tal monumentale duplexwoningen wordt een warmtepomp en Pv panelen toegepast.
| Monumenten & Energie
77
4.6.1 Concept 1: traditionele renovatie met WTW Bij dit concept zal de schil van de duplexwoningen worden na-geisoleerd met behulp van de traditionele renovatie. Hierdoor zal de buitenschil een grotere warmteweerstand krijgen. Daarnaast wordt het bestaande ventilatie systeem vervangen voor een gebalanceerd ventilatie systeem (met wtw). De bestaande manier van het verwarmen van de woningen zal niet worden aangepast.
Transmissie berekening Met behulp van de bouwkundige en installatie technische informatie is er een EPC-berekening gemaakt van de huidige situatie: P.Waijerstraat 11: EPC: 1.29 P.Waijerstraat 11a: EPC: 1.22 Co2 uitstoot De EPC-berekening geeft tevens een indicatie van de uitstoot van CO2 per jaar. Dit is onder te verdelen in een aantal kilo’s uitstoot afkomstig van verbranding van aardgas, en uitstoot afkomstig van het gebruik van elektriciteit. Tevens is het energieverbruik in de huidige situatie omgerekend naar het aantal kilogram uitstoot van CO2 per jaar. P.Waijerstr.
11 11a
M³ aardgas p/j 660 702
Kg CO2 kWh Kg Co2 Kg CO2 aardgas Elek. p/j Elek p/j totaal p/j p/j 1175 1249
567 378
321 317
1496 1566
Figuur 4.19: Energieverbruik concept 1
Figuur 4.18: Schematische weergave concept 1
| Monumenten & Energie
78
4.6.2 Concept 2: traditionele renovatie met LTV, WTW en Pv-twin panelen Bij dit concept zal de schil van de duplexwoningen worden na-geisoleerd met behulp van de traditionele renovatie. Hierdoor zal de buitenschil een grotere warmteweerstand krijgen.
Transmissie berekening Met behulp van de bouwkundige en installatie technische informatie is er een EPC-berekening gemaakt van de huidige situatie: P.Waijerstraat 11: EPC: 1.00 P.Waijerstraat 11a: EPC: 0.72
Daarnaast wordt het bestaande ventilatie systeem vervangen voor een gebalanceerd ventilatie systeem met afzuigpunten in de natte ruimten. De bestaande manier van het verwarmen van de woningen zal worden aangepast. Er is LTV toegepast. Waarschijnlijk zijn de huidige radiatoren niet toereikend voor het verwarmen van de woningen met deze temperatuur. Dit is te wijten aan het feit dat zij gedimensioneerd zijn op een temperatuur van 80 °C. Hiervoor zal het vervangen van de radiatoren voor LTV radiatoren noodzakelijk zijn.
Co2 uitstoot De EPC-berekening geeft tevens een indicatie van de uitstoot van CO2 per jaar. Dit is onder te verdelen in een aantal kilo’s uitstoot afkomstig van verbranding van aardgas, en uitstoot afkomstig van het gebruik van elektriciteit. Tevens is het energieverbruik in de huidige situatie omgerekend naar het aantal kilogram uitstoot van CO2 per jaar.
Op het dak worden Pv-twin panelen toegepast om het electriciteits,- en gastoevoer van energieleveranciers te verminderen. De opgewekte energie wordt dus deels duurzaam opgewekt. Mocht er teveel electriciteit worden opgewekt, is er de mogelijkheid om energie aan de leverancier terug te leveren.
P.Waijerstr.
11 11a
M³ aardgas p/j 627 493
Kg CO2 kWh Kg Co2 Kg CO2 aardgas Elek. p/j Elek p/j totaal p/j p/j 1116 878
0 0
0 0
1116 878
Figuur 4.21: Energieverbruik concept 2
Figuur 4.20: Schematische weergave concept 2
| Monumenten & Energie
79
Transmissie berekening Met behulp van de bouwkundige en installatie technische informatie is er een EPC-berekening gemaakt van de huidige situatie: - P.Waijerstraat 11: EPC: 1.41 - P.Waijerstraat 11a: EPC: 1.05
4.6.3 Concept 3: doos-in-doos renovatie met WTW en LTV Bij dit concept zal de schil van de duplexwoningen worden na-geisoleerd met behulp van de doos-in-doos renovatie. Hierdoor zal de buitenschil een grotere warmteweerstand krijgen. Daarnaast wordt het bestaande ventilatie systeem vervangen voor een gebalanceerd ventilatie systeem (met wtw). De bestaande manier van het verwarmen van de woningen zal worden aangepast. Er is LTV toegepast. Bij het doos-in-doos systeem is vloerverwarming toe gepast. Voordelen van vloerverwarming boven radiatoren zijn: - Verhoging comfort (zie afb. …); - Besparing energie door verhoging comfort; - Hygienischer en gezonder; - Meer vrijheid interieur keuze.
Co2 uitstoot De EPC-berekening geeft tevens een indicatie van de uitstoot van CO2 per jaar. Dit is onder te verdelen in een aantal kilo’s uitstoot afkomstig van verbranding van aardgas, en uitstoot afkomstig van het gebruik van elektriciteit. Tevens is het energieverbruik in de huidige situatie omgerekend naar het aantal kilogram uitstoot van CO2 per jaar. P.Waijerstr.
11 11a
M³ aardgas p/j 750 579
Kg CO2 kWh Kg Co2 Kg CO2 aardgas Elek. p/j Elek p/j totaal p/j p/j 1336 1031
567 560
321 317
1657 1347
Figuur 4.24: Energieverbruik concept 3 Figuur 4.22: Schematische weergave warmteafdrager
Figuur 4.23: Schematische weergave concept 3
| Monumenten & Energie
80
4.6.4 Concept 4: doos-in-doos renovatie met LTV, WTW, Pv-panelen en warmtepomp Bij dit concept zal de schil van de duplexwoningen worden na-geisoleerd met behulp van de doos-in-doos renovatie. Hierdoor zal de buitenschil een grotere warmteweerstand krijgen. Daarnaast wordt het bestaande ventilatie systeem vervangen voor een gebalanceerd ventilatie systeem (met wtw). De bestaande manier van het verwarmen van de woningen zal worden aangepast. Er is LTV toegepast. Bij het doos-in-doos systeem is vloerverwarming toe gepast. De warmtepomp voorziet in de warmtevraag van het gebouw in de winterperiode, en voor koeling in de zomerperiode. Hierdoor vervalt het gasverbruik, hier tegenover staat een stijgende elektriciteitsvraag. Om de stijgende electriciteitsvraag te beperken zullen er Pv panelen op het dak worden aangebracht.
Belangrijk bij het dimensioneren van een warmtepomp is de COP waarde, dit is een verhoudingsgetal wat het elektrisch vermogen weergeeft wat toegevoegd moet worden ten opzichte van het te verwarmen vermogen. De warmtepompen die op dit moment op de markt zijn, hebben een COP tussen de 4 en de 4,8. Het gemiddelde hiervan is aangehouden voor het bepalen van de elektriciteitsvraag. De warmtepomp die toegepast is zal dienen als een collectieve warmtepomp voor alle 16 woningen. Transmissie berekening Met behulp van de bouwkundige en installatie technische informatie is er een EPC-berekening gemaakt van de huidige situatie: - P.Waijerstraat 11: EPC: 0.89 - P.Waijerstraat 11a: EPC: 0.61 Co2 uitstoot De EPC-berekening geeft tevens een indicatie van de uitstoot van CO2 per jaar. Dit is onder te verdelen in een aantal kilo’s uitstoot afkomstig van verbranding van aardgas, en uitstoot afkomstig van het gebruik van elektriciteit. Tevens is het energieverbruik in de huidige situatie omgerekend naar het aantal kilogram uitstoot van CO2 per jaar. P.Waijerstr.
11 11a
M³ aardgas p/j 0 0
Kg CO2 kWh Kg Co2 Kg CO2 aardgas Elek. p/j Elek p/j totaal p/j p/j 0 0
2159 1606
1222 909
Figuur 4.26: Energieverbruik concept 4
Figuur 4.25: Schematische weergave concept 4
| Monumenten & Energie
81
1222 909
5. RESULTATEN EN CONCLUSIES In de probleemstelling is er aangegeven dat het huidige energievraag te hoog is hierdoor zijn energievraag reducerende oplossingen nodig. De probleemstelling van dit afstudeerproject is dan ook: “Hoe kunnen de 16-tal monumentale duplexwoningen 80% energiezuiniger worden ten opzichte van het huidige energieverbruik (t.b.v. een duurzame renovatie), met behoudt van de monumentale waarde?” Deze vraag zal beantwoordt worden door middel van het beantwoorden van de sub deelvragen en deelvragen:
5.1 sub deelvragen Wat wordt verstaan onder duurzaam renoveren? Stichting Woonstade heeft aangegeven de monumentale woningen duurzaam te willen renoveren. Dhr. Nolden (directeur) van stichting Woonstade geeft aan dat de producten die gebruikt worden voor de duurzame renovatie lang mee moeten gaan. Daarnaast wil stichting Woonstade zo weinig mogelijk onderhoud aan de producten hebben. Bij het zoeken naar de te gebruiken producten is dan ook gekeken naar de levensduur en onderhoud van de producten. Dit was erg lastig, aangezien de producten eerst bouwfysisch in orde moesten zijn. Zo moeten de te gebruiken materialen er voor zorgen dat er geen condensatie in de constructie optreed.
Hoe kunnen gelijkwaardige projecten worden gebruikt als referentieprojecten? Door middel van case studies (en raad van specialisten) is een gedetailleerd beeld geschapen van energie technische problemen bij gelijkwaardige woningen en mogelijke energie besparende oplossingen vergeleken met de 16-tal monumentale duplexwoningen. Als eerst is er naar drie referentie projecten gezocht, deze moesten aan een aantal eisen voldoen om zo de case- studies bruikbaar te maken als referentie woning. De referentie woningen zijn op dezelfde wijze onder elkaar gezet zodat er een overzichtelijk beeld is gevormd van de energietechnische ingrepen, namelijk met hebulp van de Trias Energetica. Welke energie technische oplossingen zijn bruikbaar om de monumentale woningen 80% energiezuiniger te maken ten opzichte van het huidige energieverbruik. Er is een conclusie getrokken uit de gevonden energie besparende oplossingen bij de referentie woningen. De energie besparende maatregelen zijn getoetst op toepasbaarheid op de 16-tal monumentale duplexwoningen. Uit deze case studies zijn twee manieren van na-isoleren gedestilleerd, welke input geven aan de energieconcepten (Doos-in-doos renovatie en Traditionele renovatie). Niet alle manieren van na-isoleren konden worden toegepast op de 16-tal monumentale duplexwoningen, envelop renovatie is afgevallen, aangezien deze manier van isoleren het aanzicht van de monumentale duplexwoningen zal schaden. Daarnaast zijn er installatie technische ingrepen die input in de energieconcepten hebben gegeven (WTW en vloerverwarming)
| Monumenten & Energie
82
5.2 deelvragen Wat is de monumentale waarde van de 16-tal monumentale woningen? De woningen worden beschermd door de monumentenverordening. Er mag niet zo maar wat worden veranderd aan het exterieur (en soms zelfs het interieur) van monumentale woningen. Het is moeilijk om voor de monumentale waarde een vast definitie te geven, omdat dit afhangt van de ouderdom, materiaalgebruik en de technische waarde (fysische condities, materiaal gebruik, bouwwijze). Men mag dus niet het uiterlijk of karakter van een gebouw aantasten door iets toe te voegen of weg te nemen. Verder moet men ervoor zorgen dat door het isoleren het gebouw geen schade oploopt. Dit kan gebeuren doordat de vochtbalans in het gebouw en materiaal veranderd, waardoor er condensatie ontstaat. In de redengevende omschrijven staat omschreven waarom deze monumentale duplexwoningen gemeentelijke monumenten zijn. Hieruit zijn dan ook randvoorwaarden voor de renovatie uit gedestilleerd. Bij het renoveren van een monumentaal pand is er de volgende gezegde van groot belang: “Bezint eer gij begint” Er zal moeten worden beseft dat een nu door te voeren aanpassing van een monument nooit een definitieve verandering inhoudt, maar slechts een ingreep is van de huidige generatie. Alle volgende generaties zullen ook willen aanpassen. Dus er zal absoluut vermijd moeten worden dat door de toegepaste energiebesparende maatregelen onomkeerbare schade aan een monument worden aanbracht.
Hoe kan (meetbaar) de huidige, energie technische, situatie van de woningen worden beschreven? Er is geïnventariseerd wat de huidige energie technische situatie van de monumentale woningen is. Met behulp van een “nul meting”, is er berekend wat het uitgangspunt van de oude situatie is voor de nieuwe (80% energiezuiniger ten opzichte van het huidige energie verbruik) situatie. De monumentale panden zijn bouwfysisch doorgerekend met behulp van tekeningen, inspectie in de woningen en rc-berekeningen (warmteweerstand van constructie onderdelen), dit heeft geleid tot de transmissie (EPN – berekening) van de monumentale panden. Werken met de EPN- berekening bleek in de praktijk een groot nadeel te hebben, het energieverbruik is namelijk gebouwgebonden. Hierdoor kan/ is het daadwerkelijke gebruik van de bewoners niet in de berekening worden verwerkt. Het energieverbruik van de woningen is dus misschien wel hoger of lager dan het berekende verbruik. Welke energie technische excessen zijn er te vinden in de inventarisatie van de huidige situatie? Na de huidige situatie energietechnische situatie in kaart te hebben gebracht (“nul meting”) is er naar de excessen gekeken. Uit de Rcberekeningen kwam naar voren dat de gehele schil (vloer, gevel, dak en ramen) van de bestaande situatie van de woningen te veel warmte uitstralen, hierdoor verliezen de woningen te veel warmte en moet de wordt en dus niet efficient met de verbranding van fossiele brandstof omgegaan. Daarnaast hadden er nog een aantal woningen een verouderde vorm (en onzuinige) manier van verwarmen. Er kon dus ook installatie technisch nog winst worden gemaakt.
| Monumenten & Energie
83
5.3 Probleem Na de deelvragen en sub deelvragen beantwoordt te hebben kan er een antwoord op het probleem worden gegeven. Hoe kunnen de 16-tal monumentale duplexwoningen 80% energiezuiniger worden ten opzichte van het huidige energieverbruik (t.b.v. een duurzame renovatie), met behoudt van de monumentale waarde? Tabel 5.1: Energieverbruik en CO2 uistoot energieconcepten (P.Waijerstraat 11)
De monumentale duplexwoningen zijn onderzocht op welke vlakken er energie vraagbeperkende mogelijkheden kunnen worden toegepast. Uit de case studies zijn een drietal energieconcepten gedestilleerd. Een hiervan was niet toepasbaar op de monumentale duplexwoningen, aangezien deze vorm van na-isoleren de esthetische waarde van de woningen nadelig beinvloedt. Daarnaast is er gebruik gemaakt van literatuur en interviews met specialisten. In het onderzoek naar energie vraagbeperkende mogelijkheden is er gewerkt met twee modelwoningen (P.Waijerstraat 11 en 11a), dit is gedaan om het proces overzichtelijk te houden. Bij de twee modelwoningen zijn een viertal verschillende energieconcepten toegepast. In tabel 5.1 en 5.2 is af te lezen hoeveel energie wordt gevraagd (kWh elektriciteit/ m3 gas) bij elk concept. Aangezien er wordt gerekend met twee waardes en dit lastig vergelijkbaar te maken, is er voor gekozen om het CO2-uitstoot van de verschillende energieproducten te vergelijken. Het begrip “energiezuiniger” in het probleem is dus vertaald naar hoeveel CO2- uitstoot er minder wordt geproduceerd.
Tabel 5.2: Energieverbruik en CO2 uitstoot energieconcepten (P.Waijerstraat 11a)
| Monumenten & Energie
84
Uit tabel 5.3 valt af te lezen dat het doel van het afstudeerproject, namelijk: de 16-tal monumentale duplexwoningen 80% energiezuiniger maken ten opzichte van het huidige energieverbruik (t.b.v. een duurzame renovatie), met behoudt van de monumentale waarde, bijna gehaald is. In tabel 5.3 is af te lezen dat concept 2 het minste CO2- uitstoot heeft. De CO2- uitstoot is bij dit concept verlaagd met 78% bij P.Waijerstraat 11 en 65% bij P.Waijerstraat 11a.
