maart 2006
De redactie van Stepnet van uitgeverij ThiemeMeulenhoff maakt opdrachten bij artikelen in de A4-kranten. Deze opdrachten zijn te vinden op de website www.stepnet.nl. De artikelen in de A4-kranten zijn zo gekozen dat er voor meedere vakken opdrachten bij gemaakt worden.
Redactie: Marlies Hagers Vormgeving: Joris Fiselier
Vroeger hingen er twee keer per jaar nieuwe kleren in de winkel: in de lente de zomermode en in de herfst de wintermode. Tegenwoordig is per kwartaal wisselen van collectie al niet meer van deze tijd. De consument wil elke keer als hij in de winkel komt iets nieuws aantreffen. Modeketens als Zara en H&M lukt dat, maar daarbij zijn zij wel in eenheftige concurrentiestrijd verwikkeld met de Aziatische tijgers China en Vietnam. Mode, trends en de kledingindustrie van 2006.
Mode en kleding
A4-kranten bevatten artikelen van NRC Handelsblad over actuele onderwerpen. Deze A4-kranten kunnen worden gebruikt in lessen en bij opdrachten voor scholieren in het ‘Studiehuis’ (hoogste klassen havo/ vwo). De A4-kranten zijn gratis te downloaden via www.nrc.nl/ scholieren.
inhoud De consument 2 Ouders en jongeren 4 De industrie 6,7,9,10 Doe het zelf 8 30.000 jaar geleden 11 Schone kleren 12,17 Sportkleding 13 Niqaab en sluier 14,15
De behoefte aan nieuwe dingen nrc handelsblad A4-krant
Grootwinkelbedrijven hebben steeds meer te maken met een permanente vraag naar nieuwe producten. Hoe proberen winkeliers hun klanten vast te houden? Door Olga van Ditzhuijzen
Mode en kleding
2
Op de afdeling ‘Concept Coördinatie en Styling’ in het hoofdkantoor van de Bijenkorf buigt hoofd styling Caroline Krouwels zich over een tafel vol schetsen, staaltjes stof en fotocollages. Het zijn de plannen voor een nieuw huismerk. Een kledingcollectie die bestaat uit shirts, broeken en rokjes die niet afhankelijk zijn van het jaargetijde, maar het hele jaar door draagbaar zijn. Elk kwartaal wisselen van collectie is niet meer van deze tijd: populaire modeketens als Zara en H&M voegen doorlopend nieuwe spullen toe aan de collectie; ook de Bijenkorf wil het nieuwe huismerk
elke twee weken aanvullen met nieuwe kledingstukken. ‘Winkelen is vrijetijdsbesteding geworden. Mensen gaan vaker de stad in, en willen elke keer nieuwe spullen zien’, zegt Krouwels. Dat betekent dat er een snelle roulatie nodig is van de aangeboden producten, zoals kledingzaak H&M dat al langer doet: de Zweedse modeketen probeert klanten het idee te geven dat het winkelaanbod bij ieder bezoek up-to-date is. Volgens de marketingdirecteur van de Bijenkorf, Frans van Buuren, verdwijnen de seizoenen in de mode. ‘Niet alleen klimatologisch lopen de jaargetijden steeds meer in elkaar over, consumenten reizen het hele jaar door de wereld over en hebben op verschillende momenten behoefte aan winter- of zomerkleding.’
Mix and match ‘Traditioneel beslissen de inkopers hoe de mode eruitziet. Dat was omdat de klant
Modelijnen
De afdeling ‘Chill-Out’ van de Bijenkorf (foto Bijenkorf , bewerking JF)
niet kon weten wat er te koop was. Nu zijn ze veel beter geïnformeerd door internet en televisie, en nu willen ze zelf bepalen hoe ze eruitzien’, zegt Van Buuren. Dat kan een T-shirt met zelfbedachte tekst zijn, of het combineren van verschillende kledingstukken (mix and match) tot een eigen creatie. De paradox van de mode is wel blijven bestaan: meedoen en je onderscheiden. Want ook al kunnen we steeds beter onze eigen smaak vormgeven, we willen wel allemaal dezelfde mp3-speler hebben. Kitty Koelemeijer, marketingdeskundige en hoogleraar ‘Retailing en Marketing Channels’ aan de Nyenrode Business Universiteit, over die tegenstelling: ‘Eerst willen mensen bij een groep horen, wel zo veilig. Daarbinnen proberen zij zich pas te onderscheiden.’ Daar speelt het bedrijfsleven op in, met de productie van gekke sleutelhangers, tasjes voor je telefoon met lichtjes, 100.000 beltones of een iPod met eigen opdruk.
Service Het is niet alleen nodig om vaak en veel nieuwe producten aan te bieden, de consument verwacht ook meer service. Die gaat verder dan de keurende blik van de ouderwetse verkoper: ‘Wij hebben geen verkopers die achter je aan rennen’, zegt styliste Caroline Krouwels, ‘maar op de herenafdeling is bijvoorbeeld een kleermaker en terwijl je wacht tot je nieuwe pak op maat wordt gemaakt, kan je een espresso op dezelfde verdieping drinken, of naar een cd luisteren.’ Daarom liggen in de Bijenkorf de mp3-spelers tussen de stropdassen, zodat je wordt verleid om bij de aankoop van een pak ook een muziekapparaat aan te schaffen. Volgens professor Koelemeijer zoeken consumenten hun spullen steeds vaker op verschillende plekken: even snel op internet kijken, of juist snuffelen op knusse markten met tweedehands spulletjes. Meer en meer ziet de consument een winkel als een plek om ‘iets te beleven’.
nrc handelsblad A4-krant
Mode en kleding
3
modelijnen
‘Dat is de behoefte waarop winkels moeten inspelen.’ Vanuit deze gedachte zou een drogist bijvoorbeeld moeten denken in het ‘concept van persoonlijke verzorging’: in een Amsterdams filiaal van Etos staat dan ook een vitrine met verse sappen en sandwiches.
Bij die hang naar meer, nieuw en vermaak zoeken mensen ook naar identiteit. ‘Mensen willen laten zien waarvoor ze stáán. Ze willen iets bijzonders uitstralen’, zegt Koelemeijer. De Bijenkorf herkent het verschijnsel: ‘Elk product moet tegenwoordig een verhaal hebben’, zegt styliste Krouwels.
Klantenbinding ‘Detaillisten moeten verder kijken dan hun vier muren om klanten te binden’, zegt Koelemeijer. ‘Consumenten hebben behoefte om nieuwe dingen te ontdekken.’ Om deze nieuwe consument te bereiken organiseert de Bijenkorf evenementen buiten de winkeltijd om. De 400.000 klantenkaarthouders kunnen een concert in het Concertgebouw bijwonen of, tijdens de ‘Buenos Aires’-themamaand in april, tangolessen volgen. Klantenbinding is belangrijk nu het koopgedrag van de consument steeds grilliger wordt. Consumenten hebben meer verschillende rollen waardoor ze op onvoorspelbare momenten onvoorspelbare keuzes maken. ‘We passen niet meer in één hokje’, zegt Koelemeijer. ‘De huisvrouw van nu is ook werkneemster, moeder, partner en vriendin.’ Je kunt mensen niet meer op één rol of een leeftijd aanspreken. Dat betekent ook dat in één en dezelfde winkel een klant ‘even snel’ een goedkope panty wil kopen, maar er niet voor terugdeinst om daarbij ook een exclusief mantelpak te vragen. ‘Afhankelijk van het doel en de tijdsdruk hebben consumenten wisselend behoefte aan gemak, verwennerij of iets nieuws om te ontdekken’, zegt Koelemeijer. Combinaties Niet alleen winkels kijken over de muren heen, ook producenten moeten hun traditionele fixatie op een product laten varen. Philips en Douwe Egberts zijn met hun gezamenlijke koffiemachine verantwoordelijk voor het ‘Senseo-effect’. Dit combineren van verschillende diensten en producten is volgens retail-deskundige Koelemeijer de belangrijkste trend voor de toekomst. ‘Je kunt het branchevervaging noemen, maar het resulteert in betere afstemming op wensen van de klant.’ Zo organiseert de Bijenkorf samen met glossy-bladen van uitgever Sanoma in Amsterdam een glamourweek .
(foto Maurice Boyer, bewerking JF)
Exclusiviteit wordt steeds meer gewaardeerd, daarom brengt de Bijenkorf af en toe artikelen uit in een beperkte oplage, limited editions. Vaste klanten krijgen bij een presentatie van Mart Visser de gelegenheid om kledingstukken te laten signeren door de modeontwerper zelf. Maatschappelijke betrokkenheid is ook
een manier geworden om je identiteit vorm te geven. Acties als die van Bob Geldofs Live 8 en zich tot activist ontpoppende beroemdheden als actrice Georgina Verbaan (voor dieren), wielrenner Lance Armstrong (tegen kanker) en documentairemaker Michael Moore (tegen het establisment) inspireren consumenten tot ‘politiek correcte’ aankopen. Ook de Bijenkorf importeert daarom bijvoorbeeld Zuid-Afrikaanse huiswijnen, verpakt in afvalmaterialen uit de townships. De opbrengst van de wijn gaat naar een lokaal goed doel. Het Leger des Heils bracht twee jaar geleden kledinglijn 50/50 op de markt, dat de Bijenkorf verkoopt op de jongerenafdeling Chill Out in Amsterdam. De collectie bestaat uit handgemaakte kledingstukken en accessoires die zijn gemaakt van tweedehands spullen die afkomstig zijn uit de kledingdepots van het Leger des Heils. De opbrengst van elke unieke trui of broek komt ten goede aan projecten voor zwerfjongeren. Nieuw is de uitgave van het ‘soepboek’, waarvan de opbrengst voor hulp aan daken thuislozen is: zo kun je voor veel geld iets kopen waarmee je je in gunstige zin onderscheidt van je omgeving.
