MKBA “Gezonde wijk” Nieuw-West
Opgesteld door: LPBL: Merei Lubbe en Veroni Larsen Op verzoek van: Stadsdeel Nieuw West en GGD Amsterdam Datum: december 2012
Inhoud 1.Inleiding ............................................................................................................ 2 1.1. Aanleiding en vraagstelling .................................................................. 2 1.2. Aanpak en leeswijzer........................................................................... 3 2. Gezondheid in Nieuw-West ............................................................................. 4 2.1. Probleem en doelstelling ..................................................................... 4 2.2. Interventie en nulalternatief ................................................................. 5 3. Effecten in beeld.............................................................................................. 7 3.1. Overzicht effecten ............................................................................... 7 3.2. Gezonde leefomgeving........................................................................ 8 3.3. Gezonde leefstijl .................................................................................10 3.4. Gezond meedoen ...............................................................................11 4. Resultaten ......................................................................................................12 4.1. Toelichting op de aanpak ...................................................................12 4.1. Buurt in Beweging ..............................................................................13 4.2. JOGG .................................................................................................15 4.3. MKBA Gezonde Wijk met gezonde leefomgeving en spin-off ............17 4.4. Verdelingseffecten..............................................................................19 5. Conclusie .......................................................................................................20 Bijlage 1: Cockpit model .....................................................................................21
1
1.Inleiding 1.1. Aanleiding en vraagstelling De Gezonde Wijk Nieuw-West is in 2009 gestart met als doel om de gezondheid van de inwoners van de wijk te verbeteren. Nu het programma ruim 3 jaar loopt, is het tijd voor een moment van ‘bezinning’: Wat hebben alle extra inspanningen opgeleverd, hoe verhouden de kosten zich tot de (beoogde) maatschappelijke baten en wat kan beter? Een maatschappelijke kostenbaten-analyse kan hierbij helpen. Een MKBA brengt in beeld wat de maatschappelijke kosten en baten zijn van een aanpak in vergelijking met een situatie waarin de inspanningen niet gedaan zouden zijn. LPBL heeft in opdracht van de ministeries van BZK/WWI en VWS een MKBA-model ontwikkeld dat per wijk specifiek gemaakt kan worden. Omdat er (nog) weinig bekend is over de (gemeten) effecten van de aanpak is hier sprake van een indicatieve MKBA. In Nieuw-West is gekozen voor een netwerkaanpak, waarbij weinig eigen projecten zijn gestart en weinig kosten zijn gemaakt, maar vooral is aangehaakt bij bestaande initiatieven om deze te versterken. Twee van deze initiatieven kunnen specifiek worden doorgerekend, omdat de effecten bekend zijn of er op andere plekken (gemeten) voorbeelden zijn. Van de overige inspanningen blijft het bij het in beeld brengen van de mogelijke spin-off. Het precieze saldo onder de streep is daarbij minder van belang dan het inzicht in hoe het werkt: Wat zijn de randvoorwaarden en sleutels tot succes? En waar ligt - vanuit maatschappelijk rendement - de potentie voor de toekomst? Box: wat is een MKBA? Een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) brengt systematisch en samenhangend alle door een project veroorzaakte effecten in kaart en vergelijkt deze met de situatie waarin het project niet wordt uitgevoerd (het nulalternatief). De baten van het project worden net als de kosten uitgedrukt in euro’s. Dit geldt eveneens voor de zaken die geen direct prijskaartje hebben, zoals geluidsoverlast, een mooi uitzicht of het gevoel van veiligheid. Als de baten groter zijn dan de kosten, dan zorgt het project voor een toename van de maatschappelijke welvaart. Een MKBA geeft de volgende inzichten: welke positieve en negatieve effecten er zijn; hoe de kosten zich tot de baten verhouden; welke risico’s en onzekerheden er zijn; -
wie profiteert en wie betaalt.
Hiervoor vergelijkt de MKBA de situatie met project (projectalternatief) met een situatie waarin het project niet wordt uitgevoerd (nulalternatief). De MKBA vindt een theoretische basis in de economische (welvaarts)theorie. Het basisidee is dat voorkeuren van (alle) individuen in de maatschappij leidend moeten zijn bij afwegingen in overheidsbeleid en dat deze voorkeuren in geld uit te drukken zijn. Een MKBA richt zich daarmee op de waarde voor de mens, ook wel de ‘totale economische waarde’ genoemd. Over het algemeen is het uitgangspunt daarbij betalingsbereidheid: hoeveel is iemand bereid om te betalen voor een goed (willingness to pay) of hoeveel compensatie is nodig om een negatief effect te willen accepteren (willingness to accept). In praktijk zijn niet alle effecten geloofwaardig in euro’s uit te drukken. In dat geval wordt gewerkt met PM-posten die in de presentatie ook een volwaardige plek moeten krijgen. 2
Voor het opstellen van een MKBA wordt een standaard stappenplan gevolgd. Deze volgt zoveel mogelijk de in Nederland gangbare OEI-methodiek, die vanaf 1998 is ontwikkeld in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat en het ministerie van Economische Zaken.
1.2. Aanpak en leeswijzer Onze aanpak bestaat in hoofdlijnen uit twee fasen: 1. Effecten in beeld Op 21 juni hebben we een workshop begeleid met als doel het gezamenlijk uitwerken van de maatschappelijke effecten van de Gezonde wijk in Nieuw-West. Hiervoor hebben we de MKBAEffectenArena ingezet. Dit instrument stimuleert het blootleggen van de gedachtegang hoe een interventie bepaalde effecten teweeg gaat brengen. Aanwezig waren: Annelies Acda (GGD), Wiebe van der Veen (SDNW), Maarten van Ettekoven (SDNW), Huub Toussaint (HvA), Claire Jansen (SDNW), Jantien Aalbregtse (wijkaanpak), Kirsten Langeveld (onderzoek), Kitty Burer (Ymere) en Eva Lens (SDO). De resultaten zijn verwerkt in hoofdstuk 3: de effecten in beeld. 2. Effecten in euro’s In de tweede fase is het algemene “Gezonde Wijk”-model specifiek gemaakt voor Nieuw-West. Het effectenschema uit hoofdstuk 3 vormt hiervoor de belangrijkste input. Om het model te vullen zijn gegevens verzameld over de huidige gezondheidssituatie, de programmakosten, de verschillende interventies die tot stand zijn gekomen en het bereik van deze interventies. Daarnaast is op basis van onderzoek elders een inschatting gemaakt van de effectiviteit van de interventies: hoeveel mensen gaan b.v. meer bewegen en gezonder eten? En hoe duurzaam is dit? Daarnaast is voor de interventies waarvan geen effectiviteitsstudies beschikbaar zijn een aantal wat-als analyses gemaakt. Het resultaat hiervan is te vinden in hoofdstuk 4.
