1
Monitor jaarverslag 2014
i Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
>
Inhoud Voorwoord Voorzitter College van Bestuur
3
Leeswijzer
5
1 Algemeen 1.1 Organogram en voedingsgebied 1.2 Het strategisch perspectief
6 6 7
Samenwerking: Wageningen University
10
1.3 Maatschappelijke betrokkenheid 1.4 Klachten
12 13
2 Onderwijs
14
2.1 Investeren in onderwijs 2.2 Onderwijstijd 2.3 Onderwijsprestaties 2.4 Toelatingsbeleid 2.5 Aantal leerlingen 2.6 Leerlingenzorg
14 14 15 16 16 18
Samenwerking: HAN
20
4 Facilitair
34
4.1 ICT 4.2 Aandachtsgebieden en bereikte resultaten ICT 4.3 Aandachtsgebieden ICT 2015 4.4 Facilitaire zaken 4.5 Aandachtsgebieden en bereikte resultaten Facilitaire zaken 4.6 Aandachtsgebieden Facilitaire zaken 2015
34 35 36 36
5 Financiën
39
5.1 Financieel beleid 5.2 In Control 5.3 Aandachtsgebieden en bereikte resultaten Financiële zaken 5.4 Treasury 5.5 Financieel jaarverslag 2014
39 39 40 41 41
Samenwerking: ROC A12
42
5.6 Risicomanagement
49
6 Continuïteitsparagraaf
50
A. Gegevensset B. Overige rapportages
50 53 56 56 57 57 58 58 58 58 58 59
2.7 Onderwijsinnovatie 2.8 Samenwerkingsverbanden
22 23
3 Personeel
25
3.1 Personeel en organisatie 3.2 Aandachtsgebieden 2014 3.3 Opbouw personeelsbestand 3.4 Benoemingsomvang 3.5 Verzuim 3.6 Aandachtsgebieden en bereikte resultaten 2014 3.7 Aandachtsgebieden en uitdagingen 2015
25 25 28 28 29 30 31
7 Raad van Toezicht Scholengroep OMB 7.1 Algemeen 7.2 Werkgevercommissie 7.3 Auditcommissie 7.4 Standaard Werkwijze van de Raad van Toezicht 7.5 Speerpunten in 2014 7.6 Zelfevaluatie 7.7 Een professionele Raad van Toezicht 7.8 Overleg met de GMR
Samenwerking: Pro College Bemmel
32
8 Adresgegevens
Monitor - jaarverslag 2014
<
36 38
>
2
Voorwoord voorzitter College van Bestuur Gelukkig beschikken we als organisatie over voldoende realiteitszin om te beseffen dat we voor het realiseren van onze publieke meerwaarde en het geven van goed onderwijs niet stil moeten blijven staan. Stilstand is immers achteruitgang. Als scholengroep blijven we ons daarom maximaal inzetten om kansen te bieden aan leerlingen met name in de vorm van talentontwikkeling! De leerling staat bij ons te allen tijde centraal, waarbij uiteraard de medewerker een cruciale rol speelt. Goede resultaten kunnen we namelijk nooit bereiken zonder bevlogen werknemers, die plezier hebben in hun werk. Hun professionele ontwikkeling en welzijn binnen de organisatie staan daarom hoog op onze agenda.
Terugkijkend op het inmiddels achter ons liggende jaar 2014 kan ik als bestuurder van onze scholengroep, bestaande uit de scholen van het Hendrik Pierson College (HPC) in Zetten en het Over Betuwe College (OBC) in Bemmel, Elst en Huissen, niet anders concluderen dan dat 2014 een mooi en succesvol jaar is geweest! Een jaar van het voortzetten van de eerder ingezette onderwijskundige lijn en versterking van de kwaliteit van ons onderwijsaanbod. Vrijwel al onze onderwijstypen beschikken over het basisarrangement en daar waar het in 2013 nog wat kritisch was, hebben wij ons in positieve zin weten te herstellen gezien de rapporten van de Inspectie van het Onderwijs. Ook de examenresultaten waren prima, met zelfs een 100% geslaagdenscore op twee locaties!
In het kader van ‘meervoudig publiek verantwoorden’ willen wij met deze Monitor 2014 u als belanghebbende stakeholder en geïnteresseerd lezer inzage geven in de wijze waarop wij de ontvangen middelen en menskracht hebben ingezet om onze doelen in 2014 te bereiken.
2014 was tevens het jaar waarin we de eerste stappen hebben gezet naar een mogelijke onderwijskundige en bestuurlijke samenwerking met één van de primaire onderwijsinstellingen in onze regio. De samenwerking zal voorzien in een gestructureerde doorlopende leerlijn tussen het primair- en voortgezet onderwijs. Op deze wijze trachten wij de overgang tussen beide onderwijstypen voor leerlingen te versoepelen. Wij zien dit als een prachtige stip op de horizon, die door het onderzoek dichterbij is gekomen. Het is mooi dit proces met alle betrokken stakeholders (besturen, directies, personeel, toezichthouders en gemeente) mee te maken. Het resultaat van dit onderzoek leest u in de Monitor van 2015!
Graag nodig ik u uit om via dit jaarverslag een blik te werpen op de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe. Hebt u nog vragen, opmerkingen, suggesties en/of tips? Laat het ons weten. We staan hier altijd voor open en gaan daarover graag met u in gesprek. Bemmel, juni 2015
Het afgelopen jaar was ook het jaar waarin we konden concluderen dat we financieel gezien ‘in control’ zijn. Dit weerhoudt ons er uiteraard niet van te streven naar een verdere optimalisering van onze interne (financiële) processen.
Monitor - jaarverslag 2014
H.A. Grimmius Voorzitter College van Bestuur
i
<
>
3
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
Leeswijzer In hoofdstuk 1 beschrijven we onze organisatie aan de hand van een organogram, de missie, visie en kernwaarden. Ook komen de strategieën uitgebreid aan bod. De strategieën vormen de rode draad in het dagelijks handelen van de scholengroep. Het jaarverslag bevat net als het strategisch beleidsplan vier domeinen. In hoofdstuk 2 wordt voor u het eerste domein ‘Onderwijs’ beschreven. Onderwijsprestaties, aantal leerlingen, leerlingenzorg en onderwijsinnovatie worden onder andere behandeld.
5
Hoofdstuk 3 is gericht op het tweede domein ‘Personeel’. Aandachtsgebieden worden geformuleerd en tevens wordt het personeelsbestand duidelijk in kaart gebracht. Het hoofdstuk geeft een zelfreflectie en maakt inzichtelijk welke doelen we onszelf stellen op het gebeid van personeel. Het onderwerp ‘Facilitair’ bevat in hoofdstuk 4 naast facilitaire zaken ook ICTaandachtspunten. In hoofdstuk 5 wordt het domein, ‘Financiën’ behandeld. In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op het ‘in controle’ zijn, het treasurybeleid en het financieel jaarverslag. In aansluiting op hoofdstuk 5 is in hoofdstuk 6 de continuïteitsparagraaf opgenomen. Hoe ziet de meerjarenbegroting eruit? En wat zijn de belangrijkste risico’s en onzekerheden waar we rekening mee moeten houden als scholengroep? Hoofdstuk 7 staat in het kader van de Raad van Toezicht van de Scholengroep Overen Midden-Betuwe. In dit hoofdstuk krijgt u een volledig beeld van de samenstelling en meer informatie over onder andere de werkgeverscommissie, auditcommisie en de werkwijze van de Raad van Toezicht. Onze kernwaarden spelen een belangrijke rol bij ons dagelijks handelen. Ook in onze Monitor worden deze altijd extra uiteengezet op de groene spreads tussen de hoofdstukken door. Dit jaar is gekozen voor de kernwaarde ‘Samenwerking’. De samenwerking met Wageningen University, het PRO College, de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en ROC A12 worden in dit jaarverslag op een prettige manier belicht. Tot slot treft u in dit jaarverslag veel overzichtelijke tabellen aan. Op deze manier hebben wij geprobeerd de informatie zo duidelijk mogelijk aan u te presenteren.
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
Hoofdstuk 1 Algemeen 1.1 Organogram en voedingsgebied Op de scholengroep is in 2012 een drielaagsmanagementstructuur ingevoerd en zijn de directieteams op locatie integraal verantwoordelijk voor de leiding van de school. In het organogram wordt de zelfstandigheid van de scholen en de relatie tot het College van Bestuur weergegeven. Ook de toezichthoudende positie van de Raad van Toezicht is goed zichtbaar.
Conform de code ‘Goed Onderwijs bestuur – VO’ is sinds 2009 een formele scheiding aangebracht tussen toezicht en bestuur van onze scholengroep. De governancestructuur is ingericht op basis van het zogenaamde Two-tier model waarbij toezicht en bestuur strikt zijn gescheiden. Een Raad van Toezicht vormt hierbij het toezichthoudend orgaan.
Het organogram van de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe is in hoofdlijnen als volgt opgebouwd:
Raad van Toezicht
College van Bestuur Dhr. H. Grimmius Voorzitter
Bestuursbureau Dhr. G. Hubers Directeur
HPC Zetten Dhr. G. Beekhuizen Rector
Monitor - jaarverslag 2014
OBC Bemmel havo-vwo Mevr. R. Bloemberg Rector
OBC Bemmel vmbo-t Dhr. R. van der Wielen Directeur
i
OBC Elst Dhr. C. Lohnstein Directeur
OBC Huissen Mevr. J. Klein Willink Directeur
<
>
6
Onze scholen liggen geografisch gezien in het gebied tussen Arnhem en Nijmegen en de scholen vinden daar hun eigen voedingsgebied:
Missie “De Scholengroep Over- en Midden-Betuwe is er voor de voleerlingen in de regio. Zij biedt ambitieus onderwijs dat eisen stelt en waar ieders talent (h)erkend wordt. De scholengroep neemt een zichtbare plek in binnen de samenleving en biedt leerlingen en medewerkers veiligheid. Zo wil de scholengroep de leerlingen eigentijds en wereldwijs onderwijs aanbieden. Vanuit een solide basis biedt de scholengroep een uitdagende en dynamische leeromgeving.” Visie • Aansluiten bij onze leerlingen; • De goede positie van de scholen in een veranderende omgeving verder ontwikkelen; • Verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen; • Talent vinden en binden. Kernwaarden Met als uitgangspunten de missie en de visie van de scholengroep zijn de volgende kernwaarden naar voren gekomen: • Ambitieus. We halen eruit wat erin zit. Bij onze leerlingen, onze medewerkers, onze partners in de regio en bij elkaar. Iedereen krijgt de ruimte om te groeien. • Open. We staan voor iedereen open. Ook zijn we open naar elkaar en transparant over onze prestaties. • Veilig. We hebben oog voor elkaar en zien elkaar staan. Samen creëren we een veilige, vriendelijke sfeer waarin we leren en werken. • Gericht op samenwerking. We doen het samen. Met de vijf scholen, met collegae, met leerlingen, hun ouders en onze partners in de regio • Trots. Onze leerlingen en docenten doen fantastische dingen. We zijn vijf geweldige scholen en daar zijn we trots op.
1.2 Het strategisch perspectief In 2012 is de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe van start gegaan met het strategisch beleidsplan 2012 - 2017 (‘Kennispartner in de regio, op weg naar 2020’). Dit beleidsplan is leidend voor de strategische positionering van onze scholengroep en wordt vertaald in de schoolplannen van de scholen. Het strategisch beleidsplan getuigt van een hoog ambitieniveau. Het is een plan waarbij het uitgangspunt is om de gestelde uitdagende en prikkelende strategische doelen op onderwijskundigen bedrijfsvoering gebied, op een voor de scholengroep herkenbaar pragmatische wijze, succesvol te realiseren. In het strategisch beleidsplan zijn voor de scholengroep onderstaande missie, visie en kernwaarden benoemd.
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
7
primair onderwijs is in 2014 een bestuurlijke verkenning opgestart v.w.b. een bestuurlijke fusie met één van onze omringende basisscholen. Op basis van een succesvol vooronderzoek zullen de kansen en bedreigingen van een fusie tussen een VO-instelling en PO-instelling in 2015 verder geanalyseerd worden.
Daaraan gekoppeld werden onze ambities: • Ambitieus: Leerlingen, ouders en partners: “Het OBC en HPC zijn de beste scholen van de regio. Ze halen eruit wat erin zit”. • Uitgesproken: Leerlingen en partners: ”Dat is nou typisch OBC/HPC. Je hoort er ook zoveel over. Daar gebeurt het en daar wil ik bij horen”. • Blik op de wereld: Leerlingen: ”Ik heb hier een geweldige tijd. En met de dingen die ik leer, stap ik zo de wijde wereld in”.
De scholengroep biedt thans al goede overgangs- en aansluitingscondities met het primair onderwijs en het vervolgonderwijs. De eind 2013 gestarte digitale uitwisseling van relevante didactische gegevens tussen de primair onderwijsinstellingen en de voortgezet onderwijsinstellingen in de regio draagt daar zeker aan bij.
Strategie De strategische doelen zijn uitgewerkt in vier herkenbare domeinen. Het betreft de domeinen Onderwijs, Personeel, Financiën en Kwaliteit. Per domein en per hoofdstuk zijn de strategische doelen uit het strategisch beleidsplan over de looptijd van 2012 tot 2017 vertaald in concrete actiepunten. Periodiek wordt de voortgang van de realisatie van deze strategische doelen verantwoord aan de interne belanghebbenden en aan de toezichthouders. Onderstaande strategieën vormen de rode draad in het dagelijks handelen van de scholengroep. Doorlopende leerlijn Waar kom je vandaan? Waar ga je naartoe? Om goed aan te kunnen sluiten bij onze leerlingen streven we naar persoonlijke samenwerking met de scholen uit het primair onderwijs, hetgeen ook in het strategisch beleidsplan is benoemd: “De plannen zoals verwoord in het domein Onderwijs kunnen alleen maar gerealiseerd worden in goed overleg met de ons omringende basisscholen. Ook daar wordt de slag naar homogenisering gemaakt c.q. verder ontwikkeld. Veel van de toeleverende basisscholen zijn inmiddels al met deze onderwijsontwikkeling bezig. Met elkaar zullen we het als een normale zaak gaan beschouwen dat de leerling naar een homogene brugklas met ruime, tussentijdse doorstroommogelijkheden gaat. Dat betekent dat de onderwijskwaliteit geborgd wordt in de leerloopbaan van de leerling: PO-VO-Tertiair Onderwijs”. (H.A. Grimmius, voorzitter College van Bestuur, Strategisch Beleidsplan SgOMB, 2012-2017). In het kader van deze wens tot nauwe aansluiting met het
Monitor - jaarverslag 2014
De leerling staat centraal, de docent en medewerkers zijn cruciaal In het strategisch beleidsplan staat aangegeven dat de solide leerloopbaan van de leerling één van onze drijfveren is. De leerling staat te allen tijde centraal en de docent is, in tegenstelling tot vroeger, in dezen de zeer waardevolle passant in hun ontwikkeling maar wel van cruciaal belang. Het creëren van dit bewustzijn bij zowel de docenten als leerlingen is een voortdurend proces binnen onze scholengroep. Zowel aan leerlingen als aan docenten wordt maximale ruimte geboden zichzelf qua studie en persoonlijke ambitie te spiegelen aan de praktijk. Er worden contacten met het bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen gelegd die voldoende uitdaging bieden en passen in het leerprogramma. Zowel de organisatie als de docent bekleden hierbij een faciliterende rol. Versterken van onze positie in een veranderende omgeving In een constant veranderende omgeving is het belangrijk de positie van de scholengroep voortdurend te analyseren en zo mogelijk verder te versterken. Daarnaast is het belangrijk nauw in contact te blijven met onze horizontale- en verticale stakeholders om onze geleverde publieke meerwaarde als VO-instelling aan te tonen en te verantwoorden. In 2014 zijn in logisch vervolg op de onderwijskundige vernieuwingen van 2013, nieuwe facetten aangebracht in ons onderwijsaanbod.
i
<
>
8
Governance & code Goed Bestuur De scholengroep en de afzonderlijke scholen leggen over de wijze waarop de scholen hun doelstellingen al dan niet hebben gerealiseerd, verantwoording af aan zowel externe toezichthouders (de verticale stakeholders zoals de onderwijsinspectie) als aan leerlingen, ouders en onze medewerkers (de horizontale stakeholders). De scholengroep is zich meer dan bewust van de maatschappelijke taak en de te leveren publieke meerwaarde. Binnen het governancemodel wordt op basis van georganiseerde tegenkracht en tegenwicht verantwoording afgelegd en wordt geëvalueerd in hoeverre de gestelde (strategische) doelen zijn bereikt en zo mogelijk bijsturing behoeven. Naast de vertegenwoordiging van deze horizontale stakeholders in de medezeggenschap (MR en GMR) overleggen de directieteams met leerling- en oudergeledingen. Op bestuurlijk niveau wordt periodiek met de Raad van toezicht overlegd. De in het strategisch beleidsplan aangegeven institutionalisering van een zogenaamde omgevingsraad waarin per school relevante maatschappelijke belanghebbenden zijn vertegenwoordigd, heeft in 2014 nog geen vervolg gekregen. Dit (door de scholengroep zeer gewenst extern, horizontaal verantwoordingsplatform) zal in 2015 verder vorm gegeven gaan worden. Op deze wijze blijven- en zullen wij onze bereikte resultaten spiegelen met de belangen van onze stakeholders en menen wij op deze wijze adequaat te kunnen anticiperen op relevante veranderingen in de omgeving waarin wij als scholengroep werkzaam zijn.
Zo is bijvoorbeeld in 2014 sterk ingezet op verstrekt taalonderwijs Duits op ons vmbo-t met als reden dat onze scholen dichtbij Duitsland zijn gepositioneerd en de Euregio-gedachte steeds meer tot de verbeelding spreekt. Met ons vmbo-aanbod zijn wij ons bewust van de noodzaak integrale onderwijsprogramma’s aan onze leerlingen te bieden. Wij voegen ons qua samenstelling en inhoud van de programma’s 100% toe bij de landelijke ontwikkelingen zoals deze door de stichting Platform VMBO Intersectoraal worden ontwikkeld. We zien overigens wel een duidelijke tendens dat leerlingen mobieler zijn en niet meer per definitie kiezen voor de ‘school om de hoek’. Met bovenstaande differentiatie in ons onderwijsaanbod menen wij een breed scala aan uitdagingen te bieden aan onze huidige en toekomstige leerlingen. Daarmee proberen we onze positie binnen de regio te behouden en zo mogelijk, tegen de stroom van krimp in, uit te bouwen. Verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen Verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen: dat vindt de scholengroep belangrijk. Dat begint bij de delegatie van verantwoordelijkheden waar ze horen en waar ze het meest succesvol kunnen worden behartigd. In 2012 is formeel de drielaagsmanagementstructuur op de locaties ingevoerd. De locatieleiding is sindsdien in handen van een directieteam bestaande uit een locatiedirecteur en teamleiders. Zij zijn integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de school. Gelijktijdig met de invoering van deze structuur is ook gestart met een managementtrainingstraject. Met de ook in 2014 doorlopen training zijn de teamleiders beter gefaciliteerd om juist op managementtaken de verantwoording op zich te nemen. Halfjaarlijks vindt een evaluatie- en verantwoordingsgesprek plaats op de schoollocatie tussen de bestuurder en het directieteam. In dit gesprek wordt over de vier genoemde domeinen in het strategisch beleidsplan, welke vertaald zijn in het schoolplan, door het directieteam gerapporteerd.
