Monitoring Vversterk in de opleiding Resultaten eerste en tweede tranche
Monitoring Vversterk in de opleiding Resultaten eerste en tweede tranche
Opdrachtgever: Sardes Utrecht, december 2009 © Oberon Postbus 1423 3500 BK Utrecht tel. 030-2306090 fax 030-2306080 e-mailadres:
[email protected]
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
3
Inhoudsopgave 1
Inleiding.......................................................................................................................................... 4
2
Totale respons eerste en tweede tranche ................................................................................... 5
3
Evaluatie scholingstrajecten ........................................................................................................ 6 3.1 Respons en achtergronden ...................................................................................................... 6 3.2 Beoordeling werkbijeenkomsten .............................................................................................. 7 3.3 Resultaten open vragen ........................................................................................................... 9 3.4 Gemiddeld rapportcijfer werkbijeenkomsten .......................................................................... 10 3.5 Visie van de trainers ........................................................................................................... . ..10
4
Resultaten curriculumanalyse.................................................................................................... 12 4.1 Respons en gegevenspresentatie .......................................................................................... 12 4.2 Resultaten curriculumanalyse per thema ................................................................................ 13
5
Hoe verloopt de implementatie? ................................................................................................ 33 5.1 Voorbereiding .......................................................................................................................... 33 5.2 Besluitvorming ......................................................................................................................... 33 5.3 Implementatie .......................................................................................................................... 33 5.4 Monitoring en evaluatie............................................................................................................ 33 5.5 Verantwoordelijk persoon of afdeling ...................................................................................... 34
6
Resultaten nagesprekken ........................................................................................................... 35
7
Conclusies.................................................................................................................................... 36
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
1
4
Inleiding
In het najaar 2008 is door Sardes gestart met het traject ‘Vversterk in de opleiding’ om te bevorderen dat VVE een plek krijgt in de ROC-opleidingen voor PW3, PW4, onderwijsassistent en leerkracht basisonderwijs (Pabo). Er is een Bronnenboek samengesteld, waaruit de docenten van de opleidingen concreet (les-)materiaal en opdrachten kunnen halen. Het Bronnenboek maakt deel uit van een scholingstraject van vier werkbijeenkomsten waarin de docenten en curriculumspecialisten samen met een trainer van Vversterk het eigen curriculum analyseren op VVE en een keuze maken uit het materiaal. De werkbijeenkomsten worden afgesloten met een VVE-implementatieplan per opleiding en een nabespreking met de curriculumverantwoordelijken over de uitvoering van het implementatieplan. Het traject loopt tot medio 2010 en is verdeeld over vier tranches, waarin ROC’s en Pabo’s worden gescheiden: Eerste tranche : sept. - dec. 2008 Tweede tranche : jan. - juni 2009 Derde tranche : sept. - dec. 2009 Vierde tranche : jan. - juni 2010 Oberon voert, in opdracht van Sardes, de monitoring en evaluatie van de Vversterk- activiteiten omtrent de implementatie op ROC’s en Pabo’s uit. Deze monitoring vindt plaats gedurende de looptijd. In dit rapport staan de resultaten van de monitor van de eerste en tweede tranche. Aan bod komende resultaten over de: - scholingstrajecten (vier werkbijeenkomsten); - curriculumanalyses; - implementatieplannen; - gevoerde nagesprekken. De gegevensverzameling vond als volgt plaats: - Scholingstraject (vier werkbijeenkomsten) De trainers van Sardes zijn gevraagd om na afloop van de laatste werkbijeenkomst van het scholingstraject de deelnemers een evaluatieformulier in te laten invullen. Zij zorgden ervoor dat de formulieren opgestuurd werden naar Oberon. De gegevensverzameling duurde t/m najaar 2009. - Curriculumanalyse en implementatieplannen Na de werkbijeenkomsten zijn de opleidingen zelf aan de gang gegaan om het eigen VVE-curriculum door te lichten en te analyseren, op basis van een vooraf opgesteld format. Dit levert per opleiding een curriculumanalyse op, alle ingevulde analyses zijn via de trainers van Sardes naar Oberon verstuurd. Hierna, en soms ook tegelijkertijd, zijn door de opleidingen implementatieplannen opgesteld. Ook hier was vooraf een format voor gemaakt. Deze zijn ook via de trainers van Sardes naar Oberon verstuurd. De gegevensverzameling duurde tot en met najaar 20009. - Nagesprekken Afsluitende gesprekken worden gevoerd met de betrokken programmamanager of een andere functionaris binnen de instelling, verantwoordelijk voor de inhoud van het curriculum. Het gesprek wordt gepland na analyse van het curriculum en opstellen van het implementatieplan. In hoofdstuk 2 geven we een overzicht van de totale respons, en presenteren we een ‘tijdlijn’ wanneer activiteiten plaatsvonden. In hoofdstuk 3 en 4 taan de resultaten van de scholingstrajecten en van de curriculumanalyses. In hoofdstuk 5 en 6 staat hoe de implementatie verder zal verlopen en wat de uitkomsten zijn van de gevoerde nagesprekken. Het rapport eindigt met een aantal overall conclusies (hoofdstuk 7).
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
2
5
Totale respons eerste en tweede tranche
Scholingstraject Het ondersteuningstraject Vversterk in de opleiding startte met een scholingstraject waarin docenten en curriculumspecialisten van ROC’s en Pabo’s, onder begeleiding van een trainer van sardes, het eigen curriculum analyseren op VVE en een keuze maken uit het materiaal. Dit traject bestond uit vier werkbijeenkomsten. In totaal zijn tussen oktober 2008 en juni 2009 voor 17 ROC’s en 11 Pabo’s scholingen ‘Vversterk (in) de opleiding’ georganiseerd. Omdat een aantal instellingen gezamenlijk aan de scholingsbijeenkomsten heeft deelgenomen, hebben er 23 scholingstrajecten plaatsgevonden. Van 22 scholingstrajecten zijn deelnemerslijsten ontvangen, van 17 trajecten evaluatieformulieren van de werkbijeenkomsten. Het totaal aantal deelnemers aan de 22 scholingstrajecten bedraagt 205, aan de 17 scholingstrajecten waarvan evaluatieformulieren zijn binnen gekomen hebben 160 mensen deelgenomen. Van deze 160 deelnemers zijn in totaal 129 ingevulde vragenlijsten ontvangen (respons van 81%). Van de 129 deelnemers was het merendeel afkomstig van een ROC (74%). De overige deelnemers zijn afkomstig van een Pabo. De werkbijeenkomsten van de scholingstrajecten vonden plaats in de periode najaar 2008 – zomer 2009. Curriculumanalyses In totaal zijn tot en met het najaar van 2009 van 7 Pabo’s en 24 vestigingen van ROC’s1 gegevens over de curriculumanalyse ontvangen, verwerkt en geanalyseerd. Implementatieplannen In totaal zijn tot en met najaar 2009 van 25 opleidingen implementatieplannen binnengekomen en verwerkt. Het betreft in totaal 19 vestigingen van een ROC en 6 Pabo’s. Nagesprekken Aan het eind van het scholingstraject volgt een nagesprek met een vertegenwoordiger van de opleiding en de trainer. Het gesprek wordt gehouden na de werkbijeenkomsten en op het moment dat de curriculumanalyse is afgerond. In totaal zijn van zes nagesprekken gegevens aangeleverd en verwerkt. De gegevens hebben betrekking op vier ROC-vestigingen en twee Pabo’s en vonden plaats tussen maart en september 2009. Het tijdpad van de uitgevoerde activiteiten en daadwerkelijke implementatie in het curriculum, op basis van de beschikbare gegevens in deze eerste en tweede tranche ziet er op hoofdlijnen als volgt uit: Wat
Wanneer Najaar 2008
Scholingstraject 1ste en 2de tranche Curriculumanalyses Nagesprekken Daadwerkelijke implementatie
1
Van in totaal 12 ROC’s.
Voorjaar 2009
Zomer 2009
Najaar 2009
Schooljaar 2009/2010
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
3
6
Evaluatie scholingstrajecten
De evaluatie van de scholingstrajecten is uitgevoerd middels vragenlijstonderzoek onder deelnemers (docenten en curriculum specialisten) die de werkbijeenkomsten gevolgd hebben. Na afloop van de laatste werkbijeenkomsten is aan iedere deelnemer gevraagd een vragenlijst in te vullen over de gevolgde training (van totaal vier dagdelen).
