Mo onteve erdi’ss ande ere Ma ariave esperss
Monteveerdi’s andere re Mariavesp spers Vesperss In stadskeerken en kloosterss werd de dag in a acht afzonderlijke gebedsdiensten o of ʹgetijdenʹ v verdeeld. De vesp per is een van de b belangrijkste getijden van de dag en n wordt bij zzonsondergang gevierd. Vesperdieensten hebben een n vaste opbouw, die deels aafhangt van het keerkelijk jaar. De belangrijkste onderdelen zijn: vijf psalmen m met antifonen, een n hymne en de loffzang van Maria (h het Magnificat) met antifo oon en gebeden. D De tekst van de an ntifonen en gebedeen sluit meestal aan bij hett kerkelijk jaar of h het feest van de d dag.
De barok k In de meeste kerken van heet 17 ‐eeuwse Italië werd als kerkm muziek alleen het eenstemm mige gregoriaans g gezongen. In de keerken van de grotte steden en van vorstenho oven echter was daaarnaast ook meeerstemmige kerkm muziek te horen. Vooral op p kerkelijke feestdaagen werden de d diensten met comp plexere muziek opgeluisteerd. Op dit soort d dagen werden naa ast de hoogmis oo ok de vespers druk bezocht, een het is dan ook n niet verwonderlijk k dat veel compon nisten voor deze dienst mu uziek schreven. Gedurend de de 16e eeuw haad de Franco‐Vlaa amse contrapuntissche stijl met zijn kunstige sstemmenweefsels in de kerkmuziek k een hoogtepunt bereikt, maar in de decenn nia rond 1600 vond d er in Italië een sstilistische omslag g plaats. Componissten gingen meer en meer op zoek n naar middelen om m het expressieve gehalte vaan hun muziek te vergroten. Het uiitdrukken van meenselijke emoties en het voeelbaar maken van de gekozen teksten weerd steeds belangrijker. Grotere beezettingen, het toeevoegen van instrumen nten, moderne harrmonieën, solo‐stemm men, het ontstaan n van recitatief een basso continuo o... al deze nieuwe eleementen leidden tot een nieuwe stiijl, die ʹSeconda Pratticaʹ werd genoemd. Het is belangrijk op te merken daat de oude Franco o‐Vlaamse stijl – de ʹP Prima Pratticaʹ – n niet werd verguisd. Nog lange tijd bleeven componistten van kerkmuziiek schrijven in de tweee verschillende stiijlen, en dat geldt zekeer voor de hoofdco omponist van dit concert: Claudio Mo onteverdi. e
Qu uinte essens
o.l.v. O Onno va an Ameij ijde 2015 Zeist (Sionsk kerk), zaterdag 14 4 november, 16.3 30 uur Soest (Oude Kerk), zondag 22 2 november, 15.3 30 uur Wierrden (Gereforme eerde Kerk), zate erdag 28 november, 20.00 uur
www w.quintessense ensemble.nl
Vespers in Venetië Na een moeizame carrière aan het hof van Mantua werd Monteverdi in 1613 aangenomen als maestro di capella aan de prestigieuze San Marco basiliek te Venetië. Na aankomst vanuit Mantua – na beroofd zijn door struikrovers – ging hij aan de slag met het oppoetsen van het plaatselijke koor en ensemble, het uitbreiden van de bibliotheek en met zijn hoofdtaak: het componeren en dirigeren van de muziek voor hoogtijdagen. Op deze dagen werden de vesperdiensten in de San Marco voorafgegaan door groots opgezette processies met veel pracht en praal. De geestelijkheid, ambassadeurs, de pauselijke nuntius, de Doge en de Senaat, allen in schitterende gewaden, schreden van het Dogenpaleis naar de westelijke deur van de basiliek, waar majestueuze muziek hen verwelkomde. Monteverdi’s andere Mariavespers De vespermuziek op dit concert is samengesteld uit muziek van Monteverdi die gebundeld werd uitgegeven in de Selva morale e spirituale (1641) en vooral de postuum uitgebrachte Messa a quattro voci, e Salmi (1650). Om de lengte van ons programma binnen de perken te houden kozen we voor twee delen kortere zettingen van tijdgenoten van Monteverdi. De antifoonteksten komen uit een 17e‐eeuws Amsterdams Antifonarium getiteld ʹGemeene feestdagen van de Allerheiligste Maagd Mariaʹ. Het gregoriaans wordt uitgevoerd in vaste notenwaarden, zoals opgetekend in dit antifonarium. Vóór elke psalm en het Magnificat wordt een gregoriaanse antifoon gezongen, maar de antifoon na de psalm kon vervangen worden door andere passende muziek. Bij de psalmen kozen wij hierbij voor instrumentale muziek van Monteverdi en Giovanni Picchi (1572‐1643). De gebeden na het Magnificat laten wij in ons concert weg, maar i.p.v. de antifoon na het Magnificat zingen twee sopranen Monteverdi’s motet Sancta Maria, dat ook de functie van een gebed kan vervullen.
