Midden-Delfkrant Midden-Delfkrant nr. 97
verschijnt viermaal per jaar
losse nummers
Half Nederland geasfalteerd! Tot hier en niet verder? Foto F. W. van Ooststroom.
f
7,50
drieëntwintigste jaargang nr. 1, mei 1999
2
Midden-Delfkrant
Midden-Delfkrant Redactioneel De Midden-Delfkrant verschijnt vier maal per jaar Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier Redactie: Arie van den Berg Okke Dorenbos Arie Olsthoorn Frits van Ooststroom (eindredactie) Henk Tetteroo Rita Woudstra (coördinatie) Fotografie: Fred Hess, 's-Gravenhage Frits van Ooststroom, Vlaardingen Tekstverwerking en lay-out: Frits van Ooststroom Productie en druk: Drukgroep Maasland BV, Maasland Overname van artikelen is in vele gevallen mogelijk in overleg met de redactie. Kopij en suggesties voor kopij zijn van harte welkom bij de redactie. Verantwoording Publicatie van artikelen behoeft niet te betekenen dat de daarin vervatte meningen het inzicht van de Midden-Delfland Vereniging weergeven. Redactie-adres: Trekkade 20, 3137 KD Vlaardingen Telefoon (010) 474 25 98 Uitgave De Midden-Delfkrant is een uitgave van de Midden-Delfland Vereniging en van de Stichting Bezoekerscentrum MiddenDelfland . Abonnementen op de Midden-Delfkrant zijn alleen mogelijk door lid te worden van de Midden-Delfland Vereniging. De minimum contributie bedraagt f 30,per jaar. Aanmelding door storting op postrekening 3928463 ten name van de MiddenDelfland Vereniging te Hoek van Holland (penningmeester), onder vermelding van 'nieuw lid' . U kunt ook bellen: (015) 380 99 40 ('s avonds) of schrijven: Secretariaat Midden-Delfland Vereniging, Holierhoek 36, 2636 EK Schipluiden. Opzegging van het lidmaatschap I abonnement uitsluitend schriftelijk aan het secretariaat. Opzegging kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken. drif'i'ntwintieste iaareane nr. 1. mei 1999
Dit eerste nummer van de drieëntwintigste jaargang is wederom een dik nummer. Maar u staat dit jaar nog veel meer te verwachten! Het vol$ende (dunnere) nummer verschijnt nog vóor de vakantieperiode. Het derde nummer van deze jaargang (dat is in de totaaltelling nummer 99) zal eindelijk weer eens een Midden -Delflands-Diep-katern bevatten (de vermaarde culturele bijlage). Op de achterpagina treft u een oproep aan, om hieraan mee te doen. Meedoen dus ... ! Het laatste nummer van deze jaargang belooft een waar jubileum-nummer te worden. Nummer 100 wordt natuurlijk een evenement! U zult echter tot omstreeks de eeuwwisseling geduld moeten hebben. Inmiddels is een uitgebreide redactie van start gegaan om deze mijlpaal een extra cachet te geven. We laten u echter nog even in het ongewisse ...
Dit nummer bevat tal van korte bijdragen, o.a. over boeken, tentoonstellingen en evenementen. Toch ook een lang artikel, van zeven pagina's, over de recente opgraving in Vlaardingen van wat vermoedelijk een onbekend kasteeltje is geweest. Deze vondst kreeg zowel plaatselijk als regionaal de nodige publiciteit. In deze Midden-Delfkrant het uitgebreide verslag van de graafcampagne en de voorlopige resu ltaten (pagina 4). Van groot belang is natuurlijk de oprichting van een agrarische natuurvereniging in Midden -Delfland; op pagina 13 staat een verslag van deze historische gebeurtenis. Van andere actuele ontwikkelingen In Midden-Delfland, vooral in het deelgebied Abtswoude, wordt verslag gedaan in een nieuwe aflevering van 'Werk in uitvoering' (op pagina 22). Op de pagina hiernaast een brief over de bezorgdheid van het bestuur over de inpassing van de A4 (Rijksweg 19) in Midden-Delfland.
