S80 met AE Professional Card
nl
Montage- en gebruiksaanwijzing Poortbesturing
Belangrijke informatie voor: • de monteur • de elektricien • de gebruiker Aan de betreffende personen doorgeven! De gebruiker dient deze gebruiksaanwijzing te bewaren.
Montage- en gebruiksaanwijzing Inhoudsopgave Algemeen.................................................................................................................................................................... 2 Garantieverlening......................................................................................................................................................... 2 Veiligheidsaanwijzingen................................................................................................................................................ 3 Doelmatig gebruik........................................................................................................................................................ 3 Gebruikte afkortingen.................................................................................................................................................. 4 Functie-overzicht......................................................................................................................................................... 4 Montage van de besturing............................................................................................................................................ 5 Een besturingskaart demonteren en monteren............................................................................................................... 5 Elektrische aansluiting.................................................................................................................................................. 6 Bedieningselementen.................................................................................................................................................. 6 Controle van de looprichting......................................................................................................................................... 7 Instelling van de eindposities van de poort..................................................................................................................... 8 Aansluiting en functie van externe besturingen en veiligheidsvoorzieningen.....................................................................11 Aansluiting en functie van de schakeluitgangen............................................................................................................ 13 Latere montage/functie van het draadloze systeem...................................................................................................... 14 Instelling van de DIP-schakelaars................................................................................................................................ 16 LED-indicatie............................................................................................................................................................. 17 Overzicht van de besturingstijden................................................................................................................................ 18 Wat te doen, indien ... ?.............................................................................................................................................. 18 Positie van de klemmen en bouwelementen................................................................................................................. 19 Algemeen overzichtsschema...................................................................................................................................... 20 Technische gegevens................................................................................................................................................. 21
Algemeen Volg bij de installatie en de instelling van de motor de instructies in de montage- en gebruiksaanwijzing op. Aanwijzing Deze montage- en gebruiksaanwijzing geldt voor de poortbesturing S80 met AE Professional Card voor aansturing van aandrijvingen met elektronische eindschakelaar van het type AE (singleturn-absolute encoder).
Garantieverlening Constructieve wijzigingen en ondeskundige installatie die in strijd zijn met deze gebruiksaanwijzing en andere instructies onzerzijds, kunnen leiden tot ernstig lichamelijk letsel van de gebruiker en kunnen een ernstig risico vormen voor diens gezondheid, zoals kneuzingen. Constructieve wijzigingen mogen derhalve uitsluitend na overleg met ons en met onze toestemming plaatsvinden, waarbij onze instructies en vooral de instructies in de voorliggende montage- en gebruiksaanwijzing beslist in acht moeten worden genomen. Afwijkend gebruik, toepassingen en/of verwerking van de producten die in strijd is met het bedoelde gebruik, is niet toegestaan. De fabrikant van het eindproduct en de installateur dienen erop te letten dat bij gebruik van onze producten aan alle noodzakelijke wettelijke en officiële voorschriften aandacht wordt besteed en dat deze worden opgevolgd. Dit betreft de fabricage van het eindproduct, de installatie en het advies aan de klant en geldt vooral voor de daarop betrekking hebbende actuele EMC-voorschriften. Met name moet de EN12453 ”Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren” en de normatieve verwijzingen van deze in acht worden genomen. De installateur van de poortinstallatie dient ervoor te zorgen dat de machinerichtlijn 98/37/EG wordt nageleefd. Hij moet de conformiteit verklaren en het CE-keurmerk voor de poortinstallatie afgeven. Dit product is onderworpen aan technische verdere ontwikkelingen en verbeteringen, kijk in de actuele verkoopdocumentatie voor informatie over de precieze productspecificaties.
2
Veiligheidsaanwijzingen De volgende veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen dienen voor het afwenden van gevaren en voor het voorkomen van lichamelijke letsels en materiële schade. Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed.
• • • • • •
•
•
• •
Voorzichtig
Duidt op een mogelijke gevaarlijke situatie. Indien ze niet vermeden wordt, kan ze verwondingen tot gevolg hebben.
Opgelet
Duidt op een mogelijke gevaarlijke situatie. Indien ze niet vermeden wordt, kan het product of iets in zijn omgeving beschadigd worden.
Aanwijzing
Duidt op gebruikstips en andere nuttige informatie.
Voorzichtig Lees deze handleiding voor werkzaamheden aan de installatie zorgvuldig door en neem absoluut de inhoud en de veiligheidsaanwijzingen in acht. Bij het openen van de besturing bestaat wegens de elektrische spanning tot 400 V levensgevaar door elektrische schok. De werkzaamheden aan elektrische inrichtingen mogen alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien. Gebruik de besturing alleen voor doeleinden waarvoor hij is ontworpen! Stel nooit veiligheidsinrichtingen buiten werking en overbrug deze nooit. Activeer de installatie niet als veiligheidsinrichtingen beschadigd zijn. Het opheffen van storingen mag alleen gebeuren door een geautoriseerde vakman. Wanneer er een storing is in de installatie, de installatie stilzetten en de storing zo snel mogelijk verhelpen. De installatie mag alleen door een elektrotechnisch vakman in gebruik genomen worden. Leef de algemeen geldende wettelijke voorschriften (veiligheid, preventie van ongevallen) en deze veiligheidsaanwijzingen na, met name de voorschriften van de beroepsverenigingen (BGR 232, voorheen ZH 1/494), EN 12453 ”Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren - Eisen” en de van toepassing zijnde VDE-normen. De exploitant moet ervoor zorgen dat de installatie alleen in foutloze toestand gebruikt wordt en dat het goede functioneren van de veiligheidsinrichtingen regelmatig (vóór ingebruikname en indien nodig, echter minstens eenmaal per jaar; bij gebruik van een niet-zelftestende fotocel minstens om de zes maanden) door een vakman gecontroleerd wordt. Over de vereiste controles moet een bewijs in de vorm van een controleprotocol worden bijgehouden. Dit controleprotocol moet worden bewaard in het controleboekje. De besturing is ontworpen voor een levensduur van 100000 gebruikscycli. Aandrijvingen met een PVC-aansluitleiding zijn enkel voor binnengebruik toegelaten. Bij het leggen buiten moet de aansluitleiding in een doorvoermantel worden gelegd.
Doelmatig gebruik De besturing dient conform haar bestemming met AE-aandrijvingen van Becker-Antriebe GmbH te worden gebruikt. Een andere toepassing, ander gebruik of wijzigingen zijn om veiligheidsredenen ter bescherming van de gebruiker en van derden niet toegestaan, aangezien deze afbreuk kunnen doen aan de veiligheid van de installatie en er daardoor gevaar bestaat voor personen en goederen. Voor schade die in deze gevallen ontstaat, kan Becker-Antriebe GmbH niet aansprakelijk gesteld worden. Neem bij het gebruik van de installatie of bij reparatie de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing in acht. Bij ondeskundig handelen kan Becker-Antriebe GmbH niet aansprakelijk gesteld worden voor daardoor veroorzaakte schade.