Enkele hoogtepunten De psalmen Laudate pueri en Lauda Jerusalem zijn geschreven in de oude stijl. Een continue stroom van themaʹs volgt elkaar op, maar de muziek heeft ook een modern tintje. Dixit Dominus en vooral Nisi Dominus zijn daarentegen duidelijk in de nieuwe stijl geschreven. Vrijwel iedere tekstregel krijgt een unieke en soms experimentele behandeling, waardoor de muziek bijzonder afwisselend en contrastrijk is. Ondanks deze bonte afwisseling van technieken wist Monteverdi een samenhangend muziekstuk te schrijven met een duidelijk verloop. Deze samenhang is in het werk van zijn tijdgenoten minder sterk aanwezig. Het Laetatus sum van Freddi en het Magnificat van Merula zijn eenvoudiger van structuur, maar daardoor niet minder verrassend om te horen.
Quintesssens is opgerich ht in 1992 en verzzorgt jaarlijks onder leiding van een n gastdirigent concerten gegeven met een bezetting voor za angers en instrum mentalisten. Op onze webssite www.quintesssensensemble.nl v vindt u hierover n nadere bijzonderh heden. Voor het p programma van diit jaar bestaat Quiintessens uit een ensemble van twaalf vocalee stemmen, twee b blokfluiten, dulciaaan, twee violen, altviool, ceello, klavecimbel en orgel. Sopraan: Ingrid d Wage, Felicia va an der Maden, Lid da Wels Alt: Saskia K Kruysse, Liesbeth V Verweij, Truus Harkes Tenor: Hans Erbrink, Gert M. Knepper, Rens Biijma Bas: Jan Willem Dijkens, Martijn ten Velden, Kees Hoezen Blookfluit: Marjoke v van Die, Gerdien T Tanja, Susanne Ku uhnemann Dulciaan: Katrien n Haije, Viool/altviool: Michel Oey, Frans Boend dermaker, Christiaan Jünemann Cello: Judith vaan der Werf, Klaveecimbel: Martine V Visser, Orgel: Henk van Zonneveld (Zeist), Jan Jansen (Soest,, Wierden) D Dirigent: Onno van n Ameijde
Onno van Ameijde n Na een n gedegen muzika ale opvoeding mett zang, klarinet en muziek ktheorie in zijn geeboorteplaats Tiel voltooide Onno van Am meijde in 2005 zow wel de opleiding K Koordirectie bij docent t Rob Vermeulen a aan het Utrechts cconservatorium, als een n universitaire opleiding Muziekweetenschap aan de universsiteit van Utrecht. Als dirrigent en zanger iss Onno werkzaam m geweest bij diversee kamerkoren en p projectkoren in Nederland. Momen nteel is hij als vastte dirigent verbon nden aan kamerk koor Elnósequé in n Nijmegen, en weerkt hij als coach voor verscchillende vocale eensembles en projeectkoren. Als musiccoloog is Onno zess jaar verbonden g geweest bij het Co ombattimento Consort A Amsterdam o.l.v. JJan Willem de Vriiend. Na de oprich hting van Ovamus – film & m muziek is Onno alss filmmaker en fo otograaf actief bij eensembles als het Nederland ds Kamerkoor, dee Organisatie Oud de Muziek, de koo orbiënnale Haarlem een andere muziek kfestivals. Sinds tw wee jaar verzorgt O Onno de gefilmdee interviewss en achtergrondeen bij het ambitieu uze All of Bach prroject van de Nederland dse Bachverenigin ng.
