MONITOR STEDENBAAN 2015 Versterk Robuustheid Allianties
Woningbouwlocaties beter aan laten sluiten op het OV
Herontwikkeling bedrijfsgebouwen tot woningen blijven stimuleren
3
INHOUDSOPGAVE Voorwoord
3
Samenvatting
5
1. Ambitie en context
9
1.1 Aanleiding: streven naar agglomeratiekracht door meer OV-reizigers 1.2 Doel monitor: voortgang op vier terreinen zichtbaar maken
9 10
1.3 Aanpak: focus op uitvoering 12 2. Vervoer
15
2.1 Zes Sprinters per uur op de Oude Lijn haalbaar
15
2.2 Vervoer nationaal spoor groeit licht
16
2.3 Vervoer regionaal OV: meer R-net
20
2.4 Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: uitbreidingen vanaf 2022
22
2.5 Zuidelijke Randstad krijgt pilot Toekomstbeeld OV 2040
23
3. Ketenmobiliteit
29
3.1 Extra fietsenstallingen
29
3.2 Meer P+R-plaatsen
31
3.3 Eerste Uitvoeringsagenda Ketenmobiliteit in aantocht
33
4. Kwaliteit van de stationsomgeving
39
4.1 Alliantiegesprekken moeten beter opgevolgd
39
4.2 Beheerconvenanten in bijna alle gemeenten
41
4.3 Beeldmethodiek: pilot langs MerwedeLingeLijn
42
4.4 Lokale veiligheidsarrangementen gesloten
42
5. Ruimtelijke ontwikkelingen
47
5.1 Woningen nabij HOV op schema
47
5.2 Kantoren: meer prioriteit nodig voor ontwikkeling nabij HOV
50
Begrippen en afkortingen
56
Bronnen
57
Online bijlage
www.stedenbaan.nl
4
MONITOR STEDENBAAN 2015
5
VOORWOORD Stedenbaan is een krachtige samenwerking tussen partners. Al jaren wordt in de Zuidelijke Randstad gewerkt aan de koppeling van ruimtelijke ontwikkeling aan stedelijke mobiliteit. Het concept is inmiddels stevig verankerd in beleid. Nu de uitvoering leidend is geworden, verandert de samenwerking mee met de opgave. Lokale initiatieven worden belangrijker en de optelsom hiervan maakt het concept krachtiger. Verbinden van lokale initiatieven om de samenhang te onderstrepen is nu de opgave. De Uitvoeringsagenda Ketenmobiliteit is een goed voorbeeld hiervan. Ook de samenhang van de verschillende regionale woonvisies is belangrijk voor het welslagen van Stedenbaan. Vergelijking met andere regio’s in Europa leert dat we vaart moeten maken met ruimtelijke ontwikkelingen, nu er weer zicht is op economische groei. Als we bijvoorbeeld kijken naar de nauwe samenwerking in de regio Kopenhagen-Malmö, leren we dat een langdurige en hechte samenwerking, met een sterke gedeelde visie, een krachtige basis vormt voor succesvolle ontwikkeling. In de Zuidelijke Randstad zijn we op de goede weg, mede door de goede samenwerking in Stedenbaan. We kunnen echter nog sterker worden. We moeten ons ervan bewust zijn dat elke ogenschijnlijk kleine maatregel in een sterk samenhangend stedelijk gebied als het onze direct effect heeft op de andere partners. Daarom is het zo essentieel dat we ons handelen steeds toetsen aan de gezamenlijke visie en elkaar nog sterker steunen in elkaars keuzes. De Monitor Stedenbaan is een bewijs dat we gezamenlijk willen leren van onze beslissingen en acties. Dat is een belangrijk onderdeel van een sterke samenwerking. We zien weer beweging in de vastgoedmarkt ontstaan. Het is goed om te zien dat de herontwikkeling van bestaand vastgoed het afgelopen jaar stevig op gang is gekomen. De druk op de woningmarkt zal de komende tijd sterk toenemen. We hebben een grote woningbouwopgave voor de komende jaren. Met name in stedelijk gebied zal de vraag sterk zijn. Het is daarom noodzaak om te handelen. En daar moeten iedereen aan meewerken. Herontwikkeling in stedelijk gebied is niet altijd eenvoudig en alle partijen zullen flexibel moeten zijn om het juiste aanbod bij de vraag te kunnen creëren. We zullen nieuwe manieren van ontwikkelen moeten vinden en experimenten zullen een belangrijke rol vervullen in onze ontdekkingstocht naar de toekomst. Het ondersteunen van processen in de maatschappij is een belangrijke taak van de overheid. Met Alliantiegesprekken zijn verbindingen gelegd tussen partijen die elkaar in het verleden niet vonden. Deze allianties zijn vaak nog broos. Gemeenten kunnen deze allianties sterker steunen. Niet door het heft in handen te nemen maar door ervoor te zorgen dat de verbinding tussen de partijen blijft bestaan en dat er wordt gewerkt aan een gezamenlijk doel.
6
MONITOR STEDENBAAN 2015
De aanleg van vier sporen tussen Rijswijk en Delft Zuid en het volledig benutten van de in 2017 vrijvallende sporen tussen Rotterdam Centraal en Schiedam Centrum is essentieel voor het welslagen van Stedenbaan. Ik hoop daarom dat snel het Tracébesluit kan worden genomen zodat na de realisatie van de derde en vierde tunnelbuis bij Delft meteen kan worden doorgegaan met de aanleg van de resterende sporen. Het spoor stond aan de basis van de samenwerking en verbindt al de lokale en regionale initiatieven met elkaar. De uitbreiding van de Oude Lijn is daarom geen op zichzelf staand project maar is ook een metafoor voor de samenhang van alle projecten. Drs. A.A.M. Brok Voorzitter Bestuurlijk Platform Stedenbaan
7
SAMENVATTING Hoe staat het ervoor met de verbetering van de bereikbaarheid in de Zuidelijke Randstad? Dat laat deze Stedenbaanmonitor zien. We beschrijven de vorderingen met OV-verbindingen, ketenmobiliteit, kwaliteit van de stationsomgeving en ruimtelijke ontwikkelingen nabij de stations. Samen moeten deze maatregelen meer reizigers aantrekken voor het OV in deze regio en in het bijzonder op de Oude Lijn: de verbinding Leiden – Den Haag – Rotterdam – Dordrecht. Conclusie: ‘iedere tien minuten een trein’ is nog steeds haalbaar mits… Een uitbreiding van vier naar zes Sprinters per uur tussen Leiden en Dordrecht is haalbaar zonder extra kosten voor de NS. Het aantal reizigers groeit nog steeds en ook de prognoses zijn gunstig. De frequentieverhoging moet fysiek nog wel mogelijk gemaakt worden. Daarom is het noodzaak zo snel mogelijk vier sporen aan te leggen (in plaats van de huidige twee) op het traject tussen Delft Zuid en Rijswijk. Het Rijk neemt hiervoor naar verwachting in 2016 een Tracébesluit. Verder moet het plan Koman worden uitgevoerd: een plan om tussen Rotterdam en Schiedam de capaciteit te verhogen. Najaar 2015: eerste Uitvoeringsagenda Ketenmobiliteit Er moet meer aandacht uitgaan naar de hele reisketen van deur tot deur: vooral de first en last mile moet de reiziger sneller en prettiger kunnen afleggen. De opgaven liggen meestal op lokaal niveau. De nieuwe Uitvoeringsagenda Ketenmobiliteit, die in het najaar van 2015 is verschenen, is een goed begin. Meer inzet is nodig om woningbouwlocaties buiten het directe bereik van stations en haltes, toch aan te sluiten op het openbaar vervoer. Goede fietsverbindingen zijn effectief; daarmee kan de afstand die mensen willen overbruggen tot een station of halte worden opgerekt tot zeker drie kilometer. Daarnaast gaan de Stedenbaanpartners door met extra fietsenstallingen op stations en meer P+R-parkeerplaatsen. Kwaliteit van de stationsomgeving: betere opvolging nodig van Alliantiegesprekken Investeren in aantrekkelijke stationsgebieden blijft belangrijk. De aanwezigheid van voorzieningen zoals winkels of horeca maken de stationsomgeving leefbaarder en verhogen de economische activiteit. Dat is goed voor de stad en het aantal OV-reizigers. Hiervoor blijven we inzetten op Alliantiegesprekken, waarin belanghebbenden een alliantie vormen om ideeën uit te werken voor het gebied. Dit instrument is effectief gebleken, maar de gesprekken moeten beter worden opgevolgd. Kansrijke projecten bloeden anders dood. Het proces ná de Alliantiegesprekken heeft vaak nog een aanjager nodig. Gemeenten zouden deze rol goed kunnen pakken.
8
MONITOR STEDENBAAN 2015
Extra woningen en kantoren: meer prioriteit voor locaties nabij hoogwaardig OV We zijn op de goede weg met nieuwbouw nabij stations en ook de herontwikkeling van bedrijfsgebouwen tot woningen komt op gang. Hier liggen investeringskansen. Een snel groeiende groep mensen wil in de stad wonen op een goed bereikbare locatie. De opgave is de komende jaren om voldoende locaties te vinden om al deze woningen te realiseren. Daarom moet er blijvend energie gestoken worden in woningbouw nabij hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) en – zoals gezegd – betere ketenmobiliteit naar die locaties die niet in de ‘invloedssfeer’ liggen van een station of HOV-halte. Investeerders zien relatief weinig kansen voor ontwikkeling van kantoren en winkels in de Zuidelijke Randstad. Opgave is om te sturen op ontwikkeling bij HOV en juist ontwikkelingen buiten HOV-gebied af te remmen. In de Drechtsteden (waar gevaarlijke stoffen vervoerd worden) is het complex om meer te ontwikkelen stationsgebieden met inachtneming van de externe veiligheid: de veiligheid van omwonenden rond het spoor.
9
10
MONITOR STEDENBAAN 2015
11
1. AMBITIE EN CONTEXT De partners in Stedenbaan verbeteren al sinds 2007 de bereikbaarheid en de kwaliteit van het stedelijk gebied in de Zuidelijke Randstad, om de econo mische concurrentiepositie te versterken. Ze nemen in samenhang maatregelen op het gebied van infrastructuur, ketenmobiliteit, stationsomgeving en ruimtelijke ordening rond het HOV-netwerk (hoogwaardig openbaar vervoer). De Monitor Stedenbaan maakt duidelijk hoe ze daarmee vorderen en welke acties nog nodig zijn. Deze monitor doet verslag van de resultaten in 2014 en bereikte mijlpalen tot en met de eerste helft van 2015. 1.1 AANLEIDING: STREVEN NAAR
Dit netwerk is de drager voor de mobiliteit in de
AGGLOMERATIEKRACHT DOOR MEER
stedelijke regio. Er is geen ruimte om alle bestem-
OV-REIZIGERS
mingen met de auto bereikbaar te maken, en de fiets is alleen een alternatief voor relatief kleine
De Zuidelijke Randstad als sterke agglomeratie
afstanden. Goed OV versterkt de agglomeratie-
De Stedenbaanpartners hebben als ambitie:
kracht van de Zuidelijke Randstad: steden zullen
in samenhang met de ruimtelijk-economische
groeien. En OV wordt effectiever als woningen,
opgaven de regionale bereikbaarheid per OV te
kantoren en voorzieningen nabij stations en haltes
verbeteren in de Zuidelijke Randstad; grofweg
worden gebouwd.
1
het gebied van Leiden tot Dordrecht. Dit doen de partners door een aantrekkelijk samenhangend
De afgeleide doelstelling van Stedenbaan is om
netwerk van OV-verbindingen (de Stedenbaan) tot
‘spoorboekloos’ rijden mogelijk te maken op de
stand te brengen voor inwoners en reizigers en
‘Oude Lijn’ van Dordrecht naar Haarlem. In 2020
door ruimtelijke keuzes te beïnvloeden. Hiermee
willen de partners 6 Sprinters per uur laten rijden
is het concurrerend vermogen van de regio te
op dit traject tegenover 4 Sprinters in de huidige
versterken: de Zuidelijke Randstad moet in 2040,
situatie. Iedere tien minuten een trein dus. De
economisch gezien, in de top 10 van Europese
partners nemen maatregelen om de zogeheten
agglomeraties staan.
‘frequentiesprong’ te laten slagen. Ten eerste moet ruimtelijke ontwikkeling rond stations en
De ambitie van Stedenbaan heeft het tij mee. Zie
ketenmobiliteit zorgen voor meer reizigers, zodat de
kader 1a. Het aantal potentiële OV-reizigers stijgt.
frequentieverhoging mogelijk is zonder extra kosten
En stedelijke regio’s zijn meer dan ooit broedplaat-
voor NS (een positieve business case). Ten tweede
sen van economische activiteit.
moeten infrastructurele maatregelen bewerkstelligen dat het spoor voldoende ruimte biedt voor de
Netwerk van hoogwaardig openbaar vervoer
extra treinen.
De basis van het Stedenbaanconcept is een aantrekkelijk en goed afgestemd HOV-netwerk:
Naast dit concrete doel wordt ook gewerkt aan de
hoogwaardig openbaar vervoer. Zie figuur 1a.
algemene versterking van het hoogwaardig OV en
1 Provincie Zuid-Holland, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Regio Holland Rijnland, Regio MiddenHolland, Regio Drechtsteden, gemeente Den Haag, gemeente Rotterdam, NS, ProRail
12
MONITOR STEDENBAAN 2015
Kader 1a Trends versterken positie Stedenbaan
De verwachting is dat het gebruik van de trein zal
doelgroepen een aantrekkelijke woonomgeving
blijven groeien in de Zuidelijke Randstad. Trends
en een breed palet aan voorzieningen. Door deze
als de trek naar de stad (meer inwoners) en
ontwikkeling zien beleggers en investeerders de
minder autobezit versterken de positie van Ste-
steden als locaties waar investeringen in vastgoed
denbaan. Sterker nog: ze maken van Stedenbaan
betrouwbaar renderen. Vooral de stationsgebieden
de onmisbare randvoorwaarde om het openbaar
in de steden zijn in trek omdat ze zo goed bereik-
vervoer in de Zuidelijke Randstad te versterken.
baar zijn via HOV.