3
Montage- en gebruiksaanwijzing Gebruikte afkortingen IMP LS AE SKS/USA AUTO/WZL
– impulstoets – fotocel – Absolute Value Encoder - elektronische eindschakelaar met absolute encoder – sluitkantbeveiliging/onderrail-analyse – Automatisch sluiten/weer dichtlopen
Functie-overzicht Functie AE Professional Card Instelmodus X Zelfvergrendeling in opwaartse richting X Zelfvergrendeling in neerwaartse richting X 1) Intrekbeveiliging (STOP-AUF) X Slappekabelbeveiliging vertraagd (SCHLAFFSEIL/ÜL) X Toetsingang: Omhoog/Stop/Omlaag/Stop (IMP) X Automatisch opnieuw dichtlopen (AUTO/WZL) X Gedeeltelijke opening (1/2 TORH./STOP X) X Pneumatische sluitkantbeveiliging (SKS/USA) X Elektrische sluitkantbeveiliging (SKS/USA) X Omschakeling sluitkantbeveiliging: 1,2 kOhm/8,2 kOhm X Opto-elektronische sluitkantbeveiliging: FRABA OSE (OSE) X Fotocel (LS) X Terreinlicht (RELAIS 2) X Verkeerslicht/aanduiding poorttoestand (RELAIS 1/2) X Waarschuwingslamp (RELAIS 1) X LED voor spanningsvoorziening (+UB) X LED voor omhoog lopen (AUF) X LED voor omlaag lopen (ZU) X LED voor werking (Betr) X LED voor storing (Stör1, Stör2) X LED voor sluitkantbeveiliging (SKS/USA) X LED voor speciale functie (Sonder) X Spanningsuitgang (24 V DC / 200 mA) X 1) Functie alleen bij gebruik van een sluitkantbeveiliging Gegevens tussen haakjes komen overeen met de opdruk op de bedradingsplaat
4
Montage van de besturing Monteer de besturing zodanig dat de bedieningselementen goed bereikbaar zijn. Het behuizingsdeksel met de 3-voudige druktoetsen moet voor montage worden weggenomen. Als de besturing op een muur moet worden gemonteerd, geschiedt dit met 4 schroeven Ø 4 mm (kopdiameter max. 8 mm) door de 4 bevestigingsgaten die eveneens zijn bestemd voor de schroeven van het behuizingsdeksel, conform de maattekening op de onderkant van de behuizing. Indien nodig kunt u andere kabelschroefverbindingen voor encoder- en melderleidingen zelf monteren. Voorzichtig Let er bij het uitsnijden van voorgeponste behuizingsgaten voor latere montage van nog meer kabelschroefverbindingen op, dat bouwelementen op de bedradingsplaten van de besturing of de behuizing niet worden beschadigd. Monteer alleen afdichtende schroefverbindingen die de beschermklasse van de behuizing waarborgen. Let er bij het terugplaatsen van het behuizingsdeksel op dat de afdichting en de afdichtingsgroef schoon zijn en dat het deksel correct is aangebracht. Draai de schroeven van het behuizingsdeksel zorgvuldig vast. Alleen zo blijft de beschermklasse IP 65 van de behuizing behouden.
Een besturingskaart demonteren en monteren Schakel vóór de vervanging van een besturingskaart de complete poortbesturing spanningsvrij en open het behuizingsdeksel van de besturingsbehuizing. Opgelet De hanteringsvoorschriften voor elektrostatisch bedreigde bouwelementen moeten in acht worden genomen.
AE Professional Card
Gebruik voor de aansturing van aandrijvingen met elektronische eindschakelaar van het type AE. (singleturn-absolute encoder) a.u.b. uitsluitend de AE Professional Card.
De AE Professional Card mag alleen in combinatie met een sluitkantbeveiliging gebruikt worden. In de staat waarin ze worden afgeleverd, kunnen veiligheidsvoorzieningen overbrugd zijn. Bij het ombouwen naar de AE Professional Card dient erop te worden gelet dat er geen niet toegelaten overbruggingen aanwezig zijn. Trek de op de steekplaats J3/J4 gestoken besturingsbedradingsplaat voorzichtig eruit en steek de nieuwe besturingsbedradingsplaat zoals hiernaast getoond op de steekplaats J3/J4 rechts op de S80 basisbesturingsplaat weer in. Let er daarbij op dat de bedradingsplaat in de juiste richting wijst!
5
Montage- en gebruiksaanwijzing Elektrische aansluiting Voorzichtig De elektrische aansluiting van de besturing mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gespecialiseerde elektrotechnicus! Neem de geldende Duitse VDE-normen in acht! Bij alle installatiewerkzaamheden moet de installatie veilig worden losgekoppeld van het stroomnet! Let bij het aansluiten op de technische gegevens van de S80. De aangegeven maximumwaarden mogen niet worden overschreden!
Installatie van de netaansluiting
De bedrijfsspanning van de poortbesturing S80 bedraagt 3N~ 230/400 V 50/60 Hz. Voor de aansluiting op het stroomnet wordt een netaansluitkabel toegepast met een lengte van ca. 1,2 m met CEE 16A/6H-stekker en een CEE 16A/6H-stopcontact onder de besturing, zodat de stekker goed toegankelijk is. Sluit de besturing eventueel aan via een vaste installatiekabel (zie hoofdstukken Positie van de klemmen en bouwelementen en Algemeen overzichtsschema). Aanwijzing Bij een vaste aansluiting moet een hoofdschakelaar in de voedingsleiding of direct in de besturing S80 worden geplaatst. Beveilig de voedingsleiding voor de besturing met een 3-polige draaistroom-veiligheidsschakelaar van 3 x 10 A.
Aansluiting van de aandrijving aan de besturing
De kabel van de aandrijving is gewoonlijk reeds op de besturing voorgemonteerd. Is dit niet het geval, sluit dan conform aansluitschema de 12-aderige kabel van de aandrijving aan op de klemmen E en PE. De 11 zwarte aders van de kabel van de aandrijving zijn gemarkeerd met nummers van 1 tot 11, die overeenkomen met de nummers van de klemmen E. De groengele aardleiding moet op een van de 3 aardleidingklemmen PE ( ) worden aangesloten.
Bedieningselementen Toets OMHOOG
Als u op de toets OMHOOG drukt, gaat de poort open in zelfvergrendeling. Bij het bereiken van de bovenste eindpositie of bij activering van een veiligheidsfunctie stopt de poort automatisch. Als de toets OMHOOG wordt ingedrukt terwijl de poort sluit, dan stopt de poort onmiddellijk en beweegt na een vertragingstijd van 0,5 sec. (tijd Z0) naar de bovenste eindpositie.
Toets STOP
Door het indrukken van de toets STOP wordt de poort stop gezet.
Toets OMLAAG
Als u op de toets OMLAAG drukt, gaat de poort bij gebruik van een sluitkantbeveiliging dicht in zelfvergrendeling. Wordt er geen sluitkantbeveiliging aangesloten, dan is alleen dodemansbedrijf (tipbedrijf) mogelijk. Door activering van de sluitkantbeveiliging of fotocel stopt de poort (sluitkantbeveiliging: stoptijd Z2 = 0,3 sec., fotocel: stoptijd Z0 = 0,5 sec.) en loopt naargelang instelling (DIP-schakelaar 1.3) naar de bovenste eindpositie of rijdt weg van het obstakel (vrijmaaktijd Z1 = 2 sec.).
Noodstop-toets (optie)
Door het indrukken van de noodstop-toets wordt de aandrijving uitgeschakeld. De poort wordt definitief tot stilstand gebracht en de LED +UB dooft. Een beweging van de poort is pas weer mogelijk na het ontgrendelen van de NOODSTOP-toets.
Hoofdschakelaar (optie)
Via de hoofdschakelaar wordt de installatie van het stroomnet gescheiden. De uitgeschakelde hoofdschakelaar kan door middel van een hangslot worden beveiligd tegen opnieuw inschakelen.
