1
Monitoringsysteem kansengroepen in het personeelsbestand van het ministerie van de Vlaamse overheid 1. Situering De Vlaamse overheid als werkgever voert een beleid van gelijke kansen en diversiteit. Hierbij is men gericht op het streven naar diversiteit in het personeelsbestand. Er wordt hierbij enerzijds gewerkt aan het wegnemen van drempels, of anders gezegd: het realiseren van gelijke kansen, voor kansengroepen. Anderzijds wordt gestreefd naar een evenredige vertegenwoordiging van bevolkingsgroepen in het personeelsbestand. De Vlaamse overheid wenst een afspiegeling te zijn van de samenleving. Hiervoor werden vijf aandachtsgroepen bepaald : vrouwen, personen van allochtone afkomst, ervaren werknemers (ouder dan 45 jaar), kort geschoolden en personen met een arbeidshandicap. De inhoud van het beleid is gedeeltelijk gelijk voor alle doelgroepen maar kent per doelgroep ook eigen accenten; bijv. instroom voor personen van allochtone afkomst, behoud van aangepaste tewerkstelling voor oudere werknemers, combinatie arbeid/gezin mbt gender, enz. Voor geslacht, leeftijd en opleidingsniveau zijn de gegevens in het personeelsbestand beschikbaar. Dat is niet zo voor allochtonen en personen met een arbeidshandicap. Met de invoering van een systeem tot monitoring en registratie van deze kansengroepen kan hieraan oplossing worden gegeven. Er wordt geopteerd om de gegevensverzameling te verankeren in het personeelssysteem van het ministerie: Vlimpers. Vlimpers is voor de personeelsleden een zelfbedieningssysteem via het intranet : het personeelslid is zelf verantwoordelijk voor het beheer van de gegevens. Het Vlimperssysteem werd in 2004 aangegeven bij de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke levenssfeer (CBPL) inclusief de gegevensverzameling omtrent afkomst en arbeidshandicap. Hiermee is voldaan aan de aangifteplicht voorzien in art. 17 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer (verder wet BPL). Alvorens tot de implementatie over te gaan wenst het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap heel het systeem en de bijhorende communicatie naar het personeel in zijn geheel af te toetsen bij de Commissie ter Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer. 2. Juridische basis en opdrachten De wet BPL voorziet een verbod op de verwerking van persoonlijke gegevens mbt etnische afkomst (art. 6 §1) en gezondheidsgegevens (art. 7 §1). Het mag echter wel wanneer er een voldoende wettelijke basis is (art.6§2,I en art.7§2,e). Hieronder wordt toegelicht dat deze is voorzien. 2.1. Opdrachten van de Vlaamse overheid als werkgever De Vlaamse overheid als werkgever heeft een aantal opdrachten inzake haar personeelsbeleid: 1. een beleid voeren dat gericht is op evenredige arbeidsdeelname van kansengroepen; 2. het werken met streefcijfers impliceert statistisch materiaal verzamelen; monitoring_toelichting_CBPL – p. : 1
2
3. positieve actie opzetten voor kansengroepen; 4. redelijke aanpassingen door te voeren voor individuen; 5. a. bij werving aan gelijk geschikte kandidaten voorrang te geven aan de leden van de ondervertegenwoordigde kansengroep; 5. b. een aandeel betrekkingen zijn voorbehouden voor mensen met een zware arbeidshandicap. De opname van de gegevens mbt afkomst en arbeidshandicap in het personeelssysteem is noodzakelijk om aan deze opdrachten te werken. De verwerking heeft hiermee een duidelijke en wel omschreven doelstelling en is toereikend en niet overmatig zoals bepaald in art.4§1,2°,3° van de wet BPL. 2.2. Juridische basis Welke is de juridische basis van bovenstaande opdrachten? 1. Beleid voeren dat gericht is op evenredige arbeidsdeelname van kansengroepen In het "decreet van 8 mei 2002 houdende de evenredige participatie op de arbeidsmarkt" (BS 26.07.2002) (verder ‘het decreet’ genoemd) worden de basisprincipes voor een werkgelegenheidsbeleid gericht op evenredige vertegenwoordiging, uiteengezet. Dit decreet geldt ook voor de Vlaamse overheid als werkgever (art. 3, 2°). Enerzijds wil men discriminatie op de arbeidsmarkt voorkomen en aanpakken. Anderzijds wil men een beleid voeren dat gericht is op evenredige vertegenwoordiging van kansengroepen. De Vlaamse regering hechtte op 24 december 2004 haar definitieve goedkeuring aan het besluit houdende maatregelen ter bevordering en ondersteuning van het gelijkekansenen diversiteitsbeleid in de Vlaamse administratie (BS 13.04.2005) (verder ‘het besluit’ genoemd). In artikel 3. van het besluit worden de doelgroepen expliciet benoemd : kort geschoolden, ervaren werknemers, personen van allochtone afkomst, personen met een arbeidshandicap en vrouwen/mannen. Art. 2 van het besluit geeft de definitie van ‘persoon van allochtone afkomst’ en van ‘persoon met een arbeidshandicap’. 