3.1
Respons en achtergronden
In totaal hebben tussen oktober 2008 en juni 2009 23 scholingstrajecten ‘Vversterk (in) de opleiding’ plaatsgevonden. De scholingstrajecten bestonden elk uit vier dagdelen. Deze hadden meestal de vorm van vier werkbijeenkomsten van ieder een halve dag. Soms is er door de opleiding voor gekozen om de dagdelen samen te voegen tot twee werkbijeenkomsten die elk een hele dag duurde. Van de 23 scholingstrajecten hebben we van 22 trajecten deelnemerslijsten ontvangen en van 17 trajecten evaluatieformulieren van de werkbijeenkomsten. Aan de 22 scholingstrajecten hebben in totaal 205 personen deelgenomen. Van de 17 scholingstrajecten waarvan we evaluatieformulieren hebben ontvangen, werden 11 trajecten bijgewoond door docenten, teamleiders en onderwijsontwikkelaars van alleen ROC’s. Drie van de 17 trajecten werden door docenten, teamleiders en onderwijsontwikkelaars van Pabo’s bijgewoond en drie trajecten worden door een combinatie van beide opleidingen bezocht. Aan de 17 scholingstrajecten hebben 160 mensen deelgenomen. Van 129 deelnemers heeft Oberon een ingevulde vragenlijst ontvangen (81%). Van de 129 deelnemers was het merendeel afkomstig van een ROC (74%). De overige deelnemers zijn afkomstig van een Pabo. In onderstaande drie tabellen staat de respons en de achtergrond van de deelnemers. Tabel 1 Aantal deelnemers afkomstig van ROC of Pabo Aantal locaties
Aantal deelnemers
ROC
16*
148
Pabo
11
57
Totaal
27
205
* Bron: evaluatieformulieren van de deelnemers. Hier stonden niet altijd de exacte vestigingen aangegeven.
Tabel 2 Aantal respondenten afkomstig van ROC of Pabo (aantallen) Aantal locaties
Aantal respondenten
ROC
13*
95
Pabo
8
34
Totaal
22
129
* Bron: evaluatieformulieren van de deelnemers. Hier stonden niet altijd de exacte vestigingen aangegeven.
Tabel 3 Achtergrond opleiding (aantallen) Bij welke opleiding(en) betrokken
ROC
Pabo
PW3
17
-
PW4
5
-
OA4
26
-
Leerkracht BO
0
34
Meerdere opleidingen
41
-
Totaal
95
34
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
7
Tabel 4 Achtergrond VVE (aantallen) Aandacht voor VVE in deze opleiding
ROC
Pabo
Nee
16
11
Ja, PW3
17
-
Ja, PW4
5
-
Ja, OA4
17
-
Ja, Leerkracht BO
0
23
Ja, in meerdere opleidingen
37
-
missing
3
Totaal
92
34
Een scholingstraject bestond uit 4 werkbijeenkomsten van een elk een halve dag. Op verzoek van de opleidingen konden de dagdelen worden samengevoegd tot bijvoorbeeld 2 werkbijeenkomsten (= twee hele dagen). In enkele gevallen is ervoor gekozen om 2 dagdelen samen te voegen en de andere twee dagdelen niet samen te voegen. In de onderstaande tabel staat aangegeven bij hoeveel scholingstrajecten de verschillende verdelingen voorkomen. Tabel 5 Verdeling van werkbijeenkomsten Verdeling werkbijeenkomsten
Aantal scholingstrajecten
4x1
3
2x2
14
2x1+1+1
3
Overig/ onbekend
3
Tussen de werkbijeenkomsten van een scholingstraject zit gemiddeld 3 tot 4 weken. Er is een aantal scholingstrajecten die wat langer of korter duurden: bij twee scholingstrajecten bedraagt de tussentijd tussen twee werkbijeenkomsten twee weken, bij twee andere scholingstrajecten bedroeg dit 8 weken. Hieronder staat uitgesplitst naar ROC en Pabo de beoordeling van de werkbijeenkomsten en de resultaten op de stellingen.
3.2
Beoordeling werkbijeenkomsten
Tabel 6 Beoordeling van ROC (aantallen) Zeer positief
Positief
Neutraal
Negatief
Zeer negatief
De organisatie van de werkbijeenkomsten
12
71
12
-
-
De opzet van de werkbijeenkomsten
12
72
9
1
-
De inhoud van de werkbijeenkomsten
11
70
13
-
-
De kwaliteiten van de docent
19
70
5
-
-
Het materiaal
61
31
1
-
-
Het tempo van de werkbijeenkomsten
10
51
22
9
1
De duur van de werkbijeenkomsten
9
57
20
6
-
De kwaliteit van de accommodatie
8
45
24
2
-
Beoordeling van de werkbijeenkomsten door ROC’s
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
8
De deelnemers van de ROC’s zijn over het algemeen zeer positief, positief of neutraal. Tabel 7 Beoordeling van Pabo (aantallen) Zeer positief
Positief
Neutraal
Negatief
Zeer negatief
De organisatie van de werkbijeenkomsten
1
20
11
2
-
De opzet van de werkbijeenkomsten
0
21
11
0
1
De inhoud van de werkbijeenkomsten
2
19
10
2
-
De kwaliteiten van de docent
6
22
3
1
-
Het materiaal
11
18
5
-
-
Het tempo van de werkbijeenkomsten
1
18
8
5
2
De duur van de werkbijeenkomsten
1
20
10
2
-
De kwaliteit van de accommodatie
4
20
9
-
-
Beoordeling van de werkbijeenkomsten door Pabo’s
De deelnemers van de Pabo’s zijn over het algemeen positief of neutraal. Stellingen Tabel 8 Stellingen (ROC, aantallen) Helemaal eens
Eens
Neutraal
Oneens
Helemaal oneens
Het materiaal uit het bronnenboek van Vversterk is goed inpasbaar in het curricula
54
35
2
-
-
De handouts voor de cursisten zijn goed bruikbaar
25
48
11
-
-
De opdrachten voor de cursisten zijn goed bruikbaar
24
57
8
1
-
We zijn door de werkbijeenkomsten goed voorbereid op het vervolg van het implementatietraject
12
66
13
-
-
Ik voorzie geen problemen in het vervolg van het implementatietraject
9
44
33
4
-
Stellingen
De deelnemers van de ROC’s zijn over het algemeen (helemaal) eens met de stellingen. Op de stelling of zij problemen voorzien in het vervolg van het implementatietraject zijn ze het eens of wat neutraler. Tabel 9 Stellingen (Pabo, aantallen) Helemaal eens
Eens
Neutraal
Oneens
Helemaal oneens
Het materiaal uit het bronnenboek van Vversterk is goed inpasbaar in het curricula
8
25
1
-
-
De handouts voor de cursisten zijn goed bruikbaar
4
18
7
-
-
De opdrachten voor de cursisten zijn goed bruikbaar
4
18
7
-
-
We zijn door de werkbijeenkomsten goed voorbereid op het vervolg van het implementatietraject
5
22
7
-
-
Ik voorzie geen problemen in het vervolg van het implementatietraject
4
19
4
6
-
Stellingen
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
9
De deelnemers van de Pabo’s zijn over het algemeen eens of neutraal met de stellingen.
3.3
Resultaten open vragen
Hieronder staan de resultaten op de open vragen, daarbij is eveneens een uitsplitsing gemaakt naar ROC en Pabo. Aandachtspunten/aanvullende opmerkingen over het materiaal ROC - De deelnemers geven voornamelijk aan dat ze het lesmateriaal mooi, aantrekkelijk, interessant of inspirerend vinden. - Ter aanvulling geven de deelnemers aan dat er meer aandacht aan sport en bewegen besteed zou mogen worden. Pabo - Uit de reacties van deelnemers van de Pabo’s komt de behoefte aan een vertakking van het materiaal naar MBO en HBO niveau naar voren. Twee respondenten geven aan dat een differentiatie in niveau wenselijk is. - Verder worden suggesties gedaan voor aanvullingen. Onderwerpen die worden genoemd zijn muziek, natuuronderwijs, zaakvakken, creatieve activiteiten en filosofie.