De stations van Stedenbaan verbinden belangrijke
Activiteiten worden geclusterd: niet elke stad biedt
‘attracties’ in de Zuidelijke Randstad met elkaar.
dezelfde voorzieningen; de steden specialiseren
Denk aan de grote universiteiten (Leiden, Erasmus
zich juist. Er ontstaat ruimte voor verscheidenheid.
en TU Delft), maar ook kantoorlocaties als het
De polycentrische structuur van de Zuidelijke
Beatrixkwartier en Rotterdam Prins Alexander.
Randstad (er zijn – anders dan in bijvoorbeeld
De stedelijke regio's groeien door hun agglome
Londen of Parijs – meerdere stedelijke centra)
ratiekracht: naarmate de agglomeratie groter is,
leidt tot extra reizigersstromen die deels via HOV
wint die aan economische activiteit. Ze bieden alle
kunnen worden afgewikkeld.
de kwaliteit van de stationsomgeving. Uitgangs-
ketenmobiliteit (zoals fietsenstallingen en P+R) en
punt hierachter is dat een levendige, veilige en
de kwaliteit van het stationsgebied belicht, evenals
goed bereikbare stationsomgeving meer reizigers
de ruimtelijke ontwikkelingen. Op het gebied van
genereert. En andersom zorgt hoogwaardig en
ruimtelijke ordening letten we op extra woningen
hoogfrequent OV ervoor dat de stationsomgeving
in de omgeving van stations en haltes en op het
interessant is om te ontwikkelen. Binnen het
terugdringen van kantorenleegstand nabij stations.
concept Stedenbaan willen we zodanig werken aan de stationsomgeving, dat het station niet alleen
Met zicht op de voortgang kunnen de Steden-
vervoerknooppunt is maar ook onderdeel wordt
baanpartners beter nieuwe acties agenderen.
van het sociaal, cultureel en economisch stedelijk
Nieuw dit jaar is het Toekomstbeeld OV 2040
netwerk.
waarvoor de Zuidelijke Randstad pilot is, en de Uitvoeringsagenda Ketenmobiliteit die najaar 2015
1.2 DOEL MONITOR: VOORTGANG OP VIER
gaat verschijnen. In respectievelijk hoofdstuk 2
TERREINEN ZICHTBAAR MAKEN
en 3 gaan we hier verder op in. Verder is nieuw dat de stadsregio’s van Rotterdam en Haaglanden
De Monitor Stedenbaan geeft de voortgang weer
in 2014 zijn samengegaan in de Metropoolregio
die de partners jaarlijks boeken op de doelen. In
Rotterdam Den Haag (MRDH). Voor deze monitor
de monitor worden de maatregelen bekeken die de
heeft de reorganisatie tot gevolg gehad dat dit jaar
partners nemen om reizigersaantallen te beïnvloe-
-eenmalig- minder cijfers (over fietsenstallingen
den. Naast de inspanningen voor een hoogwaardig
en P+R-plaatsen bijvoorbeeld) zijn verzameld.
OV-netwerk worden de verbeteringen rondom
1. AMBITIE EN CONTEXT
Figuur 1a Huidige netwerk Stedenbaan HST Stedenbaan Leiden – Utrecht, Gouda – Alphen, Hoekse Lijn, MerwedeLingeLijn Lightrail/HOV tram/Metro HOV-busnet Ambitie
De Stedenbaanpartners zijn de provincie Zuid-Holland, gemeenten (Rotterdam, Den Haag), regio’s (Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Regio Holland Rijnland, Regio Midden-Holland en Regio Drechtsteden) en aan vervoerderskant ProRail en NS.
13
14
MONITOR STEDENBAAN 2015
1.3 AANPAK: FOCUS OP UITVOERING
en het stimuleren van experimenten. Daarmee willen we die ontwikkelingen zichtbaar maken.
Stedenbaan heeft zich ontwikkeld van visie naar beleid naar projecten en focust zich nu vooral op
In deze monitor laten we ook enkele concrete
het organiseren van de uitvoering. Dit staat ook
mijlpalen zien die bereikt zijn. Ze staan met
in deze monitor centraal.
foto’s tussendoor in het rapport. Een toelichting op de afkortingen en begrippen en op de
Vier prioriteiten in de uitvoering
gebruikte bronnen vindt u achterin het rapport.
De focus op uitvoering betekent dat we
Achterliggende rapporten worden via internet
inzetten op:
beschikbaar gesteld op www.stedenbaan.nl.
→→ Versterking van de infrastructuur, voor voersontwikkelingen op het nationale spoornet en in het regionaal OV. Zie hoofdstuk 2. →→ Betere aansluiting van Stedenbaan op het totale OV-systeem, bijvoorbeeld door verbindingen en dienstregelingen tussen verschillend OV op elkaar af te stemmen, en door het voor- en natransport te versnellen samen met de vervoerbedrijven en met particuliere aanbieders. Zie hoofdstuk 3. →→ Alliantiegesprekken rond de stations om de kwaliteit van de omgeving en het comfort voor de reiziger te verbeteren: het verbinden van partijen is succesvol gebleken. Zie hoofdstuk 4. →→ Stimulans voor gebiedsontwikkeling (meer woningen en kantoren) juist in de nabijheid (de zogeheten ‘invloedssfeer’) van Hoogwaardig Openbaar Vervoer. Zie hoofdstuk 5. Showcases en pilots Binnen de gebiedsontwikkeling is weer ruimte voor concrete projecten. Het diepste punt van de crisis ligt achter ons. De woningmarkt herstelt zich en het lijkt erop dat op sommige plaatsen de kantorenmarkt aarzelend iets opkrabbelt. We kunnen niet meer op de ‘oudeʼ manier vastgoed ontwikkelen. Maar er ontstaat weer wat ruimte in de markt. Stedenbaan zoekt showcases van een nieuwe aanpak van gebiedsontwikkeling
1. AMBITIE EN CONTEXT
15
16
MONITOR STEDENBAAN 2015
17
2. VERVOER Neemt de reizigersstroom in de Zuidelijke Randstad genoeg toe om zes Sprinters per uur tussen Leiden en Dordrecht mogelijk te maken? Dat is een belangrijke vraag voor de Stedenbaan. Dit hoofdstuk verkent de haalbaarheid van deze hogere frequentie op de Oude Lijn. Conclusie: de frequentieverhoging van vier naar zes Sprinters is nog steeds realistisch. Een belangrijke voorwaarde is onder meer dat het traject Rijswijk – Delft Zuid vier sporen krijgt. 2.1 ZES SPRINTERS PER UUR OP DE OUDE LIJN
In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de
HAALBAAR
reizigersontwikkeling op het nationaal spoor en in het regionaal openbaar vervoer. Daarna
aantrekken om zonder extra kosten met zes
wat als we de Stedenbaanambities gerealiseerd
Sprinters per uur te kunnen rijden op de Oude
Leidenwe – Dordrecht hebben?Integraal Hoe gaan de groei van het aantal
Lijn. Deze zogeheten frequentiesprong is nog
inwoners na 2020 opvangen? Dit is de vraag in de
steeds realistisch, mits het traject tussen
pilot Toekomstbeeld 2040 Leiden –OV Den Haag die in de Zuidelijke
Rijswijk en Delft Zuid verdubbelt naar vier sporen
Randstad wordt gehouden. De laatste paragraaf
en de bijbehorende aanvullende maatregelen
gaat hierop in.
worden genomen. ontwikkelprognose obv inzichten juni 2013
20
20
20
10 20
09 20
08 20
20
obv realisatie
Figuur 2a + 2b Business case voor de Oude Lijn, prognose 2020
3.000
4.000
Leiden – Den Haag Centraal
2.500
3.000
2.000
2.000
1.500
Den Haag Centraal – Dordrecht
1.000
1.000
0
500
1.000
0
2.000
500
3.000
1.000
4.000
1.500
Den Haag Centraal – Leiden
Treinreizigers ochtendspits 2015
Dordrecht – Den Haag Centraal
lft
Zu am Ce id te nt rd ru am m C Ro tte ent ra rd a am l R Ro Bl tte otte aa rd k rd am am Zu Lo id m ba rd Ba ije n re nd r Zw ech t ijn dr ec ht Do rd Do re rd ch re t ch tZu id
lft De
ed hi Sc
Ro t
ijk
De
js w
HS rw ijk oe
ag
n
Ha
ag
M
Ce
n De
ag Ha n De
Ha
nt ra a
l
5.000
De
go Vo m o id en rho Ce ut nt ra a De l De V n oo Vin H De aa rsc k g n ho Ha M t ag ari en La aho De e an ve n Ha van ag N Ce OI nt ra al
2.000
Hi lle
50
07
Den Haag – Dordrecht
20
ontwikkelingen voldoende extra reizigers
(PHS). Nieuw is de blik op de langere termijn:
12
NS berekent elk jaar of de geplande ruimtelijke
uit het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
11
volgen de benodigde fysieke spooruitbreidingen
Ri
100
Le
target
Potentiële groei door ruimtelijk programma en frequentieverhoging
18
MONITOR STEDENBAAN 2015
Figuur 2c Business case voor de Oude Lijn, prognose 2020
2,00
target
1,00
Do rd re ch t
De n
Ha
ag
Le id en
Ce
–
nt
De n
ra a
l–
Ha a
g
To ta a
Ce nt ra a
l
l
0,00
Frequentieprognose
2008
Ruimtelijke ontwikkelings prognose
5%
2%
Gerealiseerde groei in- en uitstappers
6%
overig Ned
10%
overig Randstad
Op basis van de ontwikkeling van het aantal
De verwachting is dat deze spooruitbreiding rond
treinreizigers sinds 2007 en de huidige prognose
2023 gereed is. Zie paragraaf 2.4. Dat betekent
van de ruimtelijke ontwikkelingen rond de Ste-
dat – door de infrastructurele beperkingen – het
18%
denbaanstations blijkt de stap naar zes Sprinters
16%
per uur tussen Leiden en Dordrecht kansrijk. In
aanvankelijke doel van de frequentiesprong in overig Zuid-Holland 13%
14%
figuur 2a t/m 2c staan de resultaten van de meest
worden aangedrongen de besluitvorming 6% en
12%
actuele monitor. In de Monitor Stedenbaan 2014
aanleg van dit project niet verder meer te laten
10%
(over de ontwikkelingen in 2013) viel op dat de
vertragen.
2020 niet meer te halen is. Bij het Rijk moet erop
Haaglanden
resultaten van het zuidelijk trajectdeel, Den Haag
8%
2.2 VERVOER NATIONAAL SPOOR GROEIT LICHT 11%
Centraal – Dordrecht, achterbleven ten opzichte
6%
van de score van het noordelijk trajectdeel, Den
4%
Stadsregio reizigersvervoer Rotterdam
15%
0
7.
6.
5.
4.
3.
2.
00
0
00
0
00
0
00
0
00
0
00
0
00
1.
0
m
groot genoeg zijn voor de frequentiesprong.
m
staan de ontwikkelingen in het nationaal spoor.
m
per corridor opgenomen; in het bovenste deel
verwachting dat de reizigersaantallen rond 2020 m
kleiner geworden: voor beide trajectdelen is de m
0%
m
zich? In tabel 2a is het aantal 18%in- en uitstappers
m
Hoe ontwikkelt
(over de ontwikkelingen in 2014) is dat verschil m
Haag Centraal – Leiden. In de monitor van 2015
2%
9% het
per spoor
De meest recente cijfers (van 2014) worden afgezet tegen vergelijkbare cijfers uit 2013 voor inzicht
De partners in de Zuidelijke Randstad werken
in de groei in het afgelopen jaar, en tegen 2007,
er hard aan om ondanks de crisis de minimale
het jaar waarin de Stedenbaansamenwerking van
afspraken te halen in de ruimtelijke ontwikkeling
start ging.
tot 202. Zie hoofdstuk 5. Het Rijk heeft zich hard gemaakt voor de vier sporen op het genoemde tra-
Conclusie: het treinvervoer op het NS-netwerk
ject. Als het Rijk het Tracébesluit genomen heeft,
groeit het afgelopen jaar licht, met uitzondering
kan de aanleg ervan beginnen, zodat we daadwer-
van Leiden – Alphen – Woerden als negatieve uit-
kelijk naar ‘iedere tien minuten een trein’ kunnen.
