Monetaire beleidsinstrumenten van de ECB Bronnen: www.nbb.be en www.ecb.int A. Definitie van prijsstabiliteit Prijsstabiliteit is gedefinieerd als inflatie beneden, maar dicht bij de 2%. Besluiten over het monetaire beleid worden genomen door de Raad van Bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB). Hierin zitten de presidenten van de 16 eurolanden en de directie van de ECB. B. Beleidsinstrumenten Er zijn drie monetaire beleidsinstrumenten waarmee het Eurosysteem de liquiditeitspositie van het bankwezen beïnvloedt. Hiermee stuurt het Eurosysteem de korte geldmarktrente naar het niveau van de centrale beleidsrente zoals die door de Raad van Bestuur van de ECB is vastgesteld met het oog op handhaving van prijsstabiliteit. De drie beleidsinstrumenten zijn:
de reserveverplichtingen
de open markttransacties
de permanente faciliteiten
1. Reserveverplichtingen De reserveverplichtingen komen overeen met de zogenaamde kasreservecoëfficiënt uit vorig hoofdstuk (girale geldschepping). Kredietinstellingen in het eurogebied zijn verplicht gemiddeld een bepaalde hoeveelheid geld, de zogenaamde minimum reserves, aan te houden bij hun nationale centrale bank. Meestal voor een periode van 4 à 5 weken. Hiermee creëert de ECB een tekort aan liquiditeiten (geld) in het eurogebied. Banken zijn daardoor afhankelijk van de ECB voor het verkrijgen van liquiditeiten. Hoe hoger de reserveverplichting, hoe minder geld in omloop. Een verhoging van de kasreservecoëfficiënt vermindert de mogelijkheid van commerciële banken om giraal geld te creëren. Een verlaging van de kasreservecoëfficiënt verhoogt de mogelijkheid van de commerciële banken om giraal geld te creëren.
2. De open markttransacties Dit zijn transacties waarmee de ECB herfinanciering verstrekt aan banken, om te kunnen voorzien in hun behoefte aan geld, of waarmee overtollige liquiditeiten aan het systeem worden onttrokken. Om het Eurosysteem voor mogelijke verliezen te behoeden, vindt kredietverlening alleen plaats tegen onderpand. Er zijn verschillende open markttransacties die kunnen worden onderverdeeld naar doel en frequentie:
Basis-herfinancieringstransacties Dit is de belangrijkste vorm van liquiditeitverstrekking aan banken.
Basis-
herfinancieringsoperaties worden in de regel uitgevoerd als variabele rentetender, d.w.z. de hoogste bieders krijgen als eerste hun liquiditeiten toegewezen totdat het totale door de ECB te verstrekken bedrag is bereikt. De tender voor de basisherfinancieringstransacties vindt wekelijks plaats en de looptijd bedraagt één week. Hoe meer leningen de ECB verstrekt aan banken, hoe meer geld in omloop.
Ter informatie (dus niet te kennen)
Langerlopende herfinancieringstransacties Hiermee kunnen kredietinstellingen maandelijks liquiditeiten verkrijgen voor een periode van in principe drie maanden.
Fine-tuning transacties Deze transacties geven de ECB de mogelijkheid om snel en effectief in te spelen op een onvoorziene toe- of afname van liquiditeiten op de geldmarkt, die kunnen leiden tot ongewenste veranderingen van de rente.
Structurele transacties Deze transacties worden uitgevoerd om de structurele liquiditeitspositie van de kredietinstellingen in het eurogebied te beïnvloeden. Bv. rechtstreeks aan/verkopen van waardepapier.
3. Permanente faciliteiten Via de permanente faciliteiten kunnen kredietinstellingen op eigen initiatief overnight aanvullende liquiditeiten opnemen (marginale beleningsfaciliteit) of overtollige liquiditeiten op rekening zetten (depositofaciliteit).
Marginale beleningsfaciliteit De marginale beleningsfaciliteit biedt kredietinstellingen die in de geldmarkt niet in hun liquiditeitsbehoefte kunnen voorzien, de mogelijkheid extra liquiditeiten tegen onderpand te verkrijgen. Het gaat hier om kredieten met een looptijd tot de volgende morgen (overnight). De rente die hiervoor wordt betaald, is de marginale beleningsrente. De marginale beleningsrente ligt in de regel 100 basispunten boven de minimum biedrente. Deze rente geeft daarmee de bovengrens van de geldmarktrente aan.
Depositofaciliteit De depositofaciliteit biedt kredietinstellingen de mogelijkheid om overtollige liquiditeiten tot de volgende morgen op deposito bij een van de nationale centrale banken te zetten. De rente die over de aangehouden deposito's wordt vergoed is de depositorente. De depositorente ligt in de regel 100 basispunten onder de minimum biedrente. Deze rente geeft daarmee de ondergrens van de geldmarkt aan.