Programma en teksten
1. Intrada Claudio Monteverdi, Sinfonia a 5 Uit: Tempro la Cetra, 6e madrigaalboek, 1619
Instrumentaal (5‐stemmig)
2. Intonatie Lodovico Viadana, Domine ad adjuvandum 1611 Vocaal, continuo (5‐stemmig) V. Deus in adjutorium meum intende. R. Domine ad adjuvandum me festina. Gloria Patri, et Filio, et Spiritui Sancto, sicut erat in principio, et nunc, et semper et in saecula saeculorum. Amen God, kom mij te hulp. Heer, haast u om mij te redden. Eer aan de Vader, en de Zoon, en de Heilige Geest zoals het was in het begin, nu, en altijd, en in de eeuwen der eeuwen, Amen. (Psalm 70:2, Klein Gloria)
3. Eerste Psalm 3a. Antiphona 1: Dum esset Rex Gregoriaans Dum esset rex in accubitu suo, nardus mea dedit odorem suavitatis. Terwijl de koning in zijn slaapkamer was, gaf mijn nardusolien een zoete geur. (Hooglied 1: 11 /4,12)
3b. Psalmus 1: Claudio Monteverdi, Dixit Dominus uit: Messa a quattro voce, e Salmi, 1650 Tutti, (8‐stemmig) Dixit Dominus domino meo: Sede a dextris meis, donec ponam inimicos tuos scabellum pedum tuorum. Virgam virtutis tuae emittet Dominus ex Sion: dominare in medio inimicorum tuorum. Tecum principium in die virtutis tuae in splendoribus sanctorum: ex utero ante lucifero genui te. Juravit Dominus,et non poenitebit eum: tu es sacerdos in aeternum secundum ordinem Melchisedech. Dominus a dextris tuis: confregit in die irae suae reges. Judicabit in nationibus, implebit ruinas: conquassabit capita in terra multorum. De torrente in via bibet: propterea exaltabit caput. Gloria Patri, ...
De Heer sprak tot mijn heer: Zet u aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gelegd heb als een voetbank voor uw voeten. De Heer strekt van Sion uw machtige scepter uit, zodat u zult heersen temidden van uw vijanden. Bij u ligt de heerschappij, op de dag van uw kracht, in de glans der heiligen; Uit de schoot heb ik u voortgebracht vóór de morgenster. De Heer heeft gezworen en het zal Hem niet spijten: Gij zijt priester voor eeuwig, naar de wijze van Melchisedek. De Heer is aan uw rechterhand. Hij verpletterde koningen op de dag van zijn toorn; Hij zal gericht houden onder de heidenen, instortingen bewerkstelligen, hoofden samenstoten in het land van velen. Onderweg zal hij drinken uit de beek; daarom zal hij zijn hoofd opheffen. Eer aan de vader …. (Psalm 110, Klein Gloria)
3c. In de plaats van antifoon 1: Ritornello 1, Claudio Monteverdi Uit: L’Incoronazione di Poppeia, 1642
Instrumentaal (4‐stemmig)
4. Tweede Psalm 4a. Antiphona 2: Laeva ejus Gregoriaans Laeva ejus sub capite meo : et dextera illius amplexabitur me. Zijn linkerarm is onder mijn hoofd, en zijn rechterarm zal mij omarmen. (Hooglied 2:6)
4b. Psalmus 2 :Claudio Monteverdi, Laudate pueri uit: Messa a quattro voce, e Salmi, 1650 Vocaal, continuo (5‐stemmig) Laudate, pueri, Dominum: laudate nomen Domini. Sit nomen Domini benedictum, ex hoc nunc, et usque in saeculum. A solis ortu usque ad occasum,laudabile nomen Domini. Excelsus super omnes gentes Dominus, et super caelos gloria ejus. Quis sicut Dominus, Deus noster, qui in altis habitat et humilia respicit in caelo et in terra? Suscitans a terra inopem, et de stercore erigens pauperem, ut collocet eum cum principibus populi sui; Qui habitare facit sterilem in domo, matrem filiorum laetantem. Gloria Patri, ...
