Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (J.Tol, I.C.S. Swinkels, C.J. Leemrijse, C. Veenhof, Minder diëtistische behandeling door grotendeels schrappen diëtetiek uit de basisverzekering. Factsheet. Utrecht: NIVEL, 2012) worden gebruikt.
Factsheet NIVEL, mei 2012 Minder diëtistische behandeling door grotendeels schrappen van dieetadvisering uit de basisverzekering De eerste effecten van de verminderde vergoeding van dieetadvisering zijn zichtbaar. In het eerste kwartaal van 2012 bezochten 28% minder cliënten de vrijgevestigde diëtist. Dit komt doordat dieetadvisering sinds begin 2012 nog maar voor een beperkt deel vanuit de basisverzekering wordt vergoed. De cliënten die nog wel komen, krijgen bovendien minder diëtistische zorg. De diëtisten leverden gemiddeld 39% minder uren zorg.
Achtergrond Sinds 1 januari 2012 wordt dieetadvisering alleen nog voor maximaal 4 uur per kalenderjaar vanuit de basisverzekering vergoed als dit onderdeel is van gecoördineerde multidisciplinaire zorg voor cliënten met diabetes mellitus, chronische obstructieve longziekten of een verhoogd cardiovasculair risico. [1] Dit is bijvoorbeeld zorg die via zorggroepen wordt geleverd. Voorheen werd 4 uur dieetadvisering per kalenderjaar vanuit de basisverzekering vergoed zolang er sprake was van een verwijzing. Wanneer cliënten via directe toegang 1 kwamen verschilde het per zorgverzekeraar of de dieetbehandeling werd vergoed. Begin 2012 heeft de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD) een enquête onder haar leden gehouden. Hierbij gaven diëtisten aan een grote terugloop te zien in het aantal afspraken. [2] In deze factsheet wordt op basis van declaratiegegevens van 93 vrijgevestigde diëtistenpraktijken beschreven in welke mate de verminderde vergoeding van dieetadvisering vanuit de basisverzekering gevolgen heeft voor de verstrekte zorg. Hierbij is gekeken naar veranderingen in het aantal cliënten, het aantal uren zorg, de omvang van de zorg per cliënt en het type cliënt.
1
Sinds 1 augustus 2011 is directe toegang diëtetiek ingevoerd. Hierdoor kunnen cliënten zonder verwijzing van een arts of specialist voor een behandeling naar een diëtist toe.
Per praktijk 28% minder cliënten en 39% minder uren zorg
Bij 83 van de 93 onderzochte praktijken is er na de verminderde vergoeding van dieetadvisering in de vrijgevestigde diëtistenpraktijk een daling in het aantal cliënten zichtbaar (zie figuur 1). In het eerste kwartaal van 2012 kwamen er gemiddeld 54 cliënten minder bij de diëtistenpraktijk dan in het eerste kwartaal van 2011. Dit komt neer op een gemiddelde daling van 28,3% (95%BI 35,2%; -21,5%). Samenhangend met de daling van het aantal cliënten daalde de geleverde zorg, met gemiddeld 92 uur per praktijk. Dit komt neer op een daling van 39,4% (95% BI -47,5%; -31,3%) (zie figuur 2).
% verandering in aantal cliënten
Figuur 1. Relatieve verandering in aantal cliënten in 93 vrijgevestigde extramurale diëtistenpraktijken e e in het 1 kwartaal van 2012 ten opzichte van het 1 kwartaal van 2011.
100 80 60 40 20 0 -20 -40 -60 -80 -100 Aantal praktijken (n=93)
Figuur 2. Verandering in het gemiddeld aantal cliënten en het gemiddeld aantal uren zorg in 93 e e vrijgevestigde extramurale diëtistenpraktijken in het 1 kwartaal van 2012 ten opzichte van het 1 kwartaal van 2011.
233
250 200 150
190 136
141 Kwartaal 1 2011 Kwartaal 1 2012
100 50 0 gemiddeld aantal gemiddeld aantal clienten per praktijk uren zorg per praktijk
Per cliënt 17% minder behandeltijd De verminderde vergoeding van dieetadvisering heeft niet alleen gevolgen voor de praktijk, maar ook voor de cliënt. Niet alleen is het aantal cliënten bij de diëtist afgenomen, de behandeltijd is in het eerste kwartaal van 2012 in vergelijking met 2011 ook afgenomen. In het eerste kwartaal van 2012 is de totale behandeltijd per cliënt met gemiddeld 13 minuten afgenomen. Dit komt per cliënt neer op een daling van 16,5% (95% BI -19,9%; -13,2%) (zie figuur 3). Van de gemiddelde daling in totale behandeltijd nam absoluut gezien de daadwerkelijke contacttijd, c.q. directe behandeltijd het meest af met gemiddeld 9 minuten per cliënt.