Midden-Delfland Vereniging Midden-Delfland Vereniging p / a HD. van Bohemen Holierhoek 36 2636 EK Schipluiden Telefoon (015) 380 99 40 ('s avonds) Postbank 3928463 (Midden-Delfland Vereniging te Hoek van Holland) Verenigingsregister Haaglanden V 397143
Stichting Bezoekerscentrum MiddenDelfland p /a HD. van Bohemen Holierhoek 36 2636 EK Schipluiden Telefoon (015) 380 99 40 ('s avonds) Postbank 4477869 Stichtingenregister RotterdamS 141343 Werkgroep Historie en Landschap Midden-Delfland p /a F.W. van Ooststroom Trekkade 20 3137 KD Vlaardingen Telefoon (010) 474 25 98 Werkgroep Bufferzone MiddenDelfland pI a J. Zomervrucht Multatulieweg 22 2624 CJ Delft Telefoon (015) 256 88 76 Werkgroep Paden p /a H.D. van Bohemen Holierhoek 36 2636 EK Schipluiden Telefoon (015) 380 99 40
Bestuur Midden-Delfland Vereniging J. Koorevaar, voorzitter Leeuwerikplantsoen 23 2636 ET Schipluiden Telefoon (015) 380 88 74 H.D. van Bohemen, secretaris Holierhoek 36 2636 EK Schipluiden Telefoon (015) 380 99 40 C.J. van der Sar, penningmeester Oranjedijk 58 3151 XR Hoek van Holland Telefoon/Fax (0174) 51 75 60 W. van Horssen Maasboulevard 179 3114 HD Schiedan Telefoon (010) 473 62 66 M.J. Woudstra-Brinkhuis 'tWoudt 1 2636 AW Schipluiden Telefoon (015) 380 94 30 J. Zomervrucht Multatuliweg 22 2624 CJ Delft Telefoon (015) 256 88 76
Midden-Delfkrant
Geacht college ...
De aanleg van de A4, voorheen Rijksweg 19, is vanaf het begin omstreden geweest. Niet alleen als noodzakelijke wegverbinding, maar vooral vanwege de strijdigheid met andere belangen in Midden-Delfland, die gestalte zouden krijgen door de Reconstructiewet Midden-Delfland uit 1978: bufferzone tegen de toenemende verstedelijking, met herinrichtingsplannen om recreatie dicht bij werk en huis mogelijk te maken, in een open weidegebied met karakteristieke landschapswaarden. Het beleid ten opzichte van dit gebied is nog steeds van kracht en bij herhaling zowel vanuit alle bestuurlijke organen als maatschappelijke organisaties gesteund. Zo heeft de regering nog onlangs de grenzen van de bufferzone enigszins aangepast. Eerder hebben Provinciale Staten van ZuidHolland Midden-Delfland tot stiltegebied verklaard (1987). Intussen zijn de reconstructieplan-
nen klaar en in een vergevorderd stadium van uitvoering. Er is dus veel geld en arbeid gestoken in het realiseren van dat beleid. De aanleg van het ontbrekende deel van de A4 tussen Delft en Schiedam snijdt dwars door Midden-Delfland heen. Daarom is - als dat gedeelte al dringend noodzakelijk is - optimale inpassing geboden: verdiepte aanleg met hantering van eerder toegezegde garanties omtrent zicht en beperking van geluidsoverlast.
Van het bestuur De laatste tijd is er weer veel te doen geweest rond de inpassing van de A4. Nu de financiering van de aanleg m ogelijk gaat plaatsvinden door een consortium van bedrijven, loopt een zo milieuvriendelijk mogelijke, verdiepte aanleg gevaar. Om die reden is, in overleg met de Werkgroep Bufferzone, een brief gestuurd naar de fracties van de partijen in de Tweede Kamer en de Provinciale Staten van ZuidHolland, waarin wordt herinnerd aan de inpassingsvoorwaarden. De tekst van deze brief treft u elders in dit nummer aan. Binnenkort gaat een Werkgroep Paden van start, die zich gaat bezighouden met de betekenis en het gebruik van diverse paden in Midden-Delfland. Een oriënterende bijeenkomst vond plaats op 23 maart j.l.. Wie interesse heeft kan contact opnemen met de coördinator van deze werkgroep Hein van Bohemen. drieëntwintigste jaargang nr. 1, m ei 1999
De jaarlijkse excursie zal in dat licht bestaan uit een wandeling rond 't Woudten de Woudse Polder. U krijgt nog nader bericht.
3
Nevenstaande brief werd op 5 maart 1999 verzonden aan de fracties van de politieke partijen in de Tweede Kamer en in de Provinciale Staten van ZuidHolland. Een afschrift van deze brief is tevens verzonden aan: de Reconstructiecommissie MiddenDeljland, de Midden-Delflandraad en de raden van de in en om MiddenDelfland liggende gemeenten.
De keuze van de regering om de op zich voor de regio welkome motie'Van Heemst' uit te voeren en daarom geen geld beschikbaar te stellen voor de aanleg van de A4, heeft geleid tot een poging vanuit het bedrijfsleven om de financiële middelen langs private weg te verwerven. Het daarvoor in het leven geroepen consortium denkt dat te kunnen bereiken. Maar de in een krantenbericht genoemde bedragen om dit weggedeelte aan te leggen, zijn bij lange na niet toereikend om verdiepte aanleg mogelijk te maken. Wij zijn als vereniging vanaf 1977 bezig om te trachten mee vorm te geven aan Midden-Delfland, zoals beoogd in de Reconstructiewet Dat wil zeggen, rekening houdend met de belangen, die agrarische bedrijfsvoering, natuur- en landschapswaarden en recreatie in een dichtbevolkt gebied ieder voor zich meebrengen. Wij willen ons voor dat doel ook in de toekomst inzetten, zodat de leefbaarheid in dit 'kleine groene hart' voor een ieder mogelijk wordt. De aanleg van de A4 zou hoe dan ook afbreuk doen aan dat streven, maar zeker als niet aan de inpassingsvoorwaarden wordt voldaan, die naar aanleiding van de MER-procedure enkele jaren geleden zijn overeengekomen en door een meerderheid van de Tweede Kamer aanvaard.
