“Mijn habibie is anders” Sodom en Gomorra aan de Rode Zee Eenzame vrouwen uit Nederland laten zich inpakken en uitkleden door loverboys in de Egyptische badplaats Hurghada. Ze trouwen hun „habibie‟ via het islamitische „orfi‟-contract, ook wel bekend als de „neukvergunning‟. Door onze correspondent ALEXANDER WEISSINK HURGHADA – Een gezette Europese vrouw op leeftijd staat geëxalteerd te praten met een jonge souvenirverkoper op het strand van deze badplaats aan de Rode Zee. Voor haar postuur draagt de vrouw een nogal onthullende bikini. Na een omhelzing loopt ze kontwiegend het hotel in. Achter haar rug maakt de knaap een obsceen gebaar. Even later gaat hij haar achterna. Inge ziet het hoofdschuddend aan. “Die gaat spijt krijgen”, zegt ze aan het eind van een ochtendje zonnen. Ze dacht hier ook de liefde van haar leven te hebben gevonden. Vier jaar geleden was ze voor het eerst in Hurghada, onder Europese zonaanbidders een populaire en goedkope vakantiebestemming. “Hij was heel verlegen”, vertelt ze over de toen 25-jarige Mustafa. Zij was vijftig, slecht ter been en woog 135 kilo. “Ik waarschuwde hem dat het toch niets zou worden, dat het leeftijdsverschil te groot was en dat ik teveel ellende had meegemaakt”, vertelt Inge even later in haar rommelige appartement aan een stoffig achterafstraatje waar nieuwe vakantiewoningen uit de grond worden gestampt. “Maar hij zei dat hij daarom nog meer van me hield. Later realiseerde ik me pas waarom. Ik was natuurlijk het perfecte slachtoffer: eenzaam en verdrietig.” Inge had een uitgeblust huwelijk in Nederland. Ze geloofde de hartstochtelijke woorden van de jonge Egyptenaar maar al te graag. Hij zou rechten hebben gestudeerd, maar werkte als strandjongen omdat hij geen betere baan kon vinden. Ze had het met hem te doen. “We werden verliefd, maar hij wilde niet met me naar bed zolang we niet getrouwd waren.” Ze stemde in met een orfi-contract, een volgens islamitische richtlijnen geoorloofd, zij het onvolwaardig, huwelijk, waardoor een man en vrouw samen mogen zijn. Het betekende niets, een soort samenlevingscontract, zo drukte Mustafa haar op het hart. In een goedkope wijk huurde ze voor 300 euro per maand een flatje waar ze samen introkken. “Het waren de gelukkigste dagen van mijn leven.” Al snel kwam Mustafa met de eerste financiele verzoeken. Dan lag zijn moeder op sterven, dan ging zijn zus trouwen. Wanneer ze eens in de drie maanden in Nederland was, vroeg hij per sms om geld. Inge stuurde 10.000 euro via Western Union omdat er een stuk strand te huur zou zijn. Er was haast bij, want het was een buitenkansje. Toen ze twee weken later weer in Hurghada kwam, bleek Mustafa alles te hebben verbrast. Geleidelijk ontdekte Inge dat Mustafa er meerdere orfi-vrouwen op nahield. Ook zij stopten hem regelmatig geld toe. Een maand geleden heeft ze hem op straat gezet. “Ik kon al die leugens niet meer aan.” Nog geen week later had ze al weer een nieuwe „habibie‟. “Ik weet,
het is stom, maar ik kan nergens heen”, verontschuldigt ze zich. “In Nederland heb ik niets meer.” Het wemelt in Hurghada van oudere Europese vrouwen die zich laten inpakken en uitkleden door Egyptische loverboys. Het probleem is zelfs zo groot dat op internet zwarte lijsten worden bijgehouden waar „foute mannen‟ aan de schandpaal worden genageld (dezyhouse.net en kunstkamera.net). Maar die lijsten zijn vooral bekend bij vrouwen die door schade en schande wijs zijn geworden. “Nieuwkomers willen het niet weten”, zegt Janneke een Belgische van 58 die een vermogen heeft verloren aan ene Ali. “Elke dag stappen er weer nieuwe prooien van het vliegtuig. Ze zijn op zoek naar seks en genegenheid en laten hun verstand achter.” Hurghada staat onder Egyptenaren bekend als de poel des verderf, het Sodom en Gomora aan de Rode Zee. Jonge mannen die nergens werk kunnen vinden, komen uit het hele land naar deze kustplaats in de hoop op een baantje in een van de talloze hotels, restaurants, bazaarwinkels, theehuizen en strandtenten, om vervolgens te bezwijken voor de financiele en vleselijke verleidingen van de Westerse bezoekers. “Het heet niet voor niets „Hoer‟-ghada”, zegt Janneke. Ze zit op Fayrouz beach, een publiek strand waar je voor anderhalve euro een ligbed kan huren. Europese vrouwen in bikini liggen in de zon te bakken. Egyptische vrouwen in zwart gewaad en gezichtssluier luieren in de schaduw van een parasol. Jonge mannen proberen de aandacht op zich te vestigen door opzichtig tussen de ligbedden te slenteren. Op de achtergrond klinkt vanaf de moskee de oproep voor het middaggebed. “Ze kennen vijftig woorden uit het Engelse woordenboek en kunnen daarmee precies zeggen wat een oude eenzame vrouw wil horen”, zegt Janneke. Ze ontmoette Ali vijf jaar geleden in de discotheek op de laatste avond van haar vakantie. Het was een welkome afwisseling want ze was al zes jaar eenzaam gescheiden. Nog geen maand later reisde ze weer naar Hurghada. “Hij haalde me van het vliegveld af en we reden meteen naar een advocaat om orfi te trouwen. Daar