Eva van der Ploeg Marleen Leermakers 17 juni 2015
Montessori Montessori Methodiek voor familieleden van mensen met dementie Voorstel vernieuwingsprogramma VWS
1
Inhoudsopgave Pagina Algemene informatie Informatie Argos Zorggroep Informatie deelnemende locaties Visie op kwaliteit Basiskwaliteit op orde
3 3 4 5
Projectplan Samenvatting
6
1. Inleiding 1.1. Onderbouwing 1.2. Bewezen effectieve interventie
7
2. Doelstelling
8
3. Plan van aanpak Fase 1 – Ontwikkelfase Fase 2 – Implementatie & pilot fase
8
4. Tijdspad
11
5. Draagvlak & communicatie 5.1 Draagvlak organisatie 5.2 Betrokkenheid Raad van Bestuur 5.3 Betrokkenheid Raad van Commissarissen 5.4 Medezeggenschap 5.5 Communicatie extern 5.6 Samenwerking
11
Literatuurlijst
13
Bijbehorende documenten: 1. Meest recente IGZ-rapportage: DrieMaasStede – thema hygiëne (sept 2013) Overige rapportages zijn uit 2012 en 2010. Deze zijn openbaar en te downloaden via de website van Argos Zorggroep: www.argoszorggroep.nl 2. Overzicht meest recente reviews www.zorgkaartnederland.nl
2
Algemene informatie Informatie Argos Zorggroep Zorgaanbieder
Bestuurder Contactpersoon
Argos Zorggroep Postbus 4023 Voorberghlaan 35 3123 AX Schiedam 010-4278199 www.argoszorggroep.nl mw. mr. A.W. (Ageeth) Ouwehand, lid Raad van Bestuur Marleen Leermakers Msc, accountmanager
Informatie deelnemende locaties Onderstaande locaties zijn voornemens deel te nemen aan de pilot. De werkwijze zoals beschreven in het plan van aanpak zal voor alle locaties gelijk zijn. Locatie
Aantal cliënten Aantal medewerkers Aard van zorg Niet Wlz-zorg op locatie Verscherpt toezicht IGZ Locatie
Aantal cliënten Aantal medewerkers Aard van zorg Niet Wlz-zorg op locatie Verscherpt toezicht IGZ Locatie
Aantal cliënten Aantal medewerkers Aard van zorg
Geriatrisch centrum Meeuwenhof Alverstraat 141 3192 TN Hoogvliet 143 Aantal medewerkers (incl. betaalde stagiaires): 160 Aantal FTE: 106,42 Langdurig verblijf psychogeriatrie Dagbesteding (Wlz-overbruggingszorg & Wmo) Zorghotel Meeuwenhof Nee Geriatrisch centrum de Es Hürthstraat 1 3203 LH Spijkenisse 96 Aantal medewerkers (incl. betaalde stagiaires): 133 Aantal FTE: 92,9 Langdurig verblijf psychogeriatrie Langdurig verblijf somatiek Dagbesteding (Wlz-overbruggingszorg & Wmo) Nee Geriatrisch centrum DrieMaasHave Stadsmolen 101 3146 CT Maassluis 159 Aantal medewerkers (incl. betaalde stagiaires): 251 Aantal FTE: 163,59 Langdurig verblijf psychogeriatrie 3
Niet Wlz-zorg op locatie Verscherpt toezicht IGZ Locatie
Aantal cliënten Aantal medewerkers Aard van zorg Niet Wlz-zorg op locatie Verscherpt toezicht IGZ Locatie
Aantal cliënten Aantal medewerkers Aard van zorg Niet Wlz-zorg op locatie Verscherpt toezicht IGZ
Langdurig verblijf somatiek Somatische reactivering Crisisopname Dagbesteding (Wlz-overbruggingszorg & Wmo) Eerstelijns fysiotherapie en ergotherapie (Zvw) Nee Geriatrisch centrum DrieMaasStede Voorberghlaan 35 3123 AX Schiedam 160 Aantal medewerkers (incl. betaalde stagiaires): 264 Aantal FTE: 169,5 Langdurig verblijf psychogeriatrie Langdurig verblijf somatiek Dagbesteding (Wlz-overbruggingszorg & Wmo) Eerstelijns fysiotherapie en ergotherapie (Zvw) Nee Geriatrisch centrum Hooge Werf ’t Wiel 2 3171 BJ Poortugaal 81 Aantal medewerkers (incl. betaalde stagiaires): 76 Aantal FTE: 49,65 Langdurig verblijf psychogeriatrie Zorgcentrumzorg Dagbesteding (Wlz-overbruggingszorg & Wmo) Nee