Gemiddelde behandeltijd per cliënt
Figuur 3. Verandering in het gemiddeld aantal minuten behandeltijd per cliënt binnen 93 e e vrijgevestigde extramurale diëtistenpraktijken in het 1 kwartaal van 2012 ten opzichte van het 1 kwartaal van 2011.
90,0 80,0 70,0
14,2
60,0
10,6
50,0
directe behandeltijd (contacttijd met cliënt)
40,0 30,0
62,7
53,6
20,0 10,0 0,0 Kwartaal 1 2011
indirecte behandeltijd (o.a. administratieve werkzaamheden)
Kwartaal 1 2012
Minder cliënten met een te hoog lichaamsgewicht Net als in het eerste kwartaal van 2011, waren de cliënten gemiddeld 48 jaar en was tweederde vrouw. De meest voorkomende diagnosen zijn in figuur 4 weergegeven. De grootste verandering is te zien in het aantal cliënten met een te hoog lichaamsgewicht en het aantal cliënten met diabetes. Tussen 2011 en 2012 lijkt het percentage cliënten met een te hoog lichaamsgewicht (body mass index >25) te zijn afgenomen. Het percentage cliënten met diabetes lijkt daarentegen te zijn toegenomen. De percentages in de figuur geven een voorlopige indruk van aandoeningen in de vrijgevestigde diëtistenpraktijk aangezien deze gebaseerd zijn op voorlopige cijfers van 42% van de cliënten in 93 vrijgevestigde diëtistenpraktijken.
Figuur 4. Relatieve verandering in veel voorkomende aandoeningen in 93 vrijgevestigde extramurale e e diëtistenpraktijken in het 1 kwartaal van 2012 ten opzichte van het 1 kwartaal van 2011.
Te hoog lichaamsgewicht
58 21
Diabetes
69
26
11 12 9 8 6 8 4 5 4 5 2 2 2 2 2 1 1 1 3 4
Hyperlipidemie Hypertensie Gewichtsverlies Maag darm klachten Voedselallergie of overgevoeligheid Eetstoornis COPD Afwijkend glucose Voedingsadvies Overig 0
20
Kwartaal 1 2011 Kwartaal 1 2012
40 % cliënten
60
80
Resultaten in context De eerste effecten van de verminderde vergoeding van dieetadvisering zijn zichtbaar. In de vrijgevestigde diëtistenpraktijk zijn in het eerste kwartaal 2012 vergeleken met dezelfde periode van het vorige jaar minder mensen naar de vrijgevestigde diëtist gekomen. Vooral mensen met een te hoog lichaamsgewicht lijken weg te blijven. De mate van overgewicht is niet duidelijk, maar waarschijnlijk gaat het om mensen met ernstig overgewicht. De meerderheid van de mensen met een te hoog lichaamsgewicht die bij de vrijgevestigde diëtist worden behandeld hebben immers een (Body Mass Index>30). [3] Waarschijnlijk blijven vooral mensen met een te hoog lichaamsgewicht weg doordat dieetadvisering voor hen niet meer via de basisverzekering wordt vergoed. Het lijkt er op dat mensen die wegblijven geen aanvullende verzekering hebben waarin dieetadvisering is opgenomen, of niet bereid of in staat zijn om te betalen voor hun diëtistische behandeling. Hierdoor bestaat bij hen het risico dat er geen veranderingen in de voeding en leefstijl worden aangebracht en er op den duur complexere gezondheidsproblemen ontstaan. Daarom is het belangrijk om in ieder geval te monitoren of deze dalende trend zich voortzet. Daarnaast is onderzoek nodig naar de gevolgen van de verminderde vergoeding van dieetadvisering voor cliënten binnen andere instellingen zoals ziekenhuizen. De cliëntenpopulatie bij de vrijgevestigde diëtist kan namelijk afwijken van de cliëntenpopulatie die bij andere instellingen dieetadvies gebruiken. Voor diëtisten betekenen de gevolgen van de verminderde vergoeding van dieetadvisering een daling in inkomsten en zijn daarmee een bedreiging voor het voortbestaan van de praktijk. Toch is er vrij veel variatie tussen praktijken. Zo had 11% van de vrijgevestigde praktijken in het eerste kwartaal van 2012 geen terugloop van het aantal cliënten vergeleken met dezelfde periode van het vorige jaar. Het is niet duidelijk waardoor dit komt. Deze praktijken lijken namelijk niet te verschillen qua praktijksoort en datum waarop de praktijk begonnen is vergeleken met praktijken waarbij wel een daling van het aantal cliënten zichtbaar is. Meer onderzoek is nodig om te achterhalen hoe deze praktijken een daling in het aantal cliënten voorkomen hebben. Bij de praktijken met een terugloop van het aantal cliënten wordt profilering bij zorggroepen, zorgverzekeraars en bij cliënten nog belangrijker. Hierbij kan gedacht worden aan het aantonen van het effect van de behandeling, het volgen van cursussen, het gaan aanbieden van nieuwe diensten zoals groepstherapieën of het aanbieden van zorg op afstand met online programma’s. Verder blijkt dat mensen die nog wel naar de vrijgevestigde diëtist komen minder diëtistische zorg ontvangen. Behalve door de wijzigingen in de basisverzekering kan dit ook komen door prijsafspraken en afspraken over de te leveren uren zorg tussen diëtisten en zorggroepen. Hier zal verder onderzoek naar gedaan worden wanneer declaratiegegevens van heel 2012 met 2011 vergeleken kunnen worden. Voor de cliënt kan de daling in behandeltijd mogelijk gevolgen hebben voor de kwaliteit van zorg en het resultaat van de behandeling.
