MONTESSORISCHOOL DE PETTEFLET ‘Eigen-wijs in onderwijs’
SCHOOLSPECIFIEK ZORGPLAN 2011-2015
INHOUDSOPGAVE SCHOOLSPECIFIEK ZORGPLAN Inleiding
3
Hoofdstuk 1 Zorg en begeleiding op de Petteflet 1.1 De 1-zorgroute 1.2 Vier zorgniveaus 1.3 Looproute zorg 1.4 Opbrengsten 1.5 Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen in de school 1.6 De rol van de intern begeleider
4 4 7 7 7
Hoofdstuk 2 2.1
2.2 2.3
Begeleiding van leerlingen met Specifieke onderwijsbehoeften Begeleiding van en voorzieningen voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften en leerlingen met leerlinggebonden budget Ontwikkelingsperspectief Onderwijs aan zieke leerlingen
8 9
10
10 10 11
Hoofdstuk 3 We doen het niet alleen 3.1 Weer Samen Naar School – WSNS Tilburg 3.2 Speciaal Basisonderwijs Westerwel 3.3 Regionaal Expertisecentrum Midden-Brabant 3.4 Schoolmaatschappelijk werk 3.5 GGD 3.6 Andere externe ondersteuning 3.7 Uitgangspunten bij ondersteuning buiten school
12 12 13 13 14 15 15
Hoofdstuk 4 Protocollen 4.1 Onze protocollen 4.2 Protocol toetsafname en toetsinvoer 4.3 Protocol dossiervorming en overdracht 4.4 Protocol doubleren en versnellen 4.5 Protocol dyslexie 4.6 Protocol meer- en hoogbegaafdheid
18 18 18 19 21 23 25
Hoofdstuk 5
Beleidsdoelen zorg vanuit het meerjaren schoolplan
15
26
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 2
INLEIDING Voor u ligt het meerjaren schoolspecifiek zorgplan 2011-2015 van Montessorischool de Petteflet. De Petteflet is een innovatieve Montessorischool, waar gewerkt wordt vanuit de principes van Maria Montessori. Hierbij wordt een nadrukkelijke vertaalslag gemaakt naar deze tijd. Onderwijzend personeel, en dus ook het team van de Petteflet, gaat om met het grootste goed van andere mensen, namelijk hun kinderen. Voor die kinderen willen ouders/verzorgers het beste en dat is vanzelfsprekend. Zij kiezen voor gezond eten, bekijken kritisch het programma-aanbod op televisie, zorgen voor goede schoenen en prettig zittende kleding, maar boven alles geven zij hun kind aandacht en liefde. Zij maken bewuste en weloverwogen keuzes voor hun kind. Om die reden hebben zij hoge verwachtingen van de school en dat mag ook! Dit geldt natuurlijk ook voor de zorg. Binnen het onderwijs op de Petteflet willen wij tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Dit betekent dat wij ons onderwijs en de zorg afstemmen op die onderwijsbehoeften. Op welke manier wij dit vormgeven is weergegeven in dit schoolspecifiek zorgplan. In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op de inrichting van de zorg en begeleiding op de Petteflet. Hoofdstuk 2 schetst de begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Welke externe partijen betrokken zijn bij het realiseren van zorg op maat is te lezen in hoofdstuk 3. Alle protocollen waarbinnen afspraken rondom zorg op de Petteflet zijn vastgelegd, zijn opgenomen in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 tenslotte hebben de beleidsdoelen zorg vanuit het meerjaren schoolplan een plek gekregen.
Heidi Baars – intern begeleider Montessorischool de Petteflet Antoinette Willemsen – directeur Montessorischool de Petteflet
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 3
HOOFDSTUK 1 ZORG EN BEGELEIDING OP DE PETTEFLET In ons onderwijs staan onderwijsbehoeften van leerlingen centraal. Onderwijs is enerzijds afstemmen op onderwijsbehoeften en anderzijds handelingsgericht en planmatig omgaan met verschillen tussen leerlingen. Om dit te bereiken werken wij met de 1-zorgroute en gaan we uit van vier zorgniveaus. Op deze manier geven wij richting aan passend onderwijs op de Petteflet. 1.1 De 1-zorgroute Leerlingen verschillen in de mate waarin en de manier waarop ze zorg nodig hebben. De individuele onderwijsbehoeften worden zoveel mogelijk geclusterd en verwerkt in een groepsaanbod. Er wordt gewerkt vanuit groepsplannen. Onderwijsbehoeften formuleren we door aan te geven wat een kind nodig heeft om de volgende stap in zijn ontwikkeling te kunnen zetten. De 1-zorgroute streeft naar een verschuiving van reactief naar proactief denken. In plaats van vooral achteraf te bekijken of een kind de doelen behaald heeft (bijvoorbeeld door te toetsen) en te „repareren‟ als dit niet het geval blijkt te zijn, hanteert de 1-zorgroute een werkwijze waarbij de leerkracht vooraf nadenkt over wat een kind nodig heeft om de gestelde doelen te bereiken. Ouders nemen een belangrijke positie in binnen de 1-zorgroute. Ouders en leerkrachten hebben een gezamenlijk doel: ze willen het beste voor het kind. In het schooljaar 2010-2011 is het team gestart met scholing rondom de 1zorgroute om de groepsplannen in de groepen gestalte te geven. 1.2
Vier zorgniveaus Zorgniveau 1 – goed onderwijs in de groep Zorgniveau 2 – extra zorg in de groep Zorgniveau 3 - specifieke interventies binnen de school door zorgspecialisten intern en extern Zorgniveau 4 - Verwijzing naar een andere onderwijssetting omdat de grenzen van de zorg worden overschreden en de Petteflet niet aan de zorgplicht kan voldoen.
