Module 0 Studiehandleiding Inleiding Computergebruik
Inhoudsopgave Module 0 ------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 1 Studiehandleiding --------------------------------------------------------------------------------------------------- 1 Inleiding Computergebruik ---------------------------------------------------------------------------------------- 1 0.1 Overzicht van het vak ------------------------------------------------------------------------------------- 3 0.1.1 Inleiding ------------------------------------------------------------------------------------------------- 3 0.1.2 Doelstelling van Inleiding Computergebruik ------------------------------------------------------- 3 0.1.3 Profiel van de studenten ------------------------------------------------------------------------------- 3 0.1.4 Plaats in de opleiding ---------------------------------------------------------------------------------- 3 0.1.5 Docenten en student-assistenten --------------------------------------------------------------------- 3 0.1.6 Tijdsbesteding ------------------------------------------------------------------------------------------ 4 0.1.7 Instructie- en werkvormen ---------------------------------------------------------------------------- 4 0.1.8 College -------------------------------------------------------------------------------------------------- 4 0.1.9 Practica -------------------------------------------------------------------------------------------------- 4 0.1.10 Syllabus ---------------------------------------------------------------------------------------------- 5 0.1.11 Website ----------------------------------------------------------------------------------------------- 5 0.2 RSI-preventie ---------------------------------------------------------------------------------------------- 7 0.2.1 Woord vooraf ------------------------------------------------------------------------------------------- 7 0.2.2 RSI ------------------------------------------------------------------------------------------------------- 7 0.2.3 Oorzaken van RSI -------------------------------------------------------------------------------------- 7 0.2.4 Hoe kunt u RSI voorkomen? ------------------------------------------------------------------------- 8 0.2.5 Beeldschermwerk -------------------------------------------------------------------------------------- 9 (1) De stoel -------------------------------------------------------------------------------------------------- 9 (2) Werktafel en werkblad ------------------------------------------------------------------------------- 10 (3) Het beeldscherm--------------------------------------------------------------------------------------- 10 (4) Toetsenbord en muis ---------------------------------------------------------------------------------- 10 (5) Documenthouder -------------------------------------------------------------------------------------- 10 (6) De werkomgeving------------------------------------------------------------------------------------- 11 (7) Werkhouding ------------------------------------------------------------------------------------------ 11 (8) Muisgebruik ------------------------------------------------------------------------------------------- 11 0.2.6 Laptop -------------------------------------------------------------------------------------------------- 11 0.2.7 Thuiswerkplek ----------------------------------------------------------------------------------------- 12 0.2.8 Oefeningen ter voorkoming van RSI --------------------------------------------------------------- 12 0.3 Deadlines en eindcijferbepaling ------------------------------------------------------------------------ 15 0.3.1 Deadlines ----------------------------------------------------------------------------------------------- 15 0.3.2 Eindcijferbepaling------------------------------------------------------------------------------------- 15 0.4 Gebruikte symbolen en afkortingen in deze syllabus ------------------------------------------------ 16
______________________________________________________________________________________ Inleiding Computergebruik 2 Module 0
0.1
Overzicht van het vak
0.1.1
Inleiding De vroegere faculteiten Natuurkunde & Sterrenkunde (N & S), Scheikunde en Wiskunde & Informatica (W & I) zijn in september 1998 opgegaan in de Faculteit der Exacte Wetenschappen. Met deze clustering wordt er naar gestreefd veel tijd en kosten te besparen, zonder dat dat ten koste gaat van de identiteit van de vroegere faculteiten. Deze faculteiten zijn aanvankelijk opgegaan in divisies met dezelfde naam, maar gaan verder als vier afdelingen, te weten Wiskunde, Informatica, Scheikunde & Farmacochemie en Natuurkunde & Sterrenkunde. Voor studenten betekent dit dat zij bijvoorbeeld studeren aan de faculteit der Exacte Wetenschappen, afdeling Informatica, opleiding Kunstmatige Intelligentie. Veel werkzaamheden die vóór de clustering door alle faculteiten afzonderlijk werden uitgevoerd worden nu meer en meer op elkaar afgestemd. Ook binnen het onderwijs van de faculteit wordt gezocht naar mogelijkheden om samen te werken. Het vak Inleiding Computergebruik is daarbij het eerste vak waarbij de verschillende afdelingen bij de ontwikkeling en uitvoering nauw samenwerken. In deze studiehandleiding worden de uitgangspunten van het vak weergegeven, en wordt aangegeven wat er van de studenten verwacht wordt en hoe zij dit kunnen bereiken.
0.1.2
Doelstelling van Inleiding Computergebruik Inleiding Computergebruik wordt gegeven sinds september 1999. De doelstelling van het vak is om de studenten kennis te laten maken met de computerfaciliteiten (hardware en software) van hun afdeling zodat zij deze faciliteiten zelfstandig kunnen gebruiken.
