Het internationale tijdschrift over bijbelse profetie
Middernachtsroep www.middernachtsroep.nl n Nr. 03.2016
Liefde, troost, hoop in de onrust van onze tijd
Bijbelse geografie: Drie maal Gethsémané • Bijbelse profetie: de Knecht van God
NIEUWS VANUIT DOORN
‘God laat het groeien’ We hadden het u al een paar keer aangekondigd, maar nu is het eindelijk zo ver. Onze nieuwe website is online. We hebben door het nieuwe ontwerp getracht het voor u iets gemakkelijker en overzichtelijker maken. Omdat we deze opening een klein beetje met u willen vieren, krijgt u bij een bestelling vanaf € 20,00 het boek ‘Sporen in het leven van David’ van Norbert Lieth cadeau. Uiteraard hoeft u e.e.a. niet persé via onze webshop te bestellen, want u mag dat ook gewoon via het bestelkaartje of de telefoon doen. Zelf vond ik, Raphael, het zeer de moeite waard om dit boek te lezen. Of het nu om geestelijke voorwaarden, de zalving, de lijdensweg of om de val en de vergeving van David gaat, Norbert verstaat het ook in dit boek profetische aspecten te onthullen, die tegelijkertijd ook heel praktisch voor ons leven kunnen zijn. Misschien is het bij u al bekend dat er elk jaar met Pasen in Dübendorf, waar ons hoofdkantoor en de gemeente van de Middernachtsroep in Zwitserland zijn gevestigd, een grote paasconferentie wordt gehouden. We hopen daar ook dit jaar weer heen te gaan en deze bij te wonen. Dit houdt in, dat ons kantoor van woensdag 23 maart t/m dinsdag 29 maart gesloten is. We lezen elke ochtend na het ontbijt een tekst waarin een klein Bijbelgedeelte behandeld wordt en heel praktisch op ons dagelijks leven toegepast wordt. Een paar dagen geleden ging het om het zaaien en het oogsten en dat alles zijn tijd heeft. Als je iets zaait gebeurt er verder niets, tenminste niets wat je kunt zien. Het gezaaide echter gaat wel groeien, ook al gebeurt het allemaal onder de grond. Op een later tijdstip kun je dan zien wat de vrucht van het zaaien is en de oogst komt steeds dichterbij. Dit kunnen we ook in ons eigen leven en zeker ook in het leven van anderen zien. Er wordt iets gezaaid en je ziet er verder niet veel van. Je gaat bidden, vraagt de Heere om zegen. zodat het veel vrucht mag brengen en laat het aan Hem over. Soms kan het wel een lange tijd duren, maar later kunnen we de vrucht zien, die daaruit voortkomt. Er is ook een tijd om te oogsten. Heel mooi daarbij is, dat mogen we nooit uit het oog verliezen, dat dit alles helemaal afhankelijk is van onze trouwe Vader in de hemel. We zien dit principe trouwens ook in 1 Korintiërs 3:6-7, waarin Paulus het over zichzelf en Apollos heeft: ‘Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God heeft laten groeien. Dus is dan noch hij die plant iets, noch hij die begiet, maar God, Die laat groeien.’ Ten eerste zien we hier dat de Heere ons Christenen samen wil gebruiken om voor Hem te leven en om Hem te dienen. Of dit nou evangeliseren is, een bekeerde helpen in het geloofsleven vooruit te komen of andere heel belangrijke taken, maakt daarbij niets uit. Ten tweede lezen we in deze verzen en dat is nog veel belangrijker, dat God het is, Die geeft. ‘…maar God heeft laten groeien’ en ‘…maar God, Die laat groeien’. Alles is en blijft tenslotte afhankelijk van Hem. Geve God dat ook wij door het werk van de Middernachtsroep nog veel mogen zaaien, zodat Hij de beoogde wasdom zal kunnen geven. In onze spoedig wederkomende Heiland verbonden,
uw Raphael en Lea Roos
Inhoud
Coverstory 4 Liefde, troost, hoop In de onrust van onze tijd 5 Huil niet! 7 Onderweg met liefde, troost en hoop 9 nu wordt hij vertroost
In perspeCtIef 12 14 15 16 18
Drie maal Gethsémané De triomf van het Lam Interview: karl-Heinz Vanheiden De knecht van God Serie: De blijde brief
ZendInGswerk 20 De intocht in Jeruzalem.
3 14 23 29 30
Groetwoord Aufgegriffen sprüche Impressum Amen
Initialen van de auteurs in dit nummer mnr = redactie Middernachtsroep
Groetwoord Van aart HaVerkaMp
Van uw secretaris Lucas 23:33a: ‘toen zij op de plaats kwamen die Schedel genoemd werd, kruisigden ze Hem daar!’ De geschiedenis van de uittocht verhaalt, dat de kinderen Israëls de rode Zee waren doorgetrokken en op een plaats in de woestijn kwamen, waar zij wel water vonden, doch geen drinkbaar water. Het was buitengewoon bitter water en werd daarom: ‘Mara’ (dat is bitterheid) genoemd. toen murmureerde het volk tegen Mozes en deze riep tot de Heere. De Heere liet zich door Mozes verbidden. Hij wees hem een stuk hout aan dat hij in het water moest werpen. toen dat gebeurde, had het water zijn bittere smaak verloren en kon door het volk gedronken worden. Is deze geschiedenis geen treffend beeld van wat eigenlijk met heel de mensheid geschied is? Door de zonde zijn wij over de hele wereld en in ons land gekomen in een hete en dorre woestijn. Gekomen op een plaats, die je gerust ‘Mara’ mag noemen, want de wateren van deze wereld zijn vaak bitter als gal. Gode zij dank is in deze wereld vol bitterheid echter een wonder gebeurd. een stuk hout het kruishout - is in haar bittere wateren geworpen en daardoor is dat water zoet geworden. alle vrede en troost en vreugde en kracht en licht - hopelijk ook in ons persoonlijke leven - hebben wij aan het kruishout te danken. Daarom is het voor ons van groot belang om steeds weer opnieuw naar dat kruishout te kijken en om het te werpen in de bittere wateren van de zondige wereld die ons omringt. Wie waren toch die ‘ze’ in het bovenstaande vers die Hem kruisigden? niet zo moeilijk toch? ‘Dit hebben dan de krijgsknechten gedaan’, zegt de Schrift zelf daarover. De romeinse soldaten hebben Jezus gekruisigd, maar op wiens bevel hebben zij dat gedaan en draagt als zodanig eigenlijk de schuld van deze kruisiging? Dat was toch pilatus, die herhaaldelijk verklaarde, dat Jezus onschuldig was, die het romeinse recht moest handhaven, doch die Hem tenslotte toch over gaf om gekruisigd te worden. Voor de romeinse wet staat pilatus schul-dig en waren de soldaten slechts uitvoerders van pilatus’ bevel.
toch is pilatus niet de enige en zelfs niet de hoofdschuldige. achter pilatus stond het Joodse volk, dat heel pijnlijk schreeuwde: ‘Zijn bloed kome over ons en onze kinderen!’ Maar zouden ze dat ook hebben gedaan, als ze niet door overpriesters en Schriftgeleerden waren opgehitst. toch komt het mij voor, dat ik de eigenlijke moordenaar van Christus niet daar, of althans niet alleen daar moet zoeken, maar elders. Jacob revius heeft het m.i. zo treffend onder woorden gebracht in een gedicht: ’t en zijn de Joden niet, Heer Jesu, die u kruisten, noch die verradelijk u togen voor ’t gericht, noch die versmadelijk u spogen in ’t gezicht, noch die u knevelden, en stieten u vol puisten Ik ben ’t, o Heer, ik ben ’t die u dit heb gedaan, Met andere woorden: ‘De diepe oorzaak van Golgotha ben ik!’ De schilder rembrandt heeft dat ook zo goed begrepen. als hij ‘de oprichting van het kruis’ schildert, dan beeldt hij zichzelf af als iemand die een handje meehelpt om het kruis rechtop te zetten. Dat was voor zijn tijd volslagen uniek. Hij moet begrepen hebben, wat u en ik in deze Lijdenstijd vaak zingen: ‘Ja ik kost Hem die slagen, die smarten en die hoon; ik doe dat kleed Hem dragen, dat riet, die doornenkroon; ik sloeg Hem al die wonden, voor mij moet Hij daar staan; ik deed door mijne zonden, Hem al die jamm’ ren aan!’ We maken ons weer op om Goede Vrijdag en pasen te gaan vieren. Zou het niet goed zijn om dan in gedachten de komende dagen regelmatig te zingen: ‘Heer, als ik denk aan wat U voor mij deed, dan kan ik alleen maar danken!’ of ‘Duizend, duizend maal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer!’ In onze spoedig wederkomende Heiland verbonden wens ik u Gods rijke zegen toe, uw Aart Haverkamp Sectretaris van Middernachtsroep
Middernachtsroep 03.2016
3
Focus op de BijBel
LIefDe, trOOSt, HOOp In de onrust van onze tijd
De actualiteit kan ons angst aanjagen. De morele verdorvenheid in de westerse maatschappij neemt toe en op het christendom gebaseerde ethiek wordt openlijk afgewezen. tegelijkertijd lijken terreur en islamisering in europa een vaste grootheid te worden. Gezien de onrust in onze tijd schijnt het noodzakelijker dan ooit om zich bewust te zijn van de realiteit van het kruis, het lege graf en de hemel.
4
Middernachtsroep 03.2016
Huil niet! In openbaring 5 ziet Johannes een zevenvoudig verzegelde boekrol in de hand van God, een testament van Gods heilsplan met deze wereld. Maar niemand is waardig hem te openen. wat nu?