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 4
Iedere leerkracht heeft de volgende basishouding: De leerkracht is rolmodel De leerkracht is positief en heeft hoge verwachtingen Is geduldig, beslist en consequent Werkt constructief samen met ouders Vraagt om feedback, reflecteert en experimenteert Zorgniveau 1 Leerkrachten leveren passend onderwijs en leveren daarmee een cruciale bijdrage aan een positieve ontwikkeling van leerlingen op het gebied van leren, werkhouding en sociaalemotioneel functioneren. Met andere woorden: het is de leerkracht die er toe doet. De leerkracht laat zien dat hij/zij: een kwalitatief goede instructie kan geven; kennis heeft van de leerlijnen en de referentieniveaus; gerichte feedback kan geven; kwalitatief goede methoden en materialen gebruikt en in staat is om hierbij nadrukkelijk geschikte Montessorimaterialen in te zetten; goed zicht heeft op de onderwijsbehoefte van alle leerlingen en daar doelgericht op in kan spelen, middels het werken met groepsplannen; een voorbereide en stimulerende leeromgeving creëert en daarbij gebruik maakt van goed klassenmanagement. De leerkrachten stemmen de verschillende onderwijsbehoeften van leerlingen af binnen een groepsplan. Zorgniveau 2 We willen het onderwijs doelgericht en effectief af stemmen op de verschillende onderwijsbehoeften van alle leerlingen door het creëren van een uitdagende en kwalitatief goede leeromgeving. De leerkracht laat naast de basishouding zien dat hij/zij: vroegtijdig kan signaleren en interveniëren; kan variëren in instructie en leertijd; zorgt voor een optimale en effectieve leertijd voor alle leerlingen; voor alle leerlingen toetsbare streefdoelen formuleert; prioriteiten kan stellen. Dit alles is terug te zien in het groepsplan. Zorgniveau 3 Als een leerling herhaald onvoldoende profiteert van een groepsplan, wordt de leerling aangemeld voor de leerlingbespreking (zie onderstaande looproute). Om leerlingen aan te melden wordt een groeidocument ingevuld. Tijdens de leerlingbespreking staan de volgende vragen centraal: 1. Wat gaat goed en wat moeilijk? 2. Hoe zou het kunnen komen dat de situatie nu zo is? 3. Weten we al genoeg om de vragen te beantwoorden? 4. Wat betekent de analyse voor de aanpak? 5. Wat zijn de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht? Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 5
6. Wie doet wat, waarom, hoe en voor wanneer? De leerlingbespreking wordt gevoerd binnen het interne zorgteam. De samenstelling van dit zorgteam is als volgt: Intern begeleider Schaduw intern begeleider Directeur Medewerker schoolmaatschappelijk werk Ambulant begeleider cluster 3 Jeugdverpleegkundige van de GGD Naast het interne zorgteamoverleg vindt er tweewekelijks een zorgoverleg plaats tussen de intern begeleider en de directeur. Indien mogelijk schuift hierbij de schaduw intern begeleider aan en op uitnodiging ook schoolmaatschappelijk werk, GGD, leerkrachten of zorgspecialist uit de Leertuin. De leerlingbespreking levert een plan van aanpak op wat wordt uitgevoerd in de “Leertuin”. De leertuin is een samenhangend geheel van interventies gebaseerd op wat het kind in een specifieke situatie nodig heeft. De leerlingzorg volgens de Leertuin is zorg bieden dichtbij de reguliere klas setting. Het is gebaseerd op het principe ‘behoeften signaleren’ en ‘clusteren’ en niet op leerlingdiagnose en probleemduiding. Kinderen voelen zich veilig in het besef dat ze met aanvullende instructie en in kleine groepjes niet buiten de boot vallen en weer aansluiting vinden in de klas. De Leertuin is er voor alle leerlingen die extra zorg nodig hebben, of dat nu is op gebied van gedrag, taal, lezen, rekenen of hoogbegaafdheid. De leerkracht weet op welk moment een kind naar de Leertuin gaat, met welk doel en wat er daarna van haar wordt verwacht. Het individueel handelingsplan en groepsplan worden op elkaar afgestemd en er wordt een logboek bijgehouden in Parnassys. Zorgniveau 4 Als de voorgaande stappen van de route, waaronder de begeleiding in de Leertuin, onvoldoende effect hebben, kan het nodig zijn de leerling te verwijzen. Voor een verwijzing naar het Speciaal Basis Onderwijs zijn we momenteel aangewezen op de Permanente Commissie Leerlingzorg (PCL). Voor een verwijzing naar Speciaal Onderwijs op de Commissie van Indicatiestelling. In het kader van Passend Onderwijs en integrale indicatiestelling zal een en ander echter veranderen. Verwijsgegevens SBO vanuit de Petteflet:
percentage
2005 3,79
2006 3,89
2007 4,05
2008 3,09
2009 3,77
2010 3,60
2011 2,94
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 6
1.3 Looproute zorg Om de bewegingen binnen de vier zorgniveaus zuiver te laten verlopen, hanteren we deze looproute:
1.4 Opbrengsten Met het bovenstaande streven wij naar de volgende opbrengsten in 2015: De uitslagen met betrekking tot de CITO-eindtoets zijn minimaal conform de eisen van de Inspectie. We streven een score na van 537. Alle leerlingen doen mee aan de CITO-eindtoets, met uitzondering van de leerlingen die naar het praktijkonderwijs gaan en waarvoor een ontwikkelingsperspectief is vastgesteld. De eindopbrengsten van deze leerlingen worden gemeten via de niveautoets. 55 % van de leerlingen krijgt een HAVO of VWO advies. Niet meer dan 15 % van de leerlingen krijgt een basis- of kaderadvies. De leerlingen functioneren in het vervolgonderwijs naar verwachting. Het percentage leerlingen in het derde jaar voortgezet onderwijs dat zonder vertraging op of boven het geadviseerde niveau functioneert is > 75 %. De tussentijdse opbrengsten liggen boven de normen van de inspectie. Dit is zichtbaar op de inspectiekaart van Parnassys. Het gemiddelde percentage leerlingen dat jaarlijks in de groepen 3 t/m 8 blijft zitten is <3%. De kleutergroepverlengingen zijn maximaal 10 % Het deelnamepercentage aan het Speciaal Basisonderwijs is <3 %. Bij tevredenheidsonderzoeken is 80 % van de leerlingen en ouders tevreden. Opbrengsten zeggen iets over onze inspanningen, de kwaliteit van de processen. Met ons werk willen wij bereiken dat onze kinderen nieuwe kennis, vaardigheden en attitudes opdoen, nieuw gedrag leren maar ook dat zij zich tevreden voelen, zich uitgedaagd voelen of plezier ervaren. Opbrengsten en waarderingen bereiken wij ook bij de ouders, het personeel, het bestuur de inspectie en partners waarmee wij samenwerken.
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 7
Wij werken met opbrengsten volgens een vaste cyclus op leerlingniveau, groepsniveau, schoolniveau en bovenschoolsniveau : Vooraf plannen welke opbrengsten wij willen bereiken Het proces plannen, uitvoeren en volgen met het doel voor ogen De opbrengsten meten, vaststellen Analyseren: constateren, verklaringen zoeken Conclusies trekken Een oordeel formuleren Actie(s) plannen
PLAN
ACT
DO
DO
CHECK
1.5 Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen in de school Om leerlingen goed en op basis van hun onderwijsbehoeften te kunnen begeleiden, is het belangrijk dat de ontwikkeling van de leerlingen zorgvuldig wordt gevolgd. Op de Petteflet gebeurt dat door: interactie met leerlingen: al pratend en delend leert een leerkracht veel over de manier waarop een leerling leerstof verwerkt observatie het nakijken van verwerkingsopdrachten die door leerlingen zijn gemaakt het bespreken van gemaakt werk met de leerlingen en het achterhalen van strategieën die door leerlingen zijn gebruikt het analyseren van toetsresultaten van zowel methodegebonden als nietmethodegebonden toetsen het maken van trendanalyses het begeleiden van de leerlingen tijdens de instructie, maar ook tijdens de verwerking van de leerstof Omdat we het op onze school erg belangrijk vinden dat leerlingen mede-eigenaar worden van hun eigen leerproces, worden leerlingen constant uitgedaagd om zelf een vervolgstap te zetten, om zelf te onderzoeken en te ontdekken. De leeromgeving wordt zodanig ingericht dat leerlingen geprikkeld worden om ergens in te duiken, dat leerlingen de behoefte voelen om met een bepaald materiaal aan de slag te gaan en dat leerlingen nieuwsgierig worden naar leerstof of een manier van werken. De leerkracht is in dit proces begeleider en bewaker. Ook vinden wij het op onze school belangrijk dat leerlingen kritisch naar hun eigen fouten leren kijken en ze zelf leren corrigeren. Dit proberen wij o.a. te bereiken door zelfcorrigerend materiaal in te zetten. Montessorimaterialen hebben die eigenschap. Ze worden veelvuldig ingezet. Vanzelfsprekend leren leerlingen altijd eerst van de leerkracht hoe ze het Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 8
Montessorimateriaal kunnen gebruiken. De materialen zijn net als alle andere zaken binnen ons onderwijs middel en geen doel. Alle gegevens die wij over leerlingen verzamelen, op zowel cognitief als sociaal-emotioneel gebied worden digitaal opgeslagen in ons registratiesysteem Parnassys. Binnen dit systeem kunnen we resultaten opslaan, notities maken en tevens is het mogelijk om gegevens uit verschillende andere digitale systemen te koppelen aan onze gegevens. Daarnaast kunnen we op verschillende niveaus de ingevoerde gegevens oproepen en trendanalyses maken. Parnassys is eigenlijk de spil binnen de communicatie over de resultaten, voortgang in ontwikkeling en begeleiding van onze leerlingen. De sociaal-emotionele ontwikkeling van onze leerlingen volgen wij natuurlijk door goed te observeren en in gesprek te gaan met de leerlingen. Daarnaast zullen we dit met ingang van schooljaar 2011-2012 ook middels het observatie-registratie systeem Kijk op kleuters en Kijk op sociale competentie doen. Via een verslag informeren wij ouders over het leerproces en welbevinden van hun kinderen. Met ingang van de nieuwe planperiode gaan we over tot het ontwikkelen van een digitaal verslag. Dit digitale verslag zal driemaal per jaar met de leerlingen meegegeven worden. Naar aanleiding hiervan voeren de leerkrachten oudergesprekken met de ouders/verzorgers. Natuurlijk kunnen alle ouders tussentijds ook afspraken met de leerkracht van hun kind maken, om de ontwikkeling te bespreken. Er zijn ook situaties waarin de leerkracht en/of de intern begeleider aanleiding zien om met de ouders een gesprek aan te gaan. Zij zullen dan het initiatief nemen ouders/verzorgers uit te nodigen. 1.6 De rol van de intern begeleider De directie heeft de eindverantwoordelijkheid voor de organisatie en inhoud van het onderwijs, het schoolteam en de zorgstructuur. Zij staat achter de sterke positie van de IB in de school. Zij maakt dat duidelijk aan het team en laat daarmee zien waar zij voor staat. De directie zal de IB ook stimuleren in haar (vernieuwende) rollen van ‘spil van de zorg’, ‘coach van de leerlkracht’ en ‘schakel tussen school en externe deskundigen’. Zij zal voorwaarden creëren zodat de IB deze rollen goed kan vervullen. We denken hierbij aan zaken als professionalisering, tijd om een en ander uit te proberen en tijd om te overleggen met leerkrachten, leerlingen en ouders.