Looft, gij knechten, de Heer, looft de naam des Heren. De naam des Heren zij geprezen van nu aan tot in eeuwigheid. Vanwaar de zon opgaat tot waar zij ondergaat, zij de naam des Heren geprezen. Verheven boven alle volken is de Heer, boven de hemelen is zijn heerlijkheid. Wie is als de Heer, onze God, die woont in de hoge, en neerziet op het nederige, in de hemel en op de aarde? Die de geringe opricht uit het stof, de arme omhoog heft uit de drek, om hem te doen zitten bij de edelen van zijn volk; die de onvruchtbare doet wonen in een huis, als een blijde moeder van kinderen. Eer aan de Vader … (Psalm 113, Klein Gloria)
4c. Ritornello 2, Claudio Monteverdi: Uit: Il Ritorno d’Ulysse, 1640
Instrumentaal (5‐stemmig)
5. Derde Psalm 5a. Antiphona 3: Nigra sum Gregoriaans Nigra sum sed formosa, filiae Jerusalem: ideo dilexit me rex, et introduxit me in cubiculum suum. Ik ben zwart, maar mooi, dochters van Jeruzalem: daarom heeft de Koning mij bemind, en naar zijn slaapkamer gebracht. (naar Hooglied 1: 5, 4)
5b. Psalmus 3: Amadio Freddi, Laetatus sum 1616
Tutti (7‐stemmig) Lætatus sum in his quæ dicta sunt mihi: In domum Domini ibimus. Stantes erant pedes nostri in atriis tuis, Jerusalem. Jerusalem, quæ ædificatur ut civitas, cujus participatio ejus in idipsum. Illuc enim ascenderunt tribus, tribus Domini testimonium Israël, ad confitendum nomini Domini. Quia illic sederunt sedes in judicio, sedes super domum David. Rogate quæ ad pacem sunt Jerusalem, et abundantia diligentibus te. Fiat pax in virtute tua, et abundantia in turribus tuis. Propter fratres meos et proximos meos, loquebar pacem de te. Propter domum Domini Dei nostri, quæsivi bona tibi. Gloria Patri, …
Ik was verheugd over wat er mij gezegd is: We zullen naar het huis des Heren gaan. Onze voeten stonden in uw binnenplaatsen, Jeruzalem. Jeruzalem, dat wordt gebouwd als een stad, waar ieder zal binnenkomen; Want daarheen gingen de stammen, de stammen des Heren; het is een voorschrift voor Israël de naam des Heren te loven. Want daar stonden de rechtersstoelen, de stoelen van het huis van David. Bidt Jeruzalem toe al wat vrede brengt: en overvloed voor wie u beminnen; vrede zij binnen uw muur, rust in uw burchten. Moge er vrede zijn in uw kracht, en overvloed binnen uw torens. Omwille van mijn broeders en mijn naasten riep ik vrede over u af. Omwille van het huis van de Heer onze God heb ik het oede voor u gezocht. Eer aan de Vader … (Psalm 122, Klein Gloria)
5c. In de plaats van antifoon 3: Ritornello 3, Claudio Monteverdi: Uit: Il Ritorno d’Ulysse, 1640
Instrumentaal (5‐stemmig)
6. Vierde Psalm 6a. Antiphona 4: Jam hiems transiit Gregoriaans Jam hiems transiit; imber abiit, et recessit. Surge amica mea, et veni. De winter is al voorbij, de regen is verdwenen en weggetrokken. Sta op, mijn liefste, en kom. (Hooglied 2: 11,10)
6b. Psalmus 4: Claudio Monteverdi, Nisi Dominus uit: Messa a quattro voce, e Salmi, 1650 Tutti, (6‐stemmig) Nisi Dominus ædificaverit domum, in vanum laboraverunt qui ædificant eam. Nisi Dominus custodierit civitatem, frustra vigilat qui custodit eam. Vanum est vobis ante lucem surgere: surgite postquam sederitis, qui manducatis panem doloris. Cum dederit dilectis suis somnum, ecce hæreditas Domini, filii; merces, fructus ventris. Sicut sagittæ in manu potentis, ita filii excussorum. Beatus vir qui implevit desiderium suum ex ipsis: non confundetur cum loquetur inimicis suis in porta. Gloria Patri, …