Tenslotte een bericht uit het provinciebestuur. Na overleg met de Reconstructiecommissie en de Midden-Delflandraad heeft Gedeputeerde Staten besloten een onderzoek in te stellen bij alle betrokkenen naar de aard en samenstelling van het bestuurlijke orgaan, dat na voltooiing van de reconstructie, Midden-Delfland op de kaart moet houden. Uiteraard houden we u op de hoogte van de vorderingen en het eindresultaat van dit onderzoek.
Wij dringen er dan ook bij U op aan de ontwikkelingen omtrent aanleg en financiering van dit weggedeelte kritisch te volgen en de inpassingsvoorwaarden onverkort te hanteren.
Jasper Koorevaar
Midden-Delfland Vereniging
Midden-Delfkrant
4
Historisch onbekend kasteelterrein ontdekt Archeologisch onderzoek op voormalig Kolpabadterrein te Vlaardingen
Op 7 januari 1998 is het archeologische onderzoek op het terrein van het Kolpabad aangevangen. Het fraaie Kolpabad uit de jaren vijftig moest wijken voor nieuwbouw. De archeologische verwachtingen waren hooggespannen. Booronderzoek door Paul van der Kroft (1996) had immers aangetoond dat er materiaal uit de Vlaardingen-cultuur tot en met de Middeleeuwen viel te verwachten. Uit historische bronnen was bovendien bekend dat hier reeds in 1446 een boomgaard was gelegen. Rond 1558 werd het eerste huisje bebouwd en kort na 1628 verscheen de boerderij genaamd de 'Engelse Boomgaard'. Dit artikel gaat in op wat het archeologische onderzoek heeft opgeleverd. Vlaardingen-cultuur: onbereikbaar Booronderzoek heeft aangetoond dat in het Laat Neolithicum een kreek het Kolpabadterrein heeft doorsneden. Op tenminste vijf meter diepte bevindt zich de top van de oeverwal waarop bodemvorming heeft plaatsgevonden. Hoewel de kans groot is dat er op deze oeverwal in de Vlaardingen-tijd (3500 tot 2500 voor Chr.) is gewoond, komt de oeverwal niet in aanmerking voor archeologisch onderzoek. De sporen en de vondsten bevinden zich meer dan vijf meter onder het maaivlak en daarmee is archeologisch onderzoek financieel gezien geen haalbare kaart. Bovendien zal de verstoring op die diepte minimaal zijn. Deze overwegingen hebben ertoe geleid dat er niet gezocht is naar restanten van de Vlaardingen-cultuur.
Ajb.l
Kaart van Cruquius (1712). De pijl geeft de locatie van het kasteelterrein weer.
rl rÎ PP n hvintÎ
Î ~~ r<>a n
nr.
1. mei 1999
IJzertijd: een afvallaag De verwachte kreek met oeverwal uit de IJzertijd en de Romeinse Tijd is inderdaad aangetroffen. In de kreeksedimenten werden op diverse plaatsen verspoelde scherven aangetroffen uit de IJzertijd. Deze scherven zullen afkomstig zijn van verspoeld nederzettingsafval. Op een deel van het terrein is een restant van de oeverwal aan het licht gekomen, waar de bewoningslaag nog intact was. In één laag bevinden zich opvallend veel met nagelindrukken versierde scherven en ontbreekt import-aardewerk. Deze laag kan zodoende gedateerd worden in de Late IJzertijd. Romeinse Tijd: een boerderij Een tweede afvallaag bevatte nauwelijks versierde scherven, maar wel waren enige fragmenten van import-aardewerk aanwezig. Deze laag kunnen we dan ook in de eerste of tweede eeuw na Chr. dateren. Stratigrafisch gezien lijkt de eerder genoemde afvallaag uit de IJzertijd door te lopen in de inheemsRomeinse bewoningslaag. Wellicht dat we hier voor het eerst continuïteit rond het begin van de jaartelling kunnen aantonen. De uitwerking van de vondsten zal duidelijk moeten maken of er sprake is van een bewoningshiaat. Onder de afvallaag kwamen veel paalsporen aan het licht. Het was niet eenvoudig om uit de tientallen grondsporen structuren te herkennen. Er konden twee duidelijke rijen van kleine paaltjes worden herkend. De twee rijen die enigszins een scherpe hoek ten opzichte van elkaar maakten,
kon over een lengte in beide richtingen over 6 m worden gevolgd. De paaltjes stonden om de 40 tot 60 cm. Opvallend was dat de overige grondsporen zich grotendeels aan één zijde van deze palenrij bevonden, hetgeen aannemelijk maakt dat het hier een erf- of nederzettingsafscheiding betreft. Ook kon er een grote rij paalkuilen worden onderscheiden die een rechthoek omgaf van circa 4 m breed en tenminste 5 m lang. Het vervolg was reeds opgenomen in de bouwvoor, zodat niet de gehele lengte kon worden bepaald. De paalkuilen stonden op een onderlinge afstand van ongeveer 1 m. De configuratie van palen doet sterk denken aan de plattegrond van een inheems-Romeinse