Nieuwegein, oktober 2014 Van: BAC Wielersport 2020
Modernisering wedstrijdsport KNWU Naar aanleiding van het opiniestuk van de Commissie Wegsport ‘Tijd voor een nieuw waaier’ heeft een aantal vervolgbijeenkomsten plaatsgevonden met een zogeheten Bestuurlijke Adviescommissie Modernisering Wedstrijdsport. In deze BAC hebben vertegenwoordigers van het Hoofdbestuur, de commissie Wegsport en het Congres zitting. Het doel van de commissie is om bouwstenen te formuleren voor het congres van de KNWU voor een fundamentele vernieuwing van de wedstrijdsport binnen de KNWU. Daar waar ‘Tijd voor een nieuwe waaier’ nog het uitgangspunt 2028 had, zodat iedereen vrij en los van huidige structuren kon filosoferen, is de tijdsbalk nu naar voren geschoven. Reden hiervoor is dat geconcludeerd is dat de nieuwe wielersport al lang begonnen is en we snel en adequaat moeten anticiperen op de ontwikkelingen in de sport en de maatschappij. Pijlers De KNWU kent als moeder van de wielersport een drietal pijlers die de basis vormen van de organisatie van de sport. Het gaat hier om de driedeling SPORTIEVE FIETSER-WEDSTRIJDSPORT-TOPSPORT.
Topsport
Wedstrijdsport Sportieve fietser
TOPSPORT Binnen Topsport is er relatief beperkt ruimte voor de KNWU om te innoveren. Veel regelgeving op het gebied van de sport is vastgelegd in UCI regelgeving en daarnaast is de financiering meer en meer een NOC*NSF zaak, vanuit de door haar verkregen middelen van VWS en Sponsoring. Het uitgangspunt voor deze groep (‘Opleiden en Opvangen’) sluit prima aan te sluiten bij de KNWU structuur. Het streven van de KNWU is om het de eigen doelstellingen van het topsportbeleid voorrang te geven boven de doelstellingen van het NOC*NSF, indien dit relevant is. Het is niet uit te sluiten dat het topsport beleid in de nabije toekomst in het geheel overgaat naar NOC*NSF.
WEDSTRIJDSPORT Binnen deze groep valt het grootste deel van de huidige KNWU sporters. Binnen de wedstrijdsport vindt het leeuwendeel van de organisatie-inspanningen van de KNWU en de aangesloten leden, verenigingen en organisaties plaats. Ontwikkelingen die we momenteel zien, zijn nieuwe wedstrijdvormen, nieuwe deelnemers en andere organisatoren. Nieuwe mensen komen de georganiseerde wielersport binnen, die de sport en de sporters op een andere manier benaderen dan de traditionele sportaanbieders binnen de KNWU. SPORTIEVE FIETSER Deze groep spreidt zich uit van de deelnemer aan toertochten tot aan de sporters die bijvoorbeeld aan een ‘wedstrijd’ op een clubparcours deelnemen en betreft verder alle vormen van wielersportbeoefening daartussen. In heel West-Europa – met Duitsland en Engeland als sprekende voorbeelden – is de ‘sportieve fietser’ een maatschappelijke ontwikkeling die enorm in opkomst is. Nederland is een fietsland bij uitstek en kent naar schatting ruim 100.000 ‘sportieve fietsers’ (broek met de zeem). Sinds twee jaar heeft de KNWU – gelijk ook de Nederlandse Toer Fiets Unie NTFU – een actief beleid om de sportieve fietser zoveel mogelijk te ondersteunen. Belangrijkste doelstelling voor de KNWU is om hiermee de overgang naar de ‘traditionele’ wedstrijdsport zo klein mogelijk te maken. Nieuwe ontwikkelingen De samenleving bevindt zich momenteel in een enorme verandering. Digitalisering, individualisering, deregulering en een terugtredende overheid zijn een aantal ‘ koepelbegrippen’, die allesbepalend zijn voor wat er momenteel in de omgeving verandert. Dit betekent ook dat een sportbond zich fundamenteel zal moeten heroriënteren op het takenpakket dat het in de nabije toekomst aanbiedt. Voor de KNWU is het namelijk niet een doelstelling om zelf te overleven, maar om de wielersport in Nederland fundamenteel op een hoger plan te brengen. En als dat kan door op sommige punten een stapje terug te doen, dan doen wij dat graag en met overtuiging.