In dit onderzoek is alleen gekeken naar de CO2-uitstoot tijdens het gebruik van de woningen (en tevens alleen het gebouwgebonden energieverbruik), hieruit kwam naar voren dat er bij concept 2 het minste CO2 vrij komt. Concept 2 zorgt dan wel voor het minst CO2-uitstoot, maar het zou best kunnen dat tijdens de productie van de verschillende materialen er voor zoveel CO2- uitstoot wordt gezorgd dat een ander concept misschien wel minder milieu belastend is. Daarnaast speelt het verantwoordelijk gebruik van fossiele brandstoffen voor de bewoner van de woning ook een grote rol, een aantal voorbeelden hiervan zijn: Douchen Gemiddeld douchen we bijna acht minuten per douchebeurt in Nederland. Door twee minuten korter te douchen kan er een besparing van gemiddeld huishouden 160 kg CO2 per jaar perhuishouding worden gegenereerd.*
Tabel 5.3: Percentage verlaging CO2- uitstoot per concept
Thermostaat eerder omlaag Zet de verwarming een uur voor het slapen gaan omlaag. Een geïsoleerd huis koelt geleidelijk af en door het alleen te verwarmen als dat nodig is kan er veel energie worden bespaart. Mogelijke besparing per gemiddeld huishouden 130 kg CO2 per jaar.*
*Bron: [i18] Milieucentraal – Besparen in een handomdraai | Monumenten & Energie
85
5.4 Aanbevelingen verder onderzoek Het ontwerp van de energieconcepten is nog niet volmaakt. Er kan nog onderzoek gedaan worden naar de kosten en exacte uitvoeringstijd van de ingreep. Zonder de kosten van de verschillende ingrepen onder elkaar te hebben staan, zal er ook geen afweging door woningcorporatie Woonstade kunnen worden gemaakt hoe de duplexwoningen te renoveren. Daarnaast kan worden berekend hoeveel CO2-uitstoot de productie van de materialen van de energieconcepten genereerd. Een nadere richting van onderzoek kwam tijdens het uitwerken van de energieconcepten naar boven. Tijdens gesprekken met woningcorporatie Woonstade bleek dat er vraag is naar een afwegingsmodel voor renovatie-ingrepen. Dit zal concreet een vergelijkingstool zijn die het inzichtelijk maakt wat een ingreep kost, welke energiebesparing de ingreep oplevert, wat de exploitatieverlenging is van de woningen, welk onderhoud er gepleegd dient te worden aan de ingreep en dergelijke aspecten. Met zo’n vergelijkingstool zou de woningcorporatie Woonstade beter te overtuigen zijn van het nut van renoveren. Een woningcorporatie is namelijk financieel gedreven.
| Monumenten & Energie
86
6.GLOSSARIUM CO2: verwijst naar Koolstofdioxide. CO2 is een kleurloos en reukloos gas dat van nature in de atmosfeer voorkomt. De atmosfeer van de aarde bevat tegenwoordig ongeveer 390 ppm koolstofdioxide (jan 2009). Deze concentratie neemt jaarlijks toe. Doordat koolstofdioxide infrarode straling absorbeert, vermindert het de uitstraling richting de ruimte van zonnewarmte die de aarde bereikt. Dit wordt het broeikaseffect genoemd, omdat in een kas hetzelfde effect optreedt: kortgolvige straling kan naar binnen waar ze wordt omgezet in langgolvige straling die niet meer kan ontsnappen. Gemeentelijk monument: verwijst naar een bouwwerk, archeologische vindplaats of landschappelijke structuur die op grond van een gemeentelijke monumentenverordening bescherming geniet vanwege bijzondere cultuurhistorische of architectonische waarde. Objecten met een gemeentelijke monumentenstatus zijn vaak van lokaal of regionaal belang, terwijl objecten die aangewezen zijn als rijksmonument vaak een nationaal of internationaal belang hebben. Monumentale waarde: verwijst naar de waarde die wordt bepaald door de dragende onderdelen, de vloeren en het omhulsel, alsook door die onderdelen of objecten die volgens de gemeentelijke monumentenlijst, dan wel naar het oordeel van burgemeester en wethouders specifiek van belang zijn door schoonheid, betekenis voor de wetenschap, cultuurhistorische of architectonische waarde. Monumentencommissie: verwijst naar de (op basis van artikel 15 van de Monumentenwet 1988) ingestelde commissie met als taak het college van burgemeester en wethouders te adviseren over aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988;
Monumentenverordening: verwijst naar een algemeen verbindende voorschrift. Op grond van de Monumentenwet kan de gemeente op verzoek of op eigen initiatief onroerende zaken aanwijzen als monument. De verordening geeft regels hoe tot plaatsing op de monumentenlijst wordt overgegaan. In deze verordening is aangegeven hoe dient te worden gehandeld wanneer een beschermd monument wordt afgebroken of gewijzigd. Ook wordt aangegeven dat de gemeente, indien een vergunning tot afbraak of wijziging wordt geweigerd, schadevergoeding kan toekennen aan de eigenaar. Redengevende (monument)beschrijving verwijst het instrument dat gebruikt wordt als basis voor de bescherming van een object als monument. In de meeste gevallen gaat het om gebouwen, maar ook civieltechnische bouwwerken zoals bruggen, of religieuze objecten zoals wegkruizen, kunnen als monument worden aangewezen. Het redengevende (monument)beschrijving is een letterlijke beschrijving van de uiterlijke kenmerken van het object op het moment van opname. Het vermoedelijke bouwjaar wordt vermeld, net als de bouwstijl en bekende historische gegevens. Duplexwoning: verwijst naar een woning, hetzij een eengezinswoning of een woning in een meergezinshuis, die tijdelijk gesplitst is in twee deelwoningen. Deze splitsing is een methode die na de Tweede Wereldoorlog werd toegepast, met het oog op de toen heersende woningnood, om kleine gezinnen aan woonruimte te helpen. De tijdelijkheid vindt haar oorzaak in het feit dat de deelwoningen niet helemaal voldoen aan de bepalingen van de toen geldende bouwverordening. Verder was het de bedoeling de splitsing, wanneer de woningnood verminderd zou zijn, op te heffen.
| Monumenten & Energie
87
Energie Prestatie Norm – EPN: verwijst naar de sinds 1995 ingevoerde voor de nieuwbouw de Energieprestatie Norm (EPN). Hierbij is de isolatiekwaliteit van de gehele woning genomen. In 1995 was de eis voor de bijbehorende Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) 1,4. De huidige eis van 0,8 geldt sinds 2006. Ontwikkeling wettelijke eis Energie Prestatie Coëfficiënt: 1995: 1.4 - 1998: 1.2 - 2000: 1.0 - 2006: 0.8
Rc-waarde: verwijst naar het warmte-isolerend vermogen van een materiaallaag, De R is de warmteweerstand van een materiaallaag. Met Rc wordt de totale R-waarde aangegeven van een constructie. De R staat voor Resistance en de c voor construction. De materiaalsoort wordt aangegeven door de λ-waarde (de warmtegeleidingscoëfficiënt). Hoe hoger de warmtegeleidingscoëfficiënt hoe slechter de isolatie (de warmte wordt dan beter geleid).
Energy Performance Building Directive – EPDB: verwijst naar de sinds 2006 verplicht gestelde Europese richtlijn. Het energiecertificaat is verplicht bij de bouw, verkoop, huur of verhuur van een woning. In dit certificaat moet de energieprestatie van het gebouw vermeld zijn en voorstellen voor verbetering van deze prestatie. Energie Prestatie Advies – EPA: verwijst naar het energie prestatie advies dat een praktische uitwerking is van voorgenoemde EPDB. Het energielabel is een onderdeel van het advies. Beide hebben als doel consumenten te stimuleren om de bestaande woningen energiezuiniger te maken en daarmee een reductie van de milieubelasting te realiseren. Energieprestatiecertificaat – Energielabel: verwijst naar het energielabel dat laat de energiezuinigheid van een woning laat zien in vergelijking met andere woningen van hetzelfde woningtype. Het energieverbruik wordt berekend met een genormaliseerd gebruik. De uitkomst van verschillende woningen kan hierdoor vergeleken worden. Het is geen berekening van het feitelijk gebruik. Daarnaast worden er mogelijkheden aangegeven voor energiebesparende maatregelen. Vanaf maart 2009 is de vernieuwde versie van het Energielabel beschikbaar.
| Monumenten & Energie
88
7. LITERATUURLIJST Literatuur Nr., auteur, titel, soort, instituur, jaar [L1] [SenterNovem, Voorbeeldwoningen bestaande bouw 2007, publicatie, 2007] [L2] [Bouwend Nederland, Bouw in Cijfers 2003-2007, publicatie, 2008] [L3] [CBS, Duurzame energie in Nederland 2007, publicatie, 2008] [L4] [VROM, Isolatiecijfers woningen: vloer, dak en gevel,webinfo, www.vrom.nl, 20 januari 2008] [L5] [K.A.M. W Weijers, PLUG-component, afstudeerverslag, technische universiteit, 2010] [L6] [RIVM, Omvang binnenmilieuproblemen, webinfo, rivm, 28 mei 2008] [L7] [P. Hameetman, Toolkit duurzame woningbouw, webinfo, Æneas, 2005] [L8] [Gosse van der Veen, Coen Teulings, Maarten Hajer, Paul Schnabel, Monitor Duurzaam Nederland, publicatie, Centraal Bureau voor de Statistiek, 2009] [L9] [D.W. Dicke, E.M. Haas, Praktijkhandboek duurzaam bouwen: toepassingen met aandacht voor mens en milieu Praktijkhandboek duurzaam bouwen, publicatie, 2008] [L10] [H.M. Nieman, Trias Energetica in optima forma, webinfo, 2006] [L11] [E.J. Nusselder, H. van de Ven, M. Haas en B. Dulski, Handboek Duurzame Monumentenzorg, publicatie, 2008] [L12] [A.H.L.G. Bonen, Tabellenboek bouwkunde, publicatie, eerste druk 2000] [L13] [Servatius Wonen & Vastgoed, Comfort+ in het Boosten complex publicatie, 2008]
[L14] [J. van der Ploeg, W. van den Manacker, J.W. van der Weij, Energieneutraal Gebouw versus Energieneutraal Monument, afstudeerverslag, 2010] [L15] [Stichting HR-Ventilatie, Bediening van uw warmteterugwinapparaat, brochure ,2008] [L16] [A.P.J. Korsten, Constructieleer, theorieboek , eerste druk tweede oplage 2001] [L17] [A.J. Melsen, Bouwfysica, theorieboek , eerste druk derde oplage 2003] [L18] [A.J. Melsen, B. van Leusen, A.P.J. Korsten, N.C. Dingerdis, J.F.H. Brouwer, Bouwconstructies, theorieboek , eerste druk derde oplage 2005] [L19] [Jellema, Bouwtechniek omhulling gevels, theorieboek , tweede druk tweede oplage 2005] [L20] [Jellema, Bouwtechniek omhulling gevelopeningen, theorieboek , tweede druk tweede oplage 2005] [L21] [Jellema, Bouwtechniek omhulling presentatie-eisen daken, theorieboek , tweede druk tweede oplage 2005] [L22] [Jellema, Bouwmethoden bouwmethodiek, theorieboek , tweede druk tweede oplage 2005] [L23] [Jellema, Bouwtechniek onderbouw, theorieboek , tweede druk tweede oplage 2005] [L24] [Jellema, Bouwtechniek installaties, theorieboek , tweede druk tweede oplage 2005] [L25] [Jellema, Bouwmethoden woningbouw, theorieboek , tweede druk tweede oplage 2005] [L26] [Jellema, Bouwproces uitvoeren techniek, theorieboek , tweede druk tweede oplage 2005]
| Monumenten & Energie
89
Normen Nr., instituut, website [N1] [NEN 1087 “Ventilatie van gebouwen” Bepalingsmethode] [N2] [NEN 5128 “Energieprestatie van woonfuncties en woongebouwen” Bepalingsmethode] [N3] [NPR 5129 “Energieprestatie van woonfuncties en woongebouwen” Rekenprogramma] [N4] [NEN 2686 “Luchtdoorlatendheid van gebouwen - Meetmethode”]
Internet Nr., instituut, website [i1] [Kennisbank architecten, www.architectenweb.nl] [i2] [Kennisbank woningbouw, www.bestaandewoningbouw.nl] [i3] [Bouwtechniek voor professionals, www.bouwwereld.nl] [i4] [Duurzame vastgoed, www.duurzaamgebouwd.nl] [i5] [Energieadvies, www.ecocertenergieadvies.nl] [i6] [DAT architecten, www.datarchitecten.nl] [i7] [Duurzaam leven, www.ecohuisholland.nl] [i8] [Woningecorporatie Elan wonen, www.elanwonen.nl] [i9] [Informatie energielabel, www.energielabel.nl] [i10] [Energieneutraal monument, energieneutraalmonument.nl] [i11] [Gemeente Groningen, www.groningen.nl] [i12] [Zoekmachine, www.google.nl] [i13] [Hanzehogeschool, www.hanze.nl] [i14] [intergas-verwarming, www. Intergas-verwarming.php] [i15] [Duurzame energie, www.homeenergy.nl] [i16] [Kennisbank voorbeeldprojecten, www.Kennishuisgo.nl] [i17] [van der Leur Vermeer architecten, www.lva.nl]
[i18] [Energie en milieu, www.milieucentraal.nl] [i19] [Kennisbank monumenten, www.monumenten.nl] [i20] [Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie, www.nibe.org] [i21] [Adviesburau energiezuinig bouwen, www.nulwoning.nl] [i22] [Passief bouwen van woningen, www.passiefbouwen.nl] [i23] [Satijnplus architecten, www.satijnplus.nl] [i24] [SenterNovem, www.senternovem.nl] [i25] [Woning corporatie Servatius, www.servatius.nl] [i26] [Stichting EREA, www.stichtingerea.nl] [i27] [Stichting warmtepompen, www.stichtingwarmtepompen.nl] [i28] [Vlaams Instituut voor Bio-Ecologisch Bouwen en Wonen, www.vibe.be] [i29] [VROM, www.rijksoverheid.nl] [i30] [warmbouwen, www.warmbouwen.nl] [i31] [Openbare encyclopedie, www.wikipedia.nl] [i31] [Woning corporatie wonen Wateringen, www.wonenwateringen.nl]
| Monumenten & Energie
90
8. BIJLAGE 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.6.1 8.6.2 8.7 8.7.1 8.7.2 8.7.3 8.7.4 8.8
Redengevende omschrijving Ruimtestaat Bouwkundige tekeningen bestaande situatie Rc- waardes bestaande situatie EPC- berekeningen bestaande situatie Rc- waardes energieconcepten Rc-waardes traditionele renovatie Rc-waardes doos-in-doos renovatie EPC berekeningen energieconcepten EPC berekening energieconcept 1 EPC berekening energieconcept 2 EPC berekening energieconcept 3 EPC berekening energieconcept 4 Competenties
| Monumenten & Energie
91
Bijlage 1: Redengevende omschrijving
| Monumenten & Energie
92
Ter bevordering van de volkshuisvesting werd in 1918 in Noorddijk de Stichting Noorddijker Woningbouw opgericht. De woningbouw werd kort na de Tweede Wereldoorlog, gevoed door de heersende woningnood en het belang van werkgelegenheid, overwegend door de centrale overheid gestuurd. Om de woningnood op te lossen, werden in de kleinere plattelandsgemeenten door de Rijksoverheid gesubsidieerde woningen gebouwd, zogenaamde normaalwoningen met een streekgebonden architectuur. De normaalwoning is tot ontwikkeling gebracht door de provinciale directies voor de volkshuisvesting, na samenspraak met de betrokken kringen vna de BNA. De normaalwoning moest een goedkope en snel te produceren woning opleveren. Met de normaal woningbouw stimuleerde de nationale overheid een optimaal ontwerpniveau tegen prijsdrukkende kosten . De woningwet bepaalde dat de woningcorporaties de eerste aangewezenen waren om deze woningwetwoningen te bouwen. Het eerste contingent woningen bestond uit vijf dubbele 'volkswoningen' van het type twee-onder-een-kap aan de Stadsweg in Oosterhoogebrug. Deze woningen werden echter niet door de Stichting Noorddijker Woningbouw gebouwd, maar door de gemeente Noorddijk zelf. Na oplevering en toewijzing aan de huurders, kreeg de corporatie de woningen in exploitatie . De huur en het onderhoud bleef de verantwoordelijkheid van de gemeente; de rol van de woningbouwvereniging was slechts beheerder van gemeentewoningen. Daarna werden in 1951 achttien eengezinswoningen aan de noordelijke P. Waijerstraat gebouwd in het kader van het Duizend-woningenplan.
Het dorp Oosterhoogebrug maakte tot de annexatie bij de gemeente Groningen in 1969 deel uit van de gemeente Noorddijk met als hoofdplaats Ruischerbrug en onder meer de plaatsen Noorderhoogebrug, Middelbert en Engelbert. Het karakter van de voormalige gemeente Noorddijk werd voornamelijk bepaald door de grootste bron van inkomsten: de landbouw en de veeteelt. De aanleg van het Eemskanaal (1876) en het Van Starkenborghkanaal (1938) waren bepalend voor de ontwikkeling van de gemeente. Het Damsterdiep, dat dwars door het gemeentelijke gebied ligt, kreeg daarmee een belangrijker rol als vaarroute. Langs deze route ontstonden de dorpen Ruischerbrug en Oosterhoogebrug. In de Tweede Nota Ruimtelijke Ordening werd bepaald dat de stad Groningen, als 'metropool van het Noorden', meer ruimte nodig had. Dit resulteerde in 1969 in de annexatie van de gemeenten Noorddijk en Hoogkerk.
Inleiding Vier woonblokken met daarin elk vier duplexwoningen, gelegen in het gewijzigde naoorlogse Uitbreidingsplan Oosterhoogebrug uit 1952, gebouwd in 1954 aan de zuidelijke westzijde van de P. Waijerstraat in het toenmalige dorp Oosterhoogebrug in opdracht van de voormalige gemeente Noorddijk, naar ontwerp van gemeentearchitect G.H. de Kiviet.
Huidige bestemming Duplexwoningen.
Vier woonblokjes met in totaal 16 duplexwoningen Opdrachtgever: Gemeentewerken Noorddijk Architect: G.H. de Kiviet, Bedum Aannemer: T. Heemenga, Zuidwolde Bouwjaar: 1954 (ontwerp 1952)
REDENGEVENDE OMSCHRIJVING - P. Waijerstraat 11 t/m 25; 11 a - 25 a Oosterhoogebrug
Omschrijving De vier woonblokjes, met daarin elk vier duplexwoningen, zijn opgebouwd uit twee bouwlagen onder een flauw hellend zadeldak met rode dakpannen en drie forse, gemetselde schoorstenen. De zinken goten rusten op bewerkte, metalen klossen.De gevels zijn opgemetseld van helderrode Groninger baksteen in klezorenverband. De begane grond is gezet op een fundering met kelder. Alle onderdelen zijn origineel. De woningen zijn niet samengevoegd en hebben nog steeds een woning op elke verdieping. De zijdeur fungeert nog
De woningen zijn gebouwd in - een de voor de vroege woningbouw kenmerkende - sobere en eenvoudige versie van de Delftse School-stijl. De bouwstijl wordt ook de Delfts Rood-stijl genoemd, naar het gebruik van (relatief goedkope) rode dakpannen en rode Groninger baksteen. Stijlkenmerken zijn te herkennen in de vlakke topgevels, grote schoorstenen op de daken en uitkragende goten. De woningen zijn echter nooit gesplitst omdat zij zeer geschikt bleven voor de groeiende groep alleenstaande jongeren en ouderen, die respectievelijk in de boven- en benedenduplex werden gehuisvest. In de woningen waren bij de bouw geen douchevoorzieningen aangebracht. In de bovenduplex werd ten behoeve van een douche het lavet weggebroken; bij de benedenduplex werd de oplossing gevonden in het samenvoegen van een gedeelte van de gang bij de toiletruimte.
