adres: postcode/plaats: telefoonnummer: contactpersonen: bestuursnummer: brincode: directeur: zorgcoördinator: Intern begeleiders:
Postbus 104 4400 AC Yerseke 0113-571678 E.J. de Korte / M.J. van der Werf 42836 15 BW E.J. de Korte M.J. van der Werf B.K. Aarnoudse / M.J. van der Werf
1.
Inhoudsopgave
1. Inhoudsopgave 2. Inleiding
2 4
2.1. Opbouw ..................................................................................................... 4 2.2. Proces ....................................................................................................... 4 2.2.1. Vaststellingsproces 4 2.2.2. Vervolgproces 6 2.2.2.1. Schoolniveau 6 2.2.2.2. Samenwerkingsverbandniveau 6
3. Onderwijsconcept
7
3.1. Inleiding .................................................................................................... 7 3.2. Visie op zorg: ............................................................................................. 7 3.3. De missie ................................................................................................... 7 3.4. Richtinggevende uitspraken inzake de zorg op basis van deze visie en missie: .... 7 3.5. Afspraken in het kader van zorg; .................................................................. 8 3.6 Onderwijsconcept ......................................................................................... 8 3.6.1 In hoeverre heeft de school te maken met verschillen tussen leerlingen en hoe reageert de school hierop? 8 3.6.2 Hoe wordt de continuïteit van de onderwijszorg voor elke leerling verzekerd? 9 3.6.3 De kracht van de school 10 3.6.3.1 Extra aandacht en handen 10 3.6.3.2 Onderwijsmaterialen 11 3.6.3.3 Ruimtelijke omgeving/inrichting: 12 3.6.3.4 Expertise in de school 12 3.6.3.5 Samenwerking met externe experts 15 3.6.4 Verdere karakterisering van het schoolconcept wat betreft de attitude van het team (het willen) 17 3.6.5 Verdere karakterisering van het schoolconcept wat betreft de attitude van het team (het kunnen) 18
4. Kengetallen
20
4.1. Leerlingpopulatie: ......................................................................................20 4.1.1. Algemeen 20 4.1.2. Leerlingstromen 20 4.1.3. Ondersteuningszwaarte 21 4.1.4 Deskundigheid 22 4.1.5 Fysieke voorzieningen 22 4.1.6 Organisatorische voorzieningen 22 4.2. Personeel ..................................................................................................23 4.2.1 inzet personeel 23 4.3. Opbrengsten .............................................................................................23 4.3.1 toetsresultaten (als bijlagen toegevoegd) 23 4.3.2 toezichtsarrangement 23 4.4 Financiën ...................................................................................................23 4.4.1 financiële verantwoording 23
5. Basisondersteuning
24
5.1. Basiskwaliteit ............................................................................................24 5.1.1. opbrengsten 24 5.1.2. onderwijsleerproces 24 5.1.3. ondersteuning en begeleiding 26 5.1.4. kwaliteitszorg ondersteuning en begeleiding 27 5.2. Preventieve en licht-curatieve ondersteuning ...............................................28 5.3. Ondersteuningsstructuur ............................................................................29 5.3.1. ondersteuningsstructuur schematisch 29 5.3.2. ondersteuningsstructuur visueel 29 5.3.3. Beschrijving van functies en taakprofielen binnen ondersteuningsstructuur 30
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 2
6. Extra ondersteuning
31
6.1. Leerlingen met epilepsie ............................................................................31 6.2. Leerlingen met dyslexie ............................................................................31 6.3. Leerlingen met doofheid of slechthorendheid ...............................................32 6.4. Leerlingen met lichamelijke handicap.........................................................32
7. Conclusie en ambities.
33
7.1. Conclusies ................................................................................................33 7.1.1. basisondersteuning-basiskwaliteit 33 7.1.2. basisondersteuning-preventieve en licht-curatieve ondersteuning 33 7.1.3. extra ondersteuning 34 7.2. Ambities ..................................................................................................34 7.2.1. basisondersteuning-basiskwaliteit 34 7.2.2. basisondersteuning-preventieve en licht-curatieve ondersteuning 35 7.2.3. extra ondersteuning 35 7.3. Randvoorwaarden .....................................................................................36 7.3.1. basisondersteuning-basiskwaliteit 36 7.3.2. basisondersteuning-preventieve en licht-curatieve ondersteuning 36 7.3.3. extra ondersteuning 36
8. Bijlagen
37
8.1. Bijlage 1: SOP in Schema ............................................................................37 8.2. Bijlage 2: Toetsresultaten. ..........................................................................39 8.2.1. LVS-resultaten 39 8.2.2. CITO-resultaten 41
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 3
2.
Inleiding
Dit document betreft het ondersteuningsprofiel van onze school. In deze inleiding wordt een toelichting gegeven op de opbouw en het proces dat gehanteerd is om dit document vast te stellen. 2.1. Opbouw In de opbouw van het ondersteuningsprofiel beschrijft hoofdstuk 3 het onderwijsconcept van de school in relatie tot de ondersteuning voor leerlingen. Vervolgens worden in hoofdstuk 4 de kengetallen van onze school genoemd. Deze kengetallen zijn belangrijke input voor de beleidsvoering van de school. Inzicht in de kwaliteit van de basisondersteuning die de school biedt, helpt om deze kengetallen te interpreteren en beslissingen te nemen over de beleidsontwikkeling van de school. Deze basisondersteuning wordt beschreven in hoofdstuk 5. Hier wordt allereerst beschreven op welke manier de school planmatig werkt. Dit gebeurt aan de hand van de kwaliteitsaspecten van het toezichtkader. Dit noemen we de basiskwaliteit. Het tweede deel van dit hoofdstuk geeft aan op welke manier de school deze verdiept naar preventieve en licht-curatieve ondersteuning. Het hoofdstuk sluit af met de weergave van de zorgstructuur van de school. Hoofdstuk 6 geeft aan welke structurele mogelijkheden de school heeft om extra ondersteuning te bieden aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Het gaat daarbij om de aspecten expertise, fysieke voorzieningen en arrangementen om extra ondersteuning te bieden. Op basis van de inhoud van de gegevens uit de hoofdstukken 3 t/m 6 heeft de school deze gegevens doorgrond en gerelateerd aan andere beleidsdocumenten binnen de school. Dit resulteert in het trekken van conclusies, het formuleren van ambities en het aangeven van randvoorwaarden om die ambities te realiseren. Dit laatste heeft zijn weerslag gekregen in hoofdstuk 7. Deze ambities krijgen een plaats in het beleid van de school, zowel in het schoolplan als in het jaarplan. 2.2. Proces 2.2.1. Vaststellingsproces De vaststelling van het schoolondersteuningsprofiel (SOP) is volgens onderstaand proces tot stand gekomen.
1.
2. 3.
4.
Soort activiteit Directie- en IB-netwerk swv Oktober 2012
Beschrijving activiteit Tijdens een bijeenkomst van directeuren en zorgcoördinators wordt dit document besproken, zodat directies en zorgcoördinators hiermee op hun school aan de slag kunnen.
Teamvergadering Oktober 2012 Inventarisatie directie/IB November 2012
In een teamvergadering wordt de eerste informatie uitgewisseld.
Teamvergadering December 2012
door
Kengetallen: Er worden verschillende kengetallen verzameld. Vooralsnog zal dat nog gedeeltelijk handwerk zijn door aan de hand van dit format. Basisondersteuning: De basiskwaliteit en de preventieve + lichte ondersteuning worden in kaart gebracht. Extra ondersteuning: De extra ondersteuning wordt in kaart gebracht aan de hand van dit format. Bespreken van de inventarisatie met team en komen tot een gedragen inventarisatie.
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 4
5.
6. 7. 8.
Directie- en IB-netwerk van Colon December 2012 – Februari 2013 MR-vergadering Januari 2013 Vergadering kwaliteitscie. Januari 2013 Teamvergadering Maart 2013
Tijdens een bijeenkomst van directies en zorgcoördinators worden de inventarisaties besproken.
De uitwerking tot nu toe wordt besproken in de MR-vergadering. De uitwerking tot nu toe wordt besproken in de vergadering van de kwaliteitscommissie van het bestuur. Met het team wordt nagedacht over de toekomst. Deze activiteit is concreet als volgt vormgegeven: a. In een voorgesprek van maximaal drie uur met een extern adviseur is de inventarisatie van de school besproken en waar nodig aangescherpt. Tevens wordt besproken op welke wijze tijdens een teambijeenkomst de ambities van de school verder kunnen worden verkend. b. In een teambijeenkomst zijn de ambities van de school en de daarvoor benodigde randvoorwaarden verder verkend. De huidige situatie is helder en het team gaat aan de hand van stellingen en/of casuïstiek/ orthobeelden zijn ambitie ten aanzien van basisondersteuning en extra ondersteuning formuleren. Tevens wordt er nagedacht welke randvoorwaarden relevant zijn ten opzichte van de ambities. De uitwerking tot nu toe wordt besproken in de vergadering van de kwaliteitscommissie
9.
Vergadering kwaliteitscie. Maart 2013
10.
MR-vergadering Maart 2013
De MR wordt geïnformeerd over de opbrengsten tot nu toe w.b. het ondersteunings-profiel. Vraag: kan de MR zich vinden in de voorlopige inhoud van het profiel?
11.
Teamvergadering April 2013
Het concept ondersteunings-profiel wordt voorgelegd aan het team met daarin de inventarisatie (hoofdstuk 4,5 en 6) en de ambities (hoofdstuk 7).
12.
Vergadering kwaliteitscie. April 2013
De uitwerking tot nu toe wordt besproken in de vergadering van de kwaliteitscommissie
13.
Directie- en IB-netwerk van Colon Mei 2013 Vergadering kwaliteitscie. Juni 2013
Tijdens een bijeenkomst van directies en zorgcoördinators wordt de voortgang van de ontwikkelingen besproken.
14.
15.
MR vergadering Juni 2013
16.
Bestuursvergadering en toezichthouders Juni 2013
De uitwerking tot nu toe wordt besproken in de vergadering van de kwaliteitscommissie met de vragen: Kan het OSP voor advies naar de MR? Kan het OSP voor besluitvorming naar het bestuur? Het concept ondersteuningsprofiel, wat door het team is vastgesteld, wordt ter advisering aan de MR voorgelegd. Nadat de adviezen van de ouders wel/niet zijn verwerkt biedt de directie het concept als voorstel aan het bestuur aan. Het bestuur legt het voorstel voor aan de toezichthouders en na akkoord van de toezichthouders stelt het bestuur het ondersteuningsprofiel vast en biedt het aan het samenwerkingsverband aan.
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 5
2.2.2. Vervolgproces 2.2.2.1. Schoolniveau De ambities vanuit het ondersteuningsprofiel krijgen een plaats in de beleidsontwikkeling van de school. Het Schoolplan en met name de Jaarplannen maken duidelijk op welke wijze aan deze ambities gewerkt wordt en welke resultaten de school bereikt. De directie rapporteert zowel naar interne als externe belanghebbenden. Het samenwerkingsverband is in het kader van het ondersteuningsprofiel een prominente belanghebbende. Jaarlijks worden de kengetallen geactualiseerd en in- en extern gerapporteerd. Dit geldt ook voor substantiële wijzigingen in beschikbare expertise. 2.2.2.2. Samenwerkingsverbandniveau In het kwaliteitsbeleid van het samenwerkingsverband speelt het ondersteuningsprofiel ook een rol. Conform afspraken in het kwaliteitsbeleid wordt op iedere school een audit uitgevoerd. De wijze waarop dit inhoudelijk en procesmatig wordt uitgezet, zal uitgewerkt worden in het kwaliteitsbeleid van het samenwerkingsverband. De resultaten van de audit worden verwerkt in de beleidsontwikkeling van de school; de resultaten van de gezamenlijke audits van alle scholen wordt gebruikt voor de beleidsontwikkeling van het samenwerkingsverband.
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 6
3.
