Milieuraad Roeselare
Advies Natuurpunt Mandelstreke
Inzaaiadviezen akkervogels en bijen
http://www.boerenlandvogels.nl/sites/default/files/akkerranden.jpg?142010975 6
INHOUD
1
motivatie
3
2
adviezen
4
2.1
4 4 4 5 5 5
2.2
Bijen 2.1.1 Voorstellen 2.1.2 Beheertips Akkervogels 2.2.1 Voorstellen 2.2.2 Beheertips
3
nabeschouwing
4
informatie
6 12
1 MOTIVATIE
Akkervogels 1: zijn een goede graadmeter voor de biodiversiteit op het platteland. Typische soorten zijn veldleeuwerik, patrijs, ringmus, geelgors en grauwe gors. Waar veel akkervogels zitten, zijn ook veel vlinders, sprinkhanen, planten en andere soorten aanwezig. Tal van deze 'traditionele' soorten uit landbouwgebieden kenden de voorbije dertig jaar een sterke achteruitgang van vaak meer dan 50 %. Continue veranderingen in de landbouwtechnieken en -schaal, maar ook landschappelijke versnippering liggen aan de oorzaak van dit verdwijnen. Bijen 2: Meer dan 80% van de Europese landbouwgewassen en een veelvoud aan wilde planten zijn afhankelijk van insectenbestuiving. Bijen nemen hierbij het grootste gedeelte voor hun rekening. Dat gebeurt niet alleen door de honingbij. In Vlaanderen leven ook nog zowat 350 soorten wilde bijen, die elk hun steentje bijdragen. Zowel honingbijen als hun wilde soortgenoten hebben het de laatste jaren moeilijk. Imkers merken een verhoogde sterfte en in sommige gebieden zijn nauwelijks nog wilde bijen te vinden. De manier waarop we omgaan met ons landschap speelt een belangrijke rol in het oplossen van deze schrikbarende achteruitgang. Iedereen zal zijn verantwoordelijkheid moeten nemen : overheden, landbouwers en imkers, natuurverenigingen en individuele burgers. Informatie omtrent dit item: - www.wildebijen.nl: overzicht van alle in Nederla nd en België voorkomende bijensoorten - www.natuurenmilieu.nl: overzicht van acties rond bijen van Stichting Natuur en Milieu - www.solitairebijen.ugent.be : recente informatie i.v.m. bijensterfte van Universiteit van Wageningen - www.bijenhelpdesk.nl: informatie over bloeitijd van nectarplanten, insectenvriendelijk beheer …
1
Dochy, O., Niko Boone. N. (2010). Advies voor een akkervogelproject in de zoekzone voor beheerovereenkomsten voor akkervogels te Zwevegem (West-Vlaanderen). INBO 2 http://www.bijen-avi.be/attachments/article/22/1%20-%20Het%20belang%20van%20bijen.pdf
2 ADVIEZEN
2.1
Bijen
2.1.1 Voorstellen 1. http://www.ecosem.be/nl/products.php?id=160 De provincie heeft daar goeie ervaringen mee. Niet 100% streekeigen herkomst, maar het scheelt niet veel (herkomstgebied Wallonië tot Normandië). Knoopkruid is de variant met straalbloemen. Andere variant op heden nog niet beschikbaar. 2. Een waardig alternatief is het Margrietmengsel van: http://biodivers.nl/pages/standaard-mengsels.php. 3. Bloemenweidemengsel van: http://ecofields.be/mengsels.html Is waarschijnlijk (en hopelijk) het meest inheemse dat er te vinden is op de markt, of je zou zelf zaad moeten gaan oogsten: bescheiden kweek van zelf ingezameld zaad. http://www.cruydthoeck.nl/bloemenmengsels/bloemenmengsel+g2+voor+voed selrijke-+en+kleigronden 4. firma Willaert uit Roeselare: Heeft ook mengsels die mogelijk geschikt zijn. Zij leveren enkel aan professionals en openbare besturen. Het zou niet slecht zijn als jullie ook eens vragen naar de concrete samenstelling en of ze de streekeigenheid van de soorten kunnen garanderen. Van hoe meer kanten dergelijke vraag komt, hoe meer kans dat die markt zich ontwikkelt … Contactpersoon:
[email protected] 2.1.2 Beheertips - Eenmaal maaien voor een “onkruidsnede” in eerste jaar ergens begin juni (indien nodig), voor goede vestiging van wat je gezaaid hebt (OK, dat onkruid is tijdelijk goed vogelvoedsel, maar je gaat anders je geld en moeite verkwisten als het “onkruid” de overhand haalt); - De jaren erna: vroege maaibeurt eind april-begin mei (vanaf jaar 2): onderdrukt de grassen en laat de kruiden beter bloeien;
- Volgende maaibeurt pas na half juli, eventueel buitenste deel niet mee maaien en zo laten overwinteren. Werkt ook voor akkervogels als insectenleverancier, maar welke soorten er in komen zal afhangen van de aard van de omgeving. Desalniettemin: zulke stroken zijn overal inzetbaar en nuttig, al is het maar voor vlinders en sprinkhanen!