In het begin van de jaren vijftig was het woningaanbod voor pas getrouwde stellen uberhaupt een vereiste om in aanmerking te komen voor een woningen - zeer schaars. De woningvoorraad van de woningbouwvereniging bestond op dat moment geheel uit woningen met drie- of meer slaapkamers voor gezinnen. Als reactie hierop werden in 1953 door de gemeente Noorddijk aan de P. Waijerstraat in Oosterhoogebrug en aan de Stationsweg in Engelbert respectievelijk acht en twee duplexwoningen gebouwd. De duplexwoning werd gebouwd als eengezinswoning en vanwege de krapte op de woningmarkt tijdelijk opgesplitst voor bewoning door twee huishoudens. Door het aanbrengen van woningscheidende wanden, een afgesloten trapopgang en een tijdelijke tweede voordeur in de zijgevel werd aan de P. Waijerstraat het type boven- en benedenduplex gebouwd. De bouw van duplexwoningen is een typisch fenomeen uit de eerste helft van de jaren vijftig en is met name van rijkswege aangestuurd. In het meerjarenplan van 1949 van de minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting dr. mr. J. In 't Veld werd gesteld dat er in de periode 1950-1958 landelijk 465.000 woningen zouden moeten worden gebouwd om de woningnood op te lossen. Daarvan zouden in totaal 195.000 woningen van het duplex-type moeten zijn. De duplexwoning werd echter met weinig enthousiasme ontvangen en het plan werd aangepast met een aantal van slechts 72.000 duplexwoningen . Na deze periode worden ze amper meer gebouwd omdat ze als minder praktisch worden ervaren. De meeste duplexwoningen zijn nooit samengevoegd en een groot aantal is gesloopt.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Noorddijk vragen 5 november 1953 vergunning aan voor de bouw van vier duplexwoningen, waarvan twee aan de Stationsweg in Engelbert en twee aan de P. Waijerstraat in Oosterhoogebrug. Uiteindelijk zijn vier blokjes naar dit ontwerp aan de P. Waijerstraat gerealiseerd. G.H. de Kiviet, woonachtig te Bedum, was gemeentearchitect voor degemeente Noorddijk. In 1969 is deze gemeente door Groningen geannexeerd, waardoor dorpen als Ruischerbrug, Noorddijk, Noorderhoogebrug en Oosterhoogebrug voortaan bij de stad Groningen behoorden.
De duplexwoning werd vanaf 1949 gepresenteerd als een alternatief voor de lage kwaliteit van noodwoningen waartegen in toenemende mate verzet ontstond.
Waardering Vier woonblokken met daarin elk vier duplexwoningen, gelegen in het gewijzigde naoorlogse Uitbreidingsplan Oosterhoogebrug uit 1952, gebouwd in 1954 aan de zuidelijke westzijde van de P. Waijerstraat in het toenmalige dorp Oosterhoogebrug in opdracht van de voormalige gemeente Noorddijk, naar ontwerp van gemeentearchitect G.H. de Kiviet, van algemeen belang voor de gemeente Groningen: # vanwege de cultuurhistorische waarde van de woningen als onderdeel van de ruimtelijke ontwikkeling van het in 1969 bij de gemeente Groningen gevoegde dorp Oosterhoogebrug; vanwege de sociaal-maatschappelijke waarde van deze duplexwoningen voor de geschiedenis van de Groninger volkshuisvesting van kort na de oorlog; # vanwege de architectuurhistorische waarde van de duplexwoningen als onderdeel van een ontwikkeling in de regionale volkshuisvesting, die plaats vond in de eerste helft van de jaren vijftig en waarbij de bouw van duplexwoningen een antwoord bood op het tekort aan woonvormen voor 'starters'; vanwege de typologische waarde van de woningen als zijnde een regionale versie van de duplexwoning: een woningtype dat naar aanleiding van de heersende woningnood door de overheid werd gepropageerd en waarbij een eengezinswoning door speciale voorzieningen tijdelijk onderdak kon bieden aan twee kleine huishoudens; vanwege de architectuurhistorische waarde van deze - voor de vroege naoorlogse Groninger dorpsuitbreidingen zo typische - bouwstijl als vereenvoudigde en sobere variant op de Delftse School en die vanwege het gebruik van (relatief goedkope) rode dakpannen en rode Groninger baksteen, de naam Delfts Rood heeft gekregen; en vanwege de esthetische waarde van het ontwerp gelet op de detaillering van de kozijnen, met gekruiste roeden en geruite bovenlichten, met kozijnomlijstingen van sierbeton en een deuromlijsting bestaande uit een sierlijst en gemetselde pilasters; # vanwege de stedenbouwkundige waarde van de duplexwoningen aan de zuidzijde van de P. Waijerstraat als onderdeel van een representatieve, aaneengesloten reeks vroege naoorlogse woningtypologieen, met aan de noordzijde van de P. Waijerstraat woningen uit het Duizendwoningenplan (1950) en aan de zuidzijde van de Stadsweg de eerste naoorlogse normaalwoningen (1948); # vanwege de uitzonderlijke gaafheid van het complex; # vanwege de zeldzaamheid van dergelijke, compleet gave, dorpse duplexwoningen.
steeds als voordeur voor de bovenwoningen. Bijzonder zijn de met sierbeton omlijste woonkamerkozijnen op de begane grond, de uit het metselwerk stekende (gemetselde) pilasters, de houten sierlijst en het geruite bovenlicht boven de voordeur aan de voorzijde. De oorspronkelijke roedeverdeling in de houten ramen en van het keukenraam is nog aanwezig. De bebouwing is een goed voorbeeld van een aardig gedetailleerde normaalwoning, waarbij economische motieven niet hebben geleid tot een sobere uitvoering maar waarbij aandacht werd besteed aan de details.
Bijlage 2: Ruimtestaat P.Waijerstraat 11a t/m 25a
P.Waijerstraat 11 t/m 25
Netto vloer oppervlakte
Netto vloer oppervlakte Bouwlaag
Ruimte nr.
m2
Begane grond
0.01 0.02 0.03 0.04 0.05 0.06 0.07
4.3 0.9 6.3 16.9 5.5 1.0 0.9
Bouwlaag
Ruimte nr.
m2
Verdieping
1.01 1.02 1.03 1.04 1.05 1.06 1.07
3.3 0.9 2.0 13.5 8.4 5.5 1.0
| Monumenten & Energie
93
Bijlage 3: Bouwkundige tekeningen bestaande situatie
| Monumenten & Energie
94
Bijlage 4: Rc- waardes bestaande situatie
| Monumenten & Energie
95
Project: P.Waijerstraat, Groningen Onderdeel: Rc-Waarde Berekening beganegrond vloer beton Situatie: Bestaand NAAM LAAG
d = DIKTE
λ = LAMBDA
(m)
W/(m*K)
BINNEN luchtlaag (interieur) LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4 LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
0,15 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
2,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
luchtlaag (exterieur) BUITEN
R m = d/λ
(R m /R tot ) • ∆Θ= ∆Θ m
Θm
P max
m K/W
K(elvin)
°C(elsius)
Pa(scal)
0,17
12,29
20,00 7,71
2340 1051
0,08 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
5,42 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
2,29 2,29 2,29 2,29 2,29 2,29 2,29 2,29
722 722 722 722 722 722 722 722
0,17
12,29
-10,00 -10,00
260 260
2*
μ
μ*d
∆Pm
Paanw
(m)
Pa
Pa 936 936
25 0 0 0 0 0 0 0
3,75 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
728,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
208,00 208,00 +
Rtot: Rconstructie: U: LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4
BINNEN BUITEN Verschil (∆)
Beton nvt nvt nvt Temperatuur 20,00 -10,00 30,00
0,42 0,08 2,41
(m2*K)/W (m2*K)/W W/(m2*K) nvt nvt nvt nvt
Dampspanning Paanw Pmax (Pa) BINNEN 936 2340 BUITEN 208 260 ΔP:
°C(elsius) °C(elsius) °C(elsius)
+ 728
3,75
LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
Θ
728
Pa
Temperatuurfactor 0,59
Θ (%) 40 80
Project: P.Waijerstraat, Groningen Onderdeel: Rc-Waarde Berekening beganegrond vloer hout Situatie: Bestaand NAAM LAAG
d = DIKTE
λ = LAMBDA
(m)
W/(m*K)
BINNEN luchtlaag (interieur) LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4 LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
0,02 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,17 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
luchtlaag (exterieur) BUITEN
R m = d/λ
(R m /R tot ) • ∆Θ= ∆Θ m
Θm
P max
m K/W
K(elvin)
°C(elsius)
Pa(scal)
0,17
11,14
20,00 8,86
2340 1132
0,12 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
7,71 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
1,14 1,14 1,14 1,14 1,14 1,14 1,14 1,14
661 661 661 661 661 661 661 661
0,17
11,14
-10,00 -10,00
260 260
2*
μ
μ*d
∆Pm
Paanw
(m)
Pa
Pa 936 936
15 0 0 0 0 0 0 0
0,30 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
728,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
208,00 208,00 +
Rtot: Rconstructie: U: LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4
BINNEN BUITEN Verschil (∆)
Houten vloerdelen nvt nvt nvt Temperatuur 20,00 -10,00 30,00
0,46 0,12 2,19
(m2*K)/W (m2*K)/W W/(m2*K) nvt nvt nvt nvt
Dampspanning Paanw Pmax (Pa) BINNEN 936 2340 BUITEN 208 260 ΔP:
°C(elsius) °C(elsius) °C(elsius)
+ 728
0,30
LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
Θ
728
Pa
Temperatuurfactor 0,63
Θ (%) 40 80
Project: P.Waijerstraat, Groningen Onderdeel: Rc-Waarde Berekening Gevel Situatie: Bestaand NAAM LAAG
d = DIKTE
λ = LAMBDA
(m)
W/(m*K)
BINNEN luchtlaag (interieur) LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4 LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
0,01 0,10 0,06 0,10 0,00 0,00 0,00 0,00
0,90 0,70 1,20 0,00 0,00 0,00 0,00
luchtlaag (exterieur) BUITEN
R m = d/λ
(R m /R tot ) • ∆Θ= ∆Θ m
Θm
P max
m K/W
K(elvin)
°C(elsius)
Pa(scal)
0,13
6,64
20,00 13,36
2340 1527
0,01 0,14 0,18 0,08 0,00 0,00 0,00 0,00
0,57 7,30 9,19 4,26 0,00 0,00 0,00 0,00
12,79 5,49 -3,70 -7,96 -7,96 -7,96 -7,96 -7,96
1478 905 448 309 309 309 309 309
0,04
2,04
-10,00 -10,00
260 260
2*
μ
μ*d
∆Pm
Paanw
(m)
Pa
Pa 936 936
17 13 80 9 0 0 0 0
0,17 1,30 4,80 0,90 0,00 0,00 0,00 0,00
17,26 131,99 487,36 91,38 0,00 0,00 0,00 0,00
208,00 208,00 +
Rtot: Rconstructie: U: LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4
BINNEN BUITEN Verschil (∆)
Stucwerk Baksteen Luchtspouw Baksteen Temperatuur 20,00 -10,00 30,00
0,59 0,42 1,70
(m2*K)/W (m2*K)/W W/(m2*K) nvt nvt nvt nvt
Dampspanning Paanw Pmax (Pa) BINNEN 936 2340 BUITEN 208 260 ΔP:
°C(elsius) °C(elsius) °C(elsius)
+ 728
7,17
LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
918,74 786,74 299,38 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
Θ
728
Pa
Temperatuurfactor 0,78
Θ (%) 40 80
Project: P.Waijerstraat, Groningen Onderdeel: Rc-Waarde Berekening schuin dak Situatie: Bestaand NAAM LAAG
d = DIKTE
λ = LAMBDA
(m)
W/(m*K)
BINNEN luchtlaag (interieur) LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4 LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
0,02 0,03 0,01 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,15 2,50 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
luchtlaag (exterieur) BUITEN
R m = d/λ
(R m /R tot ) • ∆Θ= ∆Θ m
Θm
P max
m K/W
K(elvin)
°C(elsius)
Pa(scal)
0,10
6,38
20,00 13,62
2340 1854
0,15 0,18 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
9,36 11,49 0,20 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
4,25 -7,24 -7,45 -7,45 -7,45 -7,45 -7,45 -7,45
828 330 330 330 330 330 330 330
0,04
2,55
-10,00 -10,00
260 260
2*
μ
μ*d
∆Pm
Paanw
(m)
Pa
Pa 936 936
100 1 1 0 0 0 0 0
2,20 0,03 0,01 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
715,00 10,40 2,60 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
208,00 208,00 +
Rtot: Rconstructie: U: LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4
BINNEN BUITEN Verschil (∆)
planken dakbeschot gordingen/ panlatten/ luchtspouw dakpannen nvt Temperatuur 20,00 -10,00 30,00
0,47 0,33 2,13
(m2*K)/W (m2*K)/W W/(m2*K) nvt nvt nvt nvt
Dampspanning Paanw Pmax (Pa) BINNEN 936 2340 BUITEN 208 260 ΔP:
°C(elsius) °C(elsius) °C(elsius)
+ 728
2,24
LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
221,00 210,60 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
Θ
728
Pa
Temperatuurfactor 0,79
Θ (%) 40 80
Bijlage 5: EPC- berekeningen bestaande situatie
| Monumenten & Energie
96
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
kruip
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, ZO
begane grond...
achtergevel
voorgevel
zijgevel
3,0
ramen bg
0,2
ramen bg rooster bg
1,1 1,8
deur bg - glas ramen bg
97,8
---------- +
0,8
deur bg - hout
14,3
3,4
deur bg - glas
metselwerk
0,8 1,3
deur bg - hout
14,7
0,8
deur bg - glas
metselwerk
1,9
deur bg - hout
14,7
5,3
metselwerk
33,7
0,45
0,45
0,59
0,59
0,59
0,42
0,46
[m]
begane grondvloer h
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
begane grondvloer b
constructiedeel
39,00
kruip
begane grondvloer
EPW - NPR 5129 V2.02
begrenzing
constructie
Definitie lineaire koudebruggen zone: Begane grond
begane grondvloer
koudebrug
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
26,24
[m]
P
U
5,10
5,10
3,40
1,32
5,00
5,10
5,10
3,40
1,32
5,10
5,10
3,40
1,32
0,18
0,18
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Begane grond
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Begane grond
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,80
0,80
0,00
0,60
0,80
0,80
0,00
0,80
0,80
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
30 jan 2011 - 15:44 / EPC=2,73 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 11
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\BESTAANDE SITUATIE\Rekenmodellen\EPC Berekeningen\EPC Berekeningen\P.Waijerstraat ... : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
3,000
[dm³/sm²]
traditioneel, gemengd zwaar
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
EPW - NPR 5129 V2.02
1
klasse
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
1
badr
1
aanr
6-8
[m]
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Begane grond
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
0,950 [-] : 1
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: overig (bijv. radiatoren)
type verwarmingslichaam
0,950 [-]
: ja : nee
: hoog temperatuursysteem (HT)
aanvoertemperatuur
installatie voorzien van buffervat
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
bouwtype van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
NEN, NPR 5129
3572
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
30 jan 2011 - 15:44 / EPC=2,73 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
: geen warmteterugwinning : geen voorverwarming : Begane grond
type warmteterugwinning type voorverwarming aangewezen zones
(geen ventilator)
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
omschrijving zone
EPW - NPR 5129 V2.02
Begane grond
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Begane grond
39,0
2200
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
0,52 (laag - matig risico)
TOjuli
3163 kg
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
Ag [m²]
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
type toestel
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator
ventilatiesysteem
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
NEN, NPR 5129
30 jan 2011 - 15:44 / EPC=2,73 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
39,0
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
56442
+ 65 *
) *
86,1
Qpres;toel
Ag;verw
16546 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
56442 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
709 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2200 MJ
0 MJ
5953 MJ
3414 MJ
44166 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
30 jan 2011 - 15:44 / EPC=2,73 blz. 4
2,73 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, ZO
buiten, boven buiten, boven buiten, ZO
achtergevel
voorgevel
zijgevel
dak voorzijde dak achterzijde zijgevel vliering
dak metselwerk
111,1
---------- +
5,2
24,8
24,8
1,4 dak
ramen verd
3,3 16,3
metselwerk
ramen verd
ramen verd
16,0
0,8 3,0
deur bg - glas
metselwerk
1,9
0,59
0,47
0,47
0,59
0,59
0,59
[m]
13,6
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
deur bg - hout
metselwerk
constructiedeel
38,50
3,000
[dm³/sm²]
EPW - NPR 5129 V2.02
bouwtype van de woonfunctie:
traditioneel, gemengd zwaar
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
Geen gegevens voor lineaire koudebruggen ingevoerd
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
U
1,32
1,64
1,64
5,10
1,32
5,10
1,32
5,10
5,10
3,40
1,32
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Verdieping
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Verdieping
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,80
0,80
0,80
0,80
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
30 jan 2011 - 15:44 / EPC=3,11 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 11a
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\BESTAANDE SITUATIE\Rekenmodellen\EPC Berekeningen\EPC Berekeningen\P.Waijerstraat ... : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
: geen warmteterugwinning : geen voorverwarming : Verdieping
type voorverwarming aangewezen zones
EPW - NPR 5129 V2.02
koelsysteem:
1
aanr
[m] 6-8
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel) systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
0,000 [-]
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
1
badr
type toestel
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator (geen ventilator)
ventilatiesysteem Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
1
klasse
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Verdieping
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: 1
0,950 [-]
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: overig (bijv. radiatoren)
type verwarmingslichaam 0,950 [-]
: nee
installatie voorzien van buffervat
: hoog temperatuursysteem (HT)
aanvoertemperatuur : ja
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
NEN, NPR 5129
3526
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
30 jan 2011 - 15:44 / EPC=3,11 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
EPW - NPR 5129 V2.02
Verdieping
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Verdieping
omschrijving zone
INSTALLATIE E - VERLICHTING
NEN, NPR 5129
38,5
Ag [m²]
0,13 (laag - matig risico)
TOjuli
3907 kg
2172
Qprim;vl [MJ]
30 jan 2011 - 15:44 / EPC=3,11 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
38,5
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
69236
+ 65 *
) *
111,1
Qpres;toel
Ag;verw
17854 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
69236 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
200 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2172 MJ
0 MJ
5877 MJ
3405 MJ
57583 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
30 jan 2011 - 15:44 / EPC=3,11 blz. 4
3,11 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
kruip
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, NW
begane grond...
