BIJBELSE PROFETIE Alle rechten voorbehouden, niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. © Info/Contact Postbus 54234 3008 JE Rotterdam – NL www.bijbelcursussen.nl Emmaus Correspondence School, Dubuque, USA. (Dutch ‘Biblical prophecy’)
2
Richtlijnen voor uw bijbelstudie
Bijbelse profetie
Onderwerpen van de studie 1. Een algemeen overzicht 3 2. Het verleden en heden van Israël 7 3. De toekomst van Israël 13 4. Tussen de bergtoppen 17 5. Gods huidige doel 20 6. De opname van de gemeente 27 7. De twee opstandingen 31 8. De tijd van jacobs benauwdheid 34 9. Duivelse machten in de eindtijd 38 10. De terugkeer van de Koning 41 11. De gouden eeuw van de aarde 43 12. De eeuwige toestand 45 Het toetsenboekje Elke cursus bestaat uit twee delen: het cursusboek en het toetsenboekje. Nadat u de les bestudeerd en uzelf getest hebt, kunt u de bij die les behorende toetsvragen maken. U bewijst uzelf een dienst door te proberen dit zoveel mogelijk te doen zonder van het cursusboek gebruik te maken. In het toetsenboekje treft u meerkeuze-vragen en 'wat-zegtu?'-vragen aan. Meerkeuzevragen Deze vragen testen uw feitelijke kennis van de behandelde stof. Leest u eerst alle keuzeantwoorden en omcirkel pas daarna de letter voor het goede of complete antwoord. 'Wat-zegt-u?'-vragen U bent volkomen vrij om op deze vragen, die niet meetellen bij de beoordeling, een antwoord te geven. Wanneer u ze openhartig beantwoordt en vrijuit uw mening geeft, helpt u uw leraar u beter te leren kennen. Dan zal hij u beter kunnen helpen bij deze studie en/of bij een eventuele volgende cursus. Bovendien kan dat ons helpen de cursussen zo samen te stellen, dat iedere cursist een maximale zegen ontvangt. Het spreekt vanzelf, dat alles wat u schrijft, vertrouwelijk zal worden behandeld. Hoe uw werk behandeld wordt U ontvangt het toetsenboekje gecorrigeerd terug, meestal binnen veertien dagen nadat het door ons ontvangen is. Bij elk onjuist antwoord zal uw cursusleider een aantekening maken, waarin hij verwijst naar een tekst in de Bijbel en/of het gedeelte van de les, waar u het juiste antwoord kunt vinden. Opmerking: Als u vragen hebt, die niet door de cursus beantwoord worden, kunt u die, eventueel met het gemaakte werk, inzenden. Uw cursusleider zal trachten ze zo goed mogelijk te beantwoorden.
1. Een algemeen overzicht
H
oewel er op het gebied van de Bijbelse profetie veel tegenstrijdige gedachten bestaan, mag dat voor ons geen reden zijn om dit onderwerp te mijden. Integendeel zouden we de profetieën overslaan, dan zouden we een groot deel van onze Bijbel prijsgeven en veel kennis omtrent Gods persoon en werken, die ons in de profetie gegeven is, wegnemen. Het misbruik van een bepaalde leer van de Schrift is geen reden om die leer te vermijden. Het zou ons er juist meer toe moeten zetten om het te begrijpen en uit te dragen.