Bang ‘Misschien zijn we meer maatschappelijk betrokken, maar tegelijkertijd maakt de wereld ons ook bang’, zegt Krouwels. Terwijl links en rechts conflicten worden uitgevochten, ziet zij consumenten ‘terugkruipen’ in hun eigen cultuur en geschiedenis. ‘De populariteit van romans als de Da Vinci Code en boeken van Geert Mak zijn daar een goed voorbeeld van’, vindt ze. Volgens haar uit deze nostalgische trend zich ook in de run op sierlijke kroonluchters, barok beschilderde kastjes en vazen, authentiek lederen laarzen en kanten bloesjes. Tegelijkertijd is de technologische vooruitgang niet bij te benen: zodra een elektronisch snufje hip is, is het eigenlijk alweer ‘uit’. Marketingdirecteur Van Buuren probeert die tendens te volgen via de Chill Out-afdeling: ‘Ik zie die afdeling als kweekvijver, los van de rest van de winkel, waar we kleine trends uittesten. Jongeren hebben daar voelhoorns voor. Het moet authentiek zijn. Als het niet meer spannend is, kan het weg.’
Mamamorfose nrc handelsblad A4-krant
Moeders staan er om bekend dat ze jou altijd in de meest afzichtelijke outfits willen hijsen. Daarom winkelen we liever zonder ze. Maar hebben ze wel zo’n slechte smaak? Vijf Spunkers gaven hun mama’s de kans zich te bewijzen op het gebied van mode.
Mode en kleding
4
De moeder van Sanne:
De moeder van Hadjar:
De moeder van Nathalie:
De moeder van Yassine:
De moeder van Toby:
‘Kleren kopen is mijn hobby. Maar een dochter die een andere smaak heeft, dat is lastig advies geven. Ik heb mijn eigen barbiepop een zwart setje aangetrokken van Francois en Marithe Girbaud; vooral het jurkje vind ik erg mooi. Om het toch ook een beetje Sanne te houden, heb ik er iets in een heel andere stijl overheen gedaan. Ik vind het vest een beetje jaren vijftig.’
‘Hadjar heeft vaak klassieke en elegante of juist verleidelijke, sexy kleding aan. Hoewel ik dit bij haar het mooist vind staan, past het niet bij haar karakter. Dit is een outfit die symbolisch gezien onmisbaar is in haar kledingkast, ze heeft stoere kleren nodig die passen bij de manier waarop ze door het leven banjert, uitdagingen aan gaat en jongens verslaat. Deze outfit geeft het Lara Croft-gevoel dat ik bij Hadjar vind passen.’
‘Nathalie draagt altijd broeken en kleedt zich meestal in kleuren als zwart, wit en grijs. Ik zou haar graag eens in een wat fleuriger outfit zien, daarom heb ik dit blauwe blousje gekozen. Ik wilde haar ook wel eens in een rok zien. Ik vind het een erg leuke outfit, al zie ik wel dat de rok niet echt bij haar past.’
‘Ik vind dit overhemd beter dan zijn eigen, omdat ik niet houd van merkkleren. De kleur past beter bij hem, het is simpel, het model is mooi, het staat beter dan alle andere kleren die hij draagt, het is vrolijker en hij ziet er veel slimmer door uit. Het enige wat nog mist is een bril.’
‘Die vieze kapotte spijkerbroek vind ik helemaal niks. Kapotte en afgezakte kleding waarvan de kleuren met elkaar vloeken is zo zeer de norm geworden dat het niet eens meer opvalt. Wil je non-conformistisch zijn, dan moet je iets anders verzinnen. Dit jasje vind ik hartstikke leuk, en het kleurt mooi bij dat grijze shirt en die broek. Zo zou ik mijn zoon wel willen zien.’
Sanne
Hadjar
Nathalie
Yassine
Toby
Mamamorfose
foto’s: Spunk
Met polyester naar de zon nrc handelsblad A4-krant
Vooral vrouwen nemen te veel kleren mee op vakantie. De helft gaat onuitgepakt weer mee terug in de koffer. Hoe op te lossen? Door Monique Snoeijen Eerst maar even de harde feiten: uit recent Brits onderzoek blijkt dat vrouwen - tot grote hilariteit van hun mannen - veel te veel kleren meenemen op vakantie. Voor een zonvakantie van veertien dagen stoppen zij gemiddeld, onder veel meer, 21 onderbroeken, 6 paar schoenen en 20 T-shirts in de koffer. De helft van alle kleren gaat onuitgepakt weer mee naar huis.
vakantie gaat langs steden, stranden en restaurants. Kijk maar naar de modellen op de doosjes die poseren op motorkappen van dure auto’s, tegen de achtergrond van wolkenkrabbers of aan de rand van azuurblauwe zwembaden. Hun kleren hebben namen als Arizona, Berlin, Lisbon en Jamaica. Het is een raadsel waarom ze zo verveeld kijken. Misschien omdat ze met een tas vol Wolford geen geld meer hebben om op vakantie te gaan. Dus koop alleen de Granada trousers: €189, 68 procent polyester, op te vouwen ter grootte van een mobiele telefoon en maar 300 gram. Ideaal voor een avond in chique uitgaansgelegenheid. Niet dat je daar zult belanden, maar je moet toch te
Mode en kleding
5
Kleding op vakantie
Eenderde van de vrouwen neemt ook nog een regenjas mee. Laat mij je het geheim verklappen van licht reizen: polyester. Neem alleen kleding mee waarvan het labeltje claimt dat die kleding voor minstens tweederde uit polyester bestaat - sterk, licht, kreukvrij, supersnel droog en stinken doet u toch wel. Bovendien beschermt polyester beter tegen uv-stralen dan katoen, zeker als de kleur zwart is (de beschermheilige van vetrollen en straatvuil). Het beste zou zijn om de koffer - ach, een koffer is eigenlijk te groot en te zwaar - om het nylon reistasje te vullen met kleren van het merk Wolford. Dat merk lijkt uitgevonden voor de vrouw die op zon-
Import doet omzet kledingindustrie dalen
(foto’s Leo Hol)
allen tijde op alles zijn voorbereid. Dus stop ook de hakken in de tas. Weeg je even mee? De teller staat nu op 640 gram (340 gram hakken, 300 gram broek). Daar komt bij: 3 onderbroeken. Ja, je leest het goed: drie. Eén aan het lijf, één in de tas en één in de was. Samen goed voor 75 gram. Je vuile onderbroek gewoon meedouchen, met de fles babyshampoo (400 gram). Verder drie paar sokken (samen 60 gram), twee rokjes (180 gram), één jurkje (100 gram), drie hemdjes (120 gram), een truitje met lange mouwen (80 gram), een niemendalletje voor in bed (60 gram), teenslippers (280 gram), bikini (80 gram), een tube tandpasta die op z’n einde loopt (twee weken haal je nog makkelijk: 50 gram), een tandenborstel (10 gram), een tube zonnebrand (160 gram), een lichtgewicht handdoek (120 gram) en een grote, lichte doek voor op het strand (140 gram). Tot slot een zijden lakenzakje voor een onverwachte aanval van smetvrees (120 gram). Een onsje meer mag het niet zijn. Dus smokkel een beetje door de zware kleren (jeans, jack/vest, gymschoenen) onderweg aan te trekken. Kom je uit op een totaal van twee kilo en 655 gram. Chapeau. Als beloning hoef je je nu niet meer te bekommeren over die andere vakantiekilo’s. Nog een voordeel van polyester kleding: het rekt zo vriendelijk mee.
De omzet van de Nederlandse kledingindustrie is in de eerste acht maanden van 2005 met 4 procent afgenomen. Er is al jaren sprake van een teruggang in de sector. Vooral goedkope import uit China drukt de in Nederland gefabriceerde kleding uit de markt. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Van 1996 tot 2005 is de omzet van de branche met 55 procent gedaald tot 250 miljoen euro vorig jaar. De omzet in het buitenland kromp met eenvijfde, terwijl de binnenlandse omzet met 3 procent steeg ten opzichte van een jaar eerder. Het aantal kledingbedrijven nam in deze periode met 41 procent af tot 1.275. Hiervan is driekwart een een- of tweemansbedrijf. De import van kleding groeide in de afgelopen negen jaar met 28 procent. De invoer van Chinese kleding groeide met 268 procent tot 781 miljoen euro per jaar. Vorig jaar importeerde Nederland voor 5,7 miljard euro aan kleding.
Balanceren met dumpschoenen nrc handelsblad A4-krant
De Europese Commissie beschuldigt China en Vietnam ervan schoenen te dumpen op de Europese markt. Eurocommissaris Mandelson stelt een invoerheffing van bijna 20 procent voor. Door Reinoud Roscam Abbing
Mode en Kleding
6
Dumpschoenen
De Europees Commissaris voor Handel Mandelson heeft een onderzoek laten doen naar dumppraktijken door een aantal Aziatische landen. Eind februari 2006 kreeg hij de resultaten in handen. Daaruit bljkt duidelijk dat in China en Vietnam sprake is van ongeoorloofde, want handelsverstorende staatssteun voor schoenenfabrieken, vindt Mandelson. Daardoor kunnen schoenen beneden de kostprijs in Europa worden verkocht, oftewel: dumping. Een conclusie die overeenkomt met de klacht van Zuid-Europese schoenfabrikanten, die de Aziatische landen van oneerlijke concurrentie beschuldigen. De uitkomsten van het onderzoek laten Mandelson geen andere keuze dan de 25 lidstaten van de Unie voor te stellen China en Vietnam te straffen met importheffingen op schoenen. Hoewel het voorstel officieel nog moet worden gedaan, is al uitgelekt dat de heffingspercentages uiteenlopen van enkele procenten in de eerste maand van toepassing tot bijna 20 procent na zes maanden.
