Rapport
Monitor Regeling financiering zorg onverzekerbare vreemdelingen
Op 11 oktober 2010 uitgebracht aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Uitgave
College voor zorgverzekeringen Postbus 320 1110 AH Diemen Fax (020) 797 85 00 E-mail
[email protected] Internet www.cvz.nl
Volgnummer Afdeling Auteur Doorkiesnummer
2010112281 VERZ-CCZ J. Knollema Tel. (020) 797 86 22
Bestellingen
Extra exemplaren kunt u bestellen via onze website (www.cvz.nl) of telefonisch bij de servicedesk onder nummer (020) 797 88 88.
Inhoud: pag. 1
1.
Inleiding
2
2.
Ziekenhuizen
2
2.a.
Contractering
2
2.b.
Achtervangziekenhuizen
3
2.c.
Niet gecontracteerde ziekenhuizen
3
2.d.
Kosten 2009
4
2.e.
Onderzoeksrapport Pharos
5
3.
Apotheken
5
3.a.
Contractering
5
3.b.
Kosten 2009
6
3.c.
Kosten 2010
6
3.c.1.
Kosten 2010 naar regio
7
3.c.2.
Kosten 2010 naar geslacht
7
3.c.3.
Kosten 2010 naar geboortejaar
7
3.c.4.
Kosten 2010 naar nationaliteit
8 9
3.d. 4.
Eigen betaling
Eerstelijnszorg
9
4.a.
Rol GGD
9
4.b.
Kosten 2009
10
4.c.
Kosten naar regio
10
4.d.
Tandartsen
12
5.
Kosten 2009
12
5.a.
Uitvoeringsverslag vs. monitor
12
5.b.
Kosten per zorgvorm
13
5.c.
Samenvattend overzicht 2009
14
5.d.
Meerjarencijfers
15
6.
Voorlichtingsactiviteiten
1. Inleiding Sinds 1 januari 2009 is het College voor zorgverzekeringen, op grond van artikel 122a van de Zorgverzekeringswet, verantwoordelijk voor het verstrekken van bijdragen aan zorgverleners die inkomsten derven als gevolg van het verlenen van medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerbare vreemdelingen1. Uitgangspunt van de wet is dat de onverzekerbare vreemdeling zelf verantwoordelijk is voor de betaling van de geleverde zorg. Het CVZ kan pas een bijdrage verstrekken aan een zorgverlener als de zorgverlener de vordering niet op de onverzekerbare vreemdeling kan verhalen. Als onderdeel van zijn uitvoeringstaak monitort het CVZ de uitvoering van de regeling en rapporteert zijn bevindingen aan de minister van VWS. Voor u ligt de vierde rapportage. Eerdere rapportages zijn uitgebracht in maart 2009, oktober 2009 en april 2010. In de voorjaarsmonitor heeft het CVZ voorlopige cijfers gepresenteerd over de voor 2009 gemaakte zorgkosten. Dat overzicht kwam uit op € 28 miljoen. In de nu voorliggende monitor heeft het CVZ deze cijfers geactualiseerd. Het CVZ raamt de zorgkosten 2009 nu op € 14,2 miljoen2. De verlaging komt vooral door de GGZ- en AWBZ-instellingen. In de voorjaarsmonitor is voor deze instellingen nog uitgegaan van het begrotingsbedrag van € 15,5 miljoen. Op basis van de inmiddels ontvangen aanvragen is dat bedrag verlaagd naar € 1,5 miljoen. In de volgende monitor zal het CVZ uitgebreider aandacht besteden aan de AWBZ- en GGZ-instellingen. Voor het jaar 2010 kan het CVZ op basis van de nota’s van apotheken voor de eerste helft van het jaar de verdeling aangeven van de kosten naar regio, geslacht en geboortejaar. In vergelijking met 2009 geven deze cijfers een stabiel beeld. Voor het eerst bevat de monitor informatie over nationaliteiten. De drie belangrijkste nationaliteiten zijn Ghanees, Nigeriaans en Surinaams. Verder valt de grote spreiding over nationaliteiten op.