Visie op kwaliteit De Raad van Bestuur van Argos Zorggroep heeft de visie van de organisatie in de strategische koers voor 2014-2017 als volgt beschreven. “De (toekomstige) oudere (en zijn netwerk) gaat zich opstellen als een ‘zorgleef-consument’ die andere eisen aan de zorg- en dienstverlening stelt. Ouderen moeten hun leven kunnen leiden op een manier zoals zij dat zelf wensen, ook in de fase dat zij kwetsbaar zijn. Revalidatie, (dag)behandeling, zorg en services dienen altijd gericht te zijn op zolang mogelijk behoud van eigen regie, waar ouderen ook wonen en met respect voor hun mogelijkheden, beperkingen en wensen. Argos gelooft in een leven met kleur en wil hier samen met ouderen, hun netwerk en medewerkers op een vraaggerichte, doelmatige en integrale wijze aan bijdragen.” Ouderen moeten hun leven kunnen leiden op een manier zoals zij dat zelf wensen, ook wanneer ze opgenomen worden in een verpleeghuis, in een nieuwe omgeving, met vreemde mensen. Warme betrokkenheid van familie en naasten is hierbij zeer waardevol en draagt bij aan de kwaliteit van leven. Zoals de visie beschrijft is de relatie tussen de cliënt, hun netwerk 4
en de medewerkers essentieel om de juiste zorg te bieden; we hebben elkaar nodig. Deze visie komt sterk overeen met de doelstelling van het plan van aanpak ‘Met waardigheid en trots; liefdevolle zorg voor onze ouderen’ van staatssecretaris Van Rijn. De relatie tussen cliënt en mantelzorger/ familie verandert; de persoon die ze al jaren kennen is ineens afhankelijk van zorg en kan zelfs ‘onherkenbaar’ worden als gevolg van cognitieve problematiek en dementie. Van Rijn stelt in zijn plan dat verpleeghuizen een belangrijke opgave hebben om de cliënt en hun naasten te ondersteunen in dat proces van verandering. Ook in de wetenschap dat zij dit zelf vaak nog maar beperkt kunnen beïnvloeden. Het tonen van zowel de mooie en de verdrietige kanten van het leven in het verpleeghuis is belangrijk voor het begrip van zorg en kwaliteit van leven in de laatste levensfase. Basiskwaliteit op orde De basiskwaliteit is binnen alle locaties van Argos Zorggroep op orde. De organisatie is HKZ1gecertificeerd. In juni 2015 heeft een opvolgaudit plaatsgevonden, waarbij geen enkele tekortkoming is geconstateerd. Dit geeft aan dat de kwaliteit van onze zorg- en dienstverlening van een goed niveau is en kwaliteit systematisch geborgd is. Tenminste tweejaarlijks wordt een cliëntenraadpleging (CQ-index) uitgevoerd. De laatst beschikbare rapportage van november 2014 laat zien dat bij alle locaties de tevredenheid van cliënten/ vertegenwoordigers overeenkomt met de 60% scores in de middengroep. Alleen de cliënten van de afdeling somatiek binnen geriatrisch centrum Meeuwenhof scoorde lager.