0.1.3
Profiel van de studenten Er wordt geen specifieke voorkennis geëist om aan Inleiding Computergebruik mee te doen. Zowel studenten die nog nooit met een computer hebben gewerkt als studenten die thuis zeer regelmatig met een computer werken, moeten in staat zijn om de colleges en het practicum met succes te doorlopen. De ervaring heeft inmiddels geleerd dat de verschillen in computervaardigheid tussen studenten zeer groot kunnen zijn. Dit kan tot gevolg hebben dat onderdelen van Inleiding Computergebruik voor sommige studenten (te) makkelijk zijn. Het is daarom – na overleg met de practicumbegeleider - toegestaan opgaven over te slaan. Bekijk zelf eerst kritisch of je alle studiestof beheerst en of je de opgaven inderdaad te makkelijk vindt. Het helpen van minder ervaren computergebruikers bij het doorlopen van de opgaven wordt toegejuicht.
0.1.4
Plaats in de opleiding Inleiding Computergebruik is het allereerste vak waarmee studenten van de faculteit worden geconfronteerd. De kennis en vaardigheden die in het vak worden aangeboden kunnen in veel gevallen direct worden gebruikt binnen andere (vervolg)vakken, bijvoorbeeld voor het schrijven van meetrapporten of het programmeren van software.
0.1.5
Docenten en student-assistenten De eindverantwoordelijke van Inleiding Computergebruik is Aniel Bhulai, docent van de afdeling Informatica. Aniel Bhulai is bereikbaar onder telefoonnummer 020 59 87803 of email:
[email protected].
______________________________________________________________________________________ Inleiding Computergebruik 3 Module 0
De colleges worden verzorgd door docenten van de verschillende afdelingen. College 1: UNIX
Andy Tanenbaum
College 2: UNIX & Open source
Francis Brazier
College 3a: RSI
Isabel Priesman
College 3b: Bioinformatica
Jaap Heringa
College 4: (X)HTML
Aniel Bhulai
College 5: CSS
Aniel Bhulai
De practica worden begeleid door student-assistenten of promovendi.
0.1.6
Tijdsbesteding Voor Inleiding Computergebruik geldt een studiebelasting van 28 uur oftewel één studiepunt (1 ECTS). Voor de hoorcolleges zijn 10 uren (5 maal 2 uur) gereserveerd en voor de practica 16 uren (4 maal 4 uur). Voor zelfstudie, voorbereiding en uitloop van het practicum blijft 2 uren over. Er zijn 8 uren practica (4 maal 2 uur) en 10 uren voor zelfstudie, voorbereiding en uitloop van het practicum.
0.1.7
Instructie- en werkvormen Inleiding Computergebruik omvat enkele colleges met bijbehorende practicumbijeenkomsten. Tijdens deze practicumbijeenkomsten wordt gewerkt aan een groot aantal individuele opgaven. Studenten van Wiskunde en Informatica werken tijdens het practicum ook aan een grotere groepsopdracht. Er wordt daarnaast gebruik gemaakt van een syllabus en een ondersteunende website (Blackboard, http://bb.vu.nl).
0.1.8
College In totaal worden vijf colleges gegeven. Deze colleges worden verzorgd door verschillende docenten die zeer bekend zijn op het deelgebied waarover hun college gaat. Van de studenten wordt verwacht dat zij alle colleges bijwonen. De inhoud van de colleges is gekoppeld aan de in deze syllabus opgenomen modules. In de appendix van de syllabus staan hand-outs van de colleges. Ondanks dat in de colleges en de syllabus hetzelfde onderwerp wordt behandeld vertonen college en practicum weinig overlap, maar vullen elkaar juist sterk aan. Tijdens de colleges worden nieuwe onderwerpen geïntroduceerd en uitgediept. Je mag de docent vragen stellen over de studiestof en de opgaven van het practicum. Je haalt het meeste rendement uit een college door de bijbehorende module van tevoren eens grondig door te nemen. Het wordt daarom iedereen aangeraden om dit ook te doen. Tijdens het college kun je dan aantekeningen maken die de inhoud echt aanvullen. Na afloop van het college en ter voorbereiding op het practicum kun je de module en je aantekeningen nog eens doorlezen.