1 Naast niet rechtmatig in Nederland verblijvende vreemdelingen heeft de regeling ook betrekking op de, aan een IND-sticker herkenbare, vreemdelingen die op grond van artikel 8 f of h van de Vreemdelingenwet rechtmatig in Nederland verblijven. 2 Het CVZ ontvangt nog steeds nota’s van ziekenhuizen van DBC’s die in 2009 zijn geopend.
1
2. Ziekenhuizen 2.a. Contractering In de op 7 april 2010 uitgebrachte voorjaarsmonitor heeft het CVZ gemeld dat inmiddels 24 ziekenhuizen waren gecontracteerd voor de levering van ziekenhuiszorg3 aan onverzekerbare vreemdelingen. De voorjaarsmonitor bevat verder de volgende passage: Het CVZ kan voor niet direct toegankelijke zorg alleen een vergoeding geven aan gecontracteerde ziekenhuizen. Daarbij is overwogen dat deze zorgverleners daardoor vertrouwd raken met de specifieke eisen die gesteld worden aan de zorgverlening aan illegalen waardoor de kosten ook beheersbaar zouden blijven. Het CVZ heeft de indruk dat dit uitgangspunt ook bij uitbreiding van het aantal gecontracteerde ziekenhuizen overeind kan blijven. Het CVZ onderzoekt daarom de mogelijkheid om additioneel ziekenhuizen te contracteren. Daarbij denkt het CVZ aan Amsterdam, waar de meeste ziekenhuiszorg aan illegalen wordt geleverd. Verder is ten tijde van de aanbesteding abusievelijk geen afzonderlijk perceel voor de GGD-regio Leiden gecreëerd. Die omissie zou het CVZ willen herstellen. In de regio Amsterdam is inmiddels met ingang van 1 juli 2010, naast het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG), ook het Academisch Medisch Centrum (AMC) gecontracteerd. Verder is sinds 1 juli 2010 het Diaconessenhuis te Leiden gecontracteerd. Met de contractering van deze beide ziekenhuizen is de contractering van ziekenhuiszorg afgerond.
2.b. Achtervangziekenhuizen De door het CVZ gecontracteerde ziekenhuizen leveren in ieder geval 95% van de DBC’s uit het A-segment. Bij de meeste gecontracteerde ziekenhuizen ontbreekt een klein gedeelte van het zorgaanbod. Om tot een dekkend zorgaanbod te komen, heeft het CVZ een aantal ziekenhuizen aanvullend gecontracteerd. Deze ziekenhuizen kunnen zorg leveren op doorverwijzing van een door het CVZ gecontracteerd ziekenhuis. De contractering van deze ‘achtervangziekenhuizen’ vindt plaats op geleide van de casuïstiek die zich voordoet. Inmiddels heeft het CVZ 17 ziekenhuizen als ‘achtervangziekenhuis’ gecontracteerd.
3 Waar in deze monitor wordt gesproken over “het leveren van zorg” wordt gedoeld op medisch noodzakelijke zorg die, bij inkomstenderving, in aanmerking komt voor een bijdrage van het CVZ.
2
Daarbij is sprake van de volgende categorieën van instellingen: A. Academische ziekenhuizen; B. Gespecialiseerde instellingen (bv. epilepsiekliniek); C. Instellingen die nauw gelieerd zijn aan de gecontracteerde instellingen (bv. de kinderkliniek van het Flevoziekenhuis). Verder is het met name bij nierdialysepatiënten om capaciteitsredenen noodzakelijk om per individuele patiënt de zorg te organiseren.
2.c. Niet gecontracteerde ziekenhuizen De niet gecontracteerde ziekenhuizen kunnen uitsluitend een vergoeding ontvangen voor direct toegankelijke zorg. Dat betreft zorg waarbij doorverwijzing of overplaatsing naar een door het CVZ gecontracteerd ziekenhuis medisch niet verantwoord is. Het CVZ beschouwt, in het kader van deze regeling, alle zorg rondom zwangerschap en bevalling tot direct toegankelijke zorg. Deze zorg kan daardoor, tegen de wettelijk vastgestelde vergoeding van 100% van de oninbare vordering, ook geleverd worden door de niet gecontracteerde ziekenhuizen.