scheurden ze een 1-pond biljet doormidden, schreven er een liefdesverklaring op en wisselden het uit. „Je bent de liefde van mijn leven‟, had hij geschreven. Niet veel later begon hij haar te mishandelen. “Het ging altijd over geld.” Telkens gaf Janneke hem zijn zin. Ze kocht een bazaarwinkeltje om hem aan het werk te zetten, maar hij haalde alleen de kas leeg. Ze betaalde voor de schoenen voor zijn broers, de kleren voor zijn moeder en het ziekenhuis voor zijn vader. Ze bezocht Ali‟s familie in Luxor en liet een nieuw huis voor hen bouwen. “Dat was voor het „goede doel‟, want ze woonden in een lemen hut.” Uiteindelijk is ze aan Ali meer dan 50.000 euro kwijtgeraakt. Ze heeft het net uitgemaakt, maar hij is nog altijd welkom, ook al weet ze dat hij talloze – vooral Russische - vriendinnen erop nahoudt. “Het gaat me niet om de seks, het gaat me om de aandacht, om het samenzijn.” Janneke geeft vooral zichzelf de schuld. “Ik heb hem verslaafd gemaakt aan mijn portemonnee”, zegt ze uitkijkend op de azuurblauwe zee. “In het begin willen ze geen geld van je. In tegendeel. Ze betalen alles. Anders krenk je hun eer. Maar echt lang houden ze dat niet vol. Vroeger of later komen ze met zielige verhalen. Uiteindelijk plukken ze je helemaal kaal.”
Ze staat op om te vertrekken: “Ze verzamelen orfi-contracten alsof ze aan het kwartetten zijn. Als ze meer dan vier papieren hebben scheuren ze er een door, want ze mogen volgens de islam niet met meer dan vier vrouwen tegelijk getrouwd zijn.” Zes hoog in een afgeleefde flat achter Sheraton Street - de hoofdstraat van Hurghada - houdt advocaat Kamel Sherif kantoor. Hij gaat gekleed in een versleten broek, smoezelig hemd en slippers. Op zijn bureau staat een asbak vol met smeulende peuken. Het is heet en het stikt van de vliegen. Sherif kan in mum van tijd een orfi-contract opstellen. A raison van omgerekend nog geen 50 euro. “Meestal laten die jongens hun nieuwe liefde dat nog betalen ook”, lacht hij. Hij trekt een la open en laat een stapel concepten zien. Inclusief de handtekeningen van fictieve getuigen. Alleen de namen van het bruidspaar hoeven nog ingevuld. Waarom is zo‟n orfi-contract nodig? “Omdat wij moslim zijn”, klinkt het ernstig. “Het is voor ons verboden om seks te hebben voor het huwelijk.” Maar met vroomheid of gewetensbezwaren heeft het weinig te maken. Omdat toeristen in Hurghada zoveel worden lastiggevallen, houdt de politie geregeld razzia‟s. Egyptische mannen lopen het risico te worden opgepakt wanneer ze met een Europese vrouw over straat gaan of een hotelkamer of appartement delen. “Met een orfi kan je aantonen dat je bij elkaar hoort”, aldus Sherif. Het orfi-contract geldt zolang het origineel in handen is van een van de partners. Als die het vernietigt, is het huwelijk ontbonden. Maar het papier is veel gevaarlijker dan de meeste loverboys willen doen geloven. Talloze vrouwen hebben zich laten oplichten. Zo ook Laura (54) die jarenlang met haar Nederlandse man naar Hurghada kwam om te duiken. Hij overleed vier jaar geleden. Nadat ze zijn as over de Rode Zee had uitgestrooid, is ze orfigetrouwd met hun beste Egyptische vriend. “Dat was handig om zaken te kunnen doen, had hij me wijsgemaakt”, vertelt ze aan een hibiscussapje op een terras. Ze wilde investeren in een winkel, opende een bankrekening en stortte 25.000 euro. Binnen enkele dagen was het geld weg. Ze bleek met de orfi ook een machtiging te hebben getekend. Laura begon een rechtzaak, maar haar advocaat spande samen met haar minnaar. Inmiddels heeft ze een ton verloren. ‟s Avonds op de Mamsha, een boulevard waaraan vijfsterren-resorts zijn gelegen, worden de hordes toeristen belaagd door souvenirverkopers. Ze bieden allemaal hetzelfde aan: zelfgemengde parfum, faraonische beeldjes, flesjes gekleurd zand, kettingen, zonnebrillen en t-shirts. Telkens klinkt dezelfde tekst: “Where are you from? What is your name?” Het is moeilijk lang vriendelijk te blijven. De toeristen die stoicijns doorlopen worden in het Arabisch uitgescholden. De Egyptische charme waar veel Europese vrouwen voor zeggen te vallen, is hier ver te zoeken. Een wulps geklede Russische wordt door twee jongemannen met de ogen uitgekleed. De een graait wat in zijn kruis, de ander maakt een schunnige opmerking. Dan geven ze elkaar luid lachend de hand. In het drukbezochte Cafe Harafisch zit doktor Amr (48), een huisarts in Hurghada, thee te drinken. Ook hij heeft een paar Europese vriendinnen, onder wie een Nederlandse. “Maar ik ben ouder, dat is anders”, zegt hij. Tegelijkertijd is hij getrouwd met een Egyptische en heeft vier kinderen. Schuin achter hem zit een bink in strak T-shirt en zonnebril een oudere vrouw op te vrijen. Aan een ander tafeltje zitten twee jonge blondines geadoreerd te kijken hoe hun Egyptische vriendjes de waterpijp roken en backgammon spelen. “Ik zie die knullen van het platteland hier allemaal kapot gaan”, zegt Amr. “Ze vergooien zich aan die mooie Russinnen voor de seks en prostitueren zich voor het geld aan oude vrouwen uit Holland.”