achtergevel
voorgevel
zijgevel
3,0
ramen bg
0,2
ramen bg rooster bg
1,1 1,8
deur bg - glas ramen bg
97,8
---------- +
0,8
deur bg - hout
14,3
3,4
deur bg - glas
metselwerk
0,8 1,3
deur bg - hout
14,7
0,8
deur bg - glas
metselwerk
1,9
deur bg - hout
14,7
5,3
metselwerk
33,7
0,45
0,45
0,59
0,59
0,59
0,42
0,46
[m]
begane grondvloer h
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
begane grondvloer b
constructiedeel
39,00
kruip
begane grondvloer
EPW - NPR 5129 V2.02
begrenzing
constructie
Definitie lineaire koudebruggen zone: Begane grond
begane gondvloer
koudebrug
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
26,24
[m]
P
U
5,10
5,10
3,40
1,32
5,00
5,10
5,10
3,40
1,32
5,10
5,10
3,40
1,32
0,18
0,18
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Begane grond
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Begane grond
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,80
0,80
0,00
0,60
0,80
0,80
0,00
0,80
0,80
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
30 jan 2011 - 15:44 / EPC=2,77 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 13
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\BESTAANDE SITUATIE\Rekenmodellen\EPC Berekeningen\EPC Berekeningen\P.Waijerstraat ... : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
3,000
[dm³/sm²]
traditioneel, gemengd zwaar
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
EPW - NPR 5129 V2.02
1
klasse
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
1
badr
1
aanr
6-8
[m]
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Begane grond
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
0,950 [-] : 1
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: overig (bijv. radiatoren)
type verwarmingslichaam
0,950 [-]
: ja : nee
: hoog temperatuursysteem (HT)
aanvoertemperatuur
installatie voorzien van buffervat
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
bouwtype van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
NEN, NPR 5129
3572
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
30 jan 2011 - 15:44 / EPC=2,77 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
: geen warmteterugwinning : geen voorverwarming : Begane grond
type warmteterugwinning type voorverwarming aangewezen zones
(geen ventilator)
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
omschrijving zone
EPW - NPR 5129 V2.02
Begane grond
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Begane grond
39,0
2200
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
0,38 (laag - matig risico)
TOjuli
3215 kg
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
Ag [m²]
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
type toestel
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator
ventilatiesysteem
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
NEN, NPR 5129
30 jan 2011 - 15:44 / EPC=2,77 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
39,0
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
57147
+ 65 *
) *
86,1
Qpres;toel
Ag;verw
16546 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
57147 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
483 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2200 MJ
0 MJ
5953 MJ
3414 MJ
45097 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
30 jan 2011 - 15:44 / EPC=2,77 blz. 4
2,77 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, NW
buiten, boven buiten, boven buiten, boven
achtergevel
voorgevel
zijgevel
dak voorzijde dak acherzijde zijgevel vliering
dak metselwerk
111,1
---------- +
5,2
24,8
24,8
1,4 dak
ramen verd
3,3 16,3
metselwerk
ramen verd
ramen verd
16,0
0,8 3,0
deur bg - glas
metselwerk
1,9
0,59
0,47
0,47
0,59
0,59
0,59
[m]
13,6
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
deur bg - hout
metselwerk
constructiedeel
38,50
3,000
[dm³/sm²]
EPW - NPR 5129 V2.02
bouwtype van de woonfunctie:
traditioneel, gemengd zwaar
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
Geen gegevens voor lineaire koudebruggen ingevoerd
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
U
1,37
1,64
1,64
5,10
1,32
5,10
1,32
5,10
5,10
3,40
1,32
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Verdieping
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Verdieping
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,80
0,80
0,80
0,80
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
30 jan 2011 - 15:44 / EPC=3,13 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 13a
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\BESTAANDE SITUATIE\Rekenmodellen\EPC Berekeningen\EPC Berekeningen\P.Waijerstraat ... : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
: geen warmteterugwinning : geen voorverwarming : Verdieping
type voorverwarming aangewezen zones
EPW - NPR 5129 V2.02
koelsysteem:
1
aanr
[m] 6-8
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel) systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
0,000 [-]
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
1
badr
type toestel
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator (geen ventilator)
ventilatiesysteem Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
1
klasse
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Verdieping
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: 1
0,950 [-]
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: overig (bijv. radiatoren)
type verwarmingslichaam 0,950 [-]
: nee
installatie voorzien van buffervat
: hoog temperatuursysteem (HT)
aanvoertemperatuur : ja
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
NEN, NPR 5129
3526
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
30 jan 2011 - 15:44 / EPC=3,13 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
EPW - NPR 5129 V2.02
Verdieping
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Verdieping
omschrijving zone
INSTALLATIE E - VERLICHTING
NEN, NPR 5129
38,5
Ag [m²]
0,11 (laag - matig risico)
TOjuli
3938 kg
2172
Qprim;vl [MJ]
30 jan 2011 - 15:44 / EPC=3,13 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
38,5
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
69744
+ 65 *
) *
111,1
Qpres;toel
Ag;verw
17854 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
69744 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
156 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2172 MJ
0 MJ
5877 MJ
3405 MJ
58134 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
30 jan 2011 - 15:44 / EPC=3,13 blz. 4
3,13 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
kruip
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, ZO
begane grond...
achtergevel
voorgevel
zijgevel
3,0
ramen bg
0,2
ramen bg rooster bg
1,1 1,8
deur bg - glas ramen bg
97,8
---------- +
0,8
deur bg - hout
14,3
3,4
deur bg - glas
metselwerk
0,8 1,3
deur bg - hout
14,7
0,8
deur bg - glas
metselwerk
1,9
deur bg - hout
14,7
5,3
metselwerk
33,7
0,45
0,45
0,59
0,59
0,59
0,42
0,46
[m]
begane grondvloer h
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
begane grondvloer b
constructiedeel
39,00
kruip
begane grondvloer
EPW - NPR 5129 V2.02
begrenzing
constructie
Definitie lineaire koudebruggen zone: Begane grond
begane grondvloer
koudebrug
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
26,24
[m]
P
U
5,10
5,10
3,40
1,32
5,00
5,10
5,10
3,40
1,32
5,10
5,10
3,40
1,32
0,18
0,18
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Begane grond
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Begane grond
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,80
0,80
0,00
0,60
0,80
0,80
0,00
0,80
0,80
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=2,73 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 15
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\BESTAANDE SITUATIE\Rekenmodellen\EPC Berekeningen\EPC Berekeningen\P.Waijerstraat ... : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
3,000
[dm³/sm²]
traditioneel, gemengd zwaar
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
EPW - NPR 5129 V2.02
1
klasse
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
1
badr
1
aanr
6-8
[m]
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Begane grond
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
0,950 [-] : 1
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: overig (bijv. radiatoren)
type verwarmingslichaam
0,950 [-]
: ja : nee
: hoog temperatuursysteem (HT)
aanvoertemperatuur
installatie voorzien van buffervat
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
bouwtype van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
NEN, NPR 5129
3572
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=2,73 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
: geen warmteterugwinning : geen voorverwarming : Begane grond
type warmteterugwinning type voorverwarming aangewezen zones
(geen ventilator)
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
omschrijving zone
EPW - NPR 5129 V2.02
Begane grond
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Begane grond
39,0
2200
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
0,52 (laag - matig risico)
TOjuli
3163 kg
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
Ag [m²]
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
type toestel
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator
ventilatiesysteem
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
NEN, NPR 5129
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=2,73 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
39,0
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
56442
+ 65 *
) *
86,1
Qpres;toel
Ag;verw
16546 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
56442 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
709 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2200 MJ
0 MJ
5953 MJ
3414 MJ
44166 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=2,73 blz. 4
2,73 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, ZO
buiten, boven buiten, boven buiten, ZO
achtergevel
voorgevel
zijgevel
dak voorzijde dak achterzijde zijgevel vliering
dak metselwerk
111,1
---------- +
5,2
24,8
24,8
1,4 dak
ramen verd
3,3 16,3
metselwerk
ramen verd
ramen verd
16,0
0,8 3,0
deur bg - glas
metselwerk
1,9
0,59
0,47
0,47
0,59
0,59
0,59
[m]
13,6
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
deur bg - hout
metselwerk
constructiedeel
38,50
3,000
[dm³/sm²]
EPW - NPR 5129 V2.02
bouwtype van de woonfunctie:
traditioneel, gemengd zwaar
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
Geen gegevens voor lineaire koudebruggen ingevoerd
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
U
1,32
1,64
1,64
5,10
1,32
5,10
1,32
5,10
5,10
3,40
1,32
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Verdieping
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Verdieping
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,80
0,80
0,80
0,80
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=3,11 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 15a
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\BESTAANDE SITUATIE\Rekenmodellen\EPC Berekeningen\EPC Berekeningen\P.Waijerstraat ... : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
: geen warmteterugwinning : geen voorverwarming : Verdieping
type voorverwarming aangewezen zones
EPW - NPR 5129 V2.02
koelsysteem:
1
aanr
[m] 6-8
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel) systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
0,000 [-]
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
1
badr
type toestel
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator (geen ventilator)
ventilatiesysteem Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
1
klasse
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Verdieping
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: 1
0,950 [-]
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: overig (bijv. radiatoren)
type verwarmingslichaam 0,950 [-]
: nee
installatie voorzien van buffervat
: hoog temperatuursysteem (HT)
aanvoertemperatuur : ja
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
NEN, NPR 5129
3526
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=3,11 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
EPW - NPR 5129 V2.02
Verdieping
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Verdieping
omschrijving zone
INSTALLATIE E - VERLICHTING
NEN, NPR 5129
38,5
Ag [m²]
0,13 (laag - matig risico)
TOjuli
3907 kg
2172
Qprim;vl [MJ]
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=3,11 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
38,5
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
69236
+ 65 *
) *
111,1
Qpres;toel
Ag;verw
17854 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
69236 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
200 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2172 MJ
0 MJ
5877 MJ
3405 MJ
57583 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=3,11 blz. 4
3,11 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
kruip
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, NW
begane grond...
achtergevel
voorgevel
zijgevel
3,0
ramen bg
0,2
ramen bg rooster bg
1,1 1,8
deur bg - glas ramen bg
97,8
---------- +
0,8
deur bg - hout
14,3
3,4
deur bg - glas
metselwerk
0,8 1,3
deur bg - hout
14,7
0,8
deur bg - glas
metselwerk
1,9
deur bg - hout
14,7
5,3
metselwerk
33,7
0,45
0,45
0,59
0,59
0,59
0,42
0,46
[m]
begane grondvloer h
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
begane grondvloer b
constructiedeel
39,00
kruip
begane grondvloer
EPW - NPR 5129 V2.02
begrenzing
constructie
Definitie lineaire koudebruggen zone: Begane grond
begane grondvloer
koudebrug
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
26,24
[m]
P
U
5,10
5,10
3,40
1,32
5,00
5,10
5,10
3,40
1,32
5,10
5,10
3,40
1,32
0,18
0,18
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Begane grond
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Begane grond
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,80
0,80
0,00
0,60
0,80
0,80
0,00
0,80
0,80
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=2,77 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 17
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\BESTAANDE SITUATIE\Rekenmodellen\EPC Berekeningen\EPC Berekeningen\P.Waijerstraat ... : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
3,000
[dm³/sm²]
traditioneel, gemengd zwaar
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
EPW - NPR 5129 V2.02
1
klasse
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
1
badr
1
aanr
6-8
[m]
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Begane grond
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
0,950 [-] : 1
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: overig (bijv. radiatoren)
type verwarmingslichaam
0,950 [-]
: ja : nee
: hoog temperatuursysteem (HT)
aanvoertemperatuur
installatie voorzien van buffervat
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
bouwtype van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
NEN, NPR 5129
3572
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=2,77 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
: geen warmteterugwinning : geen voorverwarming : Begane grond
type warmteterugwinning type voorverwarming aangewezen zones
(geen ventilator)
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
omschrijving zone
EPW - NPR 5129 V2.02
Begane grond
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Begane grond
39,0
2200
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
0,38 (laag - matig risico)
TOjuli
3215 kg
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
Ag [m²]
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
type toestel
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator
ventilatiesysteem
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
NEN, NPR 5129
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=2,77 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
39,0
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
57147
+ 65 *
) *
86,1
Qpres;toel
Ag;verw
16546 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
57147 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
483 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2200 MJ
0 MJ
5953 MJ
3414 MJ
45097 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=2,77 blz. 4
2,77 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, NW
buiten, boven buiten, boven buiten, boven
achtergevel
voorgevel
zijgevel
dak voorzijde dak acherzijde zijgevel vliering
dak metselwerk
111,1
---------- +
5,2
24,8
24,8
1,4 dak
ramen verd
3,3 16,3
metselwerk
ramen verd
ramen verd
16,0
0,8 3,0
deur bg - glas
metselwerk
1,9
0,59
0,47
0,47
0,59
0,59
0,59
[m]
13,6
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
deur bg - hout
metselwerk
constructiedeel
38,50
3,000
[dm³/sm²]
EPW - NPR 5129 V2.02
bouwtype van de woonfunctie:
traditioneel, gemengd zwaar
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
Geen gegevens voor lineaire koudebruggen ingevoerd
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
U
1,37
1,64
1,64
5,10
1,32
5,10
1,32
5,10
5,10
3,40
1,32
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Verdieping
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Verdieping
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,80
0,80
0,80
0,80
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=4,23 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 17a
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\BESTAANDE SITUATIE\Rekenmodellen\EPC Berekeningen\EPC Berekeningen\P.Waijerstraat ... : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
: :
type verwarmingslichaam opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
aantal
: vloer- en/of wandverwarming
installatie voorzien van buffervat
1
klasse
: geen warmteterugwinning : geen voorverwarming : Verdieping
type voorverwarming aangewezen zones
(geen ventilator)
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
EPW - NPR 5129 V2.02
Verdieping
omschrijving zone
1
6-8
[m]
Lbadr
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
38,5
Ag [m²]
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
2172
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
1
aanr
aantal
type toestel
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator
ventilatiesysteem
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
-
[-] 0,400
qv;wp [dm³/s]
Nopw;tap
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
1 gasgestookt warmwatertoestel CW
nr. opwekkingstoestel
badr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht Verdieping
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
: geen circulatiepomp aanwezig
: niet voorzien van elektronica
: 1 : niet voorzien van ventilator
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam gasketels-cv
1,000 [-]
0,650 [-]
: nee
individuele bemetering
installatiekenmerken
hulpenergie
0,0
[m]
Lcirc
[MJ] 3526
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=4,23 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
Qbeh;tap;bruto
EP woonfuncties en woongebouwen
: lokale gasverwarming, incl. waakvlam of olieverwarming : ja
type toestel
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
NEN, NPR 5129
EPW - NPR 5129 V2.02
Verdieping
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
NEN, NPR 5129
0,11 (laag - matig risico)
TOjuli
5305 kg
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=4,23 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
38,5
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
94361
+ 65 *
) *
111,1
Qpres;toel
Ag;verw
17854 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
94361 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
156 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2172 MJ
0 MJ
8815 MJ
2500 MJ
80718 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=4,23 blz. 4
4,23 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
kruip
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, ZO
begane grond...
achtergevel
voorgevel
zijgevel
3,0
ramen bg
0,2
ramen bg rooster bg
1,1 1,8
deur bg - glas ramen bg
97,8
---------- +
0,8
deur bg - hout
14,3
3,4
deur bg - glas
metselwerk
0,8 1,3
deur bg - hout
14,7
0,8
deur bg - glas
metselwerk
1,9
deur bg - hout
14,7
5,3
metselwerk
33,7
0,45
0,45
0,59
0,59
0,59
0,42
0,46
[m]
begane grondvloer h
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
begane grondvloer b
constructiedeel
39,00
kruip
begane grondvloer
EPW - NPR 5129 V2.02
begrenzing
constructie
Definitie lineaire koudebruggen zone: Begane grond
begane grondvloer
koudebrug
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
26,24
[m]
P
U
5,10
5,10
3,40
1,32
5,00
5,10
5,10
3,40
1,32
5,10
5,10
3,40
1,32
0,18
0,18
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Begane grond
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Begane grond
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,80
0,80
0,00
0,60
0,80
0,80
0,00
0,80
0,80
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=2,73 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 19
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\BESTAANDE SITUATIE\Rekenmodellen\EPC Berekeningen\EPC Berekeningen\P.Waijerstraat ... : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
3,000
[dm³/sm²]
traditioneel, gemengd zwaar
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
EPW - NPR 5129 V2.02
1
klasse
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
1
badr
1
aanr
6-8
[m]
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Begane grond
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
0,950 [-] : 1
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: overig (bijv. radiatoren)
type verwarmingslichaam
0,950 [-]
: ja : nee
: hoog temperatuursysteem (HT)
aanvoertemperatuur
installatie voorzien van buffervat
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
bouwtype van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
NEN, NPR 5129
3572
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=2,73 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
: geen warmteterugwinning : geen voorverwarming : Begane grond
type warmteterugwinning type voorverwarming aangewezen zones
(geen ventilator)
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
omschrijving zone
EPW - NPR 5129 V2.02
Begane grond
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Begane grond
39,0
2200
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
0,52 (laag - matig risico)
TOjuli
3163 kg
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
Ag [m²]
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
type toestel
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator
ventilatiesysteem
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
NEN, NPR 5129
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=2,73 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
39,0
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
56442
+ 65 *
) *
86,1
Qpres;toel
Ag;verw
16546 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
56442 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
709 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2200 MJ
0 MJ
5953 MJ
3414 MJ
44166 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=2,73 blz. 4
2,73 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, ZO
buiten, boven buiten, boven buiten, ZO
achtergevel
voorgevel
zijgevel
dak voorzijde dak achterzijde zijgevel vliering
dak metselwerk
111,1
---------- +
5,2
24,8
24,8
1,4 dak
ramen verd
3,3 16,3
metselwerk
ramen verd
ramen verd
16,0
0,8 3,0
deur bg - glas
metselwerk
1,9
0,59
0,47
0,47
0,59
0,59
0,59
[m]
13,6
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
deur bg - hout
metselwerk
constructiedeel
38,50
3,000
[dm³/sm²]
EPW - NPR 5129 V2.02
bouwtype van de woonfunctie:
traditioneel, gemengd zwaar
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
Geen gegevens voor lineaire koudebruggen ingevoerd
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
U
1,32
1,64
1,64
5,10
1,32
5,10
1,32
5,10
5,10
3,40
1,32
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Verdieping
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Verdieping
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,80
0,80
0,80
0,80
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=3,11 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 19a
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\BESTAANDE SITUATIE\Rekenmodellen\EPC Berekeningen\EPC Berekeningen\P.Waijerstraat ... : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
: geen warmteterugwinning : geen voorverwarming : Verdieping
type voorverwarming aangewezen zones
EPW - NPR 5129 V2.02
koelsysteem:
1
aanr
[m] 6-8
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel) systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
0,000 [-]
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
1
badr
type toestel
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator (geen ventilator)
ventilatiesysteem Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
1
klasse
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Verdieping
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: 1
0,950 [-]
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: overig (bijv. radiatoren)
type verwarmingslichaam 0,950 [-]
: nee
installatie voorzien van buffervat
: hoog temperatuursysteem (HT)
aanvoertemperatuur : ja
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
NEN, NPR 5129
3526
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=3,11 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
EPW - NPR 5129 V2.02
Verdieping
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Verdieping
omschrijving zone
INSTALLATIE E - VERLICHTING
NEN, NPR 5129
38,5
Ag [m²]
0,13 (laag - matig risico)
TOjuli
3907 kg
2172
Qprim;vl [MJ]
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=3,11 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
38,5
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
69236
+ 65 *
) *
111,1
Qpres;toel
Ag;verw
17854 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
69236 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
200 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2172 MJ
0 MJ
5877 MJ
3405 MJ
57583 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
30 jan 2011 - 15:45 / EPC=3,11 blz. 4
3,11 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
kruip
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, NW
begane grond...