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 9
HOOFDSTUK 2 BEGELEIDING VAN LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN Iedere leerling is belangrijk op de Petteflet. Sommige van onze leerlingen hebben specifieke onderwijsbehoeften die vragen om heel specifieke begeleiding. Dit willen wij zo goed mogelijk vormgeven. Soms wordt voor deze leerlingen een eigen leerlijn opgesteld en een ontwikkelingsperspectief beschreven. Het kan ook voorkomen dat er een leerlinggebonden budget wordt aangevraagd of externe expertise wordt ingeschakeld. 2.1 Begeleiding van en voorzieningen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en leerlingen met leerlinggebonden budget Het kan voorkomen, dat een leerling ten gevolge van een stoornis of handicap zo specifieke zorg vraagt, dat de mogelijkheden van het samenwerkingsverband te kort schieten. In dat geval biedt mogelijk de Regeling Leerlinggebonden Financiering (een zgn. rugzak) uitkomst. Een rugzak is bedoeld om ouders/verzorgers meer vrijheid te geven in de keuze tussen regulier en speciaal onderwijs voor hun kind. Voordat deze keuze kan worden gemaakt, moet eerst duidelijk zijn of de leerling voor deze regeling in aanmerking komt. Daartoe moeten ouders/verzorgers een verzoek indienen bij de onafhankelijke Commissie voor Indicatiestelling (verbonden aan het REC). Deze commissie beoordeelt op grond van landelijke criteria of een leerling toelaatbaar is tot een speciale school. Wanneer de leerling een ‘indicatie’ krijgt, kunnen de ouders/verzorgers vervolgens een keuze maken tussen een reguliere school of een school voor speciaal onderwijs. Indien de ouders/verzorgers voor de eigen school kiezen, wordt er een leerling gebonden financiering (de rugzak) aangevraagd. Beslist de commissie dat een leerling niet toelaatbaar is, dan blijft het op de reguliere school of gaat het eventueel naar het speciaal basisonderwijs. Een rugzak heeft momenteel een geldigheidsduur van 3 jaar. Indien wenselijk kan verlenging aangevraagd worden. Als de leerling met een rugzak naar de reguliere school gaat, gaan de extra middelen met de leerling mee. De ambulante begeleider stelt een jaarplan op. In het plan staat wat men wil bereiken in het onderwijs aan de leerling. De school is eindverantwoordelijk. Onze school maakt vervolgens een handelingsplan. Dit gebeurt in overleg met de ouders/verzorgers en de (gespecialiseerde) school die de begeleiding gaat verzorgen. Wij streven ernaar om de begeleiding op onze school van leerlingen met een LGF-financiering vanaf het schooljaar 2011-2012 zoveel mogelijk plaats te laten vinden in onze Leertuin (zie paragraaf 1.2 zorgniveau 3). De invoering van Passend onderwijs kan hierin mogelijk verandering brengen. 2.2 Ontwikkelingsperspectief Niet alle leerlingen zijn in staat om aan het einde van de basisschoolloopbaan te voldoen aan de eindtermen. Voor deze groep leerlingen wordt het ontwikkelingsperspectief ontwikkeld. In het SBO is deze werkwijze al bekend, maar binnen het basisonderwijs hebben wij ook de verplichting om in een aantal gevallen een ontwikkelingsperspectief op te stellen. Er wordt dan een individuele leerlijn bepaald voor een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte. Het werken vanuit een ontwikkelingsperspectief levert een bijdrage aan: het vergroten van de opbrengstgerichtheid van het onderwijs (kwaliteitszorg); het doelgericht plannen van het onderwijs aan leerlingen; het maken van beredeneerde keuzes in leerlijnen en onderwijsaanbod; een betere afstemming met ouders en leerling over wat de school wil bereiken; Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 10
een goede overgang naar het voortgezet (speciaal) onderwijs. Op onze school signaleert de leerkracht in samenwerking met de Intern Begeleider de behoeften voor het opstellen van een ontwikkelingsperspectief. Hierbij gelden de volgende criteria: Eindniveau groep 7 zal door de leerling voor een bepaald vakgebied niet behaald worden (criterium inspectie.) Zo’n leerling krijg vaak later een LWOO (leerwegondersteuning) indicatie. De leerling heeft een LGF of SBO beschikking. Voor de leerling bestaat de verwachting dat hij/zij zal uitstromen naar praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs. Een individuele leerlijn is gebaseerd op de standaardleerlijn aan alle leerlingen (gezien het ontwikkelingsperspectief van deze leerling) bevat de doelen uit de standaardleerlijn die daarnaast relevant zijn voor alle leerlingen bevat doelen die relevant zijn voor deze leerling geeft weer wat de tussendoelen zijn geeft weer wanneer deze tussendoelen behaald moeten worden (per jaar) 2.3 Onderwijs aan zieke leerlingen Indien een leerling langere tijd ziek is, blijft de school verantwoordelijk voor de voortzetting van het onderwijsprogramma. De school kan daarbij ondersteuning aanvragen bij de Stichting Onderwijsbegeleidingsdienst Midden-Brabant. Zo spoedig mogelijk nadat een zieke leerling is aangemeld, maakt de ‘consulent onderwijs aan zieke kinderen’ van de Stichting Onderwijsbegeleiding Midden-Brabant afspraken met de school over de manier waarop de onderwijsondersteuning vorm krijgt. Daarnaast kan de consulent, op verzoek, voorlichting geven over de mogelijke consequenties van ziektebeelden voor de onderwijsloopbaan en prestaties. Zowel leerlingen die ziek thuis verblijven, als leerlingen die in het ziekenhuis liggen en van wie de prognose is dat ze drie weken of langer ziek blijven, kunnen in aanmerking komen voor onderwijsondersteuning. Als het in het belang van de leerling is, kan hij of zij in aanmerking komen voor onderwijsondersteuning als de ziekteduur korter dan drie weken is.
