Monument: Arnhem, Bio Herstellingsoord, complex
REGISTER Monumentnummer Identificatienummer Basisregistratie
Provincie Gemeente Plaats Straat/huisnummer Postcode Kadastrale aanduiding Datum inschrijving in register beschermde monumenten Datum, deel en nummer van inschrijving in openbare registers Aanduiding of korte omschrijving Complexonderdeel
0202100000272751 0202100000244897 0202100000228447 0202100000208300 0202100000266616 0202100000208301 0202100000208294 0202100000208295 0202100000208293 0202100000208515 0202100000208514 0202100000246953 0202100000228454 0202100000260190
(hoofdgebouw) (ketelhuis) (sportgebouw) (paviljoen) (paviljoen) (paviljoen) (paviljoen) (paviljoen) (paviljoen) (paviljoen) (paviljoen) (trafohuisje) (fietsenstalling) (mytylschool)
Gelderland Arnhem Arnhem Wekeromseweg 8 (herstellingsoord) Wekeromseweg 6 (school) 6816 VC ARNHEM H 1326 (herstellingsoord) ARNHEM H 1446 (school)
Herstellingsoord met school Hoofdgebouw Ketelhuis Sportgebouw Acht verblijfpaviljoens Drie sculpturen Fietsenstalling en trafohuis Mytylschool
KENNIS: WAARDERING I Cultuurhistorische waarden: belang van het object/complex 1. als bijzondere uitdrukking van (een) culturele, sociaaleconomische en/of bestuurlijke/beleidsma tige en/of geestelijke ontwikkeling(en);
Het Bio Herstellingsoord is een voorbeeld van een revalidatiecentrum uit de Wederopbouw voor kinderen met een lichamelijke beperking. Het Bio Herstellingsoord is een uitdrukking van de verzorgingsstaat die na de Tweede Wereldoorlog onder invloed van de stijgende welvaart geleidelijk werd uitgebouwd. Door steeds uitgebreidere maatregelen en sociale wetgeving voorzag de staat in de behoeften van de bevolking op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en sociale zekerheid. Het Herstellingsoord is een voorbeeld van de vele particulier-charitatieve initiatieven op het gebied van de gezondheidszorg. Enerzijds werd een door de overheid opengelaten lacune in de gezondheidszorg opgevuld; anderzijds werd gebruik gemaakt van de ruimere financieringsmogelijkheden die de overheid creëerde (bv door het ziekenfonds). Het Bio Herstellingsoord illustreert de ontwikkelingen in de kennis van de medische sector. De bouw van het herstellingsoord in Arnhem werd tevens gebruikt om onderzoek te doen naar de bouw van revalidatiecentra en om de kennis over kinderrevalidatie te vergroten door middel van onderzoeksprojecten.
2. als bijzondere uitdrukking van (een) geografische, landschappelijke en/of historisch-ruimtelijke ontwikkeling; 3. als bijzondere uitdrukking van (een) technische en/of typologische ontwikkeling(en);
4. wegens innovatieve waarde of pionierskarakter; 5. wegens bijzondere herinneringswaarde.
Het Bio Herstellingsoord is een voorbeeld van het paviljoenstelsel, waarbij verschillende functies in aparte gebouwen werden ondergebracht. De paviljoens illustreren de groeiende aandacht voor de psychologische kant van de verzorging, in dit geval de positieve werking van een intieme, kleinschalige en huiselijke sfeer op het herstel van de kinderen. Het Bio Herstellingsoord is een van de eerste revalidatieoorden voor kinderen in Nederland. Vooruitstrevend is de gemengde huisvesting van jongens en meisjes.
II Architectuur- en kunsthistorische waarden: (bijzonder) belang van het object/complex 1. voor de geschiedenis van de architectuur en/of bouwtechniek;
Het Bio Herstellingsoord is een voorbeeld van het naoorlogse functionalisme en illustreert de herwaardering van de avant-gardistische architectuur uit de jaren 1920, die door de architecten werd gezien als het begin van een nieuwe architectuur. Kenmerkend voor het functionalisme is het ontwerp vanuit het gebruik. Bij het Bio Herstellingsoord is dit bijvoorbeeld te herkennen in de rangschikking van de gebouwen op het terrein, de op efficiëntie gerichte indeling en in de keuze voor het sterke, duurzame en onderhoudsvrije baksteen. Industriële materialen en prefab-onderdelen werden toegepast, zoals de ijzeren ramen en beton. Licht, lucht en ruimte was het adagium: veel zonlicht en frisse lucht waren nodig voor een goede gezondheid. Oud heeft dit vertaald in vele vensterstroken en grote glaspuien die de binnen- en buitenruimte verbonden. De verblijfpaviljoens zijn nadrukkelijk op de zon georiënteerd.
2. voor het oeuvre van een bouwmeester, architect, ingenieur of kunstenaar;
Karakteristiek voor het naoorlogse functionalisme is de aandacht voor de menselijke maat, bijvoorbeeld te zien in de keuze voor het paviljoenstelsel en de decoratieve elementen. De verblijfpaviljoens zijn een uitdrukking van de huiselijkheid en de structuur van een kleinschalige leefgemeenschap. De mytylschool kreeg dezelfde schaal. Het tegeltableau is van kunsthistorische waarde als voorbeeld van het werk van de in 1948 opgerichte, experimentele, internationale kunstenaarsgroep Cobra (Kopenhagen Brussel Amsterdam). De beelden zijn van kunsthistorisch belang als voorbeelden van de Nieuwe Haagse School, een stroming in de beeldende kunst uit de jaren 19501960 in Den Haag. Het Bio Herstellingsoord is een belangrijk pand in het oeuvre van architect dr. Jacobus Johannes Pieter Oud (Purmerend 1890-Wassenaar 1963). Oud is bekend als architect van De Stijl en daarna het Nieuwe Bouwen. Vooral voor deze laatste architectuurstroming is hij van grote landelijke betekenis geweest. Het Bio Herstellingsoord is een van de laatste werken van Oud en zijn meest expressieve ontwerp. Het Bio Herstellingsoord is van belang voor het oeuvre van de Nederlandse architect ir. Hendrik Emile (Hans) Oud (Rotterdam 1919-Hemelum 1996), zoon van J.J.P. Oud. Hans Oud was in de jaren 1950 gespecialiseerd op het gebied van ziekenhuisbouw. Het tegeltableau is van belang als voorbeeld van het
3. wegens de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp; 4. wegens het bijzondere materiaalgebruik, de ornamentiek en/of monumentale kunst;
5. wegens de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur(onderdelen). III Situationele en ensemblewaarden 1. betekenis van het object als essentieel (cultuurhistorisch, functioneel en/of architectuurhistorisch en visueel) onderdeel van een complex; 2. a. bijzondere, beeldbepalende betekenis van het object voor het aanzien van zijn omgeving; b. bijzondere betekenis van het complex voor het aanzien van zijn omgeving, wijk, stad of streek; 3. a. bijzondere
oeuvre van Karel Appel (Amsterdam 1921-Zurich 2006 Het beeld Dieren in het woud is van belang als voorbeeld van het oeuvre van de Nederlandse beeldhouwer Rudi Rooyackers (Jakarta 1920-Den Haag 1998). Het werk staat in de openbare ruimte. Het beeld de vis is van belang als voorbeeld van het oeuvre van Aart van den IJssel (Den Haag 1922Voorburg 1983). Hij was een leerling van Rooijackers. De gebouwen hebben een rustige en heldere uitstraling. Met de wit geglazuurde baksteen en primaire kleuren wilde Oud de gebouwen een blij en opgewekt aanzien geven, omdat de kinderen “geestelijk opgefleurd moeten worden”. Het Bio Herstellingsoord is een voorbeeld van de veelvuldige naoorlogse toepassing van kunstwerken in, aan en bij gebouwen. Het tegeltableau en de twee keramische beelden illustreren het streven naar de samenwerking tussen architect en kunstenaar en de integratie van beeldende kunst in de architectuur. Qua inhoud, materiaal, formaat etc. zijn de kunstwerken afgestemd op de locatie en de gebruiker. In dit geval zorgden de kunstwerken voor een vrolijk klimaat om het herstel van de kinderen te stimuleren. Het dieren- en circusthema sloot aan bij de belevingswereld van de kinderen. Het materiaal (geglazuurde keramiek) gaf de kunstwerken een samenhang met de gebouwen. In de gebouwen zijn interieuronderdelen aanwezig, zoals de indeling, vaste kasten, tegelwanden van (voormalige) sanitaire ruimtes, trappen, vensterbanken, enkele verwarmingen.