0.1.9
Practica Aanwezigheid tijdens de practica wordt geregistreerd. Indien je door dwingende omstandigheden niet op een practicum denkt te kunnen verschijnen dien je dit te overleggen met Aniel Bhulai. Tijdens de practica ga je zelf aan de slag met de verschillende onderwerpen waarvoor in het college al de aftrap is gegeven. Je leert omgaan met de computersystemen van je afdeling. Je maakt kennis met operating systems (UNIX en MS Windows 2000/XP) en de vele faciliteiten
______________________________________________________________________________________ Inleiding Computergebruik 4 Module 0
die deze systemen bieden. Ook maak je kennis met enkele applicaties, zoals tekstverwerkingsprogramma's en spreadsheets. Het is mogelijk dat je al enige of zelfs veel ervaring hebt met het gebruik van computersystemen. In dat geval zul je, zeker in het begin, niet veel problemen ondervinden en zelfs wel eens een opdracht kunnen overslaan. Realiseer je echter dat anderen deze computervaardigheden lang niet altijd bezitten, ga deze studenten niet afleiden, maar probeer ze waar het kan te helpen. Het doel van het practicum is om iedereen een gelijke basis te geven, zodat je bij volgende practica goed met elkaar kunt samenwerken. Alle vaardigheden die je leert zul je bij andere practica volop kunnen en moeten gebruiken! Een practicum bereid je voor door de betreffende module goed door te lezen en alvast de aard van de opgaven te bekijken. Tijdens het practicum is het niet de bedoeling om alleen maar de aangegeven opgaven zo snel mogelijk af te krijgen. Het practicum is er niet voor om de docent te laten zien hoe snel je kunt werken, maar het is bedoeld om iets te leren wat je bij andere vakken nog vaak nodig zult hebben. Probeer daarom de instructies goed te lezen en de opgaven secuur uit te voeren. Wanneer je een opgave niet begrijpt probeer dan eerst toch zelf, door nog een keer goed te lezen, er achter te komen wat er bedoeld wordt. Wanneer dat niet lukt, kun je bijvoorbeeld alvast eens naar de volgende opgave kijken om te zien of je die wel begrijpt. Vaak begrijp je dan ineens de vorige opgave ook. Het is toegestaan met een medestudent de opgave te bespreken. Tot slot kun je aan de practicumassistent om opheldering vragen. Nogmaals: het practicum is niet gemaakt om je bezig te houden, maar om je iets te leren waar je later veel tijd mee kunt besparen. Als je echter over sommige onderwerpen alles al weet wat er in de syllabus staat, staat het je vrij om medestudenten te helpen bij het practicum. Maar wees altijd zeer kritisch ten aanzien van je eigen (computer)vaardigheden!
0.1.10 Syllabus De syllabus omvat vier modules met een deel theorie (behalve module 3) en de opdrachten die bij het practicum gedaan worden. De informatie in de syllabus is een goede kennismaking met de computersystemen van de faculteit, maar is slechts een topje van de ijsberg. Er valt nog veel meer te leren. Het behoort tot de instelling van een goede wetenschapper om steeds meer te willen weten en ook kennis op te willen doen over onderwerpen die niet worden aangereikt. Door jezelf steeds vragen te stellen en te blijven zoeken naar de antwoorden (in boeken, op Internet, via de docent, etc.) diep je het vakgebied uit waardoor het meer samenhang krijgt en het dus leuker en interessanter wordt.
0.1.11 Website Ter ondersteuning van de informatie in de syllabus is een Blackboard website ontwikkeld, te vinden op http://bb.vu.nl/ . Deze website bevat verschillende afdelingen met informatie: •
Announcements: wijzigingen, fouten, etc. worden vermeld op de nieuwspagina. Aangeraden wordt om minstens wekelijks deze pagina te raadplegen voor het laatste nieuws.
•
Course information: een korte beschrijving van het vak en een schema met per week alle onderwijsactiviteiten.
•
Staff information: Op deze pagina zijn de contactgegevens van de docenten te vinden. Vanuit hier kun je hen direct mailen.
•
Course documents: hier vind je onder andere deze syllabus in elektronisch formaat.
•
Assignments: Voor enkele opgaven uit het practicum zijn hier links naar externe websites opgenomen.
•
Communication: algemene vragen over het vak kunnen hier worden gesteld en worden in de regel snel beantwoord.
•
Tools: de “werkplaats” is opgedeeld in “virtuele” groepsruimtes. In een groepsruimte kun je documenten plaatsen of een kort bericht achterlaten.
______________________________________________________________________________________ Inleiding Computergebruik 5 Module 0
•
External links: een groot aantal links met achtergrondinformatie. Informatie die niet in de syllabus staat is hier naar alle waarschijnlijkheid wel te vinden.
De website speelt een belangrijke ondersteunende rol bij het vak. Alle tussentijdse wijzigingen worden via de website aangekondigd. Je wordt dus geacht te weten wat hierop staat. Raadpleeg eerste de website bij twijfel over bijvoorbeeld de collegedata. Daarnaast speelt de website een belangrijke rol als informatiebron. Wanneer je van mening bent nog onvoldoende te weten over een onderdeel in de syllabus, dan kun je via de externe links zeer waarschijnlijk bruikbare informatie vinden. Aanvullingen op deze bronnen zijn natuurlijk zeer welkom.