6
Controle van de looprichting Aanwijzing Voor de controle van de looprichting kunt u het behuizingsdeksel met slechts 2 schroeven zijdelings verplaatst op de behuizing bevestigen. Zo zijn alle bedienings- en aanduidingselementen toegankelijk. De draairichting van de aandrijving is afhankelijk van de aansluiting van de 3 fasen van het net op de besturing en moet eerst worden gecontroleerd. Ga als volgt te werk: • Breng de poort met de hand (bijv. met handkruk) in half geopende stand. • Steek de CEE-stekker in de CEE-contactdoos of schakel de hoofdschakelaar in. • Controleer of de besturing zich in dodemansbedrijf bevindt door te controleren of de LED Stör 2 brandt (AE Professional Card). Als dit niet het geval is, drukt u de programmeertoets Prog zolang (ca. 3 sec.) in tot het knipperritme van de LED Betr verandert (1x knipperen). U bevindt zich nu in de instelmodus (stap 1) en laat de poort zodoende in dodemansbedrijf lopen. • Controleer met de toetsen OMHOOG en OMLAAG of de looprichting van de poort overeenstemt met de ingedrukte toetsen. Let ook op de richtingaanduiding-LED's AUF (OPEN) en ZU (DICHT) op de basisbedradingsplaat van de S80. Indien de looprichting niet overeenstemt met de toetscommando’s gaat u als volgt te werk: • Koppel de besturing S80 veilig los van het stroomnet. • Verwissel op de netaansluitklemmen twee fasen, bijv. de kabels op de klemmen L1 en L3 (zie hoofdstukken Positie van de klemmen en bouwelementen en Algemeen overzichtsschema). • Controleer de looprichting opnieuw.
7
Montage- en gebruiksaanwijzing Instelling van de eindposities van de poort De poortbesturing S80 met AE Professional Card werkt alleen in combinatie met AE-aandrijvingen van Becker-Antriebe GmbH. AE-aandrijvingen zijn uitgerust met een absolute encoder via welke de besturing de eindposities van de poort herkent. De absolute encoder in de aandrijving kan niet worden ingesteld. De eindposities van de poort worden direct vanuit de besturing S80 met AE Professional Card ingesteld. Opgelet Voordat de eindposities van de poort worden geprogrammeerd, moet de sluitkantbeveiliging van de poort worden aangesloten op de poortbesturing S80. Zie hoofdstuk ”Aansluiting en functie van externe besturingen”. Als het onderste uitschakelpunt van de poort aan de hand van het sluitkantbeveiligingssignaal bij neerkomen op de grond moet worden gecorrigeerd, dan moet de DIP-schakelaar 1.1 al bij het instellen van de eindposities van de poort in stand ON staan. Voor de instelling van de eindposities van de poort moet de functie gedeeltelijke opening (1/2 TORH./STOP X) gedeactiveerd zijn (klemmen A11/B11 geopend). Om in de instelmodus voor instelling van de eindposities van de poort te komen, bedient u de programmeertoets Prog op de AE Professional Card zolang (ca. 3 sec.) tot de LED Betr op de AE Professional Card begint te knipperen (knippercode: “1 x knipperen”). De eindposities van de poort worden in 6 programmeerstappen ingesteld. Door bedienen van de programmeertoets Prog gaat u naar de telkens volgende stap. Als u in een van de stappen per ongeluk een fout maakt, bijv. opslaan van een ongewenste eindpositie, dan kunt u de instelmodus op elk moment verlaten door de spanning uit te schakelen. De besturing wist alle tot dan toe geprogrammeerde eindposities en geeft na opnieuw inschakelen van de spanning door oplichten van de LED Stör 2 aan, dat geen eindposities zijn geprogrammeerd. Door de programmeertoets Prog (ca. 3 sec.) in te drukken kunt u nu weer in stap 1 beginnen.
Instelling van de eindposities van de poort met het VES kaliber (aanbevolen handelwijze) Stap 1 (LED Betr 1x knipperen): Laat eerst de onderkant van de poort naar ”handhoogte” lopen. Controleer nu of de LED SKS /USA uit is. Bedien daarna de sluitkantbeveiliging van de poort en controleer of daarbij de LED SKS /USA oplicht. Is dit niet het geval, dan functioneert de sluitkantbeveiliging niet correct. Controleer eerst de aansluiting en de instelling van de sluitkantbeveiliging, zoals beschreven in het hoofdstuk ”Aansluiting en functie van externe besturingen”. Opgelet Als de sluitkantbeveiliging niet correct functioneert of u heeft geen Becker VES kaliber of een soortgelijke support (hoogte: 30..40 mm) bij de hand, dan moet u de vooreindschakelaar VES handmatig programmeren (zie hoofdstuk: Instelling van de eindposities van de poort met handmatige instelling van de vooreindschakelaar VES). Laat nu de poort tot kort voor de onderste eindpositie lopen. Door de toets Prog in te drukken gaat u naar stap 2. Stap 2 (LED Betr 2x knipperen): Voor de fijnafstelling van de eindpositie laat de besturing de poort nu in stootbedrijf lopen, d.w.z. dat de besturing de poort telkens wanneer de toetsen OMHOOG/OMLAAG worden ingedrukt gedurende slechts ca. 50 ms aanstuurt. Hierdoor wordt het mogelijk om de gewenste eindpositie nauwkeurig aan te lopen. Als u al in stap 1 de gewenste onderste eindpositie heeft bereikt, dan kunt u door de toets Prog in te drukken direct naar stap 3 gaan. De onderste eindpositie wordt aangegeven door oplichten van de LED Stör 2. Stap 3 (LED Betr 3x knipperen): Laat de poort tot kort voor de gewenste eindpositie lopen en ga naar stap 4 door de toets Prog in te drukken. Stap 4 (LED Betr 4x knipperen): Voor de fijnafstelling laat de besturing de poort nu weer in stootbedrijf lopen. Loop de gewenste bovenste eindpositie aan, of als de eindpositie al is bereikt, ga direct naar de volgende stap door de toets Prog in te drukken. De bovenste eindpositie wordt aangegeven door oplichten van de LED Stör 1.