Tussen de complexonderdelen bestaat een sterke historische, stilistische, ruimtelijke en functionele samenhang.
Bij de aanleg van het Bio Herstellingsoord is gekozen
betekenis van het complex wegens de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing in relatie tot de onderlinge historisch-ruimtelijke context en in relatie tot de daarbij behorende groenvoorzieningen, wegen, wateren, bodemgesteldheid en/of archeologie; b. bijzondere betekenis van het object wegens de wijze van verkaveling/ inrichting/ voorzieningen. IV Gaafheid en herkenbaarheid: belang van het object/complex 1. wegens de architectonische gaafheid en/of herkenbaarheid van ex- en/of interieur; 2. wegens de materiële, technische en/of constructieve gaafheid; 3. als nog goed herkenbare uitdrukking van de oorspronkelijke of een belangrijke historische functie; 4. wegens de waardevolle accumulatie van belangwekkende historische bouwen/of gebruiksfasen; 5. (van specifiek het complex) wegens de gaafheid en herkenbaarheid van het gehele ensemble van samenstellende onderdelen (hoofd- en bijgebouwen, hekwerken, tuinaanleg e.d.);
voor de situering in een bos om gezondheidsredenen: de luwte van de bomen bood bescherming tegen de wind. Kenmerkend voor het herstellingsoord is de naar binnen gekeerdheid. In het bos is een besloten, eigen, afgezonderde wereld ontstaan. Oud gaf het complex een heldere opzet, bestaande uit een centrale as met de algemene voorzieningen en aan weerszijden de verblijfpaviljoens voor de kinderen. De as werd gemarkeerd met beeldende kunst en afgerond met een uitkijktoren.
Het exterieur van de gebouwen is nagenoeg ongewijzigd. In het interieur hebben enkele aanpassingen aan het gebruik plaatsgevonden. De oorspronkelijke interieurafwerking gaat vaak schuil achter nieuwere afwerklagen. De diverse objecten van het complex zijn nog grotendeels gaaf.
Het Herstellingsoord functioneert nog steeds voor kinderen met een lichamelijke beperking, zij het als vakantieoord. De oorspronkelijke functie is nog altijd goed herkenbaar.
Alle gebouwen bestaan nog. Het complex heeft zijn oorspronkelijke opzet en uitstraling behouden.
6. in relatie tot de structurele en/of visuele gaafheid van de stedelijke, dorpse of landschappelijke omgeving. V Zeldzaamheid 1. belang van het object/complex wegens absolute zeldzaamheid in architectuurhistorisch, bouwtechnisch, typologisch of functioneel opzicht; 2. uitzonderlijk belang van het object/complex wegens relatieve zeldzaamheid in relatie tot één of meer van de onder I t/m III genoemde kwaliteiten.
De situering van het complex in een bosomgeving is onveranderd.
Het Bio Herstellingsoord is een van de eerste revalidatieoorden voor kinderen in Nederland.
Onderdelen zonder monumentale waarde: - Exterieur - Interieur Receptiegeschiedenis, prijzen e.d.
Bij de opening in juni 1960 was er veel aandacht in de media, zowel in de vakbladen als in de opiniërende periodieken. Internationaal was er weinig aandacht voor het complex.
Overige
KENNIS: FEITEN Oorspronkelijke functie Typologie Huidige functie (met jaartal)
Cultuur, gezondheid, wetenschap Herstellingsoord Vakantieoord en mytylschool (2012)
Naam object Stijl/stroming Bouwtijd (ook de planfase)
Bio Herstellingsoord Functionalisme 1952-ca.1958 (ontwerp herstellingsoord); ca.19571962 (bouw en afwerking herstellingsoord); 23-061960 (opening herstellingsoord); 1964 (bouw mytylschool)
Architect(en)/ontwerper(s)
Uitvoerder (aannemer e.d.)
Opdrachtgever Exterieur
Dr. Jacobus Johannes Pieter Oud (Purmerend 1890Wassenaar 1963), projectarchitect herstellingsoord Ir. Hendrik Emile (Hans) Oud (Rotterdam 1919Hemelum 1996), adviserend medewerker, bureauarchief en tweede uitvoerend architect herstellingsoord en architect mytylschool. Aannemersbedrijf G.W.J. Sanders uit Arnhem: bouw Schildersbedrijf Leunen: het schilderswerk. Binnenhuisarchitect Anton Bloem: de meubilering en stoffering. De heer Sipkes: de tuinaanleg. Stichting Bio-Vacantieoord Het Bio Herstellingsoord is opgezet als een paviljoenstelsel: de verschillende functies zijn in aparte gebouwen ondergebracht. Langs een centrale as liggen achtereenvolgens: het hoofdgebouw met twee zijvleugels en twee bluswatervijvers; een rond ketelhuis als dominerend middelpunt; en een Lvormig sportgebouw met een uitkijktoren om de centrale as te benadrukken en af te ronden. Aan weerszijden van deze gebouwen zijn in totaal acht identieke, schuin geplaatste verblijfpaviljoens gesitueerd. Rechts van de hoofdingang van het terrein staat een fietsenstalling annex autogarage; links staat een trafohuis. Aan de achterzijde van het terrein, in het verlengde van de linker serie verblijfpaviljoens staat sinds 1964 de mytylschool. Het complexterrein heeft een zeer open karakter. De twee zijvleugels van het hoofdgebouw schermen de rest van het terrein af van de Wekeromseweg. In een ring om de gebouwen aan de centrale as is een geasfalteerde weg gesitueerd. Rond de centrale gebouwen zijn veelal gazons met enkele bomen aangelegd, tegenwoordig met speel- en sportvoorzieningen. Tussen de paviljoens staan bosschages. Tegen enkele gebouwen zijn bakstenen bloembakken, tuinmuurtjes en banken aangemetseld. Het complex is omgeven door bos, met aan de voorzijde de door beuken begeleide Wekeromseweg.