______________________________________________________________________________________ Inleiding Computergebruik 6 Module 0
0.2
RSI-preventie
0.2.1
Woord vooraf Het gebruik van computers in kantoren, in de industrie, thuis en opleidingscentra is de laatste jaren toegenomen. Bij een steeds toenemend aantal functies zijn beeldschermen de schakel tussen de mens en de computer. Ook bij de Faculteit der Exacte Wetenschappen wordt er veel gewerkt met computers en beeldschermen. In het verleden zijn vele soorten gezondheidsproblemen die samenhangen met beeldschermwerk genoemd1. De laatste tijd blijkt uit onderzoek dat gezondheidsproblemen als RSI en klachten ten gevolge van de hoge werkdruk veelvuldig voorkomen bij het werken met computers. RSI (Repetitive Strain Injury) is een verzamelnaam voor klachten, symptomen en syndromen die voorkomen in bovenrug, nek- en schoudergebied, armen, ellebogen, polsen, handen en vingers. De klachten worden doorgaans veroorzaakt door repeterende bewegingen, een langdurige statische houding of een combinatie van beiden. Verder kunnen persoonsgebonden en werkgebonden factoren een belangrijke rol spelen bij het ontstaan, verergeren of het instandhouden van RSI. Om RSI te voorkomen wordt er op de Faculteit der Exacte Wetenschappen veel aandacht aan besteed. Zo is er ook een college over RSI, dat voor iedereen verplicht is, waarin er ingegaan wordt op de verschijnselen van RSI en hoe je RSI kunt voorkomen. In dit dictaat vind je tevens een aantal richtlijnen ('Zit ik goed achter mijn beeldscherm?'), die betrekking hebben op je zithouding voor het beeldscherm. Een goede zithouding kan bereikt worden door je bureaustoel, werktafel, beeldscherm, muis en toetsenbord goed af te stellen. Wij verwachten van je dat je hieraan aandacht besteedt en je werkplek goed afstemt op je zithouding alvorens met een practicum te beginnen. Alleen zo kun je RSI voorkomen! Het hierna volgende hoofdstuk is grotendeels overgenomen uit het VU-“ARBO & Milieu”boekje. Het kan voorkomen dat de situatie op een werkplek zodanig is dat niet alle aanbevelingen op te volgen zijn. Dat hoeft geen probleem te zijn, maar houd in gedachten dat je recht hebt op een goede werkplek, dus trek gerust aan de bel als je vindt dat de zaak niet in orde is!
0.2.2
RSI RSI (Repetitive Strain Injury) is een verzamelnaam van allerlei verschillende klachten aan hand, pols, elleboog, schouder of nek als gevolg van herhalende bewegingen, een verkeerde houding of als gevolg van het ontbreken van beweging (steeds dezelfde statische houding). Klachten zijn er soms ook als er geen belasting is. Het stellen van een juiste diagnose is soms moeilijk, omdat er een waaier aan klachten op verschillende plaatsen mogelijk is in het gebied tussen vinger, schouderblad en nek. De klachten kunnen van persoon tot persoon verschillen en bovendien bij dezelfde persoon verhuizen van het ene lichaamsdeel naar het andere. De verschijningsvormen zijn talloos: (chronische) pijn, stijfheid, tintelingen, krachtverlies, een koud of doof gevoel. Het gaat daarbij vaak om aspecifieke klachten. Deze globale termen staan een goede diagnose in de weg en daarmee de keuze voor de meest effectieve behandeling. N.B.: niet iedere schouder-, nek of armklacht hoeft RSI te zijn; er kan ook sprake zijn van andere aandoeningen. In tien procent van de gevallen kan een arts wel een diagnose stellen en komt dan bijvoorbeeld uit op carpaal tunnel syndroom (CTS) of slijmbeursontsteking aan schouder of elleboog.
0.2.3
Oorzaken van RSI Vaak wordt een verkeerd ingerichte werkplek gezien als de enige oorzaak van RSI. Echter: een goed ingerichte werkplek is nog geen garantie dat RSI wordt voorkomen. Veel RSI klachten ontstaan namelijk door een verkeerde werkhouding. Werken in een voorovergebogen
1
Bron: Arbo informatie, AI-2, Werken met beeldschermen, 2003, Sdu Uitgevers BV, Den Haag
______________________________________________________________________________________ Inleiding Computergebruik 7 Module 0
en/of gedraaide houding, langdurig werken in dezelfde houding of lange tijd achter elkaar dezelfde bewegingen maken, kunnen RSI gerelateerde klachten veroorzaken ook al is de werkplek goed ingericht. Er kan gesteld worden dat bij beeldschermwerkers de statische belasting van de spieren door steeds in dezelfde houding te werken één van de boosdoeners is: diverse spieren blijven constant aangespannen. Afwisseling in het werk en daardoor een wisselend gebruik van de spieren is van groot belang. De klachten worden nog eens versterkt door factoren die stress opleveren, zoals een te hoge werkdruk, te weinig afwisseling van taken en onvoldoende zeggenschap of mogelijkheden om hierin verandering te brengen. RSI komt vaak voor bij plichtsgetrouwe perfectionisten die bij hoge werkdruk niet willen zeuren maar er nog een schepje bovenop doen om hun werk binnen de gestelde termijn af te krijgen. De spanning zorgt ervoor dat de spieren verkrampen, waardoor de schade groter wordt. Gebleken is dat een hoge mentale belasting leidt tot een verhoogde spierspanning in de schouders en nek. De eerste tekenen van RSI zijn, dat iemand