Onderwijsconcept
3.1. Inleiding - Onderstaande is vastgesteld op basis van hetgeen beschreven is in het Strategisch Beleidskader (2011), het Schoolplan (2011-2015) en de Schoolgids (2012-2013) 3.2. Visie op zorg: - De school wil zorg op maat bieden aan alle kinderen die op de school worden aangemeld met inachtneming van de grenzen van de organisatie. 3.3. De missie De missie willen we als volgt verwoorden: - ‘Geen kind tussen wal en schip’. Het schoolteam wil ieder kind geven wat hij/zij nodig heeft, binnen de begrenzing van de mogelijkheden van de school enerzijds en het welbevinden van de leerling anderzijds. Uitgaande van de missie van de school, ‘Geen kind tussen wal en schip’ zijn er twee grenzen te benoemen. * De eerste grens is die van de schoolorganisatie: de school moet mogelijkheden hebben om kinderen extra hulp te bieden en deze mogelijkheden kunnen begrensd zijn. We kunnen niet alles wat we willen. * De tweede grens is die van het kind zelf. Ieder kind leert het beste als er voldoende motivatie en welbevinden aanwezig is. Als dit ontbreekt is er een grens bereikt en zal de school in overleg met alle betrokkenen moeten kijken wat er mogelijk of nodig is. Zie hiervoor ook de richtinggevende uitspraken in paragraaf 3.4. 3.4. Richtinggevende uitspraken inzake de zorg op basis van deze visie en missie: - Leerlingenzorg is een verantwoordelijkheid van het team als geheel en van elk teamlid in het bijzonder. - Continuering van het zorgproces borgt de kwaliteit ervan. - Goede leerlingenzorg is alleen gewaarborgd bij goed opgeleide zorgcoördinatoren en ambulant begeleiders. - Voor de voortgang van de ontwikkeling zijn ook goed opgeleide onderwijsassistenten van belang. - De school is gebaat bij een evenwichtige verdeling van de zorgleerlingen over de verschillende groepen. - Onderwijsproces en zorgproces zijn gebaat bij een goed pedagogisch klimaat. - Handelingsgericht werken zorgt ervoor dat zowel de groep als geheel als de individuele leerling in het bijzonder in beeld blijven. - Groepsplannen zijn onmisbare instrumenten om op de juiste wijze en op voldoende niveau onderwijs en zorg te bieden. - Indien mogelijk wordt de hulp binnen de groepen georganiseerd (bijv. tijdens de rekenles), anders vindt de hulp buiten de groep plaats. (bijv. begeleiding dyslecten) - Ontwikkelingsperspectieven zijn een nuttig hulpmiddel bij het onderwijs aan leerlingen met bovengemiddelde achterstanden. - Binnen de kaders van het zorgprofiel plaatst de school leerlingen met een rugzak. Als richtinggevende afspraak is besloten dat we proberen om het aantal kinderen met een rugzak in de klas tot 2 te beperken. - Een bepaald deel leerlingen blijft in de toekomst gebaat bij onderwijs op het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs.
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 7
3.5. Afspraken in het kader van zorg; - Op elke vergaderagenda van zowel onder-, midden- als bovenbouw staan de leerlingen van de leerlingenbespreking bij een vast punt op de agenda. - De groepsleerkracht is eindverantwoordelijk voor zowel het onderwijsproces als de leerlingenzorg binnen zijn/haar groep. De groepsleerkracht stelt de groepsplannen en hulpplannen op en vast, bewaakt de uitvoer en is verantwoordelijk voor de evaluatie. - De onderwijsassistent voert de hulpplannen/het zorgdeel uit de groepsplannen uit en verslaat de uitvoering per hulpmoment in Parnassys. - De hulpplanperioden overstijgen de grote vakanties, zodat er sprake is van een continu proces van zorg en begeleiding. - Remediëring op leerlingenniveau vindt vooral plaats op basis van de methodetoetsen; beschrijving ervan krijgt een plaats in het groepsplan. (indien van toepassing in een apart hulpplan). - De voortgang van een groep wordt bepaald/vastgesteld met genormeerde methodeonafhankelijke toetsen (LOVS-toetsen) aan de hand van de Zeeuwse toetskalender van Colon. - Resultaten worden vastgelegd in het Leerling Volg Systeem “Parnassys” - Binnen het pedagogisch leerlingvolgsysteem ZIEN wordt zowel het leerkrachtendeel als het leerlingendeel ingevuld. 3.6 Onderwijsconcept In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van het onderwijsconcept van de Ds. G.H. Kerstenschool in relatie tot de ondersteuning voor leerlingen. 3.6.1 In hoeverre heeft de school te maken met verschillen tussen leerlingen en hoe reageert de school hierop? De leerlingenpopulatie wordt qua niveau van leren door de school ingeschat als gemiddeld tot licht bovengemiddeld. Met name op het gebied studievaardigheid scoort de leerlingenpopulatie lager. (gegevens Eindtoets) Op de overige vakgebieden is een gemiddelde score waar te nemen. Wat betreft de uitstroom van de leerlingen naar het Voortgezet Onderwijs kan gezegd worden dat ongeveer 78% in de streams 1 en 2 wordt geplaatst, ongeveer 18 % in stream 3 en ongeveer 4% in stream 4. (dit op basis van de afgelopen 5 jaar). Als het gaat om gedrag is het beeld van de school dat er weinig leerlingen binnen de school zijn die speciale behoeften op gedrag kennen. Het aantal leerlingen dat structureel apart aandacht vraagt, wordt ingeschat als laag-gemiddeld. Op de school zijn er op dit moment 8 leerlingen die een rugzak hebben voor één van de 4 clusters. Er is sprake van 3 geïndiceerde zorgleerlingen bij de kleuters waarvoor via de PCL geld vanuit het samenwerkingsverband WSNS wordt ingezet. Voor 4 leerlingen wordt AB vanuit het SBO ingezet. Er wordt door de school gewerkt met het leerstofjaarklassensysteem met gebruikmaking van het directe instructiemodel, zoals dat d.m.v. het Zwols Model door de school wordt ingezet. Door een start gemaakt te hebben met het werken met groepsplannen wordt de organisatie van extra stof voor begaafde leerlingen en leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte gewaarborgd. Bij rekenen en spelling wordt systematisch vanaf groep 4 in drie niveaugroepen gewerkt. Voor taal is dat niet het geval. Naast hulp en afstemming binnen de klas is de reactie van de school op speciale onderwijsbehoeften er ook één met individuele aandacht in een andere ruimte dan de groep. Het betreft voornamelijk leerlingen met dyslexie en motoriekproblemen. Het accent ligt op hulp binnen de klas waar het kan en hulp buiten de klas waar het moet. De hulp wordt voornamelijk op basis van de resultaten van de methodetoetsen opgezet.
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 8
Door de scholing die momenteel gevolgd wordt op het onderwerp Handelingsgericht Werken (HGW) begint het denken van leerkrachten te kantelen naar meer hulp in de klas. Per groep is er een instructietafel beschikbaar die ingezet kan worden. Betreffende de meer getalenteerde leerlingen wordt momenteel gewerkt met een soort plusklas. Dit staat echter nog geheel in de kinderschoenen. Het gaat hier om pakweg 4 leerlingen binnen de school (zie hiervoor de beschreven ambities in paragraaf 7.2). De aandacht van de leerkracht gaat grotendeels uit naar de zwakke(re) leerlingen in de klas. Deze focus wordt door het HGW in toenemende mate verlegd naar alle leerlingen. 3.6.2 Hoe wordt de continuïteit van de onderwijszorg voor elke leerling verzekerd? Het eigenaarschap van de onderwijszorg voor een leerling ligt binnen de school bij de groepsleerkracht en de zorgcoördinator. In de eerste plaats is de groepsleerkracht hiervoor verantwoordelijk. Deze bepaalt wat een leerling nodig heeft. Bij specifieke problemen en op te stellen plannen bepalen de groepsleerkracht en zorgcoördinator samen wat een leerling nodig heeft. De zorgcoördinator kijkt dan ook mee vanuit het perspectief van de doorgaande lijn binnen de school. Anders gezegd: bij het signaleren van onderwijszorg ligt het accent op de rol van de leerkracht en bij diagnostisering en handelen ligt het accent op de rol van de zorgcoördinator. Wat betreft de doorgaande lijn in de onderwijszorg binnen de school is in het kader van HGW is een eerste stap gezet naar het voeren van kindgesprekken en het leren werken met een groepsplan. Met betrekking tot het vak rekenen zijn er voldoende vaardigheden ontwikkeld. Voor de overige vakken staat dit op de planning. In sommige gevallen wordt gesteund op adviezen van een extern begeleider. (bijv. een ambulante begeleider of orthopedagoog) Er wordt op dit moment gebruik gemaakt van ambulante begeleiding vanuit het S(B)O Kapelle. Deze ambulante begeleiding vanuit het S(B)O wordt positief door de school gewaardeerd. De externe ondersteuners dicteren geen oplossingen en aanpakken, maar werken adviserend. Wel worden hun adviezen vaak overgenomen (na toetsing op haalbaarheid). Aan het begin van het jaar organiseert de school een informatieavond, waarbij de ouders ervaren wat hun kinderen het komende jaar gaan leren. Met de ouders wordt twee keer per jaar overleg gevoerd over de vorderingen van de leerlingen, aan de hand van methode gebonden toetsen en de CITO-toetsen van het leerlingvolgsysteem. Als er bijzonderheden zijn, worden de ouders tussentijds op de hoogte gesteld. Daarnaast wordt de ouders nadrukkelijk gevraagd om contact met de leerkracht(en) op te nemen als een kind zich niet goed voelt of er zich bijzonderheden in de privésfeer voordoen. Betreffende de rol van de ouders bij de diagnostiek en het opstellen van een handelingsplan kan opgemerkt worden dat er regelmatig gesprekken zijn tussen school en ouders. Er is ruimte voor inbreng van de ouders tijdens een onderzoek (informatie geven, ervaringen en tips uitwisselen). De school biedt dan een luisterend oor. In groep 1 tot en met 2 wordt standaard één ouderbezoek door de leerkracht uitgevoerd. Voor de overige groepen is dat op basis van vraag van de ouders en/of redenen vanuit de leerkracht.
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 9
3.6.3 De kracht van de school In deze paragraaf wordt beschreven wat Ds. G.H. Kerstenschool te bieden heeft op het gebied van de leerlingenzorg. Het gaat daarbij om de sterke punten van de zorgstructuur. Deze beschrijving vindt plaats op een vijftal domeinen, namelijk: (1) Extra aandacht en handen (2) Onderwijsmaterialen (3) Ruimtelijke omgeving/inrichting (4) Expertise in de school (5) Samenwerking met externe experts. 3.6.3.1 Extra aandacht en handen De leerling-leerkrachtratio van de school is in het cursusjaar 2012-2013 als volgt: 2012-2013 Groep 0A 0B 1A 1B 2A 2B 3A 3B 4A 4B 5A 5B 6A 6B 7A 7B 8A 8B
Leerkrachten Juf Schrijver Juf Schrijver Juf Aarnoudse Juf Ruissen Juf Nieuwenhuize Juf van de Graaf Juf Weststrate Juf Möhlmann Juf Deurloo Juf Slabbekoorn Meester Steenpoorte Meester Fijan Juf van Setten Meester Gouw Juf van Weele Juf Butijn Meester van der Hart Meester Jansen
Totaal
aantal lln 23 22 21 22 29 28 26 26 20 23 21 20 25 22 27 28 25 25
Aantal dagdelen eigen leerkracht 5 2 6 6 7 8 7 7 4 7 7 8 8 8 9 8 9 9
Aantal dagdelen parttime leerkracht I
Aantal dagdelen parttime leerkracht II
1 2 2 1 1 1 4 1 1 1 1 1
434 Onderwijsass. I Onderwijsass. II Onderwijsass. III Onderwijsass. IV
4 dagdelen 4 dagdelen 9 dagdelen 7 dagdelen Uit geroosterd voor gr.0
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 10
Betreffende het domein ‘Extra aandacht en handen’ kan het volgende opgemerkt worden. Op de school is een zorgcoördinator beschikbaar. Deze is totaal 4 dagen per week beschikbaar (voor groep 3 t/m 8). Voor groep 0 t/m 2 is een intern begeleider beschikbaar voor totaal 1 dag per week. Daarnaast is er binnen de zorgstructuur 3 wtf. aan onderwijsassistenten beschikbaar. Daarvan wordt er één deels uit geroosterd voor de aanvangsgroep. Eén van hen heeft nu 2 jaar de cursus gebarentaal gevolgd. Zij zet de opgedane kennis in bij hulp buiten de klas en daar waar nodig in de groep waar de betreffende dove leerling zit. Op dit moment wordt er op het gebied van de zorg binnen de schoolsituatie geen ouderhulp ingezet. Op Ds. G.H. Kerstenschool zijn er extra handen beschikbaar voor leerlingen met een rugzak. Eén van de onderwijsassistenten is specifiek voor deze doelgroep benoemd. Deze helpt de leerlingen met een rugzak en vervult verder een taak bij de overige leerlingen die hulp nodig hebben. De leerlingen met een eigen ontwikkelingsperspectief worden eveneens door de onderwijsassistenten geholpen. Het is afhankelijk van het aantal vakgebieden waarop zij een ontwikkelingsperspectief hebben hoeveel tijd er begeleiding wordt gegeven. Uit bovenstaande tabel blijkt dat de school 18 groepen heeft. Van deze 18 groepen zijn er steeds 2 parallel. Het leerlingenaantal is in deze parallelgroepen ongeveer gelijk. In enkele groepen is het aantal niet helemaal gelijk. De oorzaak hiervan is dat er in de loop van de tijd leerlingen zijn gedoubleerd, vertrokken e.d. 3.6.3.2 Onderwijsmaterialen Wat betreft de beschikbare onderwijsmaterialen met speciale didactische kenmerken zijn aanwezig: - Veel ontwikkelingsmateriaal in groep 1 en 2 op tal van ontwikkelingsgebieden (om tegemoet te komen aan een diversiteit in leren) - Veel materiaal voor remedial teaching (op het gebied van leren, gedrag en omgaan met stoornissen). Door de zorgcoördinator wordt de orthotheek up to date gehouden. - Materiaal voor extra verdieping (met name gekoppeld aan de vakgebieden taal en rekenen voor gebruik in de klas). - Connect- en Ralfi-oefenprogramma voor dyslecten. - Voor de groepen 3 t/m 8 zijn computers in het computerlokaal ter beschikking van de leerlingen. Deze worden voornamelijk gebruikt voor automatisering en oefening bij aardrijkskunde, Engels, spelling en rekenen. Beschikbare onderwijsmaterialen met speciale pedagogische / psychologische kenmerken: - Diverse spelletjes die gericht zijn op het aanleren van communicatieve en sociale vaardigheden, zoals bijv. Doos vol gevoelens, Aardig sociaal vaardig, Babbelspel, grote taalspel, in de put – uit de put, spring kikker spring. - Handleiding voor jezelf - SOVA in de klas (teambreed gebruikte methode) Aanpassingen voor kinderen specifieke fysieke belemmeringen: - Wiebelkussen voor kinderen met motorische problemen. - Laptops voor kind met motorische beperkingen - Digiborden zijn beschikbaar om instructies visueel te maken (o.a. voor een dove leerling). In groep 6 t/m 8 is in elke groep een digibord beschikbaar. In de groepen 3 en 4 is er in één van de parallelgroepen een digibord aanwezig. De groepen 5 hebben nog geen digibord.