achtergevel
voorgevel
zijgevel
3,0
ramen bg
0,2
ramen bg rooster bg
1,1 1,8
deur bg - glas ramen bg
97,8
---------- +
0,8
deur bg - hout
14,3
3,4
deur bg - glas
metselwerk
0,8 1,3
deur bg - hout
14,7
0,8
deur bg - glas
metselwerk
1,9
deur bg - hout
14,7
5,3
metselwerk
33,7
0,45
0,45
0,59
0,59
0,59
0,42
0,46
[m]
begane grondvloer h
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
begane grondvloer b
constructiedeel
39,00
kruip
begane grondvloer
EPW - NPR 5129 V2.02
begrenzing
constructie
Definitie lineaire koudebruggen zone: Begane grond
begane grondvloer
koudebrug
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
26,24
[m]
P
U
5,10
5,10
3,40
1,32
5,00
5,10
5,10
3,40
1,32
5,10
5,10
3,40
1,32
0,18
0,18
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Begane grond
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Begane grond
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,80
0,80
0,00
0,60
0,80
0,80
0,00
0,80
0,80
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
30 jan 2011 - 15:46 / EPC=3,71 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 21
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\BESTAANDE SITUATIE\Rekenmodellen\EPC Berekeningen\EPC Berekeningen\P.Waijerstraat ... : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
3,000
[dm³/sm²]
traditioneel, gemengd zwaar
: :
type verwarmingslichaam opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
aantal
: vloer- en/of wandverwarming
installatie voorzien van buffervat
1
klasse
: Begane grond
aangewezen zones
EPW - NPR 5129 V2.02
type ventilator (geen ventilator)
ventilatiesysteem Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: geen warmteterugwinning : geen voorverwarming
type voorverwarming
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
-
[dm³/s]
[-] 0,400
qv;wp
Nopw;tap
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
1 gasgestookt warmwatertoestel CW
nr. opwekkingstoestel
1
badr
1
aanr
6-8
[m]
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Begane grond
: geen circulatiepomp aanwezig
: geen circulatiepomp aanwezig warmtepomp
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
: niet voorzien van ventilator
gasketels-cv
: niet voorzien van elektronica
: 1
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1,000 [-]
0,650 [-]
: nee
individuele bemetering
installatiekenmerken
hulpenergie
0,0
[m]
Lcirc
[MJ] 3572
30 jan 2011 - 15:46 / EPC=3,71 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
Qbeh;tap;bruto
EP woonfuncties en woongebouwen
: lokale gasverwarming, incl. waakvlam of olieverwarming : ja
type toestel
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
bouwtype van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
NEN, NPR 5129
omschrijving zone
EPW - NPR 5129 V2.02
Begane grond
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Begane grond
39,0
2200
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
0,38 (laag - matig risico)
TOjuli
4299 kg
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
Ag [m²]
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
type toestel
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
NEN, NPR 5129
30 jan 2011 - 15:46 / EPC=3,71 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
39,0
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
76728
+ 65 *
) *
86,1
Qpres;toel
Ag;verw
16546 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
76728 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
483 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2200 MJ
0 MJ
8930 MJ
2500 MJ
62615 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
30 jan 2011 - 15:46 / EPC=3,71 blz. 4
3,71 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, NW
buiten, boven buiten, boven buiten, boven
achtergevel
voorgevel
zijgevel
dak voorzijde dak acherzijde zijgevel vliering
dak metselwerk
111,1
---------- +
5,2
24,8
24,8
1,4 dak
ramen verd
3,3 16,3
metselwerk
ramen verd
ramen verd
16,0
0,8 3,0
deur bg - glas
metselwerk
1,9
0,59
0,47
0,47
0,59
0,59
0,59
[m]
13,6
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
deur bg - hout
metselwerk
constructiedeel
38,50
3,000
[dm³/sm²]
EPW - NPR 5129 V2.02
bouwtype van de woonfunctie:
traditioneel, gemengd zwaar
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
Geen gegevens voor lineaire koudebruggen ingevoerd
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
U
1,37
1,64
1,64
5,10
1,32
5,10
1,32
5,10
5,10
3,40
1,32
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Verdieping
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Verdieping
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,80
0,80
0,80
0,80
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
30 jan 2011 - 15:46 / EPC=4,23 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 21a
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\BESTAANDE SITUATIE\Rekenmodellen\EPC Berekeningen\EPC Berekeningen\P.Waijerstraat ... : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
: :
type verwarmingslichaam opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
aantal
: vloer- en/of wandverwarming
installatie voorzien van buffervat
1
klasse
: geen warmteterugwinning : geen voorverwarming : Verdieping
type voorverwarming aangewezen zones
(geen ventilator)
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
EPW - NPR 5129 V2.02
Verdieping
omschrijving zone
1
6-8
[m]
Lbadr
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
38,5
Ag [m²]
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
2172
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
1
aanr
aantal
type toestel
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator
ventilatiesysteem
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
-
[-] 0,400
qv;wp [dm³/s]
Nopw;tap
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
1 gasgestookt warmwatertoestel CW
nr. opwekkingstoestel
badr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht Verdieping
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
: geen circulatiepomp aanwezig
: niet voorzien van elektronica
: 1 : niet voorzien van ventilator
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam gasketels-cv
1,000 [-]
0,650 [-]
: nee
individuele bemetering
installatiekenmerken
hulpenergie
0,0
[m]
Lcirc
[MJ] 3526
30 jan 2011 - 15:46 / EPC=4,23 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
Qbeh;tap;bruto
EP woonfuncties en woongebouwen
: lokale gasverwarming, incl. waakvlam of olieverwarming : ja
type toestel
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
NEN, NPR 5129
EPW - NPR 5129 V2.02
Verdieping
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
NEN, NPR 5129
0,11 (laag - matig risico)
TOjuli
5305 kg
30 jan 2011 - 15:46 / EPC=4,23 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
38,5
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
94361
+ 65 *
) *
111,1
Qpres;toel
Ag;verw
17854 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
94361 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
156 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2172 MJ
0 MJ
8815 MJ
2500 MJ
80718 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
30 jan 2011 - 15:46 / EPC=4,23 blz. 4
4,23 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
kruip
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, ZO
begane grond...
achtergevel
voorgevel
zijgevel
3,0
ramen bg
0,2
ramen bg rooster bg
1,1 1,8
deur bg - glas ramen bg
97,8
---------- +
0,8
deur bg - hout
14,3
3,4
deur bg - glas
metselwerk
0,8 1,3
deur bg - hout
14,7
0,8
deur bg - glas
metselwerk
1,9
deur bg - hout
14,7
5,3
metselwerk
33,7
0,45
0,45
0,59
0,59
0,59
0,42
0,46
[m]
begane grondvloer h
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
begane grondvloer b
constructiedeel
39,00
kruip
begane grondvloer
EPW - NPR 5129 V2.02
begrenzing
constructie
Definitie lineaire koudebruggen zone: Begane grond
begane grondvloer
koudebrug
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
26,24
[m]
P
U
5,10
5,10
3,40
1,32
5,00
5,10
5,10
3,40
1,32
5,10
5,10
3,40
1,32
0,18
0,18
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Begane grond
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Begane grond
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,80
0,80
0,00
0,60
0,80
0,80
0,00
0,80
0,80
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
30 jan 2011 - 15:46 / EPC=2,73 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 23
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\BESTAANDE SITUATIE\Rekenmodellen\EPC Berekeningen\EPC Berekeningen\P.Waijerstraat ... : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
3,000
[dm³/sm²]
traditioneel, gemengd zwaar
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
EPW - NPR 5129 V2.02
1
klasse
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
1
badr
1
aanr
6-8
[m]
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Begane grond
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
0,950 [-] : 1
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: overig (bijv. radiatoren)
type verwarmingslichaam
0,950 [-]
: ja : nee
: hoog temperatuursysteem (HT)
aanvoertemperatuur
installatie voorzien van buffervat
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
bouwtype van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
NEN, NPR 5129
3572
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
30 jan 2011 - 15:46 / EPC=2,73 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
: geen warmteterugwinning : geen voorverwarming : Begane grond
type warmteterugwinning type voorverwarming aangewezen zones
(geen ventilator)
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
omschrijving zone
EPW - NPR 5129 V2.02
Begane grond
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Begane grond
39,0
2200
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
0,52 (laag - matig risico)
TOjuli
3163 kg
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
Ag [m²]
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
type toestel
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator
ventilatiesysteem
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
NEN, NPR 5129
30 jan 2011 - 15:46 / EPC=2,73 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
39,0
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
56442
+ 65 *
) *
86,1
Qpres;toel
Ag;verw
16546 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
56442 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
709 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2200 MJ
0 MJ
5953 MJ
3414 MJ
44166 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
30 jan 2011 - 15:46 / EPC=2,73 blz. 4
2,73 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, ZO
buiten, boven buiten, boven buiten, ZO
achtergevel
voorgevel
zijgevel
dak voorzijde dak achterzijde zijgevel vliering
dak metselwerk
111,1
---------- +
5,2
24,8
24,8
1,4 dak
ramen verd
3,3 16,3
metselwerk
ramen verd
ramen verd
16,0
0,8 3,0
deur bg - glas
metselwerk
1,9
0,59
0,47
0,47
0,59
0,59
0,59
[m]
13,6
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
deur bg - hout
metselwerk
constructiedeel
38,50
3,000
[dm³/sm²]
EPW - NPR 5129 V2.02
bouwtype van de woonfunctie:
traditioneel, gemengd zwaar
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
Geen gegevens voor lineaire koudebruggen ingevoerd
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
U
1,32
1,64
1,64
5,10
1,32
5,10
1,32
5,10
5,10
3,40
1,32
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Verdieping
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Verdieping
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,80
0,80
0,80
0,80
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
30 jan 2011 - 15:46 / EPC=4,20 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 23a
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\BESTAANDE SITUATIE\Rekenmodellen\EPC Berekeningen\EPC Berekeningen\P.Waijerstraat ... : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
: :
type verwarmingslichaam opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
aantal
: vloer- en/of wandverwarming
installatie voorzien van buffervat
1
klasse
: geen warmteterugwinning : geen voorverwarming : Verdieping
type voorverwarming aangewezen zones
(geen ventilator)
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
EPW - NPR 5129 V2.02
Verdieping
omschrijving zone
1
6-8
[m]
Lbadr
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
38,5
Ag [m²]
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
2172
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
1
aanr
aantal
type toestel
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator
ventilatiesysteem
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
-
[-] 0,400
qv;wp [dm³/s]
Nopw;tap
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
1 gasgestookt warmwatertoestel CW
nr. opwekkingstoestel
badr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht Verdieping
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
: geen circulatiepomp aanwezig
: niet voorzien van elektronica
: 1 : niet voorzien van ventilator
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam gasketels-cv
1,000 [-]
0,650 [-]
: nee
individuele bemetering
installatiekenmerken
hulpenergie
0,0
[m]
Lcirc
[MJ] 3526
30 jan 2011 - 15:46 / EPC=4,20 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
Qbeh;tap;bruto
EP woonfuncties en woongebouwen
: lokale gasverwarming, incl. waakvlam of olieverwarming : ja
type toestel
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
NEN, NPR 5129
EPW - NPR 5129 V2.02
Verdieping
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
NEN, NPR 5129
0,13 (laag - matig risico)
TOjuli
5262 kg
30 jan 2011 - 15:46 / EPC=4,20 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
38,5
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
93639
+ 65 *
) *
111,1
Qpres;toel
Ag;verw
17854 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
93639 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
200 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2172 MJ
0 MJ
8815 MJ
2500 MJ
79952 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
30 jan 2011 - 15:46 / EPC=4,20 blz. 4
4,20 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
kruip
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, NW
begane grond...