J
ohannes had al veel meegemaakt. Hij was met de Heer Jezus door het land getrokken en had Zijn toespraken gehoord en de heerlijke daden van Hem gezien. Later had hij, die meerdere keren getuigt dat de Heer hem liefhad, als enige discipel bij het kruis volgehouden en de Heiland die hij liefhad als het Lam van God aan het kruis zien sterven (vgl. Joh. 19:3). Johannes had gezien hoe Jezus de wereld met God verzoende; hij had de tekenen gezien die de aarde deden schudden en hij was niet weggerend toen de zon haar schijnsel verloor. Hij had ook de uitroep van Jezus aan het kruis gehoord: “Het is volbracht!” Maar hij was ook getuige geweest van de opstanding van Jezus uit de doden, en hij was erbij toen Jezus veertig dagen na Zijn opstanding vanaf de Olijfberg naar de hemel voer. Ook de woorden “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde” (Mat. 28:18) van de Opgestane had hij gehoord. Maar nu beleeft hij dat schrikbarende dat er aanvankelijk niemand waardig is om de boekrol te openen en de zegels ervan te verbreken. Alsof het vervolg van de heilsgeschiedenis geblokkeerd wordt, want niemand in de hemel of op aarde of onder de aarde is waardig het testament te openen en de heerlijke erfenis van God en het Lam rechtsgeldigheid
te verschaffen. Niemand? Niemand dan het Lam Zelf! Want nu komt een van de 24 oudsten die rondom de troon van God zijn tegen Johannes zeggen: “Huil niet! Zie, de Leeuw die uit de stam van Juda is, de Wortel van David, heeft overwonnen om de boekrol te openen en zijn zeven zegels te verbreken” (Op. 5:5). Waarom moet deze oudste de ziener Johannes troosten, die toch wist dat Jezus had overwonnen? Omdat Johannes deed wat wij ook zo makkelijk doen. Hij had zijn blik van de overwinning van het Lam afgewend. De gevolgen zijn dan altijd ontroostbaarheid en tranen. Hoe vaak doen we onze Heer geen schande aan door de huilen en het bijltje erbij neer te gooien en bij de pakken neer te gaan zitten terwijl Hij zo’n geweldig heerlijke overwinning heeft behaald! “Huil niet!” Met andere woorden: “Daar is geen reden voor”. Het valt op dat deze oudste niet ingaat op de persoon van Johannes en diens band met de Heer Jezus en hem geen verwijten maakt in de zin van: “Je hebt het toch gezien, je had het toch moeten weten dat Hij heeft overwonnen”. Nee, hij spreekt alleen over de Heer (vs. 5). Hij zegt dat Hij heeft overwonnen. Johannes had door de blokkade, doordat niemand waardig was om de boekrol te openen, het zicht op de Overwinnaar verloren. Bent u ontmoedigd en terneergeslagen? Dan roept de Heer u door Zijn Woord toe: “Huil niet!” – “Wees getroost, Ik heb overwonnen!” “De Leeuw die uit de stam van Juda is … heeft overwonnen.” De leeuw is de koning – Jezus Christus is de koning der koningen en uit het geslacht van Juda. Het is in dit verband erg veelzeggend dat de stervende Jakob (Israël) al duizenden jaren eerder Juda een leeuwenwelp noemde. Toen hij op zijn sterfbed lag, liet hij al zijn zoons
Middernachtsroep 03.2016
5
Focus op de BijBel
komen om hen te zegenen en voorspellingen over hen uit te spreken. Toen zijn vierde zoon Juda aan de beurt was, keek Jakob met zijn bijna blinde ogen in de verte en zei: “Juda is een leeuwenwelp; van je prooi ben je opgestaan, mijn zoon. Hij heeft zich gekromd, zich als een leeuw neergelegd, als een leeuwin; wie zal hem doen opstaan? De scepter zal van Juda niet wijken en evenmin de heersersstaf van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Hem zullen de volken gehoorzamen” (Gen. 49:9-–10). De held van de stam van Juda, dat is onze Heer Jezus Christus! “De Wortel van David.“ De Wortel van Davids eeuwige koningschap heeft overwonnen. Heel concreet betekent dit: alles wat de eerste Adam door zijn ongehoorzaamheid is kwijtgeraakt (het eeuwige leven, de gemeenschap met God, het paradijs), heeft de laatste Adam, Jezus Christus, door Zijn gehoorzaamheid weer terug geërfd. Hij was gehoorzaam tot de dood toe, ja tot de dood aan het kruis. Daarmee kwam er voor hen die er op wachten een erfenis vrij (vgl. Heb. 9:15–18). De Zoon van God is in de wereld gekomen en heeft de oorzaak van het verlies van de eeuwige erfenis – de zonde - weggedaan. “Zie het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt” (Joh. 1:29). Jezus stierf aan het kruis van Golgotha. Hij boog Zijn hoofd en gaf de geest. Er staat niet dat Hij de geest gaf en Zijn hoofd boog, want Hij legde Zijn leven vrijwillig af. Niemand heeft het van Hem afgenomen. En nu is de erfenis vrij, want de erflater is dood. Maar kijk, Jezus is niet in de dood gebleven! Hij is opgestaan en leeft! En dus is Hij de enige rechtmatige erfgenaam, en daarom is behalve Hij niemand waardig om de boekrol, het testament, te openen. Wat heerlijk: Hij heeft vanwege onze zonde de dood ondergaan en daarmee kwam de erfenis voor Zijn nakomelingschap vrij. Toen is Hij uit de doden opgestaan en daarop gebeurde het unieke: Hij was en is nu Zelf de erfgenaam van alle dingen. Romeinen 8:17 zegt: “Als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgena-
6
Middernachtsroep 03.2016
Bent U OntMOeDIGD en terneerGeSLaGen? Dan rOept De Heer U DOOr ZIJn WOOrD tOe: “HUIL nIet!” – “WeeS GetrOOSt, Ik HeB OVerWOnnen!”
men: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus”. Nu ziet Johannes de Overwinnaar, de sterke Triomfator: “En ik zag, en zie: te midden van de troon en van de vier dieren en te midden van de ouderlingen stond een Lam als geslacht, met zeven horens en zeven ogen. Dat zijn de zeven Geesten van God, die uitgezonden zijn over heel de aarde. En het kwam, en heeft de boekrol genomen“ (Op. 5:6). Johannes ziet hier niet de Leeuw, maar het Lam. Wat een contrast bestaat er tussen een leeuw en een lam! Een leeuw is koninklijk, een lam hulpeloos en zwak. De enorme paradox waarop de verlossing, ja zelfs de gehele Gemeente berust (alles wat het Nieuwe Testament met het woord ‘kruis’ benoemt), wordt de apostel Johannes hier opnieuw en diepgaander dan ooit onthuld: de leeuw als het lam, de Koning der koningen, de Levensvorst als het slachtoffer. En waar staat het Lam? Heel centraal. Let op de uitdrukking “te midden van” (zie boven). Jezus Christus is het Middelpunt. Als Johannes het Lam “als geslacht” ziet, wijst dat op de eeuwige geldigheid van de verlossing. Het vergoten bloed van Jezus heeft een nooit eindigende uitwerking (vgl. Heb. 19:12). En omdat aan Hem het oordeel over de zonde van de hele wereld voltrokken is, is Hij als enige waardig om deze kruisvijandige wereld die zich buiten Zijn werk geplaatst heeft, te oordelen. Zo zien we het Lam hier nu door de ogen van Johannes als geslacht en toch in kracht en heerlijkheid, want er staat: “…met zeven horens … zeven Geesten van God, die uitgezonden zijn over heel de aarde”. De zeven horens betekenen macht en een alles overwinnende kracht. Merkwaardig genoeg wordt hier voor ‘Lam’ het Griekse woord arnios gebruikt, wat op lieflijkheid en zachtmoedigheid
wijst. Daarentegen gebruikt het Nieuwe Testament anders het woord amnos. De zeven horens tonen het wezen van het Lam in goddelijke kracht en macht. Zeven is het getal van de goddelijke volheid. Paulus zegt: “…Christus, de kracht van God en de wijsheid van God” (1 Kor. 1:24). Geen mechanische macht dus, maar goddelijke macht. “…en zeven ogen. Dat zijn de zeven Geesten van God, die uitgezonden zijn over heel de aarde” (Op. 5:6). Wat wordt de volheid van de Godheid hier wonderlijk mooi geopenbaard! Zo had Jesaja God al 800 jaar eerder gezien. De voorspelling van de zeven Geesten staat in Jesaja 11:1–2: “Want er zal een Twijgje opgroeien uit de stronk van Isaï, en een Loot uit zijn wortels zal vrucht voortbrengen. Op Hem zal de Geest van de HERE rusten: de Geest van wijsheid en inzicht, de Geest van raad en sterkte, de Geest van de kennis en de vreze des HEREN.” Deze zeven Geesten van God rusten op de Twijg die uit de wortel van David komt. De zeven ogen van God, die de zeven Geesten van God zijn, zijn “uitgezonden over heel de aarde”. Het Lam doordringt de hele wereld. Samengevat: de zeven horens en de zeven Geesten betekenen dat Hij een volkomen geestelijke kracht bezit. In Zacharia 3:8–9 wordt er ook in die zin over het Lam geprofeteerd. Als we in Openbaring 4 de centrale positie zien van Hem die op de troon zit, wordt hier het Lam geopenbaard als het middelpunt van de heerlijkheid van God: “En ik zag, en zie: te midden van de troon en van de vier dieren en te midden van de ouderlingen stond een Lam” (Op. 5:6). Dat laatste werkwoord mogen we niet over het hoofd zien. Het Lam stond! Hoewel het Lam geslacht is, gedood om onze zonden, leeft het. Hij is opgestaan! Jezus leeft en met Hem leef ik ook. WIM MALGO (1922–1992)
Onderweg met LIefDe, trOOSt en HOOp we zijn allemaal onderweg, jong en oud, rijk en arm. elke dag brengt ons een stap dichter bij de eeuwigheid. en voor hen die in de Leeuw uit Juda en in het Lam van God geloven, betekent dat iets heerlijks.