3
2. Gezondheid in Nieuw-West 2.1. Probleem en doelstelling Kansen op lang en gelukkig leven niet gelijk De gezondheidsverschillen in Nederland zijn groot. Mensen met lager onderwijs leven ongeveer zes 1
tot zeven jaar korter en het aantal jaren dat zij in goede gezondheid doorbrengen is bijna twintig jaar lager. Aangezien in aandachtswijken naar verhouding veel laagopgeleiden mensen wonen - in een sociaal en/of economisch ongunstige situatie - komen de grote gezondheidsachterstanden vooral voor in deze wijken. Ook in Nieuw-West en dan specifiek buurt 5 in Geuzenveld-Slotermeer, waar we in deze analyse op inzoomen, is sprake van grote gezondheidsachterstanden. Verschillende cijfers tonen dit aan, bijvoorbeeld: - het percentage dat niet aan de beweegnorm voldoet is hoog. In Geuzenveld-Slotermeer is dat 2
-
ongeveer 51 procent t.o.v. van 38 procent in Amsterdam als geheel ; er zijn relatief veel kinderen en volwassenen met overgewicht. Bijna de helft van de volwassenen
-
heeft overgewicht t.o.v. van 40 procent als gemiddelde van Amsterdam; ook het percentage met ernstige depressieve of angstklachten is hoger dan in Amsterdam (13% t.o.v. 7%);
-
inwoners kampen (5 procent) vaker met ernstige eenzaamheid dan in de rest van Amsterdam.
Behalve met gezondheidsproblemen hebben de bewoners ook te maken met overige factoren die van 3 invloed zijn op de achterstandscore, zoals geen werk, weinig inkomen, geen of lage opleiding (SES) . Maar ook de directe leefomgeving speelt een belangrijke rol. Het gaat niet enkel om zogenaamd kijkgroen. Er moeten voldoende mogelijkheden zijn voor inwoners om actief gebruik te kunnen maken van het groen in de wijk. Doelstelling Gezonde wijk: verbeteren gezondheid De doelstelling van de Gezonde Wijk is om via een breed perspectief de gezondheidsachterstanden in de wijk aan te pakken en te verkleinen. In Nieuw-West wordt met name de verbinding gelegd met de gezonde leefomgeving. Om zo te komen tot een wijk waarin: -
mensen gemakkelijk lopend en fietsend naar hun werk, school, winkels en sport kunnen en ook gestimuleerd worden dit te doen;
-
kinderen gezond kunnen opgroeien en makkelijk buiten kunnen spelen;
-
mensen ruim aanbod hebben aan sport, cultuur en groen.
1
Nationaal Kompas Volksgezondheid (periode 2005-2008) Gezondheidsmonitor Amsterdam 2008, 16 jaar en ouder 3 Sociale Economische Status wordt afgemeten aan opleiding, inkomen en beroepsniveau, bron Atlas voor gemeenten, 2010 2
4
2.2. Interventie en nulalternatief Een MKBA brengt systematisch alle effecten van een project of programma in kaart ten opzichte van een situatie waarin dit niet zou plaatsvinden; het nulalternatief. Hiervoor is het nodig dat de (overheids)interventie duidelijk wordt afgebakend en helder gedefinieerd. Dit is in het geval van de effecten van de Gezonde wijkaanpak niet zo eenvoudig. De aanpak bouwt namelijk (in veel gevallen) voort op bestaande activiteiten en afspraken in het kader van de wijkenaanpak. De vraag is dan ook: van welke verandering of interventie brengen we de effecten in beeld? En waar zetten we deze effecten tegen af? Met andere woorden: wat is in deze situatie het nulalternatief, ofwel het beste alternatief als de Gezonde wijkaanpak niet doorgaat? Voor de MKBA hanteren we onderstaande definities ten aanzien van de Gezonde wijkaanpak als interventie en voor de situatie dat de aanpak er niet zou zijn (het nulalternatief). Definitie van de Gezonde wijk aanpak in Nieuw-West De landelijke sporen van het experiment Gezonde Wijk zijn: 1. Gezonde leefstijl, 2. Gezonde leefomgeving, 3. Toegankelijke zorg en ondersteuning en 4. Gezond meedoen. Daarnaast is er onder de paraplu van de gezonde wijk ook sprake van agendering en samenwerking op andere terreinen. De aanpak in Nieuw-West laat zich met name typeren of definiëren door dit laatste punt, waarbij de focus vooral ligt op de relatie tussen gezondheid en leefomgeving. Geuzenveld-Slotermeer is een van de aandachtswijken waar vanuit de wijkaanpak veel gebeurt o.a. op het gebied van stedelijke vernieuwing. In de wereld van de fysieke herstructurering was het thema ‘gezondheid’ niet direct een onderwerp op de agenda. De verbinding van de beleidsdomeinen gezondheid met de wijkaanpak en leefomgeving is de kern van de aanpak. Het gaat hier met andere woorden hoofdzakelijk om een netwerkaanpak. En om - zoals een van de projectleiders het verwoorde tijdens de EffectenArena - het volgen van geld en energie bij de betrokken partijen. Met de Gezonde Wijk aanpak is het streven om alle activiteiten in de wijk gericht op de aanpak van gezondheidsachterstanden te bundelen (onder één paraplu). Met de nieuwe aanpak is sprake van meer samenhang en synergie tussen de verschillende activiteiten. Het gaat ook expliciet om meer verbinding en samenwerking binnen het hele sociale domein te bewerkstelligen (agendering, ketensamenwerking en zorgoverleg). En het koppelen van gezondheid aan andere thema’s, zoals bijvoorbeeld aan het thema duurzaamheid. Nulalternatief De kosten en baten in de MKBA worden berekend ten opzichte van een nulalternatief. Dit beschrijft de meest waarschijnlijke situatie als het experiment Gezonde Wijk niet zou zijn uitgevoerd. We gaan er vanuit dat een aantal van de concrete interventies zoals, het programma JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht), het project van het NISB (Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen), het lijntjesproject van de Hogeschool van Amsterdam, de natuurspeeltuin en de moestuinen, wel zouden zijn uitgevoerd (in Amsterdam) maar niet in samenhang (in Nieuw-West) en onder de paraplu van de gezonde wijk. Het project ‘Buurt in beweging’, en de diverse activiteiten op het gebied van bewustwording, agendering en samenwerking zouden niet hebben plaatsgevonden.