zich in de handen wrijft vanwege een geïrriteerd gevoel, de polsen uitschudt of naar de nek grijpt. Dat lijkt nog onschuldig en na een weekend rust zijn de klachten meestal weg. Het is dan wel tijd écht iets te ondernemen en niet te wachten tot de klachten toenemen tot bijvoorbeeld pijn die de nachtrust verstoort. Bij RSI kunnen er globaal drie fases worden onderscheiden: Fase 1: minder ernstig In deze fase is er sprake van pijn en vermoeidheid aan de vingers, handen, polsen, armen, schouders of nek tijdens het werk of na een lange periode van werken. De klachten zijn plaatselijk en kunnen gepaard gaan met kramp of een doof gevoel. Ze worden echter snel minder als u stopt met werken. In uw vrije tijd of 's nachts heeft u er geen last van. Er is dus een duidelijke relatie tussen de werkzaamheden en de pijn, maar meestal kunt u uw taken normaal blijven uitoefenen. Bij onderkenning van de symptomen en op tijd ingrijpen, kunnen de klachten echter verminderen of zelfs geheel verdwijnen. Fase 2: ernstig In de tweede fase houden de klachten ook na werktijd aan en kunnen zelfs de nachtrust verstoren. Er is geen duidelijke relatie meer te leggen met bepaalde werkzaamheden. De pijn treedt op bij allerlei taken. De klachten breiden zich verder uit tot tintelingen, irritaties en krachtverlies. De pijn straalt uit naar andere delen van het lichaam. Fase 3: zeer ernstig In deze fase is de pijn altijd aanwezig, ook in rust als u niet werkt. Er ontstaan soms zwellingen in de armen of er treden veranderingen op in de huidskleur. Pijnlijke plekken kunnen koud aanvoelen. Er is sprake van een verlamd gevoel met duidelijke tintelingen. In deze fase kunt u zelfs geen licht werk meer verrichten. Ook het verrichten van gewone klusjes in huis is niet meer mogelijk.
0.2.4
Hoe kunt u RSI voorkomen? De kans op het ontstaan van RSI-gerelateerde klachten wordt zo klein mogelijk gehouden, door de volgende "regels" in acht te nemen: •
Goede opstelling van beeldscherm, toetsenbord en documenthouder
•
Zorg voor een goede ondersteuning van rug, armen en voeten door stoel en tafel goed in te stellen
•
Variatie aanbrengen in uw werkzaamheden; wissel beeldschermwerk af met andersoortige werkzaamheden
•
Een goede werkhouding aannemen
•
Makkelijke en moeilijke werkzaamheden afwisselen
•
Regelmatig kort pauzeren en even uw werkplek verlaten; meerdere korte pauzes zijn beter dan één lange pauze
______________________________________________________________________________________ Inleiding Computergebruik 8 Module 0
0.2.5
•
Regelmatig uw ledematen ontspannen door oefeningen te doen
•
Werk niet langer dan 5 à 6 uur per dag achter een beeldscherm. Tel hierbij ook de uren dat u thuis achter een beeldscherm werkt
Beeldschermwerk Beeldschermwerk is een voorbeeld van een activiteit waarbij RSI kan ontstaan. Door bovengenoemde RSI bevorderende factoren kunnen bij langdurig en verkeerd beeldschermwerk klachten ontstaan aan het bewegingsapparaat, zoals RSI en rugklachten. Lezen vanaf een beeldscherm kost meestal meer inspanning dan het lezen van papier. De ogen raken sneller vermoeid. Uw ogen worden echter niet slechter van het lezen van een beeldscherm. Als u de tekst op het scherm niet meer goed kunt zien, of onvoldoende scherp kunt zien, dan kan dat bijvoorbeeld liggen aan de beeldschermafstand of aan een (natuurlijke) achteruitgang van uw ogen.
Figuur 1 Inrichting van de werkplek
Een goed ingerichte werkplek is de eerste stap om RSI klachten te voorkomen. Hieronder vindt u de nodige aanwijzingen.
(1) De stoel Naast een goede houding is een goede stoel belangrijk. Stabiliteit en verstelbaarheid zijn de belangrijkste eisen die aan de werkstoel worden gesteld. Dit betekent een verrijdbaar onderstel dat op minimaal 5 punten steunt, een in hoogte verstelbare zitting, een in hoogte verstelbare armsteun/elleboogsteun, een instelbare rugleuning en een zitting die in diepte instelbaar is. ______________________________________________________________________________________ Inleiding Computergebruik 9 Module 0
Richtlijnen voor het instellen van de stoel: •
De hoogte van de zitting
De hoogte kunt u bepalen door rechtop in de stoel te gaan zitten met uw billen achter in de stoel. Stel de stoel in op een hoogte dat u de voeten nog plat op de grond kan zetten. Zo ontstaat er een hoek tussen onder- en bovenbenen die circa 90 graden is. •
De diepte van de zitting
Als u een vuist tussen de voorkant van de zitting en uw knieholte kunt stoppen, weet u dat de bovenbenen voldoende gesteund worden. Is dit niet zo vergroot of verklein de zittingdiepte. •
Rugleuning
Belangrijk hier is dat het onderste gedeelte van de rug, nl. de holling van de onderrug gesteund wordt door bolling van de rugleuning. Stel de hoogte van de leuning daarop in. •
Armsteunen
Stel de hoogte van de armsteunen zo in dat de ellebogen tijdens het werken op de armsteunen rusten bij ontspannen neerhangende bovenarmen en een horizontale houding van de onderarmen. Voorkom dat u met opgetrokken schouders achter het toetsenbord zit. De hoek tussen onder- en bovenarmen dient 90 graden te zijn als uw handen op het toetsenbord liggen.