boerderij. Daarnaast bleef er nog een grote brij aan grondsporen over waaruit geen herkenbare structuur kon worden gehaald. De top van de oeverwal was geheel opgegaan in de bouwvoor, zodat een groot deel van de nederzettingssporen verloren is gegaan. Wel werd een vlijlaag aangetroffen met daarboven een zodenstructuur. Houten palen werden niet aangetroffen. Waarschijnlijk betreft het de onderzijde van een kleine damstructuur. De structuur kon met behulp van inheemse scherven in de Romeinse Tijd worden gedateerd, hetgeen door een C14-datering wordt bevestigd: 1965 + 30 BP. 1 Middeleeuwen: een overstroming Direct op de inheems-Romeinse afvallaag bevindt zich een kleidek Naar alle waarschijnlijk het Vlaardingendek' dat tijdens de overstromingen in 1134 (Duinkerke Illb1)' en/ of in 1164 (Duinkerke IIIb2)' zal zijn afgezet. In deze kleilaag bevond zich een grote concentratie kogelpotscherven uit de 11e of 12e eeuw. Restanten van een boerderij werden niet aangetroffen. Een kasteel Verrassend was de vondst van een historisch onbekend kasteelterrein. Het betreft een terrein van circa 40 bij 40 meter dat omgeven wordt door een gracht van 5 tot 7,5 meter breed (zie afb.1 en 2). Op grond van de vondsten kan worden vastgesteld dat het terrein tussen 1250 en 1300 moet zijn aangelegd. De grond die bij het graven van de gracht
1. GrN-24261 2. Hoek, 1973, p.57. 3. Bult, 1983, p.20. 4. Bult, 1983, p.20.
Midden-Delfkrant
5
Afb.2 Het onderzoek op het Kolpabadterrein. Foto: VLAK.
Waarschijnlijk zal dit wel meer zijn geweest als we bedenken dat het terrein bij de afbraak in de Middeleeuwen voor een deel zal zijn afgevlakt en erosie in later eeuwen ook voor afvlakking zal hebben gezorgd. Middeleeuwse brugconstructies Op de bodem• van de westzijde van de gracht werden in augustus 1998 twee eiken constructiebalken aangetroffen (zie afb.5) .7 De balken vertonen aan de bovenzijde op regelmati-
vrijkwam, zal men gebruikt hebben om het te bebouwen terrein op te hogen. Op het vierkante terrein werd een stenen gebouw gebouwd. Hoe dit gebouw er precies heeft uitgezien weten we niet, want van de fundamenten is niets teruggevonden. Mogelijk zijn deze reeds bij de afbraak in de tweede helft van de 14e eeuw geheel gesloopt. Wat eventueel nog resteerde, zal zijn verwoest bij de bouw van het halvemaanvormige buitenzwembad rond 1954. Toch weten we dat het om een stenen gebouw gaat. Langs de binnenzijde van de gracht bevindt zich namelijk een concentratie van kloostermoppen en daktegels. De daktegels met een 'nokje' én een spijkergat aan de achterzijde behoren tot het vroege type daktegel dat gedateerd wordt tussen 1250 en 1350. 5 De afmetingen zijn in cm 28,3 (L) x 17,5 (B) x 1,5-2,0 (D). Ook zijn er daktegels aangetroffen met alleen een nok, de afmetingen bedragen 26,0 (L) x 16 (B) x 1,5-2,0 (D). De enkele complete kloostermoppen die zijn aangetroffen hebben een afmeting van (in cm) 30 (L) x 12/ 15 (B) x 6/8 (H). Dit formaat kloostermop is gangbaar in de periode 1250 tot 1350. Op grond van het oudste aardewerk dat in de gracht werd aangetroffen, kunnen we de bouwdatum van het kasteel tussen 1250 en 1300 stellen. Kastelen die in deze periode werden gebouwd, bestonden doorgaans uit een stenen toren, vergelijkbaar met Joffer Aechtenwoning, Holy en Steenhuizen. Dit zijn kleine kastelen
5. Janssen, 1986. drieëntwintigste jaargang nr. 1, mei 1999
uit de 13e eeuw in Vlaardingen. Waarschijnlijk had het gebouw de vorm van een vierkante toren. Lang heeft het niet gestaan. Want nog geen honderd jaar later, in de tweede helft van de 14e eeuw wordt het weer afgebroken. Mogelijk staat de afbraak in verband met de Hoekse en Kabeljavwse twisten. Hoogtelijnenkaartje Naar aanleiding van het onderzoek op het Kolpabadterrein werd het bouwplan van het Kolpabad uit 1952 tevoorschijn gehaald. Hierbij werd een plezierige ontdekking gedaan. Op de bouwplan bleken in een tien meter grid enige honderden hoogtematen te zijn afgebeeld. Aangezien het hier nog de ongerepte toestand betrof, zouden deze hoogtematen ons meer informatie kunnen geven over het oorspronkelijke reliëf. Het archeologische computerbedrijf AARAD werd gevraagd om aan de hand van de hoogtematen een hoogtelijnenkaart te vervaardigen. De resultaten overtroffen de verwachtingen (zie afb.3 en 4). Zowel de Romeinse kreek als het kasteelterrein manifesteren zich duidelijk als hoge plekken in het landschap.