1
HKZ staat voor Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector. Het behalen van een HKZ Certificaat betekent dat de organisatie: 1) goed georganiseerd is, 2) cliënten centraal stelt, 3) continu werkt aan optimalisering van het aanbod, 4) betrouwbare resultaten presenteert, 5) voldoet aan de eisen die vanuit de sector zelf, door financiers, cliënten en de overheid worden gesteld.
5
Projectplan Montessori methodiek voor familieleden van mensen met dementie ; het behouden of verbeteren van de relatie met een familielid met dementie dat in een verpleeghuis woont Samenvatting De Montessori methodiek is een psychosociale interventie in de intramurale dementiezorg waarbij de familie een nieuwe manier van omgaan met hun naaste met dementie wordt aangeleerd. Gedragsconsulenten2 begeleiden familieleden van cliënten in het toepassen van de Montessori methodiek. Hoewel de methodiek gebaseerd is op de Montessori onderwijsmethode, zijn de principes en activiteiten vertaald naar de doelgroep van mensen met dementie. De methodiek bevat zodoende geen ‘kinderlijke’ elementen. De uitrol volgt een twee-traps scholingsmodule. Eerst worden de gedragsconsulenten in de methodiek getraind. Vervolgens trainen zij de familieleden. De familieleden gaan de methodiek daadwerkelijk met hun naaste met dementie uitvoeren, onder begeleiding van de gedragsconsulent die hen heeft geschoold. Vijf afdelingen worden geselecteerd. In principe komen alle cliënten op de vijf deelnemende afdelingen in aanmerking. Voorwaarden zijn: 1) de cliënt heeft cognitieve problemen én 2) het familielid speekt voldoende Nederlands om de training te kunnen volgen. Het project bestaat uit twee fases. In fase 1 worden de trainingsmodule en informatiebronnen voor gedragsconsulenten en familieleden ontwikkeld, resulterend in o.a. ‘instructie’-boekjes en ondersteunend foto- en videomateriaal. In fase 2 worden deze materialen getest en geïmplementeerd op vijf locaties die intramurale zorg leveren. Hieraan wordt een pilot onderzoek gekoppeld om het proces te evalueren. Ook wordt de effectiviteit van de interventie voor zowel de cliënt, het familielid als de professional onderzocht.
2
Gedragsconsulenten zijn gespecialiseerd in het omgaan met complex gedrag bij mensen met dementie. In de huidige werkzaamheden ondersteunen zij het zorgteam in het omgaan met complex gedrag door het opstellen en begeleiden van de uitvoering van benaderings- en bejegeningsplannen. De functie is uniek binnen de VV&T sector. Argos Zorggroep heeft een intern opleidingsprogramma voor deze functionarissen ontwikkeld.
6
1. INLEIDING 1.1 Onderbouwing Maatschappelijke ontwikkelingen maken het wenselijk dat familieleden intensiever betrokken blijven bij de zorg en het in stand houden van het welzijn van mensen met dementie. Dit geldt niet alleen in de thuissituatie, maar ook bij opname in een verpleeghuis. De zwaarstwegende ervaren problemen van familieleden zijn: 1) het omgaan met gedragsproblemen en 2) beperkingen van hun eigen sociale netwerk (Peeters et al., 2010). Opname in het verpleeghuis wordt niet altijd als ontlastend ervaren door de familieleden. Veel goedbedoelde interventies worden ingezet op familieleden, maar leiden vaak niet tot het verminderen van de belasting. Verklaringen kunnen zijn dat interventies cliënten en familieleden van elkaar scheiden, niet geïndividualiseerd