(2) Werktafel en werkblad Belangrijkste eisen: •
Voldoende beenruimte (65 cm diep en 60 cm breed);
•
Niet spiegelend werkvlak;
•
De hoogte van het werkblad/tafel dient bij voorkeur afgestemd te zijn op de lichaamslengte van de gebruiker. Bij een vast werkvlak is de hoogte meestal 75 cm.
Bij een te hoog werkblad zet u uw stoel zo hoog dat als uw handen op het toetsenbord liggen de hoek tussen onder- en bovenarmen 90 graden bedraagt. Gebruik indien nodig een voetenbankje zodat ook de hoek tussen onder en bovenbenen ongeveer 90 graden blijft (zie stoel). Plaats eventueel blokjes onder een te lage tafel.
(3) Het beeldscherm Neem plaats recht achter het beeldscherm. De aanbevolen kijkafstand bij een beeldscherm van 17 inch is 60 tot 85 cm. Hinderlijke spiegelingen en lichtinval kunnen voorkomen worden door het beeldscherm dwars (loodrecht) op het raam te plaatsen, liefst 2 meter van het raam. Hinderlijke reflecties kunnen worden voorkomen door het scherm wat te kantelen. Het beeldscherm staat op een goede hoogte wanneer de ooghoogte gelijk is aan de bovenste rand van het scherm. Plaats zonodig een pak papier of een monitorondersteuner onder uw beeldscherm. Indien u met meerdere mensen gebruik maakt van een werkplek is een traploos instelbare monitorondersteuner aan te bevelen.
(4) Toetsenbord en muis Gebruik bij voorkeur een symmetrisch gevormde muis, deze is voor zowel links- als rechtshandig gebruik in te stellen. Het toetsenbord dient zo plat en vlak mogelijk te zijn. Klap de pootjes onder het toetsenbord weg. Dikte is maximaal 3 centimeter. De muis en het toetsenbord dienen bediend te worden met de arm(en) in een hoek van 90 graden en met een rechte pols. Leg daarom de muis en het toetsenbord binnen handbereik en bedien deze terwijl de ellebogen ondersteund wordt door de armsteun. De beweging voor typen en muizen vindt plaats vanuit “de ellebogen” en niet vanuit de pols.
(5) Documenthouder Indien u regelmatig met papieren documenten werkt, gebruik bij voorkeur een documenthouder die tussen het toetsenbord en het scherm geplaatst kan worden. Op deze ______________________________________________________________________________________ Inleiding Computergebruik 10 Module 0
wijze wordt voorkomen dat u met uw nek naar voren gebogen links of rechts naar een document moet kijken.
(6) De werkomgeving De verlichting van uw werkomgeving is een essentieel punt van aandacht. Vermoeidheid van de ogen vindt hierin vaak zijn oorzaak. Vaak bent u zo gewend aan spiegeling van verlichting en zon op het beeldscherm, dat u vergeet dat hieraan iets te doen valt, bijvoorbeeld via speciale verlichtingingsarmaturen en zonwering.
(7) Werkhouding •
Ga rechtop zitten, ga recht achter het beeldscherm zitten. o
Vermijd een gedraaide of een scheve werkhouding. Dit leidt namelijk tot een eenzijdige spierbelasting.
o
Werk met ontspannen schouders, afhangende bovenarmen.
o
Houd de hand in het verlengde van de onderarm, voorkom buiging in de pols en beweeg de hand tijdens typen en muizen vanuit de elleboog en niet vanuit het polsgewricht.
o
Wissel uw houding regelmatig af.
o
Luister naar uw lichaam.
•
Voor oefeningen die de doorbloeding van uw rug, nek, schouder en armspieren kunnen stimuleren en de ontspanning van die spieren wordt u verwezen naar de website: http://www.vu.nl/arbo-en-milieu .
•
Leg de muis dicht bij het lichaam en het toetsenbord.
•
Gebruik de muis ook eens met de andere hand.
•
Houd de muis in de hand in het verlengde van de onderarm, buig de pols niet achterover of naar links of rechts. Een goede muis is niet te dik. Hoe dikker de muis, hoe meer de hand achterover buigt. Deze stand is erg belastend.
•
Laat de zijkant van de handpalm op de muismat rusten. Hierbij zorgt een ergonomische muis voor de meest natuurlijke stand van pols en hand. Leg de muis voor in de hand en laat de vingers ontspannen op de muisknoppen rusten (dus niet krampachtig erboven houden en niet knijpen).