gebouw, constructietechniek Interieur/indeling Interieur/afwerking Stedenbouwkundige ligging, situering
Het complex ligt niet in een rijksbeschermd stads/dorpsgezicht. Bij de keuze voor dit terrein door de Stichting Biovacantieoord speelden twee factoren een rol. Om gezondheidsredenen ging de voorkeur uit naar een situering in het bos: de luwte van de bomen bood bescherming tegen de wind. De nabijheid van de stad garandeerde de bereikbaarheid en de aanwezigheid van medische voorzieningen. Bij de opzet van het complex is gebruik gemaakt van
de reeds aanwezige wegenstructuur van de Wekeromseweg en Maarsbergseweg en van de terrein”inrichting”: de gebouwen kwamen op een reeds aanwezige open plek in het bos. De verblijfpaviljoens werden met de woonruimtes naar de zon gericht. Ze zijn gelijkmatig en daardoor praktisch en economisch afgestemd op de gemeenschappelijke voorzieningen. De mytylschool heeft een eigen toegang via de Maarsbergseweg.
Archeologische relevantie
Kunstwerken/orgels/ gedenktekens/meubels nr. 1 Materiaal/techniek Locatie (in/aan het beschermde monument) Kunstenaar Voorstelling Datering nr. 2 Materiaal/techniek Locatie (in/aan het beschermde monument) Kunstenaar Voorstelling Datering
Het complex ligt voor zover bekend niet op een terrein van archeologische waarde.
Geglazuurd aardewerk Links voor de hoofdingang Aart van den IJssel (Den Haag 1922-Voorburg 1983) Gebakken door D. Loef Vis 1960
Geglazuurd aardewerk Rechts van het Sportgebouw (oorspronkelijk stond het op de buitenste hoek van het speelveld in de oksel van het gebouw) Beeldhouwer Rudi Rooyackers (Jakarta 1920-Den Haag 1998) Gebakken door De Porseleyne Fles in Delft Dieren in het woud 1960
Groen erfgoed: aanleg/beplanting Geschiedenis
Het Bio Herstellingsoord is opgericht op initiatief van de Bond van Nederlandse Bioscoopdirecteuren. Deze Bond had in 1927 de Stichting Bio-Vacantieoord opgericht op initiatief van bioscoopexploitant Abraham Tuschinski en diens zwager Gerschtanowitz. De naam Bio is afgeleid van bioscoop. De aanleiding hiervoor was de groeiende vraag van goede doelen in de jaren 1920 om voor de deur te mogen collecteren. Omdat het als onmogelijk werd ervaren om te bepalen wie wel en niet kon collecteren werd een eigen stichting opgericht. Het doel was het realiseren van een vakantieoord voor arme, zwakke volkskinderen: de zogenaamde bleekneusjes. Het geld werd
ingezameld via collectes in de bioscopen. Het eerste vakantieoord opende in 1933 en lag op het terrein van het voormalige landhuis Russenduin in Bergen aan Zee. In de jaren 1950 werd Bio door de overheid gevraagd om behalve de bleekneusjes, ook de nazorg van poliopatiëntjes op zich te nemen. De stichting bleek over voldoende financiële middelen te beschikken voor een tweede vakantieoord en kocht daartoe een stuk grond in Arnhem aan. Tijdens de planvorming veranderde meerdere keren de doelgroep. Uiteindelijk werd het complex in gebruik genomen als revalidatiecentrum voor kinderen met een lichamelijke beperking. De kinderen leerden er door middel van therapie en hulpmiddelen omgaan met hun beperking. De functies werden verdeeld over verschillende gebouwen op het terrein om te voorkomen dat een kind zich ongelukkig zou voelen in een groot gebouw dat al snel massaal en onpersoonlijk is. In de kleine paviljoens konden de kinderen enigszins in gezinsverband wonen. Men verwachtte dat de geestelijke aandacht hun herstel zou stimuleren. Bovendien konden de kinderen ervaren dat ze niet alleen zijn en elkaar helpen. Vooruitstrevend was dat in elk paviljoen zowel zes jongens als zes meisjes woonden. De keuze voor paviljoens kwam ook voort uit de wens tot flexibiliteit (paviljoens zouden makkelijker aan te passen zijn aan nieuwe inzichten en behoeften) en bij het bestrijden van epidemieën. Het oorspronkelijke ontwerp van Oud bevatte vijf paviljoens aan weerszijden van de gebouwen langs de centrale as. De voorste drie daarvan zijn in 1959 gerealiseerd. De twee paviljoens links achter zijn in een latere fase alsnog toegevoegd; de twee rechts achter zijn nooit gebouwd. De kapel is vanwege bezuinigingen nooit gerealiseerd. De centrale as zou worden afgesloten door een gebouw met medische voorzieningen, maar vanwege bezuinigingen is dit komen te vervallen en zijn die functies in het hoofdgebouw ondergebracht. De mytylschool werd in 1960 tijdelijk ondergebracht in een van de verblijfpaviljoens. In 1964 is achter de linker serie verblijfpaviljoens de definitieve school gebouwd, naar ontwerp van ir. H.E. Oud en bestemd voor zowel de kinderen van het Bio Herstellingsoord als niet-inwonende gehandicapte kinderen uit de omgeving. De situering van de zijvleugels van het hoofdgebouw langs de Wekeromseweg maakte het mogelijk om het terrein af te schermen van de weg, zodat het veilig en rustig was. Oud gaf het complex door de toepassing van wit geglazuurde steen en primaire
kleuren een rustige en heldere uitstraling, met de bedoeling een opgewekte omgeving voor de kinderen te creëren. De beeldende kunst versterkte die opzet. Opvallend aan het sportgebouw is de uitkijktoren met het uiterlijk van een duiktoren. Vanaf dit punt konden bezoekers tijdens een rondleiding het hele terrein overzien. Dit was belangrijk, omdat de Stichting Bio afhankelijk was van vrijwillige particuliere bijdragen. Kunstwerken/orgels/ gedenktekens/meubel die onderdeel zijn van het monument Roerende objecten van belang voor het gebouw Relevante wijzigingen
In een latere fase zijn de twee achterste paviljoens aan de linker zijde gerealiseerd. De mytylschool is aan de rechter zijde flink uitgebreid. Aan de achterzijde van de school, aan het einde van de gang, hebben ook wijzigingen plaats gevonden, waardoor de interne structuur daar niet goed herkenbaar meer is.