8
Stap 5 (LED Betr 5x knipperen): Leg nu het VES kaliber of een soortgelijke support (hoogte: 30..40 mm) op de grond onder de poort in het midden van de binnenwerkse breedte van de poortopening. Door de toets Omlaag in te drukken laat de besturing de poort in zelfvergrendeling (impulsbedrijf) op het 35 mm hoge VES kaliber lopen. De besturing slaat dit punt als interne vooreindschakelaar (VES) op en rijdt daarna van het VES kaliber weg. Als de poort op een ander obstakel gelopen is, druk dan de toets OMLAAG opnieuw in. Door de toets Prog in te drukken gaat u naar de laatste stap en bevestigt u aan de besturing dat deze de laatste keer bij 35 mm heeft gestopt en deze positie als vooreindschakelaar opslaat. Stap 6 (LED Betr 6x knipperen): De besturing bevindt zich nu weer in dodemansbedrijf. Laat de poort nu omlaag lopen tot de besturing de poort in de onderste eindpositie vanzelf stopt. Als de DIP-schakelaar DIP 1.1 in stand ON staat, dan slaat de besturing het schakelpunt van de sluitkantbeveiliging bij neerkomen op de grond op. Let erop dat de grond onder het poortpaneel schoon is en geen voorwerpen in de weg liggen. De onderste eindpositie wordt weer aangegeven door oplichten van de LED Stör 2. Door de programmeertoets Prog opnieuw in te drukken bevestigt u aan de besturing dat het onderste poortpaneel vlak op de grond rust. De geprogrammeerde eindposities worden opgeslagen en de besturing wisselt naar normaal bedrijf. Controleer de geprogrammeerde eindposities van de poort en het volgens de normen functioneren van de sluitkantbeveiliging (instelling van de interne vooreindschakelaar VES). Voorzichtig Leg voor het controleren van de instelhoogte van de interne vooreindschakelaar VES het VES kaliber of een soortgelijke support (hoogte: 50 mm) op de grond onder de poort in het midden van de binnenwerkse breedte van de poortopening. Als de poort op het 50 mm hoge VES kaliber, of soortgelijke support, loopt, dan moet de poort meteen stoppen en daarna van dit gesimuleerde obstakel wegrijden (omhoog lopen). Als dit niet het geval is, controleer dan nogmaals de aansluiting en de instelling van de sluitkantbeveiliging en programmeer de eindposities van de poort opnieuw. Let hierbij vooral goed op stap 5. Voor de controle van de functie-uitschakeling van de sluitkantbeveiliging door de interne vooreindschakelaar VES neemt u absoluut goed nota van de norm EN 12445: Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren - Beproevingsmethoden.
Overzicht van de instelstappen Stap
LED Betr
Besturingsmodus
1
1 x knipperen
Dodemansbedrijf
2 3 4
2 x knipperen 3 x knipperen 4 x knipperen
5
5 x knipperen
6
6 x knipperen permanent branden
Stootbedrijf Dodemansbedrijf Stootbedrijf Zelfvergrendelings bedrijf Dodemansbedrijf
Actie Testen of de sluitkantbeveiliging correct functioneert. Tot kort voor de onderste eindpositie laten lopen. Nauwkeurige instelling van de onderste eindpositie. Tot kort voor de bovenste eindpositie laten lopen. Nauwkeurige instelling van de bovenste eindpositie. Instelling van de interne vooreindschakelaar VES door omlaag lopen op het 35 mm hoge VES kaliber. • Naar de onderste eindpositie laten lopen tot besturing vanzelf stopt.
• • • • • •
Normaal bedrijf
Instelling van de eindposities van de poort met handmatige instelling van de vooreindschakelaar VES
Voor de handmatige instelling van de interne vooreindschakelaar VES moet de sluitkantbeveiliging afgeklemd resp. gedeactiveerd worden. Dit wordt door het permanent branden van de LED SKS aangegeven. Een deactivering van de sluitkantbeveiliging kan geschieden door de DIP-schakelaar DIP2 om te schakelen. Als een optische sluitkantbeveiliging OSE aangesloten is, moeten de DIP-schakelaars DIP2.1 en DIP2.2 op ON gezet worden. Als een elektrische of pneumatische sluitkantbeveiliging is aangesloten, moet DIP2.1 op OFF gezet worden. Werk nu de programmeerstappen 1 tot 4 af zoals beschreven in het vorige hoofdstuk. Stap 5: De besturing laat de poort in dodemansbedrijf lopen. Laat de onderkant van de poort tot net boven de grond lopen, ca. 20 mm. Door de toets Prog in te drukken slaat u de ingestelde positie als interne vooreindschakelaar VES voor functie-uitschakeling van de sluitkantbeveiliging op en gaat u naar stap 6. Werk stap 6, af zoals beschreven in het vorige hoofdstuk.
9
Montage- en gebruiksaanwijzing Opgelet Bij deze instelmethode voor de instelling van de interne vooreindschakelaar VES kunnen er bij later gebruik functiestoringen ontstaan, omdat bij de instelling geen rekening kan worden gehouden met de schakelweg van de sluitkantbeveiliging, de dynamiek van de poortinstallatie en de signaallooptijd van de besturing. De storingen kunnen zich op de volgende wijze openbaren: de poort kan niet meer worden gesloten, de functie van de sluitkantbeveiliging wordt al boven 50 mm uitgeschakeld. Zodoende is een veilige werking conform de norm EN 12445: Gebruiksveiligheid van aangedreven deuren - Beproevingsmethoden niet meer gewaarborgd. Na wisselen naar normaal bedrijf moet de instelling van de interne vooreindschakelaar absoluut worden gecontroleerd (zie aanwijzing in het vorige hoofdstuk). Als de instelling van de interne vooreindschakelaar buiten het voorgeschreven bereik (<50 mm) ligt of als in normaal bedrijf functiestoringen ontstaan, dan adviseren wij u de instelling van de eindposities van de poort met behulp van het VES kaliber of een soortgelijke support (hoogte: 30..40 mm) te herhalen, omdat bij deze instelmethode rekening wordt gehouden met de schakelweg van de sluitkantbeveiliging, de dynamiek van de poortinstallatie en de signaallooptijd van de besturing en zodoende de interne vooreindschakelaar zo exact mogelijk op de hoogte van de eronder gelegde support (30..40 mm) wordt ingesteld.
Positie voor gedeeltelijke opening programmeren (1/2 TORH./STOP X)
Voor het programmeren van de positie voor gedeeltelijke opening moeten de eindposities van de poort geprogrammeerd zijn (LED Betr moet branden). Ga voor het programmeren van de positie voor gedeeltelijke opening als volgt te werk: Stap 1: Activeer de functie gedeeltelijke opening (1/2 TORH./STOP X) door de klemmen A11/B11 te overbruggen. Stap 2: Laat de poort naar de onderste eindpositie lopen. Stap 3: Druk nu de programmeertoets Prog op de AE Professional Card zolang (ca. 3 sec.) in tot de LED Betr begint te knipperen (knippercode: “7 x knipperen”). De besturing laat de poort nu in dodemansbedrijf lopen. Stap 4: Laat de poort naar de gewenste positie voor gedeeltelijke opening lopen. Stap 5: Om de positie op te slaan drukt u opnieuw de programmeertoets Prog in. De besturing slaat deze positie op en gaat naar normaal bedrijf. Dit wordt door het permanent branden van de LED Betr aangegeven. Als de positie niet kan worden geprogrammeerd, dan is de openingshoogte te gering. Laat de poort verder omhoog lopen en herhaal stap 5.
Geprogrammeerde eindposities van de poort wissen
Telkens als naar de instelmodus voor de instelling van de eindposities van de poort wordt gewisseld, worden de geprogrammeerde eindposities van de poort en ook de evt. geprogrammeerde positie voor gedeeltelijke opening (1/2 TORH./STOP X) gewist. Opgelet Telkens als de aandrijving en/of de AE Professional Card wordt vervangen, moeten de eindposities van de poort vóór ingebruikname van de besturing opnieuw worden geprogrammeerd. Gebeurt dit niet, dan kan het gevolg zijn dat over de eindposities van de poort heen wordt gelopen.
10
Aansluiting en functie van externe besturingen en veiligheidsvoorzieningen Aanwijzing Voor de aansluiting van externe besturingen moet u eerst de looprichting van de poort controleren en de eindposities van de poortaandrijving instellen.
Spanningsuitgang voor externe besturingen
Op de klemmen A– en B+(24 V DC / 200 mA) staat een gelijkspanning voor externe besturingen ter beschikking: U = 24 V DC, lmax = 200 mA. Deze spanningsuitgang is via de fijne zekering F2 beveiligd met 200 mA T.
