Minor Psychiatrie van het jonge kind ( 0-3 jaar) 1. 1.1
Administratieve gegevens Naam van het minorpakket
1.2 1.3 1.4 1.5
Penvoerende Schooldirecteur Contactpersonen Taal Samenhang met major(s) en andere minors
Marij Urlings Cees van Dijk, Josine Dekker Nederlands De differentiatieminor “psychiatrie van het jonge kind (Infant Mental Health) ” is een verbredende/verdiepende differentiatieminor voor derde –en vierdejaars studenten van de opleidingen Pedagogiek, MWD, SPH, HBO-V en Pabo. Bij deeltijdstudenten staat de minor ook open voor tweedejaars studenten.
1.6
Omvang
3 x 5 credits
2. 2.1
Inhoud van het minorpakket Omschrijving inhoud
2.2
Doel
psychiatrie van het jonge kind : “The first Years last forever “
De minor is gericht op het verwerven van kennis en praktische vaardigheden op het gebied van het ondersteunen van positieve ouder-kind interacties en het promoten van optimale ontwikkelingskansen voor het jonge kind ( 0-3 jaar, uitloop tot 6 jaar). De student verdiept zich in de volgende thema’s: ontwikkelingspsychopathologie van het jonge kind Het classificatiesysteem DC 0-3R theorievorming over het ontstaan van ouderschap en ouderschapsproblematiek risico’s voor latere ontwikkelingsproblemen pedagogische verwaarlozing en mishandeling preventieve en curatieve interventie middels spelbegeleiding Relevantie Er is een internationale wetenschappelijke beweging die zich richt op onderzoek naar behandeling en preventie in de vroege kindertijd (0 tot 6 jaar). Bij bedreiging van de ontwikkeling van het kind zijn vroegtijdige interventies van groot belang. De minor ‘Infant Mental Health’ wil bij deze snel groeiende beweging, die is georganiseerd in de World Association of Infant Mental Health (WAIMH) aansluiten. Relatie met werkveld Studenten die de minor met goed resultaat doorlopen zijn in staat belemmeringen en bedreigingen tijdens de vroege ontwikkeling van het kind te signaleren en adequate behandeling en begeleiding te bieden aan ouder en kind. Professionals kunnen vanuit vele functies en bij diverse
1
instellingen met situaties in aanraking komen die mogelijk bedreigend zijn voor de geestelijke gezondheid van het jonge kind , zoals: - consultatiebureau - Ouder en kind Centra - kinderdagverblijf - algemeen ziekenhuis, kinderafdeling - ambulante gezinsbegeleiding - residentiële gezinsbehandeling - voogdij werk - voorschoolse educatie Taken: het signaleren van pathologische verschijnselen in de vroegkinderlijke ontwikkeling. onderzoeken van signalen van (mogelijke) verwaarlozing en/of mishandeling. een bijdrage leveren aan de diagnostiek op basis van kennis van de ontwikkelingspsychopathologie het uitvoeren van interventies bij baby’s, peuters en kleuters en hun ouders het middels spelbegeleiding behandelen van ouder &kind bij (dreigende) hechtingsstoornissen en bij contactstoornissen in het autistisch spectrum. Praktijkonderzoek De student zal in een gezin observaties verrichten en een spelbegeleiding uitvoeren waardoor hij aan het einde van de minor in staat is tot:
2.3
Doelgroep
2.4
Gewenste voorkennis
het signaleren van symptomen en ziektebeelden uit de ontwikkelings-psychopathologie van het zeer jonge kind het leveren van een bijdrage aan de diagnostiek van de kwaliteit van de ouder-kind relatie het inschatten van risicofactoren in het gezin voor latere ontwikkelingsproblemen het uitvoeren van spelinterventieprogramma’s voor ouders en jonge kinderen
Studenten van: - School of Health - School of Social Work - School of Education
-Kennis van de ontwikkelingspsychologie -Kennis van de sociale kaart op gebied van onderwijs, welzijn en jeugdhulpverleningsinstellingen.