2. Werken met streefcijfers impliceert statistisch materiaal verzamelen Art. 4 van het besluit bepaalt dat er met streefcijfers wordt gewerkt en dat er per beleidsdomein een monitoringsysteem moet komen dat gebruik maakt van vrijwillige registratie van kansengroepen. Deze streefcijfers zijn op dit ogenblik nog niet vastgelegd. Enkel voor de doelgroep personen met een arbeidshandicap stelde de Vlaamse regering in haar beslissing van 12 maart 2004 een globaal streefcijfer van 4,5% voor personen met een officieel erkende arbeidshandicap voorop. 3. Positieve actie opzetten voor kansengroepen Naast het werken met streefcijfers wordt er van het lijnmanagement waar nodig ook positieve actie verwacht.
monitoring_toelichting_CBPL – p. : 2
3
Art. 5 van het besluit: “Om de evenredige participatie en gelijke kansen te realiseren, moeten specifieke maatregelen worden getroffen en acties worden ondernomen om de inen doorstroom van personen uit de kansengroepen te bevorderen en hun voortijdige uitstroom tegen te gaan.” Deze bepaling is uitvoering van art. 5, §3 van het decreet dat voorziet in maatregelen van positieve actie. 4. Redelijke aanpassingen door te voeren voor individuen Het voorzien in redelijke aanpassingen is een verplichting volgens art. 5 § 4 van het decreet. 5.a. Bij werving aan gelijk geschikte kandidaten voorrang te geven aan de leden van de ondervertegenwoordigde kansengroep Het raamstatuut van de Vlaamse overheid dat vanaf 1.01.2006 in voege treedt, bepaalt in art. I.5. § 3: “De Vlaamse Regering bepaalt voor de door haar vastgelegde doelgroepen globale streefcijfers die door de functionele minister omgezet worden in streefcijfers per beleidsdomein. Zolang de door de Vlaamse Regering bepaalde doelgroepgebonden streefcijfers niet gehaald worden, wordt bij gelijkwaardigheid voorrang gegeven aan de kandidaat uit de ondervertegenwoordigde groep.” Op 13 januari 2006 hechtte de Vlaamse Regering haar definitieve goedkeuring aan het raamstatuut. Dit besluit stelt de rechtspositie vast van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid. Het besluit werd reeds geadviseerd door de Raad van State en ligt voor ter onderhandeling met de vakbonden. Het zal in voege treden vanaf 1 januari 2006. 5. b. Een aandeel betrekkingen zijn voorbehouden voor mensen met een zware arbeidshandicap Art. I.5 §4 van dit nieuwe personeelsstatuut formuleert het principe van de voorbehouden betrekkingen voor bepaalde mensen met een arbeidshandicap: “§ 4. De Vlaamse Regering bepaalt, op voorstel van de Vlaamse minister bevoegd voor bestuurszaken, het aantal betrekkingen dat wordt voorbehouden voor personen met een zware handicap. In afwijking van artikel I 5, § 1, worden deze personen met een handicap vrijgesteld van het vergelijkend wervingsexamen. De lijnmanager van de functioneel bevoegde entiteit beslist in overleg met de VDAB en het selectiebureau van de federale overheid welke personen met een handicap in aanmerking komen voor een vacature. Indien het selectiebureau van de federale overheid zijn standpunt niet binnen de 15 kalenderdagen heeft meegedeeld mag de procedure worden verdergezet.” 3. Uitwerking: proportionaliteit, toegang tot de gegevens, vraagstelling, vrijwillige medewerking, transparantie 3.1. Proportionaliteit en toegang tot de gegevens Het Vlimpers personeelssysteem is gebaseerd op de software-tool People Soft. In dit programma worden de toegangen tot gegevens geregeld via rollen. Op naam van elk monitoring_toelichting_CBPL – p. : 3
4