Straffen Met dit voorstel hoopt Mandelson alle betrokkenen in het conflict te behagen, terwijl hij toch een duidelijke boodschap afgeeft: dumpen wordt niet getolereerd. Dat geldt vooral China en Vietnam, die voor hun handelsverstorende gedrag worden gestraft, maar niet zodanig dat de betrekkingen met de EU te veel beschadigd raken. Maar de gekozen sancties weerspiegelen ook de balanceerkunst die de handelscommissaris richting lidstaten moet tonen. Want de Unie is verdeeld. De zuidelijke landen (die een belangrijke schoenenindustrie hebben) hebben om harde(re) maatregelen tegen de Aziatische landen gevraagd. De noordelijke landen -
Werkneemsters in een schoenenfabriek in Shanghai. Een belangrijk deel van de Chinese schoenenproductie is bestemd voor de Europese markt. (foto Reuters) waaronder Nederland - maken zich vooral zorgen over de gevolgen van ‘Europees protectionisme’ voor importeurs en consumenten. Mandelson heeft wat dat betreft geleerd van de crisis vorig jaar rond het Chinese textiel. Toen kreeg hij problemen met zowel Europese kledingimporteurs en de lidstaten nadat hij ineens quota’s voor onder meer Chinese beha’s en broeken had ingesteld. Miljoenen stuks kleding hoopten zich op in Europese havens voordat Mandelson met de Chinezen tot een vergelijk kwam. Het voorval leverde Mandelson een deuk in het blazoen op, en
het is geen wonder dat hij ‘aan dit soort dingen’ nu ‘een gloeiende hekel heeft’.
Kritiek Het is ook nog niet zeker dat de lidstaten met Mandelsons voorstel zullen instemmen. Evenmin is gezegd dat Peking en Hanoi het over hun kant zullen laten gaan, hoewel het uitblijven van felle reacties uit China en Vietnam tot nu toe voor Mandelson een gunstig teken is. Maar Chinese en Vietnamese bedrijven lijken de strijd met Europa wel degelijk te willen aangaan. De Amerikaanse zakenkrant The Wall Street Journal meldde vanuit
Hongkong dat Chinese en Vietnamese schoenfabrikanten de krachten bundelen en gezamenlijk een Amerikaans advocatenkantoor hebben ingehuurd. Intussen probeert Mandelson de tegenstanders de wind uit de zeilen te nemen. In een door de Commissie verspreid document wordt betoogd dat zelfs een invoerheffing van 20 procent nauwelijks tot prijsverhoging voor de consument hoeft te leiden. ‘De inkoopprijzen voor Chinese en Vietnamese schoenen zijn de afgelopen vijf jaar met 20 procent gedaald, terwijl de verkoopprijzen gelijk zijn gebleven of iets gestegen’, aldus de Commissie.
nrc handelsblad A4-krant
Europa in oorlog met China over schoenen
Mode voor Bono’s goede doel
De Europese schoenenfabrieken van Ecco maken moeilijke tijden door. De oorzaak: goedkope concurrentie uit China. Maar een strafheffing op de import van Chinese schoenen kan niet zomaar. Na de ‘textieloorlog’ de schoenenstrijd?
U2-zanger en weldoener Bono lanceerde vorig jaar een ethisch verantwoorde kledinglijn. Allesbehalve ‘geitenwollensokkerig’. Door Jetty Ferwerda
Door Reinoud Roscam Abbing
Mode en Kleding
7
Ecco
Voor 369 van de 629 werknemers in de Ecco-schoenenfabriek in het Noord-Portugese Santa Maria da Feira begon het nieuwe jaar niet goed. Zij kregen te horen dat ze hun baan kwijt zijn. De Portugese vestiging van de Deense schoenenmultinational wordt niet gesloten, maar omgevormd tot Ecco’s centrum voor innovatie en proefprojecten. De bulk van de productie wordt naar Oost-Europa en Azië verplaatst. Naast de vestigingen in Indonesië en Thailand opende Ecco vorig jaar ook een fabriek in het Chinese Xiamen met een productiecapaciteit van 2 miljoen paar. Er werken nu negenhonderd mensen bij Ecco in Xiamen. Ecco bevindt zich aan beide kanten van een sluimerend conflict tussen de Europese Unie en China, zegt managing director West-Europa, de Nederlander Michel Krol. China wordt er van beschuldigd massaal schoenen te dumpen op de Europese markt ten koste van de lokale industrie. Die kan niet opboksen tegen de lagere lonen in Aziatische landen. De ‘sterk gestegen salariskosten in Portugal’ zijn een belangrijke reden voor de reorganisatie, erkent Krol. Ecco in Portugal zag al een aantal concurrenten de deuren geheel sluiten. Ecco blijft – zij het afgeslankt – wèl open. Het aandeel van de Portugezen in de jaarlijkse productie van twaalf miljoen paar casual, golf- en andere Ecco-schoenen, zal echter dalen van 2,6 miljoen paar in 2004 tot 800.000 dit jaar. De 4,1 miljoen paar van 2000 zijn een schim uit een ver verleden. Dankzij de reorganisatie in Portugal
Schoenen van Ecco op de schappen (foto: Rien Zilvold) krijgt de Ecco-vestiging in het Slowaakse Martin er 148 arbeidsplaatsen bij. Een deel van de voormalige ‘Portugese’ productie zal daar terechtkomen. Ecco-fabrieken in Indonesië en Thailand nemen de rest voor hun rekening. Intussen wordt de Europese markt voor schoenen overspoeld door Chinese producten. De EU spreekt van een stijging met 700 procent in de eerste vier maanden van 2005. EU-cijfers geven aan dat er niet alleen sprake is van een forse importstijging, maar dat ook de gemiddelde prijs per paar schoenen daalt ten opzichte van 2004. De dumpingklacht zou kunnen leiden tot een strafheffing voor China. ‘Een heffing van bijvoorbeeld 30 procent zou natuurlijk dramatisch zijn voor onze schoenenwinkeliers’, zegt VVD-Kamerlid Dezentjé Hamming, die zich sterk maakt voor de Nederlandse importeurs die uit China importeren. Inmiddels wordt ervan uitgegaan dat een beslissing in dit dumpingdossier in maart of april zal worden genomen. Voor Ecco-schoenen kan dat dus ook bete-
kenen dat de prijs in de schoenenwinkel 25 tot 30 procent zal stijgen. ‘Op een paar sportschoenen van enkele euro’s zou een heffing van 30 procent niet veel uitmaken voor de verkoopprijs. Maar Ecco-schoenen van gemiddeld 100 euro zouden naar 130 euro kunnen gaan. Dat heeft gevolgen voor de verkopen’, zegt Krol. De dreigende ‘schoenenoorlog’ (Dezentjé Hamming) doet sterk denken aan het textielconflict tussen de EU en China vorig jaar. De per 1 januari 2005 geliberaliseerde markt werd na dumpingklachten van vooral Zuid-Europese textielproducenten binnen een paar maanden geconfronteerd met nieuwe quota’s voor onder meer Tshirts en beha’s. Die quota’s liepen binnen de kortste keren vol en duizenden containers Chinees textiel dreigden te stranden in Europese havens. ‘Er is toen te laat door de importeurs aan de bel getrokken’, analyseert Krol. In het textielconflict werden beperkende maatregelen afgekondigd terwijl de scheepsladingen kleding al onderweg waren uit China. Krol hoopt dat het met de schoenen zo ver niet zal komen.
Hij is zich er wel van bewust dat de wereld niet op de zoveelste modecollectie zit te wachten van een beroemdheid. Maar daar is het U2-zanger Bono ook helemaal niet om te doen. Hij wilde een daad stellen. Laten zien dat je ook op een verantwoorde manier leuke kleding kunt maken. Dat klinkt erg geitenwollensokkerig, maar is het niet. De kledinglijn Edun, die hij vorig jaar samen met zijn vrouw Ali Hewson en het Amerikaanse jeanslabel Rogan lanceerde, ziet er hip uit met z’n wijde hippie-blouses, jeans, minirokjes, wapperende tops en colbertjes. In elk kledingstuk is een slogan gestikt (‘we carry the stories of the people who make our clothes around with us’) en in de zakken van de jeans zijn gedichten van Rainer Maria Rilke geborduurd. De kleding is niet alleen gemaakt van organisch verbouwde katoen en linnen, maar wordt ook gefabriceerd in ateliers in Zuid-Amerika, Tunesië en Afrika waar arbeiders onder goede omstandigheden werken en goed betaald worden. Bono zegt zich te realiseren dat hij maar een bescheiden bijdrage levert aan het fenomeen fair trade, maar je moet ergens beginnen. Hij noemt het ‘bewust consumentisme’, nadenken bij wat je koopt, waar je het koopt. Bewustwording gaat in kleine stappen, zo zegt hij, en geld uitgeven wordt zodoende een politieke bezigheid. Je kunt olieproducenten behoorlijk pijn doen door hun merk benzine niet meer te tanken of een voedselproducent dwars zitten door bepaalde producten te laten liggen. De producent en ontwerper van de kleding, Rogan Gregory, verwoordt het anders. Hij was het zo zat dat mensen zijn lees verder op pagina 8
Kleren met doe-het-zelf-uitstraling nrc handelsblad A4-krant
Mode en kleding
8
vervolg van pagina 7 ontwerpen copieerden, dat hij nu hoopt dat diezelfde fabrikanten het hele idee van een merk-met-een-geweten willen overnemen en niet alleen de kleren. Op die manier verandert er echt iets, zegt hij. Het label Edun, (nude, naakt, achterstevoren gespeld) is vrijwel alleen te koop in het warenhuis Saks in New York, Fred Segal-winkels in Amerika en Selfridges in Londen. De prijzen varieren van 62 euro voor een shirt tot 235 euro voor een blazer, de jeans kosten ongeveer 137 euro. Overigens is Bono niet de eerste met een verantwoorde mode-collectie. Het Nederlandse Kuyichi timmert al zo’n vier jaar aan de weg met eco- en arbeidersvriendelijk gemaakte jeans en tops die stoer en hip zijn. Algemeen directeur Tony Tonnaer voorspelt dat fair trade-producten cool worden, omdat jonge mensen steeds vaker de herkomst van hun spullen willen weten.