In een conservatief land waar vrouwen hun maagdelijkheid voor het huwelijk dienen te bewaren, zijn de mannen niet gewend aan de losbandigheid van Westerse toeristen, legt hij uit. “De verleiding van geld en makkelijke seks is te groot.” Hij noemt Hurghada het afvoerputje van Egypte. “Het zijn die oude vrouwen die hier alles hebben verziekt”, zegt hij boos. “Je denkt toch niet dat zo‟n gezonde knul voor zijn lol het bed induikt met een bejaarde? Om hun weerzin te overwinnen, gebruiken ze alles wat Allah verboden heeft: verdovende middelen, alcohol en Viagra.” Miranda (49) denkt er hetzelfde over. Ze ligt de volgende dag op de Old Vic, een van de eerste strandjes waar Europese vrouwen twintig jaar geleden hun heil zochten. Ze heeft haar relatie met Gamal, een duikinstructeur, onlangs verbroken. “Hij begon me te slaan”, zegt ze droog. Hij zou door haar een minderwaardigheidscomplex hebben gekregen. In zee wordt een oudere vrouw op een luchtbed door een jonge Egyptenaar voortgeduwd. “Het is onze eigen schuld”, zegt Miranda. “Het is wanstaltig, vrouwen van vijftig die hier naar een massagehuis gaan om een beurt te krijgen van een twintigjarige jongen uit een boerendorp. Die is voor zijn leven verziekt.” De meeste werknemers in de toeristenindustrie krijgen slecht betaald. “Dus een suikertante is dan heel verleidelijk”, aldus Miranda. Nieuwkomers worden zo snel mogelijk gecorrumpeerd door hun collega‟s. “Ze krijgen een afgeragd oud wijf toegeschoven die aandacht nodig heeft. Anderen hebben haar al leeggemolken, maar dat weet hij natuurlijk nog niet.” Toos, een weduwe van 69, is daar misschien het meest bekende voorbeeld van. Ze heeft in drie jaar tijd vijf orfi-huwelijken versleten: parfumverkoper Bob (37), matroos Mohamed (34), kapitein Mustafa (48), schoonmaker Ahmed (28) en toen weer terug bij Bob. Geen wonder dat veel Egyptenaren Westerse vrouwen losbandig vinden. Veel respect dwingt dat hier niet af. “De meeste zijn seksverslaafd en gebruiken ons als hoeren”, zegt Emad (26), een continu toeterende taxichauffeur die vorig jaar met een Nederlandse was getrouwd. “Ze maken misbruik van onze armoede.” Ook homoseksuele mannen bezoeken Hurghada om aan hun trekken te komen, weet Emad te vertellen. Hij kent jongens die hun lichaam voor een habbekrats aan buitenlandse mannen verkopen. “De meeste zijn doorgedraaid aan de drugs en bestelen hun klanten.” Twee jaar geleden werd een Nederlandse homo gekneveld aangetroffen in zijn appartement. Hij was door zware mishandeling om het leven gebracht. Emad bestrijdt dat de „habibies van Hurghada‟ bedriegers zijn. “Ik was echt verliefd op haar, maar zij wilde alleen seks”, vertelt hij over zijn Nederlandse orfi die drie weken duurde. Hij zegt haar nooit om geld te hebben gevraagd, behalve een keer omdat hij de huur niet kon betalen. Dat was 70 euro. Op een terras met uitzicht op de onontkoombare souvenirstalletjes, drinkt Simone (59) een glas bier. Ze schat dat driekwart van de bazaarwinkels wordt gefinancierd door vrouwen uit Europa. “Dat is verkeerd”, zegt ze beslist. “Die man is niet jouw Derde Wereldproject. In hun cultuur moet de man voor de vrouw zorgen, niet andersom. Zodra ze om geld vragen, moet je de benen nemen.”