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 11
HOOFDSTUK 3 WE DOEN HET NIET ALLEEN Gelukkig hebben we in de omgeving van de school veel expertise waar we gebruik van kunnen maken. Door samen te werken met andere organisaties en hulpvragen neer te leggen bij de daartoe geëigende instanties, kunnen wij de zorg aan leerlingen van de Petteflet nog krachtiger vormgeven. 3.1 Weer samen naar school - WSNS Tilburg In het kader van de Wet Primair Onderwijs artikel 18 neemt onze school deel aan het Samenwerkingsverband WSNS Tilburg. In dit samenwerkingsverband wordt afgesproken onder welke voorwaarden leerlingen toelaatbaar zijn tot het speciaal basisonderwijs en hoe de zorgformatie van de basisscholen (artikel 132 Wet Primair Onderwijs - WPO) en de zorgformatie voor de speciale basisscholen (artikel 122 WPO) worden ingezet. Hoe dit gebeurt wordt jaarlijks vastgelegd in het Zorgplan van het samenwerkingsverband (artikel 19 WPO). Door middel van dit Zorgplan leggen de scholen en besturen ook verantwoording af aan ouders en inspectie over het gevoerde beleid. Het Samenwerkingsverband WSNS Tilburg betreft alle 55 basisscholen en alle 6 speciale basisscholen van Tilburg. De verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband gaat over 18.000 basisschoolkinderen. Binnen deze wettelijke verplichtingen heeft het Samenwerkingsverband WSNS Tilburg, in overleg met onze school, inhoudelijke ambities en keuzes gemaakt ten aanzien van de zorg op alle scholen van het samenwerkingsverband. Deze ambities zijn verwoord in het Zorgplan. Missie Het samenwerkingsverband stelt zich ten doel een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen binnen en tussen basisscholen te vormen, en in samenwerking met speciale scholen voor basisonderwijs te bewerkstelligen dat zoveel mogelijk leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken. Ambitie Het samenwerkingsverband wil: Dat alle leerlingen zorg op maat krijgen waardoor hun ontwikkelingsmogelijkheden zo goed mogelijk worden benut. Dat de zorg op maat van een dermate kwaliteit is dat hun ontwikkelingsproces niet verstoord wordt. Dat de zorg op maat zo dicht mogelijk bij de vertrouwde omgeving van de leerling plaatsvindt. Dat de inrichting van de zorg efficiënt is, binnen de beschikbare middelen en met gelijke kansen voor alle leerlingen. Dat procedures voor ouders duidelijk zijn en zo weinig mogelijk obstakel vormen bij de keuze voor hun kind. Om deze ambities waar te kunnen maken is nauwe samenwerking tussen de betrokken besturen, scholen en ouders noodzakelijk. Het team van onze school, onze ouders en ons bestuur zijn dan ook nauw betrokken bij de inrichting van het samenwerkingsverband. Ons schoolbestuur neemt deel aan het bestuur van het samenwerkingsverband. Hierdoor heeft ons schoolbestuur een belangrijke bijdrage aan de besluitvorming en draagt zij mede eindverantwoordelijkheid voor dit samenwerkingsverband.
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 12
De directie van onze school neemt deel aan de vergaderingen van het Inhoudelijk Overleg Zorg (IOZ) waarin door alle directies van scholen nieuw beleid wordt voorbereid en afspraken worden gemaakt over de uitvoering van activiteiten uit het Zorgplan. Onze Interne Begeleider neemt deel aan de vergaderingen van het netwerk IB van ons samenwerkingsverband. In deze vergaderingen wordt vooral aandacht besteed aan de hulp aan zorgleerlingen en de procedures voor plaatsing in de speciale basisschool. Ook onze ouders zijn, weliswaar indirect, betrokken bij het beleid van het samenwerkingsverband. Zij worden daarbij vertegenwoordigd door de Medezeggenschapsraad. Voordat ons schoolbestuur instemt met het Zorgplan van het samenwerkingsverband dient zij dit voornemen voor te leggen aan de Medezeggenschapsraad. Zoals opgenomen in de Wet op de Medezeggenschap Onderwijs (artikel 6 lid b WMO) is instemming van de Medezeggenschapsraad daarbij noodzakelijk. Ons schoolbestuur heeft een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad ingericht. In overleg met de MR van onze school heeft ons schoolbestuur besloten het Zorgplan jaarlijks voor te leggen aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Het beleid van het samenwerkingsverband is erop gericht om ouders zo veel en zo vroeg mogelijk te betrekken bij de beleidskeuzes. Het moge duidelijk zijn dat onze school op velerlei wijzen betrokken is bij de inrichting van de zorgstructuur in ons samenwerkingsverband. De deelname aan de verschillende overleggen geschiedt op basis van afspraken maar vooral ook uit verantwoordelijkheid voor een goede opvang van onze zorgleerlingen. Het samenwerkingsverband is te bereiken op onderstaand adres: Samenwerkingsverband WSNS Tilburg Postbus 1372 5004 BJ TILBURG Bezoekadres: Dr. Huub van Doorneweg 91 5026 RB TILBURG T: 013-4672660 F: 013-4679508 E:
[email protected] W: www.wsnstilburg.nl 3.2 Speciaal Basisonderwijs Westerwel Vanuit het samenwerkingsverband krijgen wij de mogelijkheid om gebruik te maken van de aanwezige expertise van personeelsleden van SBO Westerwel. Dit kan in de vorm van collegiale consultatie en/of preventieve ambulante begeleiding. Bij collegiale consultatie vindt er overleg plaats tussen een leerkracht en/of de intern begeleider en een medewerker van Westerwel over de begeleiding van leerlingen. Bij preventieve ambulante begeleiding (PAB) gaat het om een hulpvraag vanuit school voor begeleiding van leerlingen. Dit om plaatsing in het SBO te voorkomen. 3.3 Regionaal Expertise Centrum Midden-Brabant REC Midden-Brabant staat voor 'Regionaal Expertisecentrum Midden-Brabant'. Vijf scholen voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs werken nauw samen: De Bodde P.I. School Hondsberg Scholengemeenschap de Keyzer Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 13
Mytylschool Tilburg Parcours Gezamenlijk hebben zij een Externe Dienst die onder andere ambulante begeleiding geeft aan leerlingen in de regio Midden-Brabant. Deze scholen werken niet alleen intensief met elkaar samen maar ook met een aantal instellingen. Vaak nog uitgebreid met organisaties voor arbeidstoeleiding. Aan het REC is een Commissie voor Indicatiestelling (CvI) verbonden, die een uitspraak zal moeten doen of er wel of niet sprake is van een indicatie. Met een indicatie kan een leerling geplaatst worden op een school voor speciaal (voortgezet) onderwijs of in aanmerking komen voor ambulante begeleiding. REC Midden-Brabant maakt zich sterk voor een zo breed mogelijk pakket van dienstverlening. 3.4 Schoolmaatschappelijk werk De Petteflet maakt gebruik van schoolmaatschappelijk werk. In schooljaar 2011-2012 wordt dit verzorgd door Astrid van den Berg. Zij sluit op onze school ook aan als externe deskundige bij de leerlingbesprekingen. Schoolmaatschappelijk werk heeft in onderstaand stukje zelf iets over de organisatie geschreven. Wat doet een schoolmaatschappelijk werker? In eerste instantie werken wij samen met de scholen en vormen wij een ondersteuning voor leerkrachten en intern begeleiders. Als een leerkracht opmerkt dat er zorgen zijn om een leerling dan kan hij of zij dit bespreken met de intern begeleider (IB-er). Gaat het hierbij om een probleem op het sociaal-emotionele vlak dan kan de IB-er, afhankelijk van de aard en de ernst van de problemen, de schoolmaatschappelijk werker inschakelen. Ouders worden hiervan altijd op de hoogte gesteld en benaderd voor een gesprek. Het is belangrijk om te weten dat alle gesprekken vertrouwelijk zijn en dat vervolgafspraken in onderling overleg worden gemaakt. Daarnaast zijn er op alle basisscholen in de regio inloopspreekuren, zodat u als ouder of opvoeder op een vrijblijvende manier met uw vragen direct bij ons terecht kunt. Op deze manier kunnen wij u ondersteunen indien dat nodig mocht zijn. Het gaat er in het inloopspreekuur om dat u uw vraag of zorg kan delen met een onafhankelijke deskundige. De vragen waarmee u bij ons terecht kunt, kunnen sterk variëren. Hieronder enkele voorbeelden: U loopt vast met uw kind in de thuis situatie of voelt zich onzeker over de opvoeding, het schoolmaatschappelijk werk (SMW) kan u hierbij begeleiden en ondersteunen Uw kind wordt gepest, De SMW-er voert gesprekken met uw kind gericht op het versterken van het zelfbeeld en het zelfvertrouwen en leert het kind meer voor zichzelf op te komen. Uw kind pest andere kinderen De SMW-er leert het kind meer rekening te houden met de ander/zelfinzicht krijgen. Een kind heeft een ouder/ familielid verloren. Ook bij andere vormen van verlies kan een SMW-er het kind ondersteunen bij rouwverwerking. Een kind heeft een familielid met een (ingrijpende) ziekte. De SMW-er kan het kind/ gezin leren omgaan met deze ingewikkelde situatie. Kinderen met verschillende diagnoses (ADHD/ NLD/ PDD-NOS/ hechtingsproblematiek/ Asperger/ Autisme en dergelijke). Dit kan ingrijpend zijn binnen een gezinssituatie. De SMW-er probeert met de ouders helder te krijgen wat Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 14