Bezocht
Jojanneke Clarijs, 13-08-2012, exterieur en interieur herstellingsoord Jojanneke Clarijs, 22-09-2012, exterieur mytylschool Kiki Zagt, 02-04-2012, exterieur en interieur mytylschool
Overige
Oud omschreef het ontwerp als een synthese tussen wat hij bij De Stijl zocht en hetgeen hij later geleerd had. Oud wilde laten zien hoe hij het modernisme verder ontwikkeld had. Verwijzingen naar De Stijl zijn onder meer het gebruik van primaire kleuren, de witte gevels en de eenvoudige geometrische volumes. De toepassing van de duurzame wit geglazuurde baksteen presenteerde Oud als het resultaat van een persoonlijke zoektocht in zijn oeuvre naar het ideale bouwmateriaal. Oud omschreef het Bio Herstellingsoord als poëtisch functionalistisch. De opzet van het complex en het uiterlijk en de vorm van de onderdelen zijn bepaald door hun functie en de betekenis die ze hebben meegekregen. De verblijfpaviljoens zijn in symbolisch opzicht een uitdrukking van de huiselijkheid en de structuur van een kleinschalige leefgemeenschap. Ook de hiërarchie en de functie komen erin tot uitdrukking: het dominerende
hoofdgebouw door zijn situering en omvang; het centrale ketelhuis; de secundaire locatie van het sportgebouw; en de kinderpaviljoens als zelfstandig volume maar georiënteerd op de centrale voorzieningen. Een verschil met het vooroorlogse werk van Oud is de ornamentiek, die eerder juist ontbrak, en zijn hernieuwde belangstelling voor de beeldende kunst. De decoraties sluiten nauw aan bij de functie en de vormentaal van het gebouw. Bij de opzet van het complex is gebruik gemaakt van de reeds aanwezige wegenstructuur en van de bestaande open plek in het bos. De centrale ligging van het ketelhuis kwam voort uit efficiëntieoverwegingen. De verblijfpaviljoens zijn gelijkmatig en daardoor praktisch en economisch gesitueerd rond de gemeenschappelijke voorzieningen. Ze werden met de woonruimtes naar de zon gericht om optimaal van het licht te profiteren. De zijvleugels van het hoofdgebouw schermden de rest van het terrein af van de weg, zodat een veilige en rustige omgeving voor de kinderen gecreëerd werd. Het hoofdgebouw, het ketelhuis, het sportgebouw, de paviljoens en de mytylschool zijn reeds gemeentelijk monument. De gebouwen zijn alle nog voorzien van hun stalen ramen en deuren. Mogelijk dat in de nabije toekomst de vraag komt wat de mogelijkheden zijn voor isolatie en energiebesparing.
KENNIS: BRONNEN Primaire bronnen, kaarten, literatuur, documentatie, websites Nr. 1 Nr. 2 Nr. 3
Nr. 4 Nr. 5 Nr. 6 Nr. 7
Architectural Design 1961, p.127 U. Barbieri, J.J.P. Oud, Rotterdam 1987, pp.171-179. D. Broekhuizen, De Stijl toen/ J.J.P. Oud nu. De bijdrage van architect J.J.P. Oud aan herdenken, herstellen en bouwen in Nederland (1938-1963), NAi Uitgevers, Rotterdam 2000, pp.235-255. Bouw 1965, p.1676 H. Oud, “Bio-mytylschool te Arnhem”, in: Bouw, 20 (1965) 45. H. Oud, J.J.P. Oud. Architect 1890-1963, Den Haag 1984, pp.169-177. J.J.P. Oud, “Bio-herstellingsoord te Arnhem”, in:
Nr. 8 Nr. 9 Nr. 10 Nr, 11
Nr. 12 Nr. 13
Interviews bewoners, gebruikers
Bouw 15 (1960) 44, pp.1306-1311. J.J.P. Oud, “Bio-herstellingsoord te Arnhem”, in: Bouwkundig Weekblad 78 (1960) 23, pp.507-515. E. Taverne e.a., J.J.P. Oud Compleet Werk 18901963, Rotterdam 2001, pp.510-521. Verschoor, “Bio-herstellingsoord bij Arnhem”, in: Bouwwereld 56 (1960) 20, pp.390-393. J. Vredenberg, Wederopbouw. Stedenbouw en architectuur in Arnhem 1945-1965 (Arnhemse monumenten reeks 14), Uitgeverij Matrijs, Utrecht/Arnhem 2004, pp.59-61. C. Wagenaar, “Gewoon echt, van binnen uit”, in: Archis (1998) 12. Websites: www.architectuurgids.nl www.helpwandkunstopsporen.nl www.wederopbouwdatabank.nl www.bio-kinderrevalidatie.nl www.nai.nl (samengevoegde databases van NAi en Bonas) Gesprek Jojanneke Clarijs met de heer Ad Groen, directeur Stichting Bio Kinderrevalidatie op 13-082012. Gesprek Kiki Zagt met de heer Marnix de Leeuw, directeur mytylschool op 02-04-2012.
Monument: Arnhem, Bio Herstellingsoord, hoofdgebouw
REGISTER Monumentnummer Identificatienummer Basisregistratie Provincie Gemeente Plaats Straat/huisnummer Postcode Kadastrale aanduiding Datum inschrijving in register beschermde monumenten Datum, deel en nummer van inschrijving in openbare registers Aanduiding of korte omschrijving Complexonderdeel van complex [naam of complexnummer]
0202100000272751 Gelderland Arnhem Arnhem Wekeromseweg 8 6816 VC ARNHEM H 1326
Hoofdgebouw (1) Bio Herstellingsoord
KENNIS: FEITEN Oorspronkelijke functie Typologie Huidige functie (met jaartal) Naam object Stijl/stroming Bouwtijd (ook de planfase)
Architect(en)/ontwerper(s)
Uitvoerder (aannemer e.d.) Opdrachtgever Exterieur
Cultuur, gezondheid, wetenschap Herstellingsoord Hoofdgebouw met kantoren, keuken, ontspanningsruimte (2012)
functionalisme 1952-ca.1958 (ontwerp); ca.1957-1962 (bouw en afwerking); 23-06-1960 (opening) Dr. Jacobus Johannes Pieter Oud (Purmerend 1890Wassenaar 1963), projectarchitect. Ir. Hendrik Emile (Hans) Oud (Rotterdam 1919Hemelum 1996), adviserend medewerker, bureauarchief en tweede uitvoerend architect. Aannemersbedrijf G.W.J. Sanders uit Arnhem: bouw Schildersbedrijf Leunen: het schilderswerk. Binnenhuisarchitect Anton Bloem: de meubilering en stoffering. Stichting Bio-Vacantieoord Het hoofdgebouw is langwerpig van vorm, en is gelegen achter twee zijvleugels die haaks daarop staan en het terrein afschermen van de Wekeromseweg. Opvallend zijn de spaarzaam, maar zorgvuldig aangebrachte primaire kleuren, bijvoorbeeld in het schilderwerk van de deuren, gootlijsten en ventilatieroosters. Decoratie in geometrische vormen en primaire kleuren, zoals de blokjes en de balken tegen de gevels en enkele kleine pergola’s.
gebouw, constructietechniek
Gevels: wit geglazuurde handvormsteen van de firma Tiglia Tegelen met snijvoeg. Venster(stroken) en glaspuien met ijzeren ramen van de firma De Vries Robbé. Betonnen latei boven de vensters. IJzeren deuren.