w
e zijn allemaal onderweg en de grote vraag is welk doel we tegemoet gaan. Vandaag zijn we een dag dichter bij het doel van ons geloofsleven dan gisteren. Romeinen 13:11–12 betuigt: “En dit te meer, omdat wij het beslissende tijdstip kennen, namelijk dat de tijd reeds is aangebroken dat wij uit de slaap ontwaken. Want nu is de zaligheid dichter bij ons dan toen wij tot geloof kwamen. De nacht is ver gevorderd en de dag is nabij gekomen. Laten wij dus de werken van de duisternis afleggen en de wapens van het licht aandoen.” Het doel van de gelovigen is een onbeschrijflijke heerlijkheid (1 Kor. 2:9). De Brief aan de Hebreeën zegt het zo: “Maar nu verlangen zij naar een beter, dat is naar een hemels vaderland. Daarom schaamt God Zich niet voor hen om hun God genoemd te worden. Want Hij had voor hen een stad gereedgemaakt” (hfdst. 11:16). De apostel Paulus beschrijft deze waarheid met de volgende woorden: “Wij weten immers dat, wanneer ons aardse huis, deze tent, afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, eeuwig in de
hemelen. Want in deze tent zuchten wij ook, en verlangen wij er vurig naar met onze woning die uit de hemel is, overkleed te worden” (2 Kor. 5:1-2; vgl. Fil. 1:23). Zo heerlijk als het voor elke gelovige is, zo verschrikkelijk is het voor de ongelovige. Wie nog niet het eigendom van de Heer Jezus Christus is, is onderweg naar het verschrikkelijkste wat een mens kan overkomen. De weg waarop de ongelovige onderweg is, is wel breed (Mat. 7:13), maar Psalm 73:12,19 zegt: “Zie, dezen zijn goddeloos, toch hebben zij in de wereld rust en vermeerderen hun vermogen. … Hoe worden zij in een ogenblik tot een verwoesting! Zij worden weggevaagd, komen om door verschrikkingen“ (vgl. Ps. 49:17–21). Waarheen bent u onderweg? Naar het onbeschrijflijk heerlijke of het onbeschrijflijk verschrikkelijke einde? Elk uur brengt ons dichter bij de waarheid. U krijgt een heerlijk einde als Jezus Christus uw Heer en Heiland is. Dan kunt u ook
in de onrust van onze tijd ware liefde, troost en hoop ervaren. Er zijn overigens ook mensen die met een vals geloof onderweg zijn. In Mattheus 25 lezen we over tien meisjes die hun lampen pakten en de bruidegom tegemoet gingen. Vijf van hen waren echter dwaas en vijf waren verstandig. Alle tien waren ze onderweg met het doel de bruidegom te ontmoeten, maar voor de een van er een heerlijk einde en voor de ander een eind met teleurstellende verrassingen. Ze hadden allemaal een lamp, wat laat zien dat ze aan de buitenkant gelijk en naar hetzelfde doel op weg waren. Het verschil was dat sommigen olie bij zich hadden en anderen niet. Dit betekent dat degenen die olie bij zich hadden hier op aarde een innerlijk leven kenden, dat wil zeggen, gemeenschap met de Heer Jezus; daarom herkende Hij hen ook. Daarentegen hadden de anderen alleen de schijn mee; ze hadden geen innerlijke gemeenschap met de Heer en daarom herkende Hij hen ook niet. Zulke mensen kunnen dan met een oprecht gelovige onderweg zijn, maar ten diepste zijn ze vijanden van het kruis (Fil. 3:18). Tegen naamchristenen die geen innerlijke band met God hebben, zal Jezus Christus aan het einde zeggen: “Ik ken je niet”. “Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, de Heer Jezus Christus” (Fil. 3:20). Zo behoren we onderweg te zijn, als mensen die hun Heer verwachten, die Hem liefhebben, die naar Hem
Middernachtsroep 03.2016
7
Focus op de BijBel
verlangen. Wie in de juiste gemeenschap met Hem leeft, is vol van de wens om voor altijd bij Hem te zijn. Deze waarheid en levende hoop was bepalend voor de apostel Paulus, die daar ook de conclusie uit trok: “Daarom stellen wij er ook een eer in, hetzij inwonend, hetzij uitwonend, om Hem welbehaaglijk te zijn” (2 Kor. 5:9). We moeten allemaal voor de rechterstoel van Christus openbaar worden (vs. 10). “Nu wij dus deze vrees voor de Heer kennen, bewegen wij de mensen” (vs. 11). Ja, “want de liefde van Christus dringt ons” (vs. 14). We leven niet voor onszelf, maar voor Hem die voor ons gestorven is. We zijn gezanten namens Christus. Paulus was afgestemd op dat wat boven is. Hij liet zich niet door slechte arbeiders tegenhouden (Fil. 3:2) of door gevoelens van eigendunk wat hij wel niet was, wat voor een voortreffelijk karakter hij wel niet had, wat een modelopleiding hij wel niet genoten had, enzovoort (vs. 4–6). Dat zijn allemaal dingen die een stempel op ons kunnen drukken en ons het zicht op ons doel kunnen benemen. Wat betekent de Heer Jezus hier en nu nog voor ons? Paulus spreekt een diepe waarheid uit: “Ja, beslist, ik beschouw ook alles als schade vanwege de voortreffelijkheid van de kennis van Christus … vergetend wat achter mij is, mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel” (Fil. 3:8,13-14). Dat zei Paulus toen hij 27 jaar met zijn Heer onderweg was en reden genoeg had om teleurgesteld te zijn over alle negatieve ervaringen die hij op die weg had moeten opdoen. Veel gelovigen zijn onderweg zonder te merken dat uiteindelijk niet Jezus hun doel is, maar het eigen trotse ‘ik’ (“Ik ben, ik heb”). Of ze worden beheerst door de lust, die zo ver kan gaan dat “de buik hun god is” (Fil. 3:19). Ze zijn onderweg, maar worden niet bepaald door het doel, door de Heer Jezus. Ze gedragen zich alsof ze aan het wandelen zijn en zich door allerlei zaken laten betoveren. In concreto: ze laten zich door de dingen van deze wereld gek maken en beheersen. Je kunt het een beetje vergelijken met een atleet die tijdens een hardloopwedstrijd naast de baan gaat zitten om
8
Middernachtsroep 03.2016
een paar mooie bloemen te bewonderen (vgl. 1 Kor. 9:25–26). Er is niets groters en heerlijkers dan wat ons als kinderen van God is beloofd. In 2 Korinthe 7:1 staat: “Omdat wij dan deze beloften hebben, geliefden…” Over welke beloften gaat het hier? De verzen ervoor geven het antwoord: “Ik [de Here – red.] zal in hun midden wonen en onder hen wandelen en ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn” (2 Kor. 6:16). Openbaring 21:3–5 verklaart wat deze heerlijke belofte voor ons zal betekenen: “Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht, of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. En Hij die op de troon zit, zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw, En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar!” Het is onmogelijk om deze heerlijkheid in onze woorden te beschrijven. Maar stel je voor hoe het zal zijn als je een ongestoorde gemeenschap met de Heer mag hebben; wat een zaligheid het zal zijn als je geen pijn en geen lijden meer hebt, als er geen geschreeuw meer is en dus ook geen ruzies meer. Dat wordt iets heerlijks! Wij zijn echt de rijkste mensen die er op aarde rondlopen. “…hetzij tegenwoordige dingen, hetzij toekomstige dingen, alles is van u. U echter bent van Christus en Christus is van God” (1 Kor. 3:22–23). “Hoe zal Hij, die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken?” (Rom. 8:32). Door Jezus Christus is ons een volkomen zegen geschonken! “En als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen van Christus; wanneer wij althans met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden” (Rom. 8:17). Als je het kind van een multimiljonair bent, dan erf je zijn miljoenen met alles wat een miljonair zo heeft verzameld. Dan kun je aan een huis met een zwem-
bad denken, twee appartementen in de stad, een vakantiewoning aan het strand, een villa aan een meer met palmen en veel groen eromheen. Al die dingen zijn op een dag plotseling van jou omdat je de erfgenaam bent. Daar komen dan nog bedrijven, winkels, talrijke dure auto’s, sportwagens, paarden enzovoort bij. Wat zou dat met je doen? Maar al die dingen zijn afval in vergelijking met wat we als kinderen van de Allerhoogste zullen erven en met Christus nu al bezitten. We hebben volgens 2 Korinthe 5:1 een gebouw van God (vgl. Joh. 14:2-3). En als we boven aankomen, zullen we zeggen: “Nog niet de helft was me verteld”. Het is allemaal oneindig veel heerlijker. En wie ook maar een klein beetje van deze heerlijkheid heeft gesmaakt, zal met Petrus uitroepen: “Heer, het is goed dat wij hier zijn; laten wij, als U wilt, hier drie tenten maken” (Mat. 17:4). Wat is de rijkste ongelovige toch arm in vergelijking met deze rijkdom die door Jezus Christus aan elke gelovige is geschonken! Dat is onze hoop en ook onze troost, zoals 1 Thessalonicenzen 4:18 zegt: “Zo dan, troost elkaar met deze woorden”. Er bestaat geen troostrijker boodschap dan de wetenschap dat we voor altijd bij de Heer zullen zijn. Troost je maar opnieuw met deze hoop waarnaar je op weg bent. Paulus verklaart in Romeinen 8:18 dat het zien op het doel van de heerlijkheid zelfs helpt om lijden te overwinnen. Bij de Heer zijn, dat is ons beloofd, is de grootste troost in alle situaties van het leven. Wachten we op de Opname tot de Heer? En is Zijn wederkomst een troost voor ons? Deze troostrijke hoop op de toekomstige heerlijkheid behoort ons leven te beïnvloeden. In 2 Korinthe 5:2 staat dat we er krachtens deze hoop vurig naar verlangen om het nieuwe opstandingslichaam als een kledingstuk aan te trekken. “Maar wij hebben goede moed en wij hebben er meer behagen in om uit het lichaam uit te wonen en bij de Heer in te wonen” (vs. 8). In Hebreeën 11:16 wordt dezelfde geest openbaar: “Maar nu verlangen zij naar een beter, dat is naar een hemels vaderland”. Onze kennis van de hoop der heerlijkheid behoort in ons het
verlangen naar Hem te doen toenemen. Al in het Oude Testament hadden de gelovigen dit verlangen naar de Heer: “Mijn ziel verlangt … naar de voorhoven van de HERE” (Ps. 84:3). Of: “Tot U, HERE, hef ik mijn ziel op” (Ps. 25:1). Hoe staat het met ons begeren en verlangen naar de goddelijke dingen? We moeten helaas vaststellen dat zo menig gelovige naar van alles en nog wat verlangt, maar niet naar de dingen van God. Ze gaan met de nieuwste mode mee, hebben als eersten alles wat ‘in’ is, enzovoort. Het tegendeel van het verlangen naar het goddelijke is zelfgenoegzaamheid. In Openbaring 3:17 lezen we over dit zelfgenoegzame verzadigd zijn: “U zegt: Ik ben rijk en steeds rijker geworden en heb aan niets gebrek, maar u weet niet dat u ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt bent”. Als kinderen voor het eten chocolade krijgen, kun je met het eten hun lievelingsgerecht op tafel zetten, maar je zult dan merken dat ze dat niet meer willen. In het geestelijk leven is het net eender. ‘Chocolade’, dat zijn de lekkernijen van de wereld die het geestelijke verlangen van de gelovige kapotmaken. Paulus had een diep verlangen naar de Heer: “Ik jaag naar het doel”. Dat vereiste wel volharding van hem. Hij beschouwde alles als schade omwille van de Heer Jezus, zelfs na tientallen jaren navolging, waarin hij heel wat klappen had opgelopen. Zijn verlangen om het doel te bereiken en bij de Heer te zijn brandde niet op een spaarvlammetje, maar was een laaiend vuur. Onze hoop dient ons tot reiniging en heiliging te brengen: “En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is” (1 Joh. 3:3; vgl. 2 Kor. 7:1). De Heer is heilig en ook wij behoren heilig te worden zoals Hij is. Daarom dient de heiligmaking ons motto te zijn. Maar we zien dat dit onderwerp tegenwoordig vaak op de laatste plaats staat in de gemeente. Men wil mooie preken horen, veel zingen en blij zijn, maar de oproep om een christenleven met alle consequenties daarvan te leiden is een zeldzaamheid geworden. Onverschilligheid heeft binnen de lauwe christenheid de overhand gekregen. En
wie het doel niet meer voor ogen heeft, ziet ook de noodzaak tot heiliging niet meer. De hoop der heerlijkheid bewerkt nieuwe toewijding en volharding, “terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande veracht en zit nu aan de rechterhand van de troon van God” (Heb. 12:2). Onze Heer Jezus heeft het verdragen om de vreugde die vóór Hem lag. De hoop van de heerlijkheid behoort ook in ons deze toewijding te scheppen, juist wanneer we nalatige handen en moede knieën hebben gekregen. Het is de moeite waard om verder te gaan! Bedenk eens wat een beloning erop staat. Van Mozes wordt in Hebreeën 11:26 gezegd: “Hij beschouwde de smaad van Christus als grotere rijkdom dan de schatten in Egypte, want hij had het loon voor ogen”. Dat we op weg mogen zijn naar een alles overweldigende heerlijkheid zou ons er tenslotte toe moeten brengen dat we Hem steeds meer gaan liefhebben, want Hij heeft ons eerst liefgehad. Gods wens: “Ik wil te midden van hen wonen en wandelen en hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn”, behoort bepalend te zijn voor ons leven. Onze Heer wil niet alleen na de Opname of als we thuisgehaald zijn in de hemel onze God zijn en bij ons wonen, Hij wil hier en nu al bij jou en mij wonen. Wat in de heerlijkheid volmaakt zal zijn, mag vandaag al onze ervaring zijn of worden. Waar Hij is, daar is vreugde, troost, bemoediging. “Christus in u, de hoop der heerlijkheid” (Kol. 1:27). Kan Hij nu al bij je wonen? Hij wil het graag! Volgens Jesaja 57:15 woont God bij de verbrijzelde en nederige van geest. Ben je zo op weg, wordt je leven bepaald door het doel? Hij wil graag je God zijn en met je wandelen. Ja, Hij wil in ons midden zijn. Moge het woord van Romeinen 15:13 je onderweg begeleiden: “De God nu van de hoop moge u vervullen met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat u overvloedig bent in de hoop, door de kracht van de Heilige Geest”.
Nu wordt hij vertroost Uw zon zal niet meer ondergaan en uw maan zal zijn licht niet intrekken, want de Here zal voor u tot en eeuwig licht zijn en aan de dagen van uw rouw zal een einde komen. – Hij zal de dood voor altijd verslinden, de Here Here zal de tranen van alle gezichten afwissen en de smaad van Zijn volk wegnemen van heel de aarde. – Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun gewaden gewassen en ze hebben hun gewaden wit gemaakt in het bloed van het Lam. Daarom zijn zij vóór de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. en Hij die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden. Zij zullen geen honger of dorst meer hebben, en geen zonnesteek of enige hitte zal hen treffen. Want het Lam, dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. – en God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.