Monitor - jaarverslag 2014
Ten aanzien van de 12 uitgebrachte organisatie adviezen door de ‘Commissie Goed bestuur’ (“Een lastig gesprek”, Halsema F., september 2013, p.25) constateren wij eind 2014 dat op een tweetal adviezen voor de scholengroep nog meerwaarde te behalen is. Dit betreffen advies nummer 2 inzake het meervoudig publiek verantwoorden middels een omgevingsraad, en het advies 9 dat schatkistbankieren als gewoonte moet gelden. Aan beide thema’s wordt in het jaar 2015 verder gestalte gegeven. Ook is de constatering dat de overige adviezen van de Commissie Halsema inmiddels zijn ingebed in onze organisatiestructuur.
i
<
>
9
Samenwerking Wageningen University eerste opstap zijn naar onderzoek. Voor de leerlingen is een practicum in een laboratorium uitvoeren een mooie manier om kennis met het wetenschappelijk vervolgonderwijs te maken. Wij beschikken niet over deze faciliteiten, de universiteit wel. Wageningen University zet hun studenten weer in om onze leerlingen te begeleiden. Zij doen, in samenhang met studiepunten, ervaring op. Voor zowel onze school als voor de universiteit een voordeel dus.”
Samenwerking met: Voornamelijk HPC Zetten Uiting van de samenwerking: Food Valley Netwerk, bijscholing docenten, rectorenoverleg, docentenontwikkelteams, JCT (Junior Consultancy Training), ondersteuning voor leerlingen bij profielwerkstukken, onderwijscongressen, beeldvorming vervolgonderwijs voor ouders en leerlingen. Doel: Samen aan de ontwikkeling van hoger opgeleide, innovatieve en creatieve mensen werken d.m.v. een goede aansluiting tussen het voortgezet onderwijs en het wetenschappelijk vervolgonderwijs.
Het pad dat we als scholengroep samen bewandelen is uitgezet aan de hand van onze missie, visie en kernwaarden. Samen streven we tijdens onze tocht naar ‘die uitdagende stip op de horizon’: ambitieus onderwijs bieden aan leerlingen in een open en veilige leeromgeving. Samenwerking is een belangrijke kernwaarde bij deze reis, want samen bereik je immers meer dan alleen. Met vele organisaties werken we als scholengroep samen. Van basisscholen, collega VO-scholen, vervolgonderwijs, (regionale) bedrijven, verenigingen tot gemeenten en goede doelen. Deze samenwerkingspartners leveren een belangrijke bijdrage aan het succes van de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe.
Voordelen voor de vo-leerlingen Wageningen University biedt bovenbouwleerlingen van
Monitor - jaarverslag 2014
i
Wageningen University steekt veel tijd en energie in de samenwerking met het voortgezet onderwijs. Het imago wordt verstevigd, de inschrijvingen nemen toe en de uitval bij de eerstejaarsstudenten neemt af. Jeroen Sijbers, projectleider Wageningen University, begeleidt de projecten rondom het VO. “We willen gezamenlijk onze jongeren opleiden om problemen in de toekomst aan te kunnen pakken. Gezamenlijk kunnen we veel makkelijker inspelen op veranderingen. Er zijn een aantal docenten bij het HPC Zetten die zelf lesmateriaal ontwikkelen en op die manier bijdragen aan het brengen van nieuwe kennis in de klas. Zo heeft bijvoorbeeld Netty van Marle een practicum ontwikkeld waarbij plastics uit zetmeel gemaakt kunnen worden. Een innovatie waarmee betekenisvol onderwijs ontstaat,” aldus Jeroen.
Ook docenten profiteren van de samenwerking Vanuit Wageningen University wordt speciale bijscholing (Teacher Academy Wageningen) geboden voor onderwijzend personeel van het HPC. Vanuit het HPC wordt veel gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. “De onderwerpen spelen in op de ontwikkelingen van de examenprogramma’s, dat is erg goed. We zijn blij dat veel docenten hier gebruik van maken,” aldus Marja.
Toekomstplannen Kenmerkend voor de samenwerking is maatwerk. De universiteit houdt nauwlettend in de gaten waar behoefte aan is op het voortgezet onderwijs. Momenteel wordt er bijvoorbeeld dieper in gegaan op onderzoeksvaardigheden. ”HPC Zetten neemt sinds kort deel aan het ondersteuningstraject waarbij we samen met hun docenten onderzoeksvaardigheden bij leerlingen willen stimuleren. Dat staat nog in de kinderschoenen. Het aanleren van onderzoeksvaardigheden vergt meer en meer een coachende rol van de docenten,” citeert Jeroen.
Naast diverse (bij)scholingsmogelijkheden zijn er ook nog de docentenontwikkelteams. Vakdocenten van het voortgezet onderwijs werken samen met de universiteit zeer intensief aan de ontwikkeling en verbetering van lesmateriaal. In een jaar tijd ontwikkelen zij compleet, nieuwe lesprogramma’s. Deze worden vervolgens uitvoerig getest en geëvalueerd. Een echte win-win situatie Niet alleen de leerlingen en de docenten van het HPC profiteren van de samenwerking. Ook de studenten van de universiteit hebben er voordeel bij. Geregeld lopen er studenten stage bij het HPC. Daarnaast worden er projecten, workshops en andere activiteiten door studenten verzorgd.
Dat de samenwerking met Wageningen University nog enige tijd voortgezet zal worden mag duidelijk zijn. De doorlopende leerlijn wordt verstevigd en velen profiteren hiervan. Marja: “We zijn uitermate tevreden met deze samenwerking. Eén collega is momenteel toegetreden tot de stuurgroep en een andere collega is bezig met de voorbereidingen van een nieuwe congres. Onze leerlingen komen veel op Wageningen University en er is oneindig veel mogelijk, echt geweldig. Alles is erop gericht om het onderwijs naar een hoger niveau te tillen, een prachtig uitgangspunt, toch?”
Ook OBC Bemmel heeft contact met Wageningen University op dit gebied. De afgelopen periode heeft deze samenwerking geresulteerd in profiel gerelateerde workshops in de activiteitenweek voor 5 (tweetalig)vwo-leerlingen, verzorgd door de studenten. Daarnaast heeft de universiteit tijdens de voorlichtingsavond voor ouders van 5 (tweetalig)vwo-leerlin-
<
>
11
Samenwerking
het vwo de mogelijkheid alvast te proeven aan het wetenschappelijk onderwijs. Dit gebeurt middels het programma Junior Consultancy Training (JCT). Vwo-leerlingen werken drie maanden in multidisciplinaire teams aan vaak zeer uitdagende, projecten. Naast het JCT-project biedt Wageningen University vwoleerlingen steun bij het maken van profielwerkstukken. Onder begeleiding van enthousiaste studenten krijgen de leerlingen van onder andere het HPC hulp bij de opzet van het profielwerkstuk. Naast deze begeleiding organiseren zij ook workshops op de campus en kunnen vwo-leerlingen practica uitvoeren. Marja van Kemenade, directielid HPC Zetten en zeer nauw betrokken bij de samenwerking met Wageningen University: “Het profielwerkstuk moet de
Op vele fronten samenwerken Wageningen University is een belangrijke samenwerkingspartner voor het HPC te Zetten. Op vele gebieden wordt samengewerkt in het belang van leerlingen, studenten en medewerkers. ‘De krachten bundelen en van elkaar leren’, is het motto. In 2010 heeft het HPC Zetten het Food Valley Netwerk convenant getekend. Dit onderwijsnetwerk is een initiatief van het Bètasteunpunt van de Wageningen University en zorgt voor vele vooruitstrevende projecten en samenwerkingsgroepen waarbij het verbeteren van het onderwijs centraal staat.
gen een deel van het programma over studiekeuze verzorgd.
1.3 Maatschappelijke betrokkenheid
Talent vinden en binden Het binden en boeien van personeel: dat zijn blijvende uitgangspunten van het personeelsbeleid van de scholengroep. Talenten en (specifieke) kwaliteiten van onze professionals worden benut en onze scholengroep streeft ernaar te allen tijde een professioneel werkklimaat te realiseren waar onze medewerkers zich professioneel verder kunnen ontwikkelen. Uitgaande van ‘een leven lang leren’ hebben we ons gericht op adequate scholing van het personeel en worden de faciliteiten aangereikt om de professionele ontwikkeling van onze medewerkers, zowel OP als OOP, te stimuleren. In 2014 is nadrukkelijk gekeken naar de beschikbare bevoegdheden van OP’ers en de ondersteuning die de scholengroep nog moet bieden om de professional voor de klas nog beter voor zijn taak toe te rusten.
Wij zijn als scholengroep een maatschappelijke onderneming. Wij zijn ons bewust van de voorbeeldfunctie die wij hebben in de lokale gemeenschap. Vanuit dit besef streven wij dan ook naar een verdere verduurzaming van onze bedrijfsvoering en het maatschappelijk verantwoord ondernemen, waarbij wij ons steentje bijdragen aan de ontwikkeling van de (lokale) gemeenschap. Ten aanzien van een gezonde exploitatie in financiële zin worden er ook beslissingen genomen die in principe uitgaan van een levensduurbenadering. Op het gebied van duurzaamheid is onze scholengroep actief op de gebieden energie, duurzame inkoop, gezonde schoolcatering, arbeidsvoorwaarden, mobiliteit, afval en verminderen papierverbruik. Duurzaamheid is een belangrijk item bij de (ver)bouwactiviteiten op onze locaties.
Belangrijke ingrediënten van ons IPB (Integraal Personeel Beleid) zijn: elkaar aanspreken (met elkaar en niet over elkaar spreken), een veilige werksfeer creëren, respect voor elkaar hebben, de lat hoog leggen en loopbaanwensen serieus nemen. Medio 2014 is gestart met een intern welzijnsonderzoek met als doel een goed beeld te krijgen van de eventuele belemmeringen die er zijn om als professional goed tot je recht te kunnen komen. Het onderzoek zal ons ook een beeld geven van de uitdagingen die er liggen om een maximaal werkklimaat te creëren waarin zowel de medewerker als de leerling kunnen floreren. Dit onderzoek loopt door gedurende het jaar 2015.
Zo worden succesvolle verbindingen gelegd tussen de accommodatiebehoeften in de leefomgeving van onze scholen en de mogelijkheden die onze scholen daartoe kunnen bieden. Hierbij worden trajecten verkend zoals de combinatie van mediatheek met openbare bibliotheken en het ter beschikking stellen van onze aula’s voor theater- of uitvoeringsgerichte activiteiten. Onze scholengroep staat dan ook midden in de maatschappij: • Zo stelt HPC Zetten al enige jaren wekelijks de aula beschikbaar voor een kerkdienst van de baptisten geloofsgemeenschap. In 2014 stelde het HPC ook het gebouw ter beschikking voor maatschappelijke activiteiten, zoals de Innovatie- en Inspiratiebeurs 2014 met André Kuipers. • OBC Bemmel profileert zich door de aula open te stellen voor activiteiten voor de in Bemmel aanwezige verenigingen zoals een repetitieruimte voor jazzballet, een koor, een lokale kinderkledingbeurs en carnavalsactiviteiten.
In control Binnen het onderwijs is ‘in control’ zijn of komen een bekend credo. In 2014 zijn wij erin geslaagd de goede controlbasis van 2013 te continueren. Het continu verbeteren van de interne financiële transparantie en het scherper koersen op een beheersbare kostenstructuur en inzet van menskracht, hebben zeer zeker bijgedragen aan het beheersbaar omgaan met de toegekende middelen. Wij mogen en kunnen constateren dat er sprake is van een beheersbaar intern (financieel) proces.
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
12
Daarnaast wordt de aanwezige sporthal gedurende de avond- en weekenduren beschikbaar gesteld voor lokale sportverenigingen die wegens ruimtegebrek elders geen activiteiten kunnen ontplooien. • OBC Bemmel organiseert succesvolle uitwisselingprogramma’s met scholen in Zuid-Afrika. • Elk jaar organiseert OBC Huissen een goede doelen actie. Deelname aan Serious Request is een terugkerende actie. Daarnaast bieden leerlingen van OBC Huissen ondersteuning bij onder andere sportdagen van het basisonderwijs en de Huissense straatspeeldag. • Binnen OBC Elst krijgt de maatschappelijke betrokkenheid gestalte door deelname aan goede doelen, acties en betrokkenheid bij maatschappelijke activiteiten zoals Alpe d’Huzes, ondersteuning van een ziekenhuis in Tanzania, de schoenendoosactie voor de voedselbank, Serious Request en via de maatschappelijke stages van de leerlingen. Tot slot wordt de gymzaal opengesteld voor activiteiten in de buurt. • OBC Huissen, OBC Elst en HPC Zetten hebben in hun onderwijsprogramma de maatschappelijke stage behouden omdat ze het belang van vrijwilligerswerk onderkennen voor de (lokale) gemeenschap.
Landelijke klachtencommissie In 2014 zijn er in totaal een drietal krachten ingediend bij de landelijke klachtencommissie katholiek onderwijs, waarna vervolgens adviezen zijn uitgebracht door het GCBO (de geschillencommissies bijzonder onderwijs). Het betrof een advies inzake een klacht over de toelatingsprocedure en een advies over de keuze van één van de scholen om een leerling niet te laten deelnemen aan (een niet-klassikale buitenlesactiviteit) een buitenlandreis. Beide klachten zijn door de commissie ongegrond verklaard. Een derde advies betrof een advies over een klacht van ouders inzake adequate informatie van een docent over de prestaties van hun kind en het eindadvies doubleren of afstromen naar een lager niveau. De klacht is v.w.b. het in gebreke blijven op het gebied van een adequate docent – ouder communicatie, gegrond verklaard. De door de commissie afgegeven adviezen zijn binnen de organisatie opgevolgd. Interne commissie van beroep voor de examens In 2014 zijn twee klachten ingediend bij de interne commissie van beroep voor de examens. Beide klachten zijn met een voor de betrokkenen afdoende resultaat afgehandeld. Het betrof één klacht over de afwezigheid van ondersteunende apparatuur tijdens een examen aan een leerling met dyslexie. De klacht is ontvankelijk verklaard en de scholengroep heeft op basis van het advies van de commissie de interne procedures voor wat betreft het vroegtijdig afstemmen van de behoefte aan technische ondersteuning bij examens aangescherpt.
1.4 Klachten Het beleid van de scholen ten aanzien van klachten is deels wettelijk, deels door de scholengroep bepaald. Mocht men een klacht hebben over een activiteit van één van onze scholen, dan kan men in eerste instantie terecht bij de mentor, de teamleider en/of directeur van de school. Als de aard van de klacht een andere afhandeling vereist, dan kan men zich wenden tot één van de vertrouwenspersonen. Indien de klachten niet op schoolniveau naar tevredenheid kunnen worden afgehandeld, dan bestaat conform de interne procedure een escalatiemogelijkheid naar bestuurlijk niveau. Elke onderwijsinstelling is wettelijk verplicht zich aan te sluiten bij een externe klachtencommissie. De scholengroep is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie katholiek onderwijs.
Monitor - jaarverslag 2014
Een tweede klacht betrof een al dan niet correct door de ouders gemelde afmelding van een leerling bij een interne toets op school. De klacht is door de commissie op grond van een ruim te late melding van het voorval door de ouders als niet ontvankelijk beoordeeld. Desalniettemin is in goed overleg met de ouders van de leerling de klacht naar tevredenheid afgehandeld.
i
<
>
13
Hoofdstuk 2 Onderwijs
door het ontwikkelen van projectonderwijs. • Voortzetten van het interne professionaliseringstraject voor de benoemde teamleiders van de locaties. • Start van een zogenaamd ‘kweekvijvertraject’ ofwel ontwikkeltraject voor ambitieuze docenten die willen doorgroeien op managementgebied. • Vernieuwing MavoPLUS programma in OBC Elst. • Doorontwikkeling ICT-beleid middels een nieuw toekomstgericht ICT beleidsplan. • Op HPC Zetten is het profiel Sport- en Kunst & Cultuur profiel volledige geïmplementeerd in alle leerwegen met vervolg mogelijkheden in de hogere leerjaren van de school.
2.1 Investeren in onderwijs In het strategisch beleidsplan 2012-2017 is de koers uitgezet naar meer ‘opbrengstgericht’ werken. Als specifieke thema’s zijn benoemd: een doorlopende leerlijn, een duidelijke en herkenbare positionering van onze scholen door het aanbieden van onder meer gedifferentieerde leerlijnen en intersectoraal vmbo onderwijs. In het jaar 2014 zijn hiertoe op onderwijskundig gebied onderstaande acties ingezet en gerealiseerd: • Homogenisering van de brugklassen. Voor wat betreft OBC Bemmel heeft dit, verdeeld over twee locaties, geresulteerd in een specifieke vmbo, havo en vwo leerlijn. • Op de overige locaties van de scholengroep is nadrukkelijk gekeken naar een verbeterde aansluiting onderbouw – bovenbouw, vooral gericht op de doorlopende leerlijnen. • Doorontwikkeling van beleidsplannen om reken- en taalvaardigheid te verbeteren. • Met het oog op de invoering van passend onderwijs: intensivering van de regionale samenwerking op dit gebied. • Vormgeven en bewaken van de onderwijstijd en lesuitval. • Verder ontwikkelen en borgen van directiestructuur (directeur en teamleiders) op de schoollocaties. • Meer planmatig werken (Plan-Do-Check-Act) aan de bewaking en verbetering van kwaliteit. • Aandacht voor de prestaties van de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde (i.v.m. slaag- zakregeling en overgangsnormen). • Ontwikkeling van de talentenprogramma´s en onderwijs op maat. Op OBC Bemmel is gestart met de Sportklas havo, vmbo Lifestyle, International Business College in havo 4, en het inzetten op versterkt talenonderwijs (VTO) Duits op het vmbo. • Versterken van het vwo-profiel op OBC Bemmel, o.a.