Interieur/indeling
Interieur/afwerking
Stedenbouwkundige ligging, situering Archeologische relevantie ondergrond
Op de begane grond bevinden zich de directie, administratie, medische ruimtes, keukens, wasserij en recreatieruimte, op de verdieping zijn de kamers van de verpleegsters. Ingebouwde kasten. Wandtegels in de voormalige keukens en sanitaire ruimtes. Het hoofdgebouw ligt centraal aan de voorzijde van het complex langs de Wekeromseweg.
Kunstwerken/orgels/ gedenktekens/meubels ie onderdeel zijn van het monument nr. 1 Materiaal/techniek Locatie (in/aan het beschermde monument) Kunstenaar Voorstelling Datering Afmetingen
Tegeltableau Circus van Karel Appel
Circus Tegeltableau Buiten, boven de hoofdingang Christiaan Karel Appel (Amsterdam 1921-Zurich 2006) Vervaardigd door De Porseleyne Fles in Delft Clown en circusdieren 1960
Groen erfgoed: aanleg/beplanting Geschiedenis Roerende objecten van belang voor het gebouw Relevante wijzigingen
De plattegrond is op enkele punten aangepast. De hoofdingang is vervangen.
Bezocht
Jojanneke Clarijs, 13-08-2012, exterieur en interieur
Overige
Het hoofdgebouw is gemeentelijk monument. Het tegeltableau is van kunsthistorische waarde als voorbeeld van het werk van de in 1948 opgerichte, experimentele, internationale kunstenaarsgroep Cobra (Kopenhagen Brussel Amsterdam). Voor deze kunstenaars was de interesse in het elementaire, de “edele wilde”, de onbedorven expressie en de structurele eenheid tussen de mens en zijn omgeving het hoofdthema van hun werk. Ze verdiepten zich in de kunst van primitieve volken en tekeningen van kinderen en krankzinnigen. Ze vertaalden hun ideeën en gevoelens op een expressieve, spontane manier met heldere kleuren en een chaotische en fantasierijke beeldentaal die aan kinderen doet denken. Het tegeltableau is van belang als voorbeeld van het oeuvre van Karel Appel (Amsterdam 1921-Zurich 2006), een internationaal bekende Nederlandse kunstschilder en beeldhouwer en mede-oprichter van Cobra. Zijn werk is abstract expressionistisch. Onderwerpen waren vriendelijke onschuldige kindwezens en fantasiedieren. Hij liet zich daarbij beïnvloeden door de manier waarop geestelijk gehandicapten tekenen en schilderen, iets wat in die tijd revolutionair genoemd mocht worden
Monument: Arnhem, Bio Herstellingsoord, acht verblijfpaviljoens
REGISTER Monumentnummer Identificatienummer Basisregistratie
Provincie Gemeente Plaats Straat/huisnummer Postcode Kadastrale aanduiding Datum inschrijving in register beschermde monumenten Datum, deel en nummer van inschrijving in openbare registers Aanduiding of korte omschrijving Complexonderdeel van complex [naam of complexnummer]
0202100000208300 0202100000266616 0202100000208301 0202100000208294 0202100000208295 0202100000208293 0202100000208515 0202100000208514 Gelderland Arnhem Arnhem Wekeromseweg 8 6816 VC ARNHEM H 1326
Ziekenpaviljoen (acht) (4) Bio Herstellingsoord
KENNIS: FEITEN Oorspronkelijke functie Typologie Huidige functie (met jaartal) Naam object Stijl/stroming Bouwtijd (ook de planfase)
Architect(en)/ontwerper(s)
Uitvoerder (aannemer e.d.)
Opdrachtgever Exterieur gebouw, constructietechniek
Cultuur, gezondheid, wetenschap Ziekenpaviljoen Ziekenpaviljoen
functionalisme 1952-ca.1958 (ontwerp); ca.1957-1962 (bouw en afwerking); 23-06-1960 (opening) Dr. Jacobus Johannes Pieter Oud (Purmerend 1890Wassenaar 1963), projectarchitect. Ir. Hendrik Emile (Hans) Oud (Rotterdam 1919Hemelum 1996), adviserend medewerker, bureauarchief en tweede uitvoerend architect. Aannemersbedrijf G.W.J. Sanders uit Arnhem: bouw Schildersbedrijf Leunen: het schilderswerk. Binnenhuisarchitect Anton Bloem: de meubilering en stoffering. Stichting Bio-Vacantieoord Gevels: wit geglazuurde handvormsteen van de firma Tiglia Tegelen met snijvoeg. Venster(stroken) en glaspuien met ijzeren ramen van de firma De Vries Robbé. Betonnen latei boven de vensters. IJzeren deuren. Verdere opfleuring door spaarzaam, maar zorgvuldig aangebrachte primaire kleuren, bijvoorbeeld in het schilderwerk van de deuren, gootlijsten en ventilatieroosters.
Interieur/indeling Interieur/afwerking Stedenbouwkundige ligging, situering
Archeologische relevantie ondergrond
Kunstwerken/orgels/ gedenktekens/meubels die
Acht paviljoens met slaap-, was en woonvertrekken voor de kinderen, evenals een isolatieruimte voor zieken. Blokjes in primaire kleuren tegen de wanden van de woonruimtes als verbijzondering. De paviljoens zijn gelegen aan de beide zijkanten van het terrein, aan weerszijden van de centrale as, die wordt gevormd door hoofdgebouw, ketelhuis en sportgebouw.
onderdeel zijn van het monument Groen erfgoed: aanleg/beplanting Geschiedenis Roerende objecten van belang voor het gebouw Relevante wijzigingen
De twee achterste paviljoens aan de linker zijde zijn in een latere fase gerealiseerd.
Bezocht
Jojanneke Clarijs, 13-08-2012, exterieur en interieur
Overige
De paviljoens illustreren de groeiende aandacht voor de psychologische kant van de verzorging, in dit geval de positieve werking van een intieme, kleinschalige en huiselijke sfeer op het herstel van de kinderen. De paviljoens zijn reeds gemeentelijk monument.