Luk. 16:25; Jes. 60:20; 25:8; Op. 7:14–17; 21:4. Uit het boekje met overdenkingen "Licht voor elke dag" (momenteel uitverkocht).
ERNST KRAFT
Middernachtsroep 03.2016
9
Eruit gElicht
plaats van handeling: Centraal Station van keulen
Meten met twee maten bij aanrandingen
I
n een artikel op Focus Online stelt journaliste Birgit Kelle de “dubbele maat” aan de kaak, waarmee in Duitsland wordt gemeten. Zo was in 2013 de verontwaardiging in de media groot toen “een suffe oudemannetjespoging” van politicus Rainer Brüderle “om in een hotelbar een meid te versieren Duitsland een de-
bat over seksisme ten deel liet vallen”. Maar die verontwaardiging was uitgebleven toen bekend werd dat er bij het station van Keulen met Oud en Nieuw talrijke vrouwen doelbewust waren aangerand. De reden voor dit zwijgen is eenvoudig, zo schrijft Birgit Kelle, dat heeft met het onvermijdelijke ‘goedmensendom’ te
maken, dat “immers niemand op de tenen wil trappen”: “Het waren waarschijnlijk de verkeerde daders. Volgens ooggetuigenverslagen en getuigenverklaringen van de betrokken slachtoffers waren het namelijk Arabisch uitziende mannen; de politie zelf sprak over Noord-Afrikaans uitziende mannen.” mnr
Hamas blijft terreurorganisatie
facebooks anti-Israëlische dubbele moraal
w
d
ie denkt dat Hamas een gelijkwaardige onderhandelingspartner voor Israël is, had begin dit jaar uit de droom geholpen kunnen worden. Hamas leider Ismail Hanije riep in januari nog eens onverbloemd op tot geweld tegen Israël en benadrukte dat de Palestijnen op heel Israël aanspraak maakten. mnr
Ismail Hanije
10 Middernachtsroep 03.2016
e Israëlische burgerrechtorganisatie Shurat HaDin heeft een experiment uitgevoerd: zij maakte een anti-Israëlische en een anti-Palestijnse Facebook pagina. Op beide pagina's publiceerde zij identieke haatcommentaren, op de ene pagina tegen Israël en op de andere tegen de Palestijnen. Daarna lichtte Shurat HaDin Facebook over beide pagina’s in. Facebook haalde slechts één pagina weg, namelijk de anti-Palestijnse. De Israël-vijandige pagina bleef bestaan. mnr
nederlandse populisten misbruiken de Bijbel
e
nige tijd geleden lazen Nederlandse populisten op straat bepaalde Bijbelgedeelten voor en gaven die uit als teksten uit de Koran om de reacties van voorbijgangers te testen. De resultaten zetten ze op Youtube. Het probleem: de beide populisten voegden aan de naar hun mening twijfelachtige Bijbelverzen zelfverzonnen uitspraken toe. Ze citeerden bijvoorbeeld Paulus, die het een vrouw niet toestaat om te leren (1 Tim. 2:12), en voegden eraan toe dat men anders haar hand moest afhakken. Maar dat is een tekst uit het Oude Testament en wel Deuteronomium 25:11. Deze tekst heeft echter totaal niets uit te staan met de leer over de gemeente. Het is mogelijk dat in de Youtube-video de beide populisten de teksten uit 1 Timotheüs 2:12 en Deuteronomium 25:11 met elkaar verbonden hebben. mnr
Zwitserse media klagen over vluchtelingenhulp vrije gemeenten
I
n Zwitserland zoeken verschillende christelijke organisaties en gemeenten asielzoekerscentra op om in de liefde van Jezus Christus hulp te bieden. Meerdere Zwitserse media hebben dit intussen gemerkt en klagen over de zendingspogingen van vooral de conservatieve vrije gemeenten. Sektendeskundige Regina Spiess “observeert de activiteiten met bezorgdheid”, zo schrijft 20min.ch. Het Zwitserse volk is
minder kritisch dan de ‘deskundigen’. De commentaren van lezers onder het artikel vallen overwegend pro-christelijk uit. Het meest populaire commentaar stelt treffend vast: “Anders doet niemand iets, dus laat die vrije gemeenten toch hun gang gaan! Juist deze mensen ZIJN immers een deel van onze maatschappij! Altijd maar mopperen en als er da niemand iets doet is het ook niet goed!” mnr
Christelijke star wars?
o
nlangs verscheen een nieuwe Star Wars in de bioscopen. Het enthousiasme voor de fantasy-films is groot, deels ook onder christenen. Niet alleen in de VS, waar men al aan dergelijke dingen
gewend is, maar ook in Berlijn heeft men een kerkdienst gehouden met als thema Star Wars. De kerk was overvol en er werden zes bioscoopkaartjes verloot. mnr
vaticaan weigert zending onder Joden
G
edurende de laatste Adventstijd publiceerde het Vaticaan een verklaring waarin het Gods onberouwelijke “genadegaven en de roeping” voor het Joodse volk benadrukte (Rom. 11:29). Dat is positief. Minder positief is, zoals Bijbelleraar Denny Burk laat zien, dat het Vaticaan daarmee verklaart dat het niet wil deelnemen aan het ‘institutionele zendingswerk’ onder de Joden. De reden daarvoor is, kort en bondig gezegd: Joden hoeven niet perse in Jezus Christus te geloven om gered te worden; geloven in de beloften van de Thora is voldoende. Met andere woorden, de Heer Jezus zou ook mensen redden die weliswaar niet in Hem persoonlijk geloven, maar wel in de uitspraken van het Oude Testament. mnr
Wereldklimaattop in parijs eind 2015
de hele wereld is het eens over klimaatverdrag
d
e Spiegel schrijft over het “wonder van Parijs”. Alle 195 landen van de wereld zijn het in Parijs inderdaad eens geworden over een wereldklimaatverdrag. “De wereld heeft een verdrag gesloten”, zo schrijft Axel Bojanowski voor Spiegel Online, “om de opwarming van het klimaat af te remmen, en de energievoorziening moet radicaal veranderd worden.” Of de goede
voornemens ook in praktijk gebracht zullen worden, is vers twee. Maar de klimaatonderhandelingen in Parijs hebben wel laten zien dat de wereld het inderdaad eens kan worden over een urgent lijkende kwestie, vooral als een begaafd man de gesprekken leidt, zoals in dit geval de behendige leider van de onderhandelingen Laurent Fabius. mnr
Middernachtsroep 03.2016 11
In perspectIef
BIJBeLse GeoGr AfIe
drie maal Gethsémané voor een bezoek aan Gethsémané moeten we op drie plaatsen even stoppen. waarom drie? Het gaat hier niet om verschillende religieuze groeperingen die allemaal beweren de exacte ligging van Gethsémané te weten. Het gaat veeleer om de mogelijkheid om drie verschillende plaatsen na te gaan die in de nacht toen Jezus verraden werd, samen een rol speelden. een rondgang langs historische plaatsen.
12 Middernachtsroep 03.2016
o
nze eerste stop is letterlijk aan de voet van de Olijfberg. Pas op bij het oversteken van de straat en loop dan de trap af naar de eronder gelegen open ruimte. Neem het smalle straatje rechts langs het gebouwtje voor je en loop naar de kleine ingang aan het eind. Ga de deur door en het handjevol traptreden af, de relatief kleine kapel in. Nu ben je in Gethsémané! Kijk eens goed naar de muren en het plafond. Pro-
beer de lampen, de stoelen en de andere moderne aanvullingen weg te denken. Dan zie je vrij makkelijk dat we ons in een grot bevinden. Het is een natuurlijke grot, zoals er in de kalksteenheuvels in heel Israël honderden te vinden zijn. Maar wat doet Gethsémané nu in een grot? De naam Gethsémané is eigenlijk een combinatie van twee Hebreeuwse woorden, namelijk gath (het woord voor
aLS Je naar De BOMen kIJkt, kUn Je Je VOOrSteLLen Dat JeZUS ertUSSen StOnD Met De DrIe DISCIpeLen DIe ZIJn VertrOUWeLInGen Waren.
pers) en shemen (het woord voor olijfolie). Toen Jezus met Zijn discipelen naar Gethsémané ging, ging Hij letterlijk op weg naar een olijfoliepers. Maar waarom staan we in een grot? Olijven worden pas aan het eind van de zomer geoogst, vlak voor het begin van de regentijd. Om te voorkomen dat er zich water met de olie zou vermengen bevond de pers zich vaak in een beschutte omgeving, zoals een gebouw of een grot. Hier op de Olijfberg was deze natuurlijke grot de perfecte plek voor een pers. En in de overige maanden van het jaar diende de grot als praktische bescherming of ontmoetingsplaats voor de bezoekers van Jeruzalem, vooral ten tijde van feesten. Jezus en Zijn discipelen hebben de grot bij eerdere bezoeken hoogstwaarschijnlijk als beschermingsruimte gebruikt. In de nacht dat Hij verraden werd, ging Jezus “de stad uit en vertrok, zoals Hij gewoon was, naar de Olijfberg”, en ook Zijn discipelen volgden Hem en kwamen “op die plaats” (Luk. 22:39–40). De groep kwam zonder Judas naar deze grot met zijn olijfoliepers. De discipelen zullen ongetwijfeld gedacht hebben dat ze daar de nacht zouden doorbrengen, omdat het al te laat was om nog helemaal naar Bethanië terug te keren. Ik weet zeker dat we hier allemaal graag even zouden pauzeren, maar we moeten verder – naar de tweede stop in Gethsémané. De tweede stop is de traditionele Hof van Gethsémané, die de meeste toeristen bezoeken. Buiten de grot waar de olijfpers zich bevond zou je olijfbomen moeten kunnen verwachten (per slot van rekening staan we aan de voet van de Olijfberg). In de tijd van Jezus werd er met een hof een gebied bedoeld waar men iets kweekte. Een functionerende boerderij dus, geen bloementuin. Daarom moet je in de buurt van de pers een olijvengaard kunnen vin-
den. Hoe dichtbij? Lukas bericht dat Jezus Zich ongeveer een steenworp afstand van de discipelen verwijderde. Hoe ver is het van Gethsémané (de olijfpers in de grot) naar de traditionele Hof van Gethsémané? Hangt ervan af hoe ver je kunt gooien, ik zou zeggen, ongeveer een steenworp afstand! Als we nu de hof betreden om de knoestige olijfbomen te bekijken, bedenk dan dat we dichtbij de plek zijn waar Jezus de discipelen achterliet en alleen Petrus, Jakobus en Johannes meenam. Als je naar de bomen kijkt, kun je je voorstellen dat Jezus ertussen stond met de drie discipelen die Zijn vertrouwelingen waren. Welke aanwijzingen gaf Hij hun? “Waak en bid, opdat u niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak” (Mat. 26:41). En wat was hun reactie? Ze vielen in slaap! Drie keer nog wel! Ik zie gewoon voor me hoe Petrus tegen een boom zoals deze hier geleund lag en zachtjes snurkte. Maar wees niet te hard tegen de discipelen. Het was al laat in de nacht. Het was donker. En ze hadden even daarvoor nog de sedermaaltijd van het Pesachfeest tot zich genomen. Vlak naast deze kleine olijvengaard staat een moderne kerk. Het is een van mijn favoriete kerken in het hele heilige land. De Kerk van Alle Naties (ook wel de Basiliek van de Doodsangst) bevat meerdere architectonische hoogstandjes die van de architect Antonio Barluzzi afkomstig zijn. De ramen zijn van licht doorlatend violet albast. Ze laten een beetje licht door en houden tegelijkertijd voldoende licht tegen, zodat de kerk van binnen somber en duister werkt. En voorin de kerk heeft men de rotsgrond opzettelijk blootgelegd. Dit markeert de plek waar Jezus alleen ging bidden. De unieke kerk van Barluzzi is de derde plek van onze wandeling door
Gethsémané. Het Evangelie van Markus zegt dat Jezus “iets verder gegaan” is van de drie discipelen voordat Hij Zich op de grond wierp om te bidden (14:35). Hier ergens – misschien wel precies daar voorin de kerk – is de plek waar Jezus worstelde met de verschrikking van Zijn aanstaande kruisiging. Lukas vertelt dat Zijn zweet, terwijl Hij worstelde in het gebed, als bloeddruppels werd, een teken van de diepe emoties die Jezus doorleefde. “Vader, als U wilt, neem deze drinkbeker van Mij weg; maar laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden!” (Luk. 22:42). Ik mag je in de kerk niet rondleiden, maar ik wil je wel het volgende voorstellen: ga eens zitten en neem even de tijd om na te denken over de emoties die Jezus in die nacht had. De hele eeuwigheid lang had er een volkomen eenheid tussen God de Vader en God de Zoon bestaan. Maar nu stond Jezus vlak voor Zijn kruisiging. En toen Hij aan het kruis hing, riep Hij uit: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?” (Mat. 27:46). Jezus wist dat Hij op het moment dat Hij de zonde van de wereld op Zich zou nemen, niet alleen de vreselijke fysieke pijnen van de kruisiging zou moeten verdragen. Hij zou ook het gescheiden zijn, het oordeel en de straf ervaren die God de Vader voor onze zonden in petto had. Is het dan nog een wonder dat Hij die nacht in kwellende doodsangst heeft gebeden? Maar tenslotte was Jezus bereid om Zich aan alles te onderwerpen omdat Hij je zo enorm liefheeft. CHARLES H. DYER
Uit het boek 30 Tage mit Jesus im Heiligen Land van Charles H. Dyer, pag. 179–182. exclusief verkrijgbaar op de paasconferentie en vanaf april bij de uitgeverij Middernachtsroep!