Verbeterpunten voor de werkbijeenkomsten ROC en Pabo - Bij bijna alle werkbijeenkomsten zijn er deelnemers die aangaven dat er minder tijd mocht worden besteed aan het doornemen van de inhoud van de map. Als oplossing gaven zij aan dat de map van te voren verstrekt kan worden en dat de uitleg meer to-the-point gegeven kan worden en discussies korter kunnen. - Een groot aantal deelnemers vond de werkbijeenkomst waarin verdieping werd gezocht aan de hand van de discussies en waar kennis en ervaringen werden uitgewisseld erg waardevol. Een aantal deelnemers gaf aan dat een deel van de curriculumanalyse voorafgaand aan de werkbijeenkomst ingevuld kon worden, zodat er tijdens de werkbijeenkomst meer tijd was om op de analyses zelf in te gaan. - Van twee van de drie werkbijeenkomsten waarbij zowel medewerkers van een ROC als een Pabo aanwezig waren hadden enkele deelnemers behoefte aan meer duidelijkheid over wat mbo- en hbo-stof is. ROC - Door een aantal deelnemers van een ROC werd genoemd dat een meer individuele aanpak voor de ROC’s zinvoller lijkt, omdat er veel verschillen bestaan tussen de diverse opleidingen binnen één ROC. - Verder gaf een aantal deelnemers aan dat ze graag wat meer beeldmateriaal of goede voorbeelden hadden gezien. Pabo - Door een aantal deelnemers werd aangegeven dat zij een tijdsplanning van de werkbijeenkomst fijn hadden gevonden. - Daarnaast zou er vooraf aan de werkbijeenkomst een ‘samenwerkingsopdracht ROC-Pabo’ kunnen plaatsvinden om contact te leggen tussen de verschillende groepen die de werkbijeenkomst bijwonen. - Ten slotte werd door verschillende deelnemers aangegeven dat er meer gebruik kon worden gemaakt van de expertise van het ROC en de Pabo.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
10
Knelpunten m.b.t de inpassing van het materiaal in het curriculum ROC en Pabo - Diverse deelnemers noemen een knelpunt m.b.t de inpassing van het materiaal; het gaat dan met name om het gebrek aan tijd en mankracht. Het materiaal zal moeten worden aangepast aan en afgestemd op het bestaande materiaal en dat zal de nodige tijd vragen. ROC - Een ander knelpunt dat door diverse deelnemers van ROC’s wordt verwacht is de overdracht naar collega’s. Een deelnemer wijst bijvoorbeeld op de beperkte flexibiliteit van collega’s, die vasthouden aan hun eigen programma. Knelpunten met betrekking tot het vervolg van de implementatie ROC en Pabo - Het belangrijkste genoemde knelpunt door diverse deelnemers is de (verwachte) tijd en inzet van mensen. ROC - Een aantal deelnemers verwacht dat het aanpassen van het materiaal aanpassen aan het niveau een knelpunt kan zijn.
3.4
Gemiddeld rapportcijfer werkbijeenkomsten
Tabel 10 Gemiddeld rapportcijfer werkbijeenkomsten
Gemiddelde rapportcijfer werkbijeenkomsten
3.5
ROC
Pabo
Totaal
7,6
7,3
7,5
Visie van de trainers
Vier trainers van Sardes hebben de scholingstrajecten uitgevoerd. Van ieder traject hebben zij een kort verslag geschreven. Hieronder volgt een samenvatting van deze verslagen. Over het algemeen halen de deelnemende instellingen volgens de trainers bruikbare suggesties uit de werkbijeenkomsten. Van ongeveer de helft van de scholingstrajecten verwachten de trainers dat na afloop van de trajecten snel concrete stappen zullen worden gezet door de instellingen. Verder komen twee thema’s in de meeste verslagen terug die bijdragen aan het slagen van het scholingstraject: goede informatie vooraf en de timing van het scholingstraject. Goede informatie vooraf Het is belangrijk dat de instellingen hun deelnemers van te voren goed informeren over het scholingstraject. Wanneer dit gebeurt dan blijkt dat: - deelnemers gemotiveerder zijn. - de juiste personen naar de werkbijeenkomsten komen. De trainers geven aan dat een scholingstraject makkelijker en sneller verloopt wanneer de personen aanwezig zijn die inzicht hebben in de opbouw van het curriculum en die de bevoegdheid hebben om veranderingen door te voeren of anders weten hoe de implementatie van een herzien curriculum aangepakt moet worden. - voldoende kennis van VVE en een visie op het werken met ‘het jonge kind’ bijdraagt aan een soepel verloop van de werkbijeenkomsten.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
11
Verder blijkt uit de verslagen dat de uitwisseling tussen de ROC’s en Pabo’s als waardevol wordt ervaren, aldus de trainers. Timing scholingstraject - de timing van het scholingstraject is belangrijk. Bij twee scholingstrajecten bleken de instellingen bezig te zijn met een totale herziening van het curriculum. Door de ene instelling werd het scholingstraject als een aanvulling ervaren. Volgens de ander instelling kwam het scholingstraject op het verkeerde moment. - over het algemeen komt naar voren dat in een drukke periode deelnemers minder aandacht en motivatie kunnen hebben voor het Vversterk-scholingstraject. - bijeenkomsten zijn wat lastiger te leiden wanneer de curricula van de aanwezige opleidingen veel van elkaar verschillen.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
4
12
Resultaten curriculumanalyse
Nadat vertegenwoordigers van ROC’s en Pabo’s een scholingstraject hadden gevolgd zijn zij zelf het eigen VVE-curriculum door gaan lichten op de inhoud, op basis van een vooraf opgesteld format. Dit levert per opleiding een ingevuld curriculumanalyse op. Oberon heeft deze ingevulde curriculumanalyses verwerkt en geanalyseerd. De volgende hoofdthema’s kwamen in deze curriculumanalyse aan bod: - Inleiding voor- en vroegschoolse educatie en ontwikkelingsstimulering bij het jonge kind; - Pedagogisch-didactisch handelen: spel als motor voor ontwikkeling; - Organisatie en groepsmanagement; - Collegiale ondersteuning; - Taal; - Rekenen en wiskunde; - Sociaal-emotionele ontwikkeling; - Sensomotorische ontwikkeling; - Ouderbetrokkenheid. Ieder thema bestond uit een aantal subthema’s, variërend in aantal van vier tot acht. Respondenten konden per subthema in de curriculumanalyse aangeven: - of het (deels) aanwezig is in de opleiding; - of het wel of niet voldoende aanwezig is; - welke onderdelen (uit het Bronnenboek) worden toegevoegd; - welke van deze onderdelen als keuze worden opgenomen in het curriculum.
4.1
Respons en gegevenspresentatie
De gegevensverzameling duurde van voorjaar 2009 tot en met najaar 2009. In totaal zijn van 7 Pabo’s en 24 vestigingen van ROC’s2 gegevens over de curriculumanalyse ontvangen, verwerkt en geanalyseerd. We presenteren de resultaten op subthema niveau wat betreft aanwezigheid in het curriculum: - subthema is niet in het curriculum aanwezig: aantal bij ROC en Pabo; - subthema is (deels) in het curriculum aanwezig + ja voldoende: aantal bij ROC en Pabo3; - subthema is (deels) aanwezig in het curriculum + niet voldoende: aantal bij ROC en Pabo. Het totaal aantal antwoorden verschilt per subthema omdat niet iedere respondent alle vragen heeft beantwoord (of kunnen beantwoorden). De tabellen in dit hoofdstuk zijn dan ook niet voorzien van totalen. Antwoorden die buiten de antwoordcategorieën vallen zijn niet meegenomen in de analyses (de ‘overige’ antwoorden). De resultaten m.b.t. toevoeging van (keuze) onderdelen aan het curriculum worden als volgt gepresenteerd: per subthema geven we in tabellen aan hoeveel respondenten antwoord hebben gegeven (per opleiding van een ROC en Pabo). Onder de tabel staan steeds een aantal ‘aansprekende’ voorbeelden die Pabo’s of ROC’s hebben genoemd.
2
3
Van in totaal 12 ROC’s.