Als de Heer het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan; als de Heer de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter. Het is voor u tevergeefs om vóór het licht op te staan: sta op als u bent uitgerust, gij die brood der smarten eet. Want Hij geeft zijn beminden de slaap. Zie, zonen zijn een erfdeel des Heren, een beloning is de vrucht van de schoot. Als pijlen in de hand van een held, zo zijn de zonen der jeugd. Welzalig de man die zijn verlangen daarmee heeft gevuld. Hij zal niet beschaamd worden wanneer hij zal spreken met de vijanden in de poort. Eer aan de Vader (Psalm 127, Klein Gloria)
Hij gaf uw gebied vrede, Hij verzadigt u met tarwebloem. Hij zendt zijn bevel op de aarde, zijn woord loopt zeer snel; Hij geeft sneeuw als wol, Hij strooit nevel als as, Hij werpt zijn ijs als stenen; wie zal het uithouden in zijn koude? Hij zendt zijn woord en doet ze smelten, Hij doet zijn wind waaien, en het water stroomt Hij maakt Jakob zijn woorden bekend, Israël zijn inzettingen en zijn verordeningen. Aldus heeft Hij aan geen enkel volk gedaan, en hun zijn verordeningen niet bekend gemaakt. Eer aan de Vader … (Psalm 147: 12‐20, Klein Gloria)
6c. In de plaats van antifoon 4: Ritornello 4, Claudio Monteverdi
7c. In de plaats van antifoon 5: Giovanni Picchi, Canzon Decima Settima (A Doi Chori)
Uit: L’Incoronazione di Poppeia, 1642
uit: Canzoni di Sonar (1625)
Instrumentaal (4‐stemmig)
7. Vijfde Psalm 7a. Antiphona: Speciosa facta es Gregoriaans Speciosa facta es, et suavis in deliciis tuis, Sancta Dei Genetrix. U bent schoon, en lieflijk door uw bekoorlijkheden, heilige moeder Gods.
7b. Psalmus 5: Claudio Monteverdi, Lauda Jerusalem uit: Messa a quattro voce, e Salmi, 1650 Vocaal, continuo (5‐stemmig) Lauda, Jerusalem, Dominum; lauda Deum tuum, Sion. Quoniam confortavit seras portarum tuarum; benedixit filiis tuis in te. Qui posuit fines tuos pacem, et adipe frumenti satiat te. Qui emittit eloquium suum terræ: velociter currit sermo ejus. Qui dat nivem sicut lanam; nebulam sicut cinerem spargit. Mittit crystallum suam sicut buccellas: ante faciem frigoris ejus quis sustinebit? Emittet verbum suum, et liquefaciet ea; flabit spiritus ejus, et fluent aquæ. Qui annuntiat verbum suum Jacob, justitias et judicia sua Israël. Non fecit taliter omni nationi, et judicia sua non manifestavit eis. Gloria Patri, … Jeruzalem, loof de Heer, Sion, loof uw God. Want Hij maakte de grendels van uw poorten sterk, Hij zegende uw kinderen in uw midden;
Instrumentaal, (8‐stemmig)
8. Hymne 8a. Capitulum: Ab initio Gregoriaans V. Ab initio ante saeculum creata sum et usque ad futurum saeculum non desinam et in habitatione sancta coram ipso ministravi. R. Deo gratias. Van het begin, van vóór de tijd, ben ik geschapen, en in eeuwigheid zal ik niet ophouden te bestaan. In de heilige woning deed ik dienst in zijn aanwezigheid. God zij dank. (Jezus Sirach 24:10, 11, apocrief)
8b. Hymne: Claudio Monteverdi: Ave Maris stella uit: Selva morale et spirituale, 1641 3 tenoren, instrumenten (6‐stemmig) 1. Ave maris stella, Dei mater alma, atque semper Virgo, felix coeli porta. 2. Sumens illud Ave Gabrielis ore, funda nos in pace, mutans Evae nomen. 7. Sit laus Deo Patri, summo Christus decus, Spiritui Sancto tribus honor unus. Amen. 1. Wees gegroet, sterre der zee, milde Moeder Gods, en altijd Maagd, zalige poort des hemels. 2. Gij die dit Ave uit de mond van Gabriel mocht vernemen, grondvest ons in de vrede door de naam van Eva om te keren. 7. Lof zij aan God de Vader, roem aan Christus de Allerhoogste, en aan de Heilige Geest; aan alle drie gelijke eer. Amen (tekst o.a. toegeschreven aan Saint Venantius Fortunatus, 6e eeuw)
8c. Versiculum: Dignare Gregoriaans Dignare me laudare te, Virgo sacrata, da mihi virtutem contra hostes tuos. Maak mij waardig om u te loven, heilige Maagd, geef mij kracht tegen uw vijanden.