5
In onderstaand figuur is de definitie van de aanpak schematisch weergegeven ten opzichte van de oude werkwijze (het nulalternatief). Figuur 2.2 Definitie Gezonde wijk aanpak Nieuw-West Oude werkwijze
De Gezonde wijk
6
3. Effecten in beeld 3.1. Overzicht effecten De Gezonde Wijk aanpak heeft een aantal verwachte effecten. Deze zijn in een Arenabijeenkomst onderzocht en teruggebracht tot een schematisch oorzaak-gevolg diagram (beleidstheorie) per type interventie: gezonde leefomgeving (paragraaf 3.2), gezonde leefstijl (paragraaf 3.3), gezond meedoen (paragraaf 3.4) en agendering (paragraaf 3.5). Onderstaand schema is hiervan een samenvatting en dient als architectuur voor het MKBA-model: Figuur 3.1. De effecten van de Gezonde wijk aanpak op hoofdlijnen Gezonde wijk Agendering, samenwerking en Zorgoverleg
Kwaliteit van leven •
Overal zelfde boodschap, effectiever aanbod, groter bereik & duurzamer
Langer en gezonder
Zorgkosten KT • •
1e lijnskosten 2e lijnskosten
1
Meer bewegen Productiviteit Gezonder eten Gezondere inwoners (fysiek & mentaal)
2
• • •
Meer werkenden Minder ziekteverzuim Betere schoolprestaties
Meer gebruiksgroen, speel- en beweegmogelijkheden Externe effecten
Overlast en onveiligheid
4
Meer (sociale) participatie, betere schoolprestaties, minder overlast
Zorgkosten LT Levensverwachting Pensioenen en AOW
Alle sporen leiden in principe tot gezondere inwoners, zowel mentaal als fysiek. Vandaar treden de volgende directe (eind)effecten op: - toename van de kwaliteit van leven voor de inwoners (een langer en gezonder leven, uitgedrukt in -
QALY’s (quality adjusted life year, een maat voor het aantal gewonnen levensjaren)); afname van de zorgkosten als gevolg van een efficiënter en effectiever gebruik van de eerstelijns zorg en het voorkomen van dure tweedelijns zorg;
-
toename van de (arbeids)productiviteit. Gezondheid is een voorwaarde om mee te doen. Afhankelijk van de situatie - mensen met een betaalde baan, mensen zonder baan en kinderen - geeft dit respectievelijk minder ziekteverzuim, meer betaald werk - besparing op uitkering en inkomsten uit loonbelasting - en betere schoolprestaties.
Behalve directe effecten zijn er ook externe effecten: de onbedoelde positieve of negatieve (bij)effecten van de aanpak. Deze vallen bij andere partijen dan de projectpartijen. Externe partijen zijn hier de overige inwoners van de wijk en de maatschappij. - Overige inwoners van de wijk ervaren mogelijk een verbeterde leefbaarheid en veiligheid in de wijk. Dit is het gevolg van de toename van de (arbeids)participatie en dan met name de afname van de vroegtijdig schooluitval en daarmee de jeugdwerkloosheid. Overigens is er ook een direct 7
effect op de leefbaarheid als gevolg van de verbeterde gezondheid. We merken hierbij echter vast
-
op dat de richting van deze relatie ook andersom geldt: vermindering van overlast en onveiligheid heeft een positief effect op de gezondheid van de inwoners in de wijk; De maatschappij draagt op lange termijn kosten, veroorzaakt door de langere (gezonde) levensverwachting. Enerzijds bestaat dit uit hogere zorgkosten als gevolg van ouderdomsziekten. Deze toename is in de meeste gevallen groter dan de directe besparing van de zorgkosten op korte en middellange termijn. Anderzijds staan tegenover de positieve waarde van een gewonnen levensjaar ook kosten van pensioenen en AOW. Deze effecten op zorguitgaven, sociale zekerheid en pensioenen worden gedragen door de maatschappij, aangezien deze uitgaven grotendeels collectief worden gefinancierd (via hogere premies).
Overigens is voor het behalen van effecten over het algemeen een lange adem nodig. Onderzoek 4
toont aan dat effecten pas na meerdere jaren zichtbaar worden .
3.2. Gezonde leefomgeving De gezonde leefomgeving heeft als doel om de buitenruimte zo aan te passen dat die uitnodigt om te gaan bewegen. De interventies zijn (indirect) gericht op het verbeteren van de gezonde leefstijl doordat er meer fysieke mogelijkheden gecreëerd worden om te bewegen. In Nieuw-West zijn de volgende projecten geïnitieerd: - Natuurspeeltuin. Ontwikkeling van een Natuurspeeltuin in het Sloterpark (± 3 ha) met o.a. veel -
plekken om actief te spelen, zitplekken op het veld en kruidenbakken. Moestuinen. Binnentuinen en andere groene ruimtes worden actief in eigendom genomen. De
-
gewassen en opbrengsten zijn voor eigen gebruik. NISB-project. Dit project heeft tot doel om recreatief bewegen, competitief bewegen en doelgericht
-
bewegen (woon-werkverkeer) zo aantrekkelijk mogelijk te maken met behulp van de omgeving. Beweegtuin. Het plaatsen van buitenfitnesstoestellen op diverse locaties toegankelijk voor alle
-
bewoners van de wijk. Lijntjesproject op PO-scholen. De speelplaatsen van een aantal basisscholen zijn zodanig ingericht dat het spel en beweging uitlokt. Hier wordt ook begeleiding bij ingezet.
4
Zie bijvoorbeeld proefschrift S. de Gouw, de effectiviteit van het overheidsbeleid op het gebied van publieke gezondheid, met name op het gebied van overgewicht, voeding en beweging, 2012 8
Figuur 3.2. De effecten de Gezonde leefomgeving Meer bewegen Bewustwording eigen gezondheid/leefstijl
Zorgkosten KT
Minder gebruik 2e lijns voorzieningen
• •
?
Betere conditie
Gezonde leefomgeving • • • • •
Betere gezondheid (fysiek & mentaal)
Chronische ziekten eerder stabiliseren
Natuurspeeltuin Moestuinen NISB pilotgebied Beweegtuin Lijnenproject
?
Meer blessures
Meer gebruik 1e lijns voorzieningen
Overlast, vernieling en verloedering
Meer informeel toezicht
Ontmoetingsplek sociaal isolement daalt
Toename sociale participatie
+
-
1e lijnskosten 2e lijnskosten
Kwaliteit van leven •
Langer en gezonder
Overlast en onveiligheid
+ Productiviteit • • •
Meer werkenden Minder ziekteverzuim Betere schoolprestaties
Activeren van bewoners Woongenot
Positieve uitstraling Gezonder/bewuster eten
Minder boodschappen
Omzet lokale winkel
De verschillende aanpassingen in de buitenruimte hebben de volgende (bedoelde) effecten: -
Ze nodigen uit om meer te gaan bewegen en gezonder te eten. De vraag hierbij is wel of dit inderdaad het geval is en om hoeveel (extra) mensen en kinderen het gaat (vandaar dat in het schema een vraagteken is opgenomen). Meer bewegen en gezonder eten leiden direct tot een betere gezondheid. Maar ook indirect maakt het mensen bewuster van hun gezondheid en leefstijl en hun invloed daarop. Het effect hiervan is ook dat mensen meer bewegen en gezonder eten. Zo ontstaat een ketenreactie van positieve effecten (draaiende pijltjes in het schema). Door meer te bewegen kunnen (chronische) ziekten worden voorkomen of langer worden uitgesteld. Hierdoor
-
wordt minder en/of later gebruik gemaakt wordt van dure tweedelijns voorzieningen. De speel-, moes- en beweegtuinen zijn een (fysieke) ontmoetingsplek. Inwoners zien en spreken elkaar en werken op een positieve manier samen, waardoor mensen uit hun sociale isolement komen. Het stimuleert bewoners letterlijk om in beweging te komen waardoor ze ook op andere levensgebieden geactiveerd worden. De (sociale) participatie neemt toe en daarmee de kwaliteit
-
van leven. De moestuinen hebben als groenvoorziening - indien goed onderhouden - ook een positieve uitstraling op de buurt. Het woongenot wordt daardoor groter. Een eventueel klein bijeffect is de omzetdaling van de lokale winkel vanwege de groente- en fruitopbrengst uit eigen tuin. De besparing komt overigens terecht bij de inwoners. Inmiddels zijn de moestuinen heel populair en wachten veel inwoners om in aanmerking te komen. Niet alleen de kostenbesparing is reden voor de populariteit ook de zekerheid dat het eten onbespoten is en de mogelijkheid om groenten uit de eigen eetcultuur te verbouwen die in de winkels moeilijker te krijgen zijn, worden als redenen genoemd.