zijn of simpelweg de belasting vergroten door de gevraagde tijdinvestering. Van Bruggen et al. (under review) lieten zien dat de ‘onmogelijkheid om gepaste, gezamenlijke activiteiten te vinden’ als groot knelpunt wordt ervaren. In Nederland zijn momenteel weinig methodes beschikbaar die zich richten op het verbeteren (of behouden) van de relatie tussen de cliënt met dementie en zijn familieleden. De Montessori methodiek is een psychosociale interventie waarbij de familieleden een nieuwe manier van omgaan met hun naaste met dementie wordt aangeleerd (de methodiek wordt in het Plan van Aanpak nader toegelicht). De methodiek is in Australië ontwikkeld en wetenschappelijk onderzocht door de huidig senior wetenschappelijk medeweker van Argos Zorggroep (AZG). Op basis van dit onderzoek is het op nationaal niveau in Australië geïmplementeerd. AZG wenst nu de kennis en ervaring die is opgedaan in Australië binnen haar organisatie toepasbaar te maken. 1.2 Bewezen effectieve interventie Aangezien dit voorstel voortborduurt op wetenschappelijk onderzoek en daaropvolgende landelijke implementatie in Australië, worden hier kort de ervaringen uit dat traject gedeeld. Allereerst is in Australië de Montessori methodiek getoetst op effectiviteit. De belangrijkste bevindingen waren dat wanneer familieleden de Montessori methodiek toepasten zij, in vergelijking met hun gewone bezoekjes: Bij hun naasten met dementie: meer positieve emoties en interesse opriepen; neutrale en negatieve emoties reduceerden, en; actieve deelname aan de activiteiten stimuleerden. Bij henzelf (dus bij de familieleden): het gevoel van controle tijdens bezoekjes vergrootte; hen in staat stelde om problemen tijdens hun bezoekjes op te lossen, en; in het algemeen de kwaliteit van de relatie met hun naaste met dementie verbeterde. Deze resultaten onderschrijven de effectiviteit van de methodiek voor zowel de cliënten als de familieleden. Als vervolgstap is men op initiatief van het mantelzorgers-panel van 7
Alzheimer Australia overgegaan tot implementatie op nationaal niveau. Hiervoor zijn informatiebronnen ontwikkeld (boekjes, filmmateriaal, een website) en is een trainingstournee verzorgd door dr. Camp (ontwikkelaar van de methodiek) langs alle Australische provincies. De interesse van zorginstellingen en mantelzorgers was groot. Ter illustratie: er zijn tot op heden 12.000 boekjes geprint en circa 1.000 mantelzorgers hebben de workshops bijgewoond. De ervaringen, succesfactoren en verbeterpunten uit onderzoek in Australië wordt meegenomen in de uitrol binnen Argos Zorggroep.
2. DOELSTELLING Het doel van het uitvoeren van de Montessori methodiek door familieleden van mensen met dementie is om de kwaliteit van leven van cliënten te verbeteren en de belasting van familieleden en professionals te verminderen. De Montessori methodiek is erop gericht dat familieleden op een plezierige manier meer betrokken worden bij het leven van en de zorg voor de persoon met dementie. Familieleden hebben vaak veel kennis van de interesses, hobby’s en mogelijkheden van de persoon met dementie. Door de samenwerking tussen de gedragsconsulenten en de familie kan een gericht individueel programma worden samengesteld. Net zoals in het plan van aanpak van Van Rijn staat in de Montessori methodiek de relatie tussen de cliënt, naasten en professionals centraal.