individu maar ook verbonden aan functies kan bepaald worden wie tot welke gegevens toegang krijgt. De toegang tot gegevens wordt hierdoor streng beveiligd. Openstaande schermen die 20 minuten niet zijn gebruikt, worden automatisch afgesloten. Het beheer hiervan gebeurt gedecentraliseerd door de departementen van het ministerie. Het Gemeenschappelijk Vlimpersdienstencentrum (GVDC) oefent hierop een kwaliteitscontrole uit en centraliseert het overzicht van de toegangsrechten. De leidinggevende (= N-functie) van het agentschap overheidspesoneel, waartoe GVDC behoort, is de verantwoordelijke persoon. De verschillende rollen Rol 1: Invoer van gegevens De eerste rol is deze van het personeelslid dat toegang heeft tot de eigen gegevens omtrent afkomst en arbeidshandicap. De toegang is zowel raadplegen van de gegevens als de invoer/aanpassing ervan. Wanneer de toegang tot het systeem beperkt is door de plaats van tewerkstelling of omwille van te beperkte pc-kennis of de technische ontoegankelijkheid voor personen met een handicap, kan de personeelsdienst op vraag van betrokkene de gegevens invoeren in het systeem. Bij de indiensttreding kan men zelf de gegevens invoeren of de keuze maken dit niet te doen. Wanneer men op een later tijdstip op de vraag wenst in te gaan of zijn/haar antwoord wil herzien, kan het personeelslid dit zelfstandig in het selfservice gedeelte van de toepassing. Met de personeelsdienst wordt hier bedoeld: een aantal mensen op de personeelsdienst die op naam aangeduid worden door de leidend ambtenaar (N-functie) van de entiteit; dit komt overeen met rol 3. Rol 2: Toegang tot statistische gegevens Het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wil niet alleen het aantal personeelsleden uit de kansengroepen kennen maar dit ook kunnen koppelen aan andere parameters. Waar werken ze? In welke niveaus? Wat is de evolutie? Onderscheiden ze zich van de andere werknemers op het vlak van parameters die een personeelsbeleid in beeld brengen : deeltijds, voltijds, loopbaanevolutie, …? Dit maakt het mogelijk globale streefcijfers te screenen op blinde vlekken en verfijningen aan te brengen. Bijv. een bepaald niveau blijft ondervertegenwoordigd. Daarom opteert het ministerie om de vraag naar afkomst en arbeidshandicap op te nemen in het personeelssysteem Vlimpers. De opdrachthouder Emancipatiezaken, de hrm-medewerker per entiteit (departement en agentschap), het agentschap voor overheidspersoneel, de emancipatieambtenaren per entiteit en de lijnmanagers elk voor hun entiteit, hebben hiervoor toegang tot de statistische gegevens in de rapporteringstool Cognos. Rol 3: Selectie op wie is geregistreerd en mensen op naam contacteren voor positieve actie Het lijnmanagement heeft de opdracht om te voorzien in positieve acties. De lijnmanagers zijn: de N-functie van een entiteit, de N-1 van een entiteit en de operationeel leidinggevende van een dienst of cel. monitoring_toelichting_CBPL – p. : 4
5
Daartoe kunnen de personeelsdiensten die personeelsleden contacteren die tot een bepaalde kansengroep behoren en zich kenbaar maakten in het Vlimperssysteem. Alle diensten betrokken bij positieve acties kunnen aan de personeelsdiensten vragen de leden van de kansengroepen van een bepaald initiatief op de hoogte te brengen. Het is de personeelsdienst die mensen informeert. Namen worden niet doorgegeven aan de dienst die de positieve actie organiseert. Met de personeelsdienst wordt hier bedoeld: een aantal mensen op de personeelsdienst die op naam aangeduid worden door de leidend ambtenaar (N-functie) van de entiteit. Het kader welke positieve actie mogelijk is en onder welke voorwaarden wordt gevormd door het decreet en het besluit en de heersende rechtsregels mbt gelijke kansen, bijv. rechtspraak door het Europees hof van justitie, de Raad van State, …. Rol 4: Een individueel dossier raadplegen voor positieve actie, redelijke aanpassingen, een aantal maatregelen mbt werving Voor het realiseren van redelijke aanpassingen, zonodig voorrang bij wervingen bij gelijkwaardigheid of het invullen van het aantal voorbehouden betrekkingen voor mensen met een zware arbeidshandicap, moet bij de verantwoordelijken voor de werving bekend zijn wie tot de kansengroep behoort. De verantwoordelijke is telkens de betrokken lijnmanager, de personeelsdienst van de entiteit en de dossierbehandelaar bij de selector.1 De dienst Emancipatiezaken kan in het kader van haar opdracht voorzien in arbeidspostaanpassingen. De vraagstelling gebeurt dus niet alleen bij de personeelsleden maar ook wanneer sollicitanten electronisch hun CV invullen bij een sollicitatie, zowel voor interne als externe kandidaten. Dit maakt een monitoring mogelijk van het aantal kandidaten uit de kansengroepen en hun slaagkansen tot en met de aanwerving. Ook maakt dit het mogelijk zonodig redelijke aanpassingen te voorzien in de wervingscontext zoals voorzien in art. 5 §4 van het decreet en toepassing van het personeelsstatuut m.b.t. voorrang bij gelijkwaardige kandidaten.