1.1 Verschillende gedachten
Het is nodig direct bij het begin er op te wijzen, dat er bij de gelovigen drie verschillende gedachten bestaan betreffende de toekomst van de gemeente van Christus. 1. A-millenialisme Deze eerste groep meent, dat er helemaal geen letterlijk aards koninkrijk, dat duizend jaren duurt, zal komen. Het “koninkrijk” is in deze gedachtengang een aanduiding van de gemeente; “duizend jaren” is een symbolische aanduiding van een lange periode, waarin de kerk de aarde regeert of zou moeten regeren, totdat Christus komt om een nieuwe hemel en een nieuwe aarde te maken. Steun voor deze gedachte vindt men in de vele citaten uit het Oude Testament, die door nieuwtestamentische schrijvers worden toegepast op de christenen van de huidige bedeling, hoewel zij oorspronkelijk betrekking hebben op Israël. Op grond van deze aanhalingen en toepassingen concludeert men, dat de profetie volledig in het christendom is vervuld en dat daarom de christelijke kerk het ware Israël is. Op grond van deze conclusie is er geen plaats voor een toekomstige natie Israël of een letterlijk wereldwijd koninkrijk met Christus als Koning. We kunnen deze uitlegging niet onderschrijven. Natuurlijk is het waar dat de Heilige Geest bepaalde gedeelten uit oudtestamentische profetieën in het Nieuwe Testament aanhaalt en deze toepast op de christelijke kerk. Het is echter van bijzonder groot belang, dat we onderscheid maken tussen de verklaring van een tekst en de daarvan afgeleide toepassingen. De eigenlijke verklaring wordt verkregen door bestudering van alle daarmee samenhangende teksten en factoren. De toepassing van enkele van deze ervaringen en zegeningen op de gelovigen van vandaag wijst er eenvoudig op, dat de christenen reeds nu bepaalde geestelijke zegeningen genieten, die uiteindelijk Israël en de volken zullen genieten, wanneer hun verzoening met God is gerealiseerd. Later
4
Bijbelse profetie
zullen we gedetailleerder op deze kwestie ingaan (Les 5). 2. Post-tribulatiolisme De tweede groep gelooft, dat de gemeente zal worden opgenomen aan het eind van de grote verdrukking om dan met Christus te zijn. 3. Pre-tribulatiolisme De derde groep gelooft, dat de ware kerk, dat is het lichaam van Christus, in de hemel zal worden opgenomen voor de uitstorting van de gramschap van God over de aarde (Openb.6:16,17; 16:1). Deze cursus gaat uit van de derde gedachte en wel om de volgende redenen • Door onderscheid te maken tussen de gemeente van Christus en Israël (zoals in 1 Cor. 10:32), wordt het probleem van vele schijnbaar tegenstrijdige teksten opgelost. Want de beloften aan Israël verschillen nogal wat van die aan de gemeente:aardse voorspoed aan Israël (Deut. 28:1-13), vervolging en verdrukking aan de gemeente (Joh. 15:18-25). Hetzelfde geldt voor de gedragsregels. Voor Israël: “vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek van de wet” (Gal. 3:10). Voor de gemeente:“Gij zijt los van Christus, als gij door de wet gerechtigheid verwacht; buiten de genade staat gij” (Gal. 5:4). En zo kunnen er nog een aantal dingen genoemd worden. • Zo wordt ook recht gedaan, zowel aan die teksten die spreken over Israël en de volkeren, als aan die, die spreken over de gemeente. Zonder een van beide categorieën geweld aan te doen om er een 'geestelijke betekenis' uit te halen, kunnen we alle teksten op een normale wijze lezen en begrijpen. Zo worden we er voor bewaard om eerst aan te moeten geven op welke wijze we dan 'geestelijk' zouden moeten verklaren, want dan komen we toch erg dicht in de buurt van wat de Bijbel zelf “een eigenmachtige uitlegging” noemt (2 Petr. 1:20), waarbij ieder de teksten die niet in zijn theologie passen, zolang wendt en keert, dat ze zeggen wat hij vindt, dat ze moeten zeggen.
1.2 Het doel van de profetieën
Profetieën zijn niet zo zeer bedoeld om ons verstand te verrijken, maar zij moeten een uitwerking hebben op de levenspraktijk. Wanneer we de hemelse plannen voor morgen willen leren kennen, dan moeten we vandaag gehoorzame vrienden van Christus zijn (Joh. 15:14, 15). Het is opmerkelijk, dat Lot, hoewel hij een rechtvaardig man was (2 Petr. 2:7, 8), niets wist van het dreigend oordeel over Sodom tot enkele uren voordat het oordeel over de stad werd voltrokken. Abraham daarentegen werd van tevoren door God in vertrouwen genomen. Was dit willekeur van de Heer? Neen. Maar waarom werd Abraham dan zo bevoorrecht? Omdat hij in heilige gehoorzaamheid aan Gods wil leefde, terwijl Lot samenwerkte met het zondige Sodom (Gen. 13:12; 19:1). Net zoals een reiziger naar een ver en vreemd land zich dagen en weken van tevoren
Een algemeen overzicht
5
voorbereidt door kennis te nemen van taal, gewoonten en klimaat, zo bereiden wij ons voor op de toekomst door kennis te nemen van de profetie. Het is de bedoeling, dat het licht van de toekomst ons hedendaags gedrag beschijnt, zodat wij dienovereenkomstig gevormd worden. “En een ieder, die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, gelijk Hij rein is” (1 Joh. 3:3).