Wedstrijdvormen Het blijkt in de praktijk in toenemende mate onmogelijk om ‘evenementen’ (wedstrijden, toertochten, cyclo’s, strandraces, clubwedstrijden, strava-races, online spinning marathons etc.) in te delen in de gebruikelijke wedstrijdindelingen. Door de nieuwe media ontstaan met grote snelheid nieuwe rages en daaraan gekoppelde wedstrijdvormen. Soms zijn deze ook gekoppeld aan ranglijsten via Strava- of Garminachtige platforms. Lijn van de KNWU zal in eerste instantie zijn: ‘laat duizend bloemen bloeien’. Dit betekent dat wij als KNWU deze nieuwe evenementen / wedstrijdvormen niet zien als een bedreiging van de traditionele wedstrijdsport, maar deze toejuichen. Het is immers een verrijking van de wielersport in brede zin. ‘Laat duizend bloemen bloeien’ is echter niet de enige rol. Een rol voor een overkoepelende bond lijkt in eerste instantie beperkt, en zal zich vooral richten op veiligheid en het borgen van kwaliteit van het evenement. Bijvoorbeeld kan er worden gedacht om hierbij de stromen van sporters op de openbare weg via dergelijke platforms en/of web families te reguleren.
Deze nieuwe aanbieders zijn zeker niet allemaal commercieel gedreven, maar willen wel minimaal neutraal draaien en het liefst wat geld overhouden aan hun werk. Zij kloppen aan bij de KNWU, omdat zij denken hier zaken te kunnen realiseren die zij alleen niet van de grond kunnen krijgen. Naast de eerder genoemde taak van veiligheid en kwaliteit, kan een rol van de KNWU zijn, die van belangenvertegenwoordiger, randvoorwaarden schepper en eventueel ‘keurmerk’ richting subsidieverstrekkers, vergunningverleners en deelnemers. Vereniging Ook voor de wielerverenigingen in Nederland verandert er veel. Momenteel zijn er veel verschillende soorten verenigingen: Omnisport (baan, weg, BMX, MTB etc.), single-sport (een sporttak), verenigingen met en zonder accommodatie, verenigingen met en zonder medewerkers etc. Een ontwikkeling die momenteel zichtbaar is, is dat aan de ene kant verenigingen groter worden en zich professionaliseren (meerdere takken van sport, goed bestuur, betaalde trainers etc.) en anderzijds versnipperen (‘internet vereniging’, ‘whats app vereniging’, ‘alleen topcompetitie clubs’ etc.). Als KNWU willen wij geen ‘sjabloon’ ontwikkelen voor de ideale wielersportvereniging, maar wel verenigingen stimuleren en zo goed mogelijk ondersteunen. Dus ook hier weer: diversificatie is prima; de ‘ markt’ zal zelf bepalen aan welke type vereniging in welke regio behoefte is. Onderzocht zal worden in hoeverre er behoefte is aan een basis ‘keurmerk’ voor een KNWU vereniging. Sporter centraal De nieuwe sporter is iemand die graag wil deelnemen aan verschillende activiteiten die hem uitdagen en een goed gevoel geven (vandaag strandrace, morgen kitesurfen of hardlopen). In sommige gevallen best competitief ingesteld, maar vaak op basis van verbeteren eigen resultaat of met kleine vriendengroep binnen het totale evenement. De sporter overweegt of hij bereid is om te betalen voor wat hij krijgt, maar heeft geen directe ambitie om voor deelname ergens verplicht lid van te worden. Rol van de KNWU in deze is vooral faciliterend, informatieverstrekkend en wederom het zijn van ‘keurmerk’ als overheid van de wielersport. Vanuit de sporter geredeneerd komen al direct hele fundamentele vragen aan de orde:
Waarom zo veel licentiesystemen en in verlengde daarvan waarom überhaupt licentiesystemen? Waarom centraal vastgestelde prijzenschema’s, inschrijfgelden? Waarom verplicht in- en/of afschrijven? Waarom is het niet mogelijk om direct lid te worden van de KNWU in plaats van via een vereniging?