1 De selector is Selor voor statutaire wervingen en Jobpunt voor contractuele wervingen.
monitoring_toelichting_CBPL – p. : 5
6
Toegangsrechten tot afkomst en arbeidshandicap in Vlimpers rollen Aard toegang 1. invoer 2. statistische 3. x : wel toegang gegevens data via de selecteren / : geen toegang Cognos en op naam rapporteringstool kunnen contacteren Wie voor positieve actie Individueel personeelslid Lijnmangement Aangeduide mensen op de personeelsdienst Emancipatieambetenaar van een entiteit Hrm van een entiteit Aangeduide mensen in het agentschap overheidspersoneel Emancipatiezaken Wervingsverantwoordelijken
x / x
/ x x
/ / x
4. individueel dossier raadplegen voor redelijke aanpassingen, voorrang bij gelijkwaardigheid en voorbehouden betrekkingen x x x
/
x
/
/
/ /
x x
/ /
X /
/ /
x /
/ /
x x
Het personeelslid dat een bepaalde rol heeft toegekend gekregen, mag de informatie die hierdoor toegankelijk wordt, enkel gebruiken binnen de bevoegdheden van de toegekende rol. Bij een wijziging van de functie brengt het personeelslid de beheerder van de rollen voor zijn entiteit op de hoogte. Op de website van Vlimpers zal vermeld worden wie de beheerder zijn van deze rollen. Bij deze beheerders kan een overzicht opgevraagd worden wie toegang heeft tot welke gegevens. 3.2. Vraagstelling De bevraging betreft administratieve gegevens en voor personen met een arbeidshandicap de eigen visie op de situatie. Er worden geen attesten gevraagd om de verklaring te staven. Voor de uitvoering van de maatregelen redelijke aanpassingen en maatregelen bij werving kan dit wel gedaan worden: • een attest mbt tot welke categorie van erkende arbeidshandicap men behoort; • een verklaring op eer omtrent de gegevens over allochtone afkomst. Voor personen van allochtone afkomst is de definitie: “Van allochtone afkomst wordt beschouwd wie zelf een nationaliteit heeft van buiten de Europese Unie of één van de ouders of twee van de grootouders. Uw eigen nationaliteit is reeds opgenomen in het systeem. Omdat de samenstelling van de EU kan wijzigen, vragen we u de nationaliteit van de ouders en grootouders op te geven.”