NOODSTOP-toets
Op de klemmen A2 en B2 kan een NOODSTOP-toets worden aangesloten. Voor de aansluiting van een externe NOODSTOPtoets achteraf moet de draadbrug tussen de klemmen A2 en B2 (NOT-AUS) worden verwijderd. Door het indrukken van de NOODSTOP-toets wordt de aandrijving uitgeschakeld. De poort wordt definitief tot stilstand gebracht en de LED +UB dooft. Een beweging van de poort is pas weer mogelijk na het ontgrendelen van de NOODSTOP-toets.
Externe 3-voudige druktoets
Op de klemmen A3, B3, A4 en B4 (STOP ↓ ↑) kan een externe 3-voudige druktoets worden aangesloten. Deze is qua functie identiek aan de 3-voudige druktoets aan de voorkant van de besturing. Voor de aansluiting van een externe 3-voudige druktoets moet de draadbrug tussen de klemmen A3 en B4 worden verwijderd.
Loopdeurschakelaar / veerbreukbeveiliging
Op de klemmen A3 en B4 kan, eventueel in serie met de toets STOP van de externe 3-voudige drukknop, een extra loopdeurschakelaar en/of een veerbreukbeveiliging worden aangesloten. Voor de aansluiting van een loopdeurschakelaar en/of een veerbreukbeveiliging moet de draadbrug tussen de klemmen A3 en B4 worden verwijderd.
Inductielus
Op de klemmen A4 en B4 kan, eventueel parallel aan de toets OMHOOG van de externe 3-voudige druktoets, een extra inductielus voor het automatisch openen van de poort worden aangesloten. De inductielus moet zo worden ingesteld dat deze een CONTINU-OPEN-COMMANDO geeft.
Slappekabelbeveiliging
Op de klemmen A10 en B10 (SCHLAFFSEIL/ÜL) kan een slappekabelbeveiliging worden aangesloten. Bij de installatie moet de draadbrug tussen de klemmen A10 en B10 worden verwijderd. Deze ingang is via een intern tijdelement van ca. 0,1 sec. vertraagd (afhankelijk van het nastuitergedrag van de schakelaar). Wordt de slappekabelbeveiliging na deze tijd geactiveerd, dan wordt de poort in iedere positie onmiddellijk gestopt. Voor de duur van de activering blijft iedere verdere poortbeweging geblokkeerd. Voorzichtig De ingang ”slappekabelbeveiliging” wordt niet storingsbestendig gecontroleerd. Wanneer een gecombineerde slappekabel-/vangschakelaar gebruikt wordt, dan moet deze op de klemmen A2 en B2 (NOT-AUS) worden aangesloten
Intrekbeveiliging (STOP-AUF)
Op de klemmen A5 en B5 (STOP-AUF) kan als intrekbeveiliging een veiligheidsschakelaar in OPWAARTSE richting worden aangesloten. Bij de installatie moet de draadbrug tussen de klemmen A5 en B5 worden verwijderd. Als deze veiligheidsinrichting tijdens het OMHOOG lopen wordt geactiveerd, wordt de poort onmiddellijk tot stilstand gebracht. Het OMHOOG lopen blijft geblokkeerd. De poort moet u nu door indrukken van de toets OMLAAG (↓) handmatig naar de onderste eindpositie laten lopen. De besturing gaat naar dodemansbedrijf (tipbedrijf). Pas na bereiken van de onderste eindpositie gaat de besturing weer naar zelfvergrendeling.
Externe enkelvoudige toets
Op de klemmen A13 en B13 (IMP) kan een enkelvoudige toets worden aangesloten. De toetscommando’s worden achtereenvolgens in de commandovolgorde OMHOOG - STOP - OMLAAG - STOP omgezet. Mocht er een storing optreden, dan worden de toetscommando’s achtereenvolgens in de commandovolgorde OMHOOG STOP - OMHOOG omgezet.
Gedeeltelijke opening (1/2 TORH./STOP X)
Op de klemmen A11 en B11 (1/2 TORH./STOP X) kan een schakelaar voor activering van de functie ”gedeeltelijke opening” (ook 1/2 poorthoogte genoemd) worden aangesloten. Als de gedeeltelijke opening is ingeschakeld, dient de geprogrammeerde positie voor gedeeltelijke opening als bovenste eindpositie.
11
Montage- en gebruiksaanwijzing Automatisch opnieuw dichtlopen
Op de klemmen A12 en B12 (AUTO/WZL) kan een schakelaar voor activering van de functie ”Automatisch weer dichtlopen” worden geklemd. Als automatisch opnieuw dichtlopen is ingeschakeld, wordt de poort door de besturing na afloop van de tijd voor opnieuw dichtlopen (tijd Z4 = 60 sec.) vanzelf gesloten. Als de functie ”Voorwaarschuwing” is geactiveerd (DIP-schakelaar 1.6 in stand ON), dan wordt vóór aanvang van het automatisch opnieuw dichtlopen door aansturing van het relais1 met de voorwaarschuwingstijd Z3 = 3 sec. van te voren gewaarschuwd. Door de tijdmodule op de systeemstekker X1 van de AE Professional Card te steken kan de tijd voor opnieuw dichtlopen variabel van 2 - 240 sec. worden ingesteld. Beschrijving van de tijdmodule zie ”Technische informatie tijdmodule”.
Fotocel
Op de klemmen A7 en B7 (LS) kan een fotocel worden aangesloten. Bij de installatie moet de draadbrug tussen de klemmen A7 en B7 worden verwijderd. Deze besturingsingang heeft twee functies: • Als de fotocel tijdens het OMLAAG lopen wordt geactiveerd (LED Stör2 knippert), dan wordt de poort onmiddellijk tot stilstand gebracht. Na afloop van een interne tijd van 0,5 sec. (tijd Z0) stuurt de S80 de poort weer omhoog. Naargelang instelling van de DIP-schakelaar 1.3 rijdt de besturing van het obstakel weg of stuurt de poort naar de bovenste eindpositie. • Als bij geopende of zich openende poort de lichtstraal werd onderbroken en daarna weer vrijgegeven, dan wordt voor het geval dat de DIP-schakelaar 1.8 op stand ON staat, de automatische sluittijd Z4 verkort naar 3 sec. Als de DIP-schakelaar 1.8 op stand OFF staat, dan loopt de automatische sluittijd Z4 opnieuw af.