Deze vragen zullen allen beantwoord moeten worden, vanuit de lijn dat de sporter centraal staat en de KNWU er is om de individuele wielersporter zo goed mogelijk te faciliteren in zijn of haar sportbeoefening. En dan zal heel goed kunnen blijken dat licenties kunnen worden afgeschaft. Of verplichte inschrijving achterwege kan worden gelaten. Of prijzengeld volledig overbodig blijkt. Alvorens dit soort stappen te nemen, is het zaak dat ‘de sporter’ op een eenvoudige manier, laagdrempelig deel kan nemen aan activiteiten die aansluiten bij de ‘reguliere’ wedstrijdvormen,
bijvoorbeeld middels trainings- en FUNklasse wedstrijden. Rol voor een overkoepelende organisatie als de KNWU kan zijn hierin een platform te bieden met informatie en zaken zoals uitslagverwerking, ranglijsten en verzekeringen. Kerndoelstellingen vernieuwing wedstrijdsport Een eerste verkenning van de veranderingen in onze samenleving en de consequenties die het heeft voor de verschillende vormen van het wielrennen in Nederland, is dat er enorm veel kansen liggen om het wedstrijdfietsen verder te stimuleren. De basis van 800.000 actieve fietsers is enorm; fietsers die in veel gevallen het leuk vinden om competitief bezig te zijn. De KNWU zal in sommige situaties goede faciliteiten voor deze doelgroep kunnen bieden. In veel gevallen zal de bond overigens ook geheel geen rol hoeven te spelen. Ook goed (!); we zijn er uiteindelijk niet voor onzelf. In het kader van het bovenstaande, zien wij de onderstaande drie kerndoelstellingen voor de KNWU in de nabije toekomst:
Flexibel Veel bestaande regels van zowel de KNWU als de UCI sluiten niet aan bij de nieuwe dynamiek in wedstrijdontwikkelingen en de andere voorkeuren van sportbeoefenaren. Een flexibele instelling helpt de wielersport om te handelen in de ‘geest’ van de regel, in plaats van ‘naar de letter’ en om nieuwe initiatieven te verwelkomen, in plaats van deze als een bedreiging te zien. Eenvoudig Veel van de regelgeving binnen de wielersport is gebaseerd op uitzondering. Er is voor een buitenstaander geen zicht op regels ‘waar het echt om gaat’, en uitzonderingsregels die zelden of nooit worden toegepast. Om de wielersport toegankelijker te maken, zal de KNWU zich beperken in het aantal regels waar het iets mee doet en deze simpeler en helderder communiceren. ‘Keep it simple and stupid…’. Laagdrempelig Om te komen tot een echte integratie van de sportieve fietser, de wedstrijdsport en de topsport (de drie pijlers van de KNWU) zal het nodig zijn om de fietssport veel meer laagdrempelig te maken. Dit heeft niet alleen met regelgeving te maken, maar ook het bieden van een veel helderder dienstverlening naar zowel de individuele sporter, vereniging en organisator toe. ‘Hoeveel kost iets, wat doen we ervoor en wat krijg je ervoor terug?’.