Middernachtsroep 03.2016 13
In perspectIef
BoekBesprekInG
de triomf van het Lam een poosje geleden heeft uitgeverij Betanien een commentaar op openbaring gepubliceerd dat de op de toekomst betrokken uitleg ervan op veel punten verwerpt en in plaats daarvan de meeste beelden van de Apocalyps als niet meer dan een symbolische beschrijving van de periode van de Gemeente beschouwt. een recensie.
H
et vanuit het Amerikaans Engels in het Duits vertaalde boek Der Triumph des Lammes van Dennis E. Johnson is een commentaar op het Bijbelboek Openbaring. In tegenstelling tot de zogenaamde dispensationalistische (heilshistorisch georiënteerde) exegeses probeert de schrijver Openbaring ‘idealistisch’ uit te leggen. Dat wil zeggen dat hij Openbaring uitlegt als een reeks herhaalde symbolen die de strijd van de Gemeente van de tijd van Johannes tot aan de wederkomst van onze Heer, het laatste oordeel en de eeuwigheid beeldend beschrijven. Hij denkt dat Openbaring met talrijke beelden vanuit verschillende invalshoeken een en dezelfde geweldige oorlog schildert, soms in de vorm van blikken achter de schermen, die laten zien welke hemelse oorzaken er zijn, soms in de vorm van de zichtbare gevolgen daarvan voor de christelijke
14 Middernachtsroep 03.2016
Gemeente, de staat en de maatschappij op aarde (pag. 447vv.). Allereerst legt de auteur op 23 pagina’s duidelijk rekenschap af van de principes van zijn uitlegging: 1. Openbaring is gegeven om te openbaren. 2. Het is een boek dat je moet ‘zien’, vol beelden dus voor het ware wezen van de Gemeente. 3. Het heeft alleen zin in het licht van het Oude Testament. 4. Getallen in Openbaring tellen mee, ze moeten dus uitgelegd worden. 5. Het boek richt zich tot een Gemeente in benauwdheid. 6. Het gaat erin om de ervaringen van de zeven gemeenten in Klein-Azië. Openbaring moet voor hen begrijpelijk zijn geweest. 7. God en zijn Gezalfde behalen de overwinning. Aansluitend verklaart Johnson op nog eens zo veel pagina’s hoe hij de structuur van Openbaring verstaat. Je krijgt de indruk dat de man heel bijbelgetrouw is en dat hij dit moeilijke boek vanuit de bijbelse en vooral de profetische achtergrond probeert te verklaren. Hij geeft zorgvuldig argumenten bij alles wat hij zegt en gaat deels ook in op andere uitleggingen. In twee korte aanhangsels geeft hij tenslotte een overzicht van wat het boek Openbaring ons eigenlijk wil zeggen, en aan het eind maakt hij duidelijk welke de vier voornaamste exegesescholen ervan zijn en geeft ook hun positieve kanten.
Ondanks het goede begin in het boek moet de recensent bekennen: de op zich heldere structuren van Openbaring worden bij Johnson eerder verward, de beelden zeggen vaak iets heel anders dan ze de lezers lijken te zeggen. Johnson verklaart elk deel van Openbaring met alle mogelijke beelden en betekenissen uit Openbaring zelf en uit het Oude Testament. Dat brengt de lezer in verwarring. De opbrengst van Openbaring, aan het eind nog een keer samengevat, komt nogal povertjes over ten opzichte van de andere Nieuwtestamentische boeken, nog afgezien van het feit dat er bij Johnson geen duizendjarig rijk meer is. Aan het eind weet je niet meer goed wat nu eigenlijk echt en wat symbolisch is. En de beschrijving van films of boeken aan het begin van sommige hoofdstukken van het boek (typisch Amerikaans) hebben in een exegese eigenlijk niets te zoeken. Ja, het is een bijbelgetrouwe, maar wel erg gecompliceerde uilegging, die naar de mening van de recensent nuttig is voor christenen die zich grondig willen verdiepen in alternatieven voor de heilshistorische exegese van Openbaring. KARL-HEINZ VANHEIDEN Het boek: Dennis e. Johnson, Der Triumph des Lammes. Een commentaar op het boek Openbaring, Oerlinghausen: Betanien 2014.
Spreuken
nAGe vr A AGd
karl-Heinz vanheiden
Maar Gij, Verzoener, eens uit adams bloed geboren, herstel uit liefde wat in adam ging verloren. Joost vAn den vondeL (1587– 1679), dICHter
karl-Heinz vanheiden, leraar aan de Bijbelschool in Burgstädt/schachsen, leider van uitgeverij Bibelbund en vertaler van neÜ bibel.heute. wat betekent de beschrijving van de Heer Jezus als Leeuw en de presentatie van Hem als Lam in openbaring 5:5-6 voor jou? Johannes huilde omdat er niemand leek te zijn die de boekrol met de zeven zegels kon openen. Daarop troostte een van de oudsten hem met de woorden over de Leeuw. De leeuw staat voor de macht van de Koning der koningen. Dat Johannes toen het Lam zag staan als geslacht, laat zien dat de Koning uit liefde bereid was om zwak te worden, om Zich voor ons te laten slachten, en dat Hij juist daardoor de grootste overwinning heeft behaald. Hoe zou je de inhoud en het zwaartepunt van openbaring willen samenvatten? Ik ben totaal geen Openbaring-specialist. Maar voor zover ik heb begrepen toont dit boek ons wat alle gemeenten moeten weten, of dat nu gaat over het heden of over dingen zie in latere tijden gaan gebeuren (Op. 1:19). Het boek toont ons de gerechtigheid van God in relatie tot het kwaad in de wereld (zie de enige keer dat het woord ‘halleluja’ in het Nieuwe Testament voorkomt, in hoofdstuk 19). Geen mens zou tegenwoordig nog in gerechtigheid geloven als er geen straf voor was. Tenslotte stelt Openbaring ons de hoop voor ogen waarvan wij de vervulling verwachten. Heel mooi heb ik altijd de zogenaamde zeven zaligsprekingen in Openbaring gevonden, die direct aan de lezers van dit boek zijn gericht. welke manier van exegese van openbaring zou je aanbevelen en waarom? De heilshistorische exegese, omdat de hele Bijbel zo is opgebouwd en omdat in Openbaring alles tot het doel leidt.
welke betekenis heeft pasen voor je? De vreugdevolle herinnering aan de opstanding van mijn Heer; zonder dit zou mijn geloof tot niets verkruimelen. Maar daar heb ik de Paasdatum niet voor nodig. Ik ben elke dag met mijn opgestane Heer verbonden. welk verband zie je tussen het kruis en de wederkomst van de Heer Jezus? Onze Heer Jezus Christus is voor ons en onze zonden aan het kruis gestorven. Maar als Hij terugkomt, komt Hij niet meer vanwege de zonde, maar brengt Hij de definitieve redding voor degenen die op Hem wachten (Heb. 9:28). Dat zal dan ook de verlossing van ons lichaam zijn, de verandering in onvergankelijkheid. Is er een Bijbelboek dat je bijzonder veel gelezen hebt? Dat kan ik niet zeggen. Misschien de brief aan de Romeinen, maar ook de Brieven aan de Thessalonicenzen en die van Johannes en Jakobus. Ik heb het niet bijgehouden. Afgezien van de Bijbel, welke boeken hebben je het meest gevormd in je geloofsleven? De boeken van Watchman Nee, te beginnen met Het normale christenleven. Dat heeft me al in mijn studietijd gevormd. Later ook alle boeken over scheppingswetenschap, te beginnen bij Wilder-Smith. wat betekent de verwachting van de spoedige wederkomst voor je in het dagelijks leven? Dat ik altijd met mijn Heer verbonden ben bij alles wat ik doe en wat me overkomt, waar ik Zijn werken direct nodig heb en Hem blij kan danken.
Sinds Jezus gekomen is, is het loochenen van God niet meer dan onwetendheid. wILHeLM BusCH (1897–1966), duItse doMInee
er is geen andere brug naar de hemel dan het kruis. ABrAHAM A sAnCtA CLArA (1644– 1709), kAtHoLIek dICHter
In het koninkrijk van God is alles op liefde ingesteld; dat is de enige geldsoort die men in de hemel kent en aanneemt. wILHeLM oeHLer (18771966), evAnGeLIsCHe ZendInGswetensCHApper
er is maar één kledingstuk dat de christen bij het sterven niet uitdoet, namelijk het bloed en de gerechtigheid van Christus. ALfred CHrIstLIeB (1866–1934), duItse tHeoLooG
God moet je zo vrezen dat je van Hem wegvlucht naar Hem toe. AuGustInus von HIppo (354–430), LAtIJnse kerkLerAAr
Je hele christendom bestaat daaruit, dat je het waagt om je leven in de handen van Jezus te leggen. frItZ BInde (1867–1921), duItse evAnGeLIst
Middernachtsroep 03.2016 15
In perspectIef
BIJBeLse profe tIe
de knecht van God Jesaja 42 kondigt de knecht van God aan, “die tot de heidenvolken het recht zal doen uitgaan” (vs. 1). de vervulling hiervan begon toen Jezus Christus mens werd. een en profetisch overzicht.