monitoring_toelichting_CBPL – p. : 6
7
In het systeem wordt mbt afkomst niet de vraag gesteld of men aan deze definitie beantwoordt maar wordt de eigen nationaliteit gevraagd en deze van de ouders en grootouders. Deze aanpak is relevant, gezien het al dan niet behoren tot de Europese Unie het criterium is om aan de definitie te beantwoorden. Bij kennis van de nationaliteiten blijven de gegevens bruikbaar ook na verandering van het aantal lidstaten van de EU. De gegevens over de ouders en grootouders worden bij het personeelslid bekomen en zijn op zich anonieme gegevens waardoor toestemming van de ouders en grootouders zelf niet nodig is. Voor personen met een arbeidshandicap: Voor personen met een arbeidshandicap worden niet alleen officiële erkenningen gevraagd maar wordt gevraagd naar een langdurige handicap of ziekte en het zich voordoen van belemmeringen. Zo kunnen er referentiecijfers gevonden worden bij diverse andere bronnen: de Enquête op de Arbeidskrachten, de periodieke gezondheidsenquête, de periodieke socio-economische enquête van het NIS; die allen een analoge vraagstelling bevatten: “Heeft u last van één of meerdere langdurige ziekten, langdurige aandoeningen of handicaps ?” Indien ja: wordt u vanwege deze ziekte(n), aandoening(en) of handicap(s) belemmerd in uw dagelijkse bezigheden ? Keuzemogelijkheden: voortdurend, af en toe, nooit. Is deze handicap erkend door één van onderstaande instanties ?” (Hier worden dan de categorieën uit het uitvoeringsbesluit van 24.12.2004 genoemd.) Ook bij het solliciteren bij de Vlaamse overheid, waarbij men elektronisch via het internet een CV invult, worden dezelfde vragen naar afkomst en/of arbeidshandicap opgenomen. 3.3. Vrijwilligheid van de gegevensverzameling en transparantie van het systeem Het Vlimperssysteem is een intranet-applicatie en een zelfservice-systeem voor de personeelsleden. De personeelsleden kunnen hierin zelf hun gegevens beheren. Bij de operationalisering van het monitoringssysteem worden volgende principes gehanteerd: • Alle personeelsleden worden bevraagd, niet alleen zij die tot een bepaalde kansengroep behoren. • Bij de aanwerving worden personeelsgegevens opgevraagd. Hierbij wordt de vraag naar afkomst en arbeidshandicap opgenomen. Betrokkene kan op dat moment kiezen op deze vragen te antwoorden. De gegevens worden dan ingegeven door de personeelsdienst. Wanneer men op een later tijdstip op de vraag wenst in te gaan of zijn/haar antwoord wil herzien, kan het personeelslid dit zelfstandig in het selfservice gedeelte van de toepassing. • Voor de personeelsleden die reeds in dienst zijn, zal bij de start van het systeem een algemene communicatie gebeuren vanuit het management : o.a. via de intranetmuurkrant, de personeelsbladen, een brief (mail) vanuit de N-functie, waarin het waarom en hoe worden toegelicht. • Zowel bij de intake als in het selfservice-systeem, betreft het vrije velden waarbij expliciet vermeld wordt dat het over een vrijwillige opgave van gegevens gaat. • Op de personeelsdienst wordt een vertrouwenspersoon aangeduid die op vragen kan ingaan en desgewenst mensen kan helpen met het invullen van de gegevens of op vraag van betrokkene dit in hun plaats te doen. • Er wordt afgesproken dat er door het lijnmanagement geen acties worden ondernomen die de vrije keuze van personeelsleden kunnen beperken.
monitoring_toelichting_CBPL – p. : 7
8
• De verantwoordelijke voor de verwerking is de leidend ambtenaar (N-functie) van de entiteit waar het Gemeenschappelijk Vlimpers Dienstencentrum (GVDC) onder ressorteert. Tot de reorganisatie is dit het departement AZF. Het geheel van de monitoring, de bevoegdheden en afspraken hieromtrent zullen uiteengezet worden in een verordenende omzendbrief van de minister bevoegd voor bestuurszaken. Bij de vraagstelling in het systeem wordt ook kort uitleg gegeven omtrent het waarom, de vrijwilligheid, wie toegang heeft tot de informatie en waar men met vragen terecht kan. Door dit opzet geeft betrokkene toestemming voor de verwerking van de gegevens (wet BPL art.6§2,a en art. 7§2,e). Hiermee wordt tevens aan de informatieplicht voldaan zoals geregeld in