3. PLAN VAN AANPAK Het project bestaat uit 2 fases: 1) Ontwikkelingsfase (2015-2016): Ontwikkeling van de benodigde training en materialen; 2) Implementatie- & Pilot fase (2016-2017): Implementatie en pilot-evaluatie bij een kleine groep ouderen (n=40) en hun familieleden. FASE 1 – Ontwikkelingsfase Montessori interventie De Montessori methodiek voor mensen met dementie bouwt voort op de educatie principes zoals ontwikkeld door Maria Montessori. Deze onderwijsmethode is gericht op het vergroten van de betrokkenheid bij de lesstof. Onder andere door taken in stapjes aan te bieden en door middel van herhaling en progressie naar een steeds moeilijker niveau. Met andere woorden door de stof aan te passen aan ieders´ competentieniveau. De methode is door dr. Cameron Camp (V.S.) aangepast voor mensen met dementie. Twaalf principes zijn ontworpen om de moeilijkheden die vaak met dementie samengaan te omzeilen. De principes doen een beroep op het impliciete geheugen. Dit geheugen blijft langer in tact bij mensen met dementie dan het expliciete geheugen (Squire, 2004) en lijkt ‘uitermate geschikt voor cognitieve training en revalidatie’ volgens Lustig & Buckner (2004). Het impliciete geheugen werkt via gewoontes en spiergeheugen. Het wordt o.a. aangesproken door taalgebruik te verminderen en aan te vullen met non-verbale communicatie, zoals het voordoen van handelingen en het gebruik van externe geheugensteuntjes. 8
De Montessori activiteiten worden aangepast aan de capaciteiten en interesses van ieder individu. Hiermee kan de methode voldoen aan menselijke basisbehoeftes zoals sociaal contact en het hebben van een rol – behoeftes die soms in het gedrang komen bij mensen met dementie. De werkzaamheid van de methodiek is te verklaren vanuit het Unmet Needs Paradigm (het Bestaande Behoefte Model van Cohen-Mansfield, 2001), waarbij ‘onbegrepen gedrag’ (wat vaak als erg belastend wordt ervaren door familieleden en professionals) te herleiden is tot basisbehoeftes waaraan niet wordt voldaan. Activiteiten tijdens fase 1: Ontwikkeling van de train-de-trainer opleiding: bestemd voor gedragsconsulenten en bestaat uit een 2-daags scholingstraject en 2-maandelijkse terugkombijeenkomsten gedurende de zes daaropvolgende maanden. Inhoudelijk focust de opleiding zich onder andere op: - Een module met theoretische achtergrond over dementie, de werking van het geheugen en de Montessori methodiek voor de train-de-trainers opleiding. - Methodieken die trainers kunnen gebruiken voor instructie van de mantelzorgers. - 10 korte casusbeschrijvingen waarmee de trainers kunnen oefenen. Ontwikkeling van de instructiemodule voor familieleden. Ontwikkeling van de materialen voor de trainingen: - Een 6-tal filmpjes: algemene introductie van de principes en 5 voorbeeldactiviteiten. De filmpjes zijn ontwikkeld in het Australische project en worden voorzien van een Nederlandse voice-over. - Boekje met foto-verhalen die weergeven hoe de interventie uitgevoerd dient te worden. De 12 principes worden op een visuele manier weergegeven en uitgelegd en voorbeeldactiviteiten worden aangeboden. In de boekjes wordt verwezen naar de filmpjes. - Handouts voor familieleden en de gedragsconsulenten met de 12 principes, tips voor voorbereiding van activiteiten en voorbeeld activiteiten. - Ontwikkeling van de onderzoeksvragenlijsten. FASE 2 – Implementatie & pilot fase In fase 2 wordt een proefimplementatie uitgevoerd met daaraan gekoppeld een pilot evaluatie van de in Fase 1 ontwikkelde materialen en educatie. Na hun opleiding verzorgen de gedragsconsulenten vervolgens de scholing van de familieleden, onder begeleiding van de opleiders. Dit omvat twee 1-op-1 bijeenkomsten van 2 uur ten behoeve van de uitleg van de methodiek en het brainstormen over activiteiten. Vervolgens gaan de familieleden aan de slag met hun familielid met dementie en start de proces- en effectevaluatie. Vraagstellingen De procesevaluatie en effectevaluatie moeten leiden tot antwoorden op de volgende vragen. Leidt het trainen en gebruiken van de Montessori methodiek tot: 1. Een reductie van ‘onbegrepen gedrag’ bij de cliënten? 9
2. 3. 4. 5.
Een toename van de kwaliteit van leven van cliënten? Een afname van de ervaren mantelzorgerbelasting? Een verbetering van de relatie van familielid en persoon met dementie? Een afname van de belasting van de zorgmedewerkers?