Monument: Arnhem, Bio Herstellingsoord, sportgebouw
REGISTER Monumentnummer Identificatienummer Basisregistratie Provincie Gemeente Plaats Straat/huisnummer Postcode Kadastrale aanduiding Datum inschrijving in register beschermde monumenten Datum, deel en nummer van inschrijving in openbare registers Aanduiding of korte omschrijving Complexonderdeel van complex [naam of complexnummer]
0202100000228447 Gelderland Arnhem Arnhem Wekeromseweg 8 6816 VC ARNHEM H 1326
Sportgebouw (3) Bio Herstellingsoord
KENNIS: FEITEN Oorspronkelijke functie
Sport, recreatie, horeca
Typologie Huidige functie (met jaartal)
Sportgebouw Sportgebouw (2012)
Naam object Stijl/stroming Bouwtijd (ook de planfase)
Architect(en)/ontwerper(s)
Uitvoerder (aannemer e.d.)
functionalisme 1952-ca.1958 (ontwerp); ca.1957-1962 (bouw en afwerking); 23-06-1960 (opening) Dr. Jacobus Johannes Pieter Oud (Purmerend 1890Wassenaar 1963), projectarchitect. Ir. Hendrik Emile (Hans) Oud (Rotterdam 1919Hemelum 1996), adviserend medewerker, bureauarchief en tweede uitvoerend architect. Aannemersbedrijf G.W.J. Sanders uit Arnhem: bouw Schildersbedrijf Leunen: het schilderswerk.
Opdrachtgever Exterieur
Stichting Bio-Vacantieoord Opvallend aan het sportgebouw is de uitkijktoren met het uiterlijk van een duiktoren. Vanaf dit punt konden bezoekers tijdens een rondleiding het hele terrein overzien. Dit was belangrijk, omdat de Stichting Bio afhankelijk was van vrijwillige particuliere bijdragen.
gebouw, constructietechniek
Gevels: wit geglazuurde handvormsteen van de firma Tiglia Tegelen met snijvoeg. Blauw geglazuurde baksteen naast de ingang. Venster(stroken) en glaspuien met ijzeren ramen van de firma De Vries Robbé. Betonnen latei boven de vensters. IJzeren deuren. Verdere opfleuring door spaarzaam, maar zorgvuldig aangebrachte primaire kleuren, bijvoorbeeld in het schilderwerk van de deuren, gootlijsten en ventilatieroosters.
Interieur/indeling Interieur/afwerking Stedenbouwkundige ligging, situering
Bakstenen uitkijktoren met ijzeren trap en betonnen plateaus. Sportgebouw met gymnastiekzaal, filmcabine, zwembad en uitkijktoren. Zwembad: schoon metselwerk wanden en schrootjesplafond, bad met verhoogde rand en ronde pilaren. Het sportgebouw ligt in midden van het terrein en vormt het sluitstuk van de centrale as, bestaande uit hoofdgebouw, ketelhuis en sportgebouw.
Archeologische relevantie
Kunstwerken/orgels/ gedenktekens/meubels die onderdeel zijn van het momument Groen erfgoed: aanleg/beplanting Geschiedenis Roerende objecten van belang voor het gebouw Relevante wijzigingen
Bezocht
Jojanneke Clarijs, 13-08-2012, exterieur en interieur
Overige
Het sportgebouw is reeds gemeentelijk monument.
Monument: Arnhem, Bio Herstellingsoord, ketelhuis
REGISTER Monumentnummer Identificatienummer Basisregistratie Provincie Gemeente Plaats Straat/huisnummer Postcode Kadastrale aanduiding Datum inschrijving in register beschermde monumenten Datum, deel en nummer van inschrijving in openbare registers Aanduiding of korte omschrijving Complexonderdeel van complex [naam of complexnummer]
0202100000244897 Gelderland Arnhem Arnhem Wekeromseweg 8 6816 VC ARNHEM H 1326
Ketelhuis (2) Bio Herstellingsoord
KENNIS: FEITEN Oorspronkelijke functie Typologie Huidige functie (met jaartal) Naam object Stijl/stroming Bouwtijd (ook de planfase)
Architect(en)/ontwerper(s)
Uitvoerder (aannemer e.d.)
Boerderij, molen, bedrijf Ketelhuis Ontspanningsruimte, vergaderruimte (2012)
functionalisme 1952-ca.1958 (ontwerp); ca.1957-1962 (bouw en afwerking); 23-06-1960 (opening) Dr. Jacobus Johannes Pieter Oud (Purmerend 1890Wassenaar 1963), projectarchitect. Ir. Hendrik Emile (Hans) Oud (Rotterdam 1919Hemelum 1996), adviserend medewerker, bureauarchief en tweede uitvoerend architect. Aannemersbedrijf G.W.J. Sanders uit Arnhem: bouw Schildersbedrijf Leunen: het schilderswerk.
Opdrachtgever Exterieur
Stichting Bio-Vacantieoord Het ketelhuis heeft een ronde vorm met een kegelvormig dak.
gebouw, constructietechniek
Gevels: wit geglazuurde handvormsteen van de firma Tiglia Tegelen met snijvoeg. Venster(stroken) en glaspuien met ijzeren ramen van de firma De Vries Robbé. Betonnen latei boven de vensters. IJzeren deuren. Verdere opfleuring door spaarzaam, maar zorgvuldig aangebrachte primaire kleuren, bijvoorbeeld in het schilderwerk van de deuren, gootlijsten en ventilatieroosters. Decoratie in geometrische vormen en primaire kleuren, zoals de blokjes en de balken tegen de gevels en enkele kleine pergola’s.
Interieur/indeling Interieur/afwerking Stedenbouwkundige ligging, situering
Archeologische relevantie ondergrond
Kunstwerken/orgels/ gedenktekens/meubels die onderdeel zijn van het
Kegelvormig aluminium roevendak Ketelhuis met op de verdieping de conciërgewoning. Het ketelhuis is het middelpunt van de centrale as van het terrein, bestaande uit hoofdgebouw, ketelhuis en sportgebouw.
momument Groen erfgoed: aanleg/beplanting Geschiedenis Roerende objecten van belang voor het gebouw Relevante wijzigingen
Het ketelhuis is tegenwoordig in gebruik als recreatieve ruimte en vergaderruimtes. De ketels zijn verwijderd; de schoorsteen in het midden van het gebouw is leeg.
Bezocht
Jojanneke Clarijs, 13-08-2012, exterieur en interieur
Overige
Het ketelhuis is reeds gemeentelijk monument.