Een aantal (onbedoelde) neveneffecten zijn er ook. De ontmoetingsplekken kunnen leiden tot overlast, vernielingen en verloedering. Bij de moestuinen en de kruidenbakken in de speeltuin lijkt het goed te werken dat het beheer en onderhoud in handen is van de inwoners zelf. Voor de beweegtuin geldt dat de keuze van de locatie belangrijk is, bijvoorbeeld met enige mate van toezicht, dichtbij de doelgroep in combinatie met robuuste toestellen. Verder kunnen ook blessures ontstaan bij mensen die meer 9
bewegen, vooral als dat zonder begeleiding gebeurt. In eerste instantie kan dit leiden tot méér gebruik van de eerstelijnsvoorzieningen. De verwachting is wel dat dit niet opweegt tegen de besparing in eerstelijnsvoorzieningen als gevolg van een gezondere leefstijl (vandaar de stippellijn in het schema). Overigens hebben begeleiding en programmering ook een positief effect op het gebruik van de toestellen. De rol die het programma de Gezonde Wijk speelt in dit spoor is die van aanjager en agendazetter. Zonder het programma was een deel van de projecten ook tot stand gekomen, zij het minder gebundeld in Nieuw-West en met minder aandacht voor de gezondheidsaspecten. Niet alle bovenstaande effecten kunnen daarom aan het programma gezonde wijk worden toegerekend. Wel kan sprake zijn van een verbeterde effectiviteit en grotere spin-off. We komen hier in hoofdstuk 4 op terug.
3.3. Gezonde leefstijl De interventies binnen het spoor gezonde leefstijl zijn erop gericht om inwoners (direct) meer te laten bewegen en gezonder te laten eten. In Nieuw-West is hier o.a. invulling aangegeven door JOGG. Jongeren Op Gezond Gewicht is een integrale gezondheidsaanpak en een uitbreiding van eerdere (integrale) aanpakken voor de jeugd (Jump-in, Schoolgruiten, Topscore DOiT en het Overbruggingsplan Overgewicht). Het gaat uit van een duurzame en samenhangende benadering van het probleem. Alle aspecten die bijdragen aan het verminderen van overgewicht en obesitas krijgen een rol: gezondheidszorg, sportaanbod, levensmiddelenaanbod, sociale omgeving, fysieke activiteit en de woon- en speelomgeving. Figuur 3.3. De effecten van JOGG Meer bewegen Inzicht in eigen leefstijl Afname overgewicht Kwaliteit van leven Gezonder eten
Betere gezondheid
Kinderen snacken gezonder (& ontbijten)
Gezonde leefstijl
•
Langer en gezonder
Zorgkosten KT
Betere ontwikkelingskansen v. kinderen
Beter concentreren
• •
1e lijnskosten 2e lijnskosten
Productiviteit •
JOGG
Altijd en overal dezelfde boodschap
Meer gebruik 0e en 1e lijns voorzieningen
Gedragsverandering
• • •
Meer werkenden Minder ziekteverzuim Betere schoolprestaties
Overlast en onveiligheid Meer kennis bij partijen
Passender aanbod Effectiever aanbod en groter bereik Duurzaamheid aanpak
De mix van interventies is zodanig dat alle gezinsleden gestimuleerd worden de gezondheid te bevorderen en uiteindelijk overgewicht terug te dringen. 10
3.4. Gezond meedoen In het algemeen zijn de interventies binnen het spoor gezond meedoen gericht op het verbeteren van de voorwaarden om (gezond) te kunnen participeren. In Nieuw-West is onder deze noemer ‘Buurt in beweging’ gestart. Dit project legt de verbinding tussen bewegen en participatie. Jongens (tussen de twaalf en twintig jaar) volgen o.a. kickbokslessen, gekoppeld aan huiswerkbegeleiding en stageplekken. Ze werken daarmee actief aan hun toekomst. Vrouwen die hun huis niet vaak verlaten, gaan samen sporten. Het sportaanbod bestaat o.a. uit fitness, hardlopen, gymnastiek, bounzen, en fietsen. Deze bewegingsactiviteiten worden gecombineerd met voorlichtingsbijeenkomsten over voeding, taalcursussen en mogelijkheden voor vrijwilligerswerk. Figuur 3.4. De effecten van Gezond meedoen Sociaal isolement daalt
Meer bewegen
Toename (sociale) participatie
Inzicht in eigen leefstijl
Gezond meedoen •
Buurt in Beweging - Allochtone vrouwen - Jongeren
Kwaliteit van leven •
Langer en gezonder
Zorgkosten KT
Gezonder eten Betere gezondheid Betere schoolprestaties
• •
1e lijnskosten 2e lijnskosten
Productiviteit
Meer discipline en eigen waarde
Betere ontwikkelingskansen v. kinderen
Vergroten eigen verantwoordelijkheid
• • •
Meer werkenden Minder ziekteverzuim Meer startkwalificaties
Overlast en onveiligheid
Minder overlast in buurt
Voor allochtone vrouwen met een verhoogde kans op sociaal isolement gaat het om een mogelijk (eerste) stap op de participatieladder. Voor (risico)jongens tussen de 12 en 20 jaar kan het net het duwtje in de goede richting zijn - betere schoolprestaties en/of een zinvolle stageplek - waardoor ze bijvoorbeeld mét in plaats van zonder startkwalificatie de arbeidsmarkt betreden. Ook zal het een vermindering van overlast en onveiligheid betekenen, wanneer jongeren een actieve dagbesteding krijgen. Meer bewegen en gezonder eten hebben daarnaast natuurlijk effecten op de gezondheid van de deelnemers. Dit is echter niet de belangrijkste doelstelling.
11
4. Resultaten 4.1. Toelichting op de aanpak In dit hoofdstuk presenteren we de resultaten van de indicatieve MKBA. We vergelijken de (extra) kosten voor de Gezonde wijkaanpak met de maatschappelijke effecten (bedoeld en onbedoeld). Deze worden net als de kosten uitgedrukt in euro’s. Dit geldt ook voor zaken die niet direct een prijskaartje hebben, zoals kwaliteit van leven of je veilig voelen. Om te komen tot een totaaloverzicht van kosten en baten moeten steeds twee stappen worden doorlopen (zie ook de figuur 3.1.): - inschatten van het effect van interventies op de gezondheid van de inwoners; -
inschatten van de maatschappelijke effecten van gezondere inwoners (zorgkosten, productiviteit, kwaliteit van leven etc.).