art.9 van de wet BPL. Het ontwerpscherm vraag naar afkomst in het selfservice gedeelte in Vlimpers ziet er als volgt uit : AFKOMST : Nationaliteit (is een verplicht veld) Nationaliteit : zoeklijst Afkomst (is geen verplicht veld) De vraag naar afkomst maakt het mogelijk de maatregelen inzake gelijke kansen op te volgen door eventuele ondervertegenwoordiging van bepaalde bevolkingsgroepen op te sporen. Ook kunnen de gegevens gebruikt worden om u te contacteren voor positieve acties en voor de uitvoering van ondersteunende maatregelen bij werving zoals voorzien in de wetgeving en het personeelsstatuut. Enkel de hiervoor bevoegde diensten, uw eigen leidinggevenden en uzelf hebben toegang tot deze gegevens. U kiest zelf of u allochtone afkomst wenst op te geven. U kan bovendien ten allen tijde deze gegevens herzien. De gegevensverzameling gebeurt conform de wet van 8.12.1992 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer en op basis van het decreet van 8 mei 2002 mbt de evenredige participatie op de arbeidsmarkt en het uitvoeringsbesluit van 24.12.2004. Meer uitleg vindt u op: www.emancipatiezaken.be/monitoring (nog aan te maken) Mocht u hierover vragen hebben dan kunt u zich wenden tot de dienst Emancipatiezaken: Boudewijnlaan 30, 1000 Brussel, 02/553.49.65,
[email protected] Van allochtone afkomst wordt beschouwd wie zelf een nationaliteit heeft van buiten de Europese Unie of één van de ouders of twee van de grootouders. Uw eigen nationaliteit is reeds opgenomen in het systeem. Omdat de samenstelling van de EU kan wijzigen, vragen we u de nationaliteit van de ouders en grootouders op te geven. Nationaliteiten van de ouders : * vader : zoeklijst landen * moeder : zoeklijst landen
monitoring_toelichting_CBPL – p. : 8
9
Nationaliteiten van de grootouders : • Grootvader : zoeklijst landen • Grootvader : zoeklijst landen • Grootmoeder : zoeklijst landen • Grootmoeder : zoeklijst landen Het ontwerpscherm vraag naar arbeidshandicap in het selfservice gedeelte in Vlimpers ziet er als volgt uit : ARBEIDSHANDICAP : Heeft u een arbeidshandicap ? De vraag naar arbeidshandicap maakt het mogelijk de maatregelen inzake gelijke kansen op te volgen door eventuele ondervertegenwoordiging van bepaalde bevolkingsgroepen op te sporen. Ook kunnen de gegevens gebruikt worden om u te contacteren voor positieve acties en voor de uitvoering van ondersteunende maatregelen bij werving zoals voorzien in de wetgeving en het personeelsstatuut. Enkel de hiervoor bevoegde diensten, uw eigen leidinggevenden en uzelf hebben toegang tot deze gegevens. U kiest zelf of u een arbeidshandicap wenst op te geven. U kan bovendien ten allen tijde deze gegevens herzien. De gegevensverzameling gebeurt conform de wet van 8.12.1992 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer en op basis van het decreet van 8 mei 2002 mbt de evenredige participatie op de arbeidsmarkt en het uitvoeringsbesluit van 24.12.2004. Meer uitleg vindt u op: www.emancipatiezaken.be/monitoring (nog aan te maken) Mocht u hierover vragen hebben dan kunt u zich wenden tot de dienst Emancipatiezaken: Boudewijnlaan 30, 1000 Brussel, 02/553.49.65,
[email protected] Persoon met een arbeidshandicap : “Mensen met een aantasting van hun mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke mogelijkheden, voor wie het uitzicht op het verwerven en behouden van een arbeidsplaats en op vooruitgang op die plaats, langdurig en in belangrijke mate beperkt is.” Om te weten of u tot deze groep behoort, vragen we u onderstaande vragen te beantwoorden : Heeft u last van één of meerdere langdurige ziekten, langdurige aandoeningen of handicaps ?” * Nee * Ja Indien ja : wordt u vanwege deze ziekte(n), aandoening(en) of handicap(s) belemmerd in uw dagelijkse bezigheden ? * Voortdurend * Af en toe * Nooit
monitoring_toelichting_CBPL – p. : 9
10