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 11
3.6.3.3
Ruimtelijke omgeving/inrichting: Voor speciale bewegingsbehoeften: - Er is sprake van een drempelloze school die rolstoel toegankelijk is - Er is geen time-out ruimte beschikbaar Voor verzorging: - Geen specifieke ruimte aanwezig voor lichamelijke verzorging (door bijv. wijkverpleegkundige) - Gehandicaptentoilet is aanwezig. Ook is er een apart toilet binnen de school met een douchegelegenheid. Voor speciale leerbehoeften: - Er zijn voldoende werkruimtes binnen de school beschikbaar waar de onderwijsassistenten met groepjes leerlingen of individuele leerlingen kunnen werken.
3.6.3.4 Expertise in de school Wat betreft de aanwezige expertise in de school wordt in onderstaand schema aangegeven of deze in de school zelf aanwezig is dan wel buitenschools snel toegankelijk is. De beschikbaarheid van expertise op specifieke gebieden is als volgt. Als bijlage bij dit OSP is een extra schema toegevoegd, waarin ook de expertise-ontwikkeling voor de komende jaren is opgenomen. Expertiseveld
Binnenschools
Visuele beperkingen Auditieve beperkingen
Geen - Onderwijsassistent met kennis van gebaren (cursussen gevolgd). - Enkele teamleden hebben ervaring in het begeleiden van kinderen met auditieve beperkingen - Onderwijsassistent met kennis van gebaren. - Ambulante begeleiding vanuit REC2 (de school heeft 2 leerlingen met taal/spraakproblemen met rugzakgelden) - Zorgcoördinator heeft cursus gevolgd op gebied van communicatie - Onderwijsassistent met ervaring met minderbegaafde leerling en eigen leerweg. - Ambulante begeleiding vanuit REC3 - Zorgcoördinator en enkele teamleden hebben ervaring in het omgaan met kinderen met verstandelijke beperkingen.
Spraakmoeilijkheden en taalstoornissen
Verstandelijke beperkingen
Buitenschools snel toegankelijk Visio (Goes) Koninklijke Auris Groep (Goes) en ambulante begeleiding vanuit REC2
Koninklijke Auris Groep (Goes) en ambulante begeleiding vanuit REC2
Eben-Haëzerschool Kapelle
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 12
Motorische beperkingen
Beperkingen door chronische ziektes Autisme Spectrum Stoornissen (ASS)
ADHD en ADD
Angst- en hechtingsstoornissen Overige psychiatrische aandoeningen Epilepsie
Gedragsproblemen Dyslexie
- Onderwijsassistenten met ervaring met begeleiden van kinderen met motorische problemen. - Zorgcoördinator heeft cursus gevolgd op het gebied van motorische beperkingen. - Onderwijsassistent met ervaring met begeleiding van een leerling. - Onderwijsassistenten met ervaring met begeleiding van leerlingen. - Zorgcoördinator heeft veel ervaring in het omgaan met kinderen met ASS en heeft diverse cursussen gevolgd. Ook enkele leerkrachten hebben een cursus gevolgd. - Het team kan autisme signaleren en begeleiden (aanpassingen maken) met name bij enkelvoudige problematiek. - Zorgcoördinator heeft cursus gevolgd op het gebied van ADHD - het team heeft ervaring met ADHD (signaleren en begeleiden, ook in combinatie met autisme) Geen Geen Het team heeft aanvankelijke kennis van en ervaring met epileptische leerlingen en weet hoe ze hier mee om moet gaan. De school is in staat om een SOVA training te verzorgen. - De zorgcoördinator is gecertificeerd voor het geven van dyslexiebehandeling / de expertise van de zorgcoördinator wordt ook overgedragen aan leerkrachten / school signaleert al vanaf groep 1 en 2) - Enkele onderwijsassistenten hebben ervaring en kennis van de begeleiding van deze kinderen
Mytylschool de Sprienke (Goes) en Ambulante begeleiding vanuit REC3 De Korre (in samenwerking met de Sprienke en EbenHaëzerschool) RPCZ afdeling zorg en begeleiding Ambulante begeleiding vanuit REC4 en SBO Kapelle
Ambulante begeleiding vanuit REC4
Ithaka kinder- en jeugdpsychiatrie (Kloetinge) Ithaka kinder- en jeugdpsychiatrie (Kloetinge) De Berkenschutse (Heeze) met ambulante begeleiding
Ambulante begeleiding vanuit REC4 Dyslexiebehandelaar
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 13
Op verschillende terreinen is kennis binnen de school aanwezig, maar berust deze kennis meer bij enkele individuele leerkrachten of de zorgcoördinator. Rondom het vaststellen, diagnosticeren en begeleiden van kinderen met dyslexie, ADHD en ASS is er voldoende kennis en ervaring binnen het schoolteam. Ook is er ervaring in het begeleiden van kinderen met een intelligentie die significant beneden het gemiddelde ligt. Het team is van mening dat er nog geen volledige expertise aanwezig is op het gebied van omgaan met meer- en hoogbegaafdheid (zie ook de ambities). Betreffende de beschikbare expertise binnen de school kan het volgende nog puntsgewijs opgemerkt worden: - Gebarentaal voor doven en slechthorenden is binnen de eigen schoolmuren beschikbaar. Eén van de onderwijsassistenten heeft gedurende 2 jaar een cursus gebarenvaardigheid gevolgd. Deze expertise wordt zoveel mogelijk buiten de klas ingezet en daar waar nodig binnen de groep). - Expertise op het terrein van dyslexie: alle leerkrachten zijn vaardig in het zoeken van de benodigde compensaties in de klas en het gebruik van hulpmiddelen (in overleg met de zorgcoördinator). De zorgcoördinator heeft een cursus dyslexie gevolgd. - Voor het aanpakken van ernstige leesproblemen en dyslexie beschikt de school over kennis en ervaring met Connect en Ralfi. De onderwijsassistenten hebben hiervoor de benodigde cursussen gevolgd. De school kan op dit deelgebied het complete spectrum bieden. - Omgaan met verschillende vormen van autisme. Het betreft hier met name ervaringskennis bij zo’n 75% van het team. De zorgcoördinator en enkele leerkrachten hebben één of meer cursussen gevolgd. De zorgcoördinator houdt de laatste ontwikkelingen bij door het volgen van workshops (ofwel: actuele inzichten worden binnen de school gehaald). De zorgcoördinator is ervaringsdeskundige op het terrein van autisme. - Aanpak van epilepsie. In het verleden is een teambijeenkomst rond dit onderwerp georganiseerd. (op kennisniveau op hoofdlijnen). Deze voorlichting wordt herhaald in het cursusjaar 2013-2014. - Zowel de zorgcoördinator als één van de groepsleerkrachten beschikken over de akte Speciaal Onderwijs. Verder heeft de zorgcoördinator de master SEN afgerond. - De zorgcoördinator een cursus ADHD gevolgd. - De zorgcoördinator heeft samen met één van de MT-leden een cursus ‘aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling’ gevolgd. Ook hebben zij samen een cursus voor intern vertrouwenspersoon gevolgd. In het cursusjaar 2013-2014 hoopt het gehele schoolteam online de cursus ‘Next Page’ te volgen rondom het signaleren van kindermishandeling. - Teambreed is de nascholing ‘Zwols model’ gevolgd waarbij naast de basisvaardigheden van effectief keerkrachtgedrag ook de differentiatie bij rekenen stevig opgepakt is. Deze nascholing is gevolgd door een schoolontwikkelingstraject Handelingsgericht werken (HGW). Hierbij wordt op dit moment gewerkt aan het voeren van kindgesprekken en is gestart met het werken met een groepsplan.
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 14
3.6.3.5 Samenwerking met externe experts De contacten van de school met andere instellingen ziet er als volgt uit: nooit CJG / SMW Bureau Jeugdzorg GGD GGZ: Ithaka / Eleos / Indigo MEE Kinderziekenhuis Revalidatiekliniek Justitiële inrichting KDC MKD Gemeente Logopedie Schooladviesdienst Fysiotherapie Praktijk JIPP (ASS) Villa Nova Dienst Ambulante begeleiding REC 2, 3 en 4 Scholen voor Speciaal Onderwijs in Zeeland (SBO ZML- Cluster 4)
sporadisch
regelmatig x x
vaak
x x x x x x x x x x x x x x x x
* Lkr. = leerkracht, IB’er = zorgcoördinator, OA = onderwijsassistent, RT = remedial teacher, AB = ambulant begeleider, OU = ouder/verzorger. De school heeft ervaring met ambulante begeleiding vanuit het Speciaal Basisonderwijs. Zo wordt er gebruik gemaakt van ambulante begeleiding op de gebieden: - Gedrag (REC4) vanuit de REC4 voorziening vanuit Kapelle - Gedrag en ontwikkeling van JongRisicoKinderen (JRK) bij de kleuters. -
-
De school verhoudt zich als volgt tot de 4 clusters van het Speciaal Onderwijs: Cluster 1 (visuele beperking: slechtziend of blind). De aanpassingen voor slechtziende leerlingen kunnen wij, in overleg met Visio bieden. Dit is uiteraard afhankelijk van de mate van slechtziendheid. Blinde leerlingen zijn aangewezen op een speciale school. Op dit moment zijn er geen leerlingen met visuele beperking. Cluster 2 (auditieve beperking zoals slechthorend of doof en spraak/taalstoornissen). Voor slechthorenden maakt het team gebruik van een doventolk (via ambulante begeleiding aangevraagd bij Auris Dienstverlening) en is één onderwijsassistent beschikbaar die de gebarentaal beheerst. Er wordt momenteel voor 2 leerlingen een beroep gedaan op ambulante begeleiding vanuit cluster 2. Voor de dove leerling is 3 dagdelen per week een doventolk beschikbaar
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 15
-
-
-
-
Cluster 3 (leerlingen met cognitieve en/of lichamelijke beperkingen en voor langdurig zieke kinderen) Leerlingen met een verstandelijke beperking worden met een aangepast uitstroomprofiel begeleid met een aangepast programma. De mogelijkheden zijn hierin wel beperkt. De mate van zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de leerling bepalen voor een groot deel of de school in staat is de leerling te begeleiden. Er is geen recente ervaring met leerlingen met het syndroom van Down. Op dit moment worden enkele kinderen met lichamelijk beperkingen begeleid. Dit in samenwerking met ambulante begeleiding. Dit varieert van motorische beperkingen tot spina bifida met rolstoelgebruik. Er wordt momenteel voor 4 leerlingen een beroep gedaan op ambulante begeleiding vanuit cluster 3. Cluster 4 (zeer moeilijk opvoedbare kinderen / gedragsproblemen). Er wordt momenteel voor 4 leerlingen een beroep gedaan op ambulante begeleiding vanuit cluster 4. De begeleiding wordt gegeven vanuit de REC4 voorziening op de Samuël school in Kapelle. De ambulante begeleiding voor cluster 2, 3 en 4 bestaat meest uit advies en gesprek (observatie in de groep en aanvullend onderzoek geven vaak extra informatie die leidt tot het verkrijgen van adviezen over de aanpak van de leerling). Alleen met leerlingen in cluster 2 werken de ambulant begeleiders ook zelf met de leerlingen. Voor de cluster 4 leerlingen is dat afhankelijk van de problematiek. Het komt op dit moment ook voor dat de ambulante begeleider gesprekken heeft met enkele kinderen met ASS. Het team is erg tevreden over de ambulante begeleiding vanuit de clusters. Betreffende de samenwerking met externe experts kunnen de volgende punten genoemd worden: De orthopedagoog van de schooladviesdienst wordt ingeschakeld bij het omgaan met gedragsproblematiek. Er is 65 uur op jaarbasis beschikbaar voor consultatie van de orthopedagoog en orthodidact. Dyslexiebegeleiding: De school maakt gebruik van de behandelaar van de schooladviesdienst. Deze is gemiddeld 1 dagdeel in de week op school aanwezig. In de meeste gevallen wordt het onderzoek en de dyslexiebehandeling door de ziektekostenverzekering betaald. Ambulante begeleiding vanuit de Berkenschutse wordt ingeschakeld voor leerlingen met epilepsie (vanaf het huidige cursusjaar). Het betreft hier met name observatie en gesprek. Er zijn 2 leerlingen binnen de school die hiervan gebruik maken. Tenslotte neemt de school deel aan zorgadviesteam (ZAT). Vanuit een multidisciplinaire benadering worden leerlingen met specifieke zorgen binnen de gemeente Reimerswaal besproken. Veelal betreft het hier het gezamenlijk vaststellen van de beste route voor doorverwijzing naar hulpverlening. De vertegenwoordigende disciplines in dit team betreffen: intern begeleiders van basisscholen, orthopedagoog, GGD met schoolarts en jeugdverpleegkundige, Bureau Jeugdzorg, Centrum voor jeugd en gezin en De Vluchtheuvel (maatschappelijk werk). Het ZAT vergadert 5 x per cursusjaar.