Ze is voor de Nederlandse wet getrouwd met Ashraf, bediende in een hotel. Waarom? “Omdat ik anders toch maar voor zo‟n snolletje wordt aangezien.” Ze heeft alles tot in de details vastgelegd: “Dat ik geen moslim wordt, dat hij me niet kan vertellen hoe ik me moet kleden of gedragen, dat ik alcohol mag blijven drinken, dat ik een echtscheiding kan aanvragen en dat ik mijn bezittingen houd.” “Iedereen zegt: die van mij is anders, maar ik houd mezelf niet voor de gek”, zegt Simone. “Als hij zijn nicht wil trouwen, dan kan ik hem niet tegenhouden. Ik mag hem het recht niet ontnemen kinderen te krijgen. Zo gaat dat nu eenmaal hier.” Ze woont nu vijf jaar in Hurghada en heeft veel Europese vrouwen kapot zien gaan. Ze vertelt over een Nederlandse die zich eerst liet overreden een gezichtssluier om te doen en daarna twee jaar gegijzeld in een flatje leefde. Haar orfi-echtgenoot had haar paspoort afgenomen. Vorig jaar is ze met hulp van Simone het land ontvlucht. “Laatst belde ze dat ze weer bij hem terug is.” In een nieuwe wijk buiten de stad is Jos (53) samen met de dertigjarige snorkelgids Ayman haar appartement aan het inrichten. De container met haar spullen is deze week aangekomen. In Nederland heeft ze haar baan opgezegd en het huis verkocht. Ze leeft van een weduwepensioen. Ayman heeft haar nooit om geld gevraagd. “Daar is hij te trots voor”, vertelt ze in haar tuin vol paarse bougainvilles. Wel heeft ze zijn rijbewijs betaald en twee auto‟s voor hem gekocht. Jos geeft taalles aan Egyptenaren in Hurghada die naar Nederland willen emigreren. Haar Ayman heeft geen belangstelling, maar Ahmed wel. De 27-jarige verkoper van woestijnsafari‟s is ook getrouwd met een Nederlandse. Hij moet over drie maanden inburgeringexamen doen op de ambassade in Kairo. Zijn ouders zijn er op tegen, maar hij wil hier weg. Waarom? “Hurghada is haram.” (Geen van de geïnterviewde vrouwen wilde met hun volledige naam en foto in de krant.)
HET SHOARMA TRAJECT Nederlandse vrouwen worden smoorverliefd op de Egyptenaar van de shoarmazaak. Maar na de wittebroodsweken slaat het geluk vaak om. Als ze hem niet naar zijn land van herkomst volgen, zien ze de kinderen niet meer terug. Egypte staat al jarenlang op de eerste plaats als bestemming van kinderontvoeringen uit Nederland. ALEXANDER WEISSINK KAIRO – Brigitte de Rooij werd in het steegje naast haar huis aangetroffen. Het was zaterdag 7 januari 2006, kort voor het ochtendgebed in het boerengehucht El Sawwaf in de Nijldelta. Een buurmeisje had een doffe dreun gehoord en was gaan kijken. Onderweg naar het ziekenhuis overleed de zesendertig jarige Nederlandse vrouw. Zelfmoord, schreven de Egyptische kranten de volgende dag. De politie houdt het op een ongeluk. Brigitte had haar man in 1998 in een Amsterdamse snackbar ontmoet. Net als zijn broers was hij als seizoensarbeider naar Nederland gekomen om in shoarmazaken en cafetaria te werken.
Ze trouwden na enkele maanden en kregen een dochter. Op grond van het huwelijk ontving hij een Nederlands paspoort. Midden 2005 verhuisde het gezin naar Egypte. Brigitte ging uit eigen wil, vertelt haar echtgenoot. Ze was overtuigd moslima en wilde haar dochter vanaf het zesde levensjaar in een islamitische omgeving opvoeden. “Ze was hier heel gelukkig”, zegt de weduwnaar in het huis waar ook zijn moeder, zussen en twee broers leven. “Ik kan echt geen reden verzinnen waarom ze zelfmoord zou hebben gepleegd.” Het tegendeel blijkt waar. Uit de chat- en emailcorrespondentie tussen Brigitte en een groep Nederlandse moslima-vriendinnen in Egypte blijkt dat Brigitte eenzaam en bang was en door haar man werd mishandeld. Bovendien was haar echtgenoot van plan een andere vrouw erbij te trouwen. De emails in het bezit van deze krant maken duidelijk dat Brigitte terugwilde naar Nederland, maar dat haar echtgenoot weigerde hun dochter mee te geven. Naarmate de maanden verstreken, werden haar berichten steeds alarmerender. “Help ik ben zo bang”, schreef ze in begin december naar een vriendin. Twee weken later naar een ander: “Ik weet dat mijn huwelijk nu echt over is… ik houd het hier niet uit, help me weg te komen”. Kort daarna: “Hij slaat me nu ook, waar zijn moeder bijzit”. De geadresseerden wensen om veiligheidsredenen anoniem te blijven. Zoals Brigitte zijn er meer Nederlandse vrouwen die als gijzelaar in Egypte leven. Bij een rondvraag onder haar vriendinnen – allemaal gelukkig getrouwd met Egyptenaren – kunnen de meeste wel een of meerdere Nederlandse vrouwen noemen die met hun Egyptische man zijn meegereisd en in een vorm van gevangenschap leven. Veel van hen zijn meegekomen uit vrees dat hun kind anders door de vader zou worden ontvoerd. Eenmaal in Egypte wil de man uitsluitend het kroost bij zich houden. Hij laat een reisverbod voor de kinderen instellen en vernietigd