achtergevel
voorgevel
zijgevel
3,0
ramen bg
0,2
ramen bg rooster bg
1,1 1,8
deur bg - glas ramen bg
97,8
---------- +
0,8
deur bg - hout
14,3
3,4
deur bg - glas
metselwerk
0,8 1,3
deur bg - hout
14,7
0,8
deur bg - glas
metselwerk
1,9
deur bg - hout
14,7
5,3
metselwerk
33,7
0,45
0,45
0,59
0,59
0,59
0,42
0,46
[m]
begane grondvloer h
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
begane grondvloer b
constructiedeel
39,00
kruip
begane grondvloer
EPW - NPR 5129 V2.02
begrenzing
constructie
Definitie lineaire koudebruggen zone: Begane grond
begane grondvloer
koudebrug
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
26,24
[m]
P
U
5,10
5,10
3,40
1,32
5,00
5,10
5,10
3,40
1,32
5,10
5,10
3,40
1,32
0,18
0,18
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Begane grond
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Begane grond
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,80
0,80
0,00
0,60
0,80
0,80
0,00
0,80
0,80
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
30 jan 2011 - 15:47 / EPC=3,71 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 25
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\BESTAANDE SITUATIE\Rekenmodellen\EPC Berekeningen\EPC Berekeningen\P.Waijerstraat ... : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
3,000
[dm³/sm²]
traditioneel, gemengd zwaar
: :
type verwarmingslichaam opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
aantal
: vloer- en/of wandverwarming
installatie voorzien van buffervat
1
klasse
: Begane grond
aangewezen zones
EPW - NPR 5129 V2.02
type ventilator (geen ventilator)
ventilatiesysteem Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: geen warmteterugwinning : geen voorverwarming
type voorverwarming
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
-
[dm³/s]
[-] 0,400
qv;wp
Nopw;tap
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
1 gasgestookt warmwatertoestel CW
nr. opwekkingstoestel
1
badr
1
aanr
6-8
[m]
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Begane grond
: geen circulatiepomp aanwezig
: geen circulatiepomp aanwezig warmtepomp
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
: niet voorzien van ventilator
gasketels-cv
: niet voorzien van elektronica
: 1
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1,000 [-]
0,650 [-]
: nee
individuele bemetering
installatiekenmerken
hulpenergie
0,0
[m]
Lcirc
[MJ] 3572
30 jan 2011 - 15:47 / EPC=3,71 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
Qbeh;tap;bruto
EP woonfuncties en woongebouwen
: lokale gasverwarming, incl. waakvlam of olieverwarming : ja
type toestel
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
bouwtype van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
NEN, NPR 5129
omschrijving zone
EPW - NPR 5129 V2.02
Begane grond
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Begane grond
39,0
2200
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
0,38 (laag - matig risico)
TOjuli
4299 kg
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
Ag [m²]
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
type toestel
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
NEN, NPR 5129
30 jan 2011 - 15:47 / EPC=3,71 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
39,0
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
76728
+ 65 *
) *
86,1
Qpres;toel
Ag;verw
16546 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
76728 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
483 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2200 MJ
0 MJ
8930 MJ
2500 MJ
62615 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
30 jan 2011 - 15:47 / EPC=3,71 blz. 4
3,71 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, NW
buiten, boven buiten, boven buiten, boven
achtergevel
voorgevel
zijgevel
dak voorzijde dak acherzijde zijgevel vliering
dak metselwerk
111,1
---------- +
5,2
24,8
24,8
1,4 dak
ramen verd
3,3 16,3
metselwerk
ramen verd
ramen verd
16,0
0,8 3,0
deur bg - glas
metselwerk
1,9
0,59
0,47
0,47
0,59
0,59
0,59
[m]
13,6
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
deur bg - hout
metselwerk
constructiedeel
38,50
3,000
[dm³/sm²]
EPW - NPR 5129 V2.02
bouwtype van de woonfunctie:
traditioneel, gemengd zwaar
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
Geen gegevens voor lineaire koudebruggen ingevoerd
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
U
1,37
1,64
1,64
5,10
1,32
5,10
1,32
5,10
5,10
3,40
1,32
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Verdieping
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Verdieping
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,80
0,80
0,80
0,80
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
30 jan 2011 - 15:47 / EPC=3,13 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 25a
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\BESTAANDE SITUATIE\Rekenmodellen\EPC Berekeningen\EPC Berekeningen\P.Waijerstraat ... : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
: geen warmteterugwinning : geen voorverwarming : Verdieping
type voorverwarming aangewezen zones
EPW - NPR 5129 V2.02
koelsysteem:
1
aanr
[m] 6-8
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel) systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
0,000 [-]
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
1
badr
type toestel
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator (geen ventilator)
ventilatiesysteem Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: natuurlijke luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
1
klasse
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Verdieping
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: 1
0,950 [-]
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: overig (bijv. radiatoren)
type verwarmingslichaam 0,950 [-]
: nee
installatie voorzien van buffervat
: hoog temperatuursysteem (HT)
aanvoertemperatuur : ja
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
NEN, NPR 5129
3526
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
30 jan 2011 - 15:47 / EPC=3,13 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
EPW - NPR 5129 V2.02
Verdieping
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Verdieping
omschrijving zone
INSTALLATIE E - VERLICHTING
NEN, NPR 5129
38,5
Ag [m²]
0,11 (laag - matig risico)
TOjuli
3938 kg
2172
Qprim;vl [MJ]
30 jan 2011 - 15:47 / EPC=3,13 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
38,5
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
69744
+ 65 *
) *
111,1
Qpres;toel
Ag;verw
17854 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
69744 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
156 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2172 MJ
0 MJ
5877 MJ
3405 MJ
58134 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
30 jan 2011 - 15:47 / EPC=3,13 blz. 4
3,13 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
Bijlage 6: Rc- waardes energieconcepten
| Monumenten & Energie
97
Bijlage 6.1: Rc-waardes traditionele renovatie
| Monumenten & Energie
98
Project: P.Waijerstraat, Groningen Onderdeel: Rc-Waarde Berekening beganegrond vloer beton Situatie: Nieuw NAAM LAAG
d = DIKTE
λ = LAMBDA
(m)
W/(m*K)
BINNEN luchtlaag (interieur) LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4 LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
0,15 0,14 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
2,00 0,034 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
luchtlaag (exterieur) BUITEN
R m = d/λ
(R m /R tot ) • ∆Θ= ∆Θ m
Θm
P max
m K/W
K(elvin)
°C(elsius)
Pa(scal)
0,17
1,13
20,00 18,87
2340 2184
0,08 4,12 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,50 27,25 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
18,38 -8,87 -8,87 -8,87 -8,87 -8,87 -8,87 -8,87
2117 285 285 285 285 285 285 285
0,17
1,13
-10,00 -10,00
260 260
2*
μ
μ*d
∆Pm
Paanw
(m)
Pa
Pa 936 936
25 1 0 0 0 0 0 0
3,75 0,14 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
701,80 26,20 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
208,00 208,00 +
Rtot: Rconstructie: U: LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4
BINNEN BUITEN Verschil (∆)
Beton Steenwol nvt nvt Temperatuur 20,00 -10,00 30,00
4,53 4,19 0,22
(m2*K)/W (m2*K)/W W/(m2*K) nvt nvt nvt nvt
Dampspanning Paanw Pmax (Pa) BINNEN 936 2340 BUITEN 208 260 ΔP:
°C(elsius) °C(elsius) °C(elsius)
+ 728
3,89
LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
234,20 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
Θ
728
Pa
Temperatuurfactor 0,96
Θ (%) 40 80
Project: P.Waijerstraat, Groningen Onderdeel: Rc-Waarde Berekening beganegrond vloer hout Situatie: Nieuw NAAM LAAG
d = DIKTE
λ = LAMBDA
(m)
W/(m*K)
BINNEN luchtlaag (interieur) LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4 LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
0,14 0,02 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,03 0,170 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
luchtlaag (exterieur) BUITEN
R m = d/λ
(R m /R tot ) • ∆Θ= ∆Θ m
Θm
P max
m K/W
K(elvin)
°C(elsius)
Pa(scal)
0,17
1,11
20,00 18,89
2340 2184
4,12 0,12 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
27,00 0,77 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
-8,11 -8,89 -8,89 -8,89 -8,89 -8,89 -8,89 -8,89
2077 285 285 285 285 285 285 285
0,17
1,11
-10,00 -10,00
260 260
2*
μ
μ*d
∆Pm
Paanw
(m)
Pa
Pa 936 936
15 1 0 0 0 0 0 0
2,10 0,02 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
721,13 6,87 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
208,00 208,00 +
Rtot: Rconstructie: U: LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4
BINNEN BUITEN Verschil (∆)
Steenwol Houten vloerdelen nvt nvt Temperatuur 20,00 -10,00 30,00
4,58 4,24 0,22
(m2*K)/W (m2*K)/W W/(m2*K) nvt nvt nvt nvt
Dampspanning Paanw Pmax (Pa) BINNEN 936 2340 BUITEN 208 260 ΔP:
°C(elsius) °C(elsius) °C(elsius)
+ 728
2,12
LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
214,87 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
Θ
728
Pa
Temperatuurfactor 0,96
Θ (%) 40 80
Project: P.Waijerstraat, Groningen Onderdeel: Rc-Waarde Berekening Gevel Situatie: Nieuw NAAM LAAG
d = DIKTE
λ = LAMBDA
(m)
W/(m*K)
BINNEN luchtlaag (interieur) LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4 LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
0,01 0,10 0,06 0,10 0,00 0,00 0,00 0,00
0,90 0,70 0,034 1,20 0,00 0,00 0,00 0,00
luchtlaag (exterieur) BUITEN
R m = d/λ
(R m /R tot ) • ∆Θ= ∆Θ m
Θm
P max
m K/W
K(elvin)
°C(elsius)
Pa(scal)
0,13
1,80
20,00 18,20
2340 2090
0,01 0,14 1,76 0,08 0,00 0,00 0,00 0,00
0,15 1,97 24,37 1,15 0,00 0,00 0,00 0,00
18,05 16,08 -8,30 -9,45 -9,45 -9,45 -9,45 -9,45
2077 1830 301 271 271 271 271 271
0,04
0,55
-10,00 -10,00
260 260
2*
μ
μ*d
∆Pm
Paanw
(m)
Pa
Pa 936 936
17 13 1 9 0 0 0 0
0,17 1,30 0,06 0,90 0,00 0,00 0,00 0,00
50,93 389,47 17,98 269,63 0,00 0,00 0,00 0,00
208,00 208,00 +
Rtot: Rconstructie: U: LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4
BINNEN BUITEN Verschil (∆)
Stucwerk Baksteen Glaswol Baksteen Temperatuur 20,00 -10,00 30,00
2,17 2,00 0,46
(m2*K)/W (m2*K)/W W/(m2*K) nvt nvt nvt nvt
Dampspanning Paanw Pmax (Pa) BINNEN 936 2340 BUITEN 208 260 ΔP:
°C(elsius) °C(elsius) °C(elsius)
+ 728
2,43
LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
885,07 495,60 477,63 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
Θ
728
Pa
Temperatuurfactor 0,94
Θ (%) 40 80
Dampspanningverloop
2500
2000
1500 P max P aanw 1000
500
0 1
2
3
4
5
6
P aanwezig overschrijd P max, condensatie vindt plaats in de spouw
7
8
9
10
11
12
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Binnenlucht Luchtlaag (interieur) Stucwerk Baksteen Glaswol Baksteen nvt nvt nvt nvt Luchtlaag (exterieur) Buitenlucht
Project: P.Waijerstraat, Groningen Onderdeel: Rc-Waarde Berekening schuin dak Situatie: Nieuw NAAM LAAG
d = DIKTE
λ = LAMBDA
(m)
W/(m*K)
BINNEN luchtlaag (interieur) LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4 LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
0,0125 0,0002 0,11 0,03 0,02 0,03 0,01 0,00
0,24 0,17 0,034 0,15 2,50 0,00
luchtlaag (exterieur) BUITEN
R m = d/λ
(R m /R tot ) • ∆Θ= ∆Θ m
Θm
P max
m K/W
K(elvin)
°C(elsius)
Pa(scal)
0,10
0,76
20,00 19,24
2340 2240
0,05 0,00 3,24 0,18 0,13 0,18 0,00 0,00
0,40 0,01 24,72 1,38 1,02 1,38 0,03 0,00
18,84 18,83 -5,89 -7,27 -8,29 -9,66 -9,69 -9,69
2184 2184 371 330 301 268 268 268
0,04
0,31
-10,00 -10,00
260 260
2*
μ
μ*d
∆Pm
Paanw
(m)
Pa
Pa 936 936
6 50000 1 1 100 1 1 0
0,08 10,00 0,11 0,03 2,00 0,03 0,01 0,00
4,46 594,04 6,53 1,78 118,81 1,78 0,59 0,00
208,00 208,00 +
Rtot: Rconstructie: U: LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4
BINNEN BUITEN Verschil (∆)
gipskartonplaat dampremmende laag glaswol luchtspouw Temperatuur 20,00 -10,00 30,00
3,93 3,79 0,25
(m2*K)/W (m2*K)/W W/(m2*K) planken dakbeschot panlatten/ luchtspouw dakpannen nvt
Dampspanning Paanw Pmax (Pa) BINNEN 936 2340 BUITEN 208 260 ΔP:
°C(elsius) °C(elsius) °C(elsius)
+ 728
12,26
LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
931,54 337,50 330,97 329,18 210,38 208,59 208,00 208,00
Θ
728
Pa
Temperatuurfactor 0,97
Θ (%) 40 80
Dampspanningverloop
2500
2000
1500 P Max P aanw 1000
500
0 1
2
3
4
5
6
7
8
P aanwezig overschrijd P max niet, geen optreding van inwendige condensatie in de constructie
9
10
11
12
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Binnenlucht Luchtlaag (interieur) gipskartonplaat dampremmende laag glaswol luchtspouw planken dakbeschot panlatten/ luchtspouw dakpannen nvt Luchtlaag (exterieur) Buitenlucht
Bijlage 6.2: Rc-waardes doos-in-doos renovatie
| Monumenten & Energie
99
Project: P.Waijerstraat, Groningen Onderdeel: Rc-Waarde Berekening beganegrond vloer beton Situatie: Nieuw NAAM LAAG
d = DIKTE
λ = LAMBDA
(m)
W/(m*K)
BINNEN luchtlaag (interieur) LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4 LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
0,14 0,15 0,04 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,034 2,00 0,23 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
luchtlaag (exterieur) BUITEN
R m = d/λ
(R m /R tot ) • ∆Θ= ∆Θ m
Θm
P max
m K/W
K(elvin)
°C(elsius)
Pa(scal)
0,17
1,08
20,00 18,92
2340 2184
4,12 0,08 0,17 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
26,25 0,48 1,11 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
-7,33 -7,81 -8,92 -8,92 -8,92 -8,92 -8,92 -8,92
329 315 285 285 285 285 285 285
0,17
1,08
-10,00 -10,00
260 260
2*
μ
μ*d
∆Pm
Paanw
(m)
Pa
Pa 936 936
1 25 9 0 0 0 0 0
0,14 3,75 0,36 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
23,98 642,35 61,67 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
208,00 208,00 +
Rtot: Rconstructie: U: LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4
BINNEN BUITEN Verschil (∆)
steenwol beton cellenbeton nvt Temperatuur 20,00 -10,00 30,00
4,71 4,37 0,21
(m2*K)/W (m2*K)/W W/(m2*K) nvt nvt nvt nvt
Dampspanning Paanw Pmax (Pa) BINNEN 936 2340 BUITEN 208 260 ΔP:
°C(elsius) °C(elsius) °C(elsius)
+ 728
4,25
LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
912,02 269,67 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
Θ
728
Pa
Temperatuurfactor 0,96
Θ (%) 40 80
Project: P.Waijerstraat, Groningen Onderdeel: Rc-Waarde Berekening beganegrond vloer hout Situatie: Nieuw NAAM LAAG
d = DIKTE
λ = LAMBDA
(m)
W/(m*K)
BINNEN luchtlaag (interieur) LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4 LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
0,14 0,0005 0,04 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,034 52,00 0,23 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
luchtlaag (exterieur) BUITEN
R m = d/λ
(R m /R tot ) • ∆Θ= ∆Θ m
Θm
P max
m K/W
K(elvin)
°C(elsius)
Pa(scal)
0,17
1,10
20,00 18,90
2340 2184
4,12 0,00 0,17 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
26,67 0,00 1,13 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
-7,77 -7,77 -8,90 -8,90 -8,90 -8,90 -8,90 -8,90
317 317 285 285 285 285 285 285
0,17
1,10
-10,00 -10,00
260 260
2*
μ
μ*d
∆Pm
Paanw
(m)
Pa
Pa 936 936
1 100000000 9 0 0 0 0 0
0,14 50000,00 0,36 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00 727,99 0,01 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
208,00 208,00 +
Rtot: Rconstructie: U: LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4
BINNEN BUITEN Verschil (∆)
steenwol Lewis-plaat cellenbeton nvt Temperatuur 20,00 -10,00 30,00
4,63 4,29 0,22
(m2*K)/W (m2*K)/W W/(m2*K) nvt nvt nvt nvt
Dampspanning Paanw Pmax (Pa) BINNEN 936 2340 BUITEN 208 260 ΔP:
°C(elsius) °C(elsius) °C(elsius)
+ 728
50000,50
LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
936,00 208,01 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
Θ
728
Pa
Temperatuurfactor 0,96
Θ (%) 40 80
Project: P.Waijerstraat, Groningen Onderdeel: Rc-Waarde Berekening Gevel Situatie: Nieuw NAAM LAAG
d = DIKTE
λ = LAMBDA
(m)
W/(m*K)
BINNEN luchtlaag (interieur) LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4 LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
0,0125 0,0002 0,07 0,02 0,10 0,06 0,10 0,00
0,24 0,17 0,021 0,60 0,60 0,00
luchtlaag (exterieur) BUITEN
R m = d/λ
(R m /R tot ) • ∆Θ= ∆Θ m
Θm
P max
m K/W
K(elvin)
°C(elsius)
Pa(scal)
0,13
0,92
20,00 19,08
2340 2212
0,05 0,00 3,33 0,18 0,17 0,18 0,17 0,00
0,37 0,01 23,53 1,27 1,18 1,27 1,18 0,00
18,71 18,71 -4,82 -6,09 -7,27 -8,54 -9,72 -9,72
2157 2157 408 365 329 296 267 267
0,04
0,28
-10,00 -10,00
260 260
2*
μ
μ*d
∆Pm
Paanw
(m)
Pa
Pa 936 936
13 50000 583 80 6 80 9 0
0,16 10,00 40,81 1,60 0,60 4,80 0,90 0,00
2,01 123,66 504,64 19,79 7,42 59,36 11,13 0,00
208,00 208,00 +
Rtot: Rconstructie: U: LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4
BINNEN BUITEN Verschil (∆)
Gipskarton Dampremmende laag Kunststof isolatie luchtspouw Temperatuur 20,00 -10,00 30,00
4,25 4,08 0,24
(m2*K)/W (m2*K)/W W/(m2*K) Baksteen Luchtspouw Baksteen nvt
Dampspanning Paanw Pmax (Pa) BINNEN 936 2340 BUITEN 208 260 ΔP:
°C(elsius) °C(elsius) °C(elsius)
+ 728
58,87
LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
933,99 810,33 305,69 285,90 278,48 219,13 208,00 208,00
Θ
728
Pa
Temperatuurfactor 0,97
Θ (%) 40 80
Dampspanningverloop
2500
1 2 3 4 5 6 7 8
2000
1500
1000 P aanwezig P max 500
0
P aanwezig overschrijd P max niet, geen optreding van inwendige condensatie in de constructie
Binnenlucht Luchtlaag (interieur) Gipskarton Dampremmende laag Kunststof isolatie luchtspouw Baksteen Luchtspouw Baksteen nvt Luchtlaag (exterieur) Buitenlucht
Project: P.Waijerstraat, Groningen Onderdeel: Rc-Waarde Berekening zoldervloer Situatie: Nieuw NAAM LAAG
d = DIKTE
λ = LAMBDA
(m)
W/(m*K)
BINNEN luchtlaag (interieur) LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4 LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
0,0125 0,14 0,02 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,24 0,034 0,150 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
luchtlaag (exterieur) BUITEN
R m = d/λ
(R m /R tot ) • ∆Θ= ∆Θ m
Θm
P max
m K/W
K(elvin)
°C(elsius)
Pa(scal)
0,13
0,85
20,00 19,15
2340 2225
0,05 4,12 0,13 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,34 27,07 0,88 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
18,80 -8,27 -9,15 -9,15 -9,15 -9,15 -9,15 -9,15
2170 301 279 279 279 279 279 279
0,13
0,85
-10,00 -10,00
260 260
2*
μ
μ*d
∆Pm
Paanw
(m)
Pa
Pa 936 936
6 1 100 0 0 0 0 0
0,08 0,14 2,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
24,65 46,01 657,34 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
208,00 208,00 +
Rtot: Rconstructie: U: LAAG 1 LAAG 2 LAAG 3 LAAG 4
BINNEN BUITEN Verschil (∆)
gipskartonplaat Balklaag/ glaswol planken nvt Temperatuur 20,00 -10,00 30,00
4,56 4,30 0,22
(m2*K)/W (m2*K)/W W/(m2*K) nvt nvt nvt nvt
Dampspanning Paanw Pmax (Pa) BINNEN 936 2340 BUITEN 208 260 ΔP:
°C(elsius) °C(elsius) °C(elsius)
+ 728
2,22
LAAG 5 LAAG 6 LAAG 7 LAAG 8
911,35 865,34 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00 208,00
Θ
728
Pa
Temperatuurfactor 0,97
Θ (%) 40 80
Bijlage 7: EPC berekeningen energieconcepten
| Monumenten & Energie
100
Bijlage 7.1: EPC berekening energieconcept 1
| Monumenten & Energie
101
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
kruip
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, ZO
begane grond...
achtergevel
voorgevel
zijgevel
3,0
ramen bg
0,2
ramen bg rooster bg
1,1 1,8
deur bg - glas ramen bg
97,8
---------- +
0,8
deur bg - hout
14,3
3,4
deur bg - glas
metselwerk
0,8 1,3
deur bg - hout
14,7
0,8
deur bg - glas
metselwerk
1,9
deur bg - hout
14,7
5,3
metselwerk
33,7
0,45
0,45
2,17
2,17
2,17
4,53
4,58
[m]
begane grondvloer h
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
begane grondvloer b
constructiedeel
39,00
kruip
begane grondvloer
EPW - NPR 5129 V2.02
begrenzing
constructie
Definitie lineaire koudebruggen zone: Begane grond
begane grondvloer
koudebrug
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
26,24
[m]
P
U
0,00
0,00
3,40
0,43
5,00
0,00
0,00
3,40
0,43
0,00
0,00
3,40
0,43
0,10
0,10
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Begane grond
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Begane grond
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,60
0,60
0,00
0,60
0,60
0,60
0,00
0,60
0,60
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
EP woonfuncties en woongebouwen
13 feb 2011 - 20:13 / EPC=1,29 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 11
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\NIEUWE SITUATIE\Concepten\traditioneel\P.Waijerstraat 11.epw : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
0,625
[dm³/sm²]
traditioneel, gemengd zwaar
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
EPW - NPR 5129 V2.02
1
klasse
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
1
badr
1
aanr
6-8
[m]
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Begane grond
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
0,950 [-] : 1
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: overig (bijv. radiatoren)
type verwarmingslichaam
0,950 [-]
: ja : nee
: hoog temperatuursysteem (HT)
aanvoertemperatuur
installatie voorzien van buffervat
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
bouwtype van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
NEN, NPR 5129
3572
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
13 feb 2011 - 20:13 / EPC=1,29 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
: kruisstroom-warmtewisselaar : 0,65 : nee : toevoer niet uitschakelbaar : 100% bypass : voorverwarming door warmteterugwinning : Begane grond
type warmteterugwinning Nwtw regelbaar door bewoners toevoer in zomer bypass aanwezig type voorverwarming aangewezen zones
EPW - NPR 5129 V2.02
Begane grond
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Begane grond
omschrijving zone
39,0
2200
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
1,08 (laag - matig risico)
TOjuli
1496 kg
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
Ag [m²]
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
type toestel
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator gebalanceerde ventilatie, gelijkstroom
ventilatiesysteem Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: mechanische luchttoe- en afvoer
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
NEN, NPR 5129
13 feb 2011 - 20:13 / EPC=1,29 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
39,0
) *
86,1
0 MJ
1,12
Cepc
) =
-----------------
+
EPW - NPR 5129 V2.02
Bouwkundige gegevens Begane grond, zijgevel: er is gebruik gemaakt van het hulpformulier Uw.