schieter. Opvallend is ook dat knooppunten niet in
3%
19
2. VERVOER
Tabel 2a Ontwikkeling van het aantal in-en uitstappers op nationaal spoor en regionaal OV
Corridor1
In-/uitstappers
In-/uitstappers
In-/uitstappers
In-/uitstappers
per werkdag 2007
per werkdag 2013
per werkdag 2014
per werkdag 2014
(startjaar Stedenbaan)
(groei2 t.o.v. 2007)
(groei2 t.o.v. 2007)
(groei2 t.o.v. 2013)
207.249
214.662 (+4%)
214.882 (+4%)
214.882 (+0%)
104.371
115.911 (+11%)
120.349 (+15%)
120.349 (+3%)
103.892
100.801 (-1%)
102.632 (-1%)
102.632 (+2%)
116.653
110.507 (-5%)
113.383 (-3%)
113.383 (+3%)
45.293
51.383 (+13%)
47.883 (+6%)
47.883 (-7%)
Nationaal spoor Oude Lijn: Den Haag – Rotterdam – Dordrecht Oude Lijn: Den Haag – Leiden (t/m Hillegom en Sassenheim) Goudse Lijn: Den Haag – Woerden Goudse Lijn: Rotterdam – Woerden Leidse Lijn: Leiden – Alphen – Woerden Regionaal spoor en OV Alphen – Gouda Hoekse Lijn MerwedeLingeLijn: Dordrecht –
9.188
11.584 (+26%)
11.519 (+25%)
11.519 (0%)
39.879
33.126 (-17%)
33.000 (-17%)
33.000 (0%)
45,8 mln
9.949
9.965
9.965 (0%)
232.946
277.278
277.278
216.156
262.449
262.449
nb
nb
reizigerskilometers
4
Geldermalsen OostWestMetro Rotterdam (lijn A,B,C)3 NoordZuidMetro Rotterdam incl RandstadRail t/m Den Haag (lijn D,E) RandstadRail Den Haag – Zoetermeer
Tabel 2a wordt vervolgd op de volgende pagina
20
MONITOR STEDENBAAN 2015
Tabel 2a Ontwikkeling van het aantal in-en uitstappers op nationaal spoor en regionaal OV (vervolg) Corridor1
In-/uitstappers
In-/uitstappers
In-/uitstappers
In-/uitstappers
per werkdag 2007
per werkdag 2013
per werkdag 2014
per werkdag 2014
(startjaar Stedenbaan)
(groei2 t.o.v. 2007)
(groei2 t.o.v. 2007)
(groei2 t.o.v. 2013)
1.999
2.009
2.009 (0%)
R-net bus Noordwijk – Sassenheim – Schiphol Alphen – Schiphol Zoetermeer –
4.378
4.750
4.750 (8%)
12.758
12.776
12.776 (0%)
nb
nb
Leiden – Schiphol Rotterdam – Oude Tonge – Dirksland
Bronnen: cijfers Nationaal Spoor van NS, cijfers Regionaal Spoor van concessieverlener, Provincie Zuid-Holland en MRDH 1 Van stations die op meerdere corridors liggen, zijn alleen de in-en uitstappers meegeteld die in de richting van de corridor reizen. Door in-en uitstappers te meten wordt de vervoerwaarde voor de stations op de corridor zelf goed weergegeven; het doorgaand verkeer wordt niet meegeteld. 2 De cijfers voor 2013 en 2014 zijn gebaseerd op OV-chipkaartgebruik en daardoor behoorlijk nauwkeurig. Voor het startjaar 2007 waren geen OV-chipkaartgegevens beschikbaar en zijn de cijfers minder nauwkeurig. Door deze trendbreuk in meetmethodiek is voorzichtigheid geboden bij het vergelijken van de reizigersaantallen van toen en nu. 3 Door verschillen van interpretatie van reizigersgegevens zijn op het metronet de cijfers tussen 2013 en 2014 niet vergelijkbaar. 4 Tot 2012 werden op de MerwedeLingeLijn reizigerskilometers gemonitord. Vanaf 2013 wordt op basis van OV-chipkaartgegevens het aantal in- en uitstappers gemeten. Daarom is hier geen vergelijking met 2007 mogelijk.
21
2. VERVOER
alle windrichtingen eenzelfde ontwikkeling laten
Analyse Goudse Lijnen: Den Haag – Gouda –
zien. Het aantal in- en uitstappers op Rotterdam
Woerden en Rotterdam – Gouda – Woerden
Centraal bijvoorbeeld daalde in 2014 aanzienlijk
Op zowel de corridor Den Haag – Gouda – Woerden
op de Oude Lijn-corridor, maar steeg juist in de
als Rotterdam – Gouda – Woerden is het afgelopen
richting Gouda – Utrecht.
jaar groei behaald. Deze trad op bij alle stations, met uitzondering van Zoetermeer dat een daling
Analyse Oude Lijn: Den Haag – Dordrecht
vertoonde van ongeveer 300 in-/uitstappers per
Per saldo lijkt er afgelopen jaar geen groei of
dag. Op Zoetermeer Oost nam het aantal in- en
daling in het aantal reizigers op de Oude Lijn
uitstappers echter met ongeveer 300 toe, zodat het
tussen Den Haag en Dordrecht. Echter, de stations
totaal voor de Zoetermeerstations neutraal bleef.
Delft, Rotterdam Blaak en nagenoeg alle Sprin-
In 2014 is de nieuwe rechtstreekse verbinding
terstations laten een significante groei zien, die
vanuit Den Haag via Amsterdam naar Noord-Ne-
volledig teniet wordt gedaan door de daling van het
derland geopend waardoor er een alternatieve
aantal in- en uitstappers op Rotterdam Centraal en
route, zonder overstap, naar het noorden is
Den Haag HS. De geconstateerde groei is mogelijk
ontstaan. De verwachting was dat dit zou leiden
nog steeds het effect van de verbeterde dienstre-
tot minder reizigers op de Goudse Lijn tussen Den
geling die NS in 2011 heeft ingevoerd: Blaak en
Haag en Woerden. Dat het aantal reizigers toch is
Delft kregen meer Intercityverbindingen, en de
gestegen, is daarom extra opvallend.
Sprinterstations een strakke kwartiersdienst die altijd Den Haag Centraal rechtstreeks bereikbaar
Analyse Leidse Lijn: Leiden –
maakt. De daling bij Rotterdam Centraal zal dan
Alphen aan den Rijn – Woerden
ook deels verklaarbaar zijn door het succes van
Het aantal in- en uitstappers op de corridor Leiden
Blaak, en wellicht door de stationswerkzaamhe-
– Alphen aan den Rijn – Woerden is afgelopen jaar
den die in 2014 nog niet afgerond waren. De daling
ruim 5% gedaald. De dienstregeling is echter niet
in het aantal reizigers van Den Haag HS (op deze
veranderd. Mogelijke oorzaken van deze daling zijn
lijn) lijkt maar ten dele te verklaren door het feit
de beperkte ruimtelijke ontwikkelingen langs deze
dat mensen uitwijken naar de stations Den Haag
lijn, het grote aantal verstoringen in de exploitatie
Centraal en Den Haag Laan van NOI.
van deze treindienst (vooral de kwartiersdienst Leiden – Alphen aan den Rijn is bovengemiddeld
Analyse Oude Lijn: Den Haag – Leiden
vaak uitgevallen), en het aanblijvende succes van
Met een groei van bijna 5.000 nieuwe in- en
de autoweg N11.
uitstappers per gemiddelde werkdag in één jaar tijd, is deze corridor een succes te noemen. Alle
Analyse Alphen aan den Rijn – Gouda
stations op deze corridor laten een groei zien.
Het vervoer op de spoorlijn Alphen – Gouda
Behalve door dienstregelingseffecten (sinds 2011
handhaaft zich in 2014 op het niveau van het
is er een verbeterde kwartiersdienst op dit stuk) en
voorgaande jaar. Ook op stationsniveau zijn er
onder meer verbetering van de stationsomgeving
geen significante verschuivingen waar te nemen.
kan deze groei ook komen doordat de A4 die min of
De verwachting is dat er ook het komend jaar niet
meer parallel loopt, minder aantrekkelijk was door
veel zal veranderen. Met ingang van de nieuwe
langdurige werkzaamheden (en snelheidsbeper-
concessie die in 2016 ingaat, zullen de vervoers-
kingen) bij Leiderdorp.
aantallen naar verwachting wel substantieel gaan groeien, met de invoering van een kwartiersdienst.
22
MONITOR STEDENBAAN 2015
Analyse Hoekse Lijn
generatie stadstrams. Daardoor zijn er op grote
Het vervoer op de Hoekse Lijn is stabiel na de
schaal werkzaamheden aan het net in uitvoering
daling van enkele jaren geleden. Vanaf april 2017
en moeten sommige lijnen gedurende enige tijd
wordt de lijn omgebouwd zodat er een metro kan
omgeleid worden. Dit heeft consequenties voor de
rijden. Naar verwachting leidt dit tot een behoor-
omvang van het vervoer, ondanks alle voorlichting
lijke groei van het aantal reizigers, zowel door
aan het publiek.
de hogere frequentie en het extra station (Steendijkpolder) als door de betere mogelijkheden om andere bestemmingen te bereiken in het stedelijk
Vervoergebied concessies provincie Zuid-Holland
gebied van Rotterdam. Daarnaast wordt de lijn in Hoek van Holland verlengd tot aan het strand, wat
Aantal reizigers licht gegroeid
voor het recreatieve verkeer een vooruitgang is.
In 2014 is voor de tweede keer het aantal in- en uitstappers volledig gemeten aan de hand van
2.3 VERVOER REGIONAAL OV: MEER R-NET
OV-chipkaartgegevens. Hierdoor is het mogelijk om de cijfers te vergelijken met 2013, maar zoals
We bekijken in deze paragraaf het regionaal open-
gezegd niet met de jaren daarvoor. In tabel 2a
baar vervoer (trein, metro, tram en bus) dat onder
staan zowel de in- en uitstappers voor de trein (de
de concessies valt van de provincie Zuid-Holland
lijnen Dordrecht – Gorinchem – Geldermalsen en
en de vervoersautoriteit van de Metropoolregio
lijn Gouda – Alphen aan den Rijn) als die voor de
Rotterdam-Den Haag (MRDH), voorheen die van
hoogwaardige busverbindingen die deel uitmaken
de stadsregio’s Rotterdam en Haaglanden. Tot slot
van het Stedenbaannetwerk (R-net).
gaan we in op de ontwikkelingen van de Waterbus,
De reizigersaantallen in 2014 laten op de meeste
die niet tot het Stedenbaannetwerk behoort, maar
buscorridors een kleine groei zien ten opzichte van
wel belangrijker wordt.
2013. Een uitschieter is de corridor Alphen aan den Rijn – Schiphol, die een forse groei door-
Vervoergebied concessie regio Rotterdam
maakt van 8%. De verwachting is dat deze groei voornamelijk komt door de positieve economische
Bij het metrobedrijf van de RET is afgelopen jaar
ontwikkeling van Schiphol.
een stijging van het aantal passagiers gemeten van 1,8%. Dit is te danken aan het succes van lijn
‘Kwaliteitsstempel’ R-net
E, de RandstadRaillijn naar Den Haag Centraal.
In december 2014 is de lijn Zoetermeer – Leiden
De ontwikkeling van de woongebieden rond deze
als eerste R-netlijn van de provincie Zuid-Holland
lijn is hiervoor onder andere de verklaring. Het
in gebruik genomen. De lijn voldoet hiermee aan
trambedrijf van de RET vertoont een groei van 3,2%.
de eisen die gesteld worden aan R-net wat betreft
Het busbedrijf groeit 0,7% in passagiers.
snelheid, frequentie, betrouwbaarheid, comfort en productformule.
Vervoergebied concessie Haaglanden De komende jaren brengt de provincie meer lijnen Het tramvervoer bij HTM, inclusief de Rand-
op R-netniveau. Aan sommige criteria voldoen de
stadRaillijnen naar Zoetermeer, laat een
lijnen al. Zo zijn de frequenties op drie buscor-
reizigersgroei zien van 3%. Het tramnet wordt
ridors al in orde: Alphen aan den Rijn – Schiphol,
op dit moment geschikt gemaakt voor de nieuwe
Leiden Centraal – Leiderdorp en Rotterdam – Oude
23
2. VERVOER
Tabel 2b Klantoordeel concessies provincie 2013-2014 2013
2014
MerwedeLingeLijn
7,5
7,6
Zuid-Holland Noord
7,5
7,6
Hoekse Waard-Goeree Overflakkee
7,4
7,4
Trein Alphen-Gouda
7,2
7,0
Concessie
Tonge; en ook die van de treindienst Dordrecht –
om de nadruk te leggen op de zware tramlijnen.
Gorinchem. Alle treindiensten voldoen al aan de
Buslijnen die slechts een geringe functie hebben,
snelheidseisen.
zijn opgeheven of hebben een andere route gekregen. De gepresenteerde aantallen zijn
De treindienst Alphen aan den Rijn – Gouda gaat
gebaseerd op de gegevens van de OV-chipkaart.
vanaf dienstregeling 2017 ook vaker rijden en
Ze wijken daardoor zoals vermeld af van de eerder
wordt dan omgezet in R-net. Alphen aan den Rijn –
gepubliceerde reizigersomvang (zoals in 2007 bij
Schiphol voldoet dan ook aan alle R-neteisen. Een
de start van Stedenbaan). Die werd toen bepaald
jaar eerder al, vanaf dienstregeling 2016, worden
met elektronische telapparatuur.
twee andere corridors omgezet in R-net: Rotterdam – Dirksland en Leiden – Leiderdorp.
Waterbus
Klantwaardering nagenoeg gelijk
De Waterbus is zoals gezegd geen onderdeel
De klantwaardering voor het busvervoer in de
van het Stedenbaannetwerk, maar zou dat in de
concessies Zuid-Holland Noord en Drechtsteden
toekomst wel kunnen worden. Het belang van
– Alblasserwaard – Vijfheerenlanden is licht
de Waterbus neemt toe. Een deel van de extra
gestegen, terwijl deze in de concessie Hoekse
woningen in de Drechtsteden die buiten bereik van
Waard-Goeree Overflakkee gelijk is gebleven. In al
de Stedenbaanstations en -haltes gepland staan,
deze concessies zijn R-netlijnen in ontwikkeling.
wordt namelijk gebouwd nabij Waterbushaltes.
De waardering voor de MerwedeLingeLijn steeg –
Het routenetwerk van de Waterbus ontwikkelt
net als in 2013 – licht, terwijl die voor de trein-
door. 2014 heeft in het teken gestaan van de
dienst Alphen – Gouda is gedaald. De stijging op
voorbereiding op een sterker aanbod. Begin 2015
de MerwedeLingeLijn kan mede verklaard worden
is het besluit genomen om gedurende twee jaar
uit de ingebruikname van nieuwe stations en de
een spitsdienst toe te voegen tussen Dordrecht en
verhoogde frequentie in 2011. Zie tabel 2b.