Voor het kwantificeren van het eerste deel van het schema is gedegen effectonderzoek nodig. Dat is er (nog) niet. Momenteel wordt gewerkt aan een grootschalig effectonderzoek in de aandachtswijken (URBAN40), maar daar zijn nog geen resultaten van beschikbaar. Wel is bruikbaar evaluatieonderzoek beschikbaar van een aantal specifieke aanpakken, zoals bijvoorbeeld het bewegingsoffensief in Overvecht, het programma Hartslag Limburg en het project Lekker Fit op Scholen. Voor de relatie tussen de interventies en de gezondheidssituatie hebben we daarom inschattingen gemaakt gebaseerd op deze ervaringen. Dit betekent dat we de Gezonde wijkaanpak indicatief hebben doorgerekend op zijn (elders bewezen) potenties. 5
Het tweede deel van het schema - de maatschappelijke effecten van gezondere inwoners - is beter te kwantificeren. Hiervoor zijn onder meer regressiemodellen beschikbaar over de relatie tussen gezonde inwoners en arbeidsparticipatie of de relatie tussen gezonde inwoners en overlast en onveiligheid. Er zijn ook veel gegevens voorhanden over de relatie tussen de gezondheid van mensen en de zorgkosten op korte en lange termijn. En over de relatie tussen gezondheid en kwaliteit van leven. Recent wordt voor de kwaliteit van leven steeds vaker gewerkt en gerekend met Quality Adjusted Life Years (QALY’s): een begrip dat afkomstig is uit de gezondheidseconomie en een maat vormt voor de kwaliteit van leven (zie box 4.1). Box 4.1. QALY’s QALY’s (Quality Adjusted Life Years) zijn gewonnen gezonde levensjaren, waarbij de kwaliteit van leven wordt uitgedrukt in een getal tussen 0 en 1. Eén staat daarbij voor de waarde van één volledig gezond levensjaar. Een lagere waarde geeft de waarde van leven met een ziekte. Een levensjaar met een waarde van bijvoorbeeld 0,5 QALY betekent dat iemand evenveel waarde hecht aan een jaar met een bepaalde ziekte als aan een half jaar in volledige gezondheid. In de QALY indicator zitten ook zaken als levensgeluk of zelfstandigheid. Hoewel QALY’s vaak discussie oproepen – zowel over de waarde van een QALY als over het principe – is het gebruik ervan wetenschappelijk gangbaar en goed gefundeerd. Het bepalen van de ziektelast is gebaseerd op enquêtes.
5
Bij het operationaliseren van ‘gezondheid’ hebben we de aspecten aangehouden waar de interventies op gericht zijn. Daaruit
volgen drie primaire indicatoren: overgewicht, beweging en psychische gezondheid. Indirect pakken we hiermee de ziekten die hiermee samenhangen zoals bijvoorbeeld hart- en vaatziekten en diabetes.
12
In MKBA’s worden QALY’s vaak in euro’s gewaardeerd. De bedragen die hiervoor gebruikt worden variëren van € 20.000 tot € 100.000 euro. In Nederland worden nieuwe geneesmiddelen toegelaten tot het verstrekkingenpakket wanneer de kosten per gewonnen QALY onder een drempelwaarde van € 20.000 blijven. De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg hanteert voor de waarde van een gezond levensjaar een waarde van € 80.000 en onderbouwt deze waarde met een aantal internationale studies. Het CPB kiest in de MKBA van het rookverbod voor een waarde van € 100.000. Er worden dus heel veel verschillende bedragen gebruikt, die in het geval van de gezonde wijk vrijwel altijd het verschil maken tussen een positieve en een negatieve case. In dit rapport kiezen wij voor twee verschillende benaderingen: 1. Een waardering van een QALY op het minimum van € 20.000. Indien het programma hiermee positief scoort, is het zeker kosteneffectief te noemen. 2. In de eigen waarde laten van de QALY’s en laten zien wat in de verschillende wijken per saldo de kosten zijn die worden gemaakt per gewonnen levensjaar. Hoe lager dit bedrag is, hoe kosteneffectiever de aanpak. Een voorbeeld:
Kosten o Kosten gezondheidsaanpak o Lange termijn hogere ziektekosten en kosten AOW
€ 3.000.000 € 580.000
Baten o Besparing zorgkosten o Productiviteitswinst o Reductie overlast en onveiligheid
€ € €
Netto-kosten
€ 2.520.000
Gewonnen levensjaren (QALY’s)
400.000 300.000 360.000
600 Kosteneffectiviteit
€
4.200 per QALY
4.1. Buurt in Beweging Buurt in Beweging is een van de projecten onder de paraplu van de gezonde wijk en door het programma geïnitieerd. Het is een publiek-private samenwerking tussen corporatie Ymere, Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling gemeente Amsterdam, stadsdeel Nieuw-West, GGD en Hogeschool van Amsterdam. Het programma is gestart in 2011 en wordt uitgevoerd door een ontwikkelingscentrum voor vrouwen en een Thaiboksvereniging. De kosten van het programma bedragen gemiddeld € 73.000 per jaar (totaal €146.000 in 2 jaar). Met het programma worden 60 jongeren en 120 allochtone vrouwen bereikt. De effecten zijn (voorzichtig) ingeschat o.b.v. de kwartaalrapportages en aangevuld met gesprekken met de uitvoerders van het project: - Bijna 40 procent van de jongeren is toegeleid naar (vrijwilligers) werk, stageplek, opleiding of reguliere sportvoorziening. De inschatting is dat het project voor 20 à 30 procent van deze succesvol toegeleide jongeren het verschil maakt. Dat wil zeggen zij zonder dit project met grote waar-
schijnlijkheid buiten het (school)systeem zouden zijn gevallen. Voor de allochtone vrouwen gaat het met name om een verbetering van de mentale gezondheid en voor een deel een toename van de (norm)beweging. Aangezien specifieke cijfers hierover ontbreken (0-situatie) hanteren we de gemiddelden van wijk: 13 procent heeft ernstige depressieve of 13