1.3 De centrale persoon in de profetieën
De uitspraak van Openbaring 19:10 “het getuigenis van Jezus is de geest van de profetie” betekent, dat Christus het voorwerp is van alle bijbelse voorzeggingen. Elk deel ervan heeft direct of indirect betrekking op Hem. Hij is het middelpunt. In Hem komen alle lijnen van de profetie samen. Mozes, de menselijke schrijver van het eerste deel van de Bijbel, schreef over Hem (zie Joh. 5:46); Johannes, die het laatste Bijbelboek schreef gaf ons “de Openbaring van Jezus Christus” (Openb. 1:1). Het is waar: “van Hem getuigen alle profeten” (Hand. 10:43). De profetie stelt Christus voor de aandacht in Zijn verschillende hoedanigheden als Profeet, Priester en Koning. Hij is de gezaghebbende Profeet Deuteronomium 18:18, 19; de priester naar de ordening van Melchizedek uit Psalm 110:4 en de rechtvaardige Koning uit Psalm 2:6 en Jesaja 32:1. Het uiteindelijke doel van onze studie van dit onderwerp is, er voor te zorgen dat we Christus beter leren kennen. Hij en Zijn heerlijkheid zullen de toekomst vullen. De christen is er toe bestemd om deze heerlijkheid met Hem te delen. Dit geeft hem moed om tot die tijd te lijden en te dienen.
1.4 De opzet van de profetieën
“Geeft noch aan Joden, noch aan Grieken, noch aan de gemeente Gods aanstoot” (1 Cor.10:32). De onderwerpen van de profetie betreffen in hoofdzaak deze drie belangrijke groepen. We moeten bij de woorden 'Joden' en 'Grieken' niet denken aan twee heel kleine delen van het menselijk geslacht, maar aan het zaad van Abraham in tegenstelling met de grote massa die de 'Grieken' of 'heidenen' of de 'volken' worden genoemd. Bij het woord “gemeente Gods” moeten we niet denken aan het christendom in het algemeen, maar alleen aan de gemeenschap van wedergeboren christenen. Het overgrote deel van de Bijbelse profetie betreft het volk Israël, hier 'Joden' genoemd. Ook de zogenaamde grote en kleine profeten van het Oude Testament doen hun uitspraken over dit volk. Hoewel de niet-geïnspireerde geschiedschrijvers veel meer aandacht besteden aan de opkomst en het verval van heidense wereldrijken, worden deze in de Bijbel alleen vermeld, wanneer zij te maken hebben met Israël, Gods aardse volk. In de volgende les zullen we de reden daarvan zien, maar we moeten heel duidelijk onderscheid maken tussen het zaad van Abraham aan de ene kant (soms 'Joden' of 'Israel' genoemd) en de Grieken (ook wel 'de volken' of 'heidenen' genoemd).
6
Bijbelse profetie
Maar er zijn mensen, die noch tot de Joden behoren, noch tot de Grieken. Zij worden aangeduid als de 'gemeente van God'. Deze gemeente is beperkt tot “de geheiligden in Christus Jezus, de geroepen heiligen” (1 Cor. 1:2). De gemeente wordt beschreven als het 'lichaam van Christus' (1 Cor. 12:27; Ef. 1:23 e.a.). Het is geen kerkelijke groepering of organisatie, maar veel meer een organisme, doortrokken met het leven van Christus. Van dit lichaam is Hijzelf het verheerlijkt hoofd in de hemel. In deze gemeenschap is er geen sprake van Jood of heiden, maar zij zijn allen één in Christus Jezus (Lees nauwkeurig 1 Cor. 12:12-31).