Doe-het-zelfkleding
Kleding van Edun
Kleding komt steeds minder zo uit het rek. Kledingstukken worden aan de persoonlijke smaak aangepast. Door een opdruk, een verandering of werk van een kunstenaar. Door Lukas Keijser Op de modebeurs De Modefabriek draait een dj platen in een tot vliegtuig omgebouwd zilverkleurig brommobiel. Ertegenover zijn twee jonge vrouwen druk in de weer met kleding. In hun grote stand staan naaimachines opgesteld en liggen tubes verf, sjablonen, glitters en andere fournituren verspreid. De vrouwen ‘customizen’ onder de naam The Sewing Room kleren. Customizen is een modewoord voor ‘aanpassen’. In de rekken naast de stand van The Sewing Room is te zien wat daarmee wordt bedoeld. Op de met de naaimachine vervormde shirts is getekend met textielverf en bedrukte lapjes en uit stof geknipte applicaties zijn met grove borduursteken op truien genaaid. Een broek is afgeknipt en zo aangepast, dat er een rok is ontstaan. Tussen de broekspijpen is een nepVersacesjaal gestikt. Customizen is al een tijd hét toverwoord in de mode. Het begon een jaar of drie geleden toen undergroundpopgroepen als Chicks on Speed hun eigen kleding begonnen samen te stellen en te verkopen via internet. ‘Flintstonekleding’ werd het toen nog genoemd. Inmiddels is het mainstreammode geworden. Nog steeds vind je via de website van Chicks on Speed zelfbedrukte shirts en bivakmutsen met ‘urban camouflage’, ofwel een grote hoeveelheid namen van multinationals. Maar ook bij de Levi’s-winkel in Londen kun je je net aangeschafte spijkerbroek door kunstenaars laten bewerken op de zogenaamde customize-afdeling. Merken als Nike laten zien dat ze bij de tijd zijn met de website waarmee schoenen te bestellen zijn waarvan je zelf de kleur en zoolbreedte kan bepalen.
Winkels als Hennes en Mauritz hebben kleren in de rekken die opzettelijk lomp zijn afgewerkt. Colberts hebben rafels, truien rommelig opgenaaide opdrukken. En het nieuwe merk Superdry heeft de Tshirts zelfs expres gekreukeld, waardoor ze een doe-het-zelf-uitstraling krijgen. ‘De persoonlijke look is steeds belangrijker’, verklaart Anna de Boer, alias Annasita van The Sewing Room de aanpastrend. ‘Je moet je tegenwoordig onderscheiden.’ De trend is volgens haar een reactie op het eentonige modebeeld van de jaren negentig toen grote merken domineerden en iedereen dezelfde jeans en gympen droeg. Om diezelfde reden is de door jonge
kunstenaars bewerkte kleding volgens haar ook zo in trek. Veel kunstenaars zijn ermee bezig. Zo bedrukt Sebastiaan Duong van het merk Mingface tweedehands truien en T-shirts met een foto van zijn gezicht als kind. Spijkerbroeken en kapotte paraplu’s combineert hij tot minirok. Kunstenaar Maurice van Cooten zeefdrukt emblemen met politiek correcte teksten die hij weer op kleding naait. Deze kunstenaars verkopen hun unica’s bijvoorbeeld bij Open in Amsterdam. Daar vind je ook T-shirts met uit lakleer geknipte Marilyn Monroes erop gestikt en polo’s met een crossmotorrijder erop gedrukt. Bij Gloed, eveneens in de hoofdstad, hangen rokken van oude suède patchworktruien, jurken gemaakt van vlaggen van popsterren en rockgroepen en saaie tassen versierd met opzichtige borduursels van de rommelmarkt. Maar jongeren gaan ook weer zélf met kleding aan de slag. Op scholen en in het nachtleven lopen jongeren rond in hun zelf aangepaste kleren. ‘De slechte economie maakt mensen weer creatief’, zegt ze. Samen met haar collega Charo B. maakte ze het boekje ‘Re-style je kleding’ dat werd uitgebracht door hobbyboekenuitgeverij Forte. In winkels zijn meer producten te krijgen die ‘customizen’ makkelijker maken dan ooit. Zoals de spuitbus met textielverf waardoor je graffiti’s op kleding kunt aanbrengen die in de was goed blijven. Populair is het transferpapier van de Hema. Hiermee strijk je redelijk eenvoudig afbeeldingen op T-shirts die via de computer zijn uitgeprint. Ook de service van het Amsterdamse bedrijfje ‘your cup of T’ sluit goed aan bij de doe-het-zelf-trend. Wie een eigen ontwerp op een kledingstuk wil laten printen, kan er terecht en heeft er keuze uit allerlei verschillende materialen, waaronder glans, glitter en velours. Gitta Sluijters samen met haar zus Petra initiatiefnemer van het huisvlijtbedrijfje Your cup of T: ‘Het past ook helemaal in de tijd. Je telefoon heeft een ander frontje, de laptop een eigen kleur, je shirt jouw lollige tekst of statement.’
Expansie Zara is een Spaans wonder nrc handelsblad A4-krant
Ondanks de zwakke economie en de stortvloed aan Chinees textiel breidt de Spaanse kledingwinkelketen Zara in snel tempo uit. Elke dag openen er twee nieuwe winkels in de 57 landen waar ze opereren. Snelheid en verrassing is de basis voor hun succes. Door Steven Adolf
Mode en Kleding
9
zara
Winkelketen Zara, paradepaardje van de Spaanse modemultinational Inditex, vraagt veel van het doorzettingsvermogen van de modebewuste consument. Iedere week is er nieuw aanbod. Per winkel verschilt de collectie. Praktisch gesproken zou je alleen al in Madrid elke week de 29 Zara-winkels moeten bezoeken om zeker te weten dat je de juiste aankoop hebt gedaan. In de bedrijfstak van mode en confectie, waar gejammer klinkt over de moordende Chinese concurrentie, is het Spaanse Inditex een toonaangevende uitzondering. De textielgigant publiceerde vorige week klinkende cijfers over het tweede kwartaal. In één kwartaal 160 nieuwe winkels wereldwijd erbij. Maar op de halfjaarlijkse modeshow in Madrid in oktober waren de collecties van Inditex niet te zien. De Spaanse modeontwerpers uit de stal van Inditex zijn geen klinkende namen, maar relatief onbekende jongeren die vaak rechtstreeks van de academie worden gehaald.
Lopende band Fast fashion - razendsnel de modegril in verkoopbare vorm in de winkel brengen - is de troefkaart van Inditex met winkelketen Zara. Het hele seizoen worden de collecties aan de lopende band aangepast. Dat is mogelijk door een informatiesysteem dat de dagelijkse verkopen en consumentenwensen registreert, gecombineerd met een snelle ontwerpcapaciteit en dito productielijn en distributie. Supersnelle levering maken het aanhouden van voorraden overbodig.
De informatie komt 24 uur per dag binnen, uit de hele wereld. Het stelt Zara in staat om snel kleine series ontwerpen op de markt te brengen en bestaande ontwerpen binnen enkele weken aan te passen. Zara brengt jaarlijks 12.000 verschillende kledingstukken op de markt, drie tot vijf keer zo veel als zijn concurrenten. ‘Zara heeft de kledingmarkt grondig veranderd’, meent Pola Iglesias, commercieel directeur van het Madrileense congrescentrum dat de modeshows en kledingmarkten organiseert. ‘De snelheid waarmee collecties veranderen is ook bij andere bedrijven flink opgevoerd. Je kan niet meer het hele seizoen voldoen met één collectie. De consument wil liefst om de twee weken iets anders.’
Concurrentie In de afgelopen tien jaar wist Inditex, waarin naast Zara en Bershka nog zes andere merknamen zijn ondergebracht, uit te groeien tot een internationaal begrip. Inditex stoomde Benetton voorbij, met een omzet die dit jaar de 6 miljard euro zal passeren. Qua omzet staat de onderneming inmiddels op een gedeelde tweede plaats met het Zweedse H en M achter het Amerikaanse GAP. Inditex bezit nu 2.400 winkels in 57 landen. Die expansie zal de komende jaren doorgaan. Bijvoorbeeld ook in China. Inditex valt aan in het hart van het land dat met zijn laaggeprijsde textiel de Europese markt dreigt over te nemen. ‘Inditex ligt absoluut niet wakker van de concurrentie uit China’, zo verklaarde José María Castellano, de inmiddels vertrokken vice-president van Inditex. ‘Want we reageren door op hun Chinese markt iets aan te bieden wat zij hun consumenten niet kunnen bieden: kwaliteit.’ Sinds zijn beursgang is Inditex onstuitbaar doorgegroeid. De omzet steeg over de afgelopen jaren gemiddeld bijna 25 procent tot 5,7 miljard euro eind vorig jaar, de nettowinst groeide met vergelijkbare cijfers. Beursanalisten spraken daarover al hun zorg uit. Zij waren bang dat Inditex bezig is zichzelf voorbij te hollen. De angst is bijvoorbeeld dat de groeiende
De Inditex-mythe
Etalage van Zara in Madrid (foto: AFP) geografische spreiding van vooral de Zara-winkels tot problemen leidt. Hoe verder weg van de thuisbasis des te langere distributielijnen met hogere kosten en tijdverlies. Inditex wijst er zelf op dat de groeistrategie weliswaar is gericht op forse uitbreiding, maar dat 80 procent van de winkels in Europa blijft. Wel is het zo dat Inditex afgelopen jaar zo’n 27 procent van zijn producten in Azië liet maken, waarvan de helft in China. Maar dat zijn basisproducten, volgens het bedrijf. Voor de modegevoelige eindproducten worden geen lokale fabrieken in Azië gebouwd. Inditex had dan ook geen last van de recente textieloorlog tussen Europa en China. ‘Wij hadden onze basisproducten al binnen’, zegt een topman van Inditex. ‘Maar H en M bijvoorbeeld, dat geen eigen productie kent, is voor het grootste deel van hun kleding afhankelijk van Azië.’