En geen percentages gezien de kleine aantallen
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
4.2
13
Resultaten curriculumanalyse per thema
4.2.1. Thema inleiding VVE Het subthema ontwikkelingstheorieën is bij de meeste Pabo’s en ROC’s (deels) aanwezig in de opleiding. De overige subthema’s zijn zowel bij de ROC’s als Pabo’s ongeveer even vaak aanwezig (al dan niet voldoende) als afwezig, bij de Pabo’s over het algemeen aanwezig. Tabel a t/m e Inleiding VVE (aantallen) VVE als instrument Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 7 5 6
Pabo 1 2 0
Ontwikkelingstheorieën Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende
ROC 1 4
Pabo 0 5
(deels) aanwezig + niet voldoende
9
0
Overheidsbeleid VVE Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 12 4 4
Pabo 2 2 1
Kenmerken VVE programma’s Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 9 3 7
Pabo 1 2 3
Beschrijving VVE programma’s Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 9 4 5
Pabo 1 2 2
Tabel Inleiding VVE - VVE als instrument Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
4
4
ROC
15
7
Zowel door een enkele Pabo als door een aantal ROC’s wordt aangegeven dat ze een inleiding in VVE aan hun curriculum hebben toegevoegd voor alle deelnemers. Daarbij komt o.a. aan bod: - wat is VVE? - waarom is VVE nodig? - wat houdt de gewichtenregeling in en hoe hangt deze samen met het VVE-beleid? - wat zijn veel gebruikte VVE programma’s? Een voorbeeld van een keuze onderdeel bij een ROC is een onderzoek naar effecten VVE.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
14
Tabel Inleiding VVE – ontwikkelingstheorieën Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
3
3
ROC
16
5
Een groot aantal ROC’s geeft aan dat ze ontwikkelingspsychologie aan de opleiding hebben toegevoegd. Voor de Pabo’s geldt dat er op dit vlak al voldoende wordt gedaan (wordt dus niet toegevoegd). Wel gaven enkele Pabo’s aan dat er voor studenten én docenten meer samenhang in het curriculum zichtbaar moet worden gemaakt. Een voorbeeld van een keuze onderdeel bij de Pabo’s is de minor NT2 theorieën. Door een aantal ROC’s wordt een verdiepingscursus ontwikkelingspsychologie als keuzeonderdeel genoemd. Tabel Inleiding VVE – overheidsbeleid VVE Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
3
2
ROC
11
6
Een van de Pabo’s geeft aan dat zij meer aandacht willen besteden aan de geschiedenis en achtergronden van VVE. Een aantal ROC’s geeft aan dat men ook het VVE-beleid als onderdeel hebben toegevoegd. Op een aantal Pabo’s en ROC’s wordt het onderwijs- en VVE-beleid als keuzeonderdeel ingevoerd. Tabel Inleiding VVE - kenmerken VVE-programma’s Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
4
3
ROC
16
8
Bij verschillende Pabo’s en ROC’s is een workshop ‘VVE programma’s en methoden’ aan het curriculum toegevoegd. Een Pabo geeft aan dat hiervoor mensen uit de praktijk worden uitgenodigd om deze workshop te geven. Een ROC geeft aan dat in deze workshop de verschillende VVEprogramma’s, de kenmerkende principes ervan en de rol van de professional aan bod komen. Op een Pabo is als keuzeonderdeel een vergelijkend onderzoek naar de verschillende VVEprogramma’s ingevoerd. Op een aantal ROC’s bestaat de keuzemogelijkheid om de effectiviteit van de verschillende programma’s te onderzoeken. Tabel Inleiding VVE - beschrijving VVE-programma’s Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
3
ROC
16
10
Zoals hierboven ook staat beschreven hebben verschillende Pabo’s en ROC’s een workshop over ‘VVE programma’s en methoden’ aan hun curriculum toegevoegd. Bij een aantal ROC’s krijgen de studenten als opdracht mee om te inventariseren welk programma het meest geschikt zou zijn voor hun stageplek. Een aantal Pabo’s biedt als keuzemogelijkheid een minor waarin studenten de VVE-
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
15
programma’s leren te verbinden met verschillende ontwikkelingstheorieën. Bij de ROC’s zijn de keuzeonderdelen meer op de praktijk gericht: studenten krijgen de mogelijkheid om een bepaald VVEprogramma op hun stageplek uit te proberen.
4.2.2. Thema Organisatie en groepsmanagement Over de subthema’s dagindeling, organiseren van speel-leeractiviteiten en volgen observeren en registreren geven de meeste Pabo’s en ROC’s aan dat deze (deels) aanwezig zijn in de opleiding. De overige subthema’s zijn bij de ROC’s ongeveer even vaak aanwezig (al dan niet voldoende) als afwezig, bij de Pabo’s over het algemeen aanwezig. Tabel a t/m f Organisatie en groepsmanagement (aantallen) De dagindeling Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 1 12 4
Pabo 0 5 0
Organiseren van speel-leeractiviteiten Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 3 11 6
Pabo 0 4 1
Samenhang in het activiteitenaanbod Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 5 9 3
Pabo 1 4 0
Rol van VVE professional Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 4 7 6
Pabo 2 2 1
Volgen, observeren en registreren Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 0 7 5
Pabo 0 4 1
Een uitdagen speel-leeromgeving Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 2 6 4
Pabo 1 5 0
Tabel Organisatie en groepsmanagement – de dagindeling Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
2
2
ROC
11
3
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
16
Het thema dagindeling is voldoende in het curriculum van de Pabo’s aanwezig, zij voegen nauwelijks onderdelen toe (ook niet als keuzeonderdeel). Een aantal ROC’s geeft aan dat ze meer aandacht willen besteden aan een goede voorbereiding van de dagindeling en aan een goede overgang van de ene naar de andere activiteit. Als keuzeonderdeel wil een aantal ROC’s opdrachten voor het voorbereiden en het uitvoeren van een dagindeling inzetten. Tabel Organisatie en groepsmanagement – organiseren van speel- leeractiviteiten Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
2
2
ROC
13
7
Een groot deel van de Pabo’s en ROC’s hebben aangegeven dat het thema organiseren van speelen leeractiviteiten reeds voldoende aanwezig is. Een Pabo geeft aan dat ze het ontwerpen van een activiteitencyclus wil toevoegen. Door een ROC wordt aangegeven dat er bij het organiseren van speel- en leeractiviteiten nog meer aandacht mag zijn voor ontwikkelingsgericht spelen. Een mogelijkheid tot verdieping ligt volgens een Pabo bij de diverse activiteiten: studenten kunnen kiezen voor een thema zoals bv. muziek en dit verder uitwerken tijdens hun stage. Een ROC geeft aan dat studenten een aantal presentaties moeten houden van de activiteiten die zij hebben georganiseerd. Tabel Organisatie en groepsmanagement – samenhang in het activiteitenaanbod Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
3
2
ROC
17
4
Een Pabo geeft aan dat men wil dat studenten meer aandacht besteden aan de theoretische onderbouwing van activiteiten. Door de Pabo’s worden verder geen concrete verdiepingsmogelijkheden genoemd. Een aantal ROC’s geeft aan dat men een groepspop als anker wil toevoegen. Verder kunnen ROC-studenten kiezen voor diverse verdiepingsopdrachten. Tabel Organisatie en groepsmanagement – de rol van VVE professional: begeleiding van groep en kind Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
3
1
ROC
14
6
Door een Pabo wordt aangegeven dat men meer aandacht wil besteden aan de rol als professional na het schrijven van een kind- en groepsbiografie. De rol van de professional komt als keuze onderdeel bij één van de Pabo’s terug in een minor. Bij een ROC wil men meer aandacht besteden aan pedagogisch handelen. Als keuzeonderdeel noemen zij reflectie op eigen handelen. Tabel Organisatie en groepsmanagement – volgen, observeren, registreren Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
4
3
ROC
16
6
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
17
Bij de Pabo’s wordt er in de opleiding al voldoende aandacht besteed aan volgen, observeren en registreren. Een aantal geeft aan dat zij het programma Horeb hiervoor gebruiken. Een aantal ROC’s geeft aan dat men meer aandacht wil besteden aan de observatiecyclus (signaleren, gegevens verzamelen, vraagstelling formuleren, observeren, rapporteren en concluderen). Als keuzeonderdeel wil een aantal ROC’s verdieping in het kindvolgsysteem aanbieden. Tabel Organisatie en groepsmanagement – een uitdagende speel- leeromgeving Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
1
ROC
14
4
Bij de meeste Pabo’s wordt voldoende aandacht besteed aan de speel-leeromgeving. Eén Pabo geeft aan dat men bruikbare schoolbezoeken (i.h.k.v. een rijke leeromgeving) wil implementeren. Een ROC geeft aan dat de relatie tussen VVE, de instelling en thuis meer aandacht behoeft onder de studenten. Als keuzeonderdeel wil een ROC een groepsopdracht ‘invulling van de binnenschoolse ruimte’ toevoegen aan het curriculum.