(8) Muisgebruik
0.2.6
•
Zorg voor een goede instelling van de muissnelheid. Als meerdere muisbewegingen (optillen en opnieuw plaatsen) nodig zijn om de cursor over het beeldscherm te bewegen, is de muis te langzaam ingesteld. Staat de muis echter te snel ingesteld, dan schiet de cursor zelfs met een kleine beweging al over het doel heen.
•
Een goede muismat is niet te glad en niet te stroef. Heeft de muis geen goede wrijving meer, maak dan het kogeltje en de wieltjes in de muis schoon of vervang de muismat.
•
Stel het dubbelklikken langzaam in of gebruik een muis met 3 knoppen, waarbij de middelste knop de dubbelklik functie vervangt. Dit kan op de computer worden ingesteld.
•
Vermijdt het muizen, door gebruik te maken van de functietoetsen waar het kan. Vaak staat het toetsenbordalternatief al aangegeven bij menu-items of in de helpfunctie. Laat bij gebruik van het toetsenbord de vingers op de toetsen rusten.
Laptop Doordat bij een laptop het toetsenbord aan het beeldscherm vast zit, staat bij het werken met een laptop of het toetsenbord te hoog, of het beeldscherm te laag. Dit resulteert in een voorovergebogen ongunstige werkhouding.
______________________________________________________________________________________ Inleiding Computergebruik 11 Module 0
Werkt u meer dan twee uur per etmaal aan een laptop dan dienen er verschillende (ergonomische) aanpassingen plaats te vinden aan de werkplek om de kansen op gezondheidsrisico’s te beperken. U dient gebruik te maken van een losse muis, een los toetsenbord en van een laptophouder of dockingstation.
0.2.7
Thuiswerkplek Indien u thuis gemiddeld 2 uur per dag aan uw beeldscherm zit dient de werkplek aan dezelfde ergonomische eisen te voldoen als de eisen die gelden voor beeldschermwerk op uw werk. Dit geldt ook wat betreft werktijden, werktaken, werkhouding en werkdruk. Wat betreft het verhelpen van klachten enkele tips die u thuis in acht kunt nemen: •
Vermijdt handelingen die de pijn verergeren, bijvoorbeeld fietsen, dweilen, strijken, boodschappen tillen, piano/viool spelen.
•
Zorg voor voldoende afwisseling tussen rust en beweging.
•
Doe aan sport om de conditie te verbeteren (afgestemd op de mogelijkheden).
•
Doe zo weinig mogelijk computerwerk thuis. Belangrijk is om ook thuis een aantal “regels” in acht te nemen: i
op werk en thuis samen maximaal 6 uur computerwerk per dag
ii
thuis een goede werkplek, geen laptop op de keukentafel of op schoot
iii thuis net zoveel pauzeren als op het werk.
0.2.8
Oefeningen ter voorkoming van RSI Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint: •
Rek/Strek oefeningen mogen nooit pijn veroorzaken. Mocht u pijn krijgen stop dan onmiddellijk met de oefening.
•
Het is belangrijk om de rek niet te overdrijven, rek dus niet teveel. Door het overdrijven van de rek kunnen de spieren juist meer gespannen raken in plaats van te ontspannen en dit kan bij klachten leiden tot een toename van klachten. Doe rek oefeningen dus altijd rustig. Ga zover met rekken dat het aangenaam aan blijft voelen.
•
Rek rustig en geconcentreerd en bouw de rek rustig op
•
Probeer de rek tot 20 seconden vol te houden - dit geeft de spieren meer tijd om volledig te ontspannen.
•
Adem rustig uit terwijl u rekt en ontspan tijdens het rekken
•
Wees u bewust van uw lichaam en ervaar het prettige gevoel van het rustig laten rekken van de spieren. Het is vaak goed om een beetje te experimenteren met de oefening, pas de houding zo aan dat het voor u een aangenaam gevoel is.
•
Het sluiten van uw ogen kan helpen voor de concentratie bij het rekken.
•
Doe elke oefening minstens twee keer (aan elke kant)
•
Verschillende oefeningen kunnen zowel staand als zittend uitgevoerd worden
•
Wissel na elk uur beeldschermwerk uw werkzaamheden voor 10 minuten af.