De hoogtelijnen zijn in klassen van 10 cm verdeeld. De hoogste plekken liggen op -0,50 m onder NAP en de diepste op -1,70 m onder NAP. Het maximale reliëfverschil bedraagt op het terrein zodoende circa 1,20 meter. Het vermoede kasteelterrein ligt op minstens -0,60 m beneden NAP. Terwijl de directe omgeving varieert van -0,90 m tot -1,10 m onder NAP. Het kasteelterrein zal circa 30 tot 50 cm zijn opgehoogd.
6. De onderzijde (bodem gracht) van de balken ligt 247 (balk 1) en 244 (balk 2) cm beneden NAP. 7. Helaas werd deze brugconstructie op maandagavond 17 augustus 1998 vernield door vandalen.
Afb.3 Het tweedimensionale hoogtelijnenkaartje. De loop van de Romeinse kreek is zichtbaar gemaakt door de grijze tinten. Het vierkante kasteelterrein ligt net op de rand van de Romeinse oeverwal. Maker AARAD, eigendom VLAK.
Kreek -
Moderne sloot
Midden-Delfkrant
6
Afb.S
De houten balken van de brug op de bodem van de gracht. Foto: VLAK.
ge afstand gaten waarin houten balken bevestigd waren die met behulp van pennen waren vastgezet. Van balk 1' zijn de afmetingen: 360 cm lang, 32 cm breed en 25 tot
29 cm dik. In deze balk bevinden zich aan de bovenzijde vier rechthoekige gaten en in het midden een klein rond gat. Van balk 29 bedragen de afmetingen: 280 cm lang, 25 cm breed en 25 cm dik. Ook in deze balk bevinden zich vier rechthoekige gaten aan de bovenzijde. De rangschikking en de omvang van de gaten verschillen per balk. De balken vertonen opmerkelijke gelij-
8. Vnr 's 559 en 560, hp.34.
9. Vnr.'s 561, 562 en 563, hp.35.
Afb.4
De driedimensionale kaart. Het kasteelterrein manifesteert zich duidelijk als een hoge plek in de omgeving. Maker AARAD, eigendom VLAK.
f
~·~d l
nI
!I
i
~-L=~~I1~~--~----~*- --'-~ .I ~ e__ __ j L------~c:-;.0f~----------4~
m
,11
10. Hiermee is nog niet bewezen dat de balken daadwerkelijk van een brugconstructie afkomstig zijn. Het valt niet uit te sluiten dat de balken afkomstig zijn van een gesloopt gebouw. De ligging op de bodem van de gracht en de overeenkomst met de brugconstructie te Brunssum, maken het wel zeer aannemelijk dat het hier onderdelen van een brugconstructie betreft.
E::::~1u~~[1·-------1]r1--.._~~--J te __
t __
~-
1'1!!1
G
I
......
I
J
I
+-+
kenis met een brugconstructie die bij het kasteel 'Rozengaard' te Brunssum (Limburg) is opgegraven. '" Het betreft hier een brug die ligt op een raamwerk van balken, zonder in de grond ingeslagen palen (zie afb.6). De brugconstructie te Brunssum wordt op grond van de datering van het gehele complex in de 16e eeuw gedateerd. Omdat er voor de Vlaardingse balken geen aanwijzingen zijn voor dwarsverbindingen op de bodem van de gracht, komt alleen type IIA van Rigold in aanmerking (zie afb.?). Type II kwam anno 1981 slechts tweemaal in Nederland voor, namelijk te Rhoon en te Vianen. Een datering van deze bruggen wordt niet door Bauer gegeven. Dit type brug komt veel vaker voor in Engeland, waar ze vanaf de 13e eeuw voorkomen. Dit zou kunnen wijzen op een relatie met Engeland. Is hier een verband met de naam 'Den Engelsehen Boomgaerd'?
, ...
- -- -4
Afb.6
De houten brug van Rozengaard te Brunssum. De balken die op het Kolpabadterrein zijn aangetroffen, vertonen sterke gelijkenis met de balken bij de nummers G-H en J-K. Bron: Ba uer, 1981, p.251.