De uitvalsbasis voor Inditex ligt een aantal kilometers buiten de Galicische havenplaats La Coruña. Veertig jaar geleden begon Amancio Ortega hier zijn fabriekje in ochtendjassen en ondergoed. Ortega, 69 jaar oud, vormt een onlosmakelijk onderdeel van de Inditex-mythe. De beursgang van Inditex in 2001 maakte hem tot een van de rijkste mannen ter wereld. Hij heeft nog steeds 59 procent van de aandelen en speelt daarnaast als directeur een centrale rol in het bedrijf, maar zelden of nooit treedt Ortega naar buiten met interviews of presentaties. Liever blijft hij in La Coruña om verder te werken aan de succesformule van zijn bedrijf. Het bedrijfsterrein beslaat inmiddels een miljoen vierkante meters met productiecentra, een distributiecentrum, het directiekantoor en ontwerpruimtes waar 300 medewerkers actief zijn. Een efficiënt gebruik van techniek is een belangrijke motor achter het succes van Inditex. Computers geven de patronen door aan de productieafdeling, machines snijden de stof met een minimaal verlies aan tijd en materiaal. Het logistieke centrum beslaat het grootste deel van de bedrijfshallen. Voor zover de kleding niet in eigen huis wordt gemaakt, vervoeren banden de voorgesneden patronen naar de vrachtwagens voor transport naar de coöperatieve werkplaatsen in Galicië waar ze in elkaar genaaid worden. Een deel van de niet-modegevoelige eindproducten wordt uitbesteed aan lage lonenlanden, onder meer China.
Paraderen langs de afgrond nrc handelsblad A4-krant
Dankzij een mix van vakmanschap en speelsheid is de Italiaanse mode-industrie de grootste in de westerse wereld. Toch is het crisis. Door Bas Mesters
Mode en kleding
10
Italië
Het is Milano Moda Donna. Akelig mooie meisjes met glanzende lange manen buigen zich in de Milanese metro zenuwachtig over een stadskaartje. Het zijn beginnende modellen op weg naar een test shooting of op zoek naar één van de 93 shows waar ze de wintermode van het volgend jaar mogen presenteren. Zoals in de Via Bergognone 59 waar Giorgio Armani in vier shows in twee dagen 1200 journalisten en kopers bombardeert met zijn nieuwe ontwerpen. De modellen hebben het zwaar in het mode-theater. Alle looplessen ten spijt glijden er negen uit op de spiegelgladde cat walk. De grote vraag is of modegigant Italië niet eenzelfde wankel lot beschoren is, nu China sinds 1 januari 2005 vrije toegang heeft tot de wereldmarkt.
Schijnwerpers De modehuizen doen er alles aan om het initiatief in eigen hand te houden. Armani, Gucci, Dolce en Gabbana, Prada, Cavalli, en zo’n negentig andere internationale namen investeren miljoenen in de topcollecties die de dromen van de consumenten moeten voeden. De topcollecties in de shows dienen het merk in de schijnwerpers te zetten. Via de beroemde merknaam worden vervolgens behalve kleren vooral tassen, mutsen, broches, riemen, zonnebrillen, parfums, maar ook sleutelhangers, bekers, chocolade en zelfs
Catwalk in Milaan (foto: AFP) jam aan de vrouw en de man gebracht. Waar Frankrijk zich de uitvinder van de mode mag noemen en Parijs nog altijd het walhalla van de haute couture blijft, groeide Italië de afgelopen decennia uit tot de uiterst succesvolle, speelse en creatieve uitventer van prêt-à-porter en alle lijnen die daar weer onder hangen. Pas in de jaren vijftig begon Italië eigen shows te organiseren met collecties die een betere verhouding tussen prijs en kwaliteit hadden dan de chique Franse lijnen. Vanaf de jaren zeventig groeide de Italiaanse mode exponentieel. De Franse mode werd verslagen op de Amerikaanse markt, waarna de stylisten hun producten steeds beter bereikbaar maakten voor een groter publiek door goedkopere ondermerken te starten: Armani richtte Emporio Armani en Armani Jeans op, Dolce en Gabbana D en G. De mix van ambachtelijk vakmanschap en speelse zakelijkheid deed de Italiaanse mode-industrie uitgroeien tot de grootste in de westerse wereld met een omzet van 66 miljard euro in 2004. Per hoofd van
de bevolking verdient Italië meer aan de export van mode dan Duitsland aan de uitvoer van auto’s of Japan aan de export van elektronica, zo beweert Mario Boselli, de president van de Italiaanse Modekamer die de shows in Milaan organiseert. En toch is het volop crisis en maakt men zich grote zorgen in Italië. De omzetten dalen, evenals de productie én het handelsoverschot. Het handelsoverschot zakte zelfs met 35 procent tot een kleine 14 miljard euro in 2004. Liefst 75.000 mensen verloren hun baan en het voor 2004 verwachte herstel bleef uit. De aanslag op het WTC op 11 september 2001 stortte de branche in één klap in een crisis. Uit angst voor nog meer terroristische aanslagen gingen Amerikanen en Japanners niet meer op reis. ‘Juist in een periode dat deze toeristen de grote kopers waren geworden van de duurdere lijnen van de modehuizen.’ Het grootste gevaar is echter de gigantische groei van de Chinese markt. Nu al is China de grootste exporteur. Volgens Saviola is de enige manier om de druk van
China het hoofd te bieden, hoge kwaliteit leveren en snel van collectie wisselen. ‘Als de assortimenten snel veranderen slagen de Chinezen er niet in om ze op tijd te kopiëren, want alleen de boot van Hong Kong doet er al vijftien dagen over om hier aan te komen.’
Oude mannen Een ander probleem voor de Italiaanse familiebedrijven is dat hun slagkracht in deze periode wordt beperkt door de aanstaande generatieoverdracht. Een kwart van de Italiaanse modebedrijven wordt geleid door mensen die al lang met pensioen hadden moeten zijn. Georgio Armani mag er, dankzij anderhalf uur krachthonk per dag en wellicht enkele andere kunstgrepen, wel uitzien als een jonge god van dertig, hij is zeventig. En hij heeft geen opvolgers. Luciano Benetton van het gelijknamige miljardenconcern is ook zeventig, en de oprichter en directeur van het ook al meer dan een miljard omzettende zonnebrillenimperium Luxottica, Leonardo del Vecchio, ook. De vraag is of zonen, dochters, kleinkinderen, nichtjes en neefjes het werk gaan doen. Of dat het beter is dat familieleden terugtreden en hun rol beperken tot die van grootaandeelhouders, zodat echte managers het bedrijf kunnen gaan leiden in de strijd op de wereldmarkt.
Schoen al 30.000 jaar in zwang nrc handelsblad A4-krant
Mode en kleding
Door Hendrik Spiering Uit de ontwikkeling van teenbeentjes maakte een Amerikaanse onderzoeker op dat mensen zo’n 30.000 jaar geleden regelmatig op schoenen gingen lopen. Waarschijnlijk droegen mensen al vanaf 100.000 jaar geleden schoeisel. Maar het dragen van schoenen nam maar langzaam toe, totdat mensen vanaf ongeveer 30.000 jaar geleden echt regelmatig op schoenen gingen lopen. Dit blijkt uit een analyse van de robuustheid van
jaar geleden uitstierf. In Europa ontstond vanaf 40.000 jaar geleden een culturele bloei, met veel geavanceerdere werktuigen, kunstvoorwerpen, grottekeningen en naar nu dus blijkt ook intensiever gebruik van schoenen. Trinkaus kon het effect van schoenen op teenbeentjes achterhalen door de botjes te vergelijken van moderne Europeanen (comfortabel bestaan, altijd schoenen), eskimo’s (zwaar bestaan, altijd schoenen) en prehistorische indianen (zwaar bestaan, blote voeten) te
door het op blote voeten lopen veel robuuster zijn. In het prehistorische materiaal vindt Trinkaus vanaf ongeveer 100.000 jaar geleden een trend van minder robuuste teenbotjes, terwijl de rest van de botten in de benen niet minder robuust worden. Maar de late botjes, 30 à 25.000 jaar oud, zijn vrijwel even licht gebouwd als die van moderne Europeanen die altijd op schoenen lopen. De mensen uit deze late periode liepen ook wel op blote voeten, zo blijkt uit voetafdrukken in grotten, maar ‘hun teenbotjes
afdruk gevonden van een menselijke voet die een soort zachte mocassin lijkt te dragen – zo’n 15.000 jaar oud. En uit het patroon van de kralen waarmee de skeletten uit het Russische Sunghir bedekt waren (circa 25.000 jaar oud) is af te leiden dat ze een soort voetbescherming droegen. Uit het Tsjechische Pavlov is een keramisch beeldje bekend, dat een soort laars lijkt af te beelden. Trinkaus’ conclusies sluiten ook aan bij de vage aanwijzingen die er bestaan voor kleding in de prehistorie. Op grond van
fossiele teenbotjes van Neanderthalers en Homo Sapiens uit Europa en West-Azië door Erik Trinkaus van Washington University in St. Louis. De moderne mens, Homo sapiens, is ongeveer 200.000 jaar geleden ontstaan in Afrika. Zo’n 45.000 jaar geleden verscheen hij in Europa, waar hij in contact kwam met Neanderthalers, een andere, nauw verwante mensensoort die 25.000
vergelijken. Het gaat om het effect van schoenen met een harde zool die een deel van de belasting van de tenen opvangen. Eskimo’s, die lopen op laarzen met een harde zeehondleren zool, hebben dan ook veel lichtere teenbotjes dan je op grond van hun verder zo robuuste skelet zou verwachten. Hun tenen lijken meer op die van moderne Europeanen dan op die van prehistorische indianen, wier tenen
tonen dat ze wel degelijk schoenen ter beschikking hadden als ze in zwaarder terrein liepen’, zegt Trinkaus. De anatomische analyse van Trinkaus sluit aan bij de informatie over schoeisel die uit vondsten en afbeeldingen bekend is. De oudste bewaard gebleven schoenen zijn sandalen uit een grot in Noord-Amerika, ongeveer 8.000 jaar oud. Maar in de Franse Grotte de Fontanet is een
genetische informatie is het waarschijnlijk dat de voorouders van de mens al 1,2 miljoen jaar geleden hun pels verloren (en net zo kaal werden als de moderne mens). De oudste bewaard gebleven naalden zijn ongeveer 25.000 jaar oud. De oudste (vage) aanwijzingen voor textiel en andere geweven objecten zijn ongeveer 29.000 jaar oud. Het gaat om afdrukken van weefsel in klei.