H
ij zal niet schreeuwen, Hij zal Zijn stem niet verheffen, Hij zal Zijn stem op straat niet laten horen” (Jes. 42:2). Jezus Christus verscheen, werkte in alle nederigheid en zachtmoedigheid en maakte geen politieke aanspraken. Hij trad op als een lam en niet als een leeuw. Hij was geen volksmenner en schreeuwde Zijn boodschappen niet uit in de straten van Jeruzalem. Hij zorgde niet voor ophef. Hij trok Zich vaak terug, zocht de eenzaamheid en wilde
16 Middernachtsroep 03.2016
Zich niet tot koning laten kronen (Luk. 5:16; 9:10; Joh. 6:15). Hij ging naar de synagoge en leerde daar (Mar. 1:21; 3:1; 6:2; Luk. 4:15-16; 6:6; Joh. 6:59). Hij predikte aan het meer en op de velden in Galilea. Hij sprak tot mensen apart, tot Zijn discipelen of tot bepaalde groepen. En Hij schold niet terug als men Hem smaadde, en Hij dreigde niet als Hij leed (1 Pet. 2:23). “Het geknakte riet zal Hij niet verbreken, de uitdovende vlaspit zal Hij niet uitblussen; naar waarheid zal Hij
het recht doen uitgaan” (Jes. 42:3). Jezus genas allen die tot Hem kwamen, Hij wees niemand af, ook niet als het Hem in gevaar bracht (Mat. 12:14-21). Hij genas, vergaf, troostte en richtte op (Mat. 9:2,6,36; Joh. 14:1; 14:27; Luk. 12:7). Hij nodigde de mensen uit: “Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en ik zal u rust geven!” (Mat. 11:28). Een van de meest indrukwekkende voorbeelden dat Hij dit ook werkelijk deed, was het innerlijk oprichten van Petrus nadat deze Hem had verloochend (Joh. 21:15vv.). “Hij zal niet uitdoven, Hij zal niet geknakt worden, totdat Hij het recht op aarde zal hebben gevestigd. De kustlan-
den zullen uitzien naar Zijn onderricht” (Jes. 42:4). Voor mij is dit vers het bewijs dat de Heer op de Via Dolorosa niet in elkaar is gezakt, zoals altijd wordt gezegd. Zelfs aan het kruis merk je geen spoor van zwakte, want Hij legt Zelf Zijn geest in de handen van de Vader. Zijn verschijning moest een viervoudig heiden doel dienen: 1. “Hij zal tot de heidenvolken het recht doen uitgaan” (vs. 1), wat al gebeurde toen Hij het Evangelie verkondigde. 2. “Naar waarheid zal Hij het recht doen uitgaan” (vs. 3). Jezus‘ woorhele optreden in Israël, al Zijn woor den, Zijn daden, Zijn gehele leven (zie de Evangeliën) was de reinste waarheid. Zo heeft Hij het recht van God tot ons doen uitgaan. Ja, Hij weerspiegelde dit recht en bracht ons de gerechtigheid van God (Job 33:23,26). 3. “Hij zal niet uitdoven, Hij zal niet geknakt worden totdat Hij het recht op aarde zal hebben gevestigd” (vs. 4). Dat ging in vervulling toen Hij aan het kruis riep: “Het is volbracht!” Jezus ging door het allerergste lijden, maar Hij heeft volgehouden. 4. “De kustlanden zullen uitzien naar Zijn onderricht” (vs. 4). De volken zullen uitzien naar redding. Hier herinner ik aan de man uit Macedonië die Paulus in een droom verscheen: “En Paulus kreeg ‘s nachts een visioen te zien: er stond een Macedonische man, die hem dringend vroeg: kom over naar Macedonië en help ons!” (Hand. 16:9). “Zo zegt God, de HERE, die de hemel heeft geschapen en hem heeft uitgespannen, die de aarde heeft uitgespreid en wat daarop uitspruit, die de adem geeft aan het volk dat daarop is, en de geest aan hen
die daarop wandelen: Ik, de HERE, heb U geroepen in gerechtigheid, Ik zal U bij Uw hand grijpen, Ik zal U beschermen en Ik zal U stellen tot een verbond voor het volk, tot een licht voor de heiden heidenvolken, om blinde ogen te openen, om gevangenen uit de kerker te leiden, uit de gevangenis wie in duisternis zitten” (Jes. 42:5-7). Het effect van de dienst van opJezus op aarde tot aan Zijn dood en op standing, zal dus van drieërlei aard zijn: wan1. De “geest aan hen die op aarde wan delen”, dat is met Pinksteren gebeurd. 2. Het “verbond voor het volk”, dat is het nieuwe verbond, het Nieuwe Testament (Jer. 31:31vv.; Luk. 22:20; 1 Kor. 11:25; 2 Kor. 3:6). Dit nieuwe verbond omsluit ook de Gemeente uit de heidenen, wat op dat moment echter nog niet geopenbaard heidenwas. 3. “Tot een licht voor de heiden volken”, dat betreft de toekomst van het Messiaanse rijk. In deze tijd wordt zowel bij Israël als bij de volken de bedekking van de ogen weggenomen (de bedekking van Israël: 2 Kor. 3:14-16; de bedekking van de volken: Jes. 25:7, vgl. Luk. 2:32: “licht voor de heidenen”). Toen Jezus op aarde was, begon de vervulling van dit alles al (Mat. 4:13-16; onder11:4-5; Luk. 4:18-19). Het werd onder Gebroken doordat de periode van de Ge meente ertussen geschoven werd. Maar dein het Messiaanse rijk zal het tot de de finitieve vervulling komen. NOR BERT LIETH
Uit het boek Prophetische Entdeckungen in Liedern der Bibel van norbert Lieth, pag. 256–259. exclusief verkrijgbaar tijdens de paasconferentie en vanaf april bij onze uitgeverij!
Middernachtsroep 03.2016 17
In perspectIef
serIe
de blijde brief een doorlopende uitleg van de Brief aan de filippenzen door verschillende verkondigers van Zendingswerk Middernachtsroep. deel 3, filippenzen 1:3–6.
d
ankbare en tevreden mensen zijn iets moois. In Filippenzen 1:3–4 staat: “Ik dank mijn God, telkens wanneer ik aan u denk – in elk gebed van mij voor u allen bid ik altijd met blijdschap”. Dankbaarheid heeft meestal een bepaalde reden. Een voorbeeld is een gezin waar geestelijk gezien alles goed gaat. Er is nauwelijks iets mooiers! Andersom ben je bekommerd als gezinsleden achterop raken in het geloof. Wat is het belastend en verlammend als iemand die heel dicht bij je staat een ongeestelijke weg inslaat! En wat lijden ouders mee als een kind van hen ernstig ziek is… Paulus had geen eigen familie. Zijn familie waren de verschillende jonge gemeenten. Hij was de geestelijke vader van veel gelovigen (1 Kor. 4:15–16; Fil. 2:22; 1 Thes. 2:11; 1 Tim. 1:2; 2 Tim 1:2; Ti.t 1:4). Ergens anders noemt hij zich zelfs een moeder die voor haar kinderen zorgt en naar hen verlangt (1 Thes. 2:7–8). Paulus droeg de gemeenten als een vader of een moeder op zijn hart en dacht dag en nacht aan hen. Hij was bezorgd om hen, leed met hen mee, bad voor hen en verheugde zich met hen mee. Daarnaast vermaande en troostte hij hen (Rom. 1:8; 1 Kor. 1:4; 2 Kor. 1:3; Gal. 1:6; Kol. 1:3–4; 1 Thes. 1:2–3,7–10; 2 Thes. 1:3–4; 2 Tim 1:3–5; Flm 4–5). Over de Filippenzen kon Paulus zich slechts verheugen en God dankbaar zijn voor hen: “Ik dank mijn God, telkens wanneer ik aan u denk” (Fil. 1:3). – Als iemand aan ons denkt, waar denkt hij dan het eerst aan? – Paulus’ dankbaarheid was voor hem tegelijk een stimulans om
18 Middernachtsroep 03.2016
met blijdschap voorbede te doen: “In elk gebed van mij voor u allen bid ik altijd met blijdschap” (1:4). Blij en dankbaar voorbede doen is veel mooier dan bezorgd, bekommerd of geïrriteerd omdat de ander je verdriet bezorgt. In vers 4 komt het woord ‘vreugde’ voor de eerste keer in deze brief voor. Mensen kunnen bijdragen tot de vreugde van anderen! Paulus zat in de gevangenis, maar was innerlijk toch vrij, want hij had vrienden en was verkwikt. En andersom heb je mensen die uiterlijk vrij zijn en innerlijk gevangen, bezwaard en zonder vreugde. Wij hebben de wederzijdse verantwoordelijkheid om tot de blijdschap van de ander bij te dragen, maar soms veroorzaken we eerder verdriet. Dat behoort niet zo te zijn. Paulus was dankbaar “vanwege uw gemeenschap aan het Evangelie, van de eerste dag af tot nu toe” (1:5). Elberfelder, Menge en Zürcher vertalen: “…vanwege jullie deelname aan het Evangelie”. Het was iets om blij van te worden dat de Filippenzen zich na hun bekering en vanaf de start van de gemeente actief voor het Evangelie inzetten. Ze hadden deel aan alle beproevingen, moeiten en strijd en steunden de verbreiding van het Evangelie door hun persoonlijke inzet, door gebed en materiële hulp. Daarnaast onderhielden ze het contact met Paulus zo goed mogelijk. Zo stuurden ze Epafroditus helemaal naar Rome om bij hem te informeren naar zijn situatie en zijn behoeften (Fil. 4:10,14–16,18). Daarom noemde Paulus Epafroditus de “dienaar in wat ik nodig had” (2:25). Daardoor gaan we ook begrijpen waarom Paulus zo dankbaar was voor de Filippenzen: ze hadden deel aan zijn gevangenschap en zijn zorgen. Met dit getuigenis over de Filippenzen stelt de Bijbel ons voor een echte uitdaging, want zo behoort een gemeente te
inFOBOX
Filippenzen 1:3–6 Ik dank mijn God, telkens wanneer ik aan u denk – in elk gebed van mij voor u allen bid ik altijd met blijdschap – vanwege uw gemeenschap aan het evangelie, van de eerste dag af tot nu toe. Ik vertrouw erop dat Hij die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus.