Doelgroep & case finding Vijf locaties (DrieMaasStede, DrieMaasHave, de Es, Hooge-Werf en de Meeuwenhof) zijn voornemens deel te nemen aan de pilot. Iedere consulent wordt gekoppeld aan één specifieke afdeling/ locatie. AZG beschikt momenteel over 5 gedragsconsulenten die intramurale zorg leveren; zij nemen in principe allen deel aan fase 2. Dit betekent dat het streven is om tenminste 5 afdelingen te includeren. Per afdeling kunnen 8 cliënten aan het project deelnemen. Voortijdige uitval van deelnemers wordt ondervangen door inclusie van nieuwe deelnemers. Voorwaarden voor inclusie is dat de cliënt moet 1) cognitief beperkt zijn (een MMSE-score < 24) en 2) een familielid hebben die de Nederlandse taal voldoende beheerst om aan de training deel te nemen. In het Australische project bleek dat mensen die in een niet-Engelssprekend land waren geboren en als gevolg van de dementie niet langer Engels spraken (maar wel hun moedertaal), meer baat hadden bij de Montessori methodiek dankzij de non-verbale elementen (van der Ploeg et al., 2013). Daarom zullen we in binnen AZG ook, waar relevant, de voorkeur geven aan het includeren van cliënten en familieleden van allochtone afkomst. Procesevaluatie De procesevaluatie wordt uitgevoerd op basis van: - Een beknopt dagboek van ieder familielid, waarin zij registreren hoe vaak, hoe lang en welke activiteiten ze met hun naasten ondernamen. - Focusgroepen met 1) de gedragsconsulenten en 2) de mantelzorgers o.l.v. de betrokken gedragsconsulent. Effectevaluatie Gekozen is om het effect van de methodiek op zowel de cliënt, mantelzorger als de professional te meten met behulp van een aantal vragenlijsten. Voor aanvang van de studie en na 3 maanden worden de volgende maten afgenomen: Bij cliënten: ‘Onbegrepen gedrag’ middels de Neuropsychiatrische Vragenlijst - een gevalideerde bewerking van de NPI (Cummings et al, 1994). Kwaliteit van leven met de Qualidem, een dementie-specifiek KvL meetinstrument (proefschrift Ettema, 2007). Bij mantelzorgers: De kwaliteit van de relatie met hun familielid met dementie (The Mutuality Scale of the Family Caregiving Inventory, Archbold et al., 1990). Belasting mantelzorger: De Caregiver Strain Index (CSI, Robinson, 1983).
10
Bij medewerkers: Werkbelasting medewerker: relevant domeinen uit Leiden Quality of Work Questionnaire (van der Doef & Maes, 1997).
4. TIJDSPAD In onderstaande tabel is een globaal tijdspad geschetst voor de pilot. Fase Onderdeel Uitvoering/ gereed Fase 1: Ontwikkelfase Ontwikkeling materialen en training Oktober 2015 – juni 2016 Ontwikkeling onderzoeksmaterialen Voorbereiding implementatie Juni 2016 Fase 2: Uitvoering pilot Zomer 2016 – juni 2017 Implementatie & Training gedragsconsulenten Zomer 2016 pilotfase Training mantelzorgers September 2016 – mei 2017 Data verzameling September 2016 – mei 2017 Data- analyse Mei 2017 - juli 2017 Rapportage (intern en extern Augustus - oktober 2017 Ontwikkeling verspreidings- en Augustus - oktober 2017 implementatieplan
5. DRAAGVLAK & COMMUNICATIE 5.1 Draagvlak organisatie De Manager Medische Zaken en de divisiemanager Revalidatie- & Verpleeghuiszorg hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het verbetervoorstel. Inmiddels hebben vijf locaties aangegeven graag deel te willen nemen aan de pilot. Een brede inzet van locaties voor deelname aan het pilotonderzoek zal het draagvlak bij eventuele verdere uitrol in de organisatie vergroten. Bij aanvang organiseren de gedragsconsultenten voor de afdeling waar zij met de methodiek aan de slag gaan een informatiebijeenkomst voor cliënten, mantelzorgers en professionals met de bedoeling dat alle betrokkenen op de hoogte zijn van het project. 