C. ECB rentetarieven Maandelijks beslist de Raad van Bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) over de officiële
rentetarieven
in
het
eurogebied:
de
(minimum-bied)rente
voor
de
basisherfinancieringstransacties, die de basis vormt voor de tarieven op de geldmarkt, alsmede de marginale beleningsrente en de depositorente. Op dit moment gelden de volgende tarieven (historisch laag!!):
Marginale beleningsrente: 0,30% (marginal lending facility)
Vaste rente voor basisherfinancieringsoperaties: 0,05% (main refinancing operations, fixed rate)
Depositorente: -0,20% (deposit facility)
Toelichting:
Basisherfinancieringsrente De (minimum bied-)rente die geldt bij basisherfinancieringstransacties. Deze rente wordt ook wel refirente genoemd. Het niveau wordt vastgesteld door de Raad van Bestuur van de ECB.
Marginale toewijzingsrente De rentevoet waarbij het totaal beschikbare bedrag bij een variabele rentetender wordt uitgeput.
Gewogen gemiddelde toewijzingsrente De rentevoet waarop gemiddeld genomen liquiditeiten worden toegewezen in de desbetreffende tender.
Marginale beleningsrente Rentevoet waartegen kredietinstellingen te allen tijde overnight tegen onderpand en op eigen initiatief kunnen lenen bij de nationale centrale bank. De marginale beleningsrente ligt normaliter 100 basispunten boven de minimum biedrente en stelt daarmee een bovengrens aan de korte geldmarktrente.
Depositorente Rentevoet waartegen kredietinstellingen te allen tijde overnight deposito’s kunnen plaatsen bij de nationale centrale bank. De depositorente ligt normaliter 100 basispunten onder de minimum biedrente, en stelt daarmee een ondergrens aan de korte geldmarktrente.
Tenderprocedures De open-markttransacties van het Eurosysteem worden normaliter uitgevoerd in de vorm van tenders. De tenders van het Eurosysteem worden uitgevoerd in zes stappen, zoals weergegeven in volgende kader. Het Eurosysteem maakt een onderscheid tussen twee soorten tenderprocedures: standaard tenders en snelle tenders (ter informatie: niet te kennen). De procedures voor beide soorten tenders zijn gelijk, met uitzondering van het tijdschema en de keuze van tegenpartijen. STANDAARDTENDERS Standaardtenders krijgen hun beslag binnen 24 uur, gerekend vanaf de aankondiging van de tender tot en met certificering van het toewijzingsresultaat (waarbij het tijdsverloop tussen het uiterste tijdstip van inschrijving en de aankondiging van het toewijzingsresultaat ongeveer twee uur bedraagt). In individuele gevallen kan de ECB zonodig het tijdschema aanpassen. De basisherfinancieringstransacties, de langerlopende herfinancieringstransacties en de structurele transacties (met uitzondering van rechtstreekse aan- of verkopen van waardepapier) worden altijd als standaardtenders uitgevoerd.
SNELLE TENDERS Snelle tenders krijgen normaliter hun beslag binnen 90 minuten, gerekend vanaf de aankondiging van de tender, waarbij certificering plaatsvindt direct na de bekendmaking van het toewijzingsresultaat. In individuele gevallen kan de ECB zonodig het tijdschema aanpassen. Snelle tenders worden alleen gebruikt voor het uitvoeren van “fine-tuning”transacties. VASTE- EN VARIABELE-RENTETENDERS Het
Eurosysteem
kan
kiezen
tussen
vasterentetenders
(volumetenders)
en
variabelerentetenders (rentetenders). Bij een vasterentetender maakt de ECB tevoren de rentevoet bekend en geven deelnemende tegenpartijen het bedrag op waarvoor zij tegen die vaste rentevoet een transactie wensen aan te gaan. Bij een variabele-rentetender doen tegenpartijen opgave van het bedrag waarvoor en de rentevoet waartegen zij een transactie met de nationale centrale banken wensen aan te gaan.
DE OPERATIONELE STAPPEN BIJ EEN TENDERPROCEDURE Stap 1: Aankondiging van de tender a. Aankondiging door de ECB via nieuwsagentschappen b. Nationale aankondiging door de nationale centrale banken via nieuwsagentschappen en rechtstreeks aan afzonderlijke tegenpartijen (indien noodzakelijk geacht) Stap 2: Voorbereiding en indiening van inschrijvingen door tegenpartijen Stap 3: Beoordeling van de inschrijvingen door het Eurosysteem Stap 4: Toewijzing en bekendmaking van tenderresultaten a. Besluit omtrent toewijzing door de ECB b. Bekendmaking van de toewijzingsresultaten Stap 5: Certificering van de afzonderlijke toewijzingsresultaten Stap 6: Afrekening van de transactie