Midden-Delfkrant
Van de twee balken zijn monsters genomen voor dendrochronologisch onderzoek, dat verricht werd door Stichting RING van de ROB te Amersfoort. De veldata komen op 1288 + 6 (balk 1) en 1310 AD+ 8 (balk 2). Hoeveel jaren er bij de jongste veldatum van 1310 moeten worden opgeteld in verband met mogelijk een primaire andere functie, is onbekend. De aanleg van het kasteel hadden we op grond van andere vondsten al tussen 1250 en 1300 gedateerd. Theoretisch is er een kleine kans dat de brug rond of kort na 1302 is gebouwd en dat dit dan samenhangt met de bouwdatum van het kasteel. Waarschijnlijker lijkt het dat we de aanleg van deze brug na 1310 moeten stellen en dat er nog een oudere brug zou moeten zijn. Het is niet ondenkbaar dat dit samenhangt met de geschatte veldatum van balk 1 (1288 + 6). Ook bij deze balk bevonden zich doken aan de onderzijde, zodat ook deze balk eerst een andere func tie zal hebben gehad. Over de aanlegdatum van de verwachte voorganger van de balkenbrug valt niets met zekerheid te zeggen. Eind september werd op enkele meters afstand van de balken, een drietal ingeslagen aangepunte eiken palen gevonden. Op grond van de ligging middenin de gracht is het waarschijnlijk dat we de palen als onderdeel van een brug mogen beschouwen. Zou dit de brug kunnen zijn die hoort bij de aanleg van het kasteel? Ook van deze palen zijn monsters voor dendrochronologisch onderzoek genomen en opgestuurd. Het monster van paal 3" blijkt slechts 30 jaarringen te bevatten, hetgeen te weinig is voor een dendrochronologische datering. Het betrof hier een kleine paal die vervaardigd was uit secundair gebruikt hout. De paal was ook minder diep ingeslagen dan de andere palen. Mogelijk betreft het een reparatie van de brug. De andere veldata konden wel bepaald worden: 1339 AD + 5 (paal 1) 13 en zomer 1336 AD 11
11. Hier volgen respectievelijk de toppen, de punten (in cm's beneden NAP) en de lengtes, paall: 209, 335, 126 cm lang; paal 2: 196, 352, 146 cm lang; paal 3: 215, 288, 73 cm lang. De bodem van de gracht ligt op circa 245 cm beneden NAP, zoda t de palen respectievelijk 90, 107 en 43 cm in de grachtbodem zijn geslagen. De palen zijn respectievelijk 11 x 10, 10 x 10 en 15 x 12 cm in omvang. 12. Vnr. 609. 13. Referentiecurve C. Duitsland. drieëntwintigste jaargang nr. 1, mei 1999
(paal2) 1' . De palen zullen waarschijnlijk in of kort na de zomer van 1336 in de grachtbodem zijn ingeslagen. Deze dateringen komen dus mooi overeen met de gebruiksperiode van het kasteelterrein. Hoe verhouden de bruggen zich ten opzichte van elkaar? Is het mogelijk dat de bruggen er gelijktijdig zijn geweest? Dit is hoogst onwaarschijnlijk, hoe meer ingangen, hoe kwetsbaarder een kasteel wordt. Als we ervan uit gaan dat eiken palen onder vochtige omstandigheden tussen de 10 tot 25 jaar meegaan15, kunnen we bij benadering zowel een datering geven van de voorganger als een eventuele opvolger van de palenbrug. Hiermee komen we op (1336 - 10/25) 1310-1326 voor de voorganger en op (1336 + 10/ 25) 1346-1361 voor een eventuele opvolger. Theoretisch kan de 'balkenbrug' zowel de voorganger als de opvolger van de 'palenbrug' zijn. De datering van de aanleg van een 'voorganger' van de palenbrug (1310-1326) komt mooi echter mooi overeen met de datering van de eerder veronderstelde aanleg van een balkenbrug. Aangezien een aanlegdatum van het kasteel rond 1310 vrij laat lijkt, moet de balkenbrug dan wel een voorganger hebben gehad. Als we dezelfde rekenmethode nog eens toepassen dan komen we uit op (1310- 25) 1285 als
14. Referentiecurve C. Duitsland (Hollstein). 15. Brinkkernper en Vermeeren, 1992, p.114.
Afb.7
De verschillende constructiemethoden (naar Rigold). I= Ingeslagen palen; IIA = jukken op sloffen; IIB = jukken op palen; III = grondbalkenraamwerken. De balken uit Vlaardingen zijn waarschijnlijk afkomstig van type IIa. Bron: Bauer, 1981, p.253.
oudste aanlegdatum van de eerste brug, hetgeen dan wellicht wel samen kan hangen met de bouwdatum van het kasteel. Daarmee zouden we de aanlegperiode van het kasteel kunnen stellen tussen 1285 en 1300. Nadere uitwerking van het vondstmateriaal moet duidelijk maken of deze hypothese correct is. Vondsten Sloten en grachten waren, en zijn, ideale stortplaatsen. Uit de aard van vondsten en de verspreiding ervan kunnen conclusies getrokken worden over de positie van de gebouwen en de bewoners. De grachtvulling is zodoende verdeeld in rechthoekige vakken van 2 bij 2 meter. Dit betreft de westelijke en de oostelijke gracht. De noordelijke en de zuidelijke gracht wordt voor een groot deel verstoord door sloten die tot in deze eeuw hebben opengelegen. Bovendien bevatte die delen van de noordelijke en zuidelijke gracht die zijn opgegraven geen of nauwelijks vondstmateriaaL
Er zijn twee vondstspreidingen aangetroffen. Eén min of meer in het midden aan de westzijde van het terrein. De concentratie in het midden van de oostelijke gracht was echter aanzienlijk groter. Gezien de grote hoeveelheid is het aannemelijk dat we hier dicht bij de keuken van het gebouw moeten zijn.