2.d. Kosten 2009 Op 12 april 2010 heeft het CVZ aan de minister van VWS het Financieel Verslag Uitvoeringstaken CVZ 2009 (verder te noemen: Uitvoeringsverslag 2009) uitgebracht. Dit verslag bevat onder andere een overzicht van de in 2009 voor de Regeling financiering zorg onverzekerbare vreemdelingen door het CVZ gemaakte kosten. In 2009 was door het CVZ € 2,62 miljoen betaald. DBC-nota’s worden toegerekend naar het zorgjaar waarin zij zijn geopend. Maar ziekenhuizen kunnen de nota pas indienen nadat de DBC is gesloten. Daarbij kost het nog enkele maanden om een DBC te valideren. Het ziekenhuis moet de nota vervolgens eerst op de onverzekerbare vreemdeling verhalen. DBC-nota’s komen daardoor met grote vertraging bij het CVZ binnen. Het was in het voorjaar van 2010 daarom nog niet goed mogelijk om een raming te maken van de ziekenhuiskosten over het zorgjaar 2009 die nog in 2010 zouden worden ingediend. Als voorlopige raming werd uitgegaan van een balanspost van € 6 miljoen, waarmee de totale ziekenhuiskosten op € 8,6 miljoen zouden uitkomen. Omdat ziekenhuizen nog steeds DBC’s over 2009 declareren kan nog geen afsluitend kostencijfer over 2009 worden gegeven. De raming van € 8,6 miljoen lijkt echter redelijk accuraat.
3
2.e. Onderzoeksrapport Pharos Pharos heeft in 2008 en 2009, in samenwerking met Defence for Children International Nederland en UNICEF Nederland een verkennend onderzoek uitgevoerd met als belangrijkste doel het in kaart brengen van knelpunten ten aanzien van de ziekenhuiszorg voor ongedocumenteerde kinderen. Het onderzoeksrapport, getiteld “Ongedocumenteerde kinderen en de toegang tot ziekenhuiszorg” is in juni 2010 uitgebracht en door Pharos ook ter kennis gebracht van het ministerie van VWS. De aanbevelingen luiden, samengevat, als volgt: 1. Geef meer voorlichting aan m.n. huisartsen; 2. Protocolleer de zorg; 3. Geef meer voorlichting aan ziekenhuis(medewerkers); 4. Contracteer ziekenhuizen met ervaring met ongedocumenteerden; 5. Vergoed planbare zorg voor kinderen in alle ziekenhuizen; 6. Doe vervolgonderzoek naar bijvoorbeeld de GGZ. Aanbeveling 1: De Amsterdamse huisartsen zijn door het CVZ geïnformeerd over de contractering van het AMC. In die brief is ook de regeling nog weer uitgelegd. De aanbevelingen 2 en 6 richten zich niet tot het CVZ. Aanbeveling 3: Op 1 juni 2010 heeft het CVZ een brief gezonden aan alle ziekenhuizen (zie ook hoofdstuk 6). Het CVZ is verder voornemens om alle gecontracteerde ziekenhuizen uit te nodigen voor een overleg in november. Aanbeveling 4: Ervaring met ongedocumenteerden is geen criterium geweest bij de contractering van ziekenhuizen. Maar de contractering van ziekenhuizen is natuurlijk wel ingegeven door de gedachte dat daardoor juist een beperkte kring van ziekenhuizen onstaat die ervaren raken in het verlenen van ziekenhuiszorg aan ongedocumenteerden. Aanbeveling 5 richt zich tot de politiek, maar lijkt in tegenspraak met de vierde aanbeveling.