11
Verleden
Patiënt houdt niet echt van witte jas Bij een dokter met nette, maar niet te formele kleren voelen patiënten zich meer op hun gemak dan bij een arts in een witte jas. Dat blijkt uit onderzoek in een ziekenhuis in Nieuw Zeeland, gepubliceerd in de meest recente uitgave van het British Medical Journal. De onderzoekers legden 450 patiënten foto`s van mannelijke en vrouwelijke artsen voor en vroegen hen naar hun gevoelens. ‘Semiformele’ kleding wekte het meeste enthousiasme, vooral bij jongere patiënten: een donkere broek of rok met een trui of blouse. Nog beter werd het als de dokter er ook nog bij lachte. De witte jas was iets minder populair, maar nog altijd meer gewenst dan een net pak, spijkerbroek of zomerkleding. Een naamplaatje op de borstzak is gewenst, maar een piercing absoluut niet.
Nike uit de kast met leveranciers nrc handelsblad A4-krant
Sportconcern Nike publiceert voortaan de namen en adressen van al zijn toeleveranciers, voornamelijk fabrieken in lage lonen-landen. Ook de misstanden die daar soms heersen worden nu bekend. De beste drijfveer om er zelf iets aan te doen, vindt Nike. Door Erik van der Walle
Kleding
12
Nike
Wie toevallig naar de Chinese provincie Guangdong gaat, kan er wellicht een kijkje nemen. Of in het Indonesische Bogor, het Srilankaanse Katunayake of het Braziliaanse Rio Grande Do Sul. Dichter bij huis kan ook: aan de Calle Juan de la Cierva in Pineda de Mar (Barcelona) of in het Bulgaarse Blagoevgrad. Ruim 700 schoenen-, kleding- en ballenfabrieken produceren wereldwijd voor het merk Nike. Sinds vorig jaar is hun lang verzwegen identiteit bekend. Met naam en adres staan ze op internet. ‘Onze controleurs en die van de onafhankelijke Fair Labor Association hebben de afgelopen jaren vooral achter gesloten deuren gekeken hoe de situatie in de fabrieken was’, zegt Hannah Jones, als vice-president wereldwijd verantwoordelijk voor het verantwoord ondernemen bij Nike. ‘Waarom kunnen we dat niet transparanter maken, vroegen we ons af. Als ook andere bedrijven in onze industrie deze stap zouden maken, kunnen we de bestaande problemen beter aanpakken. We kunnen dan samenwerken in het controleren van de arbeidsomstandigheden.’ Een criticus als ‘Schone Kleren Kampagne’ is positief over de stap van Nike. ‘Het zet de deur open naar andere bedrijven om samen te werken. Als er nu incidenten plaatsvinden zijn we soms weken bezig voordat een merk toegeeft dat een bepaalde fabriek voor hen werkt’, zegt coördinatrice Ineke Zeldenrust.
Fair Labour Bij concurrent Adidas zeggen ze de stap van Nike goed te bekijken. ‘In principe
zijn we voor meer transparantie. Al veel eerder hebben wij een overzicht van onze toeleveranciers aan de instanties toegezonden die daarom vroegen, zoals bijvoorbeeld aan de Fair Labor Organisation die ook controles houdt, of aan vakbonden. De komende weken zullen we kijken of we dit ook op internet plaatsen: dat is nog niet zeker, want met bepaalde bedrijven hebben we afspraken over vertrouwelijkheid’, zegt een woordvoerder van Adidas. Aan de transparantie van Nike kleeft, behalve de mogelijke spionage door concurrenten, nog een risico: extra negatieve publiciteit. Uit het ‘corporate responsibility report’ (maatschappelijk jaarverslag)
die in het verslag van Nike zonder omwegen worden geconstateerd, dempen wel het enthousiasme bij Ineke Zeldenrust van Schone Kleren. ‘Goed die openheid in het rapport, maar tegelijk is het treurig dat er nog zoveel mis is.’
Gaan of blijven Is het niet beter om bij een fabrikant te vertrekken als hij zijn zaakjes niet op orde heeft? ‘Dan verlaat je ook de mensen in de fabriek. In veel gevallen bereik je meer door te blijven’, zegt Jones van Nike. Ook al zijn de meeste problemen in de fabrieken in de lage-lonenlanden niet in een paar maanden op te lossen. ‘In China kam-
de situatie te verbeteren.’ Opvallend is dat juist Nike als eerste uit de sportindustrie de stap heeft gezet om zo duidelijk te zijn over de misstanden die daar nog altijd bestaan. De marktleider in de sportindustrie, waar een goed imago van levensbelang is, was eerder door het stof gegaan toen het weekblad Time een jongetje op de cover had geplaatst die werkte aan een Nike-bal. Nu komt kinderarbeid overigens in de onderzochte fabrieken niet of nauwelijks meer voor.
Kritisch Jones: ‘In de jaren negentig zijn we zeer defensief geweest en hadden we vijan-
������������������������������������������������������� �����������������������������������������������������������
��������� ������������
�����
��������
��������������
�������
�����
������� �������������� ������ �����
����������
���������
����� �������
������
������� ������� ������ ������ ����� ������
������
������
������ ������
������
�������
������ ������� �����������������������������������������
van Nike, blijkt er nog van alles mis te zijn bij de fabrieken die nu plotseling in de schijnwerpers komen te staan. Problemen als excessief overwerk (bij meer dan de helft van de controles bespeurd) en betaling onder het wettelijke minimum zijn aan de orde van de dag. Al die misstanden
pen we bijvoorbeeld met het probleem dat er geen vrijheid bestaat om vakbonden op te richten. Nu zie je geleidelijk dat er binnen fabrieken toch alternatieven ontstaan en mensen zich verenigen. Het hangt ook erg van het management af en dan blijken er ook in China mogelijkheden te zijn om
den. Nu zijn we voortdurend in gesprek met alle betrokkenen. Kijk wie er in het ‘review committee’ zitten dat ons adviseert bij het maatschappelijke jaarverslag: mensen uit vakbonden, kritische nonprofitorganisaties en kerken. Dat was een paar jaar geleden ondenkbaar geweest.’
nrc handelsblad A4-krant
Mode en Kleding
13
Schaatspak met productiefout
Schokbestendige sportkleding
Nike ontwikkelde een nieuw supersnel schaatspak. Maar door een foutje in de productie kon het niet gedragen worden tijdens de Olympische Spelen.
Een Engels laboratorium ontwikkelde beschermende kleding die hard wordt bij bijvoorbeeld botsing of valpartij en die daarna direct weer soepel wordt.
Tijdens de EK All Round in Hamar, Noorwegen, presteerden de Nederlanders zwak en toen weten ze het al aan het nieuwe schaatspak. Stephan Lub, woordvoerder van Nike, zei toen nog niet te begrijpen wat er mis zou kunnen zijn. ‘De materialen van het nieuwe pak, Swift Skin II, de opvolger van de outfit die vier jaar geleden in Salt Lake City werd gebruikt, zijn anders’, zei Lub. ‘De eerste versie zat erg strak om het lichaam en trok de sporter als het ware in een bepaalde schaatshouding. Ook dat pak kende een moeilijk begin, omdat de schaatsers dat niet gewend waren. Het belangrijkste punt van kritiek was toen dat je het snel warm kreeg. Bij de ontwikkeling van de snellere tweede Swift Skin is die feedback meegenomen. Het nieuwe pak is comfortabeler en is gemaakt van materiaal dat meer ademt. Ook een verschil is dat je de wind langs je lichaam voelt bij het schaatsen.’ Maar de Nederlandse schaatsers konden
tijdens de Olympische Spelen in Turijn uiteindelijk niet schaatsen in het nieuwe pak. Bij de fabricage van Swift Skin II is een productiefout gemaakt. Het mankement was niet meer op tijd te herstellen. Janneke Versteeg, woordvoerder Nike Europa, nu: ‘Het grote verschil met het oude pak was een zogenoemde laag mesh op de onderbenen. Dat materiaal heeft twee functies. Het kan lucht doorlaten en de sporter verkoeling bieden, of het kan lucht langs het lichaam weerkaatsen. Het laatste was de bedoeling, maar doordat een mesh-laag van de enkel tot de knie binnenstebuiten op het schaatspak is gezet, werd juist lucht opgenomen. Die fout was met het blote oog niet te zien.’ ‘We gaan natuurlijk tot op de bodem uitzoeken hoe de productiefout heeft kunnen plaatsvinden. Ondanks alles zijn we blij dat de negenhonderd uur aan tests in de windtunnel wel goed bleken te zijn en dat het om een fabricagefout gaat. De tweede Swift Skin is absoluut een verbetering van de eerste en na de Spelen zullen we de nieuwe pakken zeker aanbieden aan de schaatsers. Het pak van Salt Lake City is nog steeds het snelste op de markt, dus in die zin kunnen de schaatsers optimaal presteren.’