dit betekenen voor het gezin en hoe ze er het beste mee om kunnen gaan. Ook kunnen de kinderen zelf vragen hebben wat zo'n diagnose voor henzelf betekent. 3.5
GGD
Tijdens de basisschoolperiode krijgt uw kind te maken met de Jeugd Gezondheidszorg (JGZ). De JGZ werkt in teams. Elke school heeft haar eigen JGZ-team. Dit team bestaat uit een jeugdarts, een jeugdverpleegkundige, een logopediste en een assistente. De teams zijn gespecialiseerd in het voorkomen, vaststellen en helpen oplossen van problemen met betrekking tot de gezondheid, groei en ontwikkeling bij jeugdigen. Leerlingen worden onder schooltijd uitgenodigd voor een periodiek gezondheidsonderzoek. Van alle onderzoeken worden ouders schriftelijk, van tevoren, in kennis gesteld. Een leerling, ouder of leerkracht kan het JGZ-team altijd consulteren wanneer er vragen zijn of wanneer er zich problemen voordoen, bv. bij twijfel over groei of gehoor, maar ook op psychosociaal gebied, zoals angst of hyperactiviteit. Wij noemen dit de individuele zorg. Voor contact met het JGZ-team kunt u bellen naar de GGD en vragen naar één van de aan de school verbonden JGZ-medewerkers. Voorts houdt de GGD zich in relatie tot kinderen bezig met vaccinatie, hygiëne en veiligheid, preventieve tandzorg, gezondheidsvoorlichting en –opvoeding. Het komende schooljaar wordt het centrum Jeugd en Gezin in de Reeshof geopend. De GGD wordt hierin ook betrokken. Ouders/verzorgers kunnen in dit centrum advies en inlichtingen over de omgang met hun kinderen inwinnen. Bij vragen tussentijds bestaat altijd de mogelijkheid om contact met de schoolverpleegkundige Sabine Kocx op te nemen. Zij zal bovendien indien nodig aansluiten bij leerlingbesprekingen op onze school. 3.6 Andere externe ondersteuning Om de kwaliteit van het onderwijs op onze school te waarborgen, is het soms zinvol om gebruik te maken van externe expertise, anders dan de bovengenoemde. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan: Orthopedagogen Het Steunpunt Hoogbegaafdheid Edux Onderwijsadvies ZAT Reeshof 3.7 Uitgangspunten bij ondersteuning buiten de school Het kan voorkomen dat leerlingen buiten de school een vorm van ondersteuning krijgen, bijv. externe remedial teaching, logopedie, fysiotherapie/ergotherapie. Hiervoor gelden de volgende afspraken: Het bestuur heeft hierbij het standpunt ingenomen dat dergelijke ondersteuning niet onder schooltijd mag worden gegeven. Indien er redenen zijn om hiervan af te wijken gebeurt dit altijd in overleg met en toestemming van de directie. De groepsleerkracht onderhoudt contact met degene die de buitenschoolse ondersteuning geeft. Indien de leerling ook op school ondersteuning geniet, is het wenselijk dat alle betrokkenen met elkaar overleg hebben wie wat doet zodat er een optimale afstemming is. Indien mogelijk wordt er een verslag via de leerkracht aan de IB-er gegeven. Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 15
Therapie onder schooltijd In principe is therapie onder schooltijd niet mogelijk. Wij vinden het als school van belang dat het onderwijsproces zo min mogelijk wordt onderbroken. Als school hebben wij hierbij te maken met een aantal uitzonderingen op deze regel. Deze zijn geformuleerd door de onderwijsinspectie. In dergelijke uitzonderingssituaties zijn het niet de ouders/verzorgers die besluiten over het al dan niet volgen van therapie onder schooltijd, maar altijd het bevoegd gezag of de directeur van de school als uitvoerder van de leerplichtwet. Mogelijke uitzonderingssituaties, waarin het volgen van therapie onder schooltijd tegen het principe in kan worden toegestaan door het bevoegd gezag/de directeur van de school: A) In heel specifieke gevallen kan het voorkomen dat een leerling op medische gronden noodzakelijkerwijs op een bepaald tijdstip van de dag een bepaalde (para)medische therapie moet volgen. Als dit het geval is, en de therapie is daarnaast medisch geïndiceerd, dan heeft de leerling verlof (vrijstelling van de leerplicht). De leerling kan dan buiten de ruimte van de school of binnen de schoolmuren therapie volgen. B) Er zijn therapievormen, zoals logopedie en speltherapie, die samen kunnen vallen met de onderwijsopdracht van de school. Het is aan de school om vast te stellen of dit het geval is. Een criterium voor het toestaan van dergelijke therapieën is dat deze het leerrendement moeten vergroten. De beslissing over het al dan niet toestaan van therapie onder schooltijd ligt bij de directie van de school/het bevoegd gezag. De omstandigheid dat ouders/verzorgers in een aantal gevallen bereid zijn de kosten zelf te betalen of gebruik te maken van een persoonsgebonden budget (PGB) maakt deze situatie niet anders. Wanneer de school heeft besloten dat het volgen van een bepaalde therapie tot de onderwijsopdracht behoort en onder schooltijd kan plaatsvinden, wordt er voor de betreffende leerling een handelingsplan opgesteld waarin staat welke hulp geboden zal worden. Het betreft dan immers een onderwijsbehoefte van de leerling. Wie die hulp verleent, is daarbij in afgeleide zin van belang. Het geven van onderwijs en extra ondersteuning valt onder de verantwoordelijkheid van de leerkracht. Er staat niet beschreven dat het geven van extra ondersteuning binnen het schoolgebouw moet plaatsvinden, maar er staat wel beschreven dat de leerkracht eindverantwoordelijk is voor de ontwikkeling van de leerling. Die heeft, samen met de intern begeleider, een bepalende stem over de inrichting van de hulp en de voortzetting ervan. Scholen zijn niet bevoegd om activiteiten te ondersteunen die niet voortvloeien uit hun primaire taak: het onderrichten van onderwijs. Indien leerlingen dan toch afwezig zijn, geldt dit als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur heeft de mogelijkheid om in incidentele gevallen de leerling verlof te verlenen op (para)medische of onderwijskundige gronden, maar dit geldt niet voor therapieën die niet onder deze noemer vallen. In geval van twijfel zal de directeur contact opnemen met het bevoegd gezag of de leerplichtambtenaar. C. Als school moet je overleg voeren met ouders over de extra hulp die een leerling nodig heeft. Het kan zijn dat de leerkracht met het initiatief komt, maar het kan ook zijn dat ouders/verzorgers niet afwachten en zelf met dit initiatief komen. De school moet dit dan voor zichzelf kunnen verantwoorden. De onderwijsbehoefte van de leerling staat hierbij steeds centraal. Het kan niet zo zijn dat ouders/verzorgers die de therapie zelf kunnen bekostigen hierin voorrang krijgen. Hierbij willen we waken voor precedentwerking. Het is Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 16
de taak van de intern begeleider en directie samen om dit soort verzoeken met de leerkracht en de ouders/verzorgers te bekijken en uiteindelijk een beslissing te nemen.