Rotterdam. Hiermee bedient de Waterbus vooral doorgaande reizigers in de spits. Buiten de spits
Busconcessies MRDH
doet de dienst ook Kinderdijk aan en bedient die de toeristische markt. De verwachting is dat dit tot
Het vervoer op de regionale busconcessies van de
voldoende extra reizigers leidt.
MRDH (regio’s Rotterdam en Den Haag) is stabiel. Kleine fluctuaties zijn niet ongebruikelijk.
Binnen Rotterdam zijn voorbereidingen getroffen om de lijnen 1 en 2 van de Aqualiner beter te
Het aantal reizigers in stedelijke bussen regio
integreren in het Waterbusnetwerk. In 2015 krijgt
haaglanden daalt met 5%. Dit komt door de keuze
dit daadwerkelijk zijn beslag. Het voordeel van
24
MONITOR STEDENBAAN 2015
deze wijziging is een eenduidige dienstregeling
tunnelproject. De partners van Stedenbaan zetten
gedurende de hele dag. Verder versterkt de exploi-
daarop in om de frequentieverhoging te halen
tant het waterbussysteem zodat het onderdeel kan
in 2022 of kort daarna. ProRail en IenM hebben
zijn van de reis van deur tot deur van de klant.
verder geconstateerd dat er aanvullende maatregelen nodig zijn tussen Schiedam en Rotterdam.
2.4 PROGRAMMA HOOGFREQUENT SPOORVERVOER: UITBREIDINGEN VANAF 2022
Deze worden opgenomen in het Tracébesluit en een aanvulling op het Milieu Effectrapport.
Met het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
De beoogde frequentieverhoging gaat ervan uit dat
(PHS) moet extra ruimte ontstaan op het spoor
de Intercitystatus van Schiedam vervalt. Tussen
voor het groeiende personen- en goederenvervoer.
Delft Zuid en Rotterdam worden de extra treinen
Het gaat daarbij vooral om de vier drukste perso-
afgewikkeld over de bestaande twee sporen (daar
nentrajecten in Nederland (waaronder Den Haag
hoeven de Intercity’s geen Sprinters in te kunnen
– Dordrecht – Eindhoven) en om de Betuweroute
halen). De provincie en MRDH spannen zich in om
waarover meer goederen kunnen worden vervoerd.
nog een variant door te rekenen: de variant waarbij
Twee projecten zijn voor de Zuidelijke Randstad
de sporen die nu nog door de treinen tussen Rot-
vooral van belang: de spoorverdubbeling tussen
terdam en Hoek van Holland gebruikt worden, ook
Rijswijk en Delft Zuid en de spoorboog bij Meteren.
worden benut. Dit is het zogeheten Plan Koman. Deze variant wordt mogelijk doordat de Hoekse
Vier sporen Rijswijk – Delft Zuid:
Lijn in 2018 wordt afgekoppeld van het hoofdspoor
besluit najaar 2015
en op het metronetwerk wordt aangesloten. De
In 2016 neemt het Rijk naar verwachting het
provincie en MRDH hebben dit plan in 2014 namens
Tracébesluit voor een spoorverdubbeling tussen
alle partijen in de Zuidelijke Randstad voorgedra-
Rijswijk en Delft Zuid. De spoortunnel in Delft is in
gen bij het ministerie. De partners in Stedenbaan
februari 2015 in gebruik genomen. In één tunnel-
en het Rijk zijn nu in gesprek om te bezien of er
buis zijn nu twee sporen beschikbaar. Nu wordt het
in het kader van de Lange Termijn Spooragenda
oude treinviaduct gesloopt en de tweede tunnel-
extra financiering vrij kan komen voor deze variant.
buis afgebouwd. De spoortunnel is dan klaar voor
Daarmee kan de robuustheid toenemen (het traject
een hogere treinfrequentie, maar pas na realisatie
wordt minder kwetsbaar) en Schiedam mogelijk
van twee extra sporen tussen Rijswijk en Delft Zuid
zijn IC-status behouden. In 2016 wordt hierover
wordt het mogelijk om met zes Sprinters en acht
besloten.
Intercity’s per uur per richting te rijden. Spoorboog bij Meteren: vanaf 2024 in bedrijf Eind 2014 zijn het Milieu Effectrapport en het
Met de spoorboog bij Meteren kan de Betuweroute
Ontwerp Tracé Besluit voor deze spoorverdubbe-
beter worden benut. Goederentreinen vanuit
ling ter visie gelegd. In de voorbereiding op deze
Rotterdam naar Eindhoven en Venlo kunnen
MER is nauw samengewerkt tussen het ministerie
dankzij deze boog gebruik maken van een deel
van Infrastructuur en Milieu, ProRail, regionale en
van de Betuweroute en rijden dan niet meer door
lokale overheden. Het is van groot belang om in de
Zwijndrecht, Dordrecht, Breda en Tilburg, wat
Spoorzone van Delft na afronding van de tunnel-
gunstig is voor de externe veiligheid. Meer externe
werkzaamheden gelijk door te kunnen bouwen aan
veiligheid is nodig voor ruimtelijke ontwikkelingen
de uitbreiding naar vier sporen; vanuit het lopende
rond het spoor, zoals de bouw van woningen,
2. VERVOER
25
kantoren en voorzieningen nabij stations. In de
regionale OV. Door ons op 2040 te richten kunnen
zomer van 2014 is bepaald wat de kaders zijn van
we buiten de huidige (beleids)afspraken denken.
het project voor de Meterenboog. De spoorboog zal
Om over deze periode uitspraken te kunnen doen
rond 2024 in gebruik worden genomen.
worden toekomstscenario’s opgesteld. Dit helpt bij de keuzes voor de middellange termijn.
2.5 ZUIDELIJKE RANDSTAD KRIJGT PILOT TOEKOMSTBEELD OV 2040
Zuidelijke Randstad is pilot Binnen het Toekomstbeeld OV wordt onderscheid
In de Lange Termijn Spooragenda van het ministe-
gemaakt in vier schaalniveaus: OV in Noord-West
rie van IenM ligt de nadruk op een betere OV-reis
Europa (1), tussen stedelijke regio’s in Neder-
van deur tot deur. Daarvoor moet de hele OV-keten
land en die in buurlanden (2), tussen regio’s in
in samenhang bekeken worden. OV-bureau
Nederland (3) en binnen de stedelijke regio’s (4).
Randstad heeft een eerste aanzet gegeven tot een
Op schaalniveau 4 worden zeven stedelijke regio’s
OV-Netwerk Nederland in de analyses ‘Bediening
onderscheiden. Van deze regio’s zal als pilot het
Spitsreiziger’ en ‘Knooppunten’. Deze hebben
OV Toekomstbeeld worden uitgewerkt voor de
voor de reiziger tot concrete verbeteringen in de
Zuidelijke Randstad. Met de pilot wordt gezocht
OV-keten geleid voor de korte termijn.
naar de opgave voor de Zuidelijke Randstad én naar een werkbaar proces dat toepasbaar is in de
Gezamenlijk beeld ontbreekt nog
andere regio’s.
In de zoektocht naar de verbetermogelijkheden voor het personenvervoer op de korte en middel-
De aftrap hiervan is inmiddels gehouden. Volgens
lange termijn is geconstateerd dat een gezamenlijk
planning is de Pilot Zuidelijke Randstad begin 2016
beeld van het OV voor de toekomst ontbreekt bij
afgerond. Het Bestuurlijk Platform Stedenbaan
de OV-aanbieders in het hele land. Het gaat dan
speelt een belangrijke rol bij de bestuurlijke
vooral om de periode na 2028. Dit beeld is nodig
inbreng in de pilot.
om de richting te bepalen voor de verbeteringen op langere termijn, zeg tot 2040. Maatregelen voor de middellange termijn kunnen dan hieraan getoetst worden. Daarbij is de verwachting dat de ruimte binnen het OV-systeem dat we nu kennen, te beperkt is om de uitdagingen het hoofd te kunnen bieden. Dat is de reden voor alle betrokken partijen (vervoerders, overheidspartijen en andere betrokkenen) om het OV Toekomstbeeld op te stellen. De ambitie is om te komen tot een Netwerk Nederland voor het hele OV-systeem (spoor én onderliggend OV). Hierbij wordt gezocht naar de beste inrichting van het OV-systeem, gegeven de ruimtelijk-economische ontwikkelingen en gegeven de interactie tussen de ‘schaalniveaus’: tussen het internationale, bovennationale, bovenregionale en
26
MONITOR STEDENBAAN 2015
R-NET OP BUSLIJN LEIDEN – ZOETERMEER
R-net, hét keurmerk voor hoogwaardig openbaar
voertuig, meer beenruimte en USB-aansluitingen
vervoer, werd op 15 december 2014 officieel geïn-
om bijvoorbeeld smartphones op te laden.
troduceerd in Zuid-Holland. Buslijn 400 tussen Leiden en Zoetermeer is de eerste lijn die onder
Alle haltes op deze lijn zijn vernieuwd: ze hebben
het R-netkeurmerk rijdt in de provincie. Doel is
duurzaam meubilair, duidelijke en actuele reizi-
om met R-net in de gehele Randstad frequent,
gersinformatie en gebruiksvriendelijke fietsen-
stipt en comfortabel vervoer te bieden.
stallingen gekregen. De haltes zijn toegankelijk,
Reizigers krijgen met R-net meer reiscomfort én
ruim en hebben dezelfde herkenbare rood-grijze
een snelle, betrouwbare verbinding: de R-netbus
kleurkenmerken als de bussen. Bij twee van
heeft voorrang op ander verkeer en er zijn enkele
de nieuwe haltes doet R-net een pilot voor het
infrastructurele maatregelen genomen voor een
opwekken van energie: de daken van de abri’s
betere doorstroming.
zijn voorzien van zonnepanelen. De stroom wordt teruggeven aan het elektriciteitsnet. Daarnaast
De bussen voldoen aan de eisen van R-net. Dat houdt onder meer in dat de bussen zijn voorzien van gratis WiFi, luxe stoelen, wegklapbare arm- en voetsteunen, individueel regelbare klimaatregeling, een laag geluidsniveau in het
zijn er oplaadpunten voor e-bikes.
2. VERVOER
MIJLPALEN
27
HAAGSE TRAMNET AANGEPAST AAN NIEUWE STADSTRAM
2014 stond in Den Haag in het teken van de
5 juli 2014 bij de festiviteiten rond het 150-jarig
aanpassing van het tramnet aan de nieuwe
bestaan van de tram in Den Haag. Koning Willem
stadstram, de Avenio, die breder is en moder-
Alexander onthulde daarbij de nieuwe tram.
ner. Vanaf 2015 wordt geleidelijk het oude materieel vervangen. Diverse lijnen reden een aangepaste dienstregeling of werden vervangen door bussen, om ruimte te maken voor de aannemers. Er werd gewerkt aan de tracés van de lijnen 9, 11, 15 en 17. De nieuwe tram van HTM werd geïntroduceerd op
28
MONITOR STEDENBAAN 2015
2. VERVOER
MIJLPALEN
29
GUNNING TREINDIENST ALPHEN – GOUDA: KWARTIERSDIENST VANAF 2016 De treinconcessie Alphen aan den Rijn – Gouda is in april 2014 voor vijftien jaar gegund aan NS. De concessie gaat in vanaf december 2016. De huidige halfuursdienst wordt op werkdagen tot 19:00 uur dan een kwartiersdienst; een stijging van het aantal ritten tussen Alphen en Gouda met 55%. NS heeft hiervoor zes nieuwe, zeer stille en comfortabele treinen besteld van het type Flirt van de Zwitserse fabrikant Stadler. Deze treinen beschikken over onder andere een gelijkvloerse instap, een rolstoeltoegankelijk toilet, gratis WiFi, stopcontacten, USB-aansluitingen en draadloos opladen van smartphones. Bovendien zijn de treinen – anders dan op het meeste andere regionaal spoor – voorzien van een eersteklascompartiment. De treinverbinding is de eerste die deel gaat uitmaken van R-net. De treinen worden uitgevoerd in de bekende grijs-rode R-nethuisstijl.
30
MONITOR STEDENBAAN 2015
31
3. KETENMOBILITEIT Een OV-rit is vaak onderdeel van een keten van herkomst naar bestemming: je gaat met de fiets of auto naar het station, neemt daar de trein, en gaat daarna nog een paar haltes met bus of tram. Goede overstappunten zijn daarvoor van groot belang, met voldoende parkeerplaatsen voor fiets en auto. Op deze – vooral lokale – maatregelen gaat dit hoofdstuk in. Ook is winst te behalen met goede aansluitingen en zo min mogelijk knelpunten in die keten. Daarover meer in de Uitvoeringsagenda Ketenmobiliteit (zie de laatste paragraaf). Hierin steunen de Stedenbaanpartners elkaars initiatieven voor beter voor- en natransport. 3.1 EXTRA FIETSENSTALLINGEN
meer fiets- en ketenvoorzieningen. In de volgende monitor zijn daar de eerste resultaten van
De fiets is sterk in opkomst de afgelopen jaren:
beschikbaar.
het aandeel treinreizigers dat de fiets als voortransport heeft, is inmiddels gestegen naar 47%.
In deze monitor 2015 staan alleen de hoofdlijnen.