Bouwkundige gegevens Begane grond, voorgevel: er is gebruik gemaakt van het hulpformulier Uw.
Bouwkundige gegevens Begane grond, achtergevel: er is gebruik gemaakt van het hulpformulier Uw.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
26494
+ 65 *
Qpres;toel
Ag;verw
16546 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
26494 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
884 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2200 MJ
1512 MJ
5953 MJ
3414 MJ
12531 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
13 feb 2011 - 20:13 / EPC=1,29 blz. 4
1,29 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, ZO
buiten, boven buiten, boven buiten, ZO
achtergevel
voorgevel
zijgevel
dak voorzijde dak achterzijde zijgevel vliering
dak metselwerk
111,1
---------- +
5,2
24,8
24,8
1,4 dak
ramen verd
3,3 16,3
metselwerk
ramen verd
ramen verd
16,0
0,8 3,0
deur bg - glas
metselwerk
1,9
2,17
3,93
3,93
2,17
2,17
2,17
[m]
13,6
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
deur bg - hout
metselwerk
constructiedeel
38,50
1,000
[dm³/sm²]
EPW - NPR 5129 V2.02
bouwtype van de woonfunctie:
traditioneel, gemengd zwaar
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
Geen gegevens voor lineaire koudebruggen ingevoerd
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
U
0,43
0,25
0,25
2,00
0,43
2,00
0,43
2,00
2,00
3,40
0,43
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Verdieping
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Verdieping
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,60
0,60
0,60
0,60
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
14 feb 2011 - 11:17 / EPC=1,22 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 11a
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\NIEUWE SITUATIE\Concepten\traditioneel\P.Waijerstraat 11a.epw : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
: Verdieping
aangewezen zones
EPW - NPR 5129 V2.02
koelsysteem:
[m] 6-8
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel) systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
0,000 [-]
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
1
aanr
type toestel
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator gebalanceerde ventilatie, gelijkstroom
ventilatiesysteem Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: 100% bypass : voorverwarming door warmteterugwinning
type voorverwarming
1
badr
bypass aanwezig
: nee : toevoer niet uitschakelbaar
: 0,65
Nwtw
toevoer in zomer
: kruisstroom-warmtewisselaar
regelbaar door bewoners
: mechanische luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
1
klasse
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Verdieping
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: 1
0,950 [-]
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: overig (bijv. radiatoren)
type verwarmingslichaam 0,950 [-]
: nee
installatie voorzien van buffervat
: hoog temperatuursysteem (HT)
aanvoertemperatuur : ja
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
NEN, NPR 5129
3526
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
14 feb 2011 - 11:17 / EPC=1,22 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
EPW - NPR 5129 V2.02
Verdieping
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Verdieping
omschrijving zone
INSTALLATIE E - VERLICHTING
NEN, NPR 5129
38,5
Ag [m²]
0,44 (laag - matig risico)
TOjuli
1566 kg
2172
Qprim;vl [MJ]
14 feb 2011 - 11:17 / EPC=1,22 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
38,5
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
27182
+ 65 *
) *
111,1
Qpres;toel
Ag;verw
17854 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
27182 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
318 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2172 MJ
1493 MJ
5877 MJ
3405 MJ
13918 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
14 feb 2011 - 11:17 / EPC=1,22 blz. 4
1,22 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
Bijlage 7.2: EPC berekening energieconcept 2
| Monumenten & Energie
102
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
kruip
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, ZO
begane grond...
achtergevel
voorgevel
zijgevel
3,0
ramen bg
0,2
ramen bg rooster bg
1,1 1,8
deur bg - glas ramen bg
97,8
---------- +
0,8
deur bg - hout
14,3
3,4
deur bg - glas
metselwerk
0,8 1,3
deur bg - hout
14,7
0,8
deur bg - glas
metselwerk
1,9
deur bg - hout
14,7
5,3
metselwerk
33,7
0,45
0,45
2,17
2,17
2,17
4,53
4,58
[m]
begane grondvloer h
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
begane grondvloer b
constructiedeel
39,00
kruip
begane grondvloer
EPW - NPR 5129 V2.02
begrenzing
constructie
Definitie lineaire koudebruggen zone: Begane grond
begane grondvloer
koudebrug
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
26,24
[m]
P
2,00
2,00
3,40
0,43
5,00
2,00
2,00
3,40
0,43
2,00
2,00
3,40
0,43
0,10
0,10
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Begane grond
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Begane grond
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
0,60
0,60
0,00
0,60
0,60
0,60
0,00
0,60
0,60
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
13 feb 2011 - 21:48 / EPC=1,00 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 11
Adres
U
: Duplexwoning
Omschrijving bouwwerk
Ag [m²]
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\NIEUWE SITUATIE\Concepten\traditioneel\P.Waijerstraat 11 Concept2.epw
Bestandsnaam
9731CC Groningen
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
1,000
[dm³/sm²]
traditioneel, gemengd zwaar
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
EPW - NPR 5129 V2.02
1
klasse
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
1
badr
1
aanr
6-8
[m]
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Begane grond
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
0,950 [-] : 1
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: overig (bijv. radiatoren)
type verwarmingslichaam
0,975 [-]
: ja : nee
: laag temperatuursysteem (LT)
aanvoertemperatuur
installatie voorzien van buffervat
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
bouwtype van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
NEN, NPR 5129
3572
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
13 feb 2011 - 21:48 / EPC=1,00 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
: kruisstroom-warmtewisselaar : 0,65 : nee : toevoer niet uitschakelbaar : 100% bypass : voorverwarming door warmteterugwinning : Begane grond
type warmteterugwinning Nwtw regelbaar door bewoners toevoer in zomer bypass aanwezig type voorverwarming aangewezen zones
ZW
1
25
[°]
helling
10,00 minimale belemmering
[m²]
Aze beschaduwing
Verwarming 1
verwarmingssysteem
0,670 ZW
[-]
RFpv orientatie
EPW - NPR 5129 V2.02
Begane grond
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
39,0
-
3
-
1
-
2
-
3
2200
-
besch.factor
13 feb 2011 - 21:48 / EPC=1,00 blz. 3
-
4
overstekken
-
[-]
[-] -
Nze;verw
Nze;tap
EP woonfuncties en woongebouwen
150,00 minimale belemmering
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
-
4
Spv beschaduwing [Wp/m²]
0,63 (laag - matig risico)
TOjuli
1116 kg
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
Ag [m²]
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
RESULTATEN - INFORMATIEF
Begane grond
omschrijving zone
10,00
[m²]
Apv
-
2
belemmeringen
: geen koelmachine aanwezig
25
[°]
helling
-
1
bijdrage
opwekking
type toestel
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
centraal,dak
type systeem
INSTALLATIE W - FOTOVOLTAISCHE SYSTEMEN
orientatie
nr.
1 Tapwater 1
nr. warmtapwatersysteem
INSTALLATIE W - ZONNECOLLECTOREN
type ventilator gebalanceerde ventilatie, gelijkstroom
ventilatiesysteem Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: mechanische luchttoe- en afvoer
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
NEN, NPR 5129
(( 330 *
Averlies
39,0
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
20501
+ 65 *
) *
86,1
Qpres;toel
Ag;verw
16546 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
20501 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
0 MJ
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
-4626 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
577 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2200 MJ
1512 MJ
2297 MJ
3414 MJ
15127 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
Qprim;tap
warmtapwater
verlichting
Qprim;hulp;verw
hulpenergie
ventilatoren
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
13 feb 2011 - 21:48 / EPC=1,00 blz. 4
1,00 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, ZO
buiten, boven buiten, boven buiten, ZO
achtergevel
voorgevel
zijgevel
dak voorzijde dak achterzijde zijgevel vliering
dak metselwerk
111,1
---------- +
5,2
24,8
24,8
1,4 dak
ramen verd
3,3 16,3
metselwerk
ramen verd
ramen verd
16,0
0,8 3,0
deur bg - glas
metselwerk
1,9
2,17
3,93
3,93
2,17
2,17
2,17
[m]
13,6
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
deur bg - hout
metselwerk
constructiedeel
38,50
1,000
[dm³/sm²]
EPW - NPR 5129 V2.02
bouwtype van de woonfunctie:
traditioneel, gemengd zwaar
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
Geen gegevens voor lineaire koudebruggen ingevoerd
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
0,43
0,25
0,25
2,00
0,43
2,00
0,43
2,00
2,00
3,40
0,43
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Verdieping
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Verdieping
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
0,60
0,60
0,60
0,60
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
14 feb 2011 - 11:18 / EPC=0,72 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 11a
Adres
U
: Duplexwoning
Omschrijving bouwwerk
Ag [m²]
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\NIEUWE SITUATIE\Concepten\traditioneel\P.Waijerstraat 11a concept2.epw
Bestandsnaam
9731CC Groningen
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
: Verdieping
aangewezen zones
ZW
1
EPW - NPR 5129 V2.02
orientatie
nr.
1 Tapwater 1
nr. warmtapwatersysteem
25
[°]
helling
12,50 minimale belemmering
[m²]
Aze beschaduwing
Verwarming 1
verwarmingssysteem
INSTALLATIE W - ZONNECOLLECTOREN
type ventilator gebalanceerde ventilatie, gelijkstroom
ventilatiesysteem Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: 100% bypass : voorverwarming door warmteterugwinning
type voorverwarming
1
badr
bypass aanwezig
: nee : toevoer niet uitschakelbaar
: 0,65
Nwtw
toevoer in zomer
: kruisstroom-warmtewisselaar
regelbaar door bewoners
: mechanische luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
1
klasse
-
1
1
aanr
-
2
-
3
-
4
-
1
opwekking
bijdrage
8-10
[m]
Laanr
belemmeringen
6-8
[m]
Lbadr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Verdieping
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
-
2
-
3
14 feb 2011 - 11:18 / EPC=0,72 blz. 2
-
4
besch.factor
-
[-] -
Nze;verw [-]
3526
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
Nze;tap
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
overstekken
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: 1
0,950 [-]
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: overig (bijv. radiatoren)
type verwarmingslichaam 0,975 [-]
: nee
installatie voorzien van buffervat
: laag temperatuursysteem (LT)
aanvoertemperatuur : ja
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
NEN, NPR 5129
0,670 ZW
[-]
RFpv orientatie
EPW - NPR 5129 V2.02
Verdieping
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
38,5
Spv beschaduwing
2172
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
EP woonfuncties en woongebouwen
14 feb 2011 - 11:18 / EPC=0,72 blz. 3
150,00 minimale belemmering
[Wp/m²]
0,44 (laag - matig risico)
TOjuli
878 kg
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
Ag [m²]
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
RESULTATEN - INFORMATIEF
Verdieping
omschrijving zone
12,50
[m²]
Apv
: geen koelmachine aanwezig
25
[°]
helling
type toestel
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
centraal,dak
type systeem
INSTALLATIE W - FOTOVOLTAISCHE SYSTEMEN
NEN, NPR 5129
(( 330 *
Averlies
38,5
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
16004
+ 65 *
) *
111,1
Qpres;toel
Ag;verw
17854 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
16004 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
0 MJ
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
-4570 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
318 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2172 MJ
1493 MJ
2221 MJ
3405 MJ
10965 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
Qprim;tap
warmtapwater
verlichting
Qprim;hulp;verw
hulpenergie
ventilatoren
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
14 feb 2011 - 11:18 / EPC=0,72 blz. 4
0,72 Epc voldoet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
Bijlage 7.3: EPC berekening energieconcept 3
| Monumenten & Energie
103
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
kruip
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, ZO
begane grond...
achtergevel
voorgevel
zijgevel
3,0
ramen bg
0,2
ramen bg rooster bg
1,1 1,8
deur bg - glas ramen bg
97,8
---------- +
0,8
deur bg - hout
14,3
3,4
deur bg - glas
metselwerk
0,8 1,3
deur bg - hout
14,7
0,8
deur bg - glas
metselwerk
1,9
deur bg - hout
14,7
5,3
metselwerk
33,7
0,45
0,45
4,25
4,25
4,25
4,71
4,63
[m]
begane grondvloer h
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
begane grondvloer b
constructiedeel
39,00
kruip
begane grondvloer
EPW - NPR 5129 V2.02
begrenzing
constructie
Definitie lineaire koudebruggen zone: Begane grond
begane grondvloer
koudebrug
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
26,24
[m]
P
U
2,00
2,00
3,40
0,23
5,00
2,00
2,00
3,40
0,23
2,00
2,00
3,40
0,23
0,10
0,10
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Begane grond
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Begane grond
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,60
0,60
0,00
0,60
0,60
0,60
0,00
0,60
0,60
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
14 feb 2011 - 11:20 / EPC=1,41 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 11
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\NIEUWE SITUATIE\Concepten\doos in doos\P.Waijerstraat 11 concept3.epw : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
1,000
[dm³/sm²]
traditioneel, gemengd zwaar
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
EPW - NPR 5129 V2.02
1
klasse
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
1
badr
1
aanr
6-8
[m]
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Begane grond
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
1,000 [-] : 1
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: vloer- en/of wandverwarming
type verwarmingslichaam
0,975 [-]
: ja : nee
: laag temperatuursysteem (LT)
aanvoertemperatuur
installatie voorzien van buffervat
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
bouwtype van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
NEN, NPR 5129
3572
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
14 feb 2011 - 11:20 / EPC=1,41 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
: kruisstroom-warmtewisselaar : 0,65 : nee : toevoer niet uitschakelbaar : 100% bypass : voorverwarming door warmteterugwinning : Begane grond
type warmteterugwinning Nwtw regelbaar door bewoners toevoer in zomer bypass aanwezig type voorverwarming aangewezen zones
EPW - NPR 5129 V2.02
Begane grond
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Begane grond
omschrijving zone
39,0
2200
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
0,77 (laag - matig risico)
TOjuli
1657 kg
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
Ag [m²]
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
type toestel
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator gebalanceerde ventilatie, gelijkstroom
ventilatiesysteem Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: mechanische luchttoe- en afvoer
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
NEN, NPR 5129
14 feb 2011 - 11:20 / EPC=1,41 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
39,0
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
29155
+ 65 *
) *
86,1
Qpres;toel
Ag;verw
16546 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
29155 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
674 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2200 MJ
1512 MJ
5953 MJ
3414 MJ
15402 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
14 feb 2011 - 11:20 / EPC=1,41 blz. 4
1,41 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, ZO
buiten, boven buiten, boven buiten, ZO
achtergevel
voorgevel
zijgevel
dak voorzijde dak achterzijde zijgevel vliering
dak metselwerk
111,1
---------- +
5,2
24,8
24,8
1,4 dak
ramen verd
3,3 16,3
metselwerk
ramen verd
ramen verd
16,0
0,8 3,0
deur bg - glas
metselwerk
1,9
4,25
4,56
4,56
4,25
4,25
4,25
[m]
13,6
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
deur bg - hout
metselwerk
constructiedeel
38,50
1,000
[dm³/sm²]
EPW - NPR 5129 V2.02
bouwtype van de woonfunctie:
traditioneel, gemengd zwaar
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
Geen gegevens voor lineaire koudebruggen ingevoerd
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
U
0,23
0,21
0,21
2,00
0,23
2,00
0,23
2,00
2,00
3,40
0,23
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Verdieping
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Verdieping
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,60
0,60
0,60
0,60
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
14 feb 2011 - 11:22 / EPC=1,05 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 11a
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\NIEUWE SITUATIE\Concepten\doos in doos\P.Waijerstraat 11a concept3.epw : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
: :
opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
: voorzien van ventilator
gasketels-cv
: Verdieping
aangewezen zones
EPW - NPR 5129 V2.02
koelsysteem:
[m] 6-8
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel) systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
0,000 [-]
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
: geen koelmachine aanwezig
1
aanr
type toestel
INSTALLATIE W - KOELING
type ventilator gebalanceerde ventilatie, gelijkstroom
ventilatiesysteem Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: 100% bypass : voorverwarming door warmteterugwinning
type voorverwarming
1
badr
bypass aanwezig
: nee : toevoer niet uitschakelbaar
: 0,65
Nwtw
toevoer in zomer
: kruisstroom-warmtewisselaar
regelbaar door bewoners
: mechanische luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
-
[dm³/s]
[-] 0,600
qv;wp
Nopw;tap
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
1
klasse
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
aantal
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Verdieping
: geen circulatiepomp aanwezig
warmtepomp
0,0
[m]
Lcirc
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
: voorzien van elektronica
: 1
1,000 [-]
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam
1 gasgestookt combitoestel HR/CW
nr. opwekkingstoestel
aantal
: vloer- en/of wandverwarming
type verwarmingslichaam 0,975 [-]
: nee
installatie voorzien van buffervat
: laag temperatuursysteem (LT)
aanvoertemperatuur : ja
: HR-107 Ketel
type luchtverwarmer/ketel
individuele bemetering
: individueel centraal verwarmingstoestel
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
NEN, NPR 5129
3526
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
14 feb 2011 - 11:22 / EPC=1,05 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
EPW - NPR 5129 V2.02
Verdieping
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Verdieping
omschrijving zone
INSTALLATIE E - VERLICHTING
NEN, NPR 5129
38,5
Ag [m²]
0,66 (laag - matig risico)
TOjuli
1348 kg
2172
Qprim;vl [MJ]
14 feb 2011 - 11:22 / EPC=1,05 blz. 3
EP woonfuncties en woongebouwen
(( 330 *
Averlies
38,5
EPW - NPR 5129 V2.02
Er zijn geen waarschuwingen.