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 17
HOOFDSTUK 4 PROTOCOLLEN In het kader van goede begeleiding van al onze leerlingen hebben we een aantal afspraken vastgelegd. We hebben dit gedaan in de vorm van protocollen. Binnen een protocol wordt steeds helder aangegeven welke stappen gevolgd dienen te worden. 4.1 Onze protocollen Volgens onderstaande protocollen wordt op onze school gewerkt:
Protocol toetsafname en toetsinvoer Protocol dossiervorming en overdracht Protocol doubleren en versnellen Protocol dyslexie Protocol meer- en hoogbegaafdheid
4.2 Protocol toetsafname en toetsinvoer Afname De toetsen worden afgenomen in de weken die daarvoor in de toetskalender zijn opgenomen. Bij afname van de DMT worden bij alle leerlingen alle (3) leeskaarten afgenomen. Dit geldt bij de M-toetsen niet voor groep 3, dan worden enkel kaart 1 en 2 afgenomen. - groep 3: versie A - groep 4: versie C - groep 5: versie B - groep 6: versie A - groep 7: versie C - groep 8: versie B Het toetsen van leerlingen met een eigen leerlijn of een ontwikkelingsperspectief gebeurt in overleg met de intern begeleider. Er worden geen toetsen voorgelezen bij begrijpend lezen. Zeer zwakke lezers, dyslectische kinderen of kinderen waarbij ernstige vermoedens van dyslexie zijn uitgesproken, volgen de handleiding blz. 13: ontkoppelen van toets en afnamemoment. Dit gaat altijd in overleg met de intern begeleider. De intern begeleider zal ook zorg dragen voor het omrekenen van de score en het invoeren daarvan in Parnassys. De handleidingen van de toetsen zijn te vinden in de toetsmap, gesorteerd per leerjaar, in de IB-kamer. Groep 3 en 4 werken in de (gekopieerde) toetsboekjes, vanaf groep 5 wordt gewerkt met antwoordformulieren. Leerkrachten zorgen zelf voor het kopiëren van toetsboekjes. Invoeren toetsscores algemeen Alle toetsen worden ingevoerd op de daarvoor afgesproken afnamedatum. Dit heeft te maken met het zuiver houden van de toetsuitslagen en met de betrouwbaarheid van de gegevens bij de trendanalyses in Parnassys. Alle toetsgegevens worden groepsgewijs ingevoerd.
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 18
Leerlingen die op de toetsdatum ziek zijn geweest en de toets op een later moment maken, worden ook op het groepsoverzicht gescoord. ( wijzigen met behulp van het potloodje) De toetsgegevens van leerlingen worden niet bij een individuele afname ingevuld. Het invoeren van gegevens van leerlingen met een eigen leerlijn of een ontwikkelingsperspectief gebeurt in overleg met de intern begeleider. Bij alle toetsen wordt alleen de ruwe score ingevoerd. Geen aanvullende gegevens. Op onze school hebben wij altijd combinatiegroepen. Iedere leerkracht let bij invullen heel zorgvuldig op dat de gegevens bij het juiste leerjaar worden ingevoerd. Toetsresultaten worden uiterlijk 2 weken na de toetsdata volledig ingevuld en verwerkt. Iedere leerkracht controleert zelf nog een keer zorgvuldig of alle gegevens correct zijn ingevuld. Toetsboekjes worden minimaal 1 jaar bewaard.
Invoeren toetsscores AVI AVI wordt t/m groep 5 groepsgewijs ingevoerd. We hanteren hierbij de volgende scores: 0 indien de leerling AVI-Start als hoogste beheersingsniveau behaalde; 1 voor AVI-M3; 2 idem voor AVI-E3; 3 idem voor AVI-M4; 4 idem voor AVI-E4; 5 idem voor AVI-M5; 6 idem voor AVI-E5; 7 idem voor AVI-M6; 8 idem voor AVI-E6; 9 idem voor AVI-M7; 10 idem voor AVI-E7; 11 idem voor AVI-Plus. Als leerlingen (t/m groep 5) AVI –Plus al hebben behaald, moet dit iedere afname gescoord worden met een 11. Vanaf groep 6 wordt de AVI score van de leerlingen die AVI- Plus (nog) niet behaald hebben op individueel niveau ingevoerd. 4.3 Protocol dossiervorming en overdracht Dossiervorming Per leerling gebruiken we een dossier. Het beheer is in handen van de administratief medewerker. De mappen worden bewaard in een afgesloten archief, waarin alle gegevens van een leerling worden samengebracht. Het individuele dossier levert de gegevens voor verdere verslaggeving binnen en buiten de school. Het spreekt vanzelf dat ouders/verzorgers, na gemaakte afspraak en onder leiding van groepsleerkracht, IB-er of directie inzagerecht hebben in de dossiermap van hun kind. Zij dienen uiteraard ook
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 19
toestemming te geven wanneer de school derden (op basis van de dossiergegevens) over de leerling informeert. Waar mogelijk worden leerlinggegevens ook digitaal geregistreerd binnen Parnassys. We streven naar een volledig digitaal dossier. Het papieren en digitale leerlingendossier wordt up-to-date gehouden door de groepsleerkracht. De intern begeleider bewaakt de juistheid en volledigheid van gegevens binnen Parnassys. Aan het eind van het schooljaar draagt de groepsleerkracht er zorg voor dat de dossiers geactualiseerd zijn. Voor dossiers van leerlingen die tussentijds van school wisselen, geldt in principe een bewaartijd van vijf jaar. Voor dossiers van leerlingen die de school verlaten na groep acht te hebben afgemaakt, geldt eveneens een bewaartijd van vijf jaar. Na deze periode wordt een dossier gesloten en vernietigd. Groepsoverdracht Jaarlijks worden in de twee laatste weken van het schooljaar de groepen aan de volgende groepsleerkracht overgedragen. Hiervoor worden er planningsgesprekken gehouden waarbij de huidige groepsleerkracht, de nieuwe groepsleerkracht, de intern begeleider en de directeur aanwezig. Er wordt ruim van te voren een rooster voor de gespreksplanning gemaakt. De leerkrachten hebben op de datum van overdracht een compleet dossier dat het volgende inhoud: Het ingevulde groepsoverdrachtsformulier Het analyseformulier niveaugrafieken groep Het overzicht ‘niveaugrafieken groep’ van de resultaten van de eindtoetsen vanuit Parnassys De groepsplannen en individuele handelingsplannen Relevante zorgdocumenten zoals bijvoorbeeld onderzoeksgegevens De volgende onderwerpen komen bij de mondelinge toelichting in elk geval aan de orde: Streefdoelen van het huidige schooljaar en streefdoelen voor het nieuwe schooljaar Factoren die van invloed zijn op de toetsresultaten De onderwijsbehoeften van de leerlingen in de groep en de groep als geheel Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften groepsoverdrachtsformulier Datum Overdracht
Van groep Huidige leerkracht
Naar groep Toekomstige leerkracht
Totaal aantal leerlingen huidige groep
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 20
Namen van leerlingen die de school aan het eind van het schooljaar verlaten (vb. verhuizing e.d.)
Korte omschrijving van de groep als geheel. Denk hierbij aan de volgende punten: - sfeer in de groep - omgang met afspraken en regels - pestgedrag - omgang leerlingen onderling - het omgaan met meerdere leerkrachten en invalkrachten
Leerlingen die extra begeleiding krijgen in de Leertuin Naam
Opvallende leerlingen
Namen van mogelijke doublures
Leerlingen met een (tweeling)broer of –zus in de parallelgroep
Voor gezien
De huidige groepsleerkracht
De toekomstige groepsleerkracht
4.4 Protocol doubleren en versnellen Doubleren In principe doubleren er geen leerlingen op de Petteflet. Dit principe is gebaseerd op de eis die in de wet wordt gesteld, namelijk dat er sprake dient te zijn van een doorgaande ontwikkelingslijn die niet onderbroken wordt. Toch kan het voorkomen dat een leerling een jaar extra in een groep nodig heeft. Wij hebben afgesproken dat een leerling maximaal één jaar extra krijgt om de basisschool te doorlopen. Een ononderbroken ontwikkelingslijn betekent niet dat elke leerling dezelfde leertijd beschikbaar dient te hebben. De ene leerling kan in een kortere periode aan de gestelde eisen (kerndoelen) voldoen, terwijl een andere leerling hiervoor meer tijd behoeft. Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 21
Op de Petteflet streven wij er naar om het onderwijs zo veel mogelijk af te stemmen of aan te passen aan de individuele onderwijsbehoeften van leerlingen, waarbij elke leerling die instructie en leerstof krijgt aangeboden die hierbij zoveel mogelijk op aansluit. Het laten doubleren van leerlingen dient altijd onderbouwd te worden met duidelijke doelstellingen. Hierbij dient een zorgvuldig traject gevolgd te worden waarbij altijd den intern begeleider betrokken is. Dit traject bestaat uit: o De leerkracht voert regelmatig en tijdig met de ouders/verzorgers gesprekken over de vorderingen van hun kind. Dit op zowel didactisch als sociaalemotioneel gebied. o De leerling is tijdens groepsbesprekingen besproken. o Ten tijde van het tweede verslag worden ouders op de hoogte gebracht van mogelijke doublure. o Ouders/verzorgers dienen uiterlijk in de maand mei op de hoogte te worden gebracht van de definitieve doublure van hun kind. Van dit gesprek wordt een verslag opgenomen in Parnassys. o Doubleren dient gebaseerd te zijn op een reële verwachting op succes. Zittenblijven dient te leiden tot een duidelijk rendement zoals hogere prestaties, beter welbevinden, vergroting van het zelfvertrouwen, positief zelfbeeld. Dit moet ook worden onderbouwd in een individueel handelingsplan doublure.