functioneren, zo behoren relaties te zijn. We behoren met elkaar en voor elkaar in de verbreiding van het Evangelie te staan en deze taak met alle beschikbare middelen te steunen. Ook dienen we elkaar over en weer te dragen. Want als we voor de noden en behoeften van de naaste zorgen, werken we voor het Evangelie. Barones Maria von Ebner-Eschenbach zei eens: “Als iedereen de ander wilde helpen, zou iedereen geholpen worden”. Voor wat betreft de Filippenzen was Paulus ervan overtuigd “dat Hij die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus” (1:6). Allereerst wijst deze uitspraak duidelijk op de heilszekerheid. Paulus twijfelde niet in zijn overweging. Hij zei niet: “Ik denk dat Hij die in u...” “Ik kan me voorstellen dat Hij die in u...” “Ik wou dat Hij die in u...” “Ik hoop dat Hij die in u...” Nee, Paulus was er volkomen van overtuigd dat God Zijn werk van de wedergeboorte in hen had gelegd. Pas op basis van dit begonnen werk is het mogelijk voor het Evangelie actief te zijn. En Paulus wist heel zeker: God zal dit werk in de Filippenzen voortgang doen vinden en voltooien. Daar maakte hij zich geen zorgen over. In hoofdstuk 2:13 vinden we een parallel: “Want het is God, die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen”. God geeft een werk nooit half afgemaakt op. Het doel van God met Zijn
Gemeente ligt niet in het duister. Zijn werk eraan berust op Zijn Woord, Zijn beloften, en de geschiedenis ervan heeft een duidelijk doel: God zal het voltooien “tot op de dag van Jezus Christus” (1:6). De “dag van Jezus Christus” is niet de “dag des Heren”. Paulus noemt de laatste nergens in de Brief aan de Filippenzen, maar wel meerdere keren de “dag van Jezus Christus” (vgl. 1:10; 2:16; 3:20– 21). Bij de dag des Heren gaat het om de wederkomst van Jezus in heerlijkheid, na de grote verdrukking. Deze dag staat in verband met oordelen en wordt al in het Oude Testament genoemd (bijv. Zef. 2). Bij de dag van Jezus Christus gaat het om de wederkomst van Jezus voor Zijn Gemeente, om de Opname, waarbij ons lichaam wordt veranderd (Fil. 3:20). Paulus heeft met het oog op de Gemeente de Opname en het daarmee verbonden oordeel voor de rechterstoel van Christus voor ogen (Rom. 14:8; 2 Kor. 5:10). Op die dag worden onze werken beoordeeld. Filippenzen 1:10 en 2:16
lijken daar ook op te zinspelen. We mogen blij en vol vertrouwen naar deze dag uitzien. Paulus was er zeker van dat de Heer het begonnen werk tot op die dag zou voltooien. Laten wij ons openstellen voor deze waarheid en de Heer en de kracht van Zijn Geest meer vertrouwen, die ons aanspoort, ons drijft en ons in Christus heeft geplaatst! Paulus was er kennelijk niet bang voor dat het met de Filippenzen ook anders zou kunnen aflopen. Hij legde in dit opzicht een duidelijk positief denken (in de goede zin) aan de dag. Er is geen spoor van twijfel te bespeuren. – Wij voegen na een loftuiting vaak direct een vermaning toe: “Ja, op het moment doe je het heel goed, je bent geestelijk georiënteerd en dat maakt me blij; maar hopelijk blijft het zo, ga dus zo door, word niet nalatig, pas goed op, wees waakzaam, pas op voor verleidingen, ik bid voor je.” Paulus deed het hier heel anders. Hij toonde met het oog op Gods werken het volste vertrouwen. Gezien de kracht van
aLS We VOOr De nODen en BeHOeften Van De naaSte ZOrGen, Werken We VOOr Het eVanGeLIe.
God was hij vol vertrouwen. “Ik ben ervan overtuigd dat het met jullie goed zal gaan. God zal het in jullie begonnen werk ook voltooien. Hij die het in jullie is begonnen, volvoert het ook. God zal in jullie blijven werken.” Van deze positieve geloofshouding kunnen we leren. Als we aan onze grenzen komen, kunnen we toch ineens weer verder. Dat gebeurt zonder dat we iets aan bijgedragen hebben. Daarom is het goed om in het geloof steeds meer op de werkzame kracht van God te rekenen en de mogelijkheid van het gebed te benutten. NOR BERT LIETH
Middernachtsroep 03.2016 19
fInAnCIëLe verAntwoordInG
de intocht in Jeruzalem.
H
in de maand januari 2016 ontvingen wij met dank de volgende giften: algemeen Literatuur Beth Shalom Directe hulp Israel Zuid-amerika eHBO-hulp peetouderschap Bolivia radiowerk neue Hoffnung Mr Uruquay Internaat Bolivia
11.052,49808,165.830,25160,0010,00462,70385,00910,001.272,50-
Totaal
20.891,10-
In de maand januari 2016 maakten wij de volgende kosten: afdracht bestemmingsgiften periodieken Mr en nUI organisatiekosten inkoop literatuur verkoop literatuur
3.200,20 5.479,73 8.701,74 1.904,13 3.938,94-
Totaal
15.346,86
batig saldo
5.544,24-
20 Middernachtsroep 03.2016
et is al weer zo'n 35 jaar geleden, dat ik me telkens afvroeg wat toch de betekenis zou kunnen zijn van een Bijbeltekst, betreffende de intocht van Jezus, in de stad Jeruzalem. Tot ik op een gegeven moment een prachtig boek met tekeningen van Rien Poortvliet, dat lk al meer dan 10 jaar kwijt was, opnieuw in handen kreeg. Tijdens onze zolderopruiming kwam dit boek weer te voorschijn. Het boek heeft als titel "Hij was één van ons". Een dag na het terugvinden ervan, bladerde ik het boek door, waarin Rien Poortvliet op zéér kunstzinnige wijze en met véél inzicht, tekeningen plaatste van de geboorte van Jezus tot aan Zijn opname in de hemel. In één van deze tekeningen laat Poortvliet de intocht van Jezus in Jeruzalem zien. Ik bekeek dit tafereel, waarop te zien is dat Jezus op een ezelsjong de stad binnengaat met naast Hem een ezelin, de moeder van het veulen.Dit beeld liet mij vanaf het moment, dat ik dit hoofdstuk uit Mattheüs 21 in1974 gelezen had, niet meer los. Ik wilde graag weten waarom de Heere Jezus als koning, op een ezeltje, Jeruzalem binnentrad. En door Poortvliets tekeningen, zag ik het beeld voor me en de Heere God opende mijn ogen en verstand, aangaande dit gebeuren. Ineens begreep ik wat hiervan de bétekenis was en waaróm Jezus op een veulen de stad Jeruzalem binnenreed. In Zacharia 9:9 staat: Jubel luide, gíj dochter van Sion: juicht, gij dochter Jeruzalem! Zie, uw koning komt tot u, hij is rechtvaardig en zegevierend, nederig en rijdende op een ezel, op een ezelshengst, een ezelinnenjong. Je zou toch op z’n minst verwachten dat een koning op een mooi wit paard de stad zou binnenrijden en niet op een ezel! En al helemaal niet op een ezels jong, waar nog nóóit iemand op gezeten had. Waarom kwam Jezus niet op de oudere ezelin de stad binnenrijden? In het Evangelie van Johannes wordt vermeld, dat de discipelen van Jezus eerst óók niet begrepen wat de betekenis hiervan was. We kunnen dit lezen in Johannes
12: 14-16. En in Mattheüs 2l:4, dat de profetie betreffende deze intocht al stond vermeld in het boek Zacharia 9:9. Verder lezen we in Lucas 19:39 dat de Farizeeën van tussen de mensenmenigte uit, de Heere aanriepen en zeiden: “ Meester bestraf uw discipelen”. Maar Jezus antwoordde hun met de woorden: “ lk zeg u, indien deze zouden zwijgen, dan zouden de stenen het uitroepen' Want de menigte van discipelen begon de Heere God te loven en te prijzen en riepen luid: “Gezegend Hij, die komt, de Koning, in de naam des Heeren: in de hemel vrede en ere in de hoogste hemelen”. De Farizeeën hadden toch moeten weten wat dat zeggen wilde. Men zou toch veronderstellen dat dezen zéker het Oude Testament wel zouden kennen. Maar helaas, zij waren ziende blind en horende doof. (Johannes 12:3940) Toen Jezus in de stad was aangekomen ging Hij naar de Tempel, Marcus 11:11. En nadat hij rondom alles overzien had vertrok Hij naar Bethanië, het was toen reeds laat op de avond. In de Tempel had Jezus verwacht dat de Schriftgeleerden en de Farizeeën, die het oude Testament toch moesten kennen, wisten wát de betekenis was dat Hij op een ezelsjong de stad was binnenkomen rijden, zoals immers de profeet Zacharia in Zacharia 9:9, al had beschreven. Ik zei het al; geestelijk waren ze ziende blind en horende doof. In Psalm 118:26 staat: “gezegend híj, die komt in de naam des Heren; wij zegenen u uit het huis (de Tempel) des Heren”. Déze woorden hadden uitgesproken moeten worden in de toenmalige Tempel. Dit had Jezus willen horen, doch deze woorden werden door hen niet uitgesproken. In de toekomstige Tempel is dat niet meer van toepassing, alleen in de hemel. (Openbaring 19:6). Het Koninkrijk Gods, komt ook niet ván deze aarde, doch het komt vanuit de hemel náár deze aarde! Het veulen waarop, Jezus zou zitten tijdens de intocht in Jeruzalem, stond nog vastgebonden bij de deur, buiten aan de weg. Ze maakten ze los en brachten beide ezels
Middernachtsroep Zendingswerk en uitgeverij Middernachtsroep
tot Jezus en legden hun gewaden over het ezels jong en Hij ging erop zitten. (Marcus l11:4-7). Wat is er nu zo bijzonder, aan deze twee ezeltjes die Jezus bij zich had? Wel, de Heere liet mij zien dat we hier te maken hebben met een zéér bijzonder teken voor álle mensen, die het willen zien én zullen begrijpen. De Heere God maakt in Zijn Woord, vaak en veelvuldig gebruik van gelijkenissen, figuren voorwerpen en dieren om de mensen duidelijk te maken wat Zijn bedoeling, mening of teken is. In dít geval, gebruikte Hij twee ezels, om de mensen en vooral de Farizeeërs, wakker te schudden. Zo toonde Hij de Schriftgeleerden én de Farizeeën hun bestaan. En in welke positie ze zich bevonden en wie zij zouden uitleveren om gekruisigd te worden. Door hun verblindheid zagen zij niet dat de Messias hun stad binnentrad op de wijze zoals beschreven staat, in de oude geschriften. (Zacharia 9 :9). De oude ezel is een beeld van het verbondsvolk Israël én de Farizeeën die nog steeds onder de wet leefden. Op deze manier, werden zij geconfronteerd met het oude leven! Dáárom zat Jezus niet op het oude ezeltje, doch op het jonge ezelsveulen, als beeld van de genade! Wij, zijn als gemeente van Christus vrijgekocht van de wet en leven door genade.. (Romeinen 6: 15 en vers 20). Het oude is voorbij gegaan, zie het nieuwe is gekomen. In Christus zijn we dus een nieuwe schepping. (2 Corinthiërs 5: 16-21) “Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn. Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods”. (Romeinen 8:1-2). In Jesaja1:2-3 staat: “Hoort, hemelen en aarde, neig uw oor, want de Heere spreekt: Ik heb kinderen (Israël) grootgebracht en opgevoed, maar zij zijn Mij afvallig geworden. Een rund kent zijn eigenaar en een ezel de krib van zijn meester, (Jezus) maar Israël heeft geen begríp, mijn volk geen ínzicht”. En vers 4b zegt: “Zij hebben de Heere verlaten, de Heilíge Israëls versmaad”. Hier zien we waaróm Jezus op een ezelsveulen de stad Jeruzalem binnenging. Een ezel ként de voederbak van zijn meester, wat zeggen wil dat het weet waar het zijn voedsel halen kan. “Ik ben het brood des
levens, wie tot Mij komt, zal nimmer meer hongeren en wiein Mij gelooft, zal nimmer meer dorsten” (Johannes 6:14). De oude ezel, die Jezus liet meelopen bij Zijn intocht, stelt de vrouw, (Israël) voor, die zonder man, onvruchtbaar geworden was. De Farizeeën dan zeiden tot elkaar: gij ziet voor uw ogen dat gij niets bereikt; zie, de gehele wereld loopt Hem na. Zonder dat zij het zelf beseften, spraken zij deze profetie uit, die dan ook in vervulling is gegaan. Alle kinderen Gods weten wié de Heere Jezus is en wát Hij heeft volbracht, voor een wereld verloren in schuld. Allereerst is Jezus gekomen voor Zijn volk Israël, maar Israël heeft Hem niet aangenomen, doch allen die Hem aangenomen hebben, aan hun heeft Hij macht gegeven om kinderen Gods te worden. (Johannes 1:11) Maar gelukkig zal er een tijd komen dat Israël weer gaat leven en er zal een nieuw verbond tot stand gebracht worden. (Hebreeën 8:8) De Heer zegt hun zonden niet meer te gedenken en dat Hij de wetten in hun verstand zal leggen en deze in hun harten schrijven. Híj zal hun tot een God zijn en Israël zal Hem opnieuw tot een volk zijn, dat weer vrucht zal dragen. Het bereden ezelsveulen, stelt het nieuwe verbond in het kostbaar, dierbaar bloed van het Lam Gods voor! Dit verbond geldt voor alle nieuwgeboren Joden en heidenen, die hoewel wij dood waren door onze overtredingen en zonden, mede levend gemaakt zijn met Christus, want door genade zijn wij behouden! (Efeziërs 2:4-5 en Romeinen 8:1-2) Voordat wij christenen werden, waren wij als heidenen uitgesloten van het burgerrecht Israëls en vreemd aan de verbonden der belofte, zonder hoop en zonder God in de wereld . “Maar thans in christus Jezus zijt gij, die eertijds veraf waart, dichtbij gekomen door het bloed van Christus.” Jezus heeft de scheidsmuur die er was weggebroken en heeft óns, samen met alle wedergeboren Joden, tot een nieuwe schepping gemaakt en ons tot één lichaam verbonden door het kruis! (Efeziers7 14:16). Dáár heeft Jezus de vijandschap gedood! Samen hebben wij nu door één Geest de toegang tot de Vader in de hemel, de geest van zoonschap door welke wij roepen Abba, Vader! (Romeinen 6:15).