BIJBELSE PROFETIE Toetsboekje
Naam
……………………………………………………………………………………
Straat
……………………………………………………………………………………
Plaats
…………
(niet verplicht)
…………………………………………………………………
leeftijd ……
telefoon
…………………………………………
e-mailadres ………………………………………….
Toets 1
Een algemeen overzicht
Vul in naar keuze: a, b, c, d. Beantwoord de studievragen en ‘Wat zegt u?’. Gebruik zo nodig meer ruimte voor uw antwoord. 1. Omdat er over de Bijbelse profetie een aantal tegenstrijdige meningen bestaan, moet u a. er met een grote boog omheen lopen. b. ze des te ijverig en met grote zorgvuldigheid bestuderen. c. uitsluitend aandacht geven aan minder controversiële gedeelten. d. uw eenmaal ingenomen standpunt door dik en dun trouw blijven. …….. 2. Welke opvatting huldigt het a-millenialisme? a. Een duizendjarig vrederijk komt door menselijke inspanning tot stand. b. God zal rechtstreeks ingrijpen in de geschiedenis van de mensheid. c. Er komt geen zogenaamd duizendjarig rijk, waarin Christus regeert op aarde …….. 3. Het a-millenialisme gaat uit van de gedachte, dat a. de Bijbel niet woordelijk is geïnspireerd. b. Christus niet werkelijk God is. c. de oudtestamentische profetieën over Israël in de gemeente vervuld zijn. d. de profetieën zijn vervuld bij de oprichting van de moderne staat Israël.
……..
4. Vanuit welk(e) exegetisch(e) grondprincipe(s) weerlegt u het a-millenialisme? a. De eerste keer, dat de Bijbel iets noemt, geeft ons al een aanwijzing. b. Een profetie heeft vaak een meervoudige vervulling. c. De Bijbel is een steeds voortgaande Godsopenbaring. d. We moeten alles over een bepaald onderwerp bestuderen.
……..
5. De Gemeente zal a. de grote verdrukking meemaken. b. op de helft van de grote verdrukking worden weggerukt. c. vóór het begin van de grote verdrukking worden opgenomen. d. vanaf Nero tot de eindtijd door de grote verdrukking heen moeten.
……..
6. De bestudering van de Bijbelse profetie a. is belangrijker dan alle andere Bijbelse onderwerpen bij elkaar. b. is van weinig praktische waarde voor ons dagelijks leven. c. geeft de Bijbelstudent hooguit enig inzicht in wat grote lijnen. d. moet resulteren in een leven van praktische heiligmaking.
……..
7. Wat betekent ”Het getuigenis van Jezus is de geest van de profetie” (Op. 19:10)? a. Alle Bijbelse profetieën houden verband met de Heer Jezus Christus. b. We moeten net als de Heer omgaan met wie er anders over denkt. c. Profetische onderwerpen zijn kansen om van de Heer te getuigen. d. De Heer Jezus is de grootste van alle profeten. …….. 8. Wie deed over Jezus Christus de uitspraak ‘Gij zijt priester voor eeuwigheid’? a. Abraham b. Mozes c. David d. Aäron
……..
Profetieën hebben betrekking op het volk Israël, de volken (de niet-Joden) of de gemeente. Zoek alle hieronder genoemde profetieën op in uw Bijbel en ga na op welke van de drie groepen iedere tekst in eerste instantie van toepassing is: Israël, de volken of de gemeente. 9. Deuteronomium 28:65–67 10. Psalm 2:1-12 11. Jesaja 19:4- 6 12. Ezechiël 36:33-35 13. Ezechiël 37:20-22 14. Ezechiël 38:1-23 15. Daniël 7:1-17 16. Mattheüs 24:4-14 17. 1 Thessalonicenzen 4:13-18 18. Openbaring 6:1-17
……………………….. ……………………….. ……………………….. ……………………….. ……………………….. ……………………….. ……………………….. ……………………….. ……………………….. ………………………..
Wat zegt u? Wat is voor u de belangrijkste reden om deze cursus te bestuderen? …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………