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 16
3.6.4 Verdere karakterisering van het schoolconcept wat betreft de attitude van het team (het willen) De attitude van het team m.b.t. de opvang van zorgleerlingen is in samenwerking met Driestar-Educatief in kaart gebracht door zes stellingen te plaatsen op een 10puntsschaal (van (1) helemaal mee oneens tot (10) helemaal mee eens). Hieruit komt het volgende beeld naar voren: 1. ‘Een leerling in het speciaal onderwijs heeft een beter maatschappelijk perspectief dan een soortgelijke leerling in het regulier onderwijs’. De scores op dit item bevinden zich allemaal tussen 8 en 9, hetgeen aangeeft dat het team het met deze stelling overwegend eens is. Door het schoolteam wordt opgemerkt dat verwijzen naar het speciaal onderwijs soms wenselijk is. Zo is er op het SBO meer aandacht voor maatschappelijk nuttige vaardigheden (bijv. boodschappen leren doen). 2. ‘Lesgeven aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften in een reguliere klas vraagt om teveel en te ingrijpende veranderingen in de dagelijkse manier van onderwijzen’. De scores op dit item bevinden zich overwegend tussen 5 en 6, hetgeen aangeeft dat het team het met deze stelling deels eens / deels oneens is. Het schoolteam merkt bij deze stelling op dat de score afhankelijk is van de leerling, de problematiek en/of de beschikbare leerkrachtvaardigheden en de zwaarte van de groep). Er kan een grens komen (afhankelijk van de problematiek). Ook wordt nog opgemerkt dat het organiseren van veranderingen in de dagelijkse manier van onderwijzen wel moet passen binnen de klassensituatie. 3. ‘Onderwijs aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften kan beter door leerkrachten uit het speciaal onderwijs worden verzorgd dan door leerkrachten uit het regulier onderwijs’. De scores op dit item bevinden zich tussen 2 en 10. Door de midden- en bovenbouw wordt 9 en 10 gescoord en door de onderbouw score 2. Deze sterk uiteenlopende scores kunnen erop wijzen dat de onderbouw minder snel een grens aan begeleiding bij leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ziet dan leerkrachten uit de midden- en bovenbouw. Dit correspondeert met de ruimere mogelijkheden die de onderbouw ziet in het toelaten van leerlingen met bijv. het syndroom van Down (zie ook paragraaf 3.5). In de opvattingen van de leerkrachten onderbouw is er sprake van en grotere opvangbereidheid voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften op leren en gedrag. Leerkrachten van de midden- en bovenbouw merken op dat leerkrachten op het SBO meer gespecialiseerd zijn, over meer vaardigheden beschikken en meer mogelijkheden hebben om specifieke begeleiding te bieden. Zij willen per situatie een inschatting maken waar de leerling met specifieke onderwijsbehoeften het beste verzorgd kan worden. 4. ‘De plaatsing van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften in het speciaal onderwijs heeft een positief effect op de sociale en emotionele ontwikkeling van die leerling’. De scores op dit item bevinden zich nagenoeg allemaal boven 6 (tussen score 6 en 10), hetgeen aangeeft dat het team het met deze stelling overwegend eens is. Opgemerkt wordt dat er vanuit ervaring met eigen leerlingen voorbeelden zijn van kinderen waarvan het welbevinden omhoog ging toen ze naar het SBO gingen. Een negatieve sociaal-emotionele ontwikkeling van een leerling kan voor het team wel degelijk een reden zijn voor doorverwijzing naar een specifieke setting. 5. ‘Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften in de reguliere klas hebben een negatief effect op het leerklimaat in die klas’. De scores op dit item bevinden zich meest tussen score 1 en 7 (onderbouw geeft score 1 en midden- en bovenbouw een score tussen 5 en 7). Hier ontstaat hetzelfde ambivalente beeld als onder punt 2 (hierboven). Het grootste gedeelte van het team lijkt het met de genoemde stelling meer oneens te zijn (scores van 5 en lager) en een kleiner deel van het schoolteam is het met de stelling meer eens (score 7). Opgemerkt wordt dat het begrip van de groep voor de leerling met speciale onderwijsbehoeften aan punt van aandacht kan
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 17
zijn. Ook wordt genoemd dat bij probleemgedrag sneller een grens in beeld komt dan bij problemen in het leren. 6. ‘Een leerling met speciale onderwijsbehoeften presteert beter in het speciaal onderwijs dan in het regulier onderwijs. De reistijd is dat waard’. De scores liggen hier tussen 7 en 9, hetgeen aangeeft dat het team het met de stelling meer eens is. De beschikbaarheid van de speciale onderwijsvoorziening blijkt bij het innemen van een standpunt ook een rol te spelen (vanuit Yerseke is Kapelle behoorlijk goed bereikbaar). Ook beïnvloeden de voorbeelden van leerlingen die op het SBO ‘opknapten’ de opvattingen op dit punt. Anders gezegd: als het welbevinden in de reguliere setting duidelijk onder druk staat en de kans groot is dat de betreffende leerling opbloeit in de specifieke setting kan het de moeite waard zijn om te verwijzen. Wel wordt opgemerkt dat verwijzen pas in beeld komt als er noodzaak is; afhankelijk van de soort problematiek, de weerslag op de groep, het welbevinden van de betreffende leerling en het draagvermogen van de leerkracht. 3.6.5 Verdere karakterisering van het schoolconcept wat betreft de attitude van het team (het kunnen) Ook is in samenwerking met Driestar-Educatief inzichtelijk gemaakt waar de grens van de school ligt voor wat betreft de opvang van zorgleerlingen. In drie situaties (dystrofie, PDD-NOS, Syndroom van Down) is het team gevraagd wanneer er een grens in beeld komt als het gaat om het inspelen op specifieke onderwijsbehoeften. De grens die bij alle situaties in beeld komt, betreft: ‘Als ik meer tijd moet besteden aan dit kind ten koste van de aandacht voor andere kinderen’ en ‘Als blijkt dat door de aanwezigheid van dit kind de prestaties van de andere kinderen onderdruk staan’. In alle drie situaties wordt deze grens het meeste gescoord. Verder geeft het schoolteam aan dat een grens aan de opvang van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften ook bereikt kan worden als de betreffende leerling niet goed in zijn / haar vel zit. Daarmee wordt gedoeld op demotivatie bij de leerling of een opvallende afname van het plezier in het schoolgaan. Verder valt in gesprek met het schoolteam op dat de grens in het opvangen van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften door de leerkrachten van groep 1 en 2 minder snel getrokken wordt dan door de leerkrachten uit de midden- en bovenbouw. Laatstgenoemden ervaren sneller een grens als het gaat om ‘het kunnen’ (de haalbaarheid).
-
In principe geeft de Ds. G.H. Kerstenschool een leerling met dystrofie een plaats op school, maar de grens kan worden bereikt: ‘Als ik meer tijd moet besteden aan dit kind ten koste van de aandacht voor andere kinderen’ ‘Als blijkt dat door de aanwezigheid van dit kind de prestaties van de andere kinderen onder druk staan’ De school heeft een concreet voorbeeld van begeleiding van een leerling met ‘Spina Bifida’ (open rug). Deze leerling had naast de lichamelijke beperking ook een lagere intelligentie en een vorm van epilepsie (dus er was sprake van complexe problematiek). De leerling heeft vanaf groep 1 t/m groep 7 op de Ds. G.H. Kerstenschool gezeten. In groep 7 is deze leerling vanwege verhuizing van de school vertrokken. De betreffende leerling heeft een eigen leerlijn gevolgd. Ook was er een onderwijsassistent beschikbaar die deze leerling gedurende de gehele schoolloopbaan begeleid heeft. Deze periode is goed verlopen.
-
In principe geeft de Ds. G.H. Kerstenschool een leerling met PDD-NOS een plaats op school, maar de grens kan worden bereikt (in volgorde van belangrijkheid): ‘Als ik meer tijd moet besteden aan dit kind ten koste van de aandacht voor andere kinderen’
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 18
-
-
‘Als blijkt dat door de aanwezigheid van dit kind de prestaties van de andere kinderen onder druk staan’ De huidige praktijk binnen de school is dat het schoolteam leerlingen met een stoornis in het autisme spectrum (ASS) binnen de school opvangt en begeleidt. Er zijn in de praktijk van de afgelopen cursusjaren binnen de school slechts twee voorbeelden van leerlingen met autisme waarvan de één al in groep 1 werd verwezen en de andere die slechts tot en met groep 4 is opgevangen, waar uiteindelijk een te negatief effect op de klas als geheel ontstond. De Ds. G.H. Kerstenschool wil plaatsing van een leerling met het syndroom van Down overwegen. Rondom het bereiken van een grens ontstaat een wat diffuus beeld: Zo blijkt in gesprek met het schoolteam dat de bereidheid tot plaatsing in de onderbouw sterker aanwezig is en dat deze bereidheid richting de bovenbouw afneemt. In de bovenbouw worden sneller grenzen aan het bieden van de juiste zorg en aandacht aan een leerling met het syndroom van Down gezien. Dit sluit aan bij de huidige praktijk op de Ds. G.H. Kerstenschool. Tot en met de middenbouw blijkt het aansluiten op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling met het syndroom van Down mogelijk te zijn. Opvang tot en met groep 4 of 5 zou in de praktijk haalbaar moeten zijn. De (on)mogelijkheden van het kind spelen bij besluitvorming een grote rol. In de afgelopen jaren is er geen leerling met syndroom van Down op school geweest. Er is niemand aangemeld en niemand afgewezen. Uit de aangegeven grenzen blijkt dat kinderen met diverse onderwijsbehoeften welkom zijn op de ds. G.H. Kerstenschool maar dat de prestaties van de andere kinderen in de klas hierdoor niet onder druk mogen komen. Ook moet de aandacht die de leerkracht hieraan moet geven niet ten koste gaan van andere kinderen in de klas. Het team geeft aan in principe bereid te zijn meer tijd te besteden aan de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, maar niet ten koste van alles. Ook is het team bereid om een cursus te volgen om de betreffende leerling goed te kunnen begeleiden. Overwegend wordt ook niet direct een grens gezien in achterblijvende prestaties van de leerling zelf (de leerling met specifieke onderwijsbehoeften). Maar als de prestaties van de andere leerlingen onder druk komen te staan of er relatief teveel aandacht aan de zorgleerling besteed moet worden, wordt voor het schoolteam een serieuze grens bereikt. Ook komt een grens in beeld als het welbevinden van de leerling met speciale onderwijsbehoeften beduidend beneden peil is.
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 19
4.