Sluitkantbeveiliging
De volgende sluitkantbeveiligingssystemen kunnen direct op de poortbesturing S80 worden aangesloten: • pneumatische sluitkantbeveiliging (DW) • elektrische sluitkantbeveiliging (EL) • opto-elektronische sluitkantbeveiliging: OSE De benodigde analyseapparatuur is geïntegreerd in de besturing (zelfcontrolerende analysator overeenkomstig EN 12453). De pneumatische sluitkantbeveiliging of de elektrische sluitkantbeveiliging wordt aangesloten op de klemmen A6 en B6 (SKS/USA) en via een afsluitweerstand gecontroleerd. Deze moet in het DW-contact of aan het uiteinde van de elektrische sluitkantbeveiliging worden aangesloten, overeenkomstig het aansluitschema S80. Bij in de fabriek geconfectioneerde elektrische sluitkantbeveiligingen controleert u deze op hun afsluitweerstand. Er kunnen sluitkantbeveiligingen met een afsluitweerstand van 1,2 kΩ of 8,2 kΩ worden toegepast. De opto-elektronische sluitkantbeveiliging OSE van de firma Vitector (Fraba) wordt rechtstreeks op de klemmen A8, A9 en B8 (OSE) aangesloten, zonder afsluitweerstand (A8 - bruine ader, A9 - groene ader, B8 - witte ader). Voor het aanpassen van de besturing aan de desbetreffende sluitkantbeveiliging moeten de DIP-schakelaars 1.1, 2.1 en 2.2 worden ingesteld overeenkomstig onderstaande tabel. Type sluitkantbeveiliging Sluitkantbeveiliging met testen 1,2 kOhm Sluitkantbeveiliging met testen 8,2 kOhm Elektrische sluitkantbeveiliging 1,2 kOhm Elektrische sluitkantbeveiliging 8,2 kOhm Opto-elektronische sluitkantbeveiliging OSE
DIP 1.1 ON ON OFF OFF OFF
DIP 2.1 ON ON ON ON OFF
DIP 2.2 ON OFF ON OFF OFF
Voorzichtig Bij gebruik van de opto-elektronische sluitkantbeveiliging OSE moet de DIP-schakelaar 2.1 absoluut op stand OFF staan, aangezien de zelfcontrole van de in de besturing geïntegreerde analysator anders buiten werking wordt gesteld. Bij gebruik van een pneumatische sluitkantbeveiliging moet de DIP-schakelaar 1.1 absoluut op stand ON staan, aangezien de functie van de pneumatische sluitkantbeveiliging anders niet goed wordt gecontroleerd. In de staat waarin ze worden afgeleverd, kunnen veiligheidsvoorzieningen overbrugd zijn. Controleer voorafgaand aan de ingebruikstelling of er geen niet toegelaten overbruggingen aanwezig zijn. Als de sluitkantbeveiliging tijdens het OMLAAG lopen wordt geactiveerd (LED SKS/USA licht op), dan wordt de poort onmiddellijk door de besturing S80 tot stilstand gebracht. Na afloop van een interne tijd van 0,3 sec. (tijd Z2) stuurt de S80 de poort weer omhoog. Naargelang instelling van de DIP-schakelaar 1.3 rijdt de besturing van het obstakel weg of stuurt de poort naar de bovenste eindpositie. Als de DIP-schakelaar DIP 1.1 op ON staat, dan wordt het onderste uitschakelpunt van de poort bij neerkomen op de grond gecorrigeerd.
12
Aansluiting en functie van de schakeluitgangen Schakeluitgangen
De poortbesturing S80 beschikt over 2 potentiaalvrije relaisschakeluitgangen (wisselaarcontacten, zie aansluitschema) met een schakelvermogen van elk 250 V AC / 5 A. AE Professional Card Bij de AE Professional Card hebben de beide relais naargelang stand van de DIP-schakelaars 1.5, 1.6 en 1.7 conform de volgende tabel verschillende schakelfuncties. Functie van de schakeluitgangen Poorttoestand Relais 1 schakelt in de bovenste eindpositie van de poort in. Relais 2 schakelt in de onderste eindpositie van de poort in. Bij een poortbeweging zijn beide relais uit. Verkeerslicht + terreinlicht nabrandend Relais 1 schakelt in de bovenste eindpositie van de poort in (verkeerslicht rood/groen via wisselcontacten). . Relais 2 schakelt bij begin van elke poortbeweging permanent in en 120 s (tijd Z6) na einde van elke poortbeweging vertraagd uit. Verkeerslicht + terreinlichtbesturingsimpuls Relais 1 schakelt in de bovenste eindpositie van de poort in . (verkeerslicht rood/groen via wisselcontacten). . Relais 2 schakelt bij begin van elke poortbeweging gedurende 1 sec. in . (glijcontact, impuls voor aansturing van een tijdrelais). Waarschuwingslicht + terreinlicht nabrandend Relais 1 schakelt bij verlaten van een van de eindposities permanent in. Relais 2 schakelt bij begin van elke poortbeweging permanent in en 120 s (tijd Z6) na einde van elke poortbeweging vertraagd uit. Als automatisch dichtlopen is ingesteld, schakelen beide relais al bij begin van de voorwaarschuwingstijd (3 sec., tijd Z3) in. Waarschuwingslicht knipperend + terreinlichtbesturingsimpuls Relais 1 schakelt bij verlaten van een van de eindposities knipperend met een knipperfrequentie van 1 Hz in. Relais 2 schakelt bij begin van elke poortbeweging gedurende 1 sec. in (glijcontact, impuls voor aansturing van een tijdrelais). Als automatisch dichtlopen is ingesteld, schakelen beide relais al bij begin van de voorwaarschuwingstijd (3 sec., tijd Z3) in. Waarschuwingslicht + terreinlicht nabrandend, met voorwaarschuwing Relais 1 schakelt 3 sec. (voorwaarschuwingstijd Z3) voor verlaten van een van de eindposities permanent in. Relais 2 schakelt 3 sec. (voorwaarschuwingstijd Z3) voor begin van elke poortbeweging permanent in en 120 sec. (tijd Z6) na einde van elke poortbeweging vertraagd uit. Waarschuwingslicht knipperend + terreinlichtbesturingsimpuls, met voorwaarschuwing Relais 1 schakelt 3 sec. (voorwaarschuwingstijd Z3) voor verlaten van een van de eindposities knipperend met een knipperfrequentie van 1 Hz in. Relais 2 schakelt 3 sec. (voorwaarschuwingstijd Z3) voor begin van elke poortbeweging gedurende 1 sec. in (glijcontact, impuls voor aansturing van een tijdrelais).
DIP 1.5
DIP 1.6
DIP 1.7
OFF
OFF
OFF
ON
OFF
OFF
ON
OFF
ON
ON
ON
OFF
ON
ON
ON
OFF
ON
OFF
OFF
ON
ON
13
Montage- en gebruiksaanwijzing Latere montage/functie van het draadloze systeem De poortbesturing S80 met AE Professional Card kan worden uitgerust met een draadloos afstandsbedieningssysteem met 1 kanaal of 4 kanalen. Als dit met de besturing werd meebesteld, is de draadloze ontvanger al in de besturing geïnstalleerd. Lees in dit geval a.u.b. verder vanaf het deel ”Functie”.
Bedradingsplaat van de draadloze ontvanger
Bij uitbreiding met een draadloos afstandsbedieningssysteem moet u eerst de ontvangerbedradingsplaat op de bedradingsplaat van de basisbesturing installeren. Schakel hiervoor de gehele poortbesturing spanningsvrij. Steek de bedradingsplaat van de draadloze ontvanger zoals hiernaast afgebeeld op de steekplaats J1 rechtsboven op de S80 basisbedradingsplaat. Let erop dat de bedradingsplaat in de juiste richting wijst!