Monitor - jaarverslag 2014
2.2 Onderwijstijd Gerealiseerde onderwijstijd Ook in 2014 is op uniforme wijze, via een vast format, door elke school per leerjaar een berekening gemaakt van de geplande- en de gerealiseerde onderwijstijd. Hierin wordt aangegeven: het aantal geplande lessen, inclusief de verwachte uitval en de extra onderwijstijd als gevolg van projecten, excursies, kampen, werkweken, culturele activiteiten, internationale uitwisselingen, sportieve evenementen, etc. In de geplande onderwijstijd is rekening gehouden met lesuitval. De gerealiseerde onderwijstijd voldoet aan de normen. Ten behoeve van een strakke planning van lesuren en taken in het OP-domein, gebruikt elke school het programma FOLETA.
i
<
>
14
2.3 Onderwijsprestaties De examenresultaten van de scholen zijn over het schooljaar 2013-2014 (examens 2014) als volgt weer te geven. HPC Zetten 2013-2014 Afdeling
VWO
OBC Elst 2013-2014 HAVO
TL
KBL
BBL
TOTAAL
Afdeling
HAVO
TL
TOTAAL
Kandidaten
34
60
82
46
19
241
Kandidaten
60
68
128
Geslaagd
32
47
76
39
19
213
Geslaagd
45
63
108
94%
78%
93%
85%
100%
88%
75%
93%
84%
% geslaagden school
% geslaagden school
OBC Bemmel 2013-2014 Afdeling
15
OBC Huissen 2013-2014
VWO
HAVO
TL
TOTAAL
Afdeling
GL
KBL
BBL
TOTAAL
Kandidaten
95
150
104
349
Kandidaten
21
102
76
199
Geslaagd
89
125
104
318
Geslaagd
19
98
74
191
94%
83%
100%
91%
91%
96%
97%
96%
% geslaagden school
% geslaagden school
Bevorderingen Dit betreft de bevorderingen ter afsluiting van het schooljaar 2013-2014. Leerjaar
HPC Zetten bevorderingen 2013-2014 Lln
%
Totaal Lln
OBC Bemmel bevorderingen 2013-2014 Lln
%
Totaal Lln
OBC Bemmel bevorderingen 2013-2014 Lln
%
Totaal Lln
OBC Elst bevorderingen 2013-2014 Lln
%
Totaal Lln
OBC Huissen bevorderingen 2013-2014 Lln
Brugjaar 1
245
99%
248
111
99%
112
236
96%
246
137
100%
137
160
Brugjaar 2
196
94%
209
91
95%
96
256
94%
273
129
99%
130
VMBO GL3
%
Totaal Lln
99%
161
184
97%
189
22
100%
22
VMBO KBL3
50
96%
52
105
99%
106
VMBO BBL3
22
100%
22
80
91%
88
VMBO T3
94
96%
98
3 HAVO
56
100%
56
118
4 HAVO
68
82%
83
170
3 VWO
34
100%
34
113
4 VWO
25
96%
26
97
90%
120
5 VWO
36
86%
42
65
96%
108
Monitor - jaarverslag 2014
99
84%
118
i
78
98%
80
136
42
100%
42
87%
136
59
100%
59
94%
196
87%
<
>
16
2.4 Toelatingsbeleid
De procedure in hoofdlijnen: 1. Volledig invullen adviesformulier door het primair onderwijs. 2. De ouders leveren het aanmeldingsformulier, het adviesformulier en eventuele aanvullende informatie in bij een school voor VO. 3. De VO-school vraagt digitaal (via Overstap Service Onderwijs) het overstapdossier, waaronder het onderwijskundig rapport en eventuele bijlagen (bijvoorbeeld het ontwikkelingsperspectiefplan) op bij de basisschool. 4. Vanaf het moment dat de school voor voortgezet onderwijs het aanmeldingsformulier, het adviesformulier en het overstapdossier in bezit heeft is de leerling aangemeld. 5. De VO-school plaatst de leerling of gaat op zoek naar een goede onderwijsplek.
Voor specifieke aspecten van het toelatingsbeleid per school verwijzen wij u graag naar gedetailleerde informatie (via website of schoolgids) van de school. De belangrijkste, gezamenlijke uitgangspunten zijn: • Wij achten het van belang de leerling vanaf het eerste leerjaar op een zorgvuldige wijze te determineren. OBC Bemmel heeft daartoe een specifieke keuze gemaakt voor één doorlopende leerlijn vmbo, havo en vwo met homogene klassen. Tussentijdse op- en afstroom is wel mogelijk. • Het advies van de basisschool is leidend bij de plaatsing. De cito-score werd in 2014 voor het laatst gebruikt om het advies te ondersteunen. De mening en wens van de ouders over de plaatsing in een bepaalde afdeling moet via de basisschool worden ingebracht. Deze inbreng kan alleen gewogen worden door iemand die de betreffende leerling kent. De school gaat er daarom vanuit dat dit is meegenomen in het advies van de basisschool. • De gehanteerde procedure is regionaal afgestemd. Datzelfde geldt voor de toelating in havo 4.
Monitor - jaarverslag 2014
2.5 Aantal leerlingen De ontwikkeling van de leerlingenaantallen per school gesplitst naar totaal, LGF-leerlingen (leerlingen die een leerlinggebonden financiering (LGF) ontvangen) en leerlingen met een OPP (ontwikkelingsperspectief) en LWOOleerlingen (leerlingen die leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) volgen), kan als volgt worden weergegeven:
i
<
>
Totaal leerlingenaantal inclusief LGF-leerlingen/leerlingen met OPP en LWOO-leerlingen School
Totaal leerlingenaantal per 01-10-2014
Totaal leerlingenaantal per 01-10-2013
Totaal leerlingenaantal per 01-10-2012
Totaal leerlingenaantal per 01-10-2011
Totaal leerlingenaantal per 01-10-2010
Totaal leerlingenaantal per 01-10-2009
HPC Zetten
1.082
1.075
1.041
1.050
1.115
1.143
OBC Bemmel De Heister
1.396
1.407
1.297
1.285
1.239
1.168
OBC Bemmel Essenpas
447
438
622
646
648
662
OBC Elst
612
581
561
526
477
446
OBC Huissen
791
773
780
771
689
656
4.328
4.274
4.301
4.278
4.168
4.075
Scholengroep Overen Midden-Betuwe
LGF-leerlingen/ leerlingen met OPP School
Totaal aantal leerlingen met OPP per 01-10-2014
Totaal aantal LGF-leerlingen per 01-10-2013
Totaal aantal LGF-leerlingen per 01-10-2012
Totaal aantal LGF-leerlingen per 01-10-2011
Totaal aantal LGF-leerlingen per 01-10-2010
Totaal aantal LGF-leerlingen per 01-10-2009
HPC Zetten
13
13
13
19
26
25
OBC Bemmel De Heister
11
11
14
13
10
7
OBC Bemmel Essenpas
4
4
2
7
7
6
OBC Elst
14
9
12
12
7
7
OBC Huissen
26
12
14
16
15
15
Scholengroep Overen Midden-Betuwe
68
49
55
67
65
60
Totaal aantal LWOO-leerlingen per 01-10-2014
Totaal aantal LWOO-leerlingen per 01-10-2013
Totaal aantal LWOO-leerlingen per 01-10-2012
Totaal aantal LWOO-leerlingen per 01-10-2011
Totaal aantal LWOO-leerlingen per 01-10-2010
Totaal aantal LWOO- leerlingen per 01-10-2009
147
135
108
99
109
109
OBC Bemmel De Heister
0
0
0
0
0
0
OBC Bemmel Essenpas
0
0
0
0
0
0
OBC Elst
0
0
0
0
0
0
406
380
352
345
259
244
553
515
460
444
368
353
LWOO-leerlingen School
HPC Zetten
OBC Huissen Scholengroep Overen Midden-Betuwe
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
17
2.6 Leerlingenzorg
Binnen de scholen wordt aan de leerling zoveel mogelijk passende ondersteuning/begeleiding aangeboden. De ondersteuning/begeleiding vindt plaats op een aantal verschillende zorgterreinen. Zo zijn er onder andere leerlingen met leerproblemen, sociaal-emotionele problemen, gedragsproblemen, fysieke problemen of psychische problemen.
Ondersteuningsbeleid Het ondersteuningsbeleid (zorgbeleid) focust zich op: • integratie van ondersteuning in het onderwijs, o.a. door het scholen van docenten op ondersteuning in reguliere lessen; • verbeterde absentieregistratie en –afhandeling; • inzet van een verzuimcoördinator; • formeel certificaat Zorg Advies Team (ZAT) voor OBC Huissen en OBC Elst; • invoering passend onderwijs en het opstellen van de schoolondersteuningsprofielen; • bewaken kwaliteitszorg- en adviesteams. Een audit op de kwaliteit hiervan heeft plaats gevonden door het samenwerkingsverband; • ondersteunen van docenten bij het bieden van begeleiding in de les bij leerlingen die dat nodig hebben (bijvoorbeeld bij gedragsproblematiek, handicaps etc.).
Werkwijze De ondersteuning aan de leerling vanuit de school start vaak bij de mentor. Deze kan een ondersteuningsbehoefte binnen de school inbrengen bij het zorgteam, het zorgen adviesteam (ZAT), de zorgcoördinator of bij specifieke interne specialisten op het gebied van zorg. Behalve de interne medewerkers zijn voor alle scholen ook externe hulpverleners beschikbaar. Bijvoorbeeld bureaus voor ambulante hulpverlening, jeugdzorg en de time-out- en reboundvoorzieningen. Basis voor de ondersteuning is vaak het opgestelde handelingsplan, oftewel het ontwikkelingsperspectief (OPP) van de leerling. Zorg op maat Binnen de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe bestaat een gezamenlijk zorgbeleid/ondersteuningsbeleid. Daarnaast hebben de scholen een redelijke vrijheid om een eigen zorgen ondersteuningsbeleid te voeren. Doel is om de leerlingen begeleiding en ondersteuning op maat te bieden, zodat hun persoonlijke leer- en ontwikkelproces optimaal verloopt. Zorgontwikkeling Belangrijke ontwikkelingen in het zorgbeleid zijn: • constante inzet van remedial teaching en de zorgcoördinator; • aandacht voor signaleren van leerlingen met depressieve kenmerken; • werken aan integratie van zorg/ondersteuning in de klas door gericht met (groeps)handelingsplannen te werken; • aandacht voor kwaliteit d.m.v. evaluatie van de verleende zorg;
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
18
• aandacht voor de negatieve effecten van pesten op school d.m.v. een pestprotocol; • aanbieden van zorgprogramma’s als: rots en water training, Playing for Succes, cursussen via Centrum Jeugd en Gezin (CJG); • ontwikkeling van passend onderwijs m.b.t. de invoering van ontwikkelingsperspectieven i.p.v. handelingsplannen.
19
Het ondersteuningsbeleid is binnen de scholen gestructureerd verweven met het onderwijsbeleid. Interne zorglijnen zijn zichtbaar en gecoördineerd. Samenwerkingsverbanden met externe (specialistische) organisaties worden verder geïntensiveerd en de scholing van interne medewerkers wordt uitgebreid. Dit alles is ook noodzakelijk, want we zien de zorgverlening aan leerlingen niet alleen toenemen, maar ook steeds specifieker worden.
kiezen voor een sport of kunst en cultuurprofiel. Hiermee wordt ingespeeld op de interesse en het talent van de individuele leerling. Jeugdzorg via gemeente Vanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor het regelen van lichte zorg, ondersteuning, jeugdzorg en het begeleiden naar werk voor mensen met een (arbeids)beperking. Huisartsen, jeugdartsen op school, medisch specialisten en medewerkers van het loket Samenleven van de gemeente mogen doorverwijzen naar alle vormen van jeugdzorg.
Recht doen aan talent & ambitie Naast bovenstaande ondersteuning en begeleiding wordt er ook aandacht besteed aan de ontwikkeling van leerlingen die wat extra’s kunnen en willen. Deze vorm van excellentie komt onder andere naar voren in de KWT-uren (KeuzeWerkTijd) op OBC Elst, waarbij leerlingen extra uitdaging en leerstof aangeboden krijgen. Daarnaast beschikt OBC Elst over het MavoPLUS programma, dat leerlingen voorbereidt op een succesvolle doorstroom van mavo naar havo. OBC Bemmel biedt de leerling extra uitdaging, onder andere door de talentenprogramma’s en het Tweetalig onderwijs. De verschillende programma’s zijn zo opgebouwd dat de leerlingen de kans krijgen om het beste uit zichzelf te halen. OBC Huissen biedt een topklas aan bij de richting Metaal en voor de bovenbouwleerlingen wordt bij de richting SDV en de gemengde leerweg een extra vak aangeboden. Het HPC Zetten biedt haar vwo-leerlingen het Engels-plus programma. Hiermee kunnen de leerlingen een erkend Cambridge-diploma behalen. Daarnaast kunnen onderbouwleerlingen op het HPC
Monitor - jaarverslag 2014
Er zijn zes Sociale Kernteams in de gemeente Overbetuwe. Dit zijn teams van beroepskrachten samen met dorps- of buurtbewoners. Anticiperend op de decentralisatie van de jeugdzorg, is binnen de Scholengroep Over- en MiddenBetuwe een signaleringsstructuur opgezet. Voor leerlingen met een hulpvraag, kunnen ouders in principe zelf contact opnemen met een Sociaal Kernteam of met de gemeente waarin zij wonen. Ook is het mogelijk om een hulpvraag van een leerling met toestemming van ouder(s) en/of verzorger(s) in het Zorg Advies Team (ZAT) te bespreken. Een medewerker van het loket Samenleven van de gemeente Overbetuwe is ook onderdeel van het team van experts van het ZAT.
i
<
>
Samenwerking HAN
Samenwerking met: Gehele scholengroep Uiting van de samenwerking: Kennispartner, Samenwerkingsschool, ondersteuning loopbaanoriëntatie voor leerlingen, uitwisselingen met studenten en leerlingen, ondersteuning profielwerkstukken, iXperium ICT-ontwikkeling, etc. Doel: Intensiveren, verbeteren van de aansluiting tussen het voortgezet onderwijs en het hoger beroepsonderwijs. Van elkaar leren en samen het onderwijs naar een hoger niveau tillen.
Het pad dat we als scholengroep samen bewandelen is uitgezet aan de hand van onze missie, visie en kernwaarden. Samen streven we tijdens onze tocht naar ‘die uitdagende stip op de horizon’: ambitieus onderwijs bieden aan leerlingen in een open en veilige leeromgeving. Samenwerking is een belangrijke kernwaarde bij deze reis, want samen bereik je immers meer dan alleen. Met vele organisaties werken we als scholengroep samen. Van basisscholen, collega VO-scholen, vervolgonderwijs, (regionale) bedrijven, verenigingen tot gemeenten en goede doelen. Deze samenwerkingspartners leveren een belangrijke bijdrage aan het succes van de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe.
Monitor - jaarverslag 2014
i
en het Kenniscentrum Kwaliteit van leren van de HAN met het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs in de regio Arnhem en Nijmegen. SgOMB is aangesloten bij het onlangs gestarte iXperium Nijmegen. Charles Lohnstein, directeur OBC Elst en nauw betrokken bij deze samenwerking: “We willen als scholengroep, ICT steeds effectiever inzetten in het onderwijs. Bijvoorbeeld bij de individuele leerlijn van leerlingen, daar kan ICT een belangrijk onderdeel van uit maken. We constateren bij het maken van vragen geregeld verschillen in niveaus. Met vragen op papier kan je hier voor de leerling minder snel en gemakkelijk een verdieping/extra uitdaging in geven. Met de inzet van ICT is dat wel mogelijk en kunnen we dus veel efficiënter maatwerk leveren.”
Van 1 op 1 tot een groot netwerk De beschrijving van de samenwerking HAN en SgOMB is zeer divers en uitgebreid. Deze varieert van ‘1 op 1’ tot een samenwerking in een platform, netwerk etc. Een voorbeeld van een rechtstreekse samenwerking is het ‘Netwerk Van Leerling naar Student’ (VLS). Deze samenwerking, inmiddels tweede jaar gaande, heeft als doel de aansluiting van het OBC naar de HAN te verbeteren op het terrein van studiebegeleiding en studiekeuze. Wouter Lepp, teamleider havo OBC Bemmel: “De samenwerking is met name gericht op het slaan van een brug tussen het voortgezet onderwijs en het hoger beroepsonderwijs. De focus ligt hierbij op de leerling. Wat heeft een leerling nodig? Waar is behoefte aan? Je kunt prachtige beelden geven van diverse opleidingen maar het is belangrijker dat de leerlingen er een gevoel bij krijgen. We hebben dit vorm kunnen geven via bijvoorbeeld het IBC-Programma (International Business College), waar leerlingen twee blokken college lopen op de HAN. Onderwerpen zijn marketing, bedrijfseconomie en hbo-studievaardigheden. We zijn trots op deze vorm van samenwerking met de HAN.”
Régie Driessen, Programmamanager Samenwerkingsverbanden HAN ILS, springt hier in een reactie op in: “Eén van de ambities van HAN ILS is om samen met het scholenveld en het Centre of Expertise op het thema ‘Omgaan met verschillen’, ICT-rijke onderwijsleerarrangementen te ontwikkelen. Onderwijsleerarrangementen die aansluiten bij vraagstukken uit het onderwijs van de scholengroep en waarin docenten van de scholengroep, lerarenopleiders van HAN ILS en onderzoekers van het Centre of Expertise van de HAN samenwerken. Een samenwerking om het beste onderwijs in de regio te realiseren.” Blijven werken aan verbetering De samenwerking reikt verder dan bovenstaande voorbeelden. Zeker gezien de omvang van de scholengroep en de HAN. Nieuwe samenwerkingen worden nog steeds aangegaan en oude worden gestabiliseerd en/of verbeterd. Wouter Lepp, OBC Bemmel: “We evalueren met vaste regelmaat met de HAN over uitstroomgegevens en het rendement. 80% van onze 5 havoleerlingen gaat immers naar de HAN. Gelet op het studierendement doen wij het als OBC Bemmel relatief goed t.o.v. vergelijkbare, leverende scholen. Maar ik blijf erbij dat het beter kan! Iedere leerling die terugvalt, switched of stopt op het hoger beroepsonderwijs is er 1 teveel. Daar moeten we gezamenlijk als scholengroep en het vervolgonderwijs hard voor werken om dat zo min mogelijk voor te laten komen.”