Monument: Arnhem, Bio Herstellingsoord, mytylschool
REGISTER Monumentnummer Identificatienummer Basisregistratie Provincie Gemeente Plaats Straat/huisnummer Postcode Kadastrale aanduiding Datum inschrijving in register beschermde monumenten Datum, deel en nummer van inschrijving in openbare registers Aanduiding of korte omschrijving Complexonderdeel van complex [naam of complexnummer]
0202100000260190 Gelderland Arnhem Arnhem Wekeromseweg 6 6816 VC ARNHEM H 1446
Bio Herstellingsoord Mytylschool
KENNIS: WAARDERING I Cultuurhistorische waarden: belang van het object/complex 6. als bijzondere uitdrukking van (een) culturele, sociaaleconomische en/of bestuurlijke/beleidsma tige en/of geestelijke ontwikkeling(en); 7. als bijzondere uitdrukking van (een) geografische, landschappelijke en/of historisch-ruimtelijke ontwikkeling; 8. als bijzondere uitdrukking van (een) technische en/of typologische ontwikkeling(en); 9. wegens innovatieve waarde of pionierskarakter; 10. wegens bijzondere herinneringswaarde. II Architectuur- en kunsthistorische waarden: (bijzonder) belang van het object/complex 6. voor de geschiedenis van de architectuur en/of bouwtechniek; 7. voor het oeuvre van een bouwmeester, architect, ingenieur of kunstenaar; 8. wegens de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp;
9. wegens het bijzondere materiaalgebruik, de ornamentiek en/of monumentale kunst; 10. wegens de bijzondere
De mytylschool is een zeldzaam, vroeg voorbeeld van een schoolgebouw dat uitsluitend voor lichamelijk gehandicapte kinderen is bestemd.
De mytylschool is van belang voor het oeuvre van de Nederlandse architect ir. Hendrik Emile (Hans) Oud (Rotterdam 1919-Hemelum 1996), zoon van J.J.P. Oud. Hans Oud was in de jaren 1950 gespecialiseerd op het gebied van ziekenhuisbouw. Hans Oud sloot bij het ontwerp van de mytylschool aan bij het Bio Herstellingsoord. De gebouwen hebben een rustige en heldere uitstraling. Met de wit geglazuurde baksteen en primaire kleuren wilde J.J.P. Oud de gebouwen een blij en opgewekt aanzien geven, omdat de kinderen “geestelijk opgefleurd moeten worden”.
samenhang tussen exterieur en interieur(onderdelen). III Situationele en ensemblewaarden 4. betekenis van het object als essentieel (cultuurhistorisch, functioneel en/of architectuurhistorisch en visueel) onderdeel van een complex; 5. a. bijzondere, beeldbepalende betekenis van het object voor het aanzien van zijn omgeving; b. bijzondere betekenis van het complex voor het aanzien van zijn omgeving, wijk, stad of streek; 6. a. bijzondere betekenis van het complex wegens de hoogwaardige kwaliteit van de bebouwing in relatie tot de onderlinge historisch-ruimtelijke context en in relatie tot de daarbij behorende groenvoorzieningen, wegen, wateren, bodemgesteldheid en/of archeologie; b. bijzondere betekenis van het object wegens de wijze van verkaveling/ inrichting/ voorzieningen. IV Gaafheid en herkenbaarheid: belang van het object/complex 7. wegens de architectonische gaafheid en/of herkenbaarheid van ex- en/of interieur; 8. wegens de materiële,
Tussen het schoolgebouw en de andere complexonderdelen bestaat een sterke historische, stilistische, ruimtelijke en functionele samenhang.
De school is aan de rechter zijde uitgebreid.
Een deel van de stalen ramen is vervangen, maar het
technische en/of constructieve gaafheid; 9. als nog goed herkenbare uitdrukking van de oorspronkelijke of een belangrijke historische functie; 10. wegens de waardevolle accumulatie van belangwekkende historische bouwen/of gebruiksfasen; 11. (van specifiek het complex) wegens de gaafheid en herkenbaarheid van het gehele ensemble van samenstellende onderdelen (hoofd- en bijgebouwen, hekwerken, tuinaanleg e.d.); 12. in relatie tot de structurele en/of visuele gaafheid van de stedelijke, dorpse of landschappelijke omgeving. V Zeldzaamheid 3. belang van het object/complex wegens absolute zeldzaamheid in architectuurhistorisch, bouwtechnisch, typologisch of functioneel opzicht; 4. uitzonderlijk belang van het object/complex wegens relatieve zeldzaamheid in relatie tot één of meer van de onder I t/m III genoemde kwaliteiten. Onderdelen zonder monumentale waarde: - Exterieur - Interieur Receptiegeschiedenis,
transparante karakter door de grote vensterstroken is behouden. De mytylschool functioneert nog steeds als zodanig. De oorspronkelijke functie is nog altijd goed herkenbaar.
De mytylschool is een zeldzaam, vroeg voorbeeld van een schoolgebouw dat uitsluitend voor lichamelijk gehandicapte kinderen is bestemd.
De latere uitbreidingen aan de rechter zijde.
prijzen e.d.
Overige
KENNIS: FEITEN Oorspronkelijke functie Typologie Huidige functie (met jaartal)
Cultuur, gezondheid, wetenschap Lagere school (mytylschool) Lagere school (mytylschool 2012)
Naam object Stijl/stroming Bouwtijd (ook de planfase)
Bio mytylschool functionalisme 1964 (bouw)
Architect(en)/ontwerper(s)
Ir. Hendrik Emile (Hans) Oud (Rotterdam 1919Hemelum 1996) Aannemersbedrijf G.W.J. Sanders uit Arnhem: bouw
Uitvoerder (aannemer e.d.) Opdrachtgever Exterieur
gebouw, constructietechniek Interieur/indeling
Interieur/afwerking Stedenbouwkundige ligging, situering
Archeologische relevantie ondergrond Toegepaste materialen
Kunstwerken/orgels/ gedenktekens/meubels die onderdeel zijn van het momument
Groen erfgoed: aanleg/beplanting
De buitengevels zijn opgetrokken in metselwerk van wit geglazuurde handvormstenen met grote vensterstroken en glaspuien met stalen ramen van de firma De Vries Robbé
Gang met aan weerszijden klaslokalen en aan het eind een overblijflokaal (dubbele kamstructuur). Haaks hierop een vleugel met medische ruimtes en docenten kamers aan weerszijden van een gang. Wanden van schoon metselwerk van wit geglazuurde handvormsteen. Aan de achterzijde van het terrein, in het verlengde van de linker serie paviljoens staat sinds 1964 de mytylschool. De mytylschool heeft een eigen toegang via de Maarsbergseweg.
Geschiedenis
In 190 werd de mytylschool tijdelijk ondergebracht in een van de verblijfpaviljoens. In 1964 is achter de linker serie verblijfpaviljoens de definitieve school gebouwd, naar ontwerp van ir. H.E. Oud en bestemd voor zowel de kinderen van het Bio Herstellingsoord als niet-inwonende gehandicapte kinderen uit de omgeving. Door de situering van de mytylschool, verscholen in het bos, werd er veilig en rustige omgeving gecreëerd. Door de toepassing van wit geglazuurde steen en primaire kleuren een rustige en heldere uitstraling werd een opgewekte omgeving voor de kinderen gecreëerd.