______________________________________________________________________________________ Inleiding Computergebruik 12 Module 0
Rondjes draaien met de schouders • Doel: Ontspanning en stimulering van de doorbloeding van de neken schouderspieren • De handen liggen op de bovenbenen als je zit • Staand blijven de armen ontspannen hangen • Cirkeltjes draaien met de schoudertoppen • Naar voren, omhoog in de richting van de oren, naar achteren en naar beneden, ontspan de schouders voordat je weer begint met het cirkeltje Let op dat de bovenrug en de nek gestrekt blijven
Rondjes draaien met de ellebogen • Doel: Ontspanning en stimulering van de doorbloeding van nek- en schouderspieren • Leg de linkerhand op de linker schouder en de rechterhand op de rechter schouder • Houd de rug en de nek gestrekt. • Cirkels draaien met de ellebogen • De ellebogen komen maximaal tot schouderhoogte • Draai de ellebogen naar voren, omhoog, naar achteren en naar beneden
Hoofd zijwaarts buigen • Doel: het op lengte houden van de nek/schouderspieren en het bewegelijk houden van de halswervelkolom • Naar voren kijken linker oor naar linker schouder brengen, niet trekken, de zwaartekracht doet zijn werk • Ga zover dat het aangenaam aanvoelt en houd de rechter schouder laag en ontspannen
“Kip” oefening • Doel: het voelen van de strekking van de nek • Stelt u voor: uw kin ligt op een plankje • Schuif de kin over het plankje naar voren, zover dat de bovenrug gestrekt blijft • Breng dan de kin over het plankje terug, maak een onderkin en strek de achterzijde van de nek. • Houd dit 10 seconden vast en ontspan daarna
______________________________________________________________________________________ Inleiding Computergebruik 13 Module 0
Rekken van de onderarmspieren (1) • Doel: Het soepel en op lengte houden van de handstrekkers • Strek de rechterarm voor u uit, houd de schouders laag en naar achteren. • Laat de rechterhand naar beneden hangen en leg de linkerhand op de rechter handrug • Trek langzaam met de linkerhand de rechterhandrug naar het lichaam toe. • Ga zover dat er een aangenaam rekkend gevoel op de bovenkant van de rechteronderarm ontstaat Doe de oefening afwisselend 3 x 10 seconden met rechter- en linkerhand boven • Houd dit 10 seconden vast Het rekken van de onderarmspieren (2) • Doel: Het rekken / strekken van de onderarmspieren • Strek de rechterarm voor u uit, houd de schouders naar achteren, leg de linkerhand op de rechter handpalm. • Trek langzaam met de linkerhand de rechterhandpalm naar het lichaam, houd de vingers gestrekt, zover dat u net rek voelt. • Ga zover dat er een aangenaam rekkend gevoel op de bovenkant van de rechteronderarm ontstaat Doe de oefening afwisselend 3 x 10 seconden met rechter- en linkerhand boven • Houd dit 10 seconden vast
Sta rechtop en sluit uw handen ineen achter uw rug. • Doel: Het strekken van de bovenrug • Strek uw ellebogen en beweeg de handen een klein stukje naar achteren en naar beneden • De schouders komen naar achteren en omlaag zo ver als dit aangenaam is. • Houdt dit voor 10 seconden vol. Herhaal dit 5 keer
Het draaien van de wervelkolom zittend • Doel: Het bewegelijk houden van de wervelkolom en het rekken van de rugspieren • Leg de rechterhand aan de buitenzijde van het rechter bovenbeen • Draai de rug, de nek en de schouders naar links terwijl je lichte trek van je rechterhand op je linker bovenbeen uitoefent • Het linker bovenbeen blijft op zijn plaats • Doe hetzelfde naar de andere kant
______________________________________________________________________________________ Inleiding Computergebruik 14 Module 0
0.3
Deadlines en eindcijferbepaling
0.3.1
Deadlines Over het algemeen is er voldoende tijd om de practica tijdens de practicumsessies af te maken. Wanneer je een onderwerp niet hebt afgerond mag je hier tijdens de volgende bijeenkomst mee verder gaan. Overleg wel even met de student-assistent. De gezamenlijke en persoonlijke website uiterlijk vrijdag 5 oktober 2007 om 15.00 uur online te hebben staan.
0.3.2
Eindcijferbepaling De eindcijferbepaling is gebaseerd op een UNIX-toets en een tweetal websites (die aan bepaalde eisen moeten voldoen; zie ook module 4) die de studenten moeten maken. Het gemiddelde van deze twee onderdelen moet tenminste een 6 zijn om het vak te halen. Hierbij dient het cijfer voor elk onderdeel apart tenminste een 5 te zijn. Bij een cijfer lager dan een 5 heeft men het betreffende onderdeel niet gehaald (en dus ook het vak niet) en moet dat herkanst worden. Beide onderdelen dienen volgend jaar opnieuw gedaan te worden, wanneer de student een onderdeel bij de herkansing niet haalt. Over de eindcijferbepaling bij de andere afdelingen worden de studenten geïnformeerd door hun practicumbegeleider.
______________________________________________________________________________________ Inleiding Computergebruik 15 Module 0
0.4
Gebruikte symbolen en afkortingen in deze syllabus In de syllabus wordt gebruik gemaakt van een aantal symbolen om verschillende soorten informatie aan te geven:
0 L
Opdracht of actie die tijdens het practicum dient te worden uitgevoerd. Tekst die via het toetsenbord letterlijk ingetypt dient te worden Waarschuwing: deze fout wordt vaak gemaakt! Een handige tip Tot slot: Suggesties en verbeteringen voor deze syllabus zijn van harte welkom.
______________________________________________________________________________________ Inleiding Computergebruik 16 Module 0