angstklachten en 50 procent voldoet niet aan de beweegnorm. De inschatting is dat de mentale klachten bij een kwart van deze vrouwen afneemt en dat 10 procent als gevolg van BiB wel aan de beweegnorm gaat voldoen. -
Over het terugvalpercentage na afloop van BiB is nog niets bekend (lange termijn effecten). We rekenen met 50 procent, conform resultaten uit andere beweegprogramma’s
Figuur 4.1. Resultaat Buurt in Beweging (2 jaar) (bij ondergrens van € 20.000 per QALY) Hoeveelheid
Kosten en Baten
Totaal NCW
Buurt 5 Aantal inwoners
7.061
Minder inwoners met psychische klachten
2
Aantal extra jongeren met startkwalificatie Toename inwoners met beweegnorm kinderen/jongeren volwassenen/ouderen
3
Toename inwoners met normaalgewicht kinderen/jongeren volwassenen/ouderen
0 6
127.474
€ €
127.474
Totale baten €
249.954
€
238.116
€ € € korte termijn baten € lange termijn baten €
21.953 8.650 207.512 26.169 181.343
€
11.838
1 Programmakosten 2 Kosten (directe) interventies
Directe effecten Gezondheidswinst (QALY's) 1 Besparing zorgkosten 2 Productiviteitswinst
0 0
Externe effecten 5 6 7 8
Duizenden
Totale kosten €
Reductie overlast en onveiligheid € Hogere ziektekosten a.g.v. gewonnen levensjaren € Hogere kosten pensioen/AOW a.g.v. gewonnen levensjaren € Overige externe effecten €
€ 300
MKBA saldo €
16.392 2.3662.187-
122.480
€ 250
Maatschappelijk K-B verhouding Financieel K-B verhouding
96% 66%
Aantal gewonnen levensjaren (Qaly's) Kosteneffectiviteit (omslagpunt) €
2
€ 200 € 150
€ 100 € 50
-
€Bron: MKBA model gezonde wijk Nieuw West
In de figuur zijn de baten in blauw en de kosten in rood weergegeven. Zowel de kosten als de baten zijn uitgedrukt in netto contante waarden (NCW). Dat wil zeggen dat alle bedragen in de tijd zijn gezet 6 en teruggerekend naar één bedrag . Donkerblauw zijn de directe baten op korte termijn (reductie zorgkosten en productiviteitswinst en kwaliteit van leven). Midden-blauw zijn de directe baten op de lange termijn (na 5 jaar). Dat zijn de baten van het behalen van een startkwalificatie van de jongeren met diploma. Lichtblauw zijn de positieve externe effecten, in dit geval de verminderde overlast en onveiligheid. Donkerrood zijn de directe kosten. Lichtrood zijn de externe kosten, zoals de lange termijn hogere ziekte, pensioen- en AOW-kosten a.g.v. een langere levensduur.
6
Dit gebeurt tegen een discontovoet van 5,5%, zoals voorgeschreven in de MKBA-richtlijnen 14
Box.4.2. Baten van verbeterde schoolprestaties Een kind, dat een startkwalificatie haalt, levert in euro’s een baat van ± € 70.000 NCW. Het grootste deel (circa € 60.000) zijn baten op lange termijn wanneer dit kind de arbeidsmarkt betreedt. De baten zijn opgebouwd uit een hoger loon, minder kans op uitkeringen en minder kosten voor alternatieve scholing. Daarnaast leidt minder schooluitval tot minder overlast en onveiligheid in de buurt.
Conclusie kan zijn dat Buurt in Beweging een zeer positieve kostenbaten verhouding heeft. Wel is het een kwestie van investeren in de toekomst: de baten vallen met name op de lange termijn.
4.2. JOGG JOGG staat voor Jongeren Op Gezond Gewicht. Amsterdam was een van de eerste gemeenten die zich bij dit landelijke initiatief hebben aangesloten. Als gevolg van het programma gezonde wijk is het JOGG-project naar Nieuw-West gekomen. Hoewel het niet in buurt 5 is uitgevoerd waar de rest van de projecten is ingezet, is wel gebruik gemaakt van hetzelfde netwerk en kon het project daarom snel uit de startblokken komen. 23 partijen hebben hun handtekening gezet onder een intentieverklaring waarin zij aangeven samen te werken voor een gezonde jeugd in de Staalmanplein/ Delflandpleinbuurt. De kosten van de JOGG-aanpak zijn (naar analogie van een andere wijk) ingeschat op €150.000 euro per jaar, waarvan €140.000 voor activiteiten op scholen. Het directe bereik zijn de leerlingen van de 2 scholen: ongeveer 800 kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar in 3 jaar tijd. Van deze kinderen heeft gemiddeld bijna 40 procent overgewicht. Indirect wordt met het programma naar schatting nog eens 50 procent van alle kinderen van de buurt (op een of andere wijze) bereikt. De effecten zijn ingeschat op basis van reeds opgedane ervaringen met de brede massieve aanpak7
ken elders (GO Overvecht, Epode in Frankrijk en Hartslag Limburg) : - het directe effect op de jongeren van de basisscholen is een afname van het overgewicht van 10 -
procent (van 40 naar 30%); het indirect effect op de overige bereikte jongeren is een afname van 1 procent.
-
als terugvalpercentage is 30 procent aangenomen. Omdat met JOGG wordt ingezet op een duurzame, massieve aanpak is dit beter dan wat gemiddeld wordt aangenomen (50 procent).
Het duurzame karakter en de lange adem zijn randvoorwaardelijk voor de genoemde effecten. Uit onderzoek naar het Franse Epode project dat vergelijkbaar is met JOGG, blijkt een trendbreuk in de effectiviteit na 8 jaar. Tot die tijd was de ontwikkeling licht beter dan in de controlewijk (blauwe lijn), maar daarna volgde een zeer sterke vermindering van het overgewicht.
7
Zie ook proefschrift S. de Gouw, de effectiviteit van het overheidsbeleid op het gebied van publieke gezondheid, met name op het gebied van overgewicht, voeding en beweging, 2012 15
Figuur 4.3. Effectiviteit Epode project, het ‘Franse JOGG’ Ontwikkeling in project en controlewijken.