De contacten met de HAN zijn, zoals genoemd niet altijd direct, maar krijgen ook vorm in netwerken, een platform en andere overlegorganen. OBC Bemmel, OBC Elst en HPC Zetten zijn bijvoorbeeld lid van het regionale platform VO-HO. Het doel? Een optimale aansluiting realiseren tussen het voortgezet onderwijs en het hoger onderwijs. iXperium, het onderwijs van morgen Via de werkgroep ICT heeft de scholengroep contact met het vooruitstrevende samenwerkingsverband iXperium van de HAN. Het iXperium/Centre of Expertise Leren met ICT is een samenwerkingsverband van de lerarenopleidingen (ILS)
Monitor - jaarverslag 2014
21
i
<
>
Samenwerking
opleiden’. Dit houdt onder andere in dat de SgOMB-scholen altijd een afgesproken aantal stageplekken voor studenten aanbiedt. En omgekeerd dat het ILS een afgesproken aantal studenten op de scholengroep plaatst om ervaring op te doen in het lesgeven. Dit zijn begeleide stages voor 1ste, 2de en 3dejaars studenten en zelfstandige eindstages voor 4dejaars studenten. Anne van Duuren, Instituutsopleider (IO) HAN ILS is een belangrijke schakel bij deze samenwerking: “Dit is het tweede schooljaar dat ik op alle locaties van de SgOMB kom als instituutsopleider. Ik ben zeer onder de indruk van de collega’s met wie ik samenwerk in het opleidingsteam, de schoolopleiders. De betrokkenheid bij het opleiden van nieuwe collega’s is groot en daarnaast willen zij zelf ook verder professionaliseren op het gebied van begeleiden. Ik waardeer de kansen die de scholengroep biedt aan studenten. Studenten geven zelf aan in evaluaties dat
Een leerplek voor de toekomstige docent Eén van de grootste samenwerkingspartners van de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe is de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Deze samenwerking is ontstaan vanuit een tweezijdig perspectief. De scholengroep is een goede leerplek voor de HAN-studenten en de HAN kan weer veel betekenen voor de SgOMB-leerlingen op het gebied van de voorbereiding op het vervolgonderwijs. Uiteraard zorgt de HAN ook deels voor de aanwas van nieuwe docenten. De scholengroep heeft sinds augustus 2011 het ILS-keurmerk ‘Samenwerkingsschool’. Dit is vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst met het Instituut voor Leraar en School (ILS) van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), de Radboud Universiteit (RU) Nijmegen en ArtEZ Hogeschool voor de kunsten. Het doel van de samenwerking is ‘samen
ze de vrijheid die ze krijgen binnen de lessen erg waarderen. Ook vinden ze het prettig dat ze met allerlei facetten van het docentschap in aanraking kunnen komen door de openheid van de scholen; denk aan het begeleiden van excursies of het bijwonen van rapportvergaderingen. Dat vergt soms veel van docenten weet ik uit eigen ervaring, maar voor de studenten is dat een zeer positief punt van de stage op SgOMB.”
2.7 Onderwijsinnovatie belangrijkste onderwijsontwikkelingen en onderwijsinnovaties op de scholen in 2014.
Onderwijs is voortdurend in ontwikkeling. Ook op de scholen binnen de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe is dat het geval. Onderstaande tabel geeft inzicht in de School
Onderwijsontwikkelingen en –innovaties
22
HPC Zetten
• Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs door: - Implementatie van een elektronische leeromgeving - Uitbreiding van digitalisering van het onderwijs - Bewustwording van de 5 rollen van de docent, lesstructuur • Versterking van het traject LOB (loopbaanoriëntatie): - Mavo: LOB verwerkt in het sectorwerkstuk - Havo: samenwerking d.m.v. lessen en uitwisselingen met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - Vwo: deelname aan traject vanuit Universiteit Wageningen - Ouderparticipatie: voorlichting over de rol van ouders bij het keuzeproces • Onderwijsontwikkeling: - Implementatie van het intersectorale programma Technologie en Commercie in vmbo beroepsgericht - Implementatie van het intersectorale programma Dienstverlening en Commercie - Invoering profielstructuur in alle afdelingen. Leerlingen in de onderbouw kunnen kiezen uit Sport, Kunst en Cultuur of Breed - Onderzoek naar de mogelijkheden om Cultuur profielschool te worden - Ontwikkeling van de HPC academie als voorloper op de SgOMB academie. Binnen de academie worden medewerkers geschoold door eigen collega’s. We gebruiken hier het principe van ‘train de trainer’. De scholing heeft plaatsgevonden rond het thema ‘omgaan met verschillen’ - Het thema ondernemerschap is een vast onderdeel van de havo-opleiding geworden - Het HPC heeft zich aangesloten bij de zgn. WON scholen (Wetenschappelijk Onderwijs Nederland). Hiermee wordt het onderzoekend leren binnen de vwo-lijn gestimuleerd - Nauwe samenwerking met het basisonderwijs, met name met de Dr. Lammerts van Bueren (LvB), dat geresulteerd heeft in een aantal gezamenlijke activiteiten voor basisschoolleerlingen en leerlingen van het HPC
OBC Bemmel
• Implementatie van ICT-projecten d.m.v. modules in Magister zoals Meta, de agenda voor leerlingen op de smartphone en de communicatiemodule voor ouders en leerlingen • Verdere doorontwikkeling curriculum tweetalig havo • Aangesloten bij Scholen aan Zet om de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren • Implementatie vmbo-programma’s versterkt talenonderwijs Duits en Lifestyle & ondernemerschap • De samenwerking met de basisscholen binnen de regio is uitgebreid • Het vwo neemt deel aan een excellentieprogramma voor vwo 5 aan de Radbouduniversiteit en aan enkele Pre-university programs • De loopbaan- en leerlingbegeleiding op havo is uitgebreid met het programma Kies actief en enkele HAN-dagen • Vervolg van de uitvoering gesprekscyclus • Ouder- en leerling participatie in alle afdelingen is afgerond en draait nu naar tevredenheid • Kwaliteitszorg: introductie opbrengstgericht werken op sectieniveau en kernteamniveau • Versterking van reken- en taalonderwijs o.a. door een meting via de Cito-vas toetsen en het bieden van reken- en taalondersteuning op basis van de uitkomsten van deze meting
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
OBC Elst
OBC Huissen
• • • • • • • • • • • •
Didactische aanpak in de klas in combinatie met differentiatie en gebruik van activerende werkvormen Deskundigheidsbevordering docenten op het gebied van gesprekstechnieken Bevordering ICT-vaardigheden van medewerkers (o.a. afronding scholing gebruik smartborden) Verdere versterking rekenonderwijs, naar aanleiding van de evaluatie en de resultaten van examenleerlingen Verbetering van het examenresultaat Contacten en rol ouders verder ontwikkelen (bijvoorbeeld ouderavond studievaardigheden) Ontwikkeling taalonderwijs Eenduidigheid schoolregels Doorontwikkeling programma van toetsing en afsluiting in de onderbouw Versterking Bèta-onderwijs Versterken van contacten met de omgeving Ontwikkeling nieuwbouw vanuit de onderwijskundige visie en behoefte
• • • • • • • • • • • • • • • •
Uitwerken van passend onderwijs, ontwikkelingsperspectiefplannen (OPP’s) opstellen Scholing docenten in specifieke gedragsproblematiek Een ISP-programma ontwikkelen voor de gemengde leerweg leerjaar 4 Verstevigen van de kwaliteitslijn, door de inspiratie-kwaliteitsgroep Uitbreiden van de inzet van activerende didaktiek Inzet op ELO en scholing ICT Rendement onderbouw verbetering door te werken met een data-team Sturen op verschil SE/CE in alle richtingen en zorgen dat voor alle afdelingen het basisarrangement ontvangen wordt Vervolg op de oriëntatie vernieuwing examenprogramma’s vmbo Versterking taalbeleid en samenwerking met bibliotheek gemeente Lingewaard t.a.v. leesbevordering Versterking rekenonderwijs Cito–Vas toetsen implementeren voor leerjaar 1 t/m 3 Determinatie en werken met leerling profielen Toetsbeleid vormgeven Loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) ontwikkelen en aanpassing van het mentoraatsprogramma onderbouw Inzet op differentiatie
23
2.8 Samenwerkingsverbanden Zowel de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe als de afzonderlijke scholen nemen deel aan een groot aantal samenwerkingsverbanden. Deze zijn met name actief op het gebied van het onderwijs en de zorgverlening aan leerlingen. Een belangrijk samenwerkingsverband is het Samenwerkingsverband VO-VSO Arnhem, Betuwe, Veluwe. Onder regionale samenwerking wordt daar invulling gegeven aan het bovenschoolse zorgplan met criteria voor leerlingenzorg in het kader van Passend Onderwijs. Een ander belangrijk samenwerkingsverband is de samenwerking met het ROC A12. Doel van deze samenwerking is het creëren van een doorlopende leerlijn vanuit het vo naar het mbo. Met de Stichting de Linge en Stichting ATOS wordt op het gebied van het taal- en rekenonderwijs samengewerkt.
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
• externe beroepsopleidingen (SPOS, REVABO); • bedrijfsleven, stageplaatsen, OBM (opleidingsbedrijf metaal), BORN (Bouwopleiding Regio Nijmegen); • Basisschool Dr. Lammerts van Bueren (LvB) voor fusieonderzoek; • leerplichtambtenaren; • Jeugd- en jongerenwerk; • Schoolarts/verpleegkundige; • Maatschappelijk werk; • Politie (vernieuwing convenant veiligheid en schoolagent).
Andere samenwerkingsverbanden op het gebied van onderwijs, instroom docenten en de zorgverlening zijn o.a. de samenwerking met: • omringende basisscholen (toelatingsvoorwaarden en soepele aansluiting), PoVo Overleg; • stichting de Linge (verbeteren overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs); • vervolgonderwijs na het voortgezet onderwijs (mbohbo-wo); • scholen uit de regio Arnhem e.o. (Samenwerkings verband Arnhem, De Lerende Regio; aansluiting met bedrijfsleven en voortijdig schoolverlaten); • collega scholen voor voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs uit de regio Nijmegen; • Gemeenten/ Provincie (schoolgebouwen/ fietsroutes e.d.)(LEA, ZIOS, CJG); • Radbouduniversiteit Nijmegen, Landbouwuniversiteit Wageningen en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen;
Overheidsinstanties • Ministerie van OCW • Onderwijsinspectie • Gemeenten en Provincie • Regionale scholen en opleidingen • Leerplichtambtenaren • Jeugd- en jongerenwerk • Maatschappelijk werk • Politie
Vervolgonderwijs mbo, hbo, vo
Basisonderwijs (po)
• Externe beroepsopleidingen vanuit het beroeps- en bedrijfsleven • Beroeps- en bedrijfsleven • Collega scholen VO / VSO
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
24
Hoofdstuk 3 Personeel 3.1 Personeel en organisatie
Professionalisering & bevoegdheden In overleg met de bestuurder en de directieteams is de afdeling P&O gestart met het in kaart brengen van de bevoegdheden van het OP-personeel, hetgeen een duidelijke kwaliteitsvoorwaarde is voor onderwijzend personeel binnen onze organisatie. Het bevoegdhedenoverzicht wordt vervolgens gebruikt om medewerkers verbeterd in te zetten of aanzet te geven tot verdere persoonlijke ontwikkeling. Met medewerkers die nog niet bevoegd of onder bevoegd zijn is een studieplan opgesteld om binnen de gewenste termijn zijn/haar bevoegdheid te gaan behalen. Met het oog op de toekomst biedt dit overzicht de mogelijkheid samen met de uitstroomgegevens de bezetting per vak inzichtelijk te maken, waarna gerichte werving kan plaatsvinden.
De basis op orde en de lat omhoog! Dat is het uitgangspunt van ons strategisch beleidsplan. In 2014 heeft de afdeling Personeel & Organisatie (P&O) in haar werkzaamheden hierop de nadruk gelegd en daaruit voortkomend een aantal aandachtsgebieden geformuleerd. In § 3.6 zijn de (tot nu toe) bereikte resultaten van deze inspanningen uitgewerkt.
3.2 Aandachtsgebieden 2014 Implementatie effecten onderwijs CAO Aan het einde van schooljaar 2013-2014 zijn werkgevers en werknemers een nieuwe CAO VO overeengekomen. Deze nieuwe CAO heeft de nodige veranderingen met zich mee gebracht ten aanzien van de inzetbaarheid van medewerkers. Het trekkingsrecht alsmede de BAPO-regeling is komen te vervallen. Daarvoor in de plaats is er een nieuwe regeling gekomen voor alle medewerkers, die hen in staat stelt keuzes te maken, welke passen bij hun levensfase en persoonlijke situatie. Met deze regeling krijgt iedere medewerker per schooljaar de beschikking over een basisbudget dat ingezet kan worden voor verlof, werkdrukvermindering of bepaalde doelbestedingen in geld. Daarnaast is er in de CAO veel aandacht voor de professionalisering van werknemers.
Daarnaast zijn er contacten gelegd met de Radboud Universiteit Nijmegen en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen om vroegtijdig talenten te herkennen, medewerkers kansen te bieden en hen vervolgens te faciliteren v.w.b. het behalen van de vereiste bevoegdheid.
Aanbesteding salarisadministratiepakket Begin 2014 heeft er een uitgebreide evaluatie plaatsgevonden van het personeels- en salarispakket MERCES. Naar aanleiding van deze evaluatie is besloten om middels een Europese Aanbesteding een keuze te maken voor een ander personeel- en salarissysteem. Eind 2014 is dit proces afgerond en heeft de organisatie een keuze gemaakt voor het pakket Raet Youforce. Door de mogelijkheden van dit pakket kan op een efficiëntere wijze het P&O-beleid worden ondersteund.
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
25
Onderstaand het overzicht met de bevoegdheden per 1 mei 2014 van de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe.
27
Bevoegd (365)
12 3 2 5 6
26
Bevoegd geven (ook) on(der)bevoegd les (48)
48
Onbevoegd in opleiding (27) Onbevoegd (12) ABO voor 2006, alleen bevoegd geïndiceerde P leerlingen (3) PABO na 2006, onbevoegd voor VO (2) Geen bevoegdheid, niet in opleiding (5) 365
evoegd, geven ook les in een vak waar zij on(der) B bevoegd voor zijn en volgen een opleiding (6) genwoordigd zijn. Deze groep heeft de opdracht gekregen om een externe partij te zoeken die ons zou kunnen helpen bij het uitvoeren van een gericht welzijnsonderzoek als vervolg op het welzijnsonderzoek van 2010.
Eén van de op personeel gerichte doelstellingen uit het strategische beleidsplan, is dat docenten bovenbouw havo en/of vwo beschikken over een Masterdiploma. Vanuit de directieteams wordt binnen de gesprekscyclus hier specifiek aandacht aan besteed en wordt het doorlopen van een masterstudie gestimuleerd.
In september 2014 is, via VOION, ‘De Goede Praktijk’ gestart met het uitvoeren van het welzijnsonderzoek, welke doorloopt in 2015. Het doel van het onderzoek is het bewerkstelligen en verankeren van een positieve ontwikkeling van de welzijnsbeleving van zowel de individuele medewerker als van de gehele organisatie. Een kantelpunt waarmee de medewerkers en de scholengroep zelf, met ieder daarin zijn/haar eigen verantwoordelijkheid, gezamenlijk de koers richting de toekomst kunnen inzetten om te werken aan een professionele cultuur. Eind september is het onderzoek gestart met een gezamenlijke kick-off met als vervolg
In 2014 is er ten behoeve van de professionalisering van de directie een vervolg gegeven aan het teamleiderstraject. Vanuit het principe van ‘Authentiek en Dienstbaar Leiderschap’ zullen onze leidinggevenden het gesprek met hun teamleden voeren. Welzijnsonderzoek In 2014 is er een interne voorbereidingsgroep samengesteld waarin alle geledingen van de scholengroep verte-
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
Werkkostenregeling (WKR) Sinds 2014 werkt de scholengroep conform de uitgangspunten van de WKR. Eind 2014 is de conclusie dat de SgOMB onder de gestelde norm van 1,5% van het fiscale loon als vrije ruimte is gebleven.
groepsinterviews op de verschillende locaties. Binnen het onderzoek is expliciet gekozen voor het aangaan van de dialoog en niet voor het inzetten van het systeem van een enquête. Op basis van de eerste bevindingen is besloten het programma ‘Voortgezet werkplezier’ als leidraad te nemen voor het welzijn binnen onze organisatie. Inrichting van een flexibele schil In 2014 is gestart met een ‘Denktank’, bestaande uit 2 directieleden, de afdeling Personeel & Organisatie (P&O), Financiële Zaken (FZ) en een vertegenwoordiging van de GMR. Het doel van deze Denktank is te onderzoeken op welk termijn personele problemen kunnen ontstaan door de thans voorziene krimp van leerlingaantallen en met welke creatieve oplossingen de nadelige effecten gereduceerd kunnen worden.
Evaluatie gesprekscyclus In 2014 is de gesprekscyclus met een afvaardiging van de teamleiders geëvalueerd. Op een aantal punten is de gesprekscyclus bijgesteld. Zo is er voor de scholen voor wat betreft de beoordeling in de klas een ‘colour locale’ toegevoegd. De afdeling P&O bespreekt periodiek de uitkomsten van de gesprekken met het managementteam. Hierbij ligt de focus op de ontwikkelvragen van de medewerker en de terugkoppeling van de vragen uit de gesprekken met de medewerker. Dit is in lijn met de geformuleerde doelstellingen in het strategisch beleidsplan.
Digitaliseren van informatievoorziening Intranet is als intern communicatiemiddel sterker ingezet in 2014. Tevens is er onderzoek gedaan naar de mogelijkheden binnen ‘MijnBardo’, een pakket dat ons mogelijk in staat stelt een interne digitale leeromgeving aan te bieden voor medewerkers. Ontwikkelen van een Human Resource Management (HRM)-visie In 2014 is een HRM-visie in concept opgesteld. Deze visie is afgestemd op de geformuleerde doelen in het strategisch beleidsplan. Het vigerende strategisch beleidsplan loopt door tot en met 2017. In de aanzet tot een vernieuwd strategisch beleidsplan zal de HRM-visie mede verder ontwikkeld worden.
Levensfase Bewust Personeelsbeleid In de werkgroep Integraal Personeels Beleid (IPB) is in overleg met de Medezeggenschapsraad ‘Levensfase bewust personeelsbeleid’ geformuleerd. Dit beleid biedt mogelijkheden aan onze medewerkers om gedurende verschillende levensfases keuzes te maken v.w.b. de inzetbaarheid voor het onderwijs. Met de komst van de nieuwe CAO in 2014 is het bestaande Levensfase bewust personeelsbeleid herijkt.