Functie Draadloze afstandsbediening met 1 kanalen De draadloze afstandsbediening met 1 kanaal heeft dezelfde functie als de enkelvoudige toets. De toetscommando’s worden achtereenvolgens in de commandovolgorde OMHOOG - STOP - OMLAAG - STOP omgezet. Mocht er een storing optreden, dan worden de toetscommando’s achtereenvolgens in de commandovolgorde OMHOOG - STOP - OMHOOG omgezet. Draadloze afstandsbediening met 4 kanalen De draadloze afstandsbediening met 4 kanalen heeft de volgende functies: Toets 1: De toetscommando’s worden net als bij de enkelvoudige toets achtereenvolgens in de commandovolgorde. OMHOOG - STOP - OMLAAG - STOP omgezet. Mocht er een storing optreden, dan worden de toetscommando’s achtereenvolgens in de commandovolgorde OMHOOG - STOP - OMHOOG omgezet. Toets 2: Qua functie identiek aan de toets OMHOOG. Toets 3: Qua functie identiek aan de toets OMLAAG. Bij een storing is deze toets in dodemansbedrijf actief. Toets 4: Qua functie identiek aan de toets STOP. Voorzichtig Bij gebruik van een draadloos systeem moet de persoon die de poort bestuurt, tijdens de poortbeweging een volledig zicht op de poort en zijn omgeving hebben en mag zich niet in een gevaarlijke positie bevinden. In de instelmodus en bij een storing moet de bedradingsplaat voor de draadloze ontvanger van de steekplaats J1 getrokken worden.
Programmeren van de handzender-codering
De codering van de draadloze handzender is in de fabriek vastgelegd. De draadloze ontvanger moet op deze codering worden ingesteld. Ga voor het programmeren van de handzender-codering in de draadloze ontvanger als volgt te werk: • Druk op de toets Programmeren kanaal 1 op de draadloze ontvanger. De bijbehorende rode controle-LED begint te knipperen. Binnen de volgende 15 sec. kunt u de handzendercode programmeren. • Druk hiervoor gedurende ca. 2 sec. op de toets van de handzender. Het programmeren van de handzender-codering wordt bevestigd door permanent branden van de controle-LED op de ontvanger. • Laat nu de toets van de handzender weer los. Op dezelfde manier kunt u de 3 andere toetsen van de ontvanger met 4 kanalen programmeren. In totaal kunt u max. 60 verschillende zendercoderingen (toetsen) per ontvanger programmeren. De 61e code wordt niet meer geaccepteerd door de ontvanger! U kunt dus in combinatie met de ontvanger met 1 kanaal max. 60 handzenders met 1 kanaal en in combinatie met de ontvanger met 4 kanalen max. 15 handzenders met 4 kanalen (als alle toetsen worden gebruikt) gebruiken.
14
Aanwijzing U kunt alle handzenders met alle ontvangers combineren! Voorbeeld: U heeft een toepassing met 4 poorten die elk door een S80 met draadloze ontvanger met 1 kanaal worden gestuurd. Als u handzenders met 4 kanalen gebruikt en elke toets aan een van de 4 ontvangers toewijst, kunt u met slechts één handzender alle 4 poorten onafhankelijk van elkaar sturen. Heeft u meer dan 60 zendercoderingen nodig, neem dan contact met ons op. Ook voor deze situatie bieden wij speciale oplossingen aan.
Alle geprogrammeerde zendercodes wissen
Ga voor het wissen van de handzender-coderingen in de draadloze ontvanger als volgt te werk: • Druk op de toets Programmeren kanaal 1 op de draadloze ontvanger en houd deze ingedrukt. De rode controle-LED begint langzaam te knipperen. Na ca. 5 sec. knippert de rode controle-LED snel. • Houd de toets zolang ingedrukt tot de rode controle-LED dooft. • Nadat de controle-LED is gedoofd, zijn alle codes van de draadloze ontvanger met 1 kanaal en alle 4 kanalen van de draadloze ontvanger met 4 kanalen gewist. • Laat nu pas de toets weer los.
15
Montage- en gebruiksaanwijzing Instelling van de DIP-schakelaars AE Professional Card Schakelaar
Stand
Afbeelding DIP 1
ON1) DIP 2.1 OFF ON1) DIP 2.2 OFF ON1) DIP 1.1 OFF ON DIP 1.2 OFF1) ON1) DIP 1.3 OFF ON DIP 1.4 OFF1) ON/ON1) ON/OFF DIP 1.5/1.6 OFF/ON OFF/OFF ON
ON
ON1) DIP 1.8 OFF 1)
fabrieksinstelling
16
ON 1 2
DIP 1
DIP 2 DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
DIP 1.7 OFF1)
DIP
1 2 3 4 5 6 7 8
ON
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
DIP
ON
1 2 3 4 5 6 7 8
1 2
DIP 1
DIP 2
ON
Functie
DIP 2
DIP
1 2 3 4 5 6 7 8
ON 1 2
Elektrische of pneumatische sluitkantbeveiliging aangesloten Opto-elektronische sluitkantbeveiliging OSE aangesloten Afsluitweerstand van de sluitkantbeveiliging = 1,2 kOhm Afsluitweerstand van de sluitkantbeveiliging = 8,2 kOhm Testen van de sluitkantbeveiliging bij neerkomen op de grond. Het onderste uitschakel-punt van de poort wordt bij neerkomen op de grond gecorrigeerd. Pneumatische sluitkantbeveiliging. Geen testen van de sluitkantbeveiliging en geen correctie van het onderste uitschakelpunt. Elektrische of opto-elektronische sluitkantbeveiliging. Uitschakelen in de onderste eindpositie via de schakelimpuls van de sluitkantbeveiliging Uitschakelen in de onderste eindpositie bij geprogrammeerde eindpositie Omhoog lopen na een veiligheidsstop in de bovenste eindpositie Wegrijden van het obstakel na een veiligheidsstop met de vrijmaaktijd Z1 = 2 s Omkeren in de onderste eindpositie voor ontlasting van de sluitkantbeveiliging Geen omkeren in de onderste eindpositie Relais 1: waarschuwingslicht, voorwaarRelais 2: terreinlicht schuwing alleen bij autom. sluiten Relais 1: verkeerslicht, poort in bovenste eindpositie
Relais 2: terreinlicht
Relais 1: waarschuwingslicht, altijd met voorwaarschuwing
Relais 2: terreinlicht
Relais 1: poorttoestand, poort in boven- Relais 2: poorttoestand, poort in ste eindpositie onderste eindpositie Relais 1: waarschuwingslicht knipperend, knipperfrequentie 1 Hz
Relais 2: terreinlicht, stuurimpuls 1 s
Relais 1: waarschuwingslicht, permanent brandend
Relais 2: terreinlicht, 120 s nabrandend (tijd Z6)
Verkorten van de tijd voor opnieuw dichtlopen (Z4) naar 3 s door vrijgave van de fotocel. Door vrijgave van de fotocel loopt de tijd voor opnieuw dichtlopen (Z4) opnieuw af.