www.middernachtsroep.nl STICHTER: Wim Malgo (1922-1992) BESTUUR nederland: aart Haverkamp, Woudenberg Gerrit van koppen, Woudenberg Jonathan Malgo, Dübendorf Berend de Wit, Hoevelaken NEDERLAND: Middernachtsroep, postbus 193, 3940 aD Doorn, tel.: 0343 477288, fax: 0343 477447, e-mail:
[email protected] k.v.k. nr. 41166018 BtW nr. nL 0028 18 668 B01 ZWITSERLAND: Mitternachtsruf, ringwiesenstrasse 12a, CH-8600 Dübendorf, tel.: 0041 44 952 14 14, www. mitternachtsruf.ch ORGAAN: De «Middernachtsroep» verschijnt maandelijks en wordt bovendien in het Duits, engels, frans, Hongaars Italiaans, portugees, roemeens, Spaans en tsjechisch uitgegeven. REDACTIE: (adres Zwitserland) e-mail:
[email protected] LAYOUT: (adres Zwitserland) e-mail: layout@ mnr.ch PASTORALE VRAGEN: (adres nederland) HOTEL BETH-SHALOM: p.O.Box 6208, HaifaCarmel 31061, Israel, tel: (00972) 04 8373 480 fax: (00972) 04 8372 443, e-mail:
[email protected], Leiding: fredi en Beate Winkler BETALINGEN: IBan: nL52InGB0000409200 BIC: InGBnL2a t.n.v. Middernacchtsroep Doorn. Ook voor België DRUK: postnL, ’s-Gravenhage ABONNEMENTSPRIJS JAARLIJKS: nederland en België: Geen abonnementsprijs meer maar een vrije gift, europa en Middellandse Zeelanden eUr 26,40 Buiten europa en Suriname eUr 32,40. ADRESSEN VOOR DIVERSE TAKKEN: www.mitternachtsruf.ch/weltweit TESTAMENTAIRE BESCHIKKINGEN: (via een notaris) «Ik legateer vrij van rechten en kosten aan de Stichting: Zendingswerk Middernachtsroep statutair gevestigd te LeIDen en geregistreerd onder nummer .41166018. bij de kamer van koophandel rijnland, een bedrag van eUr …» Gedachtig aan het feit, dat alle menselijke kennis slechts ten dele is (1 Cor. 13:9), geven de auteurs onder eigen verantwoording hun persoonlijke visie weer.
GT
Middernachtsroep 03.2016 21
AMen enkele gebedspunten van Zendingswerk Middernachtsroep.
Zwitserland We danken voor de steun van trouwe vrienden en vriendinnen. We bidden of de Heer onze organisatie wil blijven dragen en tot zegen van Zijn Gemeente zal gebruiken.
duitsland We danken voor onze vriendenkring in Duitsland. We bidden de Heer om onze verkondigingsreizen van dit jaar en de bijeenkomsten in het land voor te bereiden en te zegenen.
Hongarije We danken voor de mogelijkheden en de open deuren in Hongarije. We bidden dat we in dit nieuwe jaar de juiste speerpunten kiezen en in geestelijk opzicht meer land mogen innemen.
nederland We danken voor de financiële stabilisering die de Heer geschonken heeft. We bidden dat we door onze bijeenkomsten en de tijdschriften velen met de Maranatha boodschap mogen bereiken.
Italië We danken voor onze vrijwillige medewerkers die zich naast hun beroep voor het werk inzetten. We bidden om versterking van hun gelederen en om het nodige financiële draagvlak voor het zendingswerk. Israël We danken voor ons goed bezette hotel Beth Shalom en de Israelreizen van dit jaar. We bidden de Heer om ons huis op de karmel en onze reizen door het land te zegenen en te beschermen.
roemenië We danken voor het veelzijdige vruchtbare muziek- en lectuurwerk. We bidden dat we met de bouw en de financiering van nieuwe noodzakelijke kantoorruimte in 2016 verder zullen komen.
Het Duizendjarige Rijk - eet utopie?
vs We danken voor het gezegende lectuurwerk, hoewel er in de VS veel andere christelijke uitgeverijen zijn. We bidden om nieuwe medewerk(st)ers voor het team en om grensverlegging in het nieuwe Spaanstalige werk. Bolivia We danken voor de nieuwe jonge medewerkers in onze gelederen. We bidden voor de uitbreiding van het school- en internaatterrein en de verzorging van de 120 kinderen op het internaat en de 1500 leerlingen. 22 Middernachtsroep 03.2016
Brazilië We danken voor de grote belangstelling voor het profetisch Woord. We bidden voor de gespannen economische situatie in het land en voor de voor dit jaar gepande reizen naar Israël. uruguay We danken voor de vele evangelisatiemogelijkheden via het vrouwen- en radiowerk. We bidden om nieuwe jonge zendelingen en voor de financieel spannende situatie.
Guatemala We danken voor de bewaring tot nu toe ondanks overvallen en economische nood. We bidden voor de nieuwe regering en de nodige veerkracht voor onze medewerkers.
Argentinië We danken voor de open deuren naar andere gemeenten en bijbelscholen. We bidden voor de vele zendingsreizen door het hele land met de Maranatha Latino Mobiel.
kameroen We danken voor de onvermoeibare inzet van richard en Lydia Babola en hun medewerkers. We bidden dat de Heer hen in alle uitdagingen mag dragen, toerusten en in financieel opzicht voor hen zal zorgen.
Nu te bestellen... Actie
Messiaanse Psalmen
De Psalmen in het Oude Testament bevatten immense schatten! Zij roemen de verhevenheid en de gerechtigheid van God en geven een overzicht van Gods heilsgeschiedenis vanaf de uitverkiezing van Israël tot en met het overblijfsel van Israël in de eindtijd. Door de Psalmen spreekt de Here ook al duizenden jaren op unieke wijze tot het hart van elke gelovige, want wanhoop over zonden, schuldbelijdenis, diepe vertwijfeling en uitbundige vreugde zijn hierin te vinden. Niet in de laatste plaats bevatten de Psalmen een profetische openbaring van de Messias van Israël, zowel in Zijn nederigheid als ook in Zijn heerlijkheid. Norbert Lieth • 280 pag. • gebonden
€ 10,00 €
5,00
De weg tot overwinnend gebed
Het Duizendjarige Rijk - een utopie?
Eén van de belangrijkste onderwerpen in de Bijbel is het gebed. Paulus zegt in 1 Tim. 2:1 “Ik vermaan u dan allereerst smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen te doen...” Hij geeft dus aan het gebed de eerste plaats: het is het eerste, het grootste, het belangrijkste. Waarom? Omdat ons dagelijks leven eeuwig- heidswaarde krijgt naarmate wij biddend onze weg gaan. Wim Malgo • 135 pag. • paperback € 3,50
In veel kerken en gemeentes is het Duizendjarige Rijk een verwaarloosd onderdeel van het profetische woord. Voor de één is het Duizendjarige Rijk gewoon een utopie, voor de ander een geheimzinnig iets, waar je niet zo goed over durft te beginnen. Dit boek laat zien dat we het Duizendjarige Rijk niet geestelijk op moeten vatten, maar dat het Duizendjarige Rijk daadwerkelijk zal komen. Wim Malgo • 80 p. • paperback € 4,90 € 4,00
Leven we werkelijk in de eindtijd?
9 Wondertekenen in het Johannes-evangelie
Met de ‘eindtijd’ wordt het einde bedoeld van de lange periode tussen de eerste en de tweede komst van Jezus Christus. Volgens de Bijbel wordt de ‘eindtijd’ fundamenteel gekenmerkt door de terugkeer van de Joden uit de wereldwijde verstrooiing naar het land van hun voorouders. In dit boek behandelt de auteur meer dan 175 vervulde profetieën die allemaal betrekking hebben op de ‘eindtijd’. Roger Liebi • 428 pag. • paperback € 13,50
Het Nieuwe Testament bericht over de talrijke wonderen en tekenen, die de Here Jezus deed tijdens Zijn leven hier op aarde. Alle tekenen zijn in de eerste plaats bedoeld om in mensen het geloof te wekken, dat Jezus Christus de Messias is en de Zoon van God (Joh. 20:31). Maar bovendien wijzen de wondertekenen in het Johannes-evangelie profetisch naar de heilsgeschiedenis. N. Lieth • 160 pag. • gebonden € 8,00 € 5,00
De toekomst van de Christen
Uw getuigenissen zijn zeer betrouwbaar
De Christen heeft een heerlijke belofte voor de toekomst. Over deze levende hoop spreekt dit boek, het bemoedigt en versterkt het geloof. Het gaat over de noodzaak van wedergeboorte, de opstanding, de opname, het nieuwe Jeruzalem en spreekt over de geweldige verwachting van degenen, die in Christus geloven... Norbert Lieth • 196 pag. • paperback € 3,95
Het is de bedoeling van dit boek om aan te tonen dat de Bijbel zeer betrouwbaar is en profetie letterlijk in vervulling gaat.
Zendingswerk Middernachtsroep Postbus 193 3940 AD Doorn
Wim Malgo laat aan de hand van talrijke voorbeelden zien, waarom het nodig is, het profetische Woord te bestuderen en te verkondigen. Wim Malgo • 112 pag. • paperback € 3,00
0343 - 477 288
[email protected] www.middernachtsroep.nl
De boodschap van Johannes de Doper in profetisch perspectief
zaterdag 07-05-16 • begin 13.30 uur boekentafel • muziek en samenzang • koffie en thee
Het Brandpunt te Doorn Brandpuntkapel Postweg 18
Norbert Lieth
Middernachtsroep
René Malgo