Het gebruik van de fiets heeft ervoor gezorgd
Zo heeft MRDH dit voorjaar een eerste uitvoe-
dat de zogeheten ‘invloedssfeer’ van het station
ringsprogramma opgesteld inclusief investeringen
groter is: bewoners in 3 kilometer rond het
in fietsenstallingen en P+R voorzieningen. Ook
station maken er gebruik van (terwijl de Monitor
is begonnen met een gezamenlijk MRDH-beleid
Stedenbaan de voorzieningen binnen 1200 meter
op het gebied van ketenmobiliteit. Eind 2015
rond een station meet). In het natransport is
worden de contouren daarvan opgenomen in de
de fiets echter minder gangbaar. Zijn er veel
MRDH-beleidsplannen.
fietsenstallingen bijgekomen in de verschillende regio’s en hoe is de bezettingsgraad? Zie tabel 3.
Uiteraard is de uitvoering van bestaande plannen van de oude stadsregio’s gewoon doorgegaan.
MRDH
In beide regio’s zijn het afgelopen jaar extra fietsenstallingen geplaatst bij de HOV-knooppun-
Sinds 1 januari 2015 zijn de activiteiten op het
ten. Ook is er meer ruimte beschikbaar gekomen
gebied van ketenmobiliteit van het voormalige
door weesfietsen te verwijderen. Acties die al
Stadsgewest Haaglanden en de Stadsregio
liepen:
Rotterdam ondergebracht in de nieuwe Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den
→→ Op de treinstations is het Actieplan Fiets-
Haag (MRDH). Door de intensieve voorbereidin-
parkeren een belangrijke motor voor de
gen voor deze nieuwe organisatie in 2014 en de
uitbreiding van stallingscapaciteit. Tot 2020
implementatie in 2015 zijn er dit keer minder
investeert het Rijk (via ProRail) landelijk 186
monitorgegevens verzameld en geanalyseerd.
miljoen euro in de uitbreiding van fietsen-
De nieuwe MRDH is van plan een integraal
stallingen om de capaciteit voor 2020 op
monitoringsprogramma op te zetten van onder
orde te brengen.
32
MONITOR STEDENBAAN 2015
→→ In de regio Rotterdam zijn in het kader van het
zijn niet meegenomen in de telling. Wanneer één
programma Fiets in de Keten sinds 2007 al
van de tijdelijke zones zou komen te vervallen, kan
meer dan 15.000 extra fietsparkeerplaatsen
opnieuw een capaciteitsprobleem ontstaan.
gerealiseerd. In 2014 werd de nieuwe fietsenstalling bij Rotterdam Centraal geopend die
Er is geen onderscheid gemaakt in de bezet-
plaats biedt aan 5.000 (brom)fietsen.
tingsgraad aan de centrumzijde van het station
→→ Bij station Blaak wordt momenteel gewerkt aan een nieuwe stalling met zo’n 800 plekken. →→ In de regio Haaglanden zijn uitbreidingen van fietsvoorzieningen in voorbereiding bij Den
en die aan de Krispijnzijde van het station. Uit de onderliggende tellingen blijkt dat vooral aan de Krispijnzijde een fors tekort is aan fietsparkeervoorzieningen, ondanks de bijgeplaatste rekken.
Haag CS, Hollands Spoor, Delft en Laan van NOI. Ook worden hier en daar al weer voorbe-
Dordrecht Zuid
reidingen getroffen voor nieuwe uitbreidingen.
De fietsenstallingen bij Dordrecht Zuid worden
→→ De planvorming voor nieuwe fietsenstallingen
goed gebruikt. Momenteel verricht NS een studie
bij HOV-halte Leidschendam-Voorburg is
naar het station. Eventuele uitbreiding van fiets-
nagenoeg afgerond en ook voor HOV-halte
parkeervoorzieningen moet bij die stationsplannen
Voorburg ’t Loo worden extra fietsenstallingen
worden betrokken.
gerealiseerd. Sliedrecht Een belangrijk project in de metropoolregio is
Op station Sliedrecht valt op dat fietsers veel beter
de ombouw van de Hoekse Lijn van spoor- tot
van de fietsenrekken gebruik zijn gaan maken dan
metrolijn. De planvorming is inmiddels gestart.
vorig jaar. Mogelijk komt dit door handhavingsac-
Dat daarbij voldoende ketenvoorzieningen komen,
ties. Ook op station Sliedrecht Baanhoek is een
staat hoog op de agenda.
duidelijke stijgende lijn zichtbaar in het gebruik van de fietsenstallingen. Dit is waarschijnlijk het
Drechtsteden
gevolg van de woningen die in Baanhoek-West zijn opgeleverd, en ook van handhavingsacties.
Dordrecht Voor station Dordrecht is de bezettingsgraad van
Midden-Holland
de fietsenstallingen iets gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar. De oorzaak hiervan kan zijn
De afgenomen bezettingspercentages in
dat de metingen in 2015 op een ander moment zijn
Bodegraven zijn mede een gevolg van de recent
uitgevoerd. De bezettingsgraad was nu ongeveer
gerealiseerde forse uitbreiding van de capaciteit.
gelijk aan die van 2013. Een andere oorzaak kan
Gouda en Nieuwerkerk aan den IJssel laten, met
zijn dat meer fietsers gebruik zijn gaan maken van
een gelijkgebleven aantal plaatsen, een stabiele
de tijdelijke fietsparkeerzones op het station. Deze
bezettingsgraad zien terwijl deze in Waddinxveen
zones zijn speciaal aangelegd, zodat er voldoende
iets is gedaald. Wel is in Gouda sprake van een
capaciteit aanwezig is om te kunnen handhaven op
groot verschil tussen beide zijden van het station.
parkeren buiten de rekken en zones (‘wildparke-
Aan de zuidzijde zijn er plaatsen tekort.
ren’). De locatie van de zones is voor veel fietsers aantrekkelijker dan de locatie van de huidige stationsstalling. De tijdelijke fietsparkeerzones
3. KETENMOBILITEIT
Holland Rijnland
33
voorzieningen voor winkels die naast het station liggen, ook worden gebruikt als P+R-plaatsen.
Fietsvoorzieningen zijn in de regio op orde. De
In Dordrecht Zuid kan het parkeerterrein bij het
hoogste bezetting heeft Voorschoten en hier zijn
muziekcentrum gebruikt worden door treinreizi-
vergevorderde plannen voor uitbreiding. Sassen-
gers. Er zijn daarmee voldoende parkeerplaatsen
heim heeft net uitgebreid maar ziet zo’n groei dat
bij het station.
op termijn wéér nieuwe stallingen mogelijk kunnen zijn. Op Leiden CS zijn de fietsenstallingen deel van
Sliedrecht
een grote herontwikkeling van het stationsgebied.
Het P+R-terrein bij station Sliedrecht wordt inten-
Daarbij zal het aantal stallingen flink toenemen.
sief gebruikt. De bezettingsgraad bij Sliedrecht Baanhoek toont een stijgende lijn van 50% naar
3.2 MEER P+R-PLAATSEN
bijna 70%. Deze toename zal te maken hebben met de ontwikkeling van de wijk en het bekender
Steeds meer reizigers parkeren hun auto op
worden van het station.
P+R-terreinen, blijkt uit tellingen. Daarom hebben de Stedenbaanpartners afgesproken de capaciteit
Midden-Holland
voor Park and Ride te verhogen. Wat gebeurt er in de verschillende regio’s? Zie tabel 3.
P+R Bodegraven kent een zeer hoge bezettingsgraad, mede door de gratis parkeerplaatsen.
MRDH
Mensen die in de buurt van het station moeten zijn, parkeren hier ook. Bij de overige stations is
De P+R-terreinen zijn nog steeds succesvol. De
voldoende ruimte beschikbaar. Bij Gouda Centraal
vraag naar P+R blijft onverminderd hoog. Op
is, nu de stationsgarage gereed is, het aanbod heel
een aantal plaatsen is ervaring opgedaan met
ruim. Er wordt nog niet op grote schaal gebruik
reguleringssystemen voor bepaalde doelgroepen:
van gemaakt.
bijvoorbeeld dat automobilisten die doorreizen met het OV, gratis parkeren, en mensen die alleen
Holland Rijnland
parkeren wel een tarief betalen. MRDH gaat die ervaringen gebruiken voor beleid om ook andere
De P+R-locaties met de hoogste bezettingsgraad
terreinen efficiënter te benutten.
zijn Hillegom, Voorschoten en Sassenheim. Hiervan heeft alleen Hillegom nog geen concrete
Drechtsteden
plannen voor uitbreiding. Bij station Sassenheim ontbreekt het aan een verwijzing naar de P+R
Dordrecht Het P+R-terrein ligt aan de zuidkant van het station. Dit terrein wordt niet goed gebruikt, omdat auto’s in de wijk gratis kunnen parkeren. De wijk ervaart daar overlast van. Dordrecht Stadspolders en Dordrecht Zuid Beide stations zijn geen officiële P+R-locaties. Op Dordrecht Stadspolders kunnen de parkeer-
vanaf de A44.
34
MONITOR STEDENBAAN 2015
Tabel 3 Bezettingsgraad (in %) van fietsenstallingen en P+R-plaatsen op stations (april 2015)
Fietsenstalling1
P+R
Bodegraven
60
98
Boskoop
57
Gouda
85
40
Gouda Goverwelle
73
76
Nieuwerkerk aan den Ijsel
52
77
Waddinxveen
53
Waddinxveen Noord
50
55
Alphen aan den Rijn
54
20
De Vink
67
78
Hillegom
63
98
Leiden Centraal
89
Leiden Lammenschans
89
Sassenheim
80
101
Voorhout
72
85
Voorschoten
99
96
100
69
Transferium ‘t Schouw Arkel
67
Dordrecht
79
Dordrecht Stadspolder
70
Dordrecht Zuid
90
35
Gorinchem
83
10
9
11
Boven Hardinxveld
72
92
Hardinxveld-Giesendam
40
71
Leerdam
40
97
Sliedrecht
67
88
Sliedrecht Baanhoek
91
67
Zwijndrecht
73
51
Hardinxveld Blauwe Zoom
1
In blauw aangegeven staan de stations waar de capaciteit vorig jaar is uitgebreid
55
3. KETENMOBILITEIT
35
3.3 EERSTE UITVOERINGSAGENDA KETEN-
we dit vastleggen in de Uitvoeringsagenda
MOBILITEIT IN AANTOCHT
Ketenmobiliteit, voorkomen we dat we daar toch weer regelmatig tijd en energie insteken.
De ketenvoorzieningen (in de ruime zin van het woord) hebben een grote invloed op reizigers-
→→ In 2018 zijn er weer gemeenteraadsverkie-
groei. Sinds de start van Stedenbaan in 2006
zingen. Op dat moment worden prioriteiten
is er veel kennis vergaard over ketenmobiliteit
gesteld voor de volgende vier jaar. De
en de kwaliteit van de omgeving bij stations en
Uitvoeringsagenda Ketenmobiliteit kan
ander OV-knooppunten. De kennis heeft zijn weg
behulpzaam zijn voor verkiezingsprogram-
gevonden naar provinciale, regionale en lokale
ma’s en collegevorming.
beleidsstukken. Waar het nu op aankomt is het
→→ De Uitvoeringagenda Ketenmobiliteit geeft
concreet oplossen van knelpunten en uitvoeren
naar verwachting meer inzicht in welk
van ideeën. We constateren dat er in de Zuidelijke
soort ketenproblemen aan de orde is in de
Randstad geen totaaloverzicht is van bekende
Zuidelijke Randstad. Per project benoemen
knelpunten in de ketenmobiliteit. In 2014 is
van de verantwoordelijken voorkomt dat
daarom gestart met een inventarisatie: wat is het
iedereen op elkaar zit te wachten om iets
knelpunt, welke oplossingen zijn mogelijk, is er financiering beschikbaar, wat is de projectstatus,
te doen. →→ Door de uitvoeringsagenda te koppelen aan
wie is/zijn de verantwoordelijke partij(en)?
het monitoren van de uitvoering, ontstaat inzicht in ‘wat waar gebeurt’ in de Zuidelijke
Wat is de toegevoegde waarde van zo’n knelpun-
Randstad en ook bij welke partijen ‘de
tenlijst? Het idee is dat het een uitvoeringsagenda is. Dat heeft de volgende voordelen:
energie zit’. Najaar 2015 is de eerste versie van de Uitvoerings-
→→ Geld is schaars. Er zullen nog lang meer knelpunten en plannen zijn dan er financiële middelen beschikbaar zijn. Om af te wegen welke projecten het meest urgent zijn, kan een gemeente of regionale overheid voor de geïnventariseerde knelpunten een prognose opstellen van de reizigersgroei op grond van de voorgestelde plannen en maatregelen. Zo kan de Uitvoeringsagenda Ketenmobiliteit een hulpmiddel zijn bij de toewijzing van bijvoorbeeld subsidiegelden en bij keuzes binnen gemeentelijke begrotingen. →→ Het is ook mogelijk dat er knelpunten naar boven komen waarvan de oplossing zo kostbaar is, al of niet in verhouding tot de verwachte reizigersgroei, dat wordt besloten het knelpunt niet aan te pakken. Als
agenda Ketenmobiliteit gereed.
36
MONITOR STEDENBAAN 2015
BUSPLATFORM DEN HAAG CENTRAAL WORDT VERNIEUWD
In 2015 is gestart met de voorbereiding van een
Het dynamisch reizigersinformatiesysteem
nieuw busplatform op Centraal Station. De nieuwe
informeert de reiziger (instappers, overstappers)
inrichting wordt overzichtelijker en de looproutes
over lijnnummer, richting en vertrektijden. Ook
worden korter. Met het nieuwe busplatform
krijgt het busplatform een nieuwe overkapping,
wordt het OV-knooppunt Den Haag Centraal een
die ontworpen is door architectenbureau Benthem
comfortabeler overstaplocatie.
Crouwel dat ook de OV-terminal van Den Haag
De planning is dat het busplatform eind 2017
Centraal heeft ontworpen.
klaar is. Verder wordt het busplatform zo ingericht dat Het nieuwe busplatform krijgt tien instapperrons.
busreizigers zo veel mogelijk afgeschermd zijn
Deze liggen tegenover de nieuwe wachtruimte
tegen wind en regen en komt er een vernieuwd
voor busreizigers die in de OV-terminal komt.