4
3. Apotheken 3.a. Contractering Voor de levering van geneesmiddelen heeft het CVZ gestreefd naar de contractering van één apotheek per gemeente. Er zijn 401 gemeenten met een openbare apotheek. Het CVZ contracteerde inmiddels 355 apotheken. Daarvan hebben er 41 over 2009 meer dan € 5.000 gedeclareerd. De voorjaarsmonitor bevat de volgende passage: Op verzoek van de wetgever heeft het CVZ een beperkt aantal apotheken gecontracteerd. Net als bij de ziekenhuizen is het daarbij de overweging geweest dat de gecontracteerde apotheken ervaring opdoen met het leveren van geneesmiddelen aan illegalen waardoor de kosten beheersbaar blijven. Het CVZ ziet mogelijkheden om binnen dit uitgangspunt het aantal gecontracteerde apotheken beperkt uit te breiden. Het betreft dan de percelen waar het gedeclareerde bedrag per gecontracteerde apotheek hoger is dan € 75.000. Het CVZ onderzoekt daarom de mogelijkheid om additioneel apotheken te contracteren in de steden Nijmegen, Utrecht, Amsterdam, Leiden, Den Haag en Rotterdam. Met ingang van 1 juli 2010 is in Amsterdam een zesde apotheek gecontracteerd en is in Leiden een tweede apotheek gecontracteerd. Voor de overige genoemde steden heeft het onderzoek als uitkomst gehad dat geen extra apotheek zal worden gecontracteerd. Deze conclusie komt voort uit de volgende overwegingen: de gecontracteerde apotheek is centraal gelegen; door een relatief hoog aantal HIV/AIDS-patiënten is het aantal patiënten waarvoor wordt gedeclareerd lager dan de kostengegevens deden vermoeden; de gecontracteerde apotheek heeft inmiddels een netwerk opgebouwd met andere zorgverleners als huisartsen en ziekenhuizen; binnen deze steden is sprake van korte reisafstanden. Daarbij is per stad overigens sprake van een verschillende combinatie van deze factoren.
3.b. Kosten 2009 Het declaratieverkeer van de gecontracteerde apotheken verloopt elektronisch via Clearing House Apothekers. Bij de apotheken is daardoor sprake van de minste vertraging tussen de levering van zorg en de betaling door het CVZ. In het Uitvoeringsverslag 2009 heeft het CVZ de kosten voor 2009 vastgesteld op € 2,76 miljoen. In dat bedrag is niet de declaratie opgenomen die in januari 2010 is uitbetaald voor de
5
in december 2009 ter hand gestelde geneesmiddelen. Rekening houdend met die laatste betaling heeft het CVZ al in de voorjaarsmonitor gemeld dat de kosten voor geneesmiddelen in 2009 € 3,0 miljoen bedragen.
3.c. Kosten 2010 Deze monitor bevat geactualiseerde informatie over de zorgkosten 2009. Deze paragraaf bevat, uitsluitend voor geneesmiddelen, informatie over de kosten voor 2010. Voor de overige zorgvormen kan die informatie nog niet worden gegeven omdat daar sprake is van een grotere tijdsspanne tussen de zorglevering en de declaratie. Over de eerste zes maanden van 2010 bedroegen de kosten € 1,526 miljoen. Dit cijfer bevestigt het stabiele beeld van de kosten voor geneesmiddelen.
3.c.1. Kosten 2010 naar regio Verdeling van deze € 1,526 miljoen naar GGD-regio geeft het volgende beeld. Regio Amsterdam Rotterdam-Rijnmond Den Haag Zuid-Holland West Utrecht Hollands Midden Hart voor Brabant Groningen Regio Nijmegen Fryslân Gelderland Midden Kennemerland IJsselland Hollands Noorden Gelre IJssel West Brabant Brabant Zuidoost Flevoland Regio Twente Midden Nederland Zuid-Holland Zuid Gooi en Vechtstreek Zuid Limburg Zaanstreek-Waterland Limburg Noord Zeeland Drenthe Rivierenland Totaal
Bedrag 676.594 218.523 205.843 60.453 57.747 38.071 31.863 29.274 26.911 25.632 21.179 17.501 17.294 15.890 12.125 11.950 11.422 10.538 9.755 8.375 3.879 3.725 3.287 2.775 2.482 2.255 883 259
% 44,3% 14,3% 13,5% 4,0% 3,8% 2,5% 2,1% 1,9% 1,8% 1,7% 1,4% 1,1% 1,1% 1,0% 0,8% 0,8% 0,7% 0,7% 0,6% 0,5% 0,3% 0,2% 0,2% 0,2% 0,2% 0,1% 0,1% 0,0%
1.526.485
100,0%
6
Dit overzicht maakt duidelijk dat het zwaartepunt van de uitvoering van de regeling in de Randstad ligt, met de hoofdstad als duidelijke uitschieter. Ten opzichte van 2009 is daarbij sprake van een ongewijzigd beeld.