4.2.3. Thema Collegiale ondersteuning Over de subthema’s de pedagogische visie en blijven leren: collegiale ondersteuning geven de meeste Pabo’s en ROC’s aan dat deze (deels) aanwezig zijn in de opleiding, en ook voldoende. De twee overige subthema’s zijn bij de ROC’s ongeveer even vaak aanwezig (al dan niet voldoende) als afwezig, bij de Pabo’s over het algemeen afwezig. Tabel a t/m d Collegiale ondersteuning (aantallen) Professionals in het VVE-veld Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 6 11 4
Pabo 4 1 0
De pedagogische visie Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 2 11 1
Pabo 0 5 0
Samenwerken in de doorgaande lijn Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 9 1 4
Pabo 3 1 1
Blijven leren: collegiale ondersteuning Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 2 11 1
Pabo 1 3 0
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
18
Tabel Collegiale ondersteuning – professionals in het VVE-veld Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
3
ROC
11
6
Een van de Pabo’s en een aantal ROC’s geven aan dat studenten beter voorbereid zouden moeten worden op de inzet van VVE in het werkveld door bijvoorbeeld meer feedback van de stagebegeleider. Als keuzeonderdeel stelt een ROC voor om studenten een sociale kaart te laten maken van zorg omtrent VVE. Tabel Collegiale ondersteuning – de pedagogische visie Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
0
1
ROC
10
8
Een aantal ROC’s wil één of meerdere pedagogen uitnodigen om een presentatie te laten geven over dit thema. Ter verdieping stellen een aantal ROC’s voor een vak ‘pedagogische visies’ als keuzeonderdeel aan te bieden. Tabel Collegiale ondersteuning – samenwerken in de doorgaande lijn Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
3
2
ROC
13
5
Door de Pabo’s en ROC’s wordt erkent dat extra aandacht in de opleiding voor de doorgaande lijn noodzakelijk is. Er worden verschillende suggesties gedaan om dit thema meer te integreren in de opleiding. Door zowel de Pabo’s als de ROC’s wordt een aantal keer genoemd dat een onderzoeksopdracht over de doorgaande lijn ingevoerd zou kunnen worden. Als keuzeonderdeel willen twee ROC’s meer aandacht besteden aan hoe een samenwerking met andere organisaties opgezet kan worden. Tabel Collegiale ondersteuning – blijven leren: collegiale ondersteuning Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
0
ROC
11
4
Om het subthema ‘blijven leren’ te integreren stellen een Pabo en een aantal ROC’s voor om (meer) intervisie momenten in de opleiding in te bouwen. Als keuzeonderdeel zou een workshop ‘feedback geven’ geïntegreerd kunnen worden.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
19
4.2.4. Thema Pedagogisch didactisch handelen; spel als motor Het subthema spel is bij de meeste Pabo’s en ROC’s (deels) aanwezig, veelal ook voldoende. De overige subthema’s zijn bij de ROC’s ongeveer even vaak aanwezig (al dan niet voldoende) als afwezig, bij de Pabo’s over het algemeen aanwezig. Tabel a t/m f Pedagogisch didactisch handelen; spel als motor (aantallen) Spel Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 1 10 6
Pabo 0 6 0
Visies op spel Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 8 5 3
Pabo 1 3 1
Spelontwikkeling
ROC
Pabo
3 4 7
0 4 1
Invloed sociaal-culturele achtergrond Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 9 1 6
Pabo 3 1 2
Rol van professional Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 6 5 5
Pabo 0 3 2
Uitdagende leeromgeving Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 2 7 4
Pabo 0 3 1
Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
Tabel Pedagogisch didactisch handelen – spel Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
3
ROC
13
4
Door twee ROC’s wordt aangegeven dat ze meer aandacht willen besteden aan het belang van spel voor de taalstimulering. Twee andere ROC’s geven aan zich te richten op de inzet van ontwikkelingsgerichte spelactiviteiten in de stage. Als keuzeonderdeel wordt gedacht aan het leren opstellen van een begeleidingsplan waarbij diverse spelactiviteiten worden meegenomen.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
20
Tabel Pedagogisch didactisch handelen – visies op spel Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
4
3
ROC
14
0
Door de Pabo’s en ROC’s worden diverse suggesties gedaan om het subthema ‘visies op spel’ te integreren in het curriculum. Veelal wordt gedacht aan een workshop of les waarin de verschillende visies, benaderingen en de inzet van spel behandeld worden. Een Pabo stelt voor om een stukje verdieping mee te nemen in de minor VVE. Tabel Pedagogisch didactisch handelen – spelontwikkeling Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
4
4
ROC
15
2
Een Pabo stelt voor om meer opdrachten mee te geven naar de stage. De ROC’s willen in de opleiding spelontwikkeling meer terug laten komen in de verschillende lessen. Als keuze onderdeel stellen twee Pabo’s voor om binnen de minor meer aandacht aan dit subthema te besteden. Een ROC raadt aan om het gebruik van dvd’s te integreren in de lessen ter illustratie van spelontwikkeling. Tabel Pedagogisch didactisch handelen – de invloed van sociaal-culturele achtergrond op spelontwikkeling Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
3
3
ROC
16
2
Zoals eerder al door een aantal Pabo’s is aangegeven, willen zij de verschillende aspecten van spel verwerken in de minor VVE. Tegelijkertijd kan dan ook aandacht worden besteed aan de invloed van de sociaal-culturele achtergrond. Een ROC geeft aan studenten meer multiculturele spelactiviteiten te laten bedenken en organiseren. Als keuzeonderdeel zouden de studenten van een ROC een observatieopdracht die betrekking heeft op de invloed van sociaal-culturele achtergrond kunnen uitvoeren. Tabel Pedagogisch didactisch handelen – de rol van professional bij stimuleren van spel Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
4
2
ROC
14
3
Een Pabo geeft aan om gastdocenten op het gebied van spelbegeleiding uit te nodigen. Een ROC komt ook met dit voorstel. Daarnaast wordt door een andere ROC aangegeven dat ze studenten willen stimuleren gebruik te maken van boeken, internet of ervaringen van collega’s bij spelontwikkeling. Ter verdieping wordt door een ROC gesuggereerd een begeleidingsplan voor een bepaald kind of groep kinderen op te stellen.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
21
Tabel Pedagogisch didactisch handelen – een uitdagende leeromgeving voor de ontwikkeling van spel Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
2
1
ROC
12
4
De meeste Pabo’s en ROC’s geven aan voldoende aandacht aan dit subthema te schenken. De opmerkingen die de Pabo’s en ROC’s maken in het kader van toe te voegen onderdelen, betreffen met name tips voor studenten. Een voorbeeld van zo’n tip is het betrekken van kinderen bij het inrichten van een (speel)ruimte/thematafel. Als keuzeonderdeel zouden studenten een inrichtingsplan kunnen maken voor de klas of de groep.
4.2.5. Thema Taal De verdeling afwezig/aanwezig is per subthema bij de ROC’s ongeveer gelijk. Bij de Pabo’s zijn alle subthema’s voldoende aanwezig. Tabel a t/m h Taal (aantallen) Taalontwikkeling Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 1 8 8
Pabo 0 3 1
Stimulatie geletterdheid Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 3 6 5
Pabo 0 4 0
Stimulatie taalvaardigheid Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 5 6 3
Pabo 0 4 0
Werken aan woordenschat Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 4 6 5
Pabo 0 4 0
Tussendoelen taal Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 4 6 2
Pabo 0 4 0
Rol van de professional Niet aanwezig
ROC 5
Pabo 0
8 2
3 1
(deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
22
Kansen grijpen en creëren Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 8 3 2
Pabo 0 3 1
Uitdagende speel-leeromgeving Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 3 7 3
Pabo 0 4 0
Tabel Taal – taalontwikkeling Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
1
ROC
14
4
Vanuit de ROC’s komt drie maal naar voren dat men taalontwikkeling/taalstimulering als vak wil implementeren. Ter verdieping wordt gedacht aan enkele opdrachten voor studenten. Door een Pabo wordt de suggestie gedaan om een minor ‘oriëntatie op taalspecialist’ te introduceren in de opleiding. Tabel Taal – stimuleren van ontluikende en beginnende geletterdheid Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
0
1
ROC
15
3
Door een ROC wordt aangegeven dat men tijdens ‘creavakken’ bewuster aan dit thema wil werken. Verder wordt aangegeven dat een introductie in interactief voorlezen als keuzeonderdeel zou kunnen worden aangeboden. Tabel Taal – stimuleren van mondelinge taalvaardigheid Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
0
1
ROC
14
1
Bij alle Pabo’s en een deel van de ROC’s wordt al voldoende aandacht besteed aan mondelinge taalvaardigheid. Twee ROC’s geven aan bij de lessen over taalvaardigheid verbanden te willen leggen met VVE-programma’s en -methoden. Tabel Taal – werken aan woordenschat Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
1
ROC
14
3
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
23
Om dit thema binnen de ROC’s meer te implementeren stellen twee ROC’s voor om studenten te laten kennismaken met het gebruik van digitale prentenboeken. Ter verdieping wordt een aantal suggesties voor opdrachten gedaan. Tabel Taal – tussendoelen taal Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
0
1
ROC
10
1
Door een ROC wordt voorgesteld gebruik te maken van de tussendoelen van het KleuterVolgSysteem. Tabel Taal – de rol van de professional bij taalstimulering Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
2
1
ROC
9
2
Zowel de Pabo’s als de ROC’s erkennen dat er meer aandacht in de opleiding zou moeten zijn ten aanzien van de interactievaardigheden bij taalstimulering. Een ROC stelt voor een checklist voor interactievaardigheden te introduceren of te werken met video-interactiebegeleiding. Tabel Taal – kansen grijpen en creëren Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
2
2
ROC
16
3
Om kansen te kunnen grijpen en creëren moeten studenten goed in staat zijn de situatie in te schatten. Een Pabo en een ROC geven aan dat studenten gouden taakmomenten moeten leren herkennen en een stimulerende leeromgeving leren creëren, waardoor de leermomenten van kinderen optimaal benut kunnen worden. Als keuzeonderdeel zouden de methoden van verschillende VVEprogramma’s geïntroduceerd kunnen worden. Tabel Taal – een uitdagende speel- leeromgeving voor taalontwikkeling Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
1
ROC
11
2
Door twee ROC’s wordt aangegeven dat het principe van thematafels wordt geïntroduceerd. Als keuzeonderdeel zou het opstellen van een inrichtingsplan als opdracht voor studenten ingevoerd kunnen worden.