Kengetallen
In dit hoofdstuk verantwoordt de school een aantal van belang zijnde kengetallen. Dit hoofdstuk wordt jaarlijks per 1 oktober geactualiseerd. De kengetallen worden ook digitaal ingevoerd. 4.1. Leerlingpopulatie: 4.1.1. Algemeen totaal aantal leerlingen: 394 (teldatum 1 oktober 2012) aantal leerlingen naar gewicht: 0,0 342 0,3 51 1,2 1 gemiddelde groepsgrootte onderbouw: 25 gemiddelde groepsgrootte midden- en bovenbouw: 24 4.1.2. Leerlingstromen De onderstaande kengetallen betreffen leerlingenstromen binnen de school en naar andere of van andere scholen. Zowel het aantal als het percentage (afgezet tegen het totaal aantal leerlingen van de school) is vermeld. Het betreft kengetallen over het schooljaar 2011-2012. verlengde kleuterperiode doublures versnellers verwijzing sbo verwijzing so cluster 1: o slechtziend o blind verwijzing so cluster 2: o ESM o slechthorend o doof verwijzing so cluster : o ZML o LG o LZK o MG verwijzing so cluster 4 terugplaatsing sbo terugplaatsing so cluster 1 terugplaatsing so cluster 2 terugplaatsing so cluster 3 terugplaatsing so cluster 4 aantal leerlingen in sbo aantal leerlingen in so cluster 1 aantal leerlingen in so cluster 2 aantal leerlingen in so cluster 3 (t/m 14 jaar) aantal leerlingen in so cluster 4
aantal 1 4 0 0
% 0,25 1,00
0 0 0 0 0
specificatie specificatie specificatie specificatie
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 0 0 1 1
0,50
0,25 0,25
pagina 20
4.1.3. Ondersteuningszwaarte De onderstaande kengetallen betreffende ondersteuningszwaarte worden gerapporteerd. Het betreft door een externe professional vastgestelde beperkingen, uitgezonderd leerlingen met een eigen leerlijn en met een ontwikkelingsperspectief. De kengetallen betreffen schooljaar 2011-2012. type ondersteuningszwaarte onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege leren o dyslexie o dyscalculie/ernstige rekenproblemen o dyslexie en dyscalculie o hoogbegaafdheid o anders, nl. onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege taalontwikkeling o spraakbeperkingen o taalbeperkingen o anders, nl. o anders, nl. onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege lichamelijke beperkingen o motorische beperking, nl. o motorische beperking, nl. o langdurige ziekte, nl. Acute leukemie o langdurige ziekte, nl. onderwijs- of ondersteuningsbehoeften vanwege gedragsbeperkingen o PDD NOS o Asperger o ADHD o anders, nl. klassiek autisme o anders, nl. angststoornis multi onderwijs- of ondersteuningsbehoeften o nl. o nl. ondersteuningsarrangementen samenwerkingsverband o ambulante begeleiding gericht op leren o ambulante begeleiding gericht op gedrag o andere, t.w. o andere, t.w. rugzakken LGF rugzak cluster 1 o slechtziend o blind rugzak cluster 2 o ESM o slechthorend o doof rugzak cluster 3 o ZML o LG o LZK o MG rugzak cluster 4 o geen specificatie overzicht leerachterstanden o leerlingen ontwikkelingsperspectief
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
aantal 9 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 6 2 2 2 1
1 1 0 0
0 0 0 0 1 0 1 0 1 3 1
pagina 21
4.1.4 Deskundigheid Onderstaande expertise is binnen de school beschikbaar en/of structureel aanwezig. De school geeft aan óf de expertise aanwezig is en zo ja, of deze intern of extern beschikbaar is. ja/ nee intern/ expertise op extern gedragsbeperkingen bij ja, nl. Ja In / ex lichamelijke beperkingen bij ja, nl. Ja Extern verstandelijke beperkingen bij ja, nl. Ja Extern slechtziend en blind bij ja, nl. Nee slechthorend en doof bij ja, nl. Ja In / ex taal-/spraakbeperkingen bij ja, nl. Ja Extern dysfasie Nee dyslexie Ja In / ex dyscalculie Nee rekenspecialist (didactische/organisatorische expertise voor extra Ja ondersteuning) taalspecialist (didactische/organisatorische expertise voor extra Nee ondersteuning) gedragsspecialist pedagogische/organisatorische expertise voor extra Nee ondersteuning) hoogbegaafdheid Nee sova-trainer Ja Extern akte speciaal onderwijs Ja Intern anders, nl. 4.1.5 Fysieke voorzieningen De school beschikt over de volgende fysieke voorzieningen om type voorziening rolstoeltoegankelijkheid time-out ruimte (altijd beschikbaar) grotere lokalen (in relatie tot aantal leerlingen) bredere gangen (in relatie tot aantal leerlingen) verzorgingsruimte revalidatieruimte snoezelruimte rustruimte keuken (voor leerlingen) zwembad anders, nl.
ja (j)/nee (n) Ja Nee Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee
4.1.6 Organisatorische voorzieningen De school beschikt over de volgende organisatorische voorzieningen type voorziening ja (j)/nee (n) hulpklas Nee plusklas Nee, wel voorzieningen/materialen voor meer- en hoogbegaafden, maar niet in een plusklas. huiswerkklas Nee, wel mogelijkheid tot huiswerkbegeleiding in de school. observatiegroep Nee jrk-groep Nee crisisopvang Nee
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 22
4.2. Personeel De onderstaande kengetallen betreffen de inzet van functies van belang voor de ondersteuning binnen de school. De verantwoording vindt plaats door vermelding van aantal minuten per leerling per jaar en betreft ook ingekocht personeel. 4.2.1 inzet personeel aantal minuten per leerling/per week benchmark school
functie intern personeel leerkracht interne begeleiding extra handen
50 á 60 minuten 3 minuten 6 minuten
50 á 60 minuten 4 minuten 6 minuten
orthopedagoog schoolmaatschappelijk werk logopedist
N.v.t. N.v.t. N.v.t.
extern personeel orthopedagoog schoolmaatschappelijk werk logopedist
aantal minuten per leerling per jaar 4,5 minuten N.v.t. N.v.t.
4.3. Opbrengsten 4.3.1 toetsresultaten (als bijlagen toegevoegd) De school rapporteert onderstaande opbrengsten. - eindopbrengsten - technisch lezen (met inspectienorm) opbrengsten midden en einde schooljaar - begrijpend lezen (met inspectienorm) opbrengsten midden en einde schooljaar - rekenen/wiskunde (met inspectienorm) opbrengsten midden en einde schooljaar - spelling (zonder inspectienorm) opbrengsten midden en einde schooljaar - sociale vaardigheden opbrengsten einde schooljaar - rapportage over 80% realisatie van ontwikkelingsperspectief 4.3.2 toezichtsarrangement De school geeft aan welk arrangement inspectie toegekend heeft. - aan de school is een basisarrangement toegekend 4.4 Financiën Hieronder geeft de school aan welke inkomsten de school ontvangt vanuit de middelen van het samenwerkingsverband en hoe ze deze middelen voor extra ondersteuning inzet. 4.4.1 financiële verantwoording inkomsten: uitgaven: personeel:
Interne begeleiding Onderwijsassistentie Extern deskundigen
materieel:
Diversen materiaal
totaal:
€ 30.762,00 € 15.000,00 € 13.000,00 € 1.762,00 € € 1.000,00 € € € 30.762,00
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 23
5.
Basisondersteuning
De basisondersteuning beschrijven we aan de hand van de kwaliteitsaspecten van het toezichtkader van de inspectie, aangevuld met preventieve en lichte curatieve ondersteuning. De beschrijving bestaat uit indicatoren die door het samenwerkingsverband zijn vastgesteld. Deze vragenlijst is ook digitaal ingevoerd. 5.1. Basiskwaliteit Het planmatig werken als onderdeel van de basisondersteuning binnen het primair onderwijs krijgt op de school van het samenwerkingsverband als volgt gestalte. De scores zijn aangegeven in de volgende tabel. 5.1.1. opbrengsten Kwaliteitsaspect 1: De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingpopulatie mag worden verwacht. A. We bewaken en stimuleren dat de resultaten bij technisch en begrijpend lezen, rekenen/wiskunde en spelling aan het eind van een groep ten minste op het niveau ligt dat de school als streefdoel voor die groep heeft geformuleerd. (De school gebruikt een digitaal LVS; de opbrengsten worden systematisch geëvalueerd; de school biedt voor de basisvakken ontwikkelingskansen aan leerlingen die meer kunnen; de school is bewust gericht op hoge opbrengsten; opbrengstgericht werken is aantoonbaar onderdeel van de beleidscyclus; in team-, groeps- en leerlingenbesprekingen zijn opbrengsten i.r.t. streefdoelen structureel bespreekpunt; streefdoelen minstens op niveau dat op grond van leerlingenpopulatie mag worden verwacht; school hanteert positieve aspecten van kinderen en een groep (mogelijkheden in de aanpak van ondersteuningsbehoeften; in kindgesprekken wordt gesproken over te realiseren resultaten; de resultaten worden aan ouders gerapporteerd en met ouders besproken) Score: v/g
B. We bewaken en stimuleren dat leerlingen met een ontwikkelingsperspectief zich ontwikkelen conform de prognose. (De school hanteert een protocol om OP te formuleren; in LVS wordt leerling op kindniveau gevolgd; resultaten van PLVS wegen mee in formuleren OP; school heeft norm voor succespercentage geformuleerd; over OP worden kindgesprekken gevoerd) Score: v
C. We bewaken en stimuleren de sociale vaardigheden en de emotionele ontwikkeling van de leerlingen. (De school hanteert een PVLS; de resultaten worden systematisch geëvalueerd; de resultaten spelen aantoonbaar een rol in de beleidsontwikkeling; aan leerlingen worden, ontwikkelingskansen geboden; er is een groepsplan voor sociaalemotionele ontwikkeling; school heeft kengetallen voor welbevinden en betrokkenheid; resultaten hebben een plaats in team-, groeps- en leerlingenbesprekingen; streefdoelen minstens op niveau dat op grond van leerlingenpopulatie mag worden verwacht; er worden kindgesprekken gevoerd over ondersteuningsbehoeften van leerlingen; school hanteert positieve aspecten in de aanpak van ondersteuningsbehoeften bij sociaal-emotionele ontwikkeling; resultaten worden aan ouders gerapporteerd en met ouders besproken) Score: m/v
5.1.2. onderwijsleerproces Kwaliteitsaspect 2: De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving. A. Onze leraren in de groepen 1 en 2 hanteren een beredeneerd leerstofaanbod voor rekenen/wiskunde en taal. (school hanteert genormeerd ontwikkelingvolgmodel, bijv. KIJK, OVM; leerstofaanbod wordt vastgelegd en heeft relatie met ontwikkeling; er wordt gewerkt met een groepsplan; leraren kennen leerlijnen) Score: v/g
B. De leerinhouden voor technisch en begrijpend lezen, rekenen/wiskunde en spelling stellen onze leraren in staat doelgericht te werken aan het realiseren van de kerndoelen en de referentieniveaus. (school actuele methoden; school zet beredeneerd aanvullend materiaal in; school heeft investeringsplan methoden; school heeft op een andere wijze het leerstofaanbod vastgelegd; leraren kennen leerlijnen) Score: v/g
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 24
C. Onze leraren hanteren aanbod voor sociale ontwikkeling, afgestemd op de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de school. (school gebruikt methode; op rooster is ruimte gemaakt; school hanteert groepsplan; schoolbrede en groepsafspraken worden consequent gehanteerd; groeps- en kindgesprekken spelen een rol bij het aanbod) Score: m/v
Kwaliteitsaspect 3: De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken A. De leraren hebben de hoeveelheid leertijd voor technisch en begrijpend lezen, rekenen/wiskunde en spelling afgestemd op de onderwijsbehoeften van de groep. (Rooster toont aan dat onderwijsbehoeften de hoeveelheid leertijd bepalen; groepsbespreking geeft dit punt aandacht) Score: m/v
Kwaliteitsaspect 4: Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. A. Onze leraren stimuleren het zelfvertrouwen van de leerlingen. (Leraren zijn zo pedagogisch vaardig dat afgestemd wordt op ondersteuningsbehoeften; leraren hanteren positieve aspecten om ontwikkeling te stimuleren; leerlingen krijgen positieve persoonlijke aandacht; complimenten en correcties worden bewust ingezet; bij klassenbezoeken structureel aandacht; bij (collegiale) consultaties structureel aandacht) Score: v
B. Onze leraren bevorderen de fysieke en psychische veiligheid van de leerlingen. (school heeft en hanteert aantoonbaar pestprotocol; de school heeft veiligheidsbeleid geformuleerd dat bij team bekend is; school heeft ongevallenregistratie, tevredenheidsonderzoek leerlingen de veiligheid aan; vertrouwenspersoon is bekend en bekwaam; in kindgesprekken aandacht hiervoor) Score: v
C. Onze school bevordert de fysieke en psychische veiligheid van de teamleden. (De school heeft veiligheidsbeleid geformuleerd; er is een klachtenregeling en jaarlijks verslag van (al dan niet) ontvangen klachten; vertrouwenspersoon is bekend en bekwaam; tevredenheidsonderzoek toont veiligheid aan; klokkenluidersregeling; in functioneringsgesprekken aandacht hiervoor) Score: v
Kwaliteitsaspect 5: De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteit efficiënt en houden leerlingen taakbetrokken. A. De wijze van instructie onze leraren ondersteuningsbehoeften van de leerlingen.