Roerende objecten van belang voor het gebouw Relevante wijzigingen
Het schoolgebouw is in de loop der tijd aan de rechter zijde flink uitgebreid. Ook aan de achterzijde, aan het einde van de gang, hebben wijzigingen plaatsgevonden, waardoor de oorspronkelijke interne structuur daar niet goed herkenbaar meer is. Een deel van de stalen ramen is vervangen door aluminium kozijnen met dubbel glas.
Bezocht
Jojanneke Clarijs, 22-09-2012, exterieur. Kiki Zagt, 02-04-2012, exterieur en interieur.
Overige
De school is reeds gemeentelijk monument.
Monument: Arnhem, Bio Herstellingsoord, twee sculpturen
REGISTER Monumentnummer Identificatienummer Basisregistratie Provincie Gemeente Plaats Straat/huisnummer Postcode Kadastrale aanduiding Datum inschrijving in register beschermde monumenten Datum, deel en nummer van inschrijving in openbare registers Aanduiding of korte omschrijving Complexonderdeel van complex [naam of complexnummer]
Gelderland Arnhem Arnhem Wekeromseweg 6-8 6816 VC ARNHEM H 1326 ARNHEM H 1446
Sculptuur (twee) (5) Bio Herstellingsoord
KENNIS: FEITEN Oorspronkelijke functie
Voorwerpen op pleinen e.d.
Typologie Huidige functie (met jaartal)
Sculptuur (twee) Sculptuur (twee)
Naam object Stijl/stroming Bouwtijd (ook de planfase) Architect(en)/ontwerper(s) Uitvoerder (aannemer e.d.) Opdrachtgever Exterieur gebouw, constructietechniek Interieur/indeling Interieur/afwerking Stedenbouwkundige ligging, situering
Stichting Bio-Vacantieoord
Archeologische relevantie ondergrond
Kunstwerken/orgels/ gedenktekens/meubels die onderdeel zijn van het monument nr. 1 Materiaal/techniek Locatie (in/aan het beschermde monument) Kunstenaar Voorstelling Datering nr. 2 Materiaal/techniek Locatie (in/aan het beschermde monument) Kunstenaar Voorstelling Datering Groen erfgoed:
Geglazuurd aardewerk Links voor de hoofdingang Aart van den IJssel (Den Haag 1922-Voorburg 1983) Gebakken door D. Loef Vis 1960
Geglazuurd aardewerk Rechts van het Sportgebouw Beeldhouwer Rudi Rooyackers (Jakarta 1920-Den Haag 1998) Gebakken door De Porseleyne Fles in Delft Dieren in het woud 1960
aanleg/beplanting Geschiedenis Roerende objecten van belang voor het gebouw Relevante wijzigingen
De sculptuur Dieren in het woud stond oorspronkelijk op de buitenste hoek van het speelveld in de oksel van het gebouw. Het beeld “De vogel” van Aart van den IJssel, gelegen nabij de zandbank van de mytylschool, is inmiddels verdwenen.
Bezocht
Jojanneke Clarijs, 13-08-2012, exterieur en interieur Kiki Zagt, 02-04-2012, exterieur en interieur mytylschool
Overige
De beelden zijn voorbeelden van de Nieuwe Haagse School, een stroming in de beeldende kunst uit de jaren 1950-1960 in Den Haag. Deze kunstbeweging zette zich af tegen Cobra en was sterk beïnvloed door de Parijse beeldende kunst uit die tijd. De kunstenaars werkten zowel modern figuratief als abstract. Het beeld dieren in het woud is van de Nederlandse beeldhouwer Rudi Rooyackers (Jakarta 1920-Den Haag 1998). Rooyackers was docent en adjunctdirecteur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag en lid van diverse kunstenaarsverenigingen. Hij wordt gerekend tot de Nieuwe Haagse School en maakte zowel figuratief als abstract werk. Veel van zijn werk staat in de openbare ruimte. De vis (en de vogel) zijn van Aart van den IJssel (Den Haag 1922-Voorburg 1983). Hij was een leerling van Rooijackers, docent aan de Vrije Academie van Beeldende Kunsten Psychopolis en lid van diverse kunstenaarsverenigingen. Hij wordt gerekend tot de Nieuwe Haagse School en maakte veel dierenbeelden. Zijn werken staan vaak in de openbare ruimte.
Monument: Arnhem, Bio Herstellingsoord, fietsenstalling en trafohuis
REGISTER Monumentnummer Identificatienummer Basisregistratie
0202100000246953 (trafohuisje) 0202100000228454 (fietsenstalling)
Provincie Gemeente Plaats Straat/huisnummer Postcode Kadastrale aanduiding Datum inschrijving in register beschermde monumenten Datum, deel en nummer van inschrijving in openbare registers Aanduiding of korte omschrijving
Gelderland Arnhem Arnhem Wekeromseweg 8 6816 VC ARNHEM H 1326
Complexonderdeel van complex [naam of complexnummer]
Bio Herstellingsoord
Transformatorgebouw en fietsenstalling (6)
KENNIS: FEITEN Oorspronkelijke functie Typologie Huidige functie (met jaartal) Naam object Stijl/stroming Bouwtijd (ook de planfase)
Architect(en)/ontwerper(s)
Uitvoerder (aannemer e.d.) Opdrachtgever Exterieur gebouw, constructietechniek
Boerderij, molen, bedrijf Handel, kantoren, opslag, transport Transformatorgebouw Rijwielstalling Transformatorgebouw (2012) Werkplaats (2012)
functionalisme 1952-ca.1958 (ontwerp); ca.1957-1962 (bouw en afwerking); 23-06-1960 (opening) Dr. Jacobus Johannes Pieter Oud (Purmerend 1890Wassenaar 1963), projectarchitect. Ir. Hendrik Emile (Hans) Oud (Rotterdam 1919Hemelum 1996), adviserend medewerker, bureauarchief en tweede uitvoerend architect. Aannemersbedrijf G.W.J. Sanders uit Arnhem: bouw Schildersbedrijf Leunen: het schilderswerk. Stichting Bio-Vacantieoord Trafohuisje: Wit geglazuurde handvormsteen van de firma Tiglia Tegelen. Betonnen latei boven de ijzeren deuren. Fietsenstalling: Houten gevelbekleding
Interieur/indeling Interieur/afwerking Stedenbouwkundige ligging, situering
Fietsenstalling: aan de rechterzijde van de ingang van het terrein. Trafohuisje: aan de linkerzijde van de ingang van het terrein
Archeologische relevantie ondergrond
Kunstwerken/orgels/ gedenktekens/meubels die onderdeel zijn van het monument Groen erfgoed: aanleg/beplanting Geschiedenis Roerende objecten van belang voor het gebouw
Relevante wijzigingen
De dakoverstekken van de fietsenstalling zijn later dichtgezet.
Bezocht
Jojanneke Clarijs, 13-08-2012, exterieur
Overige
De voormalige fietsenstalling is nu als werkplaats in gebruik. Het gebouw verkeert in zeer slechte staat.