4.2.6. Thema Rekenen en Wiskunde Bij de ROC’s is te zien dat de meeste subthema’s veelal afwezig zijn, bij de Pabo’s juist (voldoende) aanwezig.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
24
Tabel a t/m f Rekenen en Wiskunde (aantallen) Rekenen en wiskunde Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 11 5 2
Pabo 0 3 0
Domeinen van rekenen en wiskunde Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 12 4 0
Pabo 0 3 0
Tussendoelen van rekenen en wiskunde Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 13 1 1
Pabo 0 3 0
Rol van de professional Niet aanwezig
ROC 13
Pabo 1
(deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
3 1
3 0
Kansen grijpen en creëren Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 13 4 0
Pabo 0 2 1
Uitdagende speel-leeromgeving Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 12 1 3
Pabo 0 3 0
Tabel Rekenen en wiskunde – rekenen en wiskunde Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
0
0
ROC
16
0
Een ROC geeft aan studenten wiskundige begrippen in betekenisvolle situaties te leren toepassen, bijvoorbeeld begrippen als snel langzaam, ver, dichtbij etc. Tabel Rekenen en wiskunde – domeinen van rekenen en wiskunde Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
0
0
ROC
13
0
Om dit thema meer te integreren in de opleiding stelt een aantal ROC’s voor om een lessencyclus over rekenen te introduceren.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
25
Tabel Rekenen en wiskunde – tussendoelen van rekenen en wiskunde Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
0
0
ROC
9
1
Volgens een aantal ROC’s zouden de tussendoelen van rekenen en wiskunde in de voorgestelde lessencyclus behandeld kunnen komen. Tabel Rekenen en wiskunde – de rol van de professional bij rekenen en wiskunde Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
0
0
ROC
11
1
De lessencyclus rekenen biedt volgens een aantal ROC’s ook een goede gelegenheid om dieper in te gaan op de rol van de professional bij rekenen en wiskunde. Tabel Rekenen en wiskunde – kansen grijpen en creëren Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
0
0
ROC
9
2
Om het thema kansen grijpen en creëren met betrekking tot rekenen beter te integreren kan men een verbinding leggen tussen rekenen en het vak spel en spelbegeleiding. Tabel Rekenen en wiskunde – een uitdagende speel-leeromgeving voor rekenen en wiskunde Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
0
0
ROC
10
1
Een aantal ROC’s geeft aan dat het creëren van een uitdagende speel-leeromgeving voor rekenen en wiskunde mee kan worden genomen bij lessen die gaan over de speel-leeromgeving in het algemeen, waarbij dus ook taal, spel en motoriek komen kijken.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
26
4.2.7. Thema Sociaal-emotionele ontwikkeling Zowel bij de ROC’s als de Pabo’s is te zien dat de meeste subthema’s veelal aanwezig zijn, alleen het subthema verschillen tussen jongens en meisjes is bij ROC’s wat vaker afwezig. Tabel a t/m d Sociaal-emotionele ontwikkeling (aantallen) Sociaal-emotionele ontwikkeling Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 0 10 8
Pabo 0 5 0
Mijlpalen in de sociaal-emotionele ontwikkeling Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 2 11 4
Pabo 0 5 0
Verschillen tussen jongens en meisjes Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende
ROC 7 0
Pabo 1 2
(deels) aanwezig + niet voldoende
7
1
Rol van de professional Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 2 7 6
Pabo 0 1 2
Tabel Sociaal-emotionele ontwikkeling – sociaal-emotionele ontwikkeling Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
1
ROC
16
3
Een aantal ROC’s geeft aan dat thema’s als zelfbeeld, hechting en welbevinden bij een vak als ontwikkelingspsychologie meer aandacht kunnen krijgen. Twee ROC’s geven aan dat het maken van een sociogram als opdracht in de opleiding kan worden ingevoegd. Als verdiepingsonderdeel noemt een ROC het thema omgaan met baby’s. Tabel Sociaal-emotionele ontwikkeling – mijlpalen in de sociaal-emotionele ontwikkeling Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
1
ROC
12
3
Een Pabo geeft aan dat in de minor ‘het jonge kind’ de mijlpalen in de sociaal-emotionele ontwikkeling behandeld kunnen worden. Door de ROC’s wordt meerdere keren aangegeven dat het onderwerp hechting belangrijk is om te bespreken in het kader van het thema mijlpalen in de sociale ontwikkeling. Ter verdieping stellen zij voor om een observatieopdracht naar sociaal-emotioneel afwijkend gedrag te integreren in de opleiding.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
27
Tabel Sociaal-emotionele ontwikkeling – verschillen tussen jongens en meisjes Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
2
0
ROC
19
7
De Pabo’s en de ROC’s geven aan dat dit thema meer thuis hoort in een vak als ontwikkelingspsychologie. Om meer verdieping in dit thema aan te brengen kunnen de studenten diverse opdrachten mee krijgen. Tabel Sociaal-emotionele ontwikkeling – de rol van de professionals bij sociaal-emotionele ontwikkeling Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
2
1
ROC
15
5
Door diverse ROC’s worden concrete activiteiten genoemd die in de opleiding geïntegreerd kunnen worden om studenten meer bewust na te laten denken over dit thema, zoals een interactietest en een spel over zelfvertrouwen.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
28
4.2.8. Thema Sensomotorische ontwikkeling Zowel bij de ROC’s als de Pabo’s is te zien dat de meeste subthema’s veelal (voldoende) aanwezig zijn. Tabel a t/m f Sensomotorische ontwikkeling (aantallen) Sensomotoriek Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 1 7 7
Pabo 0 1 1
Sensomotoriek en andere ontwikkelingsgebieden Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 4 8 3
Pabo 1 1 0
Mijlpalen in de sensomotorische ontwikkeling Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende
ROC 4 10
Pabo 0 2
(deels) aanwezig + niet voldoende
2
0
Observeren en analyseren Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 3 9 2
Pabo 1 2 0
Rol van de professional Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 6 6 1
Pabo 1 2 0
Uitdagende speel-leeromgeving Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 4 4 5
Pabo 1 2 0
Tabel Sensomotorische ontwikkeling – sensomotoriek Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
2
2
ROC
15
6
Om dit thema meer te integreren in de opleiding oppert een aantal Pabo’s en ROC’s het idee theorie over sensomotorische ontwikkeling terug te laten komen bij het vak ontwikkelingspsychologie. Ter verdieping kunnen studenten sport- en spelopdrachten meekrijgen naar hun stage, waarbij ze de kinderen moeten observeren.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
29
Tabel Sensomotorische ontwikkeling – de relatie tussen sensomotoriek en andere ontwikkelingsgebieden Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
4
ROC
12
1
Volgens de Pabo’s is dit thema al opgenomen in het reguliere curriculum. Twee ROC’s geven aan dat bij een vak als ontwikkelingspsychologie bijvoorbeeld aandacht kan worden besteed aan welke ontwikkelingsgebieden gestimuleerd kunnen worden door sensomotoriek en bewegingsactiviteiten. Tabel Sensomotorische ontwikkeling – mijlpalen in de sensomotorische ontwikkeling Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
1
ROC
12
3
Volgens de Pabo’s komt dit thema voldoende aan bod in het reguliere curriculum. De ROC’s geven aan dat dit thema terug kan komen bij het vak ontwikkelingspsychologie. Eén ROC suggereert daarbij een verdieping aan te brengen in de sensomotorische ontwikkeling door onderscheid te maken in fijne en grove motoriek. Tabel Sensomotorische ontwikkeling – observeren en analyseren van sensomotorische ontwikkeling Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
1
ROC
12
1
Volgens de Pabo’s komt ook dit thema voldoende aan bod in het reguliere curriculum. De ROC’s geven aan dat met behulp van stageopdrachten dit thema meer geïntegreerd kan worden in opleiding. Tabel Sensomotorische ontwikkeling – de rol van de professional bij het stimuleren van de sensomotorische ontwikkeling Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
1
ROC
8
2
Volgens de Pabo’s komt ook dit thema voldoende aan bod in het reguliere curriculum. Volgens de ROC’s zou ook aan dit thema bij het vak ontwikkelingspsychologie aandacht kunnen worden besteed. Een observatieopdracht waarbij studenten bijvoorbeeld een stagebegeleider moeten observeren zou als verdiepingsopdracht bij dit vak kunnen worden aangeboden. Tabel Sensomotorische ontwikkeling – thema uitdagende speel-leeromgeving Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
1
ROC
11
3
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
30
Volgens de Pabo’s komt ook dit thema voldoende aan bod in het reguliere curriculum. Volgens de ROC’s kan het inrichten van een voor de sensomotorische ontwikkeling uitdagende speelleeromgeving het beste algemeen worden behandeld. Als keuzeonderdeel kan gedacht worden aan een opdracht om een inrichtingsplan plan te schrijven.