Praktische informatie Het huidige onderzoek is uitgevoerd op basis van standaardgegevens uit de praktijksoftware van vrijgevestigde diëtistenpraktijken. Het onderzoek is door het NIVEL uitgevoerd, in samenwerking met de NVD en Ensemble. Ensemble heeft met het softwarepakket Evry het grootste marktaandeel bij de vrijgevestigde diëtist (ruim 40%) en gebruikers zijn goed over Nederland verspreid. De werving van de diëtistenpraktijken is in april 2012 van start gegaan. Praktijken die met Evry werken hebben via Ensemble een uitnodiging voor het onderzoek ontvangen. Daarnaast zijn diëtisten ook via nieuwsberichten van de NVD en Ensemble opgeroepen om deel te nemen. Voor het verzamelen van gegevens is door Ensemble een exportmogelijkheid in Evry ingebouwd. Hierdoor kunnen diëtisten met een paar simpele handelingen anonieme gegevens uit de praktijkadministratie naar het NIVEL versturen. De extractie van gegevens is in april opgevraagd en bevatte gegevens vanaf 1 januari 2011 tot de datum van extractie. In de extractiebestanden zijn onder andere gegevens opgenomen omtrent: consulttijden, consultdata, geboortejaar en geslacht van de cliënt en de diagnose volgens de diëtist. De gegevens zijn geanalyseerd van praktijken die voor 1 januari 2011 met de praktijk zijn gestart en in het eerste kwartaal van 2011 minimaal 25 cliënten hebben behandeld. Hier is voor gekozen zodat net startende praktijken niet in de evaluatie worden meegenomen. Deze praktijken kunnen namelijk een vertekend beeld van verandering in aantal cliënten geven. De gegevens zijn op consultniveau verzameld en voor de berekeningen geaggregeerd naar praktijkniveau. In totaal zijn gegevens gebruikt van 93 vrijgevestigde diëtistenpraktijken. Dit is ongeveer een vierde van het aantal praktijken dat met Evry werkt. De meerderheid van de praktijken zijn solopraktijken (85%) en de helft van de praktijken bestaat sinds 2007. In de groepspraktijken zijn gemiddeld 3 diëtisten werkzaam (minimaal 2 en maximaal 6). In totaal zijn gegevens gebruikt van 118 vrijgevestigde diëtisten die binnen 93 vrijgevestigde praktijken werkten, ofwel 12% van alle vrijgevestigde diëtisten in Nederland. [4] Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: mw. J. Tol, tel: 030-2729622, e-mail:
[email protected]
Referenties
1. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Beantwoording vragen AO Zorgverzekeringswet/Pakketadvies 2011. Kenmerk CZ/EKZ/3070985, 12 juni 2011. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; 2011. 2. Nederlandse Vereniging van Diëtisten. Resultaten herhaling onderzoek onder diëtisten verontrustend. 12 maart 2012 3. Tol, J., Swinkels, I.C.S., de Bakker, D.H., Veenhof, C. Jaarboek LiPZ 2010 beroepsgroep diëtetiek. Gegevensverzameling 2008-2010 binnen vrijgevestigde praktijken voor diëtetiek. Utrecht, 2011. 4. Nederlandse Vereniging van Diëtisten. Statistieken maart 2012. Website: http://www.nvdietist.nl/content.asp?kid=10529458