Is deze arbeidshandicap erkend door één van onderstaande instanties ? Welke : (verschillende mogelijkheden aankruisbaar) 1. VFSIPH In de uitleg : VFSIPH : Vlaams Fonds Sociale Integratie Personen met een Handicap of het vroegere Rijksfonds voor Sociale Reclassering van Minder-validen. 2. Buitengewoon Secundair Onderwijs In de Uitleg : Wie studeerde in het buitengewoon secundair onderwijs en geen hoger diploma heeft. 3. handicap erkend door de VDAB In de Uitleg : De VDAB kan mensen met een beperkte arbeidsgeschiktheid erkennen en hen extra ondersteuning aanbieden. 4. tegemoetkoming In de Uitleg : In aanmerking komen voor een inkomensvervangende of integratietegemoetkoming aan personen met een handicap op basis van de wet van 27 februari 1987 houdende tegemoetkomingen aan personen met een handicap 5. 66% fiscaliteit In de Uitleg : In het bezit van een attest van minstens 66 % arbeidsongeschiktheid van federale bestuursdirectie van de uitkeringen aan personen met een handicap, bedoeld voor belastingsvermindering. 6. arbeidsongeschiktheid 66% In de Uitleg : In het bezit van een afschrift van een definitief geworden gerechtelijke beslissing of een attest van het Fonds voor Arbeidsongevallen of van het Fonds voor Beroepsziekten of de Administratieve Gezondheidsdienst waaruit een arbeidsongeschiktheid blijkt van minstens 66 %. 7. andere : Geef aan welke. In de uitleg : Kruis dit aan indien een andere instantie uw handicap heeft erkend. Welke : ……… De (Vlaamse) overheid hanteert een aantal maatregelen ter ondersteuning van personen met een arbeidshandicap. Enkele voorbeelden : * Vermindering belastingsvoorheffing * Tussenkomst voor de verplaatsing van huis naar het werk met privé-vervoer. * Arbeidspostaanpassingen * …. Uw melding van arbeidshandicap in Vlimpers geeft niet rechtstreeks aanleiding tot deze maatregelen. Indien u meer wenst te weten over deze voorzieningen, neem contact op met uw personeelsdienst of de dienst Emancipatiezaken : Boudewijnlaan 30, 1000 Brussel, 02/553.49.65,
[email protected]
4. Toetsen op betrouwbaarheid Om op basis van het hierboven vermeld systeem een goede monitoring te kunnen doen, moet men de betrouwbaarheid van het systeem kennen. Of m.a.w.: hoeveel van de mensen die tot de kansengroepen behoren, geven hun gegevens op in het systeem? Hiervan kan men een indicatie krijgen door de gegevens die we verkrijgen uit het systeem anoniem te gaan vergelijken met andere gegevensbronnen. monitoring_toelichting_CBPL – p. : 10
11
Vergelijking met volgende gegevensbronnen zijn mogelijk: Interne gegevensbronnen: • Reeds aanwezige gegevens vanuit het oude personeelssysteem mbt handicap. Het gaat hier over mensen die zijn ingeschreven bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handiap (VAPH) of het vroegere Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van personen met een handicap. Het VAPH-nummer wordt bewaard in het kader van een aanvraag in het verleden mbt arbeidspostaanpassingen en/of tewerkstelling als gehandicapte in het kader van 2% voorbehouden betrekkingen op niveau D zoals voorzien in het personeelsstatuut. • Bevraging bij het lijnmanagement, de onthaalfunctie op de personeelsdienst, de hrmfunctie of het verkregen aantal voor hun entiteit klopt met hun subjectieve waarneming. Het gaat hier enkel over subjectieve appreciatie van een cijfer en niet over het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens. Externe bronnen: • Het VAPH kan een telling maken op basis van het rijksregisternummer hoeveel van de personeelsleden van het ministerie ingedeeld per entiteit, per niveau en geslacht, bij hen erkend zijn als personen met een handicap. Aan de CBPL zal op het gepaste tijdsstip een machtiging voor gebruik van het rijksregisternummer voor dit doel gevraagd worden. • De VDAB heeft een naamherkenningssysteem voor namen uit de Maghrebregio en Turkije. Ingedeeld naar entiteit, niveau en geslacht kan de VDAB op basis van een namenlijst van het personeel tellen hoeveel personeelsleden van de Vlaamse overheid afkomstig zijn uit deze regio’s. De gegevensvergelijking bij het VAPH dient via uitwisseling van het rijksregisternummer te gebeuren. De doorlichting via het naamherkenningssysteem van de VDAB vraagt het laten lopen van het programma op de namenlijst uit Vlimpers. Uit het resultaat van deze vergelijking worden conclusies m.b.t. betrouwbaarheid en eventueel een correctiefactor geformuleerd.
monitoring_toelichting_CBPL – p. : 11