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
23413
+ 65 *
) *
111,1
Qpres;toel
Ag;verw
17854 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
23413 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
0 MJ
0 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
438 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2172 MJ
1493 MJ
5877 MJ
3405 MJ
10028 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
14 feb 2011 - 11:22 / EPC=1,05 blz. 4
1,05 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
Bijlage 7.4: EPC berekening energieconcept 4
| Monumenten & Energie
104
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
kruip
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, ZO
begane grond...
achtergevel
voorgevel
zijgevel
3,0
ramen bg
0,2
ramen bg rooster bg
1,1 1,8
deur bg - glas ramen bg
97,8
---------- +
0,8
deur bg - hout
14,3
3,4
deur bg - glas
metselwerk
0,8 1,3
deur bg - hout
14,7
0,8
deur bg - glas
metselwerk
1,9
deur bg - hout
14,7
5,3
metselwerk
33,7
0,45
0,45
4,25
4,25
4,25
4,71
4,63
[m]
begane grondvloer h
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
begane grondvloer b
constructiedeel
39,00
kruip
begane grondvloer
EPW - NPR 5129 V2.02
begrenzing
constructie
Definitie lineaire koudebruggen zone: Begane grond
begane grondvloer
koudebrug
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
26,24
[m]
P
U
2,00
2,00
3,40
0,23
5,00
2,00
2,00
3,40
0,23
2,00
2,00
3,40
0,23
0,10
0,10
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Begane grond
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Begane grond
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,60
0,60
0,00
0,60
0,60
0,60
0,00
0,60
0,60
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
14 feb 2011 - 11:24 / EPC=0,89 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 11
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\NIEUWE SITUATIE\Concepten\doos in doos\P.Waijerstraat 11 concept4.epw : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
1,000
[dm³/sm²]
traditioneel, gemengd zwaar
EPW - NPR 5129 V2.02
1 elektro-boiler
nr. opwekkingstoestel
aantal
: ja : nee : ja : vloer- en/of wandverwarming : :
individuele bemetering alle leidingen binnen de woonfunctie installatie voorzien van buffervat type verwarmingslichaam opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
1
klasse
-
[-] 0,275
qv;wp [dm³/s]
Nopw;tap
1
1
aanr
aantal
6-8
[m]
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
0,0
[m]
Lcirc
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
badr
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Begane grond
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
warmtepomp
: geen circulatiepomp aanwezig
: niet voorzien van elektronica
: 0 : niet voorzien van ventilator
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam gasketels-cv
0,776 [-]
1,575 [-]
: nee
afleverset voor warmtapwaterbereiding
: 35°C < T <= 45°C
aanvoertemperatuur : nee
: grondwater
bron warmtepomp
gebouwgebonden warmtelevering op afstand
: collectieve electrische warmtepomp
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
bouwtype van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
NEN, NPR 5129
3572
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
14 feb 2011 - 11:24 / EPC=0,89 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
: kruisstroom-warmtewisselaar : 0,65 : nee : toevoer niet uitschakelbaar : 100% bypass : voorverwarming door warmteterugwinning : Begane grond
type warmteterugwinning Nwtw regelbaar door bewoners toevoer in zomer bypass aanwezig type voorverwarming aangewezen zones
0,670 ZW
[-]
RFpv orientatie
:
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
EPW - NPR 5129 V2.02
Begane grond
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
RESULTATEN - INFORMATIEF
Begane grond
omschrijving zone
39,0
2200
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
0,77 (laag - matig risico)
TOjuli
1222 kg
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
Ag [m²]
: nee 0,000 [-]
EP woonfuncties en woongebouwen
14 feb 2011 - 11:24 / EPC=0,89 blz. 3
150,00 minimale belemmering
[Wp/m²]
Spv beschaduwing
: geen koelmachine aanwezig
12,50
[m²]
Apv
type toestel
25
[°]
helling
vrije koeling
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
centraal,dak
type systeem
INSTALLATIE W - FOTOVOLTAISCHE SYSTEMEN
type ventilator gebalanceerde ventilatie, gelijkstroom
ventilatiesysteem Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: mechanische luchttoe- en afvoer
ventilatievoorziening
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
INSTALLATIE W - VENTILATIE
NEN, NPR 5129
(( 330 *
Averlies
39,0
86,1
EPW - NPR 5129 V2.02
Vermogen warmtepomp moet minimaal 9,7 kW bedragen (zie help).
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
18281
+ 65 *
) *
Qpres;toel
Ag;verw
16546 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
18281 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
0 MJ
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
-11778 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
674 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2200 MJ
1512 MJ
12989 MJ
397 MJ
12287 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
14 feb 2011 - 11:24 / EPC=0,89 blz. 4
0,89 Epc voldoet niet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
: 0,80
EPC-eis
Verwarmd
buiten, ZW
buiten, NO
buiten, ZO
buiten, boven buiten, boven buiten, ZO
achtergevel
voorgevel
zijgevel
dak voorzijde dak achterzijde zijgevel vliering
dak metselwerk
111,1
---------- +
5,2
24,8
24,8
1,4 dak
ramen verd
3,3 16,3
metselwerk
ramen verd
ramen verd
16,0
0,8 3,0
deur bg - glas
metselwerk
1,9
4,25
4,56
4,56
4,25
4,25
4,25
[m]
13,6
Rc [m²K/W]
Hkr
A [m²]
deur bg - hout
metselwerk
constructiedeel
38,50
1,000
[dm³/sm²]
EPW - NPR 5129 V2.02
bouwtype van de woonfunctie:
traditioneel, gemengd zwaar
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - THERMISCHE CAPACITEIT
qv10;kar/m² van de woonfunctie:
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - INFILTRATIE
Geen gegevens voor lineaire koudebruggen ingevoerd
Bij de forfaitaire methode wordt een correctie op de U-waarde toegepast.
Er is gerekend volgens de forfaitaire methode m.b.t. de koudebruggen.
U
0,23
0,21
0,21
2,00
0,23
2,00
0,23
2,00
2,00
3,40
0,23
[W/m²K]
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - LINEAIRE KOUDEBRUGGEN
Totaal
begrenzing
constructie
Definitie scheidingsconstructies zone: Verdieping
BOUWKUNDIGE GEGEVENS - TRANSMISSIE
Omschrijving zone Verdieping
Type
INDELING GEBOUW
: Woonfunctie
Soort bouwwerk
Ag [m²]
0,60
0,60
0,60
0,60
0,00
[-]
ZTA
wering
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
90 nee
[°]
helling zon-
14 feb 2011 - 11:26 / EPC=0,61 blz. 1
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
minimale belemmering
beschaduwing
: P.Waijerstraat 11a
Adres 9731CC Groningen
: M:\HBO\AFSTUDEREN\PROJECT\NIEUWE SITUATIE\Concepten\doos in doos\P.Waijerstraat 11a concept4.epw : Duplexwoning
Bestandsnaam
: Monumenten en Energie
EP woonfuncties en woongebouwen
Omschrijving bouwwerk
Projectomschrijving
ALGEMENE GEGEVENS
NEN, NPR 5129
: vloer- en/of wandverwarming : :
type verwarmingslichaam opwekkingsrendement (Nopw;verw) systeemrendement (Nsys;verw)
1
klasse
: kruisstroom-warmtewisselaar : 0,65 : nee : toevoer niet uitschakelbaar : 100% bypass : voorverwarming door warmteterugwinning : Verdieping
Nwtw regelbaar door bewoners toevoer in zomer bypass aanwezig type voorverwarming aangewezen zones
gebalanceerde ventilatie, gelijkstroom
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1
EPW - NPR 5129 V2.02
type ventilator
1
ventilatiesysteem
INSTALLATIE W - VENTILATOREN
: mechanische luchttoe- en afvoer
type warmteterugwinning
Ventilatiesysteem 1 - Ventilatie 1 ventilatievoorziening
-
[-] 0,275
qv;wp [dm³/s]
Nopw;tap
1
aanr
aantal
6-8
[m]
Lbadr
8-10
[m]
Laanr
0,0
[m]
Lcirc
: lengte circulatieleiding 0,00 km
gebouwgebonden warmte-kracht
badr
: geen parallel buffervat aanwezig
individuele warmtepomp
Verdieping
: circulatiepomp voorzien van pompregeling
warmtepomp
: geen circulatiepomp aanwezig
: niet voorzien van elektronica
: 0 : niet voorzien van ventilator
aantal ketels-cv/luchtverwarmers met waakvlam gasketels-cv
0,776 [-]
1,575 [-]
: nee : ja
installatie voorzien van buffervat
individuele bemetering alle leidingen binnen de woonfunctie
: nee : ja
afleverset voor warmtapwaterbereiding
INSTALLATIE W - VENTILATIE
1 elektro-boiler
nr. opwekkingstoestel
aantal
: 35°C < T <= 45°C
aanvoertemperatuur : nee
: grondwater
bron warmtepomp
gebouwgebonden warmtelevering op afstand
: collectieve electrische warmtepomp
type toestel
INSTALLATIE W - WARMTAPWATER
aangewezen zones:
hulpenergie
installatiekenmerken
verwarmingstoestel
Verwarmingssysteem 1 - Verwarming 1
INSTALLATIE W - VERWARMING EN HULPENERGIE
NEN, NPR 5129
3526
[MJ]
Qbeh;tap;bruto
14 feb 2011 - 11:26 / EPC=0,61 blz. 2
<= 10
[mm]
d;inw
EP woonfuncties en woongebouwen
0,670 ZW
[-]
RFpv orientatie
EPW - NPR 5129 V2.02
Verdieping
Omschrijving zone
Risico te hoge temperaturen [TOjuli]
CO2-emissie
38,5
Spv beschaduwing
2172
Qprim;vl [MJ]
0,000 [-]
EP woonfuncties en woongebouwen
14 feb 2011 - 11:26 / EPC=0,61 blz. 3
150,00 minimale belemmering
[Wp/m²]
0,66 (laag - matig risico)
TOjuli
909 kg
systeemrendement voor koeling (Nsys;koel)
Ag [m²]
:
opwekkingsrendement voor koeling (Nopw;koel)
0,000 [-]
: nee :
vrije koeling
RESULTATEN - INFORMATIEF
Verdieping
omschrijving zone
12,50
[m²]
Apv
: geen koelmachine aanwezig
25
[°]
helling
type toestel
INSTALLATIE E - VERLICHTING
koelsysteem:
INSTALLATIE W - KOELING
centraal,dak
type systeem
INSTALLATIE W - FOTOVOLTAISCHE SYSTEMEN
NEN, NPR 5129
(( 330 *
Averlies
38,5 111,1
EPW - NPR 5129 V2.02
Vermogen warmtepomp moet minimaal 6,3 kW bedragen (zie help).
RESULTATEN - AANDACHTSPUNTEN
13535
+ 65 *
) *
Qpres;toel
Ag;verw
17854 MJ
Qpres;tot
totaal
Qpres;totaal /
13535 MJ
Qprim;comp;WK
comp. WK
0 MJ
1,12
Cepc
) =
-----------------
0 MJ
-11778 MJ
Qprim;bev Qprim;pv
0 MJ
438 MJ
comp. PV-cellen
koeling
2172 MJ
1493 MJ
12822 MJ
388 MJ
8000 MJ
bevochtiging
Qzom;comf Qprim;koel
zomercomfort
Qprim;vent Qprim;vl
verlichting
warmtapwater ventilatoren
Qprim;hulp;verw Qprim;tap
hulpenergie
Qprim;verw
verwarming
RESULTATEN - ENERGIEPRESTATIEGEGEVENS
NEN, NPR 5129
+
14 feb 2011 - 11:26 / EPC=0,61 blz. 4
0,61 Epc voldoet aan EPC-eis Bouwbesluit 1 januari 2006
EPC
EP woonfuncties en woongebouwen
Bijlage 8: Competenties Inleiding In deze bijlage wordt verder ingaan op de reflectie van mijn competenties. Het opstellen van competenties tijdens het projectplan was voor mij lastig, aangezien het nog moeilijk was om te bepalen hoe mijn afstudeerproject er precies uit zou gaan zien. Tevens was het traject alleen globaal bekend, tijdens de verslaglegging zijn er nog een aantal veranderingen in de opbouw doorgevoerd. Er moest nog onderzocht worden welke keuzes te maken die van grote invloed waren op mijn eindproduct. Competentie B.01: - Ontwikkelen projectdefinitie Doel: - Informatie verwerven, analyseren en toetsen op bruikbaarheid. Meetbaar: - De informatie die gebruikt moet worden voor het onderzoek zal bruikbaar moeten zijn. Er zal alleen relevante informatie in mijn onderzoek komen te staan. Product: - Bij het onderzoek naar energiezuinige maatregelen zal deze competentie van toepassing zijn. Deze competentie is gehaald/ niet gehaald, aangezien: Deze competentie is gehaald, aangezien ik mijn afstudeerproject goed heb afgebakend in het projectplan en beginstadium van mijn afstuderen. Hierdoor was het een stuk eenvoudiger om de ingeworven informatie te toetsen op bruikbaarheid. Zo was het aanlokkelijk om tevens de kosten
van de verschillende energieconcepten te verwerken in mijn afstudeerverslag, maar doordat ik in mijn projectplan duidelijk had beschreven ik dit niet mocht doen heb ik dit ook niet gedaan. Wel was het soms onvermijdelijk om mij te verdiepen in onderwerpen waarvan ik van te voren had verwacht dat ik dit niet hoefde te doen. Een voorbeeld hiervan is dat er twee types energie zijn bij de duplexwoningen, namelijk gas en elektriciteit. Deze waardes heb ik moeten omrekenen naar CO2-uitstoot om het verslag overzichtelijk te houden. Competentie B.05: - Voorbereiden van de realisering Doel: - Beschrijven van het onderzoek of onderdelen hiervan in de vorm van een rapportage. Meetbaar: - Het advies moet goed te begrijpen zijn door de ontwerper. Zodat met het advies goed verder gewerkt kan worden tot een energiezuinig concept. Product: - Bij de uiteindelijke conclusie van het onderzoek (advies) zal deze competentie van toepassing zijn. Deze competentie is gehaald/ niet gehaald, aangezien: Deze competentie is niet gehaald, aangezien het kon niet worden getoetst bij de ontwerper/ architect, dit omdat er nog niet bekend is wie de ontwerper voor de mogelijke renovatie van de duplexwoningen zal zijn. Wel heb ik mijn advies getoetst bij mede studenten en het bedrijfsleven. Wat ik vaak als kritiek mee kreeg is dat de prijs van de verschillende energieconcepten moesten worden berekend, aangezien een | Monumenten & Energie
105
commerciele partij als Woonstade financieel gedreven is. In hoofdstuk 5.4 “Aanbevelingen verder onderzoek” heb ik dan ook duidelijk aangegeven dat de prijs van de verschillende energieconcepten zal moeten worden berekend. Zonder de prijzen van de verschillende ingrepen blijkt mijn onderzoek naar energiezuinige maatregelen waardeloos! Competentie A.02: - Proces beheersen Doel: - Beheer en beheersing van tijd Meetbaar: - De planning moet overeenkomen met de huidige werkzaamheden. Product: - Bij het maken en het bijhouden van de planning zal deze competentie van toepassing zijn. Deze competentie is gehaald/ niet gehaald, aangezien: Deze competentie is gehaald, aangezien ik elke week voor mijzelf de planning heb aangepast welke ik voor mijn “go - no go” had gemaakt. Ik kwam erachter dat wannneer ik bepaald(e) informatie/ product nodig was van het bedrijfsleven de prioriteit van mijn vraag naar informatie/ producten erg laag lag, hierdoor kon ik dan niet verder met dat onderwerp en moest ik noodgedwongen met een ander onderwerp verder gaan. De planning was dus erg lastig vol te houden. Daarnaast speelde ziekte bij mij ook parten, daardoor werd niet elke geplande werkdag productief. Het was lastig om deze niet productieve dagen te zien aankomen en dus te plannen. Ik ben dan ook twee maanden later dan gepland klaar met mijn afstuderen.
Competentie SC.01: - Communiceren Doel: - Effectieve communicatie: begrijpen en begrepen worden; mondeling zowel als schriftelijk Meetbaar: - Feedback vragen na een moeizaam gesprek. Product: - Bij een overleg duidelijk communiceren. Herhalen en vertalen. Deze competentie is gehaald/ niet gehaald, aangezien: De competentie is gehaald, aangezien ik veel heb moeten bellen en mailen. Ik ben erachter gekomen dat het bedrijfsleven mijn onderzoek erg interessant vind, maar dat er weinig tijd is voor mijn vragen. Hierdoor word een telefoongesprek dan ook eerder afgekapt en worden mijn emails summier beantwoordt. In het begin van mijn afstuderen nam ik nog genoegen met “halve” antwoorden, maar hoe verder ik vorderde in mijn afstuderen des te meer vertrouwen kreeg ik in mijn kunnen. Ik bleef dan ook doorvragen totdat ik mijn gewenste informatie/ product verkreeg. Ik herhaalde en vertaalde ook steevast bij een geprek, hierdoor ontstonden geen misverstanden. Deze manier van werken bleek succesvol, door deze afstudeerperiode heb ik een stageplek verkregen.
| Monumenten & Energie
106