2.2
Akkervogels
2.2.1 Voorstellen Voor wintervoedselmaatregelen voor akkervogels: - zomertarwe telen en laten staan tot in maart, ofwel – als het perceel maar laat vrij komt - Japanse haver inzaaien rond 15 augustus, in elk geval voor 1 september, zodat het nog in zaad kan komen. - Beide gewassen zijn makkelijk te vinden in zaadhandels voor boeren. Zaai 75% van de dichtheid die ze aan boeren aanraden, dat is genoeg. - Bij zomertarwe kun je ook korenbloem, grote klaproos en bolderik inzaaien. Apart te bestellen bij bovenstaande zaadhandels (zie 1.1). 2.2.2 Beheertips - enkel en alleen (!) aan zonzijde van doornstruweel: in open terrein meer kans op bezoek van groepen duiven of kauwen; - niet op natte grond en niet langs beek (rijtkraan rijdt dit anders kapot in najaar);Anders heeft het geen zin want er zal geen vogel op af komen; - ook niet langs bosrand, tenzij piepjonge en nog niet gesloten aanplant. Voor het zaaiklaar maken: best iemand onder de arm nemen die er wat verstand van heeft. Correct zaaien is erg belangrijk. Let op: voor de bloemen (zeker de eenjarigen) is de zaaidiepte – of juist niet – ook van belang. De zaadleverancier zal de voorschriften wel mee leveren. Indien bloemen niet direct opkomen als je in de lente zaait (april), dan nog niet wanhopen want mogelijk kiemen ze in de nazomer/herfst alsnog. Onkruid onder de knoet houden is dan best (onkruidsnede, niet alles beginnen wieden). Aanleg van gras/kruidenstrook is sowieso beter in het najaar, maar in de praktijk wil iedereen in de lente beginnen. Dat gaat ook, maar soms dus wat moeizamer.
3 NABESCHOUWING
Omdat de zuidelijke haag rond de hoogstamboomgaard verwijderd werd stellen we voor om ook hier een strook van ongeveer 5 – 10m breed en ongeveer over de volledige lengte van de boomgaard een akkervogelmengsel in te zaaien.
Inzaaistrook akkervogelmengsel
Naast de reguliere inzaaiplaatsen stellen we voor om twee teststroken in te zaaien rond de grote open plaats (afgedekt stort) bij het reservaatje. Volgende week plannen we een bezoek met leden van het Natuurpuntbestuur om de locaties vast te leggen. Onmiddellijk daarna sturen we een plannetje met locaties door. We stellen een inzaaistrook van 150 à 200 m2 voor om een akkervogelmengsel in te zaaien en stellen 150 à 200 m2 voor om bijenplanten in te zaaien. Snel overleg met Depovan – Vanheede dringt zich op in functie van de oppervlakkige machinale bewerking van de 2 inzaaistroken. Hierbij het voorstel op basis van google maps.
breuk
LEGENDE Inzaaizone akkervogelmengsels
breuk
Inzaaizone bijenplantenmengsel
OPMERKING Naar volgend werkjaar toe kunnen we tegen de maand februari nadenken over de resultaten alsook over een uitbreiding van de locaties en / of de bestaande inzaaizones. - oplijsting van nieuwe / ruimere zones, eventueel in overlap met de pop-upzones; - omvang van de bijenplanten + eventueel gebruiken als inventarisatie insecten; - Inventarisatie tijdens de winterperiode van de akkervogelinzaaizones; -…
4 INFORMATIE
Dank aan O. Dochy voor de uitgebreide en rijke informatie die mailsgewijs werd aangeleverd. Bronnen: Dochy, O., Niko Boone. N. (2010). Advies voor een akkervogelproject in de zoekzone voor beheerovereenkomsten voor akkervogels te Zwevegem (West-Vlaanderen). INBO http://www.bijen-avi.be/attachments/article/22/1%20%20Het%20belang%20van%20bijen.pdf