3.c.2. Kosten 2010 naar geslacht Verdeling van deze € 1,526 miljoen naar geslacht geeft het volgende beeld. Geslacht Man Vrouw Totaal
Bedrag 983.606 542.879
% 64% 36%
1.526.485
100%
Ter vergelijking. In 2009 was de verhouding man/vrouw: 67/33.
3.c.3. Kosten 2010 naar geboortejaar Verdeling van deze € 1,526 miljoen naar geboortejaar geeft het volgende beeld. Geboortejaar 2000 - 2010 1990 - 1999 1980 - 1989 1970 - 1979 1960 - 1969 < - 1959 Totaal
Bedrag 18.756 17.166 242.614 524.592 464.685 258.672
% 1,2% 1,1% 15,9% 34,4% 30,4% 16,9%
1.526.485
100,0%
Ten opzichte van 2009 is daarbij sprake van een ongewijzigd beeld. 3.c.4. Kosten 2010 naar nationaliteit In deze monitor is het CVZ voor het eerst in staat om een verdeling van de kosten naar natie te geven. De 10 belangrijkste landen: Nationaliteit Ghana Nigeria Suriname Marokko Brazilië Turkije China Angola Somalië Sierra Leone
Bedrag 132.544 96.725 95.606 68.657 51.975 50.124 46.095 31.885 31.426 31.346
% 8,7% 6,3% 6,3% 4,5% 3,4% 3,3% 3,0% 2,1% 2,1% 2,1%
Totaal
636.383
41,7%
7
Het CVZ heeft de GGD’en ook geïnformeerd over de kostenverdeling naar nationaliteit in hun regio. De GGD’en kunnen deze informatie gebruiken bij hun regionale afstemmingsactiviteiten.
3.d. Eigen betaling In de voorjaarsmonitor is geconstateerd dat een aantal softwaresystemen niet in staat is om de eigen betaling correct te registreren. Helaas moet geconstateerd worden dat hierin nog geen verbetering is opgetreden. Dit probleem wordt veroorzaakt door het feit dat softwaresystemen zo zijn ingericht dat het veld dat bedoeld is voor het registreren van de eigen bijdrage automatisch gevuld wordt door de bij het geneesmiddel behorende GVS-bijdrage. Het veld kan daardoor niet gevuld worden met de feitelijk door de illegaal betaalde bijdrage. Het CVZ heeft deze problematiek besproken met Vektis, die de gegevensstandaard beheert. Als vervolgstap zal het CVZ de betrokken softwareleveranciers verzoeken om het mogelijk te maken dat de door het CVZ gecontracteerde apotheken deze GVS-bijdrage kunnen overschrijven met de feitelijk betaalde bijdrage.
8
4. Eerstelijnszorg 4.a. Rol GGD De GGD’en verwerkten tot en met 2008 voor de stichting Koppeling declaraties van huisartsen, tandartsen, verloskundigen, kraamhulp-organisaties en paramedici. Het CVZ heeft de GGD’en gemandateerd om deze rol ook in 2009 namens het CVZ uit te voeren. GGD’en behandelden declaraties vooral, als onderdeel van hun verantwoordelijkheid voor de openbare gezondheidszorg, om een vinger aan de pols te kunnen houden bij de ontwikkelingen op het terrein van de zorgverlening aan onverzekerbare vreemdelingen. Maar als zij daarbij voorzien worden van goede informatie over de gedeclareerde kosten is het niet noodzakelijk dat zij ook zelf de declaraties verwerken. Het CVZ heeft de GGD’en de keuze voorgelegd om de declaraties van huisartsen, tandartsen, verloskundigen, kraamhulpen en paramedici na 1 januari 2010 zelf af te blijven handelen of door het CVZ te laten afhandelen. Alleen de GGD’en in de provincie Friesland en de regio Den Haag hebben er voor gekozen om het declaratieverkeer voor deze zorgvormen in 2010 zelf te blijven verzorgen. Voor alle overige regio’s heeft het CVZ met ingang van 1 januari 2010 de afhandeling van de declaraties voor de eerstelijnszorg van de GGD’en overgenomen. De instroom van declaraties uit de eerstelijnszorg bij het CVZ is in februari/maart 2010 op gang gekomen. Het CVZ heeft deze declaratiestroom goed kunnen opvangen. Slechts voor de ergotherapie en de logopedie heeft het enkele maanden geduurd voordat de verwerking goed was ingericht.