Keurmerk KNWU De kern van de vervolgopdracht die voor de jaren 2015 en 2016 voorligt, is om te komen tot een helder ‘keurmerk’ KNWU, waarin voor leden, wedstrijdorganisaties, verenigingen, maar ook voor buitenstaanders klip en klaar is wat de KNWU wel en wat het niet biedt.
Het keurmerk KNWU bestaat uit twee hoofdbestanddelen: 1. Kaderstelling Hierbij gaat het over de eisen waar een wedstrijdorganisatie, vereniging of sporter aan moet voldoen om het ‘keurmerk’ KNWU te verkrijgen. In lijn met de genoemde drie hoofddoelstellingen zal het onderdeel kaderstelling relatief beperkt zijn en zal de KNWU zich vooral richten op het zijn van een uitmuntende service-organisatie. Toch kan het onderdeel kaderstelling niet worden weggedacht. Er zal altijd een soort van behoefte zijn aan ‘de overheid’ van het wielrennen. Lijn van de uitwerking van het keurmerk van de KNWU op het gebied van kaderstelling is met name om de organisatie flexibeler en ontvankelijker te maken, het aantal regels verregaand terug te dringen en het aanbod van de KNWU zo laagdrempelig te maken. De uitdaging bestaat er niet uit om alle regels af te schaffen. Wij geloven nog steeds dat er een beperkt aantal afspraken nodig is voor een verantwoorde wedstrijdbeoefening in Nederland. Als bijvoorbeeld Strava-races zich niet houden aan basale verkeersregels, kan de KNWU het keurmerk onthouden. Transparantie boven alles. 2. Servicepakket De belangrijkste slag die zal worden gemaakt is om naar sporters, verenigingen en organisatoren toe een volstrekt helder en kostentransparant service-pakket te bieden. Mogelijk kan hierbij ook worden gedacht aan verschillende niveau’s van service-pakket. Denk bijvoorbeeld voor sporters aan het basislidmaatschap (cyclo’s, clubwedstrijden, strandraces etc.) en het wedstrijdlidmaatschap (klassiers, criteriums, competities etc.). Ook voor andere doelgroepen kan aan categorisering worden gedacht. Bijvoorbeeld van een basispakket voor organisaties (drie juryleden en finishapparatuur), tot aan een premiumpakket (dopingcontrole, veilige hekken, filmbeelden wedstrijdverslag en zeven gekwalificeerde juryleden… met stropdas). Ook bij het samenstellen van de servicepakketten zullen de uitgangspunten flexibel, eenvoudig en laagdrempelig weer terugkomen. Vervolg Modernisering wedstrijdsport is niet een initiatief dat geisoleerd vanuit de bestuurlijke organisatie of bureau-organisatie van de KNWU tot stand kan komen. Het raakt immers het hart van het wielrennen in Nederland. Het raakt ook de topsport- en breedtesport organisatie binnen het wielrennen. En ten slotte raakt het – naast het wegwielrennen – ook de andere zes takken van sport binnen de KNWU, waaronder drie Olympische disciplines (naast het wegwielrennen, ook de baansport, het BMX en het MTB). Dit vraagt dan ook om een proces dat een zorgvuldige regie vraagt en een lange adem om tot realisatie te komen. Deze regie ligt bij de Bestuurlijke Advies Commissie, waarin zowel het HB, de commissie Wegsport, het Congres als de bureau-organisatie zijn vertegenwoordigd. Eenieder binnen de BAC spreekt op persoonlijke titel en heeft alle vrijheid en ruimte om zowel op inhoud als proces een bijdrage te leveren die hem of haar goeddunkt. De BAC bestaat uit de volgende personen: Arthur Cremers (voorzitter), Simon Meijn (HB), Constant Nuytens (Commissie wegsport), Richard van den Berg (Commissie Wegsport), Jan de Leeuw (Congres), Huib Kloosterhuis (Directeur), Anne Loes Kokhuis (Bureau), Henk van Beusekom (Bureau) en Margo de Vries (projectleider).