de Nederlands paspoorten. De moeder is niet langer welkom. Zo is het ook met Ariane gegaan. Maar toen haar man een spuitbus insecticide in haar keel had gespoten, was de maat vol. Ze dook onder bij vrienden die haar naar het ziekenhuis brachten. Met de doktersverklaring op zak deed ze aangifte bij de politie. “Ik wil alleen mijn drie kinderen en naar Nederland terug”, jammert ze. Ariane had haar Egyptische man in 1995 in Nederland ontmoet. “Hassan werkte als bezorger van een shoarma-zaak”, vertelt ze. “Hij was lief en aardig. Ik dacht: misschien dat alles nu goed komt. Daarvoor had ik een man gehad die alcoholist was. Hassan dronk niet. Ik raakte zwanger en toen zijn we getrouwd. Maar omdat de vreemdelingenpolitie dacht dat het een schijnhuwelijk was, kreeg hij geen verblijfsvergunning. Hij had al eerder samengeleefd met een oudere Nederlandse vrouw.” In 2000 besloot het gezin naar Egypte te verhuizen. “We zouden een nieuwe toekomst opbouwen, maar er kwam iets duivels over hem”, vertelt Ariane. “Ik mocht het huis niet uit, ik mocht niet eens uit het raam kijken. Na een tijdje moest ik een hoofddoekje dragen, maar dat weigerde ik. Hij sloeg me in elkaar. Misschien wilde hij gewoon van me af, want later ben ik er achter gekomen dat hij het plan had om zijn nichtje te trouwen.” Ariane werd herhaaldelijk op straat gegooid. “Hij zei dat ik zonder de kinderen naar Nederland terug moest gaan. Hij had hun Nederlandse paspoorten verscheurd om zeker te
maken dat ik ze niet kon meenemen. De Nederlandse ambassade geeft geen nieuwe paspoorten zonder schriftelijke toestemming van de vader”, legt ze uit. De mishandelingen werden van kwaad tot erger. “Toen heeft hij mijn hoofd achterover getrokken en een spuitbus insecticide in mijn mond gespoten. Ik stikte bijna. Zijn moeder en zus waren er bij, maar die lieten het gewoon gebeuren. Het buurmeisje is op het lawaai afgekomen en op de deur gaan bonken. Zij heeft me gered”, zegt Ariane met een waas voor haar ogen. Ariane wil een echtscheidingsprocedure starten en de voogdij over de kinderen krijgen. Op het eerste oog lijkt ze een goede kans te maken. Volgens de letter van de Egyptische wet krijgt de moeder automatisch het hoederecht. Vorig jaar is de leeftijdsgrens tot wanneer kinderen bij de moeder dienen te worden ondergebracht zelfs opgetrokken tot 15 jaar (voorheen 10 voor jongens en 12 voor meisjes). Maar dan komt de aap uit de mouw. Wanneer een islamitische man is getrouwd met een christelijke vrouw en zij hebben een kind, verliest de moeder het hoederecht niet, tenzij het kind de leeftijd heeft bereikt dat het zich bewust wordt van het verschil tussen religies en wanneer het een risico loopt beinvloed te worden door de godsdienst van de moeder of wanneer de moeder het kind haar godsdienst probeert bij te brengen. Welke leeftijd is dat? Advocaat Ashraf Nadoury heeft ruim dertig jaar ervaring met kinderontvoeringen en voogdijzaken bij gemengde huwelijken. “Een rechter behoudt de discretie om op de islamitische wet, de sharia, terug te vallen”, aldus Nadoury. Hij vertelt dat de Al Azhar, de toonaangevende islamitische leerschool van Egypte, al in 1918 een fatwa had uitgevaardigd dat zodra het kind het zevende levensjaar bereikt – de leeftijd waarop de ouders het kind moeten aansporen om te bidden – de vader de voogdij zal krijgen. Het lot van moeders als Ariane en Brigitte is vrijwel onbekend omdat zij aan het oog van de buitenwereld zijn onttrokken. Veel meer aandacht is er voor de kinderontvoeringen uit Nederland naar het geboorteland van de vader. Maar of de moeder nu in Egypte of in Nederland haar kinderen verliest, het probleem is in essentie hetzelfde. Gabrielle kan erover meepraten. In 1988 werd haar zoon Karim ontvoerd door haar Egyptische man. De strijd om haar kind terug te krijgen eindigde twee jaar geleden met het bericht dat hij op straat in Kairo was vermoord. “Ik ontmoette Nasser in 1983 in Breda. Hij werkte in een shoarma-restaurant waar ik wel eens met vriendinnen kwam als we uitgingen. Ik was 21 en behoorlijk wereldvreemd. Twee maanden later zijn we getrouwd. Hij zei heel traditioneel te zijn opgevoed, daarom moest het allemaal zo snel. Iedereen heeft het me afgeraden.” Na enkele maanden had haar echtgenoot besloten dat ze samen naar Egypte moesten verhuizen. “Ik kwam in een appartement in centraal Kairo terecht waar zijn moeder, zussen en broers ook woonden. Het was op de vierde verdieping zonder stromend water. Ik haalde water van de begane grond en douchte staand in een teiltje zodat het water werd opgevangen om daarmee de kleren te wassen. Daarna deed ik de afwas en spoelde met het restwater de wc door. Niemand maakte iets schoon behalve ik. Als ik er iets van zei, dan beschuldigden ze mij de beroemde Egyptische gastvrijheid niet op waarde te schatten.”