Loopbaanbeleid Het huidige loopbaanbeleid is op een aantal punten aangescherpt. De belangrijkste aanscherping is dat de individuele ontwikkeling meer wordt afgestemd op de gewenste ontwikkeling van de scholen.
Monitor - jaarverslag 2014
Taakbeleid Het bovenschools taakbeleid is geëvalueerd en bijgesteld op basis van de nieuwe CAO en de veranderde regelgeving binnen de scholengroep.
i
<
>
3.3 Opbouw personeelsbestand
3.4 benoemingsomvang
Per 31 december 2014 waren er 504 medewerkers in dienst, die in totaal 398,62 fte (fulltime equivalenten) vertegenwoordigden en is daarmee gelijk gebleven aan het aantel medewerkers in het voorafgaande jaar. De gemiddelde leeftijd van de medewerkers per 31 december 2014 was 43,84 jaar. Het is de verwachting dat de komende jaren vooral veel seniormedewerkers uit dienst treden. Om tijdig hierop te anticiperen en om te kunnen voldoen aan de vraag naar nieuwe medewerkers en de onderwijskwaliteit voor de toekomst te kunnen waarborgen geldt binnen de scholengroep het thema ‘binden en verbinden’ van (nieuwe) medewerkers.
Net als voorgaande jaren kan worden geconcludeerd dat het merendeel van de nieuwe medewerkers in dienst is gekomen op basis van een parttime dienstverband. In het volgende overzicht is de opbouw zichtbaar gemaakt van het personeelsbestand van de Scholengroep Overen Midden-Betuwe per 31 december 2014, naar benoemingsomvang in fte’s. Benoemingsomvang personeelsbestand 2014 160
155
aantal
140
Voor de scholengroep is de problematiek van het aantrekken van kwalitatief goede (bevoegde) docenten merkbaar. Vooralsnog bestaat er bij sollicitanten voldoende belangstelling voor onze vacatures gezien de positionering van onze scholengroep in haar omgeving.
124
120 100 80 60 28
20 0
66
66
40 5 5
4 6
10
< 0,1 0,1-0,2
Man
In het volgende overzicht is de opbouw zichtbaar gemaakt van het personeelsbestand van de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe per 31 december 2014, naar leeftijd en geslacht. Zie grafiek.
10
22
12
7 11 18
6
0,2-0,3
03,-0,4
0,4-0,5
2
Vrouw
Totaal
43
51
8 0,5-0,6
55
49
43
17
12
0,6-0,7
0,7-0,8
34 32
33
0,8-0,9
0,9-1,0
Benoemingsomvang
Werknemers naar benoemingsomvang per ultimo december 2014
Opbouw personeelsbestand 2014 80 78
aantal
70
60 58
57
50
54
53
57
52
49
40
42 35
30 20
19
10 8
0
35 23
22
33 27 26
21
30
35 28
29
22
22
11 1
1 <25
25-29
30-34
Man
Vrouw
Totaal
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
>64
leeftijdklasse
Werknemers naar leeftijd per ultimo december 2014
Monitor - jaarverslag 2014
i
31
16 17
90
70
28
<
>
1
29
3.5 Verzuim
Uitgesplitst naar onderwijzend personeel (OP) en onderwijsondersteunend personeel (OOP), zie onderstaande tabel, zien we voor beide groepen medewerkers dat het verzuim licht gestegen is. Het verzuim onder OP is in 2014 ten opzichte van 2013 toegenomen van 3,9% naar 4,3%. Het verzuim onder OOP is ook toegenomen van 2,8% in 2013 naar 3,5% in 2014. Voor beide groepen geldt dat het verzuim aanzienlijk lager ligt dan het verwachte landelijk gemiddelde van 5% voor het OP en 5,4% voor het OOP.
Het totale verzuim binnen de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe bedroeg in 2014 4,0%. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2013 (3,6 %). De stijging heeft grotendeels te maken met een stijging van het aandeel ‘langdurig beïnvloedbaar ziekteverzuim’. Landelijk gezien ligt het verzuimpercentage in het voortgezet onderwijs in de afgelopen jaren rond de 5,0%. De definitieve landelijke verzuimcijfers voor 2014 zijn nog niet bekend, maar blijft naar verwachting nagenoeg gelijk.
Verzuimpercentages 2012-2013-2014
Verzuimpercentages 2013-2014 (OP en OOP) 6
5 4
5,3
5
5
4,9
4
3,6
3
Verzuimpercentages
Verzuimpercentages
6
2 1 0
2012 Landelijk
2013
4 3
5,4
5
5
3,9
4,3
5,4 3,5
2,8
2 1 0
2014
OP OOP OP 2013 2014
SgOMB
Landelijk
Gemiddeld % verzuim per medewerker (totaal aantal verzuimdagen in verhouding tot het aantal werkbare dagen)
Monitor - jaarverslag 2014
5
OOP
SgOMB
Gemiddeld % verzuim per medewerker (totaal aantal verzuimdagen in verhouding tot het aantal werkbare dagen)
i
<
>
3.6 Aandachtsgebieden en bereikte resultaten 2014 Onderstaand overzicht geeft kort en bondig weer wat de hoofdpunten waren in 2014 ten aanzien van het personeelsbeleid van de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe.
Aandachtsgebieden en bereikte resultaten 2014 Afgeleid van het strategisch beleidsplan SgOMB 2012-2017 Domein
Personeel
30
Aandachtsgebieden 2014
Reden van aandachtsgebied
Locatie of specificatie
Resultaat/zelfreflectie
Europees aanbesteden van een nieuw personeel- en salarissysteem.
Bij een ambitieuze organisatie hoort een actueel en eigentijds personeel en salarissysteem. Het huidige systeem voldeed niet meer.
SgOMB-breed
In 2014 is er na een intensief traject gekozen voor een nieuwe personeelssalarissysteem dat beter aansluit op onze visie en rapportagewensen.
Ontwikkelen van een HRM-visie.
Verdere professionalisering van ons personeelsbeleid.
SgOMB-breed
Er is een concept HRMvisie besproken waarbij verbinding is gezocht met het strategisch beleidsplan.
Inrichten van een flexibele schil voor wat betreft inzet medewerkers.
Anticiperen op de verwachte leerlingendaling.
SgOMB-breed
De Denktank heeft suggesties en adviezen voorgelegd aan de voorzitter College van Bestuur.
Professionaliseren van het onderwijs, bevoegdheden in kaart.
De basis op orde, de lat omhoog is met name reden om een professionelere manier van werken aan te nemen. Uitgangspunt: alleen bevoegde docenten voor de klas!
Per locatie
De bevoegdheden van de werkzame docenten zijn in beeld gebracht. Aan de hand van dit inzicht zijn er per medewerker studieplannen opgesteld. Dit ook om de inzetbaarheid bij een mogelijk krimpscenario op te kunnen vangen.
Monitor - jaarverslag 2014
i
Verdere toelichting
Bij de opzet van een nieuw strategisch beleidsplan zal de HRMvisie, welke nu nog in conceptvorm, verder worden ontwikkeld.
Deze studieplannen dienen gekoppeld te worden aan de gesprekscyclus.
<
>
31
3.7 Aandachtsgebieden en uitdagingen 2015 Om in te kunnen spelen op de te verwachte leerlingenkrimp zijn er diverse acties gestart, zoals:
Op het gebied van personeelsbeleid zullen, het komende en de daaropvolgende jaren, de volgende initiatieven worden gestart of verder worden ontplooid: • conversie, inrichting en uitrol van het nieuwe personeels- en salarissysteem Raet en het inrichten van de module verzuimmanager; • inrichting en uitrol van het systeem ‘MijnBardo’; • verder uitwerking van het welzijnsonderzoek en borging van de resultaten; • vormgeven van onderwerpen uit de CAO (bijvoorbeeld het transitieplan); • nieuwe CAO afspraken verwerken zodra deze overeengekomen is in 2015; • nieuwe wetgeving over werk en zekerheid bijv. ontslag, zoals transitievergoeding als beleid implementeren; • faciliteren docenten 21e eeuw; • samenwerking met het primair onderwijs (Dr. Lammerts van Bueren); • afstemmen kwaliteitsbehoefte personeel op basis van onderwijskundige ontwikkelingen.
Monitor - jaarverslag 2014
• een eerste aanzet tot gedachtenvorming over een vrij taakbeleid; • uitstroom slim benutten. Werkzaamheden anders inrichten en beleggen; • interne mobiliteit en employability bevorderen van alle medewerkers op Bestuursaanstellingsniveau; • het initiatief oppakken tot het opzetten van een regionaal loopbaancentrum; • stimuleren en faciliteren van ontwikkelingen v.w.b. de gewenste bevoegdheden in de toekomst; • formuleren van een sociaal statuut. Mocht er onverhoopt sprake gaan zijn van boventalligheid, dan dienen de randvoorwaarden voor eventuele uitstroom geregeld te zijn.
i
<
>
Samenwerking Pro College Bemmel
Het pad dat we als scholengroep samen bewandelen is uitgezet aan de hand van onze missie, visie en kernwaarden. Samen streven we tijdens onze tocht naar ‘die uitdagende stip op de horizon’: ambitieus onderwijs bieden aan leerlingen in een open en veilige leeromgeving. Samenwerking is een belangrijke kernwaarde bij deze reis, want samen bereik je immers meer dan alleen. Met vele organisaties werken we als scholengroep samen. Van basisscholen, collega VO-scholen, vervolgonderwijs, (regionale) bedrijven, verenigingen tot gemeenten en goede doelen. Deze samenwerkingspartners leveren een belangrijke bijdrage aan het succes van de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe.
Aan het einde van deze speciale brugklas verhuizen de leerlingen naar het, toch wat complexere, OBC Huissen. Om deze leerlingen niet zomaar los te laten, verhuist de mentor met hen mee. Hij of zij is op de hoogte van de persoonlijke situaties en kan ervoor zorgen dat deze over-
i
Rinus van de Kerkhof, Zorgcoördinator OBC Huissen en één van de grondleggers van het PROBC: “We hebben een zeer prettige samenwerking met het Pro College, waarbij we naast het PROBC ook vrij diep in elkaars keuken kunnen kijken. Leerlingen van OBC Huissen, waarvan we weten dat deze leerlingen meer kunnen maar om allerlei externe redenen niet functioneren, worden voorgesteld aan het Pro College. Die leerlingen kunnen daar even tot rust komen. Naast deze specifieke gevallen waar we goed maatwerk aan kunnen bieden, werken we ook samen aan de werving voor het PROBC-programma: open dagen, promotiemateriaal, voorlichting etc. Tot slot behoort ook de uitwisseling van docenten, van OBC Huissen naar Pro College tot de mogelijkheden. Een docent Techniek heeft in het verleden bijvoorbeeld lessen opgevangen in Bemmel.”
Berry van Run: “De samenwerking verloopt prettig, vooral de communicatie met de directeur, docenten en het zorgteam. Wensen en nieuwe ideeën zijn eigenlijk altijd wel aanwezig. Op het praktijkonderwijs hebben wij bijvoorbeeld soms leerlingen die uitblinken in bepaalde vakgebieden. Het zou een uitdaging voor deze leerlingen zijn als zij bepaalde (praktijk)vakken op het vmbo zouden kunnen volgen mits zij het niveau en de setting aan kunnen. Wij denken dan aan deelcertificaten.” Voortzetten van succes Het PROBC gaat vanaf augustus het vierde schooljaar in. De resultaten van het PROBC zijn prima en er is voldoende aanleiding om de samenwerking aan te houden. De lijnen zijn kort en de organisaties leren van elkaars expertise. Daarnaast is gebleken dat er minder afstomers zijn vanuit het vmbo naar klas 2 en 3. Rinus van de Kerkhof: “We zijn trots op het PROBC. We hebben al zoveel succesverhalen meegemaakt. Daarnaast is het bijzonder dat een onderwijsvorm als PROBC uitgevoerd kan worden. Zonder steun van de directies is deze ‘op maat’ samengestelde onderwijsvariant niet mogelijk. Tot slot moeten we het van de mensen er omheen hebben. We beschikken over een goed en sterk team. Zij zijn de kracht achter het succes van PROBC.”
Berry van Run, schooldirecteur Pro College Nijmegen en Pro College Bemmel is tevreden over het PROBC. Het levert het PRO College ook de nodige voordelen op: “In schooljaar 2012-2013 zijn we gestart met het PROBC. Het blijkt een succes voor de leerlingen en hun ouders . De PROBC klas is een tussenvoorziening die sommige leerlingen nodig hebben. De ervaringen in de brugklas maken hen weerbaarder om zodoende de overstap naar vmbo succesvol te kunnen maken. Tussentijds op- en afstromen vanaf praktijkonderwijs is laagdrempelig(er) geworden. Voordeel voor PRO College
33
<
>
Samenwerking
als het reguliere programma van OBC Huissen, het zit ‘m vooral in praktische aanpassingen. Zo blijft deze brugklas, net als op de basisschool, het hele jaar in één stamlokaal zitten. Leerlingen hoeven dus niet met hun spullen te slepen en hoeven ook niet steeds te wennen aan verschillende werkplekken in meerdere lokalen naast steeds weer een andere klasgenoot.
Succesvol programma voor kwetsbare leerlingen PROBC is het succesvolle resultaat van een intensieve samenwerking tussen OBC Huissen en Pro College Bemmel. Al ruim 3 jaar geeft deze samenwerking kwetsbare vmbo-leerlingen een kans om op een veilige, vertrouwde manier de overstap van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs te maken. De leerlingen van het PROBC zijn leerlingen die het moeilijk vinden om zich in een grote school staande te houden. Het eerste leerjaar volgen de PROBC-leerlingen lessen in het gebouw van Pro College Bemmel. In kleine klassen krijgen zij dagelijks van 1 à 2 docenten op een gestructureerde wijze les. Het lesprogramma van PROBC is op een paar punten na hetzelfde
Monitor - jaarverslag 2014
Toekomst Wanneer een samenwerking succesvol verloopt is er ook voldoende ruimte om te praten over aanpassingen, uitbreiding en nieuwe ideeën. Rinus van de Kerkhof: “Wij zijn zeer tevreden over de resultaten van het PROBC. Toch blijven er aandachtspunten. Met name de toelating en de doorlopende leerlijn van de PROBC-klas naar OBC Huissen blijven belangrijke punten voor verbetering. We moeten kritisch blijven en onszelf blijven ontwikkelen. We komen regelmatig bij elkaar om te evalueren over de inhoud, de financiën, het verdere verloop van het programma etc.,” aldus Rinus.
PRO en OBC De naam PROBC weerspiegelt mooi de samenwerking tussen beide partijen; de samenwerking die gestart is in 2010 en in 2012 officieel vorm kreeg. Naast het PROBC wordt er ook samengewerkt m.b.t. de opvang van individuele leerlingen. Hier moet gedacht worden aan specifieke gevallen van leerlingen, waar de scholen samen maatwerk voor kunnen leveren.
Samenwerking met: OBC Huissen Uiting van de samenwerking: PROBC Doel: Kwetsbare basisberoepsgerichte leerlingen via het programma PROBC een veilige leeromgeving bieden met extra ondersteuning, zodat zij in hun eerste leerjaar een goede overstap kunnen maken van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs.
Bemmel is dat leerlingen, die de overstap naar praktijkonderwijs maken, niet met een negatief gevoel naar ons afstromen. Zij blijven ‘gewoon’ hier.”
stap minder stressvol verloopt. Op deze manier vervult het PROBC een brugfunctie voor leerlingen tussen het PO en het VO. Ook in het kader van passend onderwijs is dit een goede onderwijskundige ontwikkeling.
Hoofdstuk 4 Facilitair 4.1 ICT In 2014 is nadrukkelijk geïnvesteerd in het ICT-gebruiksgemak. Er zijn ICT-studiemiddagen ingezet om de gebruiker/docent, kennis te laten maken met de onderwijskundige ontwikkelingen op het gebied van ICT, het gebruik van de reguliere applicaties en ICT-ondersteuning.
Onderwijs en ICT zijn inmiddels onlosmakelijk aan elkaar verbonden! Naast de dagelijkse ondersteuning op de werkvloer (die door het gebruik van toenemende verschillende digitale middelen zoals een tablet, een laptop, een smartphone en/of eigen middelen steeds meer aandacht vergt) zijn wij als scholengroep gestart met het toekomstgericht inrichten van ons netwerk. Denk hierbij aan het beschikbaar stellen van een draadloos netwerk binnen alle scholen en het tijd en plaats onafhankelijk beschikbaar stellen van de digitale middelen, digitale methodes, de ELO en Office 365.
Voor de aankomende periode zal expliciet gekeken worden naar de meest adequate wijze van IT-ondersteuning binnen de scholen, tijdens de lessen en/of in de ICT-lokalen. Daarnaast zal de huidige 1e lijns ondersteuning (externe helpdesk) worden geëvalueerd en daar waar nodig worden aangepast aan de behoeftes van de klant.
Het kunnen beschikken over een snel en goed netwerk met internet faciliteiten 24uur per dag is dan ook een must geworden. De ICT werkgroep binnen de scholengroep zal blijven onderzoeken welke digitale methodes het beste aansluiten bij de verschillenden onderwijsvormen met daaraan gekoppeld de juiste ICT-middelen. Dit is tevens één van de speerpunten binnen het ICT-beleidsplan voor de komende jaren.
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
34
4.2 Aandachtsgebieden en bereikte resultaten ICT Onderstaand overzicht geeft kort en bondig weer wat de hoofdpunten waren in 2014 ten aanzien van ICT
Aandachtsgebieden en bereikte resultaten 2014 Afgeleid van het strategisch beleidsplan SgOMB 2012-2017 Domein
Aandachtsgebieden 2014
Reden van aandachtsgebied
Locatie of specificatie
Resultaat/zelfreflectie
Verdere toelichting
Inrichten draadloos netwerk.
Gebruikmaken van internet binnen het gehele gebouw.
OBC Huissen
Ingericht en operationeel.
We zullen nog meetmomenten gaan uitzetten en evalueren met de gebruikers zodat het draadloos netwerk in schooljaar 2015-2016 nog beter kan worden ingezet.
Glasvezel netwerk en aansluiting van alle locaties op dit netwerk.
Steeds meer gebruik maken van het internet en het digitaliseren van onderwijsmethoden.
SgOMB-breed
De scholengroep is toegetreden tot de stichting SSGA om zo gebruik te kunnen maken van de (niet-commerciële) glasvezelring in de regio.
Zo spoedig mogelijk worden de locaties aangesloten op het glasvezel netwerk.
Herinrichten draadloos netwerk.
Verouderd en voldoet niet meer aan de nieuwe eisen en wensen van de gebruikers.