Versnellen Bij begaafde leerlingen kan er sprake zijn van verbreden/verdiepen en versnellen. Bij versnellen slaat de leerling een leerjaar over of gaat tussentijds versneld door naar een hogere groep. Op de Petteflet streven wij er naar om het onderwijs zo veel mogelijk af te stemmen of aan te passen aan de individuele onderwijsbehoeften van leerlingen, waarbij elke leerling die instructie en leerstof krijgt aangeboden die hierbij zoveel mogelijk op aansluit. Het laten versnellen van leerlingen dient altijd onderbouwd te worden met duidelijke doelstellingen. Hierbij dient een zorgvuldig traject gevolgd te worden waarbij altijd den intern begeleider betrokken is. Dit traject bestaat uit: o Er moet extra uitdaging in groep geboden zijn. o Middels doortoetsen moet gebleken zijn dat het kind de basisstof van de groep die overgeslagen wordt beheerst. o Een kind moet de versnelling sociaal-emotioneel aankunnen. o Er wordt gebruik gemaakt van het digitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid. o Het steunpunt hoogbegaafdheid is betrokken bij de begeleiding van de leerling. o De leerkracht voert regelmatig en tijdig met de ouders/verzorgers gesprekken over de vorderingen van hun kind. Dit op zowel didactisch als sociaalemotioneel gebied. Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 22
o De leerling is tijdens groepsbesprekingen besproken. o Ten tijde van het tweede verslag worden ouders op de hoogte gebracht van mogelijke versnelling. o Ouders/verzorgers dienen uiterlijk in de maand mei op de hoogte te worden gebracht van de definitieve versnelling van hun kind. Van dit gesprek wordt een verslag opgenomen in Parnassys. o Versnellen dient gebaseerd te zijn op een reële verwachting op succes. Versnellen dient te leiden tot een duidelijk rendement zoals hogere prestaties, beter welbevinden, vergroting van het zelfvertrouwen, positief zelfbeeld. Dit moet ook worden onderbouwd in een individueel handelingsplan. Bij verschil van mening Als bovenstaande gedragslijnen niet leiden tot een voor ouders/verzorgers of school aanvaardbare oplossing, onderscheidt de school drie variabelen: De mening van de ouders De mening van de groepsleerkracht De resultaten van geobjectiveerde toetsen uit het leerlingvolgsysteem Twee van de drie variabelen geven hetzij positief, hetzij negatief de doorslag. Mochten ouders/verzorgers zich desondanks daar niet bij neerleggen, beslissen de ouders over overgang, met dien verstande dat: De school aan de ouders/verzorgers de vertrouwensvraag stelt; Er voor zover het een overgang naar een volgend leerjaar betreft, een evaluatiemoment wordt aangegeven, waarop wordt bepaald of de overgang succesvol is geweest en waarbij de ouders/verzorgers de consequentie van een terugplaatsing accepteren. Daarbij is opnieuw de bovenstaande driedeling bepalend; Het bovenstaande digitaal/schriftelijk wordt vastgelegd en voor gezien wordt ondertekend; Als de ouders/verzorgers dan alsnog weigeren de doublure/versnelling te accepteren, laat de school schriftelijk aan betrokkenen, bestuur en inspectie weten de wettelijke opdracht t.a.v. die leerling niet meer uit te kunnen voeren. Ook als het een leerling uit groep 8 betreft, beslissen uiteindelijk de ouders over het vervolgonderwijs voor hun kind. Wij zijn daarin slechts adviserend. We volgen de voorschriften van de aansluitingscommissie BOVO. Mochten de interpretatie van de eindtoets bij het voortgezet onderwijs leiden tot afwijzing, spant de school zich tot het uiterste in de leerling alsnog toegelaten te krijgen. In onze optiek is de mening van de school dominant en is de toets slechts ondersteunend. 4.5 Protocol dyslexie Goed leesonderwijs doet er toe! Scholen hebben een belangrijke taak bij de aanpak van leesproblemen en dyslexie. Met effectief leesonderwijs zorgt de school ervoor dat een kind Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 23
met (ernstige) leesproblemen verzekerd kan zijn van ondersteuning tijdens de hele schoolloopbaan. Al dan niet met behulp van behandeling door een dyslexiebehandelaar wanneer er sprake is van ernstige dyslexie. Op de Petteflet volgen wij onze leerlingen via een Leerlingvolgsysteem (LVS) op alle leergebieden. Voor het lezen en spellen gebruiken wij ‘de Protocollen Leesproblemen en dyslexie’ om vroegtijdig te kunnen signaleren, dat een kind problemen krijgt met technisch lezen en/of spellen. Vanaf dat moment, soms al in de kleutergroep en vaak in groep 3 en 4, gaan wij ons handelen planmatig vastleggen in groepsplannen en individuele handelingsplannen. Hiermee is in feite de extra begeleiding en leesondersteuning een feit geworden. De leerkrachten houden ouders/verzorgers op de hoogte van hun handelen en resultaten daarvan. Mochten de leesresultaten uiteindelijk aanleiding zijn voor het aanvragen van een dyslexieonderzoek, dan stelt de school een leesdossier op waarin de resultaten van de leerling en de interventies van de school worden aangegeven en het vermoeden van ernstige dyslexie wordt onderbouwd. Met dit leesdossier kunnen ouders/verzorgers via hun zorgverzekering een dyslexieonderzoek aanvragen. Het is aan de ouders om zelf een dyslexieonderzoek aan te vragen. Vanaf 1 januari 2009 komen diagnostiek en behandeling van ernstige dyslexie in het basispakket van de zorgverzekering. De vergoedingsregeling wordt stapsgewijs ingevoerd. De vergoede zorg geldt in principe voor leerlingen van 7 jaar en ouder in het basisonderwijs. Stapsgewijze invoering betekent concreet dat ouders in 2009 aanspraak kunnen maken op vergoeding van zorg wanneer deze aanvangt voor de negende verjaardag van hun kind. Elk kalenderjaar wordt deze leeftijd met een jaar opgetrokken, totdat in 2013 voor alle leerlingen de zorg wordt vergoed van 7 jaar en ouder. De vergoede zorg geldt voor leerlingen met een ernstige, enkelvoudige dyslexie. Dat wil zeggen dat er bij deze leerlingen, naast dyslexie, geen sprake is van een of meer andere leerstoornissen. De school levert het leerling-dossier aan waarmee het vermoeden van (ernstige) dyslexie wordt onderbouwd. Voor leerlingen waarbij een onderbouwd vermoeden is van dyslexie of waarbij dyslexie is vastgesteld hanteren wij de volgende compenserende en dispenserende maatregelen: Meer tijd geven om opdrachten en toetsen te kunnen maken Aanpassen van de hoeveelheid werk Voorlezen van teksten door leerkracht of ‘leesmaatje’ Vergrote versies van teksten en toetsen gebruiken Voorlezen Citotoets rekenen/wiskunde Aanbieden van de digitale versie van de Cito Eindtoets Let wel, het gebruik van deze middelen en het toepassen van de maatregelen vervangen niet de ondersteuning en begeleiding van de leerkracht. Wel kunnen ze een remediërend effect hebben, de zelfredzaamheid bevorderen, het competentiegevoel versterken en leerlingen motiveren om te blijven lezen en/of schrijven.