4.b. Kosten 2009 Het CVZ heeft in 2009 voorschotten uitbetaald aan de GGD’en. Deze voorschotten, met een totaalbedrag van € 1,38 miljoen, waren opgenomen in het Uitvoeringsverslag 2009. Op basis van de kwartaaloverzichten van de GGD’en was in de voorjaarsmonitor een voorlopige kostenraming opgenomen van de zorgkosten 2009 voor de eerstelijnszorg. Inmiddels kan een kostenoverzicht worden gegeven dat gebaseerd is op de van de GGD’en ontvangen declaraties over 2009.
9
Zorgvorm Huisartsen Verloskundigen Kraamzorg Tandartsen Laboratorium Paramedici Hulpmiddelen Totaal
Bedrag 447.479 260.774 111.572 95.012 78.506 30.008 22.255 1.045.606
4.c. Kosten naar regio Verdeling van deze kosten naar GGD-regio geeft het volgende beeld: Regio Amsterdam Rotterdam Rijnmond Den Haag Groningen Hart voor Brabant Utrecht Hollands Midden Brabant Zuidoost Nijmegen Gelre IJssel Fryslân Gelderland Midden Flevoland Twente Zuid Holland zuid Zuid-Limburg Gooi en Vechtstreek Zaanstreek-Waterland Noord Limburg Kennemerland Zeeland Hollands Noorden Totaal
Bedrag 312.027 174.705 151.577 68.479 51.926 44.916 41.533 34.730 29.546 27.276 13.801 13.547 11.714 11.430 9.987 9.890 9.584 6.080 6.005 5.925 5.856 5.072
% 29,8% 16,7% 14,5% 6,5% 5,0% 4,3% 4,0% 3,3% 2,8% 2,6% 1,3% 1,3% 1,1% 1,1% 1,0% 0,9% 0,9% 0,6% 0,6% 0,6% 0,6% 0,5%
1.045.606
100,0%
4.d. Tandartsen Het CVZ heeft in de voorgaande rapportages bijzondere aandacht besteed aan de mondzorg. Het CVZ heeft dat gedaan op verzoek van de minister én omdat dit onderdeel door hulpverleningsorganisaties als voornaamste knelpunt van de huidige regeling wordt ervaren. In de voorjaarsmonitor heeft het CVZ uitgebreid aandacht aan dit onderwerp besteed. Daarbij is toegezegd dat het CVZ bijzondere aandacht voor dit onderwerp zal blijven houden. Hoewel duidelijk is dat hulpverleningsorganisaties de beperkte dekking voor mondzorg als knelpunt blijven ervaren, kan het CVZ slechts constateren dat zich sinds het uitbrengen van de
10
vorige monitor geen nieuwe ontwikkelingen bij dit onderwerp hebben voorgedaan. Het CVZ constateert een terugloop in het aantal meldingen over problemen bij de mondzorg. Het lijkt echter aannemelijk dat die terugloop veroorzaakt wordt door het feit dat de melders weten dat dit onderwerp bekend is bij het CVZ. Als onderdeel van het op 29 maart 2010 uitgebrachte Pakketadvies 2010 heeft het CVZ geadviseerd het recht op mondzorg voor jeugdige verzekerden te beperken tot achttien jaar. De minister heeft dit advies inmiddels overgenomen. Daardoor wordt op 1 januari 2011 ook bij de uitvoering van de Regeling financiering zorg onverzekerbare vreemdelingen de huidige leeftijdsgrens van 22 jaar verlaagd naar 18 jaar.