5.2 Betrokkenheid Raad van Bestuur Ageeth Ouwehand, lid Raad van Bestuur, is vanuit haar portefeuille betrokken bij de totstandkoming van de pilot en dit plan van aanpak. De bestuurder ontvangt periodiek terugkoppeling over de stand van zaken en wordt actief geïnformeerd bij beslis- en evaluatiemomenten. Ook vormt de bestuurder de spil richting de Centrale Cliëntenraad, de Centrale Ondernemingsraad, de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur. 5.3 Betrokkenheid Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen wordt via de Raad van Bestuur geïnformeerd over dit verbetervoorstel. Ook zij worden periodiek geïnformeerd over de stand van zaken. 5.4 Medezeggenschap De Centrale Cliëntenraad is betrokken bij de ontwikkeling van het voorstel en heeft feedback kunnen leveren. Zij wordt gedurende het traject periodiek geïnformeerd over de stand van 11
zaken. Tevens zal tenminste één lid van de Cliëntenraad betrokken worden om bijvoorbeeld de te ontwikkelen trainingsmaterialen te beoordelen en de inhoud van de focusgroepen mede vast te stellen. De lokale cliëntenraden van de deelnemende locaties worden betrokken bij de uitrol van het project op locatie en periodiek geïnformeerd. De Centrale Ondernemingsraad wordt geïnformeerd over deelname en het bijbehorende plan van aanpak. Zij worden geïnformeerd over de ontwikkelingen en resultaten. 5.5 Communicatie extern Argos Zorggroep is bereid om de ervaringen en kennis te delen en zowel intern als extern te communiceren. We staan open voor mogelijkheden om dit te bewerkstelligen. Daarnaast worden de resultaten van de proces- en effectevaluatie gepresenteerd in publicaties (nationaal/ internationaal) en presentaties op congressen. 5.6 Samenwerking Binnen de Argos Zorggroep beschikken we over een eigen opleidingsinstituut, Argos Academy. Argos Academy is in samenwerking met de senior wetenschappelijk medewerker verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de materialen en training alsook het verzorgen van de training en de supervisie. De wetenschappelijk medewerker is verbonden aan de afdeling Public Health & Eerstelijnsgezondheidszorg van het LUmc.
12
Literatuurlijst Archbold PG, Stewart BJ, Greenlick MR, Harvath T. Mutuality and preparedness as predictors of caregiver role strain. Res Nurs Health. 1990 Dec;13(6):375-84. Cummings JL, Mega M, Gray K, Rosenberg-Thompson S, Carusi DA, Gornbein J. The Neuropsychiatric Inventory: comprehensive assessment of psychopathology in dementia. Neurology. 1994 Dec;44(12):2308-14. Ettema T. The construction of a dementia-specific Qualit of Life instrument rated by professional caregivers: The Qualidem. Proefschrift, Gildeprint Drukkerijen, Enschede. Lustig C, Buckner RL. Preserved neural correlates of priming in old age and dementia. Neuron. 2004 Jun 10;42(5):865-75. Peeters J, Werkman M, Francke AL. Dementiemonitor Mantelzorg: Problemen, zorgbehoeften, zorggebruik en oordelen van mantelzorgers. Rapport Nivel. Robinson BC. Validation of a Caregiver Strain Index. J Gerontol. 1983 May;38(3):344-8. Squire LR. Memory systems of the brain: a brief history and current perspective. Neurobiol Learn Mem. 2004 Nov;82(3):171-7. Review. van der Doef M, Maes S. The Leiden Quality of Work Questionnaire: its construction, factor structure, and psychometric qualities. Psychol Rep. 1999 Dec;85(3 Pt 1):954-62. van der Ploeg ES, Eppingstall B, Camp CJ, Runci SJ, Taffe J, O'Connor DW. A randomized crossover trial to study the effect of personalized, one-to-one interaction using Montessoribased activities on agitation, affect, and engagement in nursing home residents with Dementia. Int Psychogeriatr. 2013 Apr;25(4):565-75.
13