‘paviljoen’ met voorzieningen voor touringcarrei-
Reizigers kunnen de bussen goed overzien vanuit
zigers en buschauffeurs.
de wachtruimte en de loopafstanden tussen die wachtruimte en de perrons worden korter.
3. KETENMOBILITEIT
MIJLPALEN
SNELLER EN VEILIGER FIETSEN NAAR STATION SASSENHEIM
OPHEFFEN FIETSKNELPUNT VAN BAERLEPLANTSOEN: STATION DORDRECHT BETER BEREIKBAAR
Op 12 maart 2015 werd station Sassenheim beter
Op ongeveer 500 meter van de zuidelijke
bereikbaar voor de fiets. De Wasbeeklaan in
toegang van station Dordrecht lig de kruising
Warmond is een fietsstraat geworden, en langs
Krispijnseweg/Van Baerleplantsoen. Deze
de Zandsloot in Sassenheim is een nieuw fietspad
kruising is een knelpunt voor fietsers. Door de
onder de A44 aangelegd. Een fraaie muurschil-
(niet meer noodzakelijke) verkeerslichten weg te
dering vergroot de sociale veiligheid in de tunnel
halen vervalt dit knelpunt. Fietsers zijn hierdoor
onder de snelweg. Verder is de fietsenstalling bij
sneller op het station.
het station uitgebreid met 214 fietsplaatsen en 44 scooterplaatsen. Dit was nodig omdat de stalling al massaal werd gebruikt. De projecten zijn mogelijk gemaakt door de provincie Zuid-Holland, de gemeente Teylingen en ProRail.
37
38
MONITOR STEDENBAAN 2015
3. KETENMOBILITEIT
MIJLPALEN
39
NIEUWE MEGAFIETSENSTALLING BIJ DEN HAAG CENTRAAL IN 2016 Onder het Koningin Juliana-plein voor Den Haag Centraal komt een nieuwe megafietsenstalling met plaats voor bijna 10.000 fietsen. De ambitie is om een fietsenstalling te maken die gebruiksvriendelijk, comfortabel en modern is en lang meegaat. De stalling krijgt één bouwlaag met tweelaags fietsenrekken. De hoofdentree van de stalling ligt aan de Bezuidenhoutseweg. De ondergrondse stalling voorziet in de behoefte aan meer fietsparkeerplekken bij het station. Medio 2015 werd al een nieuwe fietsenstalling voor 1.200 fietsen geopend aan de westkant van het station. De aanleg van de ondergrondse fietsenstalling maakt deel uit van het levendiger en groener maken van het ‘KJ-plein’. Dagelijks komen meer dan 200.000 reizigers over dit plein, waarmee het een belangrijke entree is tot de stad.
40
MONITOR STEDENBAAN 2015
Drechtsteden
Midden-Holland 41 Stadsge Haaglan
Holland Rijnland
100% 90%
4. KWALITEIT VAN DE STATIONSOMGEVING 80%
13 20
12 20
14 20
13 20
12
14
20
20
13 20
12 20
14 20
13 20
20
12
70% Een hogere kwaliteit van de stationsomgeving draagt bij aan meer ge60% prettiger in het gebied te verblijbruik van het OV. Bovendien wordt het ven. De sociale veiligheid is al sterk 50% verbeterd door de Beheerconvenanten (inclusief Beeldmethodiek) en Lokale veiligheidsarrangementen. 40% Deze zijn nu vrijwel overal gesloten. 30% Nu gaat het erom partijen te verbinden om samen de stationsomgeving te ontwikkelen, bijvoorbeeld via 20% Alliantiegesprekken. Op deze vier instrumenten gaat dit hoofdstuk in. 10% Conclusie: gemeenten hebben een belangrijke rol om de samenwerking 0% te blijven ondersteunen.
De aanwezigheid van gemengde voorzieningen
ondersteunen. Eén of meer partijen moeten die
(winkels, kantoren, woningen) maakt de stations-
rol op zich nemen; in veel gevallen zal dit de
omgeving leefbaarder, verhoogt de economische
Binnen HOV, zijn. Overige Overige toevo gemeente Alstoevoegingen gemeenten dit niet Buiten doen,HOV, bloedt
activiteit en trekt extra reizigers aan. Gemeenten,
een aantal initiatieven weer dood.
Binnen HOV, Nieuwbouw
Buiten HOV, Nieuwbouw
NS en de stads- en streekvervoerders organiseren de aspecten schoon-heel-veilig in de combinatie
Alliantiegesprekken zijn in 2013 en 2014 gehouden
van Beheerconvenanten met Lokale veilig-
bij de stations Gouda, Delft Zuid en Den Haag
heidsarrangementen. In het kader van sociale veiligheid monitort Stedenbaan output (aantallen
Figuur 4 Klantwenspiramide
convenanten en arrangementen) en geen outcome (toename van de veiligheid). Daarnaast hanteert NS een klanttevredenheidsmonitor voor de reis en een belevingsmonitor op stationsniveau. Deze laatste is zeer uitgebreid en fungeert als een
Beleving
intern stuurmiddel voor de inzet van mensen en middelen. NS en gemeente bespreken de relevante gegevens hieruit over de kwaliteit van station en
Comfort
stationsomgeving. Zie figuur 4. Gemak
4.1 ALLIANTIEGESPREKKEN MOETEN BETER OPGEVOLGD
Snelheid
Met Alliantiegesprekken alleen wordt de stationsomgeving niet aantrekkelijker. Ze zijn een middel om partijen bij elkaar te brengen en elkaar te inspireren. Na de Alliantiegesprekken moeten partijen zelf de ontwikkelde ideeën uitwerken. Dat gaat niet vanzelf, leert de ervaring. Het is noodzaak het samenwerkingsproces te blijven
Sociale veiligheid & Betrouwbaarheid
Sociale veiligheid en betrouwbaarheid zijn de meest fundamentele bouwstenen van reizigerstevredenheid. Als deze basis niet op orde is, mijden reizigers het OV. Bron: M. van Hagen
42
MONITOR STEDENBAAN 2015
Laan van NOI. In 2015 zijn Alliantiegesprekken
den. Verder wordt in Delft Zuid gewerkt aan het
gestart bij de stations Dordrecht, Alphen aan den
project ‘Station van de Toekomst’. Bedoeling is
Rijn, Rijswijk, Rotterdam Alexander en Schiedam
er een ‘living lab’ te creëren zodat onderzoekers
Centrum. Hierna lopen we ze langs.
van de TU (en anderen die onderzoek willen doen naar stations of spoor) snel een onderzoekslocatie
Drie lopende initiatieven
beschikbaar hebben. TU, NS, ProRail, gemeente en andere betrokkenen werken nu uit hoe zo’n
Gouda
‘living lab’ eruit kan zien zonder de exploitatie of
Sinds de Alliantiegesprekken is in Gouda veel
de veiligheid te verstoren, en welke onderzoeks-
gebeurd. Van alle afspraken wordt nu nog concreet
vragen er liggen.
gewerkt aan de verbetering van het stationsgebied aan de centrumzijde. Het opknappen van het
Vijf nieuwe initiatieven
(bus)station en verbetering van het fietsparkeren maken deel uit van deze plannen. Aan de noord
Dordrecht
zijde is de ingang van het station verbeterd met de
Het eerste Alliantiegesprek in Dordrecht heeft
al eerder geplande luifel en (winkel)voorzieningen.
zes kwesties opgeleverd om aan te werken. Het
Nieuwe kantoorontwikkelingen hangen af van de
meeste enthousiasme is er voor de aanpak van
marktomstandigheden, en zijn er beperkt in de
de Krispijnzijde van het station. In enkele ontwer-
spoorzone aan de noordkant. De spoortunnel is
pateliers is een paar integrale ontwerpvarianten
inmiddels gerenoveerd.
gemaakt. Hierin is ook gekeken naar de verbinding voor het langzaam vervoer (voetgangers en
Den Haag Laan van NOI
fietsers) tussen de centrum- en de Krispijnzijde.
De gemeente Den Haag en Rijksvastgoedbedrijf
Ook aan de andere vijf kwesties wordt gewerkt.
werken sinds 2014 samen aan de herontwikkeling van het stationsgebied: het pand van het
Alphen aan den Rijn
voormalige ministerie van Sociale Zaken en
Vijf kwesties werden hier na het eerste
Werkgelegenheid krijgt een andere bestemming
Alliantiegesprek gedefinieerd. Op dit moment
en tegelijk wordt de buitenruimte, waaronder
heeft de verbinding met het centrum de meeste
het stationsplein, heringericht. Dit project vergt
aandacht. In Alphen is veel energie bij de
een lange adem. Binnen de gemeente Den Haag
ondernemersvereniging.
heeft het Alliantiegesprek er mede toe geleid dat stationsomgevingen expliciet bij één wethouder
Rijswijk
zijn belegd. Helaas is de gemeente Leidschendam/
Na het eerste Alliantiegesprek bleven vijf acties
Voorburg nog niet zo betrokken bij de ontwikkeling
over om uit te werken: Veiligheidsverbetering
van het hele gebied.
stationshal, Bewegwijzeringsplan, Zomeratelier Stationsplein, Tijdelijk zomerexperiment, en Brede
Delft Zuid
schouw over station en plein. De zomeractiviteiten
De aantrekkelijke routes die Delft gepland heeft
zijn in 2015 niet meer gelukt. De snelheid van
van het station naar de universiteit, hangen af
handelen in dit proces is niet voor elke partij bij te
van twee nieuwe bruggen. Die bruggen kunnen
houden. Het is oppassen dat door de vertraging
nog niet aangelegd worden omdat daardoor het
het enthousiasme niet inzakt.
scheepvaartverkeer te veel hinder zou ondervin-
4. KWALITEIT VAN DE STATIONSOMGEVING
43
Rotterdam Alexander
een andere aard. Hier hebben de partijen contract-
Bij Rotterdam Alexander zijn maar liefst zeven
afspraken gemaakt met een financiële component:
acties geformuleerd. Voornaamste kwestie was
NS, ProRail, lokale overheid en RET resp. HTM.
de uitstraling van het gebied. Daarom wordt veel
Deze Beheerconvenanten zijn geen onderdeel van
aandacht geschonken aan placemaking: een mix
de Stedenbaanafspraken.
van citymarketing, evenementen en dergelijke om de locatie op de kaart te krijgen. De culturele
De operationele samenwerking tussen gemeente
sector (denk aan de Stichting Hart voor Alexander)
en NS, gestructureerd in Beheerconvenanten,
neemt hier ook deel aan de gesprekken.
blijkt inmiddels onderdeel te zijn geworden van de ‘routine’ van het hebben van een station in
Schiedam
een gemeente. Soms valt er door personele
Op station Schiedam moet nog gestart worden met
wisselingen tijdelijk een gat, maar het Beheercon-
de Alliantiegesprekken.
venant voorziet in de mogelijkheid om problemen bestuurlijk aan te kaarten en daar wordt dan
De wens bestaat om ook in 2016 verder te gaan
gebruik van gemaakt.
met Alliantiegesprekken. Er gaat dan meer aandacht naar maatwerk en naar de organisatie
Initiatief voor sociale veiligheid bij gemeenten
ná de gesprekken. De ontwikkelde systematiek
Conform de Stedenbaanovereenkomst Sociale
wordt gedeeld en kan door anderen probleemloos
veiligheid ligt de verantwoordelijkheid voor het
worden gebruikt om zelf Alliantiegesprekken op te
afsluiten van een Beheerconvenant bij de gemeen-
zetten.
ten. In de tijd van de overeenkomst had het aspect ‘beheer’ nog weinig status en daarmee weinig
4.2 BEHEERCONVENANTEN IN BIJNA ALLE GEMEENTEN
belangstelling van de meeste colleges en gemeenteraden. Inmiddels is die situatie in positieve zin gewijzigd en leeft het besef dat het station een
Nog enkele gemeenten geen convenant met NS
toegangspoort tot de stad is. En dat veiligheidsbe-
December 2007 is de Stedenbaanovereenkomst
leving een belangrijke factor is bij de keuze om wel
Sociale veiligheid gesloten. In de daaropvolgende
of niet met het openbaar vervoer te reizen.
zes jaar zijn met de meeste gemeenten Beheerconvenanten gesloten om aan die veiligheid te
NS heeft de afgelopen jaren het initiatief genomen
werken. Met vier gemeenten is dit niet gelukt:
om de Beheerconvenanten op de gemeentelijke
Capelle aan den IJssel, Bodegraven, Hardinxveld
agenda’s te krijgen en ze te sluiten. Daarvoor heeft
en Giessenlanden. Verder is voor het station
NS externe ondersteuning ingehuurd tot 1 januari
Boskoop gewacht op de fusie met Alphen aan
2014. Het initiatief ligt vanaf dat moment weer bij
den Rijn, zodat er in 2014 alleen enkele werk-
de genoemde gemeenten die nog niet voorzien zijn
plannen toegevoegd hoefden te worden aan
van een Beheerconvenant.
het Alphense Beheerconvenant. Waddinxveen wachtte op de concessie Gouda – Alphen. Die is inmiddels verleend. Bij de twee OV-terminals Rotterdam Centraal en Den Haag Centraal zijn de Beheerconvenanten van
44
MONITOR STEDENBAAN 2015
4.3 BEELDMETHODIEK: PILOT LANGS MERWEDELINGELIJN
4.4 LOKALE VEILIGHEIDSARRANGEMENTEN GESLOTEN
In aanvulling op de Beheerconvenanten heeft
Het Lokaal veiligheidsarrangement regelt het
CROW in 2014 in opdracht van Stedenbaan een
aspect ‘veilig’ van schoon-heel-veilig. Alleen al de
beeldenboek ontwikkeld om reizigersbeleving
voorbereiding van het arrangement leidt tot een
meetbaar te maken en concrete verbeteringen
dialoog over veiligheid tussen publieke (gemeen-
door te kunnen voeren. Dit beeldenboek is geënt
ten, justitie, politie) en private partijen (vervoer-
op de CROW-beeldmeetlattenmethodiek, die de
ders). De laatste jaren staat daarbij het onderwerp
meeste gemeenten gebruiken om beheernormen
cameratoezicht steeds vaker op de agenda. Het
aan te geven en te controleren.