9. De lofzang van Maria 9a. Antiphona: Beata mater Gregoriaans Beata Mater, et intacta Virgo, gloriosa Regina mundi, intercede pro nobis ad Dominum. Gezegende Moeder, en ongerepte Maagd, roemrijke Koningin van de wereld, kom voor ons tussenbeide bij de Heer.
9b. Canticum: Tarquinio Merula, Magnificat 1639
Tutti (12‐stemmig) Magnificat anima mea Dominum. Et exultavit spiritus meus in Deo salutari meo. Quia respexit humilitatem ancillae suae: Ecce enim ex hoc beatam me dicent omnes generationes. Quia fecit mihi magna qui potens est: et sanctum nomen eius. Et misericordia eius a progenie in progenies timentibus eum. Fecit potentiam in brachio suo: dispersit superbos mente cordis sui. Deposuit potentes de sede, et exaltavit humiles. Esurientes implevit bonis: et divites dimisit inanes. Suscepit Israel puerum suum recordatus misericordiae suae. Sicut locutus est ad patres nostros, Abraham et semini eius in saecula. Gloria Patri … Mijn ziel maakt groot de Heer, en mijn geest heeft zich verblijd over God, mijn Heiland, omdat Hij heeft omgezien naar de lage staat zijner dienstmaagd. Want zie, van nu aan zullen mij zalig prijzen alle geslachten, omdat grote dingen aan mij gedaan heeft de Machtige. En heilig is zijn naam, en zijn barmhartigheid van geslacht tot geslacht voor wie Hem vrezen. Hij heeft een krachtig werk gedaan door zijn arm, en Hij heeft hoogmoedigen verstrooid door de instelling van zijn hart; Hij heeft machtigen van de troon getsoten en eenvoudigen verhoogd,
hongerigen heeft Hij met goederen vervuld en rijken heeft Hij met lege handen weggestuurd. Hij heeft Zich Israël, zijn knecht, aangetrokken, gedachtig zijn barmhartigheid, zoals Hij gesproken heeft tot onze vaderen: Abraham en zijn nageslacht in eeuwigheid. Eer aan de Vader … (Lucas 1:46‐55, Klein Gloria)
9c. In de plaats van de antifoon : Claudio Monteverdi, Sancta Maria uit: Promptuarum musicum, ed. Donfrid, 1627 2 sopranen, continuo Sancta Maria, succurre miseris, iuva pusillanimes, refove fletiles, ora pro populo, interveni pro clero, intercede pro devoto femineo sexu: sentiant omnes tuum iuvamen, quicunque celebrant tuam sanctam commemorationem. Heilige Maria, kom de hulpelozen te hulp, help degenen zonder vertrouwen, troost de bedroefden, bid voor het volk, kom tussenbeide voor de geestelijken, bemiddel voor de toegewijde vrouwen, mogen allen uw hulp ervaren die uw heilige herdenking vieren.
10. Benedictio 10a. Zegen: Benedicamus Domio
Gregoriaans
Benedicamus in laudem Jesu, qui suae matri Mariae benedixit in aeternum, Domino. Laat ons de Heer zegenen tot lof van Jezus, die zijn moeder Maria in eeuwigheid zegende.
10b. In de plaats van Deo Gratias: Claudio Monteverdi, Exultent caeli (extract) uit: Arie de diversi, ed. Alessandro Vincenti, 1634 Tutti (5‐stemmig) Exultent caeli et gaudeant angeli, jubilent omnes, jubilent hodie, canentes populi in organo laetitiae, in citharis et choris. O Maria mater gratiae, mater misericordiae. Sola fuisti digna portare talentum mundi. Laten de hemelen zich verblijden, laten de engelen zich verheugen, Laten alle volken juichen, vandaag juichen, zingend op het instrument der vreugde, met cithers en reidansen. O Maria, moeder van genade, moeder van barmhartigheid. Alleen u was waardig het gewicht van de wereld te dragen.