Eenmaal in Kairo ontdekte Gabrielle de ware aard van haar man. “Hij wilde dat ik me ging sluieren, omdat ik blond was en teveel aandacht trok. Ik gedroeg me als een hoer en ik kleedde me als een hoer, vond hij. Alles moest bedekt behalve mijn gezicht. Om ruzies te voorkomen, heb ik het gedaan. Maar ik kon me niet schikken in de Arabische tradities van volgzaamheid. Daar werd hij agressief van”, vertelt Gabrielle. Na een jaar werd Gabrielle zwanger. Haar ouders kochten tickets zodat zij in Nederland van Karim kon bevallen, maar daarmee waren geen gelukkige tijden aangebroken. Nog geen jaar later nam Nasser zijn zoon mee naar Egypte omdat zijn grootmoeder doodziek was. “Ik had ingestemd omdat ik wist dat hij Karim anders toch wel zou meenemen. Na twee dagen kreeg ik een telefoontje: „Je bent gescheiden en je ziet Karim nooit meer terug‟.” Gabrielle ging terug naar Egypte en diende zich aan bij haar schoonfamilie. “Zolang ik maar bij Karim kon zijn. Maar al gauw realiseerde ik me dat mijn leven in Egypte een grote kwelling en martelgang zou worden.” Na een mislukte terugontvoering, bezocht Gabrielle de Al Azhar in Kairo en werd moslima om meer kans te maken op het voogdijschap. Het hielp niet. “De rechter vroeg mij lachend: “Mevrouwtje, wat wilt u nou toch met een moslimkind? Ga toch terug naar Nederland.” In de daaropvolgende jaren had Gabrielle sporadisch contact met haar zoon. In april 2004 werd ze door haar schoonzus gebeld: Karim was omgekomen. Haar zoon was een drugsdealer geworden. Hij had ruzie gekregen met een andere crimineel en was op straat doodgestoken. “Na de begrafenis heb ik mijn ex nog een keer gebeld”, zegt Gabrielle. “Ik vroeg hem: „Als je hem zo nodig moest hebben, waarom heb je dan niet voor ons kind gezorgd.‟ Hij wees alle verantwoordelijkheid van de hand. Het was een zinloos telefoontje.” De meeste internationale kinderontvoeringen uit Nederland hebben Egypte als bestemming. Minister Donner van Justitie erkende in een brief aan de Tweede Kamer op 28 juni 2005 over kinderontvoeringen “dat Egypte momenteel het grootste probleemland is”. Sinds 2002 zijn er naar Egypte twaalf verzoeken om teruggeleiding gedaan, zo meldt het ministerie van Buitenlandse Zaken desgevraagd. Maar volgens Elly Kalsbeek van de Stichting Gestolen Kinderen is het probleem nog veel groter dan Den Haag wil doen geloven. “Die cijfers kloppen niet en daar hebben wij ons behoorlijk kwaad over gemaakt”, vertelt Kalsbeek. Volgens de database van Gestolen Kinderen zijn er sinds 2001 27 ontvoeringen van 43 kinderen naar Egypte geweest. Daarnaast zijn nog eens 42 dreigende ontvoeringen naar Egypte bekend, aldus Kalsbeek. “Dat zijn forse aantallen, die de Nederlandse overheid niet zou moeten afdoen als incidentele gevallen”, zegt zij. De vraag dringt zich op waarom Egyptische vaders, meer dan andere nationaliteiten, hun kind bij de moeder weghalen en naar hun geboorteland overbrengen. De inmiddels gepensioneerde kinderrechter Frans van der Reijt gaf in het rechtersblad Trema een verklaring nadat hij in 2004 de eerste Arabisch-Europese rechtersconferentie over kinderontvoering op Malta had bijgewoond. “Dat hangt samen met het feit, dat voor deze Arabische mannen huwelijkssluiting welhaast de enige weg is om hier verblijf te verkrijgen. Naast het overwinnen van de cultureel/religieuze barrières komt dan ook nog het feit, dat men over eventueel oneigenlijke huwelijksmotieven heen moet stappen wil zo‟n huwelijk op den duur stabiel blijken”, aldus Van der Reijt. “Een Egyptenaar, die niet in zijn patriarchale rechten
wordt gerespecteerd zal zich hier onbegrepen voelen en al het mogelijke doen om respect terug te winnen. Als dat alleen kan door zijn kinderen over te brengen naar Egypte en daar onder te brengen bij zijn familie, dan zij dat zo.” Dat een Nederlandse rechter een omgangsregeling heeft bepaald, zegt de Egyptische rechter niets. Zelfs als de vader in Nederland veroordeeld is voor kinderontvoering, heeft Egypte daar geen boodschap aan. Egypte heeft zich - net als de meeste Noord-Afrikaanse en Arabische landen - immers niet aangesloten bij het Haags Kinderontvoeringsverdrag uit 1980. Van der Reijt komt daarom tot een harde conclusie: “Dat betekent, dat het opleggen van omgang aan een Europese moeder ten gunste van een Arabische vader voor kinderen tot zo‟n twaalf jaar onder de gegeven omstandigheden onverantwoord is.” “Dat artikel heeft binnen de rechterlijke macht wel enige deining veroorzaakt”, vertelt Van der Reijt desgevraagd. “Er werd gezegd, dat kan niet, dat is discriminatie. Maar ik geloof toch dat het veel rechters aan het denken heeft gezet.” Robine de Lange - Tegelaar, sinds 2005 liaisonrechter internationale kinderbescherming, beaamt dat het artikel van Van der Reijt rechters extra alert heeft gemaakt. “De knuppel is in het hoenderhok gegooid. Maar het is natuurlijk niet mogelijk en ook niet terecht om hele bevolkingsgroepen recht op omgang te verbieden”, aldus De Lange die in maart deelnam aan de tweede kinderontvoeringsconferentie op Malta. Het klinkt Jessica bekend in de