Bron: proefschift S. de Gouw, zie voetnoot 4 en 7
Figuur 4.4. Resultaten JOGG (3 jaar) (bij ondergrens van € 20.000 per QALY) Hoeveelheid
Kosten en Baten
Totaal NCW
JOGG-buurt Aantal inwoners
6.752
Minder inwoners met psychische klachten
0
Aantal extra jongeren met startkwalificatie Toename inwoners met beweegnorm kinderen/jongeren volwassenen/ouderen
0
Toename inwoners met normaalgewicht kinderen/jongeren volwassenen/ouderen
0 0
404.690
€ €
404.690
Totale baten €
448.771
€
500.516
€ € € korte termijn baten € lange termijn baten €
414.657 69.263 16.597 16.597 -
1 Programmakosten 2 Kosten (directe) interventies
Directe effecten Gezondheidswinst (QALY's) 1 Besparing zorgkosten 2 Productiviteitswinst
60 0
€
Externe effecten 5 6 7 8
Duizenden
Totale kosten €
51.745-
Reductie overlast en onveiligheid € Hogere ziektekosten a.g.v. gewonnen levensjaren € Hogere kosten pensioen/AOW a.g.v. gewonnen levensjaren € Overige externe effecten €
€ 600
MKBA saldo €
50.338 43.37858.705-
44.081
€ 500
Maatschappelijk K-B verhouding Financieel K-B verhouding
11% -104%
Aantal gewonnen levensjaren (Qaly's) Kosteneffectiviteit (omslagpunt) €
136
€ 400 € 300
€ 200 € 100
-
€-
Conclusie kan zijn dat JOGG een positieve kostenbaten verhouding kent, wanneer we rekenen met een (lage) QALY-waarde van € 20.000. De grootste baten zijn de toename van de kwaliteit van leven. De kosteneffectiviteit bedraagt ongeveer € 19.500 per QALY. (Bij dit bedrag per QALY komt het MKBA-saldo op 0). Wanneer alleen de directe effecten worden gerekend, is de kosteneffectiviteit € 22.000 per QALY (zonder het indirecte bereik). 16
4.3. MKBA Gezonde Wijk met gezonde leefomgeving en spin-off In de bovenstaande paragrafen zijn de effecten van twee (grote) voorbeeldprojecten uit de aanpak van Nieuw-West doorgerekend. Het hart van de aanpak zit echter in de netwerkbenadering, het agenderen van gezondheid, het stimuleren van de samenwerking en het ondersteunen van bestaande initiatieven. Met name de relatie met de gezonde leefomgeving (ruimtelijke ordening) heeft veel aandacht gekregen. Voorbeelden van projecten die hierdoor naar Nieuw-West zijn gekomen of op andere wijze zijn uitgevoerd zijn: de Natuurspeeltuin, Moes- en beweegtuinen, het NISB pilot gebied in N-W en het Lijnenprojecten op basisscholen. Daarnaast is sprake van activiteiten die bijdragen aan bewustwording en agendering: Creative Urbans, Buurtschouwen menging sociaal en fysiek, Inspiratiemiddagen (rollenspel als product), Gezondheid als thema in RO. De pilots & interventies op gezondheidsgebied zijn gebundeld waardoor meer spin-off en effectiviteit te behalen is dan wanneer de uitvoering versnipperd over de stad plaatsvindt. De kosten van deze aanpak zijn beperkt. De programmakosten bedroegen ruim € 50.000 (donkerrood in plaatje) in vier jaar. Dit zijn de kosten van de programmamanagers die hier een dag per week aan hebben besteed. Helaas is er echter geen effectinformatie om de ruimtelijke projecten en de rol van het programma gezonde wijk hierin goed in beeld te brengen. Om die reden kunnen we hier alleen een ‘wat als…’ analyse van maken. In het onderstaande hebben we dat als volgt gedaan. We hebben doorgerekend wat het resultaat is van het totale programma als - bovenop de resultaten uit de vorige paragrafen -: - met de bovenstaande interventies 50 procent van de inwoners bereikt wordt; -
de normactiviteit met 1 procent toeneemt bij zowel volwassenen als kinderen; het overgewicht met 1 procent afneemt bij zowel volwassenen als kinderen.
Dit betekent dat ten opzichte van de bovenstaande interventies: 30 volwassenen meer of extra voldoen aan de beweegnorm en 7 extra kinderen met overgewicht naar een normaalgewicht gaan. Deze baten wegen ruimschoots op tegen de gemaakte kosten. De kracht van dit programma zit in het feit dat de meerkosten zo beperkt zijn, dat al met beperkte baten een positieve case is te maken. De kosteneffectiviteit komt - met bovenstaande aannames - neer op ongeveer € 10.000 per QALY. Figuur 4.5 laat het totale beeld zien van de Gezonde wijk. Dit is een optelsom van de vorige resultaten inclusief 8 de inschatting van de spin-off .
8
In de bijlage is een overzicht opgenomen zonder de directe interventies BIB en JOGG. Het kosten-baten plaatje is hier een uitsnede van. 17
Figuur 4.5. Totale programma Gezonde Wijk Nieuw West (incl wat als…)(bij €20.000 per QALY) Hoeveelheid
Kosten en Baten
Totaal NCW
Buurt 5 en JOGG-buurt Aantal inwoners
13.813
Minder inwoners met psychische klachten
2
Aantal extra jongeren met startkwalificatie Toename inwoners met beweegnorm kinderen/jongeren volwassenen/ouderen
3 0 36
Toename inwoners met normaalgewicht kinderen/jongeren volwassenen/ouderen
67 0
582.554
€ €
50.391 532.164
Totale baten €
810.929
€
890.322
€ € € korte termijn baten € lange termijn baten €
541.230 122.930 226.162 44.819 181.343
1 Programmakosten 2 Kosten (directe) interventies
Directe effecten Gezondheidswinst (QALY's) 1 Besparing zorgkosten 2 Productiviteitswinst
€
Externe effecten 5 6 7 8
Duizenden
Totale kosten €
79.393-
Reductie overlast en onveiligheid € Hogere ziektekosten a.g.v. gewonnen levensjaren € Hogere kosten pensioen/AOW a.g.v. gewonnen levensjaren € Overige externe effecten €
€ 1.000
MKBA saldo €
€ 800
72.957 68.20984.140-
228.375
Maatschappelijk K-B verhouding Financieel K-B verhouding
39% -66%
Aantal gewonnen levensjaren (Qaly's) Kosteneffectiviteit (omslagpunt) €
160
€ 600 € 400 € 200
-
€-
De bovenstaande opstelling komt overeen met een kosteneffectiviteit van € 13.500 per gewonnen gezond levensjaar (QALY). Een vergelijking met de andere gezonde wijkaanpakken levert het volgende resultaat op: -
Gezonde wijk 1 Gezonde wijk N-W
€ €
4.000 per QALY 13.500 per QALY
-
Gezonde wijk 2
€
40.000 per QALY
-
Gezonde wijk 3
€ 100.000 per QALY
De wijk met de meest kosteneffectieve aanpak is een wijk waarin, naast een massieve aanpak in het spoor gezonde leefomgeving, geïnvesteerd wordt in het spoor preventieve en toegankelijke zorg. Dit spoor heeft namelijk in tegenstelling tot de andere sporen in potentie ook een positief financieel saldo. Om meer gevoel te krijgen bij de mate van kosteneffectiviteit, volgt hieronder ook een vergelijking met andere interventies. Hieruit blijkt dat de gezonde wijkaanpak in Nieuw-west goed scoort: - Borstkankerscreening ca. € 4.000 per QALY -
Rookverbod in horeca APK-keuring van personenwagens
€ €
-
Bodemsanering (spoedlocaties)
€ 100.000 per QALY
-
Deltawerken
€ 300.000 per QALY
40.000 per QALY 80.000 per QALY
18
4.4. Verdelingseffecten Niet alleen het totale saldo is belangrijk, maar ook de verdeling van de kosten en baten over de verschillende betrokken partijen. Onderstaand figuur geeft deze verdeling (in rood de kosten en in blauw de baten).
Duizenden
Figuur 4.6. Verdelingseffecten Gezondheid in de wijk Nieuw West € 1.000 € 800 € 600 € 400
€ 200 €€ 200€ 400€ 600-
€ 800-
Conclusie is dat met name de gemeente en corporatie investeren en dat de bewoners en (in mindere mate) de verzekeraars profiteren. De pensioenfondsen krijgen hogere kosten, maar zullen dit, middels hogere premies, weer verhalen op alle werkenden. Werkgevers hebben vrijwel geen baten, omdat het programma weinig effect heeft op (werkende) volwassenen.