Sportkleding
Zachte kunsstof wordt hard bij een botsing of een valpartij
Door Paul Schilperoord Beschermende sportkleding, zoals knieen elleboogbeschermers, zit vaak in de weg en is oncomfortabel tijdens het sporten. Sommige sporters kiezen zelfs liever voor geen bescherming met blauwe plekken en schaafwonden als gevolg. Het Engelse D3o Lab ontwikkelde echter de flexibele kunststof d3o die bij een krachtige aanraking (‘impact’) direct hard wordt en zo een beschermende laag vormt. Na de impact is het materiaal direct weer zacht en behoudt zijn beschermende eigenschappen. D3o maakt sportkleding mogelijk die comfortabel zit én een goede bescherming biedt bij botsingen of valpartijen. Volgens Richard Palmer van het lab rekt het materiaal verder mee dan lycra en is het heel simpel te verwerken in sportkleding en schoenen, zonder enige restricties voor de drager. De kunststof is tijdens
de productie te gieten als een normale kunststof of het is op maat te snijden uit plaatmateriaal. Het plaatmateriaal wordt gemaakt in een ruitenpatroon met openingen om in de kleding lucht door te laten. Het materiaal is zacht doordat de moleculen van het d3o polymeer in de normale toestand langs elkaar glijden. Door de snelle beweging die onder impact optreedt, haken de moleculen in elkaar vast. Ze vormen zo een harde beschermlaag. Er zijn twee varianten: ‘flex’ en ‘armour’. Flex bestaat uit een flexibele buitenlaag, de impactlaag, en een binnenlaag van textiel. Bij armour zit er tussen de buitenlaag en de impactlaag nog een extra beschermende pantserlaag. Dit maakt deze variant goed geschikt voor hogesnelheidssporten zoals motorcrossen. Volgens Palmer blijkt uit testen dat het beter presteert dan conventionele beschermers. Palmer: ‘De toepassingsmogelijkheden liggen ook op andere vlakken dan alleen bij sportkleding. Ook bij de gewone kledingindustrie, medische toepassingen, in auto’s en op militair gebied. Het Amerikaanse leger toont zelfs interesse in het verwerken van d3o in het menselijk lichaam.”
Puber tussen hotpants en gezichtssluier nrc handelsblad A4-krant
Moslimmeisjes die een sluier willen dragen, hebben de les geleerd van minirokken en punkkapsels. Pubers gebruiken hun uiterlijk als protestmiddel. Door Paul Steenhuis
Mode en Kleding
14
Hotpants of sluier
Hoe shockeer je als puber in Nederland anno nu het meest? Door rond te lopen met je blote buik, zodat je navel-piercing goed uitkomt boven je extreem laag hangende spijkerbroek? Of door geheel gesluierd in de schoolbank te gaan zitten? Het antwoord is makkelijk: door het laatste te doen, natuurlijk. Jongeren hebben een feilloos instinct als het gaat om volwassenen en autoriteiten echt te irriteren. Ze weten precies dat te doen wat nu juist echt niet kan. Ze weten taboes in de samenleving intuïtief te vinden. Punks staken veiligheidsspelden door hun wang in plaats van mooi en gezond te zijn. Meisjes in de jaren zestig en zeventig trokken minirokjes en hotpants aan, in plaats van zich decent te kleden, zoals hun ouders, de hele samenleving wilde. Ze waren rebels. Het getuigt van puberlef om vandaag de dag naar school te komen in gewaden die duidelijk verwijzen naar strengere vormen van de islam, terwijl heel de wereld (althans in het westen) nog lang niet uitgepraat is over de gevaren van extreem gelovige moslims en nu vrijwel geen politicus in Nederland meer om onderwerpen als integratie van allochtonen en de positie van de moslimvrouw heen kan.
Media-aandacht Het is het verband met de islam, en de opvattingen in de islamitische cultuur over vrouwen en seks, die zo’n puberdaad van een meisjes met niqaab in het midden van de media-aandacht plaatst. Meestal is er zulke aandacht als pubermode te bloot is. Want dat is de lijn waarlangs de ondeugd en de mode – en de seksuele vrijheid van de vrouw – zich de afgelopen eeuwen in het westen heeft ontwikkeld. Vrouwen durven zich in de mode letterlijk
steeds meer bloot te geven, zonder dat ze hoeven te vrezen dat ze worden misbruikt of van ontucht worden beschuldigd, of het verwijt krijgen dat ze de wereld en zichzelf in het verderf storten met hun onzedelijk gedrag. De Marokkaanse meisjes (eigenlijk Nederlands, maar van in Marokko geboren ouders) die zich nu op de ogen na willen versluieren zijn de nieuwe ‘ondeugende’ meisjes. Een meisje vertelde in De Volkskrant dat de gezichtssluier die zij draagt, niet afkomstig is uit het land van haar ouders, Marokko, maar uit Saoedi-Arabië. Ze is de enige thuis van de niet-fanatieke islamitische familie die de niqaab draagt. Ze heeft zichzelf nog vromer gemaakt dan haar Marokkaanse ouders, dan haar hoofddoekjesdragende omgeving – en ook nog vromer en zediger dan haar SaoedischArabische voorbeelden. Want ze heeft ook handschoenen toegevoegd aan haar nieuwe uitmonstering.
Seksualiteit Als de rebelse houding van de Marokkaanse meisjes overeenkomt met die van de bh-verbrandende minirokdraagster uit de jaren zestig en zeventig - waarin zit dan het verschil? Die schuilt natuurlijk in de houding ten opzichte van seksualiteit, met name de vrouwelijke seksualiteit van de moslimpubermeisjes. Er is in feministische kring wel kritiek geweest op het alsmaar korter worden van rokjes en de neiging van pubermeisjes om steeds meer van hun lijf te tonen – het zou van vrouwen louter lustobjecten maken. Maar het is ontegenzeggelijk zo dat de strijd voor vrouwenrechten de afgelopen decennia bijna parallel liep met het korter worden van de rok. De sociale en politieke bevrijding van de vrouw is volgens sommige modedeskundigen samengevallen met de afschaffing van het corset. Voor het eerst in eeuwen raakte de natuurlijke vorm van de vrouw weer in de mode rond de Eerste Wereldoorlog – in de tijd dat ook voor vrouwenkiesrecht en andere vrouwenrechten werd gestreden. Omdat vrouwen in die
oorlogstijd ondermeer in Groot-Brittannië ook werken moesten, werd de onpraktische lange rok afgeschaft: tegen het midden van de jaren twintig was de rok al tot kniehoogte gestegen in het westerse modebeeld. In de jaren zestig en zeventig, tijdens de ‘eerste feministische golf’ kwam modeontwerpster Mary Quant met de minirok en de hotpants. En sindsdien is in de mode en de populaire cultuur de vrouw alsmaar zichtbaarder en seksueel actiever geworden. Een schaarsgeklede popster als Madonna werd om die reden ook door sommige feministen omarmd in de jaren tachtig en negentig: zij was een vrije, zelfstandige vrouw, ook in seksueel opzicht.
Zedigheid Met je kont schudden, jongens uitnodigen aan je te zitten: het is niet alleen een bijna ironisch, ouderwets (om niet te zeggen belegen) beeld van het klassieke westerse ‘ondeugende meisje’ – het is ook precies alles waar de islamitische gesluierde en hoofddoek dragende meisjes niets van hebben moeten. Zij bedekken graag zo veel mogelijk van hun lichaam omdat ze niet willen dat mannen hun lichaam zien. Ze willen zedig zijn, hun seksualiteit uitsluitend voor binnenshuis en hun wettige echtgenoot bewaren, zoals de profeet het wil. In het hoofdstuk ‘Islam en seksualiteit’ in het boek In het huis van de islam legt Willy Jansen, hoogleraar vrouwenstudies, uit dat in de islam zowel mannen als vrouwen actieve seksualiteit toegedacht wordt, maar dat de angst voor de gevolgen van vrouwelijk actieve seksualiteit groot is: invloedrijke islamitische denkers als Abu Hamid Al-Ghazali (elfde eeuw na Chr.) zien vrouwen als ‘onverzadigbare creaturen die vreemde mannen het hoofd op hol kunnen brengen’. Als ze niet ingetoomd worden kan dat leiden tot seksuele chaos, fitna, een term die ook verleiding betekent. Die angst voor verleiding in de islam, vooral door de vrouw, is groot, en die leidt weer tot ontucht (zina) ‘waartegen in de Koran maar liefst in 27 verzen gewaar-
schuwd wordt’. Dat, plus de Noord-Afrikaanse maagdelijkheidscultus, plus het idee dat de man voor de deugdzaamheid van de vrouw verantwoordelijk is, vormt een belangrijke basis voor het idee dat een vrouw beter binnen kan blijven, en als ze dan toch buiten komt het liefst zo bedekt mogelijk, met hoofddoeken, gezichtssluiers of burqa’s. Want anders gaat het blijkbaar helemaal mis - en kom je misschien in de hel. Meer nog dan in de hoofdoek, komt in de niqaab al het protest tegen de seksuele vrijheid en westerse manieren tot uiting. Een 12-jarige basisschoolleerling uit Amsterdam kreeg te horen dat ze haar hoofddoek niet meer op school mocht dragen. Haar vader zei: ‘Jullie laten je tieten, kont en navel zien. Dat is jullie vrijheid. Geef ons de vrijheid iets te bedekken.’