oren. Ze strijdt al jaren voor een omgangsverbod voor haar exman omdat ze vreest dat hij hun zoon naar Egypte zal ontvoeren. Haar relatie begon toen ze in 1993 met een vriendengroep naar een Egyptische grillroom uit eten ging. “Hamdi werkte daar als bediende. Later ging ik er nog eens langs om een kop koffie te drinken. Hij was er weer en we raakten aan de praat. Hij was toen 43. Ik was 25.” Hamdi was in die tijd nog getrouwd met een oudere Nederlandse vrouw bij wie hij twee dochters had. “Ze waren van tafel en bed gescheiden, want kennelijk was er iets mis gegaan, maar ik had daar geen oog voor. Veel later hoorde ik pas dat Hamdi zijn dochters had proberen uit te huwelijken aan zijn neefjes in Egypte”, vertelt Jessica. “Die vrouw is toen met haar dochters terug naar Nederland gevlucht en heeft hem bij de vreemdelingenpolitie aangegeven.” Hamdi kwam terug en kreeg alsnog het Nederlandse paspoort. “Zoveel mensen hebben me gewaarschuwd, maar hij was lief, zacht en zoet en hij deed alles in huis”, vertelt Jessica. “In 1995 gingen we naar Kairo op vakantie om te trouwen. Mijn ouders wisten het niet eens.” “Toen ik zwanger werd, werd Hamdi plotseling heel islamitisch. Als ik een tijdje buiten was geweest, maakte hij me uit voor stoephoer. Hij vond dat ons kind beter in Egypte kon opgroeien.” Eind 1999, een half jaar nadat hun zoon was geboren, werd Hamdi door de politie het huis uitgezet wegens gewelddadig gedrag. Een jaar later was de scheiding geformaliseerd. Er kwam een omgangsregeling, maar hij gaf al snel te kennen dat hij zijn zoon naar Egypte wilde meenemen. “De oppas had van mijn zoon gehoord dat hij met papa naar Egypte zou vliegen”, vertelt Jessica.
Jessica weigerde haar zoon nog langer aan Hamdi mee te geven. De rechter gaf de Raad van de Kinderbescherming opdracht een onderzoek te doen. Uitslag: het kind heeft recht op omgang met de niet verzorgende ouder, ondanks de contra-indicaties. Jessica werkte niet mee en betaalde 5000 euro aan dwangsommen. In maart jongsleden kreeg zij bericht dat de rechter had bepaald dat Hamdi eenmaal in de twee weken twee uur begeleide omgang moet krijgen. Maar ze is er nog altijd niet gerust op. “Als mijn kind straks wordt ontvoerd, dan kunnen de Nederlandse autoriteiten helemaal niets meer doen.” De Nederlandse ambassade in Kairo is niet gemachtigd uitlatingen te doen. Maar minister Donner meldde in zijn brief van 28 juni 2005 dat “de ambassades afhankelijk zijn van de medewerking van lokale autoriteiten, die niet speciaal voor deze taak zijn aangewezen en daarvoor niet zijn toegerust… De ambassades bedienen zich daarom van actieve diplomatie achter de schermen omdat dit, in verband met de noodzaak gezichtsverlies van het andere land te vermijden, in de regel productiever is dan ter plaatse de publiciteit te zoeken.” Maar in een recente brief aan de Tweede Kamer op 23 maart 2006 geeft Donner toe dat “teruggeleiding via de diplomatieke weg een zeer moeizaam proces [is] en heeft in het merendeel van de gevallen niet tot resultaat dat een kind wordt teruggeleid naar Nederland.” Op de vraag of de Egyptische autoriteiten überhaupt wel meewerken, antwoordt het Ministerie van Buitenlandse Zaken: “De samenwerking wordt bepaald c.q. beperkt door de bestaande juridische kaders. Daarnaast spelen Egyptische cultureel-religieuze percepties een bepalende rol: positie man/vrouw, Egyptische man/buitenlandse vrouw, islam/christen en niet in de laatste plaats de definitie van „ontvoering‟, immers een Egyptische man kan zijn Egyptische kind niet ontvoeren naar Egypte. Hij heeft naar Egyptisch recht het gezag en dus het recht om zijn kind naar Egypte mee te nemen.” Juist daarom is het van belang dat de voorbereiding van kinderontvoering strafbaar wordt gesteld, meent Jacques Smits, voorzitter van de Stichting Kinderontvoering (SKO) en oprichter van Interrescue dat tegen het begintarief van euro 15000 kan worden ingehuurd om een kind terug te ontvoeren. SKO en Gestolen Kinderen hebben al lange tijd aangedrongen op scherpere wetgeving. Dat heeft geleid tot een wetsvoorstel dat op 16 maart door Anja Timmer (PvdA) aan de Tweede Kamer is voorgelegd. Het wetsvoorstel verscherpt de strafmaat voor kinderontvoering tot een gevangenisstraf van negen jaar. Daarmee zou ook automatisch de voorbereiding van een kinderontvoering strafbaar worden. “Dat geeft de politie hopelijk meer aanleiding om in actie te komen wanneer een moeder in paniek aangifte komt doen”, zegt Smits. Mariya stond versteld van de trage reactie van de Nederlandse politie toen ze begin vorig jaar meldde dat haar zeven maanden oude zoontje door haar ex-man naar Egypte was meegenomen. “De agent zei: „ik ben ook een gescheiden vader, geloof me, het loopt allemaal wel los‟. Ik moest de volgende dag maar eens terugkomen”, vertelt Mariya. Bij die tijd was Adam met zijn vader al lang verdwenen. “Toen ik mijn ex later aan de telefoon kreeg, zei hij: „je hebt ons kind niet verdiend want je respecteert mijn wil niet‟”, aldus Mariya. Ze was enkele weken na de geboorte van Adam in 2004 van haar man gescheiden.