LED-indicatie Basisbesturing S80 LED +UB AUF AB
Afbeelding +UB
Aanduiding brandt uit
AUF ZU
Betekenis spanningsvoorziening aanwezig geen spanningsvoorziening aanwezig of NOODSTOP geactiveerd
brandt
poort loopt omhoog
brandt
poort loopt omlaag
AE Professional Card LED
Betr
Stör1
Stör2
USA/ SKS Sonder
Aanduiding brandt 1 x knipperen 2 x knipperen 3 x knipperen 4 x knipperen 5 x knipperen 6 x knipperen
Betekenis Normaal bedrijf Instelmodus stap 1: eindpositie onder aanlopen - dodemansbedrijf Instelmodus stap 2: eindpositie onder aanlopen - stootbedrijf Instelmodus stap 3: eindpositie boven aanlopen - dodemansbedrijf Instelmodus stap 4: eindpositie boven aanlopen - stootbedrijf Instelmodus stap 5: VES kaliber (35 mm) aanlopen - zelfvergrendelingsbedrijf Instelmodus stap 6: eindpositie onder aanlopen - dodemansbedrijf Instelmodus gedeeltelijke opening: positie voor gedeeltelijke opening aanlopen - dode7 x knipperen mansbedrijf permanent knippe- Programmeertoets is ingedrukt. Wisselen naar de instelmodus of naar de volgende proren snel (5 Hz) grammeerstap is echter niet toegestaan. uit Geen eindposities geprogrammeerd (LED Stör 2 brandt) - dodemansbedrijf Stop-toets ingedrukt; loopdeurschakelaar/veerbreukbeveiliging geactiveerd; brandt defect op steekkaart (geen redundante veiligheid); instelmodus: eindpositie boven 1 x knipperen Fout van de absolute encoder in de aandrijving. Blokkering van de poortaandrijving; draairichting van de aandrijving komt niet overeen met 2 x knipperen de geprogrammeerde draairichting. 3 x knipperen Er volgde geen schakelimpuls van de sluitkantbeveiliging in de onderste eindpositie. 4 x knipperen Communicatiefout naar de absolute encoder in de aandrijving. 5 x knipperen Over geprogrammeerde eindposities heen gelopen. Het schakelpunt van de sluitkantbeveiliging bij neerkomen op de grond werd niet opgesla6 x knipperen gen. Het onderste uitschakelpunt van de poort wordt niet gecorrigeerd. permanent knipperen langzaam Storing in het computersysteem (reset van netspanning) (0,5 Hz) brandt Geen eindposities geprogrammeerd; instelmodus: eindpositie onder Thermoschakelaar of veiligheidsschakelaar HK/LK (handkruk/lichte ketting) in aandrijving 1 x knipperen geactiveerd. Sluitkantbeveiliging direct vóór omlaag lopen bediend of interne sluitkantbeveiligingsana2 x knipperen lysator defect. 3 x knipperen Slappe kabel/intrekbeveiliging bediend. 4 x knipperen Storing in de bewakingscomputer (reset van netspanning). 5 x knipperen U liet de poort door automatisch sluiten 5 keer op een obstakel lopen. 6 x knipperen Het op het systeeminsteekvoetje X1 aangesloten apparaat is defect. permanent knipperen langzaam Fotocel bediend. (0,5 Hz) brandt Sluitkantbeveiliging bediend. uit Sluitkantbeveiliging niet bediend. uit DIP-schakelaar vrijgegeven / besturingstijden ongewijzigd 1 x knipperen DIP-schakelaar geblokkeerd / besturingstijden ongewijzigd 2 x knipperen DIP-schakelaar vrijgegeven / besturingstijden gewijzigd brandt DIP-schakelaar geblokkeerd / besturingstijden gewijzigd
17
Montage- en gebruiksaanwijzing Overzicht van de besturingstijden Tijd Z0 Z1 Z2 Z3 Z4 Z5 Z6 Z7
Duur 0,5 sec. 2 sec. 0,3 sec. 3 sec. 60 sec. 0,1 sec. 120 sec. -
Z8
1 sec.
Z9 Z10
0,05 sec.
Beschrijving Stoptijd bij tegencommando Omhoog door toets Omhoog of fotocel Vrijmaaktijd bij wegrijden van een obstakel Stoptijd bij tegencommando Omhoog door sluitkantbeveiliging Voorwaarschuwingstijd Tijd voor automatisch sluiten; bij opgestoken tijdmodule van 2 - 240 s instelbaar Omkeertijd voor ontlasten van de sluitkantbeveiliging Nabrandduur van het terreinlicht niet bezet Wachttijd op sluitkantbeveiligingssignaal in onderste eindpositie bij testen van de sluitkantbeveiliging niet bezet Stootbedrijf bij instelling van eindposities
Wat te doen, indien ... ? Fout Geen reactie op toetsdruk,. LED +UB brandt niet
Geen onmiddellijke reactie op toetsdruk,. LED +UB brandt
Geen spanning op de klemmen. A-/B+ (24 V DC / 200 mA)
Mogelijke oorzaak en foutoplossing • Voedingsspanning (klemmen L3/L2/L1/N(NET)) controleren. • Fijne zekering F1 (400 mA T) controleren. • NOODSTOP-toets (-kring) (klemmen A2/B2 (NOODSTOP)) controleren. • Veiligheidscircuit van de aandrijving noodhandslinger controleren. • Klemmen A3/B4 (STOP), A5/B5 (STOP-AUF), A7/B7 (LS) en A10/ B10 (SCHLAFFSEIL/ÜL) controleren. Zijn deze klemmen niet toegewezen, dan moeten ze worden overbrugd. • Voorwaarschuwing is actief Controleer de instelling van de DIP-schakelaars 1.5 en 1.6. • Controleer of u de bij de aandrijving passende besturingskaart gebruikt. MLS Basic Card/MLS Professional Card voor aandrijvingen met mechanische eindschakelaar, ELS Professional Card voor aandrijvingen met elektronische eindschakelaar, alsmede AE Professional Card voor aandrijvingen met een absolute encoder • Fijne zekering F2 (200 mA T) controleren.
Aanwijzing Let ook op de aanduiding van storingen en fouten via de LED’s op de bedradingsplaat van de basisbesturing S80 en AE Professional Card.
18
Positie van de klemmen en bouwelementen Basisbesturing S80
Impulsteller (optie)
VEILIGHEIDSSCHAKELAAR
TRANSFORMATOR
HOOFDSCHAKELAAR (optie)
BESTURINGSINGANGEN
AE Professional Card
19
Montage- en gebruiksaanwijzing Algemeen overzichtsschema
3~230 V
3~230 V
S3F - veiligheidsschakelaar noodactivering S4F - thermoschakelaar
3~400 V (3~230 V) met dezelfde nummers aansluiten
draadloos
steekkaart
motor
groen rood Veiligheidsschakelaar
EL - elektrische sluitkantbeveiliging of DW - pneumatische sluitkantbeveiliging
groen
net
int. 3-voudige druktoets
Transformator
optische veiligheidsinstallatie S = zender E = ontvanger Aansluiting wit = B9 bruin = A8 groen = A9
20
IMPULSTOETS
AUTOMATISCH SLUITEN/ WEER DICHTLOPEN
1/2 POORTH./STOP X
wit = B9 bruin = A8 groen = A9
SLAPPEKABEL/ÜL
FOTOCEL
aftakdoos Weerstand 1k2 of 8k2
SLUITKANTBEVEILIGING/ ONDERRAIL-ANALYSE
STOP-OMHOOG
Noodstop
externe noodstop
ext. 3-voudige druktoets
loopdeur/veerbreuk
vangschakelaar of gecombineerde slappekabel-/ vangschakelaar
Technische gegevens Netaansluiting: Nominaal motorvermogen: Stuurspanning: Stuurstroom: Afmetingen behuizing: Gewicht: Beschermklasse: Relaisschakelvermogen: Omgevingstemperatuurbereik: Afzekering door de opdrachtgever (ter plaatse):
3N~ 230/400 V 50/60 Hz max. 2,0 kW 24 V DC max. 125 mA 182 x 254 x 90 mm (B x H x D) ca. 1,5 kg (zonder aansluitkabel) IP65 elk 250 V AC / 5 A AC-1 0 °C.....+50 °C 3 x 10 A
21
Montage- en gebruiksaanwijzing
22
23
4023 630 828 0a 08/09
Becker-Antriebe GmbH 35764 Sinn/Germany www.becker-antriebe.com