7
Midden-Delfkrant
8
Ajb.S Reconstructie van een priksleetje. Bron: Arts, 1994, p.249.
Het vondstmateriaal bestaat uit aardewerk, botten, leer, keien, daktegels, kloostermoppen en enkele bijzondere voorwerpen waarop we hier nader zullen ingaan. Bijzondere vondsten wijzen op belegering? In de oostelijk gracht werd een onderkaak van een 1,5 tot 2 jaar oud paard 16 dat aan de onderzijde glad is afgesleten, aangetroffen. Het is een onderdeel van een priksleetje (zie afb.8). Uit de 15e en de 16e eeuw zijn er diverse schilderijen bekend waarop een kind op een kaakslee wordt afgebeeld (zie afb.9). Het kind bewoog zich voort met behulp van een puntige stok. 16. Determinatie H. Robbers, VLAK.
De oudste bekende kaaksleeën dateren uit de 13e eeuw. Zeer bijzonder is de vondst van een messing ketel (zie afb.10). Koperen ketels zijn vrij zeldzaam in de Middeleeuwen. De ketel is vervaardigd uit een plaat koper die uitgeharnerd is. Hierdoor is de rand dikker dan de onderkant. De dunne onderkant vertoont door het vele gebruik enige gaten en is in de Middeleeuwen, getuige de vele reperatiestukken (zie afb.U), meermalen gerepareerd. Langs de rand van de ketel bevond zich een cernentachtige substantie. Dit bleek het restant te zijn van een ijzeren hengsel, deze was echter geheel gecorrodeerd. Opmerkelijk is ook de vondst van een bronzen grape (zie afb.12). Merkwaardig is dat dit kostbare product slecht is afgewerkt. De gietprop aan de onderzijde en de gietnaden aan de buitenzijde waren nog duidelijk zichtbaar. In de grachtbodem werd ook een zwaard aangetroffen dat rechtop stond, alsof het in de gracht geworpen of gestoken was. De ijzeren kling was echter zeer aangetast, zodat daar weinig van was overgebleven. De messing pornrnel verkeerde daarentegen nog in uitstekende conditie. Bijzonder is ook de vondst van een spitoplegger. Spitopleggers stonden voor de haard. Aan het spit was het verse vlees geregen. In de Middeleeuwen werd voornamelijk gezouten en gedroogd vlees gegeten. Vers vlees was een kostbaar product dat alleen door het rijkere deel van de bevolking werd genuttigd. Een spitoplegger met eenzelfde versieringsmotief is in 1965 op het kasteelterrein Steenhuizen te Vlaardingen opgegraven. Bovengenoemde voorwerpen onderschrijven de adellijke status die de bewoners gehad moeten hebben. Bronzen ketels en grapen zijn kostbare producten en komen dan ook in archeologische context nauwelijks voor.17Alleen uit kasteelcontext zijn enkele 14e-eeuwse grapen
17. Voorbeelden: huis te Haarlem en kasteel Nuwendoorn. Ajb.9 Detail van een schilderij van Pieter Breugel de Oude, circa 1550. Bron: Arts, 1994, p.250. rlriPPntwinti P"~h·
iaareane nr. 1. m ei 1999
bekend. Het zwaard wijst eveneens op een adellijke status. De enkele zwaarden die uit de 14e eeuw bekend zijn, zijn afkomstig van kasteelterreinen.18 Ook de spitoplegger kan in verband gebracht worden met een hoge status. 19 De ketel, de grape en het zwaard wijzen niet alleen op een adellijke status, maar kunnen ook gezien worden als een aanwijzing dat het terrein onder abnormale omstandigheden is verlaten. Het terrein lijkt in de tweede helft van de 14e eeuw te zijn verlaten. Hier dringt de gedachte zich op dat dit te rnaken zou kunnen hebben met de Hoekse en Kabeljauwse twisten. In opdracht van de Hollandse graven werden narnelijk vele kastelen van de Hoeken rond 1351 verbeurd verklaard, waarna de kastelen steen voor steen werden gesloopt. Het sloopmateriaal ging vervolgens naar de steden die aan de zijde van graaf hadden gestaan. Een goed voorbeeld hiervan is Steenhuizen dat in 1351 in opdracht van de graaf werd afgebroken. 20 De aanwezigheid van enkele kostbare voorwerpen in de kasteelgracht op het Kolpabadterrein lijken een aanwijzing te geven dat het kasteelterrein vrij plotseling is verlaten. Een belegering? Kasteel of niet? Wie zijn de bewoners van het terrein geweest? Historisch onderzoek heeft tot op heden niets opgeleverd over de bewoners. We hebben hierboven al meermalen de term kasteel gebruikt. Is dat wel terecht? Om te bepalen of we hier met een kasteelterrein te rnaken hebben, zullen we eerst de definitie moeten bepalen. De definitie die kasteeldesktmdige prof. drs. H.L. Janssen geeft, luidt als volgt: "Een kasteel is een middel-
eeuws gebouw dat de functies verdedigbaarheid en bewoonbaarheid combineert, door het verschaffen van woonruimte en verdedigbaarheid aan een beperkte groep mensen, variërend van een adellijke familie met een paar dienaren tot een kleine hofhouding en een militair garnizoen tot een maximum van ongeveer vijftig personen. Essentieel is dat deze groep mensen in een afhankelijkheidsrelatie staat tot één persoon of instelling". "Al naar gelang de financiële draagkracht en sociale positie van de bouwer of eigenaar, kan ook de mate en de schaal waarin de begrippen verdedigbaar en bewoonbaar gecombineerd zijn aanzienlijk verschil-