HPC Zetten
Ingericht en operationeel.
We zullen nog meetmomenten gaan uitzetten en evalueren met de gebruikers zodat het draadloos netwerk in schooljaar 2015-2016 nog beter kan worden ingezet.
Opstellen ICT beleidsplan.
Optimaal inzetten van de ICT middelen.
SgOMB-breed
Het beleidsplan is door de ICT werkgroep ontwikkeld en ligt momenteel klaar om te worden geïmplementeerd.
2015 zal er worden gestart met de uitvoering van het ICT beleidsplan.
ICT studiemiddag.
Aangesloten blijven bij de laatste ontwikkelingen en mogelijkheden op IT gebied.
SgOMB-breed
Vanuit de ICT werkgroep wordt er tweemaal per jaar een studiemiddag georganiseerd met als doel om de IT-vaardigheden bij te houden en te verbreden. Zo kunnen ook de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van onderwijs meer onder de aandacht gebracht worden.
ICT
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
35
>
4.3 Aandachtsgebieden ICT 2015
• draadloos netwerk per school inrichten (Fine tunen) zodat deze nog beter aansluiten bij de behoeftes van de gebruikers; • Office 365 beschikbaar voor leerlingen en personeel; • uitbreiding ICT-dienstverlening aan een primair onderwijsinstelling.
Voor 2015 staan vanuit de afdeling ICT onder andere de volgende activiteiten/aandachtsgebieden op de agenda: • verder digitaliseren en/of ontwikkelen van de lesmethodes binnen het onderwijs; • BYOD (bring your own device) onderzoeken op haalbaarheid en randvoorwaarden; • ICT-beleidsplan binnen de scholengroep opnieuw afstemmen en accorderen voor de komende vier jaar; • projectgroep per school i.v.m. keuze van eigen device en ontwikkelen van digitale methodes; • aansluiten van alle locaties op het SSGA (glasvezel) netwerk;
4.4 Facilitaire zaken Leerlingengroei en vernieuwingen in onderwijs en organisatie hebben vaak grote gevolgen voor de huisvesting en de ondersteunende processen. In het kalenderjaar 2014 zijn de onderstaande zaken gerealiseerd of in gang gezet:
4.5 Aandachtsgebieden en bereikte resultaten Facilitaire zaken Aandachtsgebieden en bereikte resultaten 2014 Afgeleid van het strategisch beleidsplan SgOMB 2012-2017 Domein
Aandachtsgebieden 2014
Reden van aandachtsgebied
Beheren van de huisvesting - uitvoering van diverse technische aanpassingen op basis van het meerjaren onderhoudsplan.
Facilitair
Locatie of specificatie
Resultaat/zelfreflectie
SgOMB-breed
Doordat de gebouwen ouder worden is het verstandig om de plannen ook in het perspectief van de strategie te zetten.
Veiligheid – het doen van de melding brandveilig gebruik.
Door het effectief beheer worden de gebouwen technisch in orde gehouden.
HPC Zetten
In overleg met de brandweer zijn de knelpunten duidelijk zichtbaar geworden. De gebruikersvergunning is opnieuw afgegeven.
Veiligheid – update van de Risico Inventarisatie & Evaluatie.
De juiste vergunning was niet aanwezig en er waren een aantal tekortkomingen geconstateerd.
SgOMB- breed
RI&E is uitgevoerd en wordt inhoudelijk betrokken bij de herijking van het Arbo beleidsplan. De locatiedirecties dienen de aanbevelingen voor zover mogelijk is, op te gaan volgen.
OBC Huissen en OBC Bemmel
Er is een eigentijdse inrichting gecreëerd waardoor tevredenheid van medewerkers en leerlingen gestimuleerd kan worden.
Huisvesting – updaten van de uitstraling van de aula en de personeelskamer.
Monitor - jaarverslag 2014
i
Verdere toelichting
Voor de uitvoering kan ook eens gekeken worden naar een andere marktpartij. Betrokkenheid van de MR is van belang in dezen.
<
>
36
Aandachtsgebieden en bereikte resultaten 2014 Afgeleid van het strategisch beleidsplan SgOMB 2012-2017 Domein
Aandachtsgebieden 2014
Reden van aandachtsgebied
Locatie of specificatie
Resultaat/zelfreflectie
Verdere toelichting
Inkoop – er is een aanzet gegeven voor centraal inkoopbeleid.
Meer grip krijgen op de kosten voor de ondersteunende processen.
SgOMB-breed
Middels een spend analyse is zicht verkregen op de beïnvloedbare kosten voor de scholengroep.
Het is nodig om dit goed te borgen in de organisatie. Daar waar noodzakelijk is (qua inkoop diensten en producten) zullen (Europese) aanbestedingstrajecten worden ingezet. Voor de nieuwbouw is gestart met een haalbaarheidsonderzoek.
Huisvesting- het realiseren van een tijdelijke voorziening.
Door de toename van leerlingen was er behoefte aan meer lokalen.
OBC Elst
Het project is binnen de gestelde planning uitgevoerd. Echter is het een tijdelijke oplossing omdat er behoefte is aan nieuwbouw.
Huisvesting - in beeld brengen van de exploitatie van de huisvesting.
Door meer grip te krijgen op de exploitatie kan de huisvesting strategisch ingezet worden.
SgOMB-breed
Er is inzicht in de energieverbruiken van de gebouwen. Op andere gebieden is nog meer grip mogelijk.
Uitbesteden automatencatering.
Door het stoppen van de chipknip als betaalmiddel dienden de vendingautomaten anders ingericht te worden.
OBC Bemmel
De aanwezige automaten zijn op basis van full-vending aan een externe partner uitbesteed. Bij de invoering was de afstemming met de medewerkers van de kantine van belang.
Aanbesteding en uitrol nieuwe multifunctionals.
Het huidige contract was verlopen.
SgOMB- breed
De inkoopprocedure leverde een financieel voordeel op. Aandachtspunt blijft wel om inzicht te verschaffen aan de scholen en hiermee de medewerkers bewust te laten worden van het verbruik.
Huisvesting – aanvraag bouw tijdelijke gymzaal en planvorming Multifunctioneel Centrum (MFC).
De vraag naar gymruimte is groot. Veel lestijd gaat verloren omdat leerlingen in bussen naar gymzalen buiten Huissen vervoerd worden.
OBC Huissen
De bouwaanvraag voor een tijdelijke sporthal op het terrein van de school zelf is goedgekeurd. Het is een langdurig traject waarbij de buurtbewoners bezwaar maken tegen de tijdelijke plannen.
Facilitair
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
37
>
4.6 Aandachtsgebieden Facilitaire zaken 2015 • uitvoering van het meerjarig onderhoud; • inzicht verkrijgen op het gebouwbeheer in relatie tot leerlingenprognoses en ruimtebehoefte; • inzicht verschaffen in de facilitaire exploitatie middels managementinformatie.
Voor 2015 krijgen de volgende huisvesting- en facilitaire ontwikkelingen aandacht: • oprichten van een tijdelijke gymzaal voor OBC Huissen; • planontwikkeling Multifunctioneel Centrum (MFC) Huissen samen met gemeente Lingewaard en lokale ondernemers; • inkoop verder vormgeven door efficiënter inrichten van de gezamenlijke inkoop en professionele opzet van contractbeheer;
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
38
Hoofdstuk 5 Financiën 5.1 Financieel beleid
dat het beleid eerst scholengroep breed, vervolgens per school – en tenslotte op teamniveau wordt geformuleerd. Daarvan worden de financiële (on)mogelijkheden op een rij gezet en tenslotte wordt het geld daarvoor beschikbaar gesteld. Deze middelen komen uit de bekostiging van de scholen en worden in de meerjarenbegroting en schooljaarbegroting opgenomen, vastgesteld en goedgekeurd.
Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs Over- en Midden-Betuwe heeft het financieel beleid verankerd in een aantal beleidsdocumenten, waaronder het management statuut, treasury statuut en het allocatiemodel. Uitgangspunt is dat elke school de bekostiging krijgt als zijnde een zelfstandige school. De scholen dragen een deel van de OCW-baten af voor de financiering van een aantal bovenschoolse entiteiten en voorzieningen, zoals het College van Bestuur en het Bestuursbureau. Elke schoolleiding is verantwoordelijk voor de resultaten van zijn eigen school. ‘Geld volgt beleid’ een credo voortkomend uit het Strategisch beleidsplan 2012-2017, stimuleert
5.2 In Control Voorwaarde voor een goed onderwijsaanbod en goed personeel is een gezonde financiële situatie. De scholengroep moet ‘in control’ zijn, op het onderwijskundige, personele én het financiële vlak. In 2014 hebben de volgende aanvullende activiteiten en gerealiseerde acties in het kader van ‘In control’ komen plaatsgevonden: • het kalenderjaar begrotingsproces is in 2014 omgezet in een intern schooljaarbegrotingsproces, waarbij voor de periode 1 januari t/m 31 juli 2014 éénmalig een aparte begroting is opgesteld; • optimaliseren van het proces van ouderbijdragen met medewerking van een student HEAO, Bedrijfseconomie; • implementatie van een nieuw software pakket, als zijnde een pilot, voor het optimaliseren van het proces van ouderbijdragen, werkweken en excursies bij OBC Bemmel; • optimaliseren van het proces salarisadministratie ter voorbereiding op de implementatie van een nieuw salarisadministratiepakket met medewerking van een student HEAO, Bedrijfseconomie; • aanpassen treasurystatuut en nieuwe opzet van een treasury beleidsplan; • alle inkomende facturen worden middels een digitale workflow verwerkt. De bovenstaande activiteiten en acties hebben bijgedragen aan het ‘In control’ komen van de scholengroep.
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
39
5.3 Aandachtsgebieden en bereikte resultaten Financiële zaken Aandachtsgebieden en bereikte resultaten 2014 Afgeleid van het strategisch beleidsplan SgOMB 2012-2017 Domein
Aandachtsgebieden 2014
Reden van aandachtsgebied
Locatie of specificatie
Resultaat/zelfreflectie
Verdere toelichting
Digitalisering van de afhandeling van inkomende facturen.
Pilot uit 2013 wordt volledig geïmplementeerd binnen de scholengroep.
SgOMB-breed
Het digitaal afhandelen van inkomende facturen middels een workflow is in 2014 op alle locaties uitgerold. Gedurende het jaar zijn enkele aanpassingen doorgevoerd ter optimalisering van het proces en performance.
In 2015 zal ook aandacht worden besteed aan de optimalisatie van performance en gebruikersvriendelijkheid van dit proces.
Actualiseren van het treasurystatuut.
Het specifieker maken van de algemeen geformuleerde uitgangspunten.
SgOMB-breed
Het nieuwe treasurystatuut is op 13 oktober 2014 goedgekeurd door de Raad van Toezicht.
Begroting op schooljaar vanaf schooljaar 20142015.
Wens vanuit de organisatie.
SgOMB-breed
Dit voorjaar is gestart met het opstellen van schooljaarbegrotingen. De schooljaarbegrotingen voor het schooljaar 2014-2015 zijn op 11 juni 2014 goedgekeurd.
De evaluatie over het begroten op ‘schooljaar’ zal in 2015 gaan plaatsvinden.
Beleid inzake streefwaarden voor het weerstandsvermogen.
Als onderdeel van de meerjarenbegroting om de maximaal aan te houden reserves te kunnen bepalen.
SgOMB-breed
In 2014 is een voorzet gemaakt op basis van de huidige financiële ontwikkelingen in de meerjarenbegroting 2015-2019, de rapportage inzake risicomanagement en wat gebruikelijk is binnen de branche. Momenteel is dit in beraad bij het College van Bestuur en de Raad van Toezicht.
In 2015 wordt een besluit verwacht inzake welke streefwaarden wij intern zullen aanhouden.
Pilot voor het digitaliseren van het proces van de uitgaande facturen.
Het huidige proces is erg tijdrovend en arbeidsintensief.
SgOMB-breed
Dit voorjaar is met medewerking van een student HEAO Bedrijfseconomie, een adviesvoorstel geformuleerd wat na de zomervakantie is gestart bij één van de schoollocaties.
De evaluatie over deze pilot vindt plaats in 2015 en op basis van deze uitkomsten wordt besloten of andere scholen ook overgaan op dit digitaal proces.
Financiën
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
40
>
5.4 Treasury In overleg met de auditcommissie van de Raad van Toezicht is besloten om het treasuryjaarplan 2014 niet te actualiseren conform het nieuwe statuut en te handelen in de geest van het nieuwe statuut, waardoor het treasury jaarplan 2014 niet officieel is goedgekeurd. Het treasuryjaarplan 2015 is in december 2014 vastgesteld en goedgekeurd. Met als gevolg dat de beleggingsportefeuille pas in januari 2015 is aangepast conform de nieuwe kaders in het nieuwe treasurystatuut.
Het beheer van de liquide middelen en beleggingen geschiedt op stichtingsniveau. In 2014 is de treasurycommissie zes keer bij elkaar geweest. De hoge frequentie heeft te maken met de hoogte van de liquide middelen en de noodzaak om eventuele risico’s inzake treasury te mitigeren. Normaliter komt de treasurycommissie minimaal twee keer per jaar bij elkaar. De treasurycommissie bestaat uit: Hoofd financiële zaken, Directeur Bestuursbureau en de voorzitter van het operationeel overleg. Het voorzitterschap van het operationeel overleg is in 2014 overgedragen aan één van de andere directeuren, daardoor heeft er binnen de treasurycommissie in 2014 één mutatie in leden plaatsgevonden.
5.5 Financieel jaarverslag 2014 Het financieel jaarverslag 2014 van de Scholengroep Overen Midden-Betuwe is gecontroleerd door onze accountant Mazars Paardenkooper Hoffman N.V. Dit onderzoek heeft geen op- of aanmerkingen opgeleverd die van invloed zijn op de gepubliceerde cijfers.
In overleg met de auditcommissie en een externe adviseur is het treasurystatuut opnieuw opgesteld, vastgesteld en goedgekeurd. Hiermee voldoet het statuut aan de voorschriften van het ministerie OCW inzake beleggen en belenen. In dit statuut zijn, aanvullend op de voorschriften, de mogelijke risico’s expliciet vermeld en wordt beschreven in hoeverre bepaalde risico’s al dan wel of niet door de scholengroep kan worden geaccepteerd. In de zomer van 2014 zijn diverse financiële instellingen aan ons verbonden voor het uitsluiten dan wel minimaliseren van het debiteurenrisico. Hiermee voldoet de scholengroep aan de eisen zoals gesteld in het statuut. De verbonden instellingen voldoen aan de ratings zoals gesteld in het statuut. Bij de huisbankier mag niet meer dan € 4 miljoen uitstaan en bij andere financiële instellingen niet meer dan € 1,5 miljoen (beiden exclusief uitstaande rentes).
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
41
Samenwerking ROC A12
Samenwerking met: OBC Huissen, OBC Bemmel, HPC Zetten Uiting van de samenwerking: Met OBC Huissen is er een samenwerking in de vorm van een mbo-opleiding Metaaltechniek. Voor het programma vmbo Lifestyle op OBC Bemmel worden ROC A12 studenten ingezet als begeleider. Op HPC Zetten krijgen de leerlingen van Sport, Dienstverlening & Veiligheid (SDV) de mogelijkheid om in het tweede jaar van ROC A12 Sport & Bewegen in te stromen. Doel: Intensiveren, verbeteren van doorlopende leerlijn tussen het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs om zo een innovatief onderwijsaanbod aan te kunnen bieden aan leerlingen en studenten.
i
Toekomstplannen Toekomstplannen zijn voldoende aanwezig zowel bij ROC A12 als bij de scholen. OBC Bemmel wil de samenwerking met ROC A12 verder uitbouwen met het nieuwe programma Lifestyle & Ondernemerschap in de bovenbouw van het vmbo-t. Paul Kerrebijn (OBC Bemmel): “We denken aan workshops voor onze leerlingen op ROC A12 in relatie tot bijvoorbeeld horeca, toerisme, detailhandel. Zo maken de leerlingen al vroeg, intensief kennis met de beroepen en opleidingen op mbo-niveau. Een betere kennisgeving kan zorgen voor minder uitval en een succesvollere (school)carrière.”
Lifestyle (coach) De samenwerking met ROC A12 en OBC Bemmel heeft betrekking op het vmbo-t talentenprogramma Lifestyle en de mbo-opleiding Sport & Bewegen. Leerlingen van ROC A12 (Velp) genereren praktijkervaring bij OBC Bemmel en andersom profiteert OBC Bemmel van de inzet van deze studenten. Paul Kerrebijn, teamleider onderbouw vmbo-t (OBC Bemmel) is initiatiefnemer van deze samenwerking: “We plukken beiden de vruchten van deze samenwerking. De studenten van Sport & Bewegen worden ingezet bij onze Lifestyle-activiteiten zoals de Familiedag en het Brugklaskamp. Daarnaast hebben we nog een Zeskamp en diverse outdoor-activiteiten. Deze activiteiten organiseren en begeleiden de studenten helemaal zelf. Erg leerzaam dus voor beide partijen.”
doorlopende leerlijnen nagestreefd waarbij informatie en kenniswisseling centraal staat.
ROC A12 start binnenkort met de nieuwe afstudeerrichting Lifestyle coach, dat mooi aansluit bij het Lifestyleprogramma van het vmbo-t.
In een vertrouwde omgeving de schoolcarrière voortzetten Voorbeelden van de samenwerking tussen ROC A12 en SgOMB uit de praktijk zijn er voldoende: Op de vmbo-school OBC Huissen krijgen leerlingen, door de samenwerking met ROC A12, de mogelijkheid om hun schoolcarrière basisberoepsgerichte leerweg naar mbo BBL niveau 2 richting Metaaltechniek voort te zetten in
Een mooie samenspel tussen twee richtingen Het HPC biedt de richting Sport, Dienstverlening & Veiligheid (SDV) aan. Met het ROC A12 is afgesproken dat de leerlingen van deze richting die een diploma hebben behaald, de mogelijkheid hebben om in het tweede jaar van de vervolgopleiding te kunnen instromen. Frans Naber, teamleider vmbo (HPC Zetten): “Dit komt omdat
43
OBC Huissen werkt met ROC A12 in een ‘onderzoekende’ projectgroep. Mocht er ergens een kans in de onderwijswereld voor doen dan wordt geprobeerd daar effectief op in te spelen. Momenteel werkt de projectgroep aan een eventuele mbo niveau 2 opleiding voor kwetsbare vmbo–b leerlingen. Waardevolle beoordeling Liesbeth Schöningh, voorzitter College van Bestuur (ROC A12) benadrukt in een reactie nogmaals het belang van de samenwerking: “ROC A12 beschouwt de samenwerking met SgOMB met het oog op het realiseren van doorlopende leerwegen als zeer waardevol. Door onze krachten te bundelen, kunnen wij onze leerlingen/studenten beter bedienen. ROC A12 staat er dan ook voor open om in de toekomst gezamenlijk de mogelijkheden te (blijven) verkennen om gezamenlijk goede, kwalificerende leertrajecten te ontwerpen, op verschillende niveaus, met een zo laag mogelijke kans op tussentijdse uitval en een optimale aansluiting op de arbeidsmarkt dan wel vervolgopleidingen.”