11
5. Kosten 2009 5.a. Uitvoeringsverslag vs. monitor In de financiële verslaglegging verantwoordt het CVZ de voor de Regeling financiering zorg onverzekerbare vreemdelingen gemaakte kosten op basis van de feitelijk in het betreffende kalenderjaar gedane betalingen. Het Uitvoeringsverslag 2009 bevatte het volgende kostenoverzicht (in miljoenen euro’s): Zorgvorm Ziekenhuizen Apotheken Eerstelijnszorg Ambulancevervoer Hulpmiddelen Afrekening GGD’en 2008
Bedrag 2,62 2,76 1,38 0,01 0,02 -0,79
Totaal
6,00
In deze monitor worden de kosten toegerekend naar het jaar waarin de gedeclareerde zorg is geleverd. Naar de mening van het CVZ is die benadering als managementinformatie relevanter, zeker gezien de op dit moment nog steeds aanwezige aanloopeffecten. Toerekening naar het zorgjaar geeft immers een beter inzicht in de structureel te verwachten kosten. Overigens zal het verschil tussen beide benaderingen de komende jaren snel kleiner worden.
5.b. Kosten per zorgvorm Ziekenhuizen, apotheken, eerstelijnszorg Voor deze zorgvormen is in de voorgaande hoofdstukken al aandacht besteed aan de hoogte van de kosten in 2009. Zorgvorm Ziekenhuizen Apotheken Huisartsen Verloskundigen Kraamzorg Tandartsen Laboratorium Paramedici Hulpmiddelen Totaal
Bedrag 8.615.079 3.044.522 447.479 260.774 111.572 95.012 78.506 30.008 42.828 12.725.780
12
Ambulancevervoer In 2009 is € 10.036 betaald voor ambulancevervoer. Hulpmiddelen In 2009 is € 42.828 betaald voor hulpmiddelen (waarvan via € 22.255 via de GGD’en). AWBZ- en GGZ-instellingen Het CVZ heeft 21 rechtspersonen gecontracteerd voor de levering van AWBZ-zorg. Het CVZ heeft 38 rechtspersonen gecontracteerd voor de levering van GGZ-zorg. In de contracten is bepaald dat de instelling uiterlijk 1 april 2010 een declaratie moet indienen over het zorgjaar 2009. Het CVZ kon daarom in de voorjaarsmonitor geen inzicht geven in de kosten voor AWBZ- en GGZ-zorg. Bij gebrek aan betere informatie kon het CVZ op dat moment niets anders doen dan het totale begrote bedrag ad € 15.504.000 als raming opnemen. Inmiddels zijn de declaraties over 2009 ontvangen en beoordeeld. De kosten voor AWBZ-zorg bedragen € 0,2 miljoen. De kosten voor GGZ-zorg bedragen € 1,3 miljoen. De totale kosten voor AWBZ- en GGZ-zorg bedragen dus slechts 10% van de kosten waar ten tijde van de behandeling van het wetsvoorstel van werd uitgegaan. Overigens zal het CVZ het declaratieverkeer met de GGZinstellingen anders in gaan richten. Aangezien inmiddels ook voor de GGZ-sector inmiddels de DBC-systematiek volledig is ingevoerd, zal het CVZ de GGD’en in de gelegenheid stellen om oninbare vorderingen te declareren nadat de DBC is afgesloten en gevalideerd.
5.c. Samenvattend overzicht 2009 Het voorgaande leidt tot het volgende samenvattend overzicht: Zorgvorm AWBZ- en GGZ-instellingen Ziekenhuizen Apotheken Huisartsen Verloskundigen Kraamzorg Tandartsen Hulpmiddelen Ambulancevervoer Paramedische zorg Laboratoriumkosten
Begroting 15.504.000 22.946.000 3.628.000 746.000 317.000 225.000 715.000 154.000 82.000 61.000 0
Kosten 1.500.000 8.615.079 3.044.522 447.479 260.774 111.572 95.012 42.828 10.036 30.008 78.506
Totaal
44.378.000
14.235.816
13
Uit dit overzicht blijkt dat, met uitzondering van farmacie, sprake is van een forse onderschrijding van de begrote bedragen.