komt
tegemoet
aan
de
onderwijs-
en
(leraren zijn didactisch vaardig om tegemoet te komen aan onderwijs- en ondersteuningsbehoeften; instructie richt zich op onderwijsbehoeften; leraren hanteren groepsplan; bij klassenbezoeken aandachtspunt; idem collegiale consultatie; heldere doelformulering) Score: v
B. Onze leraren stimuleren medeverantwoordelijkheid bij de leerlingen voor de eigen ontwikkeling. (leraren creëren taakgerichte werksfeer; leerlingen zijn actief betrokkenheid; leerlingen hebben inbreng in organisatie van hun leren; groeps- en kind gesprekken geven dit punt aandacht: doelen benoemen en reflectie op resultaat) Score: v
C. Onze leraren hanteren klassenmanagement.
een
helder
gestructureerd
en
op
veilig
leren
gericht
(leraren zijn organisatorisch vaardig om tegemoet te komen aan onderwijs- en ondersteuningsbehoeften; er zijn heldere groepsregel; consequent gebruik groepsregels; groepsplan wordt gehanteerd; leraren hanteren afspraken zelfstandig werken; leraren hanteren dagplanning; leraren hanteren weekplanning) Score: v/g
Kwaliteitsaspect 6: De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. A. Onze leraren zijn vaardig in het gedifferentieerd lesgeven, zodat alle leerlingen bij technisch en begrijpend lezen, rekenen/wiskunde en spelling op hun niveau aan bod komen. (leraren zorgen voor passende didactische inhoud, begeleiding en onderwijstijd; leraren zijn in staat positieve aspecten van leerlingen in te zetten voor ontwikkeling; leraren zijn in staat positieve aspecten van de groep in te zetten; leraren hanteren bewust gestructureerde instructiestrategieën; groepsplan wordt gehanteerd; leraren kennen eigen ondersteuningsbehoeften) Score: v/g
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 25
B. Onze leraren zijn vaardig om alle leerlingen op hun niveau van sociale en emotionele ontwikkeling te begeleiden. (leraren zorgen voor passende pedagogische inhoud, begeleiding en onderwijstijd; leraren zijn in staat positieve aspecten van leerlingen in te zetten voor ontwikkeling; leraren hanteren bewust gestructureerde instructiestrategieën; leraren zijn in staat positieve aspecten van de groep in te zetten; groepsplan wordt gehanteerd; clustering van onderwijsbehoeften; leraren kennen eigen ondersteuningsbehoeften) Score: m/v
5.1.3. ondersteuning en begeleiding Kwaliteitsaspect 7: De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen A. Onze school gebruikt een samenhangend, gedigitaliseerd leerlingvolgsysteem om de ontwikkeling van leerlingen bij technisch en begrijpend lezen, rekenen/wiskunde en spelling te volgen. (school gebruikt digitaal, ook in groepen 1 en 2) Score: v/g
B. Onze school gebruikt een samenhangend, gedigitaliseerd leerlingvolgsysteem voor om de sociale en emotionele ontwikkeling van leerlingen te volgen. (school gebruikt digitaal PVLS, ook in groepen 1 en 2) Score: v/g
C. Onze leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang van de ontwikkeling van leerlingen. (Leraren doen dit a.d.h.v. methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen; in groep 1 en 2 met ontwikkelingvolgmodel KIJK, OVM) Score: v/g
Kwaliteitsaspect 8: De leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen extra ondersteuning A. Het zorgteam binnen onze school heeft voldoende expertise om op een adequate wijze handelingsgericht te (laten) handelen in de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van leerlingen en gezinnen. (de samenstelling is conform afspraken in swv; afstemming ketenpartners is gewaarborgd; duidelijkheid over inzet in- en externe expertise; werkwijze is voor iedereen duidelijk; preventieve en licht curatieve expertise is aanwezige, ondersteuningsstructuurstructuur is beschreven en wordt gehanteerd; ) Score: v
B. Onze leraren zijn vaardig in het vroegtijdig signaleren ondersteuningsbehoeften van de leerlingen en het gezin.
van
onderwijs-
en
(aantoonbaar dat (P)LVS wordt gehanteerd; er vinden observaties; ouder- en kindgesprekken worden ingezet; onderdeel van groeps- en leerlingbespreking;) Score: m/v
C. Onze leraren bepalen op basis van een analyse van de verzamelde gegevens de aard van de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften. (in kaart brengen stimulerende en belemmerende factoren; inzichtelijk maken van onderwijsbehoeften; bij bepalen van onderwijsbehoeften omgeving [school, groep, leerkracht, thuissituatie]; gebruikmaken van adviezen externen) Score: v
D. Onze leraren voeren de ondersteuning voor leerling conform gemaakte afspraken planmatig uit. (leraar als eerstverantwoordelijke; organisatie binnen en/of buiten de groep; hanteren handelingsadviezen, afspraken vanuit ondersteuningsstructuur worden uitgevoerd) Score: v/g
E. Onze leraren gaan regelmatig en gepland de effecten van de verleende ondersteuning na. (ondersteuningsstructuur, groeps- en leerlingbespreking) Score: v/g
F. Onze leraren zijn vaardig om ouders vroegtijdig bij de ondersteuning(svraag) te betrekken. (ondersteuningsstructuur maakt moment van betrokkenheid ouders duidelijk; afspraken ondersteuningsstructuur worden gehanteerd; oudergesprekken spelen een rol) Score: v/g
G. Onze school heeft heldere procedures voor de instroom, doorstroom en (tussentijdse) uitstroom van de leerlingen. (school heeft procedures en criteria; kengetallen helder; kengetallen gebruiken voor beleidsontwikkeling) Score: v/g
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 26
5.1.4.
kwaliteitszorg ondersteuning en begeleiding
Kwaliteitsaspect 9: De school heeft een systeem van kwaliteitszorg A. Directie stuurt de kwaliteitszorg aan. (beschrijving kwaliteitscyclus [zie paragraaf 2.2.3], beschrijving kwaliteitszorg [schoolgids en schoolplan]; relatie schoolplan/ondersteuningsplan) Score: v
B. Onze school hanteert een kwaliteitscyclus, waarbij de borging en ontwikkeling van het ondersteuningsprofiel een belangrijke plaats heeft. (schoolplan, jaarplan, ondersteuningsprofiel, nascholingsplan; rapportages; kengetallen inzetten bij beleidsontwikkeling voor beleid) Score: ontwikkelen
C. Onze school garandeert een optimale uitvoering van de taken van interne begeleiding, extra handen in de klas en remedial teaching. (i.b.-tijd, r.t.-tijd, o.a.-tijd, inzet ondersteuningsmiddelen vanuit lumpsum, inzet ondersteuningsmiddelen SWV, i.b.-er als coach; structureel overleg i.b.-er en m.t.; structureel overleg i.b.-er en leraar) Score: v/g
D. Onze school zorgt ervoor dat betrokkenen (personeel, ouders, kind) aantoonbaar tevreden zijn over (de wijze waarop) de (extra) ondersteuning aan leerlingen (gegeven wordt). (plaats betrokkenen in ondersteuningsstructuur; visie op betrokkenheid ouders bij ontwikkelingen leerlingen; team-, ouderen leerling tevredenheid Score: v/g
E. Onze school werkt structureel samen met en stemt af op ketenpartners. (plaats in ondersteuningsstructuur; afspraken met ketenpartners; afstemming met gemeente) Score: v/g
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 27
5.2. Preventieve en licht-curatieve ondersteuning In deze paragraaf wordt beschreven hoe de school door middel van preventieve en licht curatieve ondersteuning tegemoetkomt aan onderstaande onderwijsen ondersteuningsbehoeften van leerlingen. A. Onze school hanteert de principes van handelingsgericht werken als uitgangpunt voor het verlenen van ondersteuning op alle niveaus. (ondersteuningsstructuur is conform opgebouwd; LVS is conform ingericht; handelingsplanning is conform ingericht) Score: ontwikkelen
B. Onze school is gericht op het behalen van optimale opbrengsten. (school voert opbrengstgerichte gesprekken; school rapporteert en evalueert opbrengsten op leerling-, team- en groepsniveau; rapportage gaat ook naar ouders en kind; beleid is gericht op hoge opbrengsten; school formuleert streefdoelen voor groepen) Score: v/g
C. Onze school hanteert een sluitende ondersteunings- en zorgaanpak voor leerlingen met dyslexie. (school heeft en hanteert dyslexie protocol; inzet deskundigen en leesmoeders; beschrijving signalering in ondersteuningsstructuur; handelingsplan) Score: v/g
D. Onze school hanteert een sluitende ondersteunings- en zorgaanpak voor leerlingen met dyscalculie. (school heeft en hanteert dyscalculie protocol; inzet deskundigen en rekenvaders; beschrijving signalering in ondersteuningsstructuur; handelingsplan) Score: o (wel landelijke protocol)
E. Onze school hanteert onderwijsprogramma’s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een minder dan gemiddelde intelligentie. (beschrijving signalering handelingsplan; hulpklas) Score: v
ondersteuningsstructuur;
criteria eigen leerlijn; materialen eigen leerlijn basisvakken;
F. Onze school hanteert onderwijsprogramma’s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer dan gemiddelde intelligentie. (school heeft en hanteert hoogbegaafdheidsprotocol; leerstofaanbod; handelingsplan; plusklas) Score: o/m
G. Onze school is fysiek toegankelijk en heeft de beschikking over hulpmiddelen voor leerlingen met een (meervoudige) lichamelijk beperking. (zie paragraaf 4.3) Score: v/g
H. Onze school hanteert een aanpak op sociale veiligheid en gedragsproblemen. (beschrijving signalering in ondersteuningsstructuur; inzet deskundigen; programma’s) Score: v/g
I. Onze school heeft een voor alle medewerkers bekend en toegankelijk protocol voor medische handelingen. (school heeft en hanteert protocol) Score: o/m
J. Onze school is in staat vroegtijdig leer-, opgroei- en opvoedproblemen te signaleren (ondersteuningsstructuur, LVS) Score: v/g
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 28
5.3. Ondersteuningsstructuur 5.3.1. ondersteuningsstructuur schematisch Onderstaand schema toont de ondersteuningsstructuur zoals deze binnen onze school wordt gehanteerd. Betekenis voor leerkrachten en school (inter)actie naar ouders Stap 1 leerkracht in de groep observeert, signaleert en werkt handelingsgericht
Leerkracht informeert ouders over handelingsgericht werken en de ondersteuningsroute. Leerkracht in gesprek met ouders over de ontwikkeling van hun zoon of dochter.
Stap 2 leerkracht overlegt met collega(s) collegiale consultatie
Leerkracht informeert ouders over ondersteuningsroute. Leerkracht in gesprek met ouders: delen zorgen, afstemming aanpak, uitwisselen ervaringen, afstemmen aanpak.
Stap 3 Leerlingbespreking met i.b.-er: - wat of wie is er nodig binnen de school? - wat of wie is eventueel er nodig buiten de school?
Leerkracht informeert ouders over de ondersteuningsroute. Uitwisselen van ervaringen (expertise ouders!). Samen HGPD/HGW formulier invullen.
Stap 4 en/of 5 Zorgteambespreking: overleg met externe partners. De school schakelt externe expertise in (op school of thuis) en/of geleidt door naar CJG
Leerkracht informeert ouders over de ondersteuningsroute. Toestemming van ouders regelen. Ouders betrekken als partner-inzorg bij gesprekken.
ZAT: advies en consultatie multidisciplinair team met vertegenwoordigers vanuit het onderwijs en de hulpverlening. Eventueel doorgeleiding naar CJG
Leerkracht informeert ouders over de Zorgroute. Toestemming ouders regelen voor bespreking in ZAT. Ouders vullen eigen visie in voor het ZAT (formulier 2A) Ouders hebben inzage in het dossier dat naar het ZAT gaat
Stap 6 - ondersteuning/aanpassingen in reguliere school evt. m.b.v. rugzak (Leerling gebonden financiering, LGF) - aangepaste onderwijsvorm buiten reguliere school, (SBO of SO) - aangepaste voorzieningen voor jeugdzorg onder en/of na schooltijd - afstemming school – behandeling zorg (Centrum Indicatie stelling Zorg: CIZ)
School steunt ouders bij keuze opties: - huidige school kind - verwijzing andere basisschool - speciaal Basisonderwijs (toelaatbaarheidsverklaring) - Speciaal Onderwijs (toelaatbaarheidsverklaring)
NB Evaluatie en monitoring van de resultaten van de acties is vast onderdeel van elke stap.
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 29
5.3.2. ondersteuningsstructuur visueel
5.3.3. Beschrijving van functies en taakprofielen binnen ondersteuningsstructuur Voor de beschrijving van functies en taakprofielen binnen de ondersteuningsstructuur van de school verwijzen we naar de Schoolgids.