Hotpants: De Cheeky Girls hadden een hit met `Touch My Bum’ (foto NewsCom)
Manieren om de schoonheid te bedekken nrc handelsblad A4-krant
Mode en Kleding
15
Hoe islamitische vrouwen zich bedekken verschilt van land tot land, en van individu tot individu. Oren, haar en nek mogen niet zichtbaar zijn, is het algemene idee. Door Froukje Santing
Sluiers
Niqaab (foto: AFP)
In de koran wordt vrouwen opgedragen om zich bescheiden, niet aanstootgevend te kleden. Is dit een richtlijn of een absoluut gebod? Daarover zijn de islamitische schriftgeleerden het niet eens. De gedachte is dat vrouwen hun schoonheid slechts aan hun echtgenoot mogen tonen. Daarom moeten ze, zodra ze menstrueren, op straaat haar, oren en nek bedekken, is het algemene idee. De draagsters zijn doorgaans niet politiek gemotiveerd, maar zien hun manier van kleden als uiting van hun geloof. Hoe die bedekking er precies uit ziet verschilt van land tot land en van individu tot individu. In de koran staat niets over de plicht om ook het aangezicht te verbergen (niqaab of burqa) én de handen, zoals in een aantal islamitische landen voorkomt. Voor de islamitische hoofdbedekking wordt de verzamelnaam hejab gebruikt. Een vierkante doek die diagonaal wordt gevouwen en die over het hoofd, de oren en de nek wordt gedragen, is al voldoende. Die kennen we in verschillende vormen: van zwarte doeken die streng om het gezicht worden geknoopt, kleurige en moderne sjaals in de kleur van de kleding tot rebels, strak om het hoofd geknoopte doeken. Deze laatste wordt in Nederland met name gedragen door jonge moslima`s. Ook over hoe vrouwen zich in het openbaar moeten kleden is geen overeenstemming. Zo dragen jonge vrouwen, in het Westen én in veel islamitische landen, strakke spijkerbroeken en modieuze rokken. Gelovige getrouwde vrouwen, bijvoorbeeld in Turkije, kleden zich vaak
in een mantel. In Marokko kent men ook de djellaba, een kledingstuk dat het midden houdt tussen een mantel en een jurk tot op de enkels. In het islamitische Iran is de chador (een zwarte lap die het hele lichaam bedekt) onder jonge vrouwen op zijn retour; die dragen naast een hoofddoekje steeds vaker een jasje dat net over de billen valt. Een deel van de moslims in Azië landen gaat veel vrijer om met het idee dat moslimvrouwen zich niet ‘aanstootgevend’ mogen kleden. In bijvoorbeeld Bangladesh draagt men een shari, die vaak een klein deel van de buik vrij laat, evenals de armen en het gezicht. Menigeen bedekt bovendien niet het haar en de nek of drapeert een grote sjaal slechts losjes om het hoofd. In Maleisië en Indonesië zijn de regels onder een deel van de moslims weer strenger. Daar dragen vrouwen veelal een hoofddoek van één kleur die ook de boezem bedekt , met daaronder een lange rok. Ook zij laten het gezicht vrij. Maar fundamentalistische schriftgeleerden, bijvoorbeeld in Afghanistan en Saoedi-Arabië, vinden dat vrouwen ook hun gezicht moeten bedekken. Afghanistan en Pakistan hebben een eigen variant, de burqa: een wijde jurk uit één stuk, met voor de ogen een gaasje van stof. De vrouw kan daardoor de buitenwereld wel waarnemen, maar buitenstaanders zien de ogen niet. Saoedi-Arabië kent andere varianten. Vrouwen dragen de abaya (lange zwarte jas tot de grond) met vaak een aparte gezichtssluier. Soms zitten daarin wel spleetjes voor de ogen.
Punk en Dada in droomcouture nrc handelsblad A4-krant
Hoe ziet de zomermode van 2006 eruit? Bijna een jaar eerder, in oktober 2005, konden we het tijdens de modeweek van Parijs al zien. Door Suzy Menkes
Mode en Kleding
16
Zomermode
Een herleving van de punk en ironisch nihilisme waart door de modeshows voor de zomer van 2006, net als in de popmuziek. Een tentoonstelling in Parijs over Dada, de beweging die een eeuw geleden de burgerij deed beven, is een bijkomende inspiratie. Voordat Comme des Garçons dinsdag een complete punk-collectie liet zien, een reprise van Vivienne Westwood op haar extreemst met tricot onderbroeken met de Britse vlag, en kroontjes die balanceerden op jonge hoofdjes, leek punk nog een onderstroom in de mode. Maar nu zie je Rei Kawakubo een bozige nieuwe jeugdcultuur in Tony Blairs koopzieke Engeland oppikken. Op de triomfale tonen van het nationalistische Land of Hope and Glory en Händels Halleluja betraden de modellen de catwalk, met hun combinatie van ruiten, bloempatronen en het roodwit-blauw van de Union Jack in banen stof om hun lichamen gedrapeerd. Deze nieuwe parade van patronen was niet agressief maar mooi, en had alle nieuwe vormen, opbollende schouders en draperingen van de jongste mode in zich. Ook al was deze show van Comme – getiteld Lost Empire – niet zo ontroerend als de Broken Bride van het vorig seizoen, hij toonde hoe Kawakubo altijd open staat voor wat er gaande is.
Oorverdovend Junya Watanabe was, eerder op de dag, ook in de punksfeer, maar dan agressiever. Oorverdovende muziek denderde over de verlaten parkeerplaats waar de mannequins met akelige spikes op hun hoofd verschenen, hun gezichten verpakt in folie. Toch was het een fraai verzorgde collectie met het silhouet van de Belle Epoque, als
rokkostuums weggesneden jasjes boven gekortwiekte broeken. Het verplichte punk-uniform, geruite broek en leren jasje, dook op. Hergebruik eveneens, maar jurken gemaakt van wat leek op bossen oude panty’s zijn door Gaultier en Margiela ook al vertoond. Wat er uit sprong was het eenvoudigste: regenjassen, gesneden als rokkostuums, met pied-de-poule afgezette jasjes en kakigroene jasjes boven blouses met scherpe plooien.
Enkels Viktor & Rolf zetten de mode op haar kop – letterlijk, doordat de show begon met buigingen van het tweetal en hun modellen. Toen kwamen er jurken waarvan de schouderbandjes rond de enkels bungelden. Viktor Horsting (in het wit) en Rolf Snoeren (in het zwart) mogen dan beweren dat creatieve afwisseling nieuwe vormen en silhouetten opleverde, het was allemaal hun vertrouwde esthetiek: een geestige moderne variant op het klassieke. Dat leidt tot avondjurken die gepast zijn voor de Nederlandse prinses Mabel, die haar bruidsjurk bestelde bij het tweetal. Er zat veel aardigs tussen de ivoor- en cappucinokleurige satijnen jurken, en bloesjes bezaaid met vogels. Maar laagjes singlets op hun kop, met los bungelende schouderbanden, waren gewoon té bedacht. Je zou denken dat de doorgewinterde Vivienne Westwood het niet meer nodig heeft protest te zaaien. Maar vanaf het moment dat zij de gigantische rode letters ‘AR’ tegen de achtergrond van de catwalk hing, tot haar eigen vertrek in een T-shirt met het opschrift I’m not a terrorist – please, please don’t shoot me streed zij voor ‘actief verzet tegen propaganda’. De kleren echter boden gewoon weer Westwoods historiserende romantiek met ruisende stoffen en asymmetrische snitten. Jean-Paul Gaultier kwam opnieuw met op de Oekraïne geïnspireerde couture van boerenblouses gemengd met Parijse kleermakerskunst, weide-zoete jurken met bloemmotiefjes en o la la-schortrokjes. De show was charmant, maar betrad te vaak vertrouwd terrein.
Een enzym voor de bonte was nrc handelsblad A4-krant
Mode en Kleding
17
Schone was
Door Marcel aan de Brugh Een bekende wasfout: bij de tennissokken, de helderwitte blouse en de zomerse kaki-kleurige broek wordt, per ongeluk, een nog niet zo vaak gewassen felrood Tshirt gestopt. Resultaat: sokken, blouse en broek komen rose uit de wasmachine. Onderzoekers van het Deense bedrijf Novo Nordisk hebben een enzym gemaakt waarmee ze deze wasramp in de toekomst mogelijk kunnen voorkomen. Het enzym gaat de ‘overdracht van kleurstof’ tijdens een wasbeurt tegen. Het enzym dat de Denen gebruiken is een peroxidase. Dit enzym vangt kleurstoffen die tijdens een wasbeurt vrijkomen weg en oxideert ze waardoor de ze niet meer aan kleding kunnen hechten. De tot nu toe geteste peroxidases werken over het algemeen slecht, omdat ze in de hete en alkalische wasomgeving binnen enkele minuten hun activiteit verliezen. Dat geldt ook voor het peroxidase waarmee de Denen hun experimenten begonnen. Het enzym is afkomstig uit de schimmel Coprinus cinereus en niet bestand tegen de extreme omstandigheden in de wasmachine. Daarom bewerkten de biotechnologen het enzym. Ze noemen dat ‘directed evolution’, omdat ze het enzym snel laten evolueren in de door hen gewenste richting. Het enzym is opgebouwd uit een lange keten aminozuren. In het ene experiment vervingen de Denen op enkele van te voren gekozen plaatsen het ene aminozuur door een ander. Daardoor bleek het enzym beter bestand te worden tegen hoge temperaturen en een hoge pH. In een andere proef voerden de onderzoekers op het oorspronkelijke enzym een ‘random mutagenese’ uit: ze vervingen willekeurig een aantal aminozuren en testten óf, en zo ja welke nieuwe enzymen beter bestand waren tegen hoge temperaturen en een hoge pH. Vervolgens selecteerden de Denen uit deze beide tests elf enzymen. Dat wil zeggen, de genen voor deze enzymen. Ze gebruikten de genen van het oorspronkelijke peroxidase en van tien mutanten die varieerden in activiteit en stabiliteit. De genen
Vier sporen van de schimmel Coprinus cinereus. Deense onderzoekers hebben een enzym uit deze schimmel geïsoleerd dat ‘kleuroverdracht tijdens een wasbeurt’ kan voorkomen. werden in stukken geknipt en in allerlei mogelijke combinaties aan elkaar geplakt, een aanpak die DNA-shuffling wordt genoemd. Het leverde 10.000 varianten op. Daaronder bevonden zich een hoop nonsens-enzymen, maar het leverde ook een aantal enzymen op die actiever en stabieler waren dan welk tot dan toe getest peroxidase ook. De biotechnologen selecteerden de verbeterde versies via een alternatieve
wasmachine-test: ze testten de activiteit van de enzymen bij pH 7 en 10,5, de thermostabiliteit bij 30 en bij 40° Celsius en de stabiliteit in een peroxide-oplossing (0,2 mM H2O2). Bij een pH van 10,5 waren sommige van de mutanten 50 tot 100 keer stabieler dan het oorspronkelijke peroxidase uit de schimmel. Ook de thermostabiliteit steeg met een factor 100. Hoewel de gemuteerde enzymen minder actief zijn dan
het oorspronkelijke peroxidase, leveren ze volgens de Denen een beter resultaat. Het oorspronkelijke peroxidase wordt in normaal waswater binnen twee minuten vollediggeïnactiveerd. De mutanten zijn dan wel een stuk minder actief, maar hun activiteit houdt veel langer aan. En dat is veelbelovend voor toepassing in wasmiddelen. Of ze het onderzoek zullen doorzetten, zeggen de onderzoekers van Novo Nordisk niet.