19
5. Conclusie De aanpak gezonde wijk in Nieuw-West is op basis van voorzichtige inschattingen een kosteneffectieve aanpak. Gezondheid is tegen beperkte meerkosten op de agenda gezet van andere beleidsdomeinen, met name de ruimtelijke ordening. Pilots & interventies zijn gebundeld waardoor waarschijnlijk meer spin-off en effectiviteit is behaald dan wanneer de uitvoering versnipperd over de stad zou hebben plaatsgevonden. Als met deze aanpak een (indirect) bereik van 50 procent - in buurt 5 en de JOGG-buurt - wordt gehaald, met een effectiviteit van gemiddeld 1 procent, dan komen de kosten voor elk gewonnen gezond levensjaar op € 13.500. Dit is een goede score vergeleken met andere gezonde wijkaanpakken en andere preventieve instrumenten (zoals b.v. de APK-keuring of het rookverbod). Ook zonder het spin-off effect in de wijk is de aanpak kosteneffectief. Dit heeft te maken met de twee belangrijke onderdelen van het programma: Buurt in Beweging en JOGG. Buurt in Beweging heeft in potentie een positief maatschappelijk rendement en is ook rendabel wanneer de kwaliteit van leven niet wordt gewaardeerd. De belangrijkste baat zit in de betere ontwikkelingskansen van de jongeren. Het gaat om drie jongeren die (op termijn) de arbeidsmarkt betreden mét in plaats van zonder startkwalificatie. Het omslagpunt ligt bij 2 jongeren. Wanneer de Buurt in Beweging voor 1 jongere per jaar het verschil kan maken tussen uitval of het behalen van een diploma, dan is het programma maatschappelijk rendabel. Met JOGG wordt met een massieve aanpak en via de scholen ingezet op het bereiken van een gezond gewicht bij jongeren in de Staalmanplein/Delflandpleinbuurt. Ook dit deel van het programma komt als kosteneffectief uit de analyse. Wel moet hierbij worden aangetekend dat een lange adem heel belangrijk is om daadwerkelijk tot duurzaam effect te komen.
-0-0-0-
20
Bijlage 1: Cockpit model Resultaat Totale programma Gezonde wijk (BIB + JOGG + spin-off) (bij een ondergrens van €20.000 per QALY) Aannames op gezondheid
Hoeveelheid
Kosten en Baten
Totaal
Invoer
NCW
Buurt 5 en JOGG-buurt
1 Indirect bereik Spin-off agendering, bewustwording
50%
2 Effect BIB Allochtone vrouwen: Afname psychische klachten Toename normactieven Jongeren Bijdrage aan betere startpositie jongeren Toename normactieven
25% 1% 25% 0%
3 Effect JOGG Afname overgewicht
13.813
Minder inwoners met psychische klachten
2
Aantal extra jongeren met startkwalificatie Toename inwoners met beweegnorm kinderen/jongeren volwassenen/ouderen
3 0 36
Toename inwoners met normaalgewicht kinderen/jongeren volwassenen/ouderen
67 0
-4% 0%
4 Effect op zorggebruik Afname consulten eerste lijn Afname voorschriften medicatie Afname doorverwijzing tweede lijn 5 Effect op duurzaamheid
0% 0% 0%
% terugval % terguval BIB
30% 50%
€ 1.000
582.554
€ €
50.391 532.164
Totale baten €
810.929
€
890.322
€ € € korte termijn baten € lange termijn baten €
541.230 122.930 226.162 44.819 181.343
1 Programmakosten 2 Kosten (directe) interventies
Directe effecten Gezondheidswinst (QALY's) 1 Besparing zorgkosten 2 Productiviteitswinst
€
Externe effecten 5 6 7 8
Duizenden
kinderen volwassenen/ouderen
Aantal inwoners
Totale kosten €
MKBA saldo €
€ 800 € 600
79.393-
Reductie overlast en onveiligheid € Hogere ziektekosten a.g.v. gewonnen levensjaren € Hogere kosten pensioen/AOW a.g.v. gewonnen levensjaren € Overige externe effecten €
72.957 68.20984.140-
228.375
Maatschappelijk K-B verhouding Financieel K-B verhouding
39% -66%
Aantal gewonnen levensjaren (Qaly's) Kosteneffectiviteit (omslagpunt) €
160
€ 400 Overig Gezondheidswinst in euro's Waardering gewonnen levensjaar
BIB JOGG programmakosten
€
1 20.000
€ 200
-
€-
1 1 1
Qaly's verdisconteerd
21
23
Resultaat programma Gezonde wijk alleen spin-off (4 jaar) (bij een ondergrens van €20.000 per QALY) Aannames op gezondheid
Hoeveelheid
Kosten en Baten
Totaal
Invoer
NCW
Buurt 5 en JOGG-buurt
1 Indirect bereik Spin-off agendering, bewustwording
50%
2 Effect BIB Allochtone vrouwen: Afname psychische klachten Toename normactieven Jongeren Bijdrage aan betere startpositie jongeren Toename normactieven
25% 1% 25% 0%
3 Effect JOGG Afname overgewicht
13.813
Minder inwoners met psychische klachten
0
Aantal extra jongeren met startkwalificatie Toename inwoners met beweegnorm kinderen/jongeren volwassenen/ouderen
0 0 30
Toename inwoners met normaalgewicht kinderen/jongeren volwassenen/ouderen
7 0
-1% 0%
4 Effect op zorggebruik Afname consulten eerste lijn Afname voorschriften medicatie Afname doorverwijzing tweede lijn 5 Effect op duurzaamheid
0% 0% 0%
% terugval % terguval BIB
30% 50%
€ 160
50.391
€ €
50.391 -
Totale baten €
111.131
€
149.143
€ € € korte termijn baten € lange termijn baten €
102.872 44.218 2.053 2.053 -
1 Programmakosten 2 Kosten (directe) interventies
Directe effecten Gezondheidswinst (QALY's) 1 Besparing zorgkosten 2 Productiviteitswinst
€
Externe effecten 5 6 7 8
Duizenden
kinderen volwassenen/ouderen
Aantal inwoners
Totale kosten €
38.012-
Reductie overlast en onveiligheid € Hogere ziektekosten a.g.v. gewonnen levensjaren € Hogere kosten pensioen/AOW a.g.v. gewonnen levensjaren € Overige externe effecten €
6.227 21.71322.526-
MKBA saldo €
€ 140 € 120
€ 100
60.740
Maatschappelijk K-B verhouding Financieel K-B verhouding
121% -96%
Aantal gewonnen levensjaren (Qaly's) Kosteneffectiviteit (omslagpunt) €
22
€ 80 € 60
Overig Gezondheidswinst in euro's Waardering gewonnen levensjaar
BIB JOGG programmakosten
€ 40 €
1 20.000
€ 20
-
€-
0 0 1
Qaly's verdisconteerd
22
4