4.2.9. Thema Ouderbetrokkenheid Zowel bij de ROC’s als de Pabo’s is te zien dat ieder subthema’s ongeveer voor de helft (voldoende) aanwezig is, en voor de helft afwezig. Tabel a t/m f Ouderbetrokkenheid (aantallen) VVE en ouderbetrokkenheid Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 6 7 3
Pabo 3 1 1
Vormen van partnerschap Niet aanwezig
ROC 9
Pabo 3
(deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
4 3
1 1
Rol van de professional Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 8 7 2
Pabo 2 2 2
Oudergesprekken als kernactiviteit Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 7 5 3
Pabo 1 1 2
Oudercontacten en inzet ICT Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 15 1 2
Pabo 4 1 0
Belang van goed ouderschap Niet aanwezig (deels) aanwezig + ja voldoende (deels) aanwezig + niet voldoende
ROC 9 4 2
Pabo 3 1 2
Tabel Ouderbetrokkenheid – VVE en ouderbetrokkenheid Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
2
2
ROC
15
8
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
31
Een Pabo geeft aan de ideeën uit het Bronnenboek op te willen nemen in het curriculum. Twee ROC’s geven aan dit thema terug te laten keren in het VVE blok. Als keuzeonderdeel komen twee ROC’s met de suggestie om meer aandacht te besteden aan het belang van goede communicatie. Tabel Ouderbetrokkenheid – vormen van partnerschap Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
3
1
ROC
13
6
Door een aantal Pabo’s wordt aangegeven dat dit thema al in de opleiding verwerkt zit in het vak ‘passend onderwijs’. Door de ROC’s worden diverse onderwerpen genoemd die zij in het kader van dit thema van belang achten om in de opleiding te verwerken. Onderwerpen die zoal worden genoemd zijn: - Gesprekstechnieken; - Manieren om ouders te betrekken; - Kennis over de verschillen in gezinnen en verschillen in opvoeding; - Begeleiding bij opvoedingsvragen. Ter verdieping zou kunnen ingegaan worden op theorieën over ouderbetrokkenheid. Tabel Ouderbetrokkenheid – de rol van de professionals bij ouderbetrokkenheid Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
1
ROC
13
6
Om dit thema meer te implementeren in het curriculum suggereert een ROC de vierdeling van de Wit tijdens een workshop of themadag te behandelen. Verder kan een opleiding studenten een aantal activiteiten, zoals het maken van een familiemuur of een gezinsportfolio, aanreiken die ouderbetrokkenheid kunnen stimuleren. Tabel Ouderbetrokkenheid – oudergesprekken als kernactiviteit Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
1
1
ROC
13
4
Door meerder ROC’s wordt aangegeven dat er in de opleiding meer aandacht wordt besteed aan gesprekstechnieken. Om de gespreksvaardigheden van studenten verder te ontwikkelen kan als keuzeonderdeel VIB-training in de opleiding worden toegepast. Tabel Ouderbetrokkenheid – oudercontacten en de inzet van ICT Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
0
1
ROC
12
5
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
32
Door de Pabo’s worden over het invoegen van dit thema in het curriculum geen opmerkingen gemaakt. Door de ROC’s worden over dit thema weinig specifieke opmerkingen gemaakt. Eén van de ROC’s geeft aan dat bij het documenteren van Reggio een koppeling kan worden gemaakt met het vak ‘omgaan met media’. Tabel Ouderbetrokkenheid – het belang van goed ouderschap Instelling
Dit onderdeel aan het curriculum toevoegen voor alle deelnemers: aantal antwoorden
Dit onderdeel opnemen als verdieping in een keuzetraject: aantal antwoorden
Pabo
2
2
ROC
11
3
Een Pabo geeft aan aandacht te besteden aan de manieren waarop je als leerkracht afstemming kunt realiseren tussen de thuissituatie en de situatie op school. Een andere Pabo stelt voor in te gaan op de mogelijkheden en onmogelijkheden van leerkrachten in het contact met ouders. Twee ROC’s geven aan in de opleiding aandacht te willen besteden aan de manieren waarop studenten ouders meer kunnen aanspreken op hun verantwoordelijkheid.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
5
33
Hoe verloopt de implementatie?
In totaal zijn tot en met najaar 2009 van 25 opleidingen implementatieplannen verwerkt. Het betreft in totaal 19 vestigingen van een ROC en 6 Pabo’s. Eén opleiding heeft een alternatief implementatieplan geschreven; gegevens hierover zijn niet meegenomen in de resultaten. De gegevens m.b.t. de implementatieplannen variëren sterk per instelling, we noemen hieronder de meest voorkomende gevallen.
5.1
Voorbereiding
De eerste voorbereidingen zullen uitgevoerd worden door een groep personen van de opleiding. Deze groep wordt onder andere aangeduid als werkgroep, ontwikkelgroep of themagroep. Vervolgens wordt een uitgewerkt voorstel met wijzigingen ten aanzien van het VVE-curriculum opgesteld dat door de werkgroep wordt besproken. De meeste respondenten geven aan dit voorstel voor de zomer van 2009 gereed te willen hebben. Als laatste in de voorbereiding wordt een voorstel gedaan t.a.v. het tijdpad. Door de meeste respondenten wordt aangegeven dat zij vanaf het schooljaar 2009/2010 de wijzigingen ten aanzien van het VVE-curriculum willen invoeren.
5.2
Besluitvorming
De meeste respondenten geven aan voor de zomer van 2009 de besluitvorming rond te hebben. Door een aantal mensen wordt zelf een specifieke datum genoemd. De besluitvorming vindt plaats in de werkgroep/ontwikkelgroep/themagroep.
5.3
Implementatie
De werkgroep/ontwikkelgroep/themagroep is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het studiemateriaal. Door de respondenten wordt vaak aangegeven dat de vervaardiging van materiaal gepland is voor het schooljaar 2009/2010. In een enkel geval wordt een specifieke datum aangegeven. Vervolgens zullen de collega’s mondeling tijdens een vergadering of studiedag en schriftelijk (bijvoorbeeld middels mail, lesbrieven, map met uitgewerkt materiaal) geïnformeerd worden. Daarna zal scholing en/of afstemming met de docenten plaatsvinden middels collegiale consultatie, trainingen, vergaderingen, workshops en/of video interactie. Naast de betreffende docenten moeten ook de deelnemers op de hoogte worden gesteld van het aangepaste curriculum. Dit gebeurt met aanpassingen van het curriculum in de studiegids of studiewijzer. De meeste respondenten geven aan deze aanpassingen aan de start van schooljaar 2009/2010 te willen realiseren. Wanneer de alle voorbereidingen, de besluitvorming en de implementatie zijn voltrokken kan men van start gaan met vernieuwde VVE-curriculum. Men beoogt met het vernieuwde curriculum vanaf schooljaar 2009/2010 te starten. De docenten en het team dragen verantwoordelijkheid voor de uitvoering.