Mariya was op haar achttiende uit de Oekraine naar Den Haag gekomen om te studeren. Ze ontmoette Mohammed, toen zevenentwintig, en was na enkele maanden zwanger van hem. Mohammed had een eerder huwelijk met een oudere Nederlandse vrouw achter de rug en daar een Nederlands paspoort aan over gehouden. Daarom kreeg zijn zoon Adam ook de Nederlandse nationaliteit. Mariya kan nog van geluk spreken. De rechter oordeelde na enkele weken dat er inderdaad sprake was van kindontvoering en veroordeelde de vader bij verstek. Mohamed werd bij Interpol aangegeven. Toen hij van Egypte naar Belgie vloog werd hij opgepakt en aan Nederland overgeleverd. Binnen enkele dagen werd Adam door zijn Egyptische grootmoeder naar Nederland gebracht. “Ik heb hem meteen met mijn moeder meegegeven naar de Oekraine”, bekent Mariya. “Ik ben bang dat hij het opnieuw zal proberen.” Haytham zal deze fout niet maken. Hij weet dat hij in Nederland en via Interpol wordt gezocht. In 2002 nam hij zijn zoon mee naar Egypte terwijl zijn vrouw Brenda op haar werk was. “Ik heb gelijk de politie gebeld, maar ze konden niets doen. We waren nog gewoon getrouwd dus Haytham had formeel het recht om met Chady te reizen”, vertelt Brenda. Drie maanden later werd ook Haytham bij verstek veroordeeld. “De politie kon verder niets voor me betekenen. Ze verwezen me door naar Buitenlandse Zaken en Justitie”, vertelt Brenda. “Je denkt: ze zullen van alles voor me doen, maar dat is niet zo. Je krijgt een vriendelijk gesprek op de ambassade in Kairo en er worden wat brieven geschreven. Eerst was ik heel boos, maar ik neem het ze nu niet meer kwalijk. Ze kunnen helemaal niets, want Egypte geeft gewoon niet thuis.” Haytham was oorspronkelijk naar Nederland gekomen om bij een voetbalclub werk te zoeken. Hij ontmoette Brenda en ze gingen samenwonen. Hij speelde een jaar bij Feyenoord en ze trouwden in 1997. Na de geboorte van Chady, merkte Brenda dat haar man zich anders ging gedragen. “Hij werd religieuzer, hij ging plotseling naar de moskee en alles moest opeens halal”, vertelt ze. Na twee jaren in Egypte te hebben gewoond, keerde het gezin weer terug naar Nederland. Maar Haytham kon geen werk vinden. “Ik heb die kleine toen meegenomen, omdat het niet meer ging tussen ons”, vertelt Haytham. Zonder dat Brenda het wist had een Egyptische rechter de voogdij al aan de vader toegekend. Vervolgens bracht hij Chady naar zijn ouders in Saoedi-Arabie. “Ik heb geen tijd om voor hem te zorgen want ik ben prof-voetballer”, legt hij uit. “We hebben een goede oplossing gevonden. Brenda mag die kleine twee keer per jaar hier komen zien wanneer hij ook op vakantie naar Egypte komt.” Anderhalf jaar na de ontvoering stemde Haytham voor het eerst in met een ontmoeting tussen Chady en zijn moeder. “Het was ergens in Alexandrie, waar precies weet ik niet”, vertelt Brenda. “Ik werd in de auto van mijn ex geblinddoekt en naar de ontmoetingsplaats gereden. Mijn zoon was toen ruim vijf jaar. Ik heb hem vier uurtjes gezien.” In de afgelopen vier jaar heeft Brenda vijf keer bij haar zoon in Egypte kunnen zijn. Vijf maanden geleden voor het laatst. “Chady moest erg huilen toen ik weer vertrok. Hij vroeg me waarom ik wegging. Ik hem gezegd dat ik niet mocht blijven van papa. Maar ik wil zijn vader niet zwartmaken. Chady moet toch met hem verder leven.”
Bewust van het probleem is Egypte bereid om met Nederland een bilaterale overeenkomst te sluiten over de aanpak van kinderontvoeringen, zegt de directeur kinderbescherming van het Egyptische ministerie van Justitie, Bishri El-Shorbagy, in een reactie op vragen van deze krant. Binnenkort zal een delegatie van Nederlandse rechters naar Kairo afreizen om hierover te praten. (Verschillende namen in dit artikel zijn om veiligheidsredenen gefingeerd).