<
>
Samenwerking
Het pad dat we als scholengroep samen bewandelen is uitgezet aan de hand van onze missie, visie en kernwaarden. Samen streven we tijdens onze tocht naar ‘die uitdagende stip op de horizon’: ambitieus onderwijs bieden aan leerlingen in een open en veilige leeromgeving. Samenwerking is een belangrijke kernwaarde bij deze reis, want samen bereik je immers meer dan alleen. Met vele organisaties werken we als scholengroep samen. Van basisscholen, collega VO-scholen, vervolgonderwijs, (regionale) bedrijven, verenigingen tot gemeenten en goede doelen. Deze samenwerkingspartners leveren een belangrijke bijdrage aan het succes van de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe.
Besturen met een gezamenlijke missie Vorig jaar september hebben de besturen van de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe en Christelijke Onderwijs Groep (ROC A12) een samenwerkingsconvenant getekend. Met dit convenant willen de besturen de reeds bestaande samenwerking voortzetten en zelfs intensiveren. Een innovatief onderwijsaanbod dat de kansen voor de leerlingen en studenten verder moet verbreden is het uitgangspunt. Met deze samenwerking worden nog sterkere
Monitor - jaarverslag 2014
het ROC weet hoe de opleiding eruit ziet en dat het aansluit op het vervolg. Voor beide partijen is dit een welkome aangelegenheid: de leerlingen van het HPC kunnen zich zo goed voorbereiden op het onderwijs van het ROC en het ROC weet welke leerlingen ze binnenkrijgt.”
hun vertrouwde leeromgeving. Het doel is de doorstroming van het vmbo naar het mbo te bevorderen. Janine Klein Willink, directeur (OBC Huissen) is te spreken over de samenwerking. “De bestaande samenwerking met ROC A12 verloopt goed. Er zijn korte lijnen en samen stellen we positieve, onderwijskundige mogelijkheden beschikbaar. Elk jaar bekijken we de mogelijkheden; hoe kunnen we onze samenwerking versterken en/of uitbreiden? Op deze manier blijven we werken aan eigentijds onderwijs en proberen we onze leerlingen zo goed mogelijk te bedienen.”
Onderstaand een toelichting op het resultaat 2014, de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014. Ter vergelijking zijn ook de getallen van 2013 weergegeven.
Resultaat 2014 Over 2014 is een resultaat gerealiseerd van € 133.500. Begroot was een resultaat van € 425.368 negatief. Scholengroep Over- en Midden-Betuwe
Positief effect
Negatief effect
Saldo
44
x e 1.000 BATEN Meer Rijksbijdragen
86
Meer overheidsbijdragen Meer overige baten
86
63
63
167
167 316
LASTEN Meer personele lasten
498
Lagere afschrijvingslasten
-498
83
83
Lagere huisvestinglasten
62
62
Lagere overige instellinglasten
581
581 228
Effect op het resultaat 2014
544
Meer financiële baten en lasten
15
15
Effect op totaal resultaat 2014
559
Gerealiseerd resultaat
133
Begroot resultaat
-425 558
De hogere overige overheidsbijdrage is grotendeels te verklaren door meer deelname in projecten vanuit het samenwerkingsverband waar een vergoeding tegenover staat. Daarnaast zijn de bijdragen van gemeenten licht hoger dan voorzien in de begroting.
De rijksbijdragen zijn hoger dan begroot door o.a. meer LWOO leerlingen in plaats van reguliere leerlingen zoals verwacht in de begroting en een iets hogere vergoeding per LWOO leerling.
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
45
ding voor de scholengroep, zijn in 2014 uitgesteld, waardoor ultimo 2014 de realisatie achter blijft ten opzichte van de begroting.
Het hogere saldo overige baten wordt verklaard door onder andere een afrekening (€ 118.000) van het samenwerkingsverband van oude gelden, een hogere bijdrage voor buitenschoolse activiteiten (€ 25.000) en onvoorziene bijdragen zoals schadevergoedingen en voor verkoop van vaste activa.
De lagere huisvestingslasten zijn grotendeels ontstaan door een herijking in het meerjaren onderhoudsplan, waardoor de toevoeging aan de groot onderhoud voorziening (€ 139.000) aanzienlijk lager uitvalt dan begroot. De gestegen uitgaven voor onderhoud en schoonmaak en een onverwachte teruggave over 2013 hebben er toe geleid dat er minder huisvestingsuitgaven zijn gedaan dan begroot.
De personele lasten zijn hoger dan begroot, ondanks dat de directe salariskosten (€ 99.000) lager zijn dan begroot. Een gedeelte van de begrote personeelslasten is in mindering gebracht op de voorziening langdurig zieken welke ultimo 2013 is gevormd. De gestegen personele lasten wordt daarnaast veroorzaakt door meer externe inhuur van medewerkers (€ 264.000) voor grotendeels vervanging, maar ook door de inzet van tijdelijke krachten in plaats van medewerkers in vaste dienst te nemen. Door onder andere een wijziging in de secundaire arbeidsvoorwaarden zijn de reiskosten aanzienlijk hoger dan begroot (€ 133.000). Ook de toegenomen wervingskosten (€ 100.000) voor personeel zijn debet aan de gestegen personeelslasten. Verder zijn de uitgaven voor scholing van personeel (€ 31.000), mobiele telefonie (€ 29.000) en afname van opgebouwde vakantie uren voor OOP-personeel (€ 26.000) hoger dan begroot.
De lagere overige instellingslasten hebben betrekking op een veelheid van posten. Door de negatieve begroting is er gedurende het jaar zeer kritisch gekeken naar de uitgaven. Ten opzichte van de begroting zijn er onder andere minder uitgaven gerealiseerd: leermiddelen (€ 161.000), administratie en beheer (€ 132.000), buitenschoolse activiteiten (€ 120.000), telefoonkosten (€ 31.000), school gebonden uitgaven (€ 29.000) en kantine uitgaven (€ 23.000). Ook een verrekening met voorgaande jaren met het ROC A12 (€ 38.000), heeft er onder andere toe geleid dat de uitgaven voor inventaris (€ 46.000) lager zijn, dan begroot. De financiële baten en lasten zijn hoger dan verwacht door een hoger saldo aan liquide middelen dan geprognosticeerd in de begroting.
De afschrijvingen in de begroting zijn gebaseerd op de lopende afschrijvingen en het investeringsbudget. Een aantal voorgenomen projecten, zoals een nieuwe sportvoorziening in Huissen en de aanleg van glasvezelverbin-
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
Balans per 31 december 2014 x e 1.000
31-12-2014
31-12-2013
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa
5.113
5.200
Financiële vaste activa
1.204
1.451
Totaal vaste activa
6.317
6.651
847
563
46
VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen
240
0
Liquide middelen
Effecten
7.475
7.273
Totaal vlottende activa
8.562
7.836
14.879
14.487
Eigen vermogen
6.805
6.671
Voorzieningen
2.117
1.885
Totaal activa
PASSIVA
Langlopende schulden
0
0
Kortlopende schulden
5.957
5.931
14.879
14.487
Totaal passiva
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
Staat van baten en lasten 2014 x e 1.000
2014
2013
BATEN Rijksbijdragen
31.904
32.711
352
296
Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten
1.662
1.992
33.918
34.999
26.422
25.669
948
980
Totaal baten
47
LASTEN Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten
2.118
2.209
Overige lasten
4.450
4.547
Totaal lasten
33.938
33.405
Saldo baten en lasten
-20
1.594
Saldo financiële baten en lasten
154
153
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
134
1.747
Totaal resultaat
134
1.747
flexibel te worden opgevangen binnen de financiële mogelijkheden van de scholengroep. Voor wat betreft de kengetallen kapitalisatiefactor, transactiefunctie, financieringsfunctie en buffer wordt bij de beoordeling van de kengetallen rekening gehouden met een tweetal correcties zijnde: 1. vooruit ontvangen investeringssubsidies worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de materiële vaste activa en verlagen daarmee het totaal kapitaal; 2. bestemmingsreserves privaat worden in mindering gebracht op het totaal kapitaal.
We kunnen concluderen dat ook in 2014 het behoudende financieel beleid van de Scholengroep Over- en MiddenBetuwe in het algemeen degelijk is voortgezet. Hoewel er een negatieve begroting lag, door de inzet van herfstakkoord middelen die ultimo 2013 zijn ontvangen, is in 2014 toch kritisch gekeken in hoeverre de uitgaven bijdragen aan het onderwijsproces. De noodzaak om de financiën maximaal te monitoren voor de komende jaren blijft aanwezig. De effecten van onder meer overheidsmaatregelen, zowel positief als negatief, als effecten van een ouder wordend medewerkersbestand dienen de komende jaren
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
De financiële kengetallen voor 2014, conform het beoordelingskader van de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen, van de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe zijn als volgt: Formule
Ondergrens
Bovengrens
SGOMB 2014
SGOMB 2013
a. Solvabiliteit: alle instellingen
30%
geen
67,82 %
67,91 %
b. Kapitalisatiefactor
geen
35-60%*)
32,41 %
29,89 %
c. Financieringsfunctie
n.v.t.
n.v.t.
8,09 %
8,00 %
d. Transactiefunctie
n.v.t.
n.v.t.
12,43 %
11,50 %
e. Financiële buffer
geen
5 % – 15%
11,89 %
10,41 %
a. Liquiditeit: alle instellingen
0,5
1,5
2,02
1,94
b. Rentabiliteit
0%
5%
0,39 %
4,97 %
I. Vermogensbeheer
48
II. Budgetbeheer
tussen welk deel nodig is voor de vervanging van overige materiële vaste activa tot de gerealiseerde omzet. )I.d Transactiefunctie: (Kort lopende schulden minus correctie één) gedeeld door (totaal van de totale baten uit gewone bedrijfsvoering en financiële baten). Geeft aan de verhouding tussen middelen welke te worden aangehouden voor het betalen van kortlopende schulden tot de gerealiseerde omzet. )I.e Financiële buffer: (Balanstotaal exclusief gebouwen en terreinen minus correctie één en twee, minus totaal boekwaarde materiële vaste activa, minus kort lopende schulden minus correctie één) gedeeld door (totaal van de totale baten uit gewone bedrijfsvoering en financiële baten). Geeft aan de verhouding tussen middelen welke worden aangehouden voor eventuele risico’s tot de gerealiseerde omzet.
)I.a Solvabiliteit: (Eigen vermogen plus voorzieningen) gedeeld door (balanstotaal minus correctie één) vermenigvuldigd met 100%. Instellingen gaan wisselend om met reserves, vooruit ontvangen investeringssubsidies, vordering OCW en voorzieningen. Bij de berekening van dit kengetal wordt dit wisselend gebruik teniet gedaan. Geeft aan de mate waarin de stichting in staat is aan haar langlopende verplichtingen te voldoen. )I.b Kapitalisatiefactor: (Balanstotaal exclusief gebouwen en terreinen minus correctie één en twee) gedeeld door (totaal van de totale baten uit gewone bedrijfsvoering en financiële baten). Geeft aan de verhouding tussen geïnvesteerd vermogen tot de gerealiseerde omzet. )I.c Financieringsfunctie: (Totaal boekwaarde materiële vaste activa) gedeeld door (totaal van de totale baten uit gewone bedrijfsvoering en financiële baten). Geeft aan de verhouding
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
Het woord ‘kans’ zorgt ervoor dat het gaat over een mogelijke gebeurtenis. Als het zeker is dat een gebeurtenis zich voordoet is het geen risico meer.
)II.a Liquiditeit: Vanuit het ministerie van OC&W gedefinieerd als: (Vlottende activa inclusief voorraden) gedeeld door (kortlopende schulden). Geeft aan in hoeverre de instelling aan haar verplichtingen op korte termijn kan voldoen. )II.b Rentabiliteit: (Resultaat uit gewone bedrijfsvoering) gedeeld door (totaal van de totale baten uit gewone bedrijfsvoering en de financiële baten) vermenigvuldigd met 100%. Geeft het verschil tussen baten en lasten weer ten opzichte van de totale baten.
In één op één bijeenkomsten met het College van Bestuur, de individuele directieteams van de scholen en de directeur van het Bestuursbureau is de ‘SgOMB Risicolijst Oude Risico’s’ inhoudelijk besproken op actualiteit. Risico’s zijn daarbij opnieuw gewogen en indien niet meer van toepassing, niet meer als risico benoemd. Nieuw opgekomen risico’s (afkomstig vanuit de deelnemers, de actualiteit dan wel vanuit de zogenaamde ‘trending risks’ van NAR) zijn aan de lijst toegevoegd en gewogen. Hiermee is een ‘SgOMB Risicolijst Nieuwe Risico’s’ ontstaan. De gegevens van de risico’s op deze lijst zijn beoordeeld door NAR en door hen ingevoerd in hun software NARIS. Vanuit daar is uiteindelijk de geactualiseerde Rapportage Risicomanagement van het NAR ontstaan.
5.6 Risicomanagement In mei 2014 is het risicoprofiel van de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe geactualiseerd. De ‘Rapportage Risicomanagement’ is op basis van deze actualisatie door het Nederlands Adviesbureau Risicomanagement (NAR) opgesteld. Voor de berekeningen m.b.t. het weerstandsvermogen zijn in de rapportage de gegevens van onze scholengroep gebruikt per 31 december 2013.
De getalsmatige informatie uit de geactualiseerde rapportage, rekening houdend met de situatie per ultimo 2014 is als volgt:
Bij de actualisatie van het risicoprofiel is gebruik gemaakt van de op dat moment voor onze scholengroep voorhanden zijnde Rapportage Risicomanagement van het NAR. Deze rapportage werd in maart 2013 gepubliceerd. Bij de actualisatie in 2014 zijn dezelfde uitgangspunten gehanteerd ten opzichte van de meting in maart 2013. Denk hierbij onder andere aan: actualisatie op groepsniveau (één rechtspersoon), definities, tabellen, deelnemers, gelijkheid stemgewicht en meerderheid beslist.
Situatie 31-12-2014
Situatie 31-12-2013
Benodigde weerstandscapaciteit (absoluut maximum)
€ 3.960.000
€ 3.398.023
Benodigde weerstandscapaciteit (o.b.v. risicosimulatie NAR; 90% zekerheid) (A)
€ 2.176.966
€ 2.516.742
Beschikbare weerstandscapaciteit SgOMB (B)
€ 5.605.216
€ 5.383.755
2,57
2,14
Uitstekend
Uitstekend
Ratio weerstandsvermogen (B): (A) Betekenis Ratio weerstandsvermogen
Een van de belangrijkste uitgangspunten is de definitie van het begrip risico:
Naar verwachting zal de volgende actualisatie van het risicoprofiel van de scholengroep in mei 2015 plaats gaan vinden.
‘Een risico is de kans op een gebeurtenis met een negatief effect op het behalen van je beleidsdoelstellingen.’
Monitor - jaarverslag 2014
49
i
<
>
Hoofdstuk 6 Continuïteitsparagraaf A. Gegevensset De in deze gegevensset opgenomen toekomstgerichte cijfers zijn ontleend aan de op 1 december 2014 door de Raad van Toezicht goedgekeurde meerjarenbegroting 2015-2019. 50
A1. Kengetallen Verwacht 2015
Realisatie 2014
Verwacht 2016
Verwacht 2017
Personele bezetting in FTE
Directie
22,8
24
24
24
Ondersteunend personeel
91,8
87
86
75
Onderwijzend personeel
Aantal leerlingen per 1 oktober
Monitor - jaarverslag 2014
283,5
267
265
262
398,1
378
375
371
4.311
4.292
4.254
4.218
i
<
>
A2. Meerjarenbegroting Balans x e 1.000
Realisatie 31-12-2014
Begroot 31-12-2015
Begroot 31-12-2016
Begroot 31-12-2017
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa
5.113
4.688
4.308
4.020
Financiële vaste activa
1.204
1.211
966
741
Totaal vaste activa
6.317
5.899
5.274
4.761
847
563
563
563
VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen
240
0
0
0
Liquide middelen
Effecten
7.475
7.153
7.341
7.392
Totaal vlottende activa
8.562
7.716
7.904
7.955
14.879
13.615
13.178
12.716
Eigen vermogen
6.805
6.639
6.184
5.873
Voorzieningen
2.117
1.565
1.739
1.744
0
0
0
0
Totaal activa PASSIVA
Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
5.957
5.411
5.255
5.099
14.879
13.615
13.178
12.716
ste van de liquide middelen. In het treasuryjaarplan 2015 zijn acties opgenomen om de overtollige liquide middelen in te zetten ten gunste van de obligatieportefeuille.
Toelichting op de balans Activa De materiële vaste activa neemt af doordat vanaf 2015 minder wordt geïnvesteerd. Vanaf 2015 zijn alleen nieuwe investeringen en vervangingsbehoefte opgenomen die reeds bekend zijn.
Passiva De ontwikkeling van het eigen vermogen is een resultante van de negatieve resultaten. Op basis van de nog vast te stellen notitie over het vereiste weerstandvermogen, zal er mogelijk nog ruimte zijn voor aanvullende uitgaven ten gunste van het onderwijs.
Door afloop van obligatieleningen in de beleggersportefeuille neemt de financiële vaste activa jaarlijks af ten gun-
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
51
Staat/raming van Baten en Lasten x e 1.000
Realisatie 2014
Begroot 2015
Begroot 2016
Begroot 2017
BATEN Rijksbijdragen
31.904
32.566
32.239
32.309
352
196
196
196
1.662
1.489
1.423
1.401
33.918
34.251
33.858
33.906
26.422
26.401
26.631
26.672
948
1.020
960
878
2.118
2.151
2.076
2.064
Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten Totaal baten
LASTEN Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
4.450
4.885
4.785
4.744
Totaal lasten
33.938
34.457
34.452
34.358
-20
-206
-594
-452
Saldo baten en lasten
Saldo financiële baten en lasten
154
139
138
139
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
134
-67
-456
-313
Totaal resultaat
134
-67
-456
-313
Toelichting op de staat/raming van Baten en Lasten De negatief begrote resultaten voor 2015, 2016 en 2017 komen ten lasten van gelden uit de subsidie jonge leerkrachten en het herfstakkoord uit 2013 en worden verrekend met de bestemmingsreserves van de scholen en de bestemmingsreserve BAPO.