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 30
6.
Extra ondersteuning
6.1. Leerlingen met epilepsie Expertise De school heeft ervaring met de aanwezigheid van leerlingen met epilepsie. Met de SOschool “De Berkenschutse” in Heeze zijn afspraken gemaakt om binnen vijf werkdagen te reageren op aanvullende ondersteuningsvragen voor leerkracht en/of leerling. Alle leerkrachten hebben kennis en vaardigheid om te reageren als de leerling een epileptische aanval krijgt. Aandacht en tijd Beschikbare extra middelen voor ondersteuning worden ingezet voor extra handen in de groep. Een onderwijsassistent is geschoold in het adequaat reageren op een epileptische aanval. In geval van afwezigheid van de onderwijsassistent is een EHBO-er voldoende bekwaam om actie te ondernemen. Indien de leerling bij een aanval niet uit de groep kan gaan, is met de leerkracht afgesproken dat de leerkracht met de groep de klas tijdelijk verlaat. De kinderen van de groep weten wat er kan gebeuren als hun medeleerling een epileptische aanval krijgt. Fysieke omgeving De school heeft de beschikking over een brancard en over aanvullend materiaal om te voorkomen dat de leerling zich bij een aanval beschadigd. Diverse personeelsruimtes zijn zodanig ingericht dat de leerling daar tijdelijk een plaats kan krijgen. Samenwerking In crisissituaties is het altijd mogelijk een beroep op de ouders te doen. Er is een intensieve samenwerkingsrelatie met “De Berkenschutse”, een SO-school gespecialiseerd in het onderwijs aan epileptische leerlingen. 6.2. Leerlingen met dyslexie Expertise De school heeft ervaring met de aanwezigheid van leerlingen met dyslexie. Verschillende medewerkers hebben cursussen op dit terrein gevolgd. Daarnaast zijn er veel collega’s die in de loop van de jaren ervaring hebben opgedaan met dyslexiekinderen, zodat ook op deze wijze Aandacht en tijd Beschikbare extra middelen voor ondersteuning worden ingezet voor extra handen in de vorm van extra hulp buiten groep. Dit kan bestaan in extra hulp voor lezen en/of spelling. In het dyslexietraject voorafgaand aan het onderzoek wordt per week minimaal 1 volledig uur aan leerlingenhulp besteed in een 1 op 1 situatie. Fysieke omgeving De school heeft de beschikking over voldoende ruimtes waar de extra hulp aan dyslexieleerlingen gegeven kan worden òf waar de behandeling door de dyslexiebehandelaar kan plaatsvinden. Samenwerking: De school werkt in dyslexietrajecten samen met Driestar-Educatief. De school vraagt na het halfjarige hulptraject een dyslexieonderzoek bij Driestar aan. Indien dit wordt verleend zorgt de school ervoor dat de behandeling door een medewerker van Driestar op de school kan plaatsvinden.
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 31
6.3. Leerlingen met doofheid of slechthorendheid Expertise De school heeft ervaring met de aanwezigheid van dove of slechthorende leerlingen in een groep. Een aantal teamleden is in het bezit van het diploma “gebarentaal”. Het team heeft ervaring in het werken met solo-apparatuur.
Aandacht en tijd Dove en slechthorende leerlingen ontvangen op basis van hun leerlinggebonden financiering extra hulp door een onderwijsassistent. Daarnaast wordt er enkele malen per week een tolk ingeschakeld. Fysieke omgeving In de groepen waar een dove of slechthorende leerling zit, is een digitaal schoolbord aanwezig. Dove en slechthorende leerlingen zijn sterk visueel ingesteld, zodat een digibord een noodzakelijk hulpmiddel is. Samenwerking: De school werkt ten behoeve van dove en slechthorende leerlingen nauw samen met de Koninklijke Aurisgroep. Vanuit deze dienst vindt ambulante begeleiding plaats.
6.4.
Leerlingen met lichamelijke handicap
Expertise De school heeft ervaring met de aanwezigheid van leerlingen met een lichamelijke handicap. Aandacht en tijd Leerlingen met een lichamelijke handicap ontvangen op basis van hun leerlinggebonden financiering extra hulp door een onderwijsassistent. Op verzoek kan vanuit de PGB-gelden door de school ook een deel van de zorg geboden worden. Fysieke omgeving De school, de gangen en de lokalen zijn rolstoeltoegankelijk. Er is een invalidentoilet beschikbaar. Verder is er een ruimte waar verschoning e.d. kunnen plaatsvinden. De school is eveneens in het bezit van een brancard. Samenwerking: De school werkt nauw samen met Mytylschool “De Sprienke”. Lichamelijk gehandicapte leerlingen worden vanuit deze school ambulant begeleid. Zonder ambulant begeleiding zou de school dit type leerlingen niet kunnen plaatsen.
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 32
7.
Conclusie en ambities.
7.1. Conclusies 7.1.1. basisondersteuning-basiskwaliteit Wat betreft de basiskwaliteit valt op de ds. G.H. Kerstenschool in het algemeen op dat de kwaliteitsaspecten overwegend voldoende tot goed gescoord worden. Een aantal onderdelen vragen aandacht, namelijk: - Kwaliteitsaspect 1c scoort matig vanwege het ontbreken van een groepsplan voor sociaal emotionele ontwikkeling en het nog niet schoolbreed analyseren van trends op sociaal emotioneel gebied (a.d.h.v van ZIEN). In het cursusjaar 2013-2014 is het voornemen om hier vanuit Driestar-Educatief schoolontwikkeling op in te zetten. - Kwaliteitsaspect 2c en 8b scoren matig / voldoende vanwege het nog niet volledig ingevoerd hebben van het voeren van handelingsgerichte kindgesprekken door leerkrachten. In het huidige cursusjaar 2012-2013 is hiermee in de midden- en bovenbouw door de leerkrachten gestart. - Kwaliteitsaspect 3 scoort matig / voldoende vanwege het feit dat leerkrachten zich strak aan het lesrooster houden en vanuit methodedruk minder flexibel zijn om extra te investeren op vakken of ontwikkelingsgebieden die voor hun groep (of groepen leerlingen) van belang zijn. Het lopende teamtraject Handelingsgericht werken rondom het werken met groepsplannen (hoe ga ik mijn leerdoelen realiseren, welke focus kies ik) helpt leerkrachten om deze manier van werken te veranderen. - Kwaliteitsaspect 6b scoort matig / voldoende vanwege het feit dat Handelingsgericht werken nog niet volledig is geïmplementeerd in de school. - Op kwaliteitsaspect 9b (de school hanteert een kwaliteitscyclus, waarbij de borging en ontwikkeling van het ondersteuningsprofiel een belangrijke plaats heeft) wordt afhankelijk van de snelheid van invoering van het huidige ondersteuningsprofiel actie ondernomen. 7.1.2. basisondersteuning-preventieve en licht-curatieve ondersteuning Wat betreft de preventieve en licht-curatieve ondersteuning valt in het algemeen op de Ds. G.H. Kerstenschool op dat de kwaliteitsaspecten overwegend voldoende tot goed gescoord worden. Een aantal onderdelen loopt in het oog, namelijk: - Bij kwaliteitsaspect A (de school hanteert de principes van handelingsgericht werken als uitgangpunt voor het verlenen van ondersteuning op alle niveaus) wordt opgemerkt dat deze ontwikkeld wordt. Vanaf het cursusjaar 2011-2012 is de ontwikkeling op dit punt in gang gezet. Deze wordt in 2013-2014 vervolgd. Hiermee wordt gewerkt aan de verdere professionele ontwikkeling van de leerkracht op het gebied van handelingsgericht werken. - Kwaliteitsaspect D (de school hanteert een sluitende ondersteunings- en zorgaanpak voor leerlingen met dyscalculie) wordt onvoldoende gescoord. Er is inmiddels wel een landelijk protocol voor dyscalculie verschenen, maar de school heeft nog geen schoolspecifiek protocol op dit punt ontwikkeld. In afwachting van advisering vanuit Driestar educatief op dit punt zullen de ontwikkelingen op het gebied van dyslcalculie verder worden verkend en opgepakt. - Kwaliteitsaspect F (de school hanteert onderwijsprogramma’s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer dan gemiddelde intelligentie) scoort onvoldoende / matig. Binnen Colon wordt met de participerende scholen gezocht naar mogelijkheden voor een betere afstemming op hoog- en meer begaafdheid. Daarnaast is er in 2012-2013 door de zorgcoördinator binnen de eigen school een pilot gestart. Leerlingen krijgen extra materialen die in de klas worden ingezet naast hun reguliere taak. Eén keer per week krijgen deze leerlingen extra aanbod buiten de klas (a. projectmatig werken zoals bijv. Reis om de wereld in 80 dagen / b. het
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 33
-
stimuleren van het ‘leren leren’ door deze leerlingen). Op dit punt wordt ook verwezen naar de ambities zoals verwoord in paragraaf 7.2. Kwaliteitsaspect I (de school heeft een voor alle medewerkers bekend en toegankelijk protocol voor medische handelingen) scoort onvoldoende Er is op dit punt momenteel geen protocol binnen de school aanwezig. Er zijn 6 gecertificeerde bedrijfshulpverleners binnen de school. Verder is er één casus in de historie van de afgelopen jaren binnen de school, waarbij in geval van ‘spina bifida’ in overleg tussen school, ambulant begeleider en ouders een kort protocol van handelen is opgesteld. In voorkomende gevallen zal door het schoolteam in overleg met ambulante begeleiding een stappenplan opgesteld worden rondom de benodigde medische handelingen.
7.1.3. extra ondersteuning De extra ondersteuning betreft alle vormen van onderwijsondersteuning die de basisondersteuning overstijgen. Voor de Ds. G.H. Kerstenschool bestaat deze uit: - leerlingen met epilepsie; - leerlingen met dyslexie; - leerlingen met doofheid / slechthorendheid; - leerlingen met lichamelijk handicap. Op de beschrijving van bovenstaande gebieden blijkt dat er altijd externe expertise betrokken wordt Voor een specifieke beschrijving van de visie op de beschreven vormen van ondersteuning wordt verwezen naar hoofdstuk 6. 7.2. Ambities Wat zijn de ambities van de school op het gebied van de leerlingenzorg? De wenselijke situatie binnen het schoolteam wordt in het onderstaande beschreven op een vijftal mogelijke domeinen, namelijk: (1) Extra aandacht en handen; (2) Onderwijsmaterialen; (3) Ruimtelijke omgeving/inrichting; (4) Expertise in de school; (5) Samenwerking met externe experts. In het algemeen kan opgemerkt worden dat het schoolteam wat betreft de ruimtelijke omgeving / inrichting van het schoolgebouw en schoolplein geen specifieke ambities heeft uitgesproken. In het onderstaande worden de door het schoolteam in cursusjaar 2012-2013 uitgesproken ambities gekoppeld aan de verschillende niveaus van ondersteuning. 7.2.1. basisondersteuning-basiskwaliteit Voor het realiseren van basisondersteuning-basiskwaliteit zijn in paragraaf 7.1 enkele actiepunten beschreven die rondom de versterking van de basiskwaliteit binnen de school (al) opgepakt worden. Samenvattend betreft dit: - In het cursusjaar 2013-2014 is het voornemen om een stuk schoolontwikkeling in te zetten op het analyseren van trends op sociaal-emotioneel gebied en het mogelijk opstellen van een groepsplan op dit punt. - Het voeren van handelingsgerichte kindgesprekken door leerkrachten is in gang gezet en krijgt een vervolg in cursusjaar 2013-2014. - In het lopende teamtraject rondom het werken met groepsplannen (hoe ga ik mijn leerdoelen realiseren, welke focus kies ik) worden leerkrachten geholpen om de
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 34
-
hoeveelheid leertijd voor technisch en begrijpend lezen, rekenen/wiskunde en spelling af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de groep. Betreffende het hanteren van een kwaliteitscyclus (waarbij de borging en ontwikkeling van het ondersteuningsprofiel een belangrijke plaats heeft) wordt afhankelijk van de snelheid van invoering van het huidige ondersteuningsprofiel actie ondernomen.