5.4
Monitoring en evaluatie
De invoering van het vernieuwde curriculum moet na verloop van tijd geëvalueerd worden. Een deel van de respondenten geeft aan dat evaluatie meerdere keren gedurende het schooljaar 2009/2010
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
34
moet plaatsvinden. De andere respondenten zijn van mening dat evaluatie aan het einde van het schooljaar 2009/2010 moet plaatsvinden. Bij het evalueren van het vernieuwde curriculum gaat het onder andere om bepalen wat goed en wat minder goed verloopt, evalueren of de gestelde doelen zijn gehaald, wijzigingen ter verbetering aanbrengen in het curriculum, het bevorderen van kennis, het informeren van studiebegeleiders en ideeën uitwisselen.
5.5
Verantwoordelijk persoon of afdeling
Door de groep respondenten wordt bij de diverse personen/groepen de verantwoordelijkheid voor de implementatie, uitvoering en evaluatie van het curriculum neergelegd. Er worden onder andere de volgende personen/groepen genoemd: de opleidingsmanager, het docenten team, de ontwikkelgroep, afdeling welzijn en een aantal individuele personen.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
6
35
Resultaten nagesprekken
Aan het eind van het scholingstraject volgt een nagesprek met een vertegenwoordiger van de opleiding en de trainer. Deze vertegenwoordiger kan een betrokken programmamanager of een andere functionaris in de instelling zijn, die verantwoordelijk is voor de inhoud van het curriculum. Het gesprek wordt gehouden na de werkbijeenkomsten en op het moment dat de curriculumanalyse is afgerond. Met de vertegenwoordiger wordt o.a. doorgesproken tot welke conclusies de curriculumanalyse heeft geleid en hoe het implementatieplan van de instelling er uit ziet. De gesprekken vonden plaats tussen maart en september 2009. In totaal zijn van zes nagesprekken gegevens aangeleverd aan de hand van een vooraf opgesteld invulschema. De gegevens hebben betrekking op vier ROC-vestigingen en twee Pabo’s. In de nagesprekken werd allereerst besproken op welke plek in het curriculum de gekozen onderdelen uit het bronnenboek zouden worden ingevoegd. Twee keer wordt aangegeven dat een inleiding in VVE wordt ingevoegd in het eerste jaar van de opleiding. Verder wordt aangegeven dat naast een inleiding in de basiscursus, die verplicht is voor alle deelnemers, er voor ouderejaars een verdiepings(of specialisatie) programma te volgen zal zijn. Alle instellingen geven aan dat in het schooljaar 2009/2010 van start wordt gegaan met het aangepaste curriculum (soms al aan het begin, soms in het tweede semester). Bij twee instellingen wil men het curriculum gefaseerd invoeren, bij de overige wil men het in één keer invoeren. Voordat het aangepaste curriculum ingevoerd kan worden moeten nog enkele voorbereidingen plaatsvinden. Voorbereidingsactiviteiten die worden genoemd zijn bijscholing van vakdocenten en uitwerking van lesprogramma’s en draaiboeken.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
7
36
Conclusies
In het najaar 2008 is door Sardes gestart met het traject ‘Vversterk in de opleiding’ om te bevorderen dat VVE een plek krijgt in de ROC-opleidingen voor PW3, PW4, onderwijsassistent en leerkracht basisonderwijs (Pabo). Het traject loopt tot medio 2010 en is verdeeld over vier tranches, waarin ROC’s en Pabo’s worden gescheiden: Eerste tranche : sept. - dec. 2008 Tweede tranche : jan. - juni 2009 Derde tranche : sept. - dec. 2009 Vierde tranche : jan. - juni 2010 Monitoring van dit traject vindt gedurende de looptijd plaats. In dit rapport staan de monitorresultaten van de eerste en tweede tranche. Het betreft resultaten over de scholingstrajecten, curriculumanalyses, implementatieplannen en gevoerde nagesprekken. Evaluatie scholingstraject (vier werkbijeenkomsten) In totaal hebben tussen oktober 2008 en juni 2009 23 scholingstrajecten ‘Vversterk (in) de opleiding’ plaatsgevonden, hieraan namen 17 ROC’s en 11 Pabo’s deel. De deelnemers van de ROC’s zijn over het algemeen zeer positief, positief of neutraal over het gevolgde scholingstraject, deelnemers van de Pabo’s zijn positief of neutraal. Zij konden ook antwoord geven op een aantal stellingen t.a.v. het materiaal, opdrachten en uiteindelijke implementatie in het curriculum. ROC-deelnemers stonden hier zeer positief tegenover (helemaal eens of eens met de stellingen), Pabo-deelnemers waren wat voorzichtiger (vooral eens of wat neutraler t.a.v. de stellingen). Het gemiddelde rapportcijfer over het scholingstraject was bij de Pabo’s iets lager dan bij ROCdeelnemers: 7,3 versus 7,6. Verbeterpunten voor de werkbijeenkomsten Een punt dat diverse deelnemers, van zowel ROC’s als Pabo’s, noemden was dat er tijdens de werkbijeenkomsten minder aandacht besteed hoefde te worden aan het doornemen van de inhoud van de map. Een aantal van hen gaf aan dat een deel van de curriculumanalyse voorafgaand aan de werkbijeenkomst ingevuld had kunnen worden, zodat er tijdens de werkbijeenkomst meer tijd was om op de analyses zelf in te gaan. Verder bleek dat er bij sommigen behoefte bestond aan meer duidelijkheid over wat mbo- en hbo-stof was. Er was veel waardering bij een groot aantal deelnemers voor de mogelijkheden om in de werkbijeenkomsten, tot een verdere verdieping te komen aan de hand van discussies en kennis en ervaringen uit te wisselen. Een belangrijk punt m.b.t de uiteindelijke inpassing van het materiaal in het lopende curriculum van de opleidingen zal tijd en mankracht zijn, zo verwachten de deelnemers. Het materiaal moet eerst worden aangepast en afgestemd worden op het bestaande materiaal. Uit de ervaringen van de trainers van Sardes bleek dat twee voorwaarden belangrijk zijn voor een goed verloop van het scholingstraject: goede informatie vooraf van de instelling aan de docenten en de timing van het scholingstraject.
Oberon – Monitoring Vversterk in de opleiding
37
Curriculumanalyses, implementatie en nagesprek Vertegenwoordigers van ROC’s en Pabo’s hebben het eigen VVE-curriculum doorgelicht op de inhoud, op basis van een vooraf opgesteld format. Dit heeft een grote hoeveelheid aan informatie opgeleverd: curriculumanalyse vond plaats op negen hoofdthema’s, deze waren weer opgedeeld in 4 tot 8 subthema’s. Men kon aangeven of een (sub)thema (deels) aanwezig was, en of er onderdelen aan het curriculum konden worden toegevoegd. En aantal opvallende bevindingen zijn: - De thema’s Organisatie en groepsmanagement en Sociaal- emotionele ontwikkeling is volgens de meeste Pabo’s en ROC’s (voldoende) aanwezig in de opleiding. - Het thema Taal en het thema Rekenen en Wiskunde is volgens alle Pabo’s (voldoende) aanwezig, bij de ROC’s wisselt dit: Taal is bij de helft van de opleidingen (voldoende) aanwezig, Rekenen en Wiskunde is vrijwel altijd afwezig. - Bij de overige thema’s bleek, bij zowel bij de ROC’s als de Pabo’s, dat deze even vaak wel als niet aanwezig waren in de opleiding. De meeste opleidingen gaven aan dat voorbereidende werkzaamheden en besluitvorming over implementatie in het curriculum voor de zomer van 2009 afgerond zouden zijn. Daadwerkelijke implementatie vindt dan plaats aan het begin of in de loop van schooljaar 2009/10. Dit bleek ook uit de nagesprekken die aan het eind van het traject met de vertegenwoordigers van de opleiding zijn gevoerd. Voordat het aangepaste curriculum ingevoerd kan worden vinden meestal nog enkele voorbereidingen plaats, zoals bijscholing van vakdocenten en uitwerking van lesprogramma’s en draaiboeken.