Lokaal veiligheidsarrangement richt zich specifiek op veiligheid en onderscheidt zich hiermee van het
Pilot langs MerwedeLingeLijn
Beheerconvenant, dat veel breder is.
Begin 2014 is het platform MerwedeLingeLijn gestart met een pilot om het beeldenboek toe
In 2014 is een Lokaal veiligheidsarrangement voor
te passen voor de stations langs deze spoorlijn.
station Hillegom gesloten. Politie en vervoerders
De methodiek is bedoeld om een integraal beeld
stellen verder veiligheidsrapportages op per
te krijgen van de stationsomgeving, met alle
gemeente. Deze zijn bedoeld voor bespreking per
aspecten zoals sociale veiligheid, kwaliteit van
gemeente, of met een samenwerkingsverband van
fietsenstallingen, groen en het comfort van wacht-
gemeenten langs een lijn (zoals de Hoekse Lijn of
gelegenheden. Hiermee krijgen beheerders en
de MerwedeLingeLijn).
beleidsmedewerkers handvatten om verbeteringen door te voeren. Voordeel is dat de methodiek mede opgesteld is vanuit de reiziger. Hierdoor wordt minder technisch gekeken dan bij andere methoden. Knelpunten die worden gesignaleerd, zijn hierdoor direct relevant voor de beleving en het comfort van de reiziger. Met de resultaten van de geslaagde pilot langs de MerwedeLingeLijn is een methodiek ontstaan, een standaard, die vaker kan worden toegepast op andere OV-locaties in de Zuidvleugel. Momenteel wordt gezocht naar knooppunten in het Stedenbaannetwerk waar ketengesprekken kunnen worden gehouden volgens de ontwikkelde Beeldmethodiek. Daarmee kan ook de Uitvoeringsagenda Ketenmobiliteit verder worden aangevuld. Zie paragraaf 3.3. In deze ketengesprekken bepalen betrokken partijen succesvolle ketenmobiliteitsmaatregelen op een specifiek station of een specifieke halte.
4. KWALITEIT VAN DE STATIONSOMGEVING
MIJLPALEN
STATIONSHAL ZWIJNDRECHT OPGEKNAPT
NIEUW ROTTERDAM CENTRAAL GEOPEND DOOR DE KONING
Op 12 december 2014 is de opgeknapte hal van
Koning opende nieuwe Rotterdam Centraal
station Zwijndrecht feestelijk geopend. Waar
Koning Willem Alexander heeft op 13 maart 2014
de stationshal eerst nog verdeeld was in kleine
het nieuwe Rotterdam Centraal geopend, als
ruimten, is het nu een ruime lichte lobbyachtige
eerste in een reeks van grote stations die ProRail
hal waar reizigers beschut kunnen wachten op
vernieuwt.
45
trein en bus. De hal is voorzien van een natuurstenen vloer, tafeltjes en comfortabele banken.
Het station, resultaat van intensieve samenwer-
De plafonds, de wanden en de verlichting zijn in
king tussen ProRail, NS en de gemeente Rotter-
oude luister hersteld. Ook heeft de gemeente de
dam, was nodig om de voorspelde verdrievoudiging
stationsomgeving opgeknapt. Eerder in 2014 is de
van het aantal reizigers aan te kunnen. De bouw
fietsenstalling bij het station al uitgebreid.
duurde negen jaar en is volgens planning verlopen. Meest opvallende onderdeel is het forse, spiegelende puntdak van roestvrij staal dat richting het centrum wijst. De glasgevel van de stationshal biedt direct uitzicht op de stad. Ook het dak boven de sporen is van glas en bevat zonnepanelen. De nieuwe reizigerspassage is bijna 50 meter breed. De karakteristieke letters en klok keerden op de nieuwe gevel terug. Het nieuwe station won veel prijzen, waaronder het Beste Gebouw van 2014, een NRP Gulden Feniks, de Nationale Staalprijs en de vakjuryprijs van de Rotterdam Architectuurprijs 2014.
46
MONITOR STEDENBAAN 2015
4. KWALITEIT VAN DE STATIONSOMGEVING
MIJLPALEN
47
NIEUW STATION DELFT, SPOORVIADUCT GESLOOPT Op 9 april 2015 werd het nieuwe station Delft officieel geopend, en de nieuwe spoortunnel gedoopt tot ‘Willem van Oranjetunnel’. Een ruime maand eerder al, op 28 februari 2015, reed in alle vroegte de eerste reizigerstrein door de Delftse spoortunnel. Veel Stedenbaanpartners waren erbij. De 2300 meter lange spoortunnel en het nieuwe ondergrondse station maken het mogelijk het Delftse spoorviaduct uit 1964 te slopen en de openbare ruimte opnieuw in te richten. Het nieuwe station kent meer voorzieningen dan het oude: ook liften, roltrappen, een ondergrondse fietsenstalling en winkels staan nu ten dienste van de reiziger. ProRail realiseerde station en tunnel in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Combinatie CrommeLijn (CCL) startte in 2009 met de werkzaamheden. Het nieuwe station maakt deel uit van het project Spoorzone Delft, dat verder ook de bouw van een parkeergarage omvat en het nieuwe stadskantoor voor de gemeente. De stationshal wordt onderdeel van dit stadskantoor, en kent een spectaculair gewelfd plafond met de oude stadsplattegrond van Delft.
48
MONITOR STEDENBAAN 2015
49
5. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN Het diepste punt van de crisis lijkt voorbij te zijn. Er ontstaan weer kansen. In de Zuidelijke Randstad liggen deze kansen voornamelijk op het gebied van wonen. Hierna volgen de ontwikkelingen in woningen en kantoren. In hoeverre lukt het om die nabij hoogwaardig openbaar vervoer te realiseren? In de woningmarkt beter dan in de kantorenmarkt.
5.1 WONINGBOUW NABIJ HOV OP SCHEMA
Driekwart nieuwe woningen binnen bereik HOV Van de nieuw gebouwde woningen in 2014 blijkt
Woningbouwopgave conform afspraken
dat 61% binnen bereik van HOV is gerealiseerd,
De Stedenbaanpartners hebben hard gewerkt om
tegen 39% daarbuiten. Voor overige toevoegin-
een realistische woningbouwplanning te maken.
gen (bijvoorbeeld kantoren die woningen zijn
Wat er de afgelopen jaren gerealiseerd is en wat
geworden) is dit 87% binnen het HOV-gebied.
gepland staat, past bij de ambitie uit het advies
Dit maakt het gemiddelde van driekwart nieuwe
‘Ruimtelijke ontwikkeling Stedenbaan’ uit 2011:
woningen binnen het bereik van HOV uit tabel 5a.
60%-80% van de extra woningen moet komen
Het aandeel nieuwbouw in de totale toevoegingen
nabij hoogwaardig OV, zodat die woningen goed
is omlaag gegaan maar de herontwikkeling van
bereikbaar zijn. Of dat lukt hangt in de praktijk
bestaande gebouwen naar woningen zit stevig in
uiteraard af van de beschikbare ruimte, mede
de lift en heeft de afgelopen jaren voor de grootste
gezien wet- en regelgeving rond bijvoorbeeld
toename van woningen gezorgd.
externe veiligheid. Tabel 5a laat zien dat dit percentage, net als vorig jaar, gehaald wordt. In
Het aandeel van de toegevoegde woningen binnen
de regio’s Drechtsteden en Holland Rijnland ligt
het hoogwaardig OV is sinds 2012 gestegen.
nog wel een opgave om dit percentage verder te
Zie tabel 5.
verhogen. Ondanks de toename van het aandeel woningen In 2014 zijn in de nabijheid van hoogwaardig OV
rond het hoogwaardig OV lijkt het er op een aantal
bijna 4.100 woningen gereed gekomen; ruim een
plaatsen op dat locaties voor nieuwbouwwonin-
kwart daarvan (1.100) nabij het nationale spoor-
gen verder van het hoogwaardig OV vandaan,
net. In 2007 is afgesproken om in de periode tot
sneller ontwikkeld worden dan de locaties er
2020 25.000 tot 40.000 woningen te bouwen bin-
dichterbij. De Rijksbouwmeester heeft samen
nen bereik van stations op het nationale spoornet.
met de Vereniging Deltametropool een studie
De realisatie past bij de ambitie. De vraag naar
gedaan, op basis van gegevens uit 2013, naar
goed bereikbare stedelijke milieus neemt toe. Er
agglomeratiekracht en bereikbaarheid. Op de
moet dus blijvend energie gestoken worden in het
conferentie Stedenbaan in februari 2015 heeft hij
beter mogelijk maken van de gevraagde woning-
het risico benoemd dat realisatie bij HOV-locaties
bouwontwikkeling nabij hoogwaardig OV en betere
niet vanzelfsprekend is; daar prioriteit aan geven
ketenmobiliteit naar die locaties waar de stations
is noodzakelijk. Inmiddels hebben gemeenten het
en haltes net iets verder weg liggen.
woningbouwprogramma nog verder afgestemd in
50
MONITOR STEDENBAAN 2015
Tabel 5 Ontwikkeling aandeel extra woningen in de Zuidelijke Randstad binnen/buiten het hoogwaardig OV (in %)1 Drechtsteden
Holland Rijnland
Stadsgewest Haaglanden
Midden-Holland
Stadsregio Rotterdam
Totaal per jaar
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10%
Binnen HOV, Nieuwbouw
Buiten HOV, Nieuwbouw
Binnen HOV, Overige toevoegingen
Buiten HOV, Overige toevoegingen
14 20
13 20
12 20
14 20
13 20
12 20
14 20
13 20
12
14
20
13
20
20
12 20
14 20
13 20
12 20
14 20
13 20
20
12
0%
1 De cijfers in dit overzicht zijn gebaseerd op de BAG en de bewerking die het CBS daarop doet. Deze registratie hanteert een andere definitie van woningen dan voorheen en met name in het beginjaar 2012 is er nog sprake van veel administratieve fouten. Zie voor meer uitleg: http://staatvan.zuid-holland.nl/Paginas/Factsheets/Woningvoorraad-zuid-holland. aspx
de regio en geprioriteerd. Daarom kijken we naar
ambitie uit het verstedelijkingsprogramma. Het
de woningbouwplannen voor de komende jaren
beeld verschilt echter per regio flink. Zie figuur 5.
Grote regionale verschillen in de
In de regio Rotterdam wordt meer dan 80% van
planning van nieuwbouw
de woningen gepland op locaties die goed met
Als we de verdeling in de verschillende regio’s
het OV bereikbaar zijn. In de regio Haaglanden is
bekijken, ontstaat beter zicht op waar aanpassin-
dat bijna 70%. Met de dichtheid van tram, metro
gen nodig zijn. Het beeld voor de komende jaren
en spoor is dit ook te verwachten. In deze sterkst
is vergelijkbaar met de trend in de afgelopen
verstedelijkte regio’s ligt de grootste kans om het
periode: ongeveer tweederde van de nieuwbouw-
doel te bereiken; er is ook een grote vraag naar
woningen wordt binnen het HOV-gebied gebouwd
wonen in de stad. De regio’s Holland Rijnland en
en éénderde daarbuiten. Dit strookt met de
Midden-Holland liggen dicht bij het gemiddelde in
5. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN
51
Figuur 5 Verschillen in nieuwbouwwoningen binnen en buiten HOV-bereik naar regio
Haaglanden
Rotterdam Rijnmond
Drechtsteden
19% 19%
31% 31% 69% 69%
Midden-Holland
39% 39%
32% 32% 68% 68%
81% 81%
Holland Rijnland
34% 34%
39% 39% 61% 61%
Totaal
61% 61%
12% 12%
Geen HOV Geen HOV HOV HOV
36% 36%
Stedenbaan-net, overig HOV Stedenbaan-net, overig HOV Nationaal railnet (Stedenbaan) Nationaal railnet (Stedenbaan)
19% 19%
Stedenbaan-net, regiorail Stedenbaan-net, regiorail
de Zuidelijke Randstad waarmee met name de regio
stoffen. Die zal op korte termijn niet verdwijnen.