Door het schoolteam uitgesproken ambitie betreffende expertise in de school: - Het team wenst verder door te groeien in de expertise en ervaring op het gebied van handelingsgericht werken (waar in het cursusjaar 2011-2012 een start mee is gemaakt). 7.2.2. basisondersteuning-preventieve en licht-curatieve ondersteuning Door het schoolteam uitgesproken ambitie betreffende extra aandacht/handen: - De wens is door het schoolteam uitgesproken om voor leerlingen die een specifieke onderwijsbehoefte voor leren of gedrag hebben een beroep te kunnen doen op extra aandacht / handen (daarbij de ‘zwaarte’ ofwel complexiteit van de totale groep leerlingen voor de betreffende leerkracht in ogenschouw nemend). Ambitie betreffende onderwijsmaterialen: - Inzake omgaan met meer- en hoogbegaafdheid wenst het team de hoeveelheid en variatie in middelen en materialen verder uit te breiden. Het schoolteam is van mening dat ze hierin nog een verdiepingsslag kunnen maken. Daarbij wordt vooreerst gedacht aan verdiepingsmateriaal op het gebied van taal en spelling. Ambitie betreffende samenwerking met externe experts: - Op het terrein van de samenwerking met externe experts heeft de school geen specifieke ambities geformuleerd. Graag blijft de school gebruik maken van haar huidige externe netwerk van (ambulante) begeleiding en advisering. 7.2.3. extra ondersteuning Door het schoolteam uitgesproken ambities betreffende expertise in de school: - Rondom het signaleren, diagnosticeren en begeleiden van kinderen met meer- en hoogbegaafdheid wenst het team haar expertise uit te bouwen. Ook wil het team nadenken over organisatiemodellen (bijv. opvang in de eigen groep en/of opvang in een specifieke plusgroep). De ambitie is om school breed iets op te zetten voor leerlingen die meer- en hoogbegaafd zijn. - Er is kennis en ervaring binnen het schoolteam aanwezig op het gebied van stoornissen binnen het spectrum van autisme. De ambitie van het schoolteam is om deze kennis te verdiepen en verbreden (over het gehele schoolteam te verspreiden). Er wordt gedacht aan scholing op zowel kennis- als vaardigheidsaspecten voor gehele schoolteam. - Er is enige ervaring in het begeleiden van kinderen met een intelligentie die significant beneden het gemiddelde ligt. De school wil leerlingen met het syndroom van down (of soortgelijke beperking) gedurende de onderbouw jaren zelf plaatsen. De uitdaging op het omgaan met de voornoemde specifieke onderwijsbehoeften is om de expertise daar waar nodig verder uit te bouwen (ook actueel te houden) en de ervaringen op deze deelterreinen verder binnen de school te verspreiden (bijv. door middel van collegiaal leren / intervisie). Er is met name een behoefte om het lesprogramma voor moeilijk lerende kinderen op een zodanige wijze aan te passen dat er niet alleen op de hoofdvakken (bijv. rekenen en taal) rekening wordt gehouden met de onderwijsbehoeften van deze leerlingen, maar juist ook bij de zaakvakken en daaraan gekoppeld huiswerkbeleid.
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 35
Ambities betreffende samenwerking met externe experts: - Op het terrein van de samenwerking met externe experts heeft de school geen specifieke ambities geformuleerd. Graag blijft de school gebruik maken van haar huidige externe netwerk van (ambulante) begeleiding en advisering. - Wel wil het team in het kader van de verdere groei op de expertisegebieden hoogbegaafdheid en autisme (zie ambities betreffende expertise binnen de school) bewust nadenken over (ambulante) begeleiding en advisering op deze expertisegebieden. 7.3. Randvoorwaarden Op basis van de geformuleerde conclusies en ambities worden in het onderstaande de randvoorwaarden beschreven op de drie onderscheiden niveaus om de ambities te realiseren. Deze randvoorwaarden zijn zowel in- als extern geformuleerd. 7.3.1. basisondersteuning-basiskwaliteit Extern: voor het realiseren van de ambities op het gebied van basiskwaliteit kan opgemerkt worden dat dit onder begeleiding / advisering van de onderwijsadviesdienst zal plaats vinden. Intern: voldoende tijd en middelen inzetten om de groei daadwerkelijk te realiseren (bijv. de school bezint zich op dit moment hoe ze het uitvoeren van kindgesprekken door leerkrachten kan faciliteren). 7.3.2. basisondersteuning-preventieve en licht-curatieve ondersteuning Extern: voor het realiseren van de ambities op het gebied van preventieve en licht-curatieve ondersteuning kan opgemerkt worden dat er een beroep gedaan zal worden op externe adviseurs. Intern: budget beschikbaar hebben rondom mogelijk aan te schaffen middelen en materialen. 7.3.3. extra ondersteuning Extern: voor het realiseren van de ambities op het gebied van extra ondersteuning kan opgemerkt worden dat er een beroep gedaan zal worden op externe adviseurs. Intern: tijd inplannen voor professionaliseringsmomenten (tijd voor teambrede deskundigheidsbevordering. Ook dienen er middelen beschikbaar te zijn wat betreft het inkopen van expertise en het eventueel aanschaffen van ondersteunende materialen op de betreffende expertisegebieden. Verder zal in het wervings- en aannamebeleid van nieuwe leerkrachten rekening worden gehouden met het profiel dat de school op het gebied van zorg gekozen heeft.
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 36
8.
Bijlagen
8.1. Bijlage 1: SOP in Schema Expertiseveld
Ervaring
Scholing
Externe begeleiding, o.a. Toekomst Ambulant Begeleiding
Visuele beperkingen
Geen
Geen
Visio-Goes
Geen
Auditieve beperkingen
1x Intern Begeleider 4x Groepsleerkracht 1x Onderwijsassistent
1x Intern Begeleider (cursus communicatie) 1x Groepsleerkracht (cursus gebarentaal) 1x Onderwijsassistent (cursus gebarentaal)
Auris-Goes
Geen
Verstandelijke beperkingen
1x Intern Begeleider
1x Intern Begeleider (master SEN) 1x Groepsleerkracht (master SEN)
Eben-Haëzer, Kapelle
1x Groepsleerkracht (master SEN, 2013-2016)
1x Intern Begeleider (cursus motorische bep.)
Mytylschool, Goes
1x Intern Begeleider (cursus autisme) Hele team (teambijeenkomsten) 1x Onderwijsassistent (gedragscursus)
SO-4, Kapelle
6x Groepsleerkracht
Motorische beperkingen
Autisme (gedragsproblematiek)
1x Onderwijsassistent 1x Intern Begeleider 1x Onderwijsassistent 2x Intern Begeleider 15x Groepsleerkracht 2x Onderwijsassistent
Dyslexie
2x Intern Begeleider Alle groepsleerkrachten 4x Onderwijsassistent
1x Intern Begeleider (cursus dyslexie) 1x Onderwijsassistent (cursus dyslexie) 3x Onderwijsassistent (cursus leestrainingen)
1x Groepsleerkracht (master SEN, 2013-2016) Hele team (teambijeenkomsten rond gedrag e.a. 2013-2015)
2x Groepsleerkracht (cursus dyslexie, 20132014))
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 37
Expertiseveld
Ervaring
Scholing
Externe begeleiding, o.a. Toekomst Ambulant Begeleiding
Epilepsie
2x Intern Begeleider
Hele team (teambijeenkomsten) 2x Groepsleerkrachten (cursus EHBO) Geen
Berkenschutse, Heeze
5x Groepsleerkracht Langdurig zieken
1x Intern Begeleider 3x Groepsleerkracht
Hoogbegaafdheid
2013-
Geen
REC-3
1x Onderwijsassistent 1x Intern Begeleider 2x Groepsleerkracht
RPCZ, Vlissingen
Hele team (teambijeenkomst 2014)
1x Groepsleerkracht (cursus hoogbegaafdheid)
Colon-Driestar
1x Intern Begeleider (cursus via Colon, 20132016) 2x Groepsleerkracht (cursus via Colon 20132016) Teamscholing (intern, 2014-2016)
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 38
8.2. Bijlage 2: Toetsresultaten. De resultaten worden besproken in de team- en bouwvergaderingen, waar evt. actie- en werkpunten worden geformuleerd. De onderwijskwaliteitscommisie van het bestuur voert tijdens haar vergaderingen met de schooldirectie de taken van de toezichthouder uit. 8.2.1. LVS-resultaten Hieronder de LVS-resultaten van het schooljaar 2012-2013. Onderstaande gegevens zijn van de afname januari/februari; de gegevens op de volgende pagina zijn die van mei/juni. Waar een groep onder het landelijk gemiddelde zit en/of op de inspectienorm zijn de getallen oranje gekleurd; waar ze onder de inspectienorm zitten, zijn ze rood gekleurd. Uitslagen januari/februari Groep Technisch lezen 3a
3b
4a
4b
5a
5b
6a
6b
7a
7b
8a
8b
S L I S L I S L I S L I S L I S L
24 23 21 24 23 21 52 54 48 59 54 48 71 70 66 77 70
I
66
S L I S L I S L
84 82 78 85 82 78 88 88
I
85
S L I S L I S L
93 88 85 106 96 93 98 96
I
93
Spelling
Begrijpend lezen
S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I
S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I
110 107 nvt 108 107 nvt 120 119 nvt 121 119 nvt 131 126 nvt 134 126 nvt 138 133 nvt 138 133 nvt 142 139 nvt 144 139 nvt 148 / 107 142 / 108 nvt 146 / 113 142 / 108 nvt
nvt nvt nvt nvt nvt nvt 12 8 nvt 9 8 nvt 30 22 25 34 22 25 35 32 32 32 32 32 36 44 45 44 44 45 60 54 55 56 54 55
Rekenen wiskunde S 35 L 26 I nvt S 38 L 26 I nvt S 50 L 47 I 50 S 48 L 47 I 50 S 75 L 70 I 71 S 81 L 70 I 71 S 91 L 83 I 84 S 91 L 83 I 84 S 96 L 96 I 98 S 101 L 96 I 98 S 110 L 108 I 110 S 112 L 108 I 110
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
en
pagina 39
Uitslagen mei/juni - Begrijpend lezen wordt in de groepen 5 t/m 8 alleen in januari/februari afgenomen. - In groep 8 worden in mei/juni geen LVS-toetsen afgenomen. Groep
Technisch lezen
Spelling
Begrijpend lezen
3a
S L I S L I S L I S L I S L I S L
41 36 33 38 36 33 60 62 56 60 62 56 76 76 71 84 76
I
71
S L I S L I S L
92 86 nvt 89 86 nvt 91 93
S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L
I
nvt
S L I S L I S L
97 93 nvt
S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L I S L
3b
4a
4b
5a
5b
6a
6b
7a
7b
8a
8b
I
I
115 112 nvt 114 112 nvt 122 120 nvt 124 120 nvt 133 130 nvt 139 130 nvt 140 137 nvt 140 137 nvt 142 140 nvt 144 140 nvt
S L I S L
Rekenen wiskunde S 43 L 35 I nvt S 46 L 35 I nvt S 59 L 58 I 61 S 56 L 58 I 61 S 80 L 75 I 78 S 84 L 75 I 78 S 92 L 88 I 89 S 92 L 88 I 89 S 102 L 99 I 102 S 105 L 99 I 102 S L I S L
I
I
I S L I S L
I
nvt nvt nvt nvt nvt nvt 18 13 nvt 18 13 nvt
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
en
pagina 40
8.2.2. CITO-resultaten - De uitslag van de CITO-eindtoets 2013 lag boven het landelijk gemiddelde. In 2009-2010 en 2010-2011 zaten we ruim boven het gemiddelde, in 2011-2012 iets boven het gemiddelde, dit jaar weer ruimer erboven. Uitslagen van de CITO-eindtoets in %, een vergelijking tussen school en landelijk gemiddelden 2009/10 2010/11 2011/12 2012/13 land sch land sch land sch land sch Score 534,9 536,2 535,1 536,2 535,1 535,3 534,8 535,2 Totaal 76 79 75 77 70 72 71 75 77 73 78 76 74 69
82 70 83 80 76 68
83 70 74 72 71 70
87 69 74 72 72 71
76 67 75 68 64 72
78 61 79 71 67 69
74 67 75 69 90 68
79 67 80 70 77 65
69 69 69 76
66 70 70 78
72 71 67 74
73 71 68 75
73 72 70 75
73 70 62 75
71 67 64 70
68 66 61 68
74 74 79 78
77 74 79 83
79 70 70 76
78 74 73 75
76 76 71 79
76 74 73 79
73 69 67 71
70 72 63 65
Totaal
73
70
66
68
74
69
67
63
13. Aardrijkskunde
73 75 71
72 73 66
74 76 70
70 71 62
74 76 71
68 74 65
66 70 66
61 68 60
72
74
74
72
73
71
69
68
73
76
73
75
72
72
70
71
Taal
1. Schrijven van teksten 2. Spellen van werkwoorden 3. Spellen van niet- werkwoorden 4. Begrijpend lezen 5. Woordenschat
Rekenen
Totaal 6. Getallen en bewerkingen 7. Verhouding, breuken, procenten
Wereldoriëntatie
Studievaardigheden
8. Meten, meetkunde, tijd, geld Totaal 9. Hanteren van studietekst 10. Hanteren van informatiebronnen 11. Kaartlezen 12. Lezen van schema's, tabellen en grafieken
14. Geschiedenis 15. Natuuronderwijs
Totaalpercentage, incl. wereldoriëntatie Totaalpercentage, excl. wereldoriëntatie
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 41
Schoolondersteuningsprofiel Ds. G.H. Kerstenschool – Yerseke (versie juni 2013)
pagina 42