2
-Basiskennis van observeren en rapporteren -In staat zijn Engelstalige literatuur te bestuderen -Samenwerken 2.5
Beoogd niveau
Niveau: niveau 2 ** (deeltijd) en 3***(voltijd) Literatuur Vliegen,N. kleine baby’s , prille ouders. Acco, 2006 ISBN 90 334 6100 5 Visser, J.C.: DC 0-3R, diagnostische classificatie van psychische ontwikkelingsstoornissen bij infants. Van Gorcum 2005 ISBN 902324057X Reader met artikelen
2.6
Didactisch concept
2.7
Toetsing
-Hoorcolleges -Zelfstudie -Observatie opdrachten uitvoeren in een gezinssituatie -training spelbegeleiding 1-Schriftelijke kennistoets over de ontwikkelingspsychopathologie van het jonge kind . Toetsindicatoren Voldoende kennis uit de voorgeschreven literatuur.
2-Verslag diagnostiekpracticum: 2.1 Verslag van observatie, analyse en beoordeling van ouder-kind interacties. - video opname van ouder-kind interacties en analyse en beoordeling ervan De observaties vinden plaats in 4 situaties: - eetsituatie - verzorgende situatie - vrije situatie - opdrachtsituatie Toetsindicatoren -De student is in staat tot adequaat contact met ouders en kind -Centrale begrippen uit de literatuur worden correct toegepast op de praktijksituaties - Er wordt een theoretisch onderbouwde analyse gegeven van de kwaliteit van: de contactname van ouder met kind de sensitiviteit van de ouders de responsiviteit van de ouders - Er wordt een theoretisch onderbouwde analyse gegeven
3
van het functioneren van het kind t.a.v.: lichamelijkheid en motoriek contactname in diverse situaties omgang met materialen verbale en non-verbale communicatie -Er is een heldere beoordeling van de kwaliteit van het ouderschap en de ontwikkeling van het kind. Toetsindicatoren - student onderzoekt literatuur over een onderwerp naar keuze - student presenteert in de klas zijn bevindingen middels een referaat van 15 minuten ( hand-out max. 1 A4tje)
3- Praktijktoets In de praktijktoets wordt daadwerkelijk een vorm van spelbegeleiding met kind en ouder uitgevoerd. Hiervan wordt een beeldopname gemaakt en dient de student in een mondelinge toets hierover verantwoording af te leggen. Toetsindicatoren: -student begeleidt een spelsituatie waarin gebruik gemaakt wordt van één van de volgende methodieken: contactondersteunde spelbegeleiding spelstimulering gericht op de cognitieve ontwikkeling ( autistische kinderen en / of kinderen met een ontwikkelingsachterstand) volgende spelbegeleiding ( kinderen met emotionele problematiek) 3. 3.1
Organisatie van het minorpakket Onderdelen
Naam van de drie onderdelen Deel 1: ‘Kennistoets “infant mental health” 5 EC’s Deel 2: “Diagnostiekpracticum” 5 EC’s Deel 3: ‘ Training spelbegeleiding’ 5 EC’s Totaal 15 EC’s
4
3.2
Roostering
Periode 2 en 4 Wekelijks hoorcollege: blok van 2 lesuren Wekelijks werkgroepbijeenkomst ten behoeve van diagnostiekpracticum: blok van 4 lesuren(voltijd) of 3 lesuren( deeltijd) Wekelijks 2(voltijd) of 1(deeltijd) spelbegeleiding van 3 lesuren.
bijeenkomsten
Het onderwijs wordt op diverse dagen aangeboden, de donderdag uitgezonderd
3.3
Mogelijk aantal deelnemers
3.4
Vestiging van aanbieding
Minimaal 15, maximaal 20 deelnemers per groep.
Amsterdam 3.5 4
Digitale component Overige informatie
Blended learning / Blackboard
4.1
Raakvlakken met Inholland uitgangspunten
Kwaliteit van bestaan: Kindermishandeling en verwaarlozing staan momenteel volop in de belangstelling. In toenemende mate wordt er gezocht naar mogelijkheden om de rechten van het kind de waarborgen. De minor sluit aan bij een overheidsbeleid dat vroegtijdig opvoedings- en ontwikkelingsproblemen in gezinnen in kaart wil brengen . Internationalisering en globalisering: De differentiatie minor “kinderpsychiatrie van het jonge kind” sluit aan bij ontwikkelingen op dit gebied in de VS. Het vakgebied “Infant Mental Health” wordt in toenemende mate verspreid over Europa. Regionale samenwerking en rol in kennisnetwerk In het kader van deze minor wordt contact gelegd met consultatiebureaus en Ouder-kind centra.
4.2
Voorlichtingsmateriaal
brochure
5