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 24
4.6
Protocol meer- en hoogbegaafdheid
We willen dat er op de Petteflet voor intelligente en (hoog)begaafde leerlingen een passend en gestructureerd onderwijsaanbod wordt gerealiseerd. Dat betekent: dat signalering en diagnose zorgvuldig en transparant is. dat voor/met deze leerlingen een plan van aanpak wordt geschreven. dat er een planmatig aanbod is van compacting, verrijking en verbreding. dat deze leerlingen worden besproken met de Intern Begeleider. In schooljaar 2012-2013 wordt het protocol verder uitgewerkt.
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 25
HOOFDSTUK 5 BELEIDSDOELEN ZORG VANUIT HET MEERJAREN SCHOOLPLAN In het meerjaren schoolplan 2011-2015 zijn beleidsdoelen geformuleerd. Een aantal van deze beleidsdoelen heeft direct of indirect met de zorg voor de leerlingen van de Petteflet te maken. In dit schoolspecifiek zorgplan nemen we deze beleidsdoelen op, compleet met prestatie-indicatoren, uit te zetten acties en tijdspad. Doel 5 bestaand beleid
resultaat
succesgebied prestatieindicator
Acties
Optimale leeropbrengsten De score van de eindcito van groep 8 en de tussenopbrengsten liggen op een niveau dat niet aansluit bij schoolpopulatie. Daarnaast blijken de gegevens die in Parnassys staan niet betrouwbaar te zijn. In schooljaar 2010-2011 zijn diverse interventies gepleegd en zijn de resultaten al zichtbaar verbeterd en wordt zorgvuldig geregistreerd binnen Parnassys. Deze lijn wordt verder doorgetrokken. De leerlingen van de Petteflet presteren op het niveau dat van hen verwacht mag worden. Opbrengsten zijn betrouwbaar ingevoerd en vanuit deze opbrengsten worden gepast acties uitgezet op leerlinggroeps- en schoolniveau. Opbrengsten De uitslagen met betrekking tot de CITO-eindtoets zijn minimaal conform de eisen van de Inspectie. We streven een gemiddelde score na van minimaal 537. Alle leerlingen doen mee aan de CITO-eindtoets, met uitzondering van de leerlingen die naar het praktijkonderwijs gaan en waarvoor een ontwikkelingsperspectief is vastgesteld. De eindopbrengsten van deze leerlingen worden gemeten via de niveautoets. 55 % van de leerlingen krijgt een HAVO of VWO advies. Niet meer dan 15 % van de leerlingen krijgt een basis- of kaderadvies. De leerlingen functioneren in het vervolgonderwijs naar verwachting. Het percentage leerlingen in het derde jaar voortgezet onderwijs dat zonder vertraging op of boven het geadviseerde niveau functioneert is > 75 %. De tussentijdse opbrengsten liggen boven de normen van de inspectie. Dit is zichtbaar op de inspectiekaart van Parnassys. Het gemiddelde percentage leerlingen dat jaarlijks in de groepen 3 t/m 8 blijft zitten is <3%. Trendanalyses worden gemaakt m.b.v. analysemodellen die gericht zijn op opbrengsten. Trendanalyse van de eindresultaten van ieder schooljaar wordt gemaakt door de intern begeleider. Samen met de directeur zet de intern begeleider op basis van deze schoolanalyse acties uit. Leerkrachten maken tweemaal per jaar, samen met de intern begeleider, een groepsanalyse m.b.v. het formulier ‘analyse niveaugrafieken groep’. De leerkracht analyseert de gegevens op leerlingniveau en stemt hierop zijn onderwijs en begeleiding af.
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 26
tijdpad Doel 6 bestaand beleid
De leerkracht signaleert vroegtijdig welke leerlingen extra zorg nodig hebben en volgt hierbij de routing zoals is vastgelegd binnen de zorg. Volledige schoolplanperiode
tijdpad
Handelings gericht werken volgens 1-zorgroute Het klassieke Montessoriconcept gaat uit van individuele begeleiding van leerlingen. Binnen ons innovatieve Montessoriconcept maken wij een bewuste keuze voor clustering van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften. Van daaruit hebben we een start gemaakt met de implementatie van de 1-zorgroute en het werken met groepsplannen. Leerkrachten werken handelingsgericht vanuit de onderwijsbehoeften van leerlingen. Zorg en begeleiding De zeven uitgangspunten van handelingsgericht werken vormen de basis voor ons onderwijs De groepskaart van Parnassys is goed ingericht door leerkrachten De groepskaart vormt zichtbaar de basis voor het opstellen van groepsplannen Het groepsplan is zodanig opgesteld dat wordt voldaan aan de onderwijsbehoeften van de leerlingen Tijdens het klassenbezoek is zichtbaar dat de leerkracht handelt zoals beschreven in het groepsplan We werken met groepsplannen voor technisch lezen, begrijpend lezen, taal, spelling en rekenen Leerkrachten leren stapsgewijs werken volgens de zeven uitgangspunten van handelingsgericht werken Inrichten van de groepskaart binnen Parnassys door de intern begeleider Training van leerkrachten in het werken met de Parnassys groepskaart Scholing van leerkrachten in het werken met groepsplannen Klassenbezoeken door de intern begeleider Op vooraf afgesproken evaluatiemomenten wordt het lopende groepsplan geëvalueerd en geanalyseerd en wordt een nieuw groepsplan geformuleerd Gehele schoolplanperiode
Doel 7
Onderwijsprofiel in het kader van passend onderwijs
bestaand beleid
Op de Petteflet is nog geen onderwijsprofiel opgesteld.
resultaat
Montessorischool de Petteflet heeft een helder en op reële verwachtingen en mogelijkheden gebaseerd onderwijsprofiel.
succesgebied
Zorg en begeleiding Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften presteren op de Petteflet naar hun mogelijkheden.
resultaat succesgebied prestatieindicator
acties
prestatieindicator
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 27
acties
Studiedag ‘Kind op de gang’ Verzamelen en ordenen van relevante informatie vanuit het handelingsgericht werken op de Petteflet en de opbrengsten van de studiedag. Vertalen van al deze gegevens naar een onderwijsprofiel. Volgen van ontwikkelingen op niveau van het samenwerkingsverband door de intern begeleider en de directeur.
tijdpad
Schooljaar 2011-2012
Doel 8 bestaand beleid
Een COTAN gecertificeerd sociaal-emotioneel kindvolgsysteem In de kleuterbouw werd tot nu toe gewerkt met OVM als kindvolgsysteem. Leerkrachten waren hierover niet tevreden en een werkgroep is op zoek gegaan naar een sociaal-emotioneel kindvolgsysteem met een duidelijke doorgaande lijn richting groep 8. Inmiddels is de keuze gemaakt voor ‘KIJK op kleuters’ en ‘KIJK op sociale competentie’ beiden uitgegeven door Bazalt. Leerkrachten volgen de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen middels het observatiesysteem ‘KIJK op sociale competentie’. De leerkrachten van groep 1-2 volgen de hele ontwikkeling van kleuters middels het observatiesysteem ‘KIJK op kleuters’ Zorg en begeleiding Voor alle leerlingen is het volgsysteem KIJK betrouwbaar ingevoerd. Implementatie ‘KIJK op kleuters’ en ‘KIJK op sociale competentie’ Intern begeleider bewaakt de registratie binnen KIJK. Schooljaar 2011-2012
resultaat
succesgebied prestatieindicator acties tijdpad
Schoolspecifiek zorgplan Montessorischool de Petteflet 2011-2015 28