5.d. Meerjarencijfers Het CVZ kan de cijfers voor 2009 in meerjarenperspectief plaatsen voor zover het zorgvormen betreft die tot en met 2008 gebruik maakten van het Reglement Financiële Bijdragen van de Stichting Koppeling. Voor de overige zorgvormen beschikt het CVZ niet over historische kostengegevens. Binnen deze beperking is het mogelijk om het volgende overzicht op te stellen: Zorgvorm AWBZ en GGZ Ziekenhuizen Apotheken Huisartsen Verloskundigen Kraamzorg Tandartsen Hulpmiddelen Ambulancevervoer Paramedici Overige zorg
2005 0 0 3.198.889 658.472 236.788 130.094 479.810 0 0 61.008 86.585
2006 2007 2008 0 0 0 0 0 0 3.192.350 3.474.178 3.232.105 641.750 868.377 719.773 265.286 256.722 286.214 163.835 115.017 107.041 688.183 979.425 971.629 0 0 0 0 0 0 50.545 94.173 51.542 168.527 142.917 180.744
2009 1.500.000 8.615.079 3.044.522 447.479 260.774 111.572 95.012 42.828 10.036 30.008 78.506
Totaal
4.851.646
5.170.476 5.930.809 5.549.048 14.235.816
Bij huisartsenzorg hoort nog de toelichting dat de vergoeding van deze zorg sinds 2009 80% bedraagt van de oninbare vordering. De oninbare vordering in 2009 bedroeg dus € 625.000. De daling van het beroep op huisartsenzorg is dus minder sterk geweest dan het bovenstaande overzicht zou doen vermoeden. De kostenstijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de kosten van ziekenhuiszorg, AWBZ-zorg en GGZ-zorg, waarvoor tot en met 2008 afzonderlijke regelingen bestonden. Als het bovenstaande overzicht voor deze kostenpost wordt gecorrigeerd is van 2008 naar 2009 sprake van een daling van € 5,5 miljoen naar € 4,1 miljoen.
14
6. Voorlichtingsactiviteiten Sinds het uitbrengen van de vorige monitor (begin april 2010) heeft het CVZ de volgende voorlichtingsactiviteiten ondernomen: Op 1 juni 2010 is aan alle ziekenhuizen een brief gezonden met een herhaling van de uitleg van de regeling, een uitleg voor het begrip ‘illegaal’ en een conceptpublicatie voor het personeelsblad van de ziekenhuizen; Op 9 september 2010 heeft het CVZ deelgenomen aan de vergadering van de Stuurgroep Lampion waarbij door het CVZ informatie is gegeven over de uitvoering van de regeling; Op 22 september 2010 heeft het CVZ overleg gevoerd met het Breed Medisch Overleg4 waarbij door het CVZ eveneens informatie is gegeven over de uitvoering van de regeling; Het CVZ heeft werkbezoeken gebracht aan 5 apotheken met een hoge omzet; Het team onverzekerbare vreemdelingen beantwoordt dagelijks per mail en telefonisch vragen over de regeling die gesteld worden door zorgverleners, hulpverleningsorganisaties en (kennissen van) onverzekerbare vreemdelingen. De stichting Inlia te Groningen heeft bij de Nationale Ombudsman een klacht ingediend over het gebruik van de term ‘illegalen’ door het CVZ. Deze term wordt door de stichting Inlia als stigmatiserend ervaren. Naar aanleiding van deze klacht heeft het CVZ de term ‘illegalen’ op de website vervangen door ‘onverzekerbare vreemdelingen’. Ook de regeling wordt sindsdien aangeduid als de ‘Regeling financiering zorg onverzekerbare vreemdelingen’.
College voor zorgverzekeringen Voorzitter Raad van Bestuur
dr. P.C. Hermans
4 Het BMO is een netwerk van organisaties en personen die betrokken zijn bij de medische zorg voor mensen zonder verblijfsvergunning.
15