De overige overheidsbijdragen dalen o.a. doordat een aantal vooruit ontvangen investeringssubsidies (subsidies die in het verleden zijn ontvangen voor investeringen) volledig zijn ingezet ter dekking van de afschrijvingslasten. De aangeschafte investeringen zijn dan volledig afgeschreven.
Baten De verwachte leerlingaantallen dalen de komende jaren. Hierdoor nemen de personele en materiële bekostiging normaliter ook jaarlijks af. In 2015 wordt ondanks de leerlingendaling toch nog meer bekostiging verwacht dan in 2014 door hogere subsidiebedragen per leerling.
Ook de gemeentelijke bijdragen voor de sportvoorziening Huissen staat vanaf 2015 gepresenteerd als huuropbrengsten en niet meer onder overige overheidsbijdragen. In de meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met mogelijke incidentele opbrengsten door participatie in diverse projecten vanuit samenwerkingsverbanden.
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
52
B. Overige rapportages
De overige baten dalen door o.a. minder inkomsten voor detacheringen en door de daling in leerlingaantallen.
B1. Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controle systeem.
Lasten Afhankelijk van de schoolsoortcode en de verwachte leerling aantallen wordt op basis van de bekostiging rekening gehouden met de inzet van OP-personeel. In de meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met aanvullende kosten voor ‘verplicht’ uitstroom van personeel. De verwachting is dat de uitstroom kan worden opgevangen door natuurlijk verloop (niet zijnde AOW-gerechtigde leeftijd) en door o.a. vrijwillig opzeggen en het niet verlengen van tijdelijke overeenkomsten.
Op hoofdlijnen wordt binnen de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe gewerkt met de onderstaande instrumenten om risico’s te beheersen en te controleren: • meerjarig strategisch beleidsplan op stichtingsniveau; • meerjarige schoolplannen op de scholen; • financiële meerjaren prognoses (leerlingen, formatie, investeringen) en financiële begrotingen; • jaarlijkse Planning en Controlcyclus; • jaarlijkse actualisatie risicoprofiel met bijbehorende beheersmaatregelen en benodigd weerstandsvermogen; • vastgelegde taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van alle geledingen; • vastgelegde procedures en processen; • integraal verantwoordelijk management op de scholen; • centraal ingerichte computersystemen; • periodieke maandrapportages (Maraps) en verantwoordingsrapportages (Veraps); • planmatig werken o.a. bij vergaderingen.
Ondanks deze daling in FTE stijgen de personeelskosten door de doorstroom van personeel binnen hun schaal en de opgenomen verwachte aanvullende kosten voor de realisatie van de functiemix streefwaarden. De afschrijvingslasten nemen jaarlijks verder af doordat er minder wordt geïnvesteerd dan wordt afgeschreven. De mutatie in huisvestingslasten ontstaan met name door de ontwikkelingen in de voorziening groot onderhoud.
Gedurende het verslagjaar hebben de bovenstaande instrumenten naar behoren gefunctioneerd, waardoor de geledingen van de scholengroep goed in staat zijn geweest sturing te geven aan het geformuleerde beleid.
De overige instellingslasten ontwikkelen zich synchroon met de leerlingaantallen.
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
53
B2. Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden In aanvulling op hetgeen in paragraaf 5.5 reeds is vermeld over Risicomanagement hieronder een aanvulling. De Top 3 risico’s (financieel en imago) uit de geactualiseerde rapportage van mei 2014 zijn als volgt: Situatie 31-12-2014
Situatie 31-12-2013
Top 3 Financiële risico’s
1. Onzekere financiering leerlingenstromen en/of lagere bekostiging per leerling doordat het ministerie bekostigingsvoorwaarden aanscherpt of delen uit de bekostiging bezuinigt (onbetrouwbare overheid). 2. Onvoorziene aanpassing/reparatie huisvesting. 3. Gemeente verandert haar beleid ten aanzien van onderwijshuisvesting.
1. Onzekere financiering leerlingenstromen en/of lagere bekostiging per leerling doordat het ministerie bekostigingsvoorwaarden aanscherpt of delen uit de bekostiging bezuinigt (onbetrouwbare overheid). 2. Afspraken CAO-VO tussen werkgevers en werknemers die niet door de overheid worden gedekt leidt tot financiële verplichting van de school. 3. Geen draagvlak bij medewerkers voor noodzakelijk geachte veranderingen (aanpassing financieel beleid/ modernisering taakbeleid).
Top 3 Imago risico’s
1. Ongewenste invloeden die door stakeholders (bijv. oudwerknemers) worden uitgeoefend op de organisatie c.q. die optreden vanwege ongenuanceerde publieke uitingen (internet/reactie krantenartikelen). 2. Feitelijke onderwijsresultaten en –scores blijven achter bij de doelstellingen. 3. Ongewenst gedrag leerlingen/ ongewenst gedrag oudersverzorgers.
1. Ongewenst gedrag medewerkers (seksuele) intimidatie, onethisch gedrag. 2. Ongewenste invloeden die door stakeholders (bijv. oudwerknemers) worden uitgeoefend op de organisatie c.q. die optreden vanwege ongenuanceerde publieke uitingen (internet/reactie krantenartikelen). 3. Onvoldoende succes met realisatie onderwijsvernieuwingen.
54
Per domein zijn de belangrijkste risico’s (financieel en imago) per 31-12-2014 als volgt: Domein
Belangrijkste financiële risico’s per 31-12-2014
Belangrijkste imago risico’s per 31-12-2014
Onderwijs
Feitelijke onderwijsresultaten en –scores blijven achter bij de doelstellingen.
Feitelijke onderwijsresultaten en –scores blijven achter bij de doelstellingen.
Personeel
Aanpassing van ziektewet per 1-1-2014 (werkgever blijft verantwoordelijk voor medewerkers met tijdelijk dienstverband die ziek zijn op het moment dat hun contract afloopt).
Ongewenst gedrag medewerkers (seksuele) intimidatie, onethisch gedrag.
Financiën
Onzekere financiering leerlingenstromen en/of lagere bekostiging per leerling doordat het ministerie bekostigingsvoorwaarden aanscherpt of delen uit de bekostiging bezuinigt (onbetrouwbare overheid).
Onzekere financiering leerlingenstromen en/of lagere bekostiging per leerling doordat het ministerie bekostigingsvoorwaarden aanscherpt of delen uit de bekostiging bezuinigt (onbetrouwbare overheid).
Kwaliteit
Onvoorziene aanpassing/reparatie huisvesting.
Ongewenste invloeden die door stakeholders (bijv. oudwerknemers) worden uitgeoefend op de organisatie c.q. die optreden vanwege ongenuanceerde publieke uitingen (internet/reactie krantenartikelen).
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
werkgroepen zoals een zogenaamd intern datateam om een onderwijskundig probleem te onderzoeken op feitelijkheden (in OBC Huissen in nauwe samenwerking met UTwente) of de projectgroep voor de implementatie van nieuwe HRM-software.
Mede op basis van de risicoanalyses worden jaarlijks binnen de geledingen van de scholengroep maatregelen getroffen om risico’s te vermijden dan wel terug te dringen. Dit binnen alle vier de domeinen. De maatregelen variëren van onderwijskundige aanpassingen tot betere beheersing van processen. Ook worden risico’s aangepakt binnen werk- en projectgroepen. Zowel binnen bestaande groepen (zoals de werkgroep ‘formatieplanning’ of de werkgroep ‘in-control’) als specifiek hiervoor opgerichte
Monitor - jaarverslag 2014
55
B3. Rapportage toezichthoudend orgaan Voor deze rapportage verwijzen u graag naar het verslag van de Raad van Toezicht onder hoofdstuk 7.
i
<
>
Hoofdstuk 7 Raad van Toezicht Scholengroep OMB 7.1 Algemeen
het voortgezet onderwijs. De Raad van Toezicht is (collectief) lid van de VTOI en weet zich vertegenwoordigd door deze vereniging in onder andere de CAO afspraken voor bestuurders. De actuele vergoedingsregeling voor toezichthouders wordt toegepast.
De Raad van Toezicht van de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe bestaat uit zes personen. Zij oefenen hun taak uit op basis van de statuten en reglementen. De leden van de raad opereren zonder last of ruggenspraak en zijn daarmee onafhankelijk.
De samenstelling van de Raad van Toezicht was ultimo 2014 als volgt:
De Raad van Toezicht handelt volgens de principes die zijn vastgelegd in de Code goed onderwijsbestuur voor Naam
Functies/werkzaamheden
1e benoeming en 2e benoeming
Dhr.drs. B.H.T. Roodink
Functie in RvT: - Voorzitter Aandachtsgebied: - governance en onderwijsontwikkelingen Commissies: - werkgevercommissie Reguliere werkzaamheden: - zelfstandig adviseur Nevenfuncties: - Lid RvT Cito Arnhem - senior adviseur RO Groep
1e benoeming: 01-08-2013 t/m 01-08-2017 2e benoeming:
Mw. mr. S.A.B.D. Gosselt
Functie in RvT: - Vicevoorzitter Aandachtsgebied: - HRM en bedrijfsvoering Commissies: - werkgevercommissie Reguliere werkzaamheden: - coach en procesbegeleider Nevenfuncties: - lid RvT Gelders Erfgoed
1e benoeming: 19-01-2011 t/m 19-01-2015 2e benoeming: 19-01-2015 t/m 19-01-2019
Mw.mr. N. Stommels
Functie in RvT: - Lid Aandachtsgebied: - juridische zaken Commissies: - geen Reguliere werkzaamheden: - advocaat Nevenfuncties: - lid RvT Stichting Fluvius
1e benoeming: 19-01-2011 t/m 19-01-2015 2e benoeming: 19-01-2015 t/m 19-01-2019
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
56
Naam
Functies/werkzaamheden
1e benoeming en 2e benoeming
Dhr. drs. B. van Lingen
Functie in RvT: - Lid Aandachtsgebied: - openbaar bestuur en bedrijfsvoering Commissies: - geen Reguliere werkzaamheden: - Voorzitter Raad van Bestuur zorginstelling Nevenfuncties: - geen
1e benoeming: 02-02-2009 t/m 02-12-2013 2e benoeming: 02-12-2013 t/m 02-12-2017
Dhr. drs J.V.C.T. van Duren RC
Functie in RvT: - Lid Aandachtsgebied: - financiën, riskmanagement, bedrijfsvoering Commissies: - auditcommissie Reguliere werkzaamheden: - senior manager financiën-GRC Nevenfuncties: - lid RvT Stichting STUW - lid RvT Stichting SWG
1e benoeming: 01-08-2013 t/m 01-08-2017 2e benoeming:
Dhr. J.M. Verbeek
Functie in RvT: - Lid Aandachtsgebied: - financiën en organisatie Commissies: - auditcommissie Reguliere werkzaamheden: - interim management Nevenfuncties: - commissaris NGN
1e benoeming: 02-02-2009 t/m 02-02-2013 2e benoeming: 02-02-2013
57
De Raad van Toezicht kent twee vaste commissies: de auditcommissie en de werkgevercommissie. Voor beide commissies is een reglement vastgesteld.
Toezicht is punt van bespreking. Voorafgaande aan de beoordeling verzamelt de commissie op verschillende manieren informatie over het functioneren van het College van Bestuur.
7.2 Werkgevercommissie
7.3 Auditcommissie
In de werkgevercommissie hebben zitting de voorzitter en vicevoorzitter van de Raad van Toezicht. De leden worden benoemd voor een periode van 4 jaar. De werkgevercommissie beoordeelt het functioneren van het College van Bestuur op basis van de resultaatafspraken in relatie tot vastgestelde aandachtsgebieden. Een verslag met de zelfreflectie van het College van Bestuur is uitgangspunt voor het gesprek. Ook de samenwerking tussen het College van Bestuur en Raad van
In de auditcommissie hebben twee leden van de Raad van Toezicht zitting, waaronder in ieder geval een lid met specifieke kennis van en affiniteit met financiële vraagstukken. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. De auditcommissie houdt in het bijzonder toezicht op de werking van de interne risicobeheersing en controlesystemen (inclusief het riskassessment en riskmanagement), de naleving van wet- en regelgeving, de financiële infor-
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
gangsgesprek en een functioneringsgesprek wordt in de maand januari 2015 een resultaatsgesprek met het College van Bestuur gehouden waarin terug gekeken wordt op de resultaten van het afgelopen kalenderjaar en de afspraken voor het nieuwe jaar worden vastgelegd. • Het vastleggen van de overlegvergaderingen van de auditcommissie in de jaarplanning. • Het aanscherpen van de jaaragenda met als doel alle beleidsterreinen goed aan bod te laten komen. • Het vaststellen van een nieuw treasurybeleid en treasuryjaarplan. • Het bespreken van de actualiteit van het vigerende strategische beleidsplan. • Het tot stand komen van een meerjarig financieel beleidsplan. • De evaluatie van de vergoedingen van de RvT-leden.
matieverschaffing, de rol van de interne controlefunctie, de financiering, de toepassing van ICT, en het vastgoedbeheer. De commissie adviseert en assisteert de Raad van Toezicht op het punt van financiële aangelegenheden en verantwoording. De begroting en jaarrekening gelden daarbij als kernactiviteit. In het verslagjaar heeft de auditcommissie de Raad van Toezicht geadviseerd over: • Jaardocument, accountantsverslag 2013 en begroting 2015. • Het beleggingsbeleid en het beleid t.a.v. het weerstandsvermogen.
7.4 Standaard Werkwijze van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht vergadert vijf maal per jaar en richt zich daarbij op de gerealiseerde prestaties en op de effecten van de door het College van Bestuur gevoerde strategie. Zij doet dit aan de hand van een jaaragenda, die gedomineerd wordt door centrale thema’s als het strategisch beleid zelf, onderwijskwaliteit, kwaliteitsbeleid, personeelsbeleid, financiën, planning & control, organisatieontwikkeling, PR en marketing en regionale ontwikkelingen. De Raad van Toezicht vergadert regulier in aanwezigheid van het College van Bestuur. Voorafgaand aan dit overleg is er vooroverleg met alleen de leden van de Raad van Toezicht. Indien noodzakelijk kan de Raad van Toezicht extra vergaderen, los van het College van Bestuur.
7.6 Zelfevaluatie De jaarlijkse zelfevaluatie van de Raad van Toezicht heeft in mei 2014 plaats gevonden. De zelfevaluatie vond plaats zonder het College van Bestuur. Het verslag van deze bijeenkomst is met het College van Bestuur besproken.
7.7 Een professionele Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht is regelmatig aanwezig bij bijzondere gelegenheden op de scholen (open dagen) en managementbijeenkomsten.
De taken van de toezichthouder worden (onder maatschappelijke druk) steeds zwaarder. De Raad van Toezicht van de Scholengroep Over- en Midden-Betuwe ziet erop toe dat de leden investeren in de eigen ontwikkeling en actueel geïnformeerd zijn. Enerzijds gebeurt dat door regelmatige relevante informatie (abonnementen, VO nieuws e.d.) anderzijds door deelname aan workshops en conferenties (VTOI).
7.5 Speerpunten in 2014
7.8 Overleg met de GMR
In 2014 heeft de Raad van Toezicht diverse onderwerpen besproken die samenhangen met de onder 6.4 beschreven werkwijze. Daarnaast heeft de Raad van Toezicht zich in 2014 in het bijzonder bezig gehouden met: • Het professionaliseren van de gesprekscyclus met het College van Bestuur. Na een start met een voort-
Dit verslagjaar heeft de voorzitter van de RvT een maal overleg gehad met de GMR. Daarbij is de afspraak gemaakt, dat er in het vervolg twee keer per jaar een overleg met de GMR zal plaats vinden. Via het College van Bestuur is de Raad van Toezicht periodiek geïnformeerd over de communicatie met en de bespreekthema’s van de GMR.
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
58
Hoofdstuk 8 Adresgegevens Stichting Christelijk Voortgezet Onderwijs
Scholengroep Over- en Midden-Betuwe
Over- en Midden-Betuwe
bestaat uit:
Scholengroep Over- en Midden-Betuwe
59
De Heister 1, 6681 CV Bemmel Postbus 19, 6680 AA Bemmel T 0481 - 47 05 55
Hendrik Pierson College
Over Betuwe College Elst
F 0481 - 47 05 50
Mammoetstraat 1-3, 6671 DL Zetten
Van der Duyn van Maasdamstraat 25
E
[email protected]
Postbus 2, 6670 AA Zetten
6661 ZR Elst
W www.sgomb.nl
T 0488 - 45 15 44
Mozartstraat 12, 6661 BL Elst
F 0488 - 45 32 70
Postbus 19, 6680 AA Bemmel
Bestuursbureau Scholengroep
E
[email protected]
T 0481 - 36 65 55
Over- en Midden-Betuwe
W www.hendrikpiersoncollege.nl
F 0481 - 36 65 50
Postbus 19, 6680 AA Bemmel
E
[email protected]
T 0481 - 47 05 55
W www.overbetuwecollege.nl
F 0481 - 47 09 99 E
[email protected] W www.sgomb.nl Over Betuwe College Bemmel
Over Betuwe College Huissen
Locatie De Heister, havo-vwo
Julianastraat 17, 6851 KJ Huissen
De Heister 1, 6681 CV Bemmel
Postbus 5, 6850 AA Huissen
Postbus 19, 6680 AA Bemmel
T 026 - 326 32 22
T 0481 - 47 05 55
F 026 - 326 32 20
F 0481 - 47 05 50
E
[email protected]
E
[email protected]
W www.overbetuwecollege.nl
W www.overbetuwecollege.nl Locatie Essenpas, vmbo-t Drieske 4, 6681 CX Bemmel Postbus 19, 6680 AA Bemmel T 0481 - 47 02 90 F 0481 - 47 02 99 E
[email protected] W www.overbetuwecollege.nl
Monitor - jaarverslag 2014
i
<
>
Colofon Uitgave: Scholengroep Over- en Midden-Betuwe Postbus 19, 6680 AA Bemmel T 0481 - 47 05 55 E
[email protected] W www.scholengroepomb.nl Teksten:
Schooldirecties College van Bestuur Raad van Toezicht Bestuursbureau Redactie:
Geer Hubers Helen de Bruijn Fotografie:
Marco Hamelink Helen de Bruijn Hendrik Pierson College (HPC) Zetten Ontwerp:
Over Betuwe College (OBC): OBC Bemmel OBC Elst OBC Huissen
<
i
Puntwee Visuele communicatie, Elst Druk: DrukwerkCentrum Leijser, Huissen
60