Holland Rijnland de vertraging in het aantal nieuwe
Wel worden de risico’s kleiner als de Meterenboog
woningen nabij HOV naar verwachting gaat inlopen.
wordt aangelegd. Zie paragraaf 2.4. De opgave is om te zoeken naar mogelijkheden om toch veel
Daarentegen vooral in de Drechtsteden, en dan
meer te bouwen in de omgeving van het station.
met name Dordrecht, staat nog een groot aantal woningen (70%) gepland buiten bereik van het
De woningmarkt trekt weer aan. Door de sterk
HOV. De belangrijkste reden voor de beperkte
stijgende vraag naar stedelijk wonen ontstaat
mogelijkheden voor bouwen rond het spoor is de
de komende jaren druk op de woningmarkt. De
externe veiligheid. De externe veiligheidszone,
opgave wordt het vinden van voldoende geschikte
de zone waar nauwelijks gebouwd mag worden,
locaties voor deze woningen. Hierdoor ontstaan
is hier groot vanwege het vervoer van gevaarlijke
kansen voor de ontwikkeling van locaties die
52
MONITOR STEDENBAAN 2015
de afgelopen tijd stil gelegen hebben. Door de
minimumafspraken uit het Stedenbaanconvenant
regionale omstandigheden (zoals de aanwezigheid
worden gehaald.
van een fijnmazig OV-systeem of beperking door externe veiligheid) verschillen die kansen
Verschuivingen in de bestaande kantoormarkt
echter nogal. Toch geldt als basis dat allereerst
Uit de provinciale monitor voor de kantorenmarkt
de locaties nabij het HOV aan de beurt zijn.
blijkt dat het leegstandspercentage in heel
Gezocht moet worden naar mogelijkheden om
Zuid-Holland (dus ook buiten de invloedssfeer
deze gebieden in beweging te krijgen. Als nabij
van het hoogwaardig OV) is toegenomen naar
HOV bouwen niet mogelijk is, moeten er sterke
circa 17%. Een zesde van het aantal m2 kantoor
aanvullende maatregelen genomen worden voor
staat kortom leeg. Dit terwijl er al steeds minder
ketenmobiliteit. Met beter voor- en natransport
kantoren zijn: in 2014 is het totale kantoorop-
kan immers het bereik van stations worden
pervlak met 265.000 m2 gereduceerd. Dat is vijf
opgerekt naar woongebieden op een afstand van
keer zo veel als de oplevering van nieuwbouw.
3 km (de afstanden in deze Monitor gaan uit van
De kantorenvoorraad in Zuid-Holland nam (iets)
1200 m voor stations en 800 m voor haltes). Dit is
af. Uit deze trend kan geconcludeerd worden dat
in overeenstemming met de Ladder voor Duurza-
de herontwikkeling van kantoorruimte op gang is
me Verstedelijking.
gekomen. Dit bleek ook al uit de vorige paragraaf: kantoren zijn herontwikkeld tot woningen. Na een
5.2 KANTOREN: MEER PRIORITEIT NODIG VOOR ONTWIKKELING NABIJ HOV
stijging van de leegstand vanaf 2008 zien we dat vanaf 2012 de verhuur van (bestaande) kantoorruimte in Zuid-Holland op sommige plaatsen
Bij de ontwikkeling van kantoren lopen we risico’s:
weer enigszins herstelt. Dat is vooral het geval in
er zijn zoveel bouwmogelijkheden buiten HOV-lo-
Rotterdam en Den Haag.
caties dat die de beperkte nieuwbouw naar zich kunnen toetrekken, waardoor de locaties nabij OV
Plancapaciteit nieuwe kantoren
leeg komen te staan. Gezocht moet worden naar
Iets meer dan de helft van de plannen voor nieuwe
middelen om dit risico hanteerbaar te maken.
kantoren ligt binnen bereik van HOV-stations en -haltes. Dit percentage verschilt echter per
Beperkte oplevering kantoorpanden
regio. In de regio Rotterdam ligt ruim 60% van de
De ambitie voor de ontwikkeling van kantoren die
locaties dichtbij het HOV, terwijl in de regio Holland
in 2007 is geformuleerd, is door de crisis niet meer
Rijnland meer dan 60% van de locaties daar-
haalbaar. De afgelopen jaren hebben de partners
buiten ligt.
daarom flink gesneden in de plancapaciteit: van 2,7 mln m2 naar 0,7 mln m2 op de Stedenbaanlo-
Uit het MIRT-onderzoek Stimuleren Stedelijk
caties. Dat is nog steeds flink. In 2014 is in heel
Wonen / Verstedelijking blijkt dat beleggers
Zuid-Holland slechts 0,05 mln m2 kantoorruimte
investeringskansen in de kantorenmarkt en
opgeleverd (inclusief gebieden buiten de Ste-
detailhandelsmarkt zien afnemen in de Zuidelijke
denbaanstations) en ook voor de komende jaren
Randstad. De kansen concentreren zich rond
wordt een beperkte oplevering van kantoorpanden
de goed (multimodaal) bereikbare locaties in de
verwacht. Opgeteld bij de oplevering van kantoren
grote steden. Investeerders zien in de Zuidelijke
in de afgelopen jaren wordt het spannend of de
Randstad meer kansen voor woningbouw.
5. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN
Om toch zo veel mogelijk de doelen uit 2007 te benaderen is het zaak juist die ontwikkelingen die nog wel kunnen, te concentreren rond HOV. Verder snijden in plancapaciteit buiten dat gebied is daarom noodzaak. Dit vergt een stevige aanpak. De overgrote meerderheid van de plancapaciteit buiten HOV-bereik heeft immers een ‘harde status’: dit betekent dat die onderdeel is van al goedgekeurde bestemmingsplannen. Omdat meer dan de helft van de plancapaciteit eigendom is van private partijen, ligt hier een risico. Er is nu niet meer op te sturen via het bestemmingsplan. Om te zorgen dat we de minimale ambitie uit 2007 gaan waarmaken, moet alles op alles worden gezet om de kleine vraag naar kantoorruimte te realiseren nabij stations en moet dus worden voorkomen dat kantoren ver van de stations worden ontwikkeld.
53
54
MONITOR STEDENBAAN 2015
HERONTWIKKELING STATIONSGEBIED LEIDEN GESTART
De gemeente Leiden, investeerders en
Het Rijnsburgerblok bestaat uit een plintgebouw
een ontwikkelaar tekenden in juni 2015 de
met daarbovenop drie lichtgekleurde torens
gronduitgifteovereenkomst voor de bouw van
van verschillende hoogte. Naast appartementen
het Rijnsburgerblok, een nieuw multifunctioneel
in de vrijehuursector en kantoorruimte, is in
gebouw van ruim 50.000 m2 naast Leiden Centraal.
de vierlaagse plint op de begane grond aan het Stationsplein ruimte voor winkels en horeca.
Het blok is de eerste stap in de integrale
In de kelder is een openbare fietsenstalling
gebiedsontwikkeling van het stationsgebied. Het
voorzien en in het hart van de plint bevindt
stedenbouwkundig ontwerp verbindt de relatief
zich een parkeergarage. De bouw van het
kleine schaal van de stad met de grotere schaal
Rijnsburgerblok gaat van start in mei 2016.
van de nieuwbouw rondom het station. Dat gebeurt met een donkerkleurige lage ‘plint’.
5. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN
MIJLPALEN
OPLEVERING DORDTSE STUDENTENHUISVESTING LIVABLE
TRANSFORMATIE TOMADOHUIS TOT APPARTEMENTENCOMPLEX
Op 50 meter van de zuidzijde van station Dor-
Het Tomadohuis aan de Stationsweg van
drecht is het voormalig zorgcomplex de Thure-
Dordrecht is een markant kantoorgebouw uit de
borgh getransformeerd tot studentenhuisvesting.
jaren zestig dat aangewezen is als gemeentelijk
De goede bereikbaarheid van deze locatie is
monument. Een aanzienlijk deel van het pand
belangrijk geweest voor de mogelijkheid om hier
staat leeg en de marktperspectieven voor nieuwe
148 studentenwoningen te realiseren, in een stad
huurders in een verouderd kantoorpand zijn
die niet bekend staat als studentenstad. Bijzonder
slecht. Daarom is besloten er een duurzaam en
is dat de huurders als onderdeel van de huurover-
modern appartementencomplex van te maken.
eenkomst zich op vrijwillige basis inzetten voor
Met circa 56 lofts en horeca op de begane grond
het welzijn van bewoners, ondernemers of instel-
zal deze locatie – net als Post 120 – bij gaan
lingen. Daarmee heeft niet alleen een leegstaand
dragen aan een levendige stationsomgeving en
pand een nieuwe bestemming gekregen, maar
wordt structurele kantoorleegstand aangepakt.
zorgen de nieuwe bewoners tegelijk voor nieuwe energie in de wijk.
55
56
MONITOR STEDENBAAN 2015
5. RUIMTELIJKE ONTWIKKELINGEN
MIJLPALEN
57
GETRANSFORMEERD DORDRECHTS KANTOORPAND POST 120 OPGELEVERD De voormalige telefooncentrale van PTT Post is weer in gebruik. In augustus 2015 is het pand, Post 120, opgeleverd. Het leegstaande kantoorgebouw aan de hoofdroute tussen station Dordrecht en de historische binnenstad is duurzaam omgebouwd tot een modern gebouw met kantoren en commerciële ruimte. De ruim 4500 m2 kantooroppervlak wordt deels bewoond door de Omgevingsdienst Zuid-Holland-Zuid, waarvan een aanzienlijk deel van de werknemers en bezoekers met het openbaar vervoer komt. De horeca- en winkelruimtes op de begane grond dragen bij aan de verlevendiging van de stationsomgeving.
58
MONITOR STEDENBAAN 2015
BEGRIPPEN EN AFKORTINGEN Agglomeratiekracht – de mate waarin de
PHS – Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
economische ‘slagkracht’ verhoudingsgewijs
Plancapaciteit – de hoeveelheid
groter wordt naarmate de agglomeratie groter
ruimte voor kantoren of woningen in
wordt
vastgestelde beleidsdocumenten (meestal
Bezettingsgraad – aandeel van voorzieningen dat
bestemmingsplannen)
bezet is/gebruikt wordt
Polycentrische structuur –
Concessiegebied – het gebied waarin een
verstedelijkingsstructuur waarin de agglomeratie
benoemde overheid of samenwerkingsverband van
uit meerdere kernen bestaat
overheden aan vervoerders concessies verleent
RandstadRail – netwerk van metro en tram tussen
voor openbaar vervoer
Rotterdam, Zoetermeer en Den Haag
Concessieverlener – overheidsorganisatie die de
R-net – netwerk van HOV-verbindingen (Sprinter,
concessie voor de exploitatie van openbaar vervoer
metro, tram en HOV-bus) dat aan bepaalde
verleent
kwaliteitseisen voldoet
CROW – onafhankelijke kennisorganisatie op
Schaalniveaus – de hiërarchische niveaus
het gebied van infrastructuur, openbare ruimte,
waarop verschillende reispatronen zich
verkeer en vervoer, en werk en veiligheid
voordoen: internationaal, grensoverschrijdend,
Externe veiligheid – veiligheid voor de
bovenregionaal en regionaal
omwonenden van vervoer (dus voor de omgeving in
Vervoerwaarde – het aantal reizigers gerelateerd
plaats van voor de gebruikers van het vervoer)
aan een haalbare exploitatie
Frequentiesprong – frequentieverhoging, in dit
Zuidelijke Randstad – het verstedelijkte zuidelijke
geval van vier naar zes Sprinters per uur
deel van de Randstad, van grofweg Leiden tot
HOV – Hoogwaardig Openbaar Vervoer (geen
Dordrecht
gewone bus of tram, maar lightrail, sneltram of snelbus) IenM – Ministerie van Infrastructuur en Milieu Invloedssfeer – het gebied rond HOV waarin reizigers nog redelijkerwijs het station of de halte kunnen bereiken Ketenmobiliteit – mobiliteit waarbij verschillende vervoerwijzen worden gecombineerd, bijvoorbeeld fiets en trein, of auto en OV Langzaam verkeer – fietsers en voetgangers MER – MilieuEffectRapportage MIRT – Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport Multimodaal – met verschillende vervoerwijzen MRDH – Metropoolregio Rotterdam Den Haag NOI – Nieuw Oost-Indië (Laan van-) Oude Lijn – treinverbinding Haarlem – Leiden – Den Haag – Rotterdam – Dordrecht; in de Zuidelijke Randstad: Hillegom – Dordrecht P+R – Park and Ride
BRONNEN Advies Ruimtelijke ontwikkeling Stedenbaan, 2011 Analyses Bediening Spitsreiziger en Knooppunten (aanzet tot OVNetwerk Nederland), OV-bureau Randstad, Hagen, M. van Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking, ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2012 Lange Termijn Spooragenda, ministerie van Infrastructuur en Milieu Milieu Effectrapport Spoorverdubbeling Rijswijk – Delft Zuid Monitor voor de kantorenmarkt, provincie Zuid-Holland, 2015 Ontwerp Tracébesluit Spoorverdubbeling Rijswijk – Delft Zuid Stimuleren Stedelijk Wonen/Verstedelijking, MIRT-onderzoek Studie naar agglomeratiekracht en bereikbaarheid, Rijksbouwmeester en Vereniging Deltametropool, 2014 Regionale Woonvisies zoals aangeboden aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, 2015
Uitgave Samenwerkende partners in Stedenbaan Redactie MIES/tekst en training Fotografie Sicco van Grieken Vormgeving Zinnebeeld Drukwerk PlatformP
Stedenbaan Stedenbaan is een integraal programma voor ruimtelijke ontwikkeling (RO) en hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) in de Zuidelijke Randstad. Het programma verbindt wonen, werken en recreëren: fysiek en hoogwaardig. Het bouwt zo aan een economisch sterke en bereikbare Zuidelijke Randstad. Voor openbaar vervoer (OV) ontwikkelt en stimuleert Stedenbaan een samenhangend en herkenbaar hoogwaardig netwerk van NS-Sprinters, bussen, trams, lightrail en metro’s. De NS-Sprinters – die in de toekomst 6x per uur gaan rijden – dienen als ruggengraat voor de overig HOV-lijnen. Voor ruimtelijke ontwikkeling (RO) heeft Stedenbaan met de negen partners afspraken gemaakt over de programmering van woningen en kantoorruimte nabij de stations en haltes van het HOV-netwerk. Deze aanpak zorgt voor een positieve ontwikkeling van de stationsgebieden en de HOVknooppunten, warbij ook afspraken gemaakt worden over fietsvoorzieningen en P+R.
Stedenbaanpartners Provincie Zuid-Holland Gemeente Rotterdam Gemeente Den Haag Metropoolregio Rotterdam Den Haag Regio Holland Rijnland Regio Midden Holland Regio Drechtsteden NS ProRail