18. Mondelinge mededeling van kasteeldeskundige Janssen. 19. Heidinga en Smink 1982. 20. Hoek, 1973, p .144.
Midden-Delfkrant
Ajb.lO (links) De messingen ketel. Foto: VLAK. Afb.11 (boven) Reparatiestuk van messing ketel. Foto: VLAK.
len. De nadruk op beide verschijnselen kan dan variëren van 95 procent bewoonbaarheid en 5 procent defensie tot 95 procent defensie en 5 procent bewoonbaarheid. "21
90 cm. In de 15e eeuw wordt de muurdikte als criterium losgelaten omdat het vuurgeschut zo krachtig is geworden dat zelfs muren tot 1,5 meter dik het niet houden. 22
De verdedigbaarheid kan op verschillende manieren worden vormgegeven. Dit varieert per tijd en per streek. Verdedigbaarheid kenmerkt zich in de aanwezigheid van grachten en bruggen. De eerste kastelen zijn voornamelijk uit aarde en hout gebouwd. De vroegste stenen kastelen worden pas in de lle eeuw gebouwd. Het gaat hier om tufstenen torens die op of deels in de motte (aarden heuvel) gebouwd zijn. De eerste baksteen, de zogeheten kloostermop, wordt in de loop van de 12e eeuw geïntroduceerd. In de 13e eeuw wordt het gebruik van kloostermoppen alleen toegepast bij kloosters, kerken, kastelen en adellijke huizen. Houten gebouwen in de 13e eeuw kan men dan ook moeilijk rekenen tot een kasteel, tenzij andere verdedigbare elementen aanwezig zijn, bijvoorbeeld een groot moeras. Zodra de muren in steen worden opgetrokken, kan men de dikte van het muurwerk als uitgangspunt nemen. Voor de 13e eeuw zijn geen richtlijnen bekend. In Holland wordt in de 14e eeuw een dikte aangehouden van 45 tot 60 cm in opgaand werk. Door de introductie van het vuurgeschut nam in de tweede helft van de 14e eeuw de muurdikte snel toe. Rond 1350 ligt de muurdikte van een verdedigbaar bouwwerk boven de
Terug naar het voormalige Kolpabadterrein. Door het ontbreken van funderingen op het omgrachte terrein kan de mate van verdedigbaarheid moeilijk worden getest. Niet verdedigbare terreinen die omgracht zijn, worden aangeduid met de term 'moated site'. 23 Janssen schrijft over de moated site het volgende: "Voorlopig lijkt de
21. Janssen, 1996, p.15-17. drieëntwintigste jaargang nr. 1, mei 1999
maatschappelijke reikwijdte van moated sites te gaan van niet-heerlijke, omgrachte boerderijen tot omgrachte woonplaatsen van de adel. Voor de groep als geheel kan aangenomen worden dat de agrarische fun ctie belangrijker was dan bij de verdedigbare kastelen. "" Anderzijds kan de grens tus22. Janssen, 1996, p.15-17. 23. Dergelijke omgrachte terreinen wordt ook wel aangeduid met de term 'begraven hofstad'. Dit begrip is door onderzoekers als Hoek en door Bult wel gelijkgesteld met de term 'moated site'. Het is echter niet hetzelfde. Een begraven hofstad is een omgracht terrein dat zowel verdedigbaar als onverdedigbaar kan zijn. Hieronder vallen dus zowel omgrachte boerderijen, spiekers en kastelen. Een 'moated site' is echt een omgracht onverdedigbaar terrein en derhalve geen kasteel (Janssen, 1996 p.97). Het aangetroffen omgrachte terrein op het Kolpabad is dus zonder meer een 'begraven hofstad'. Op grond van de aanwijzingen dat het een verdedigbaar karakter heeft gehad, is het dus geen 'moated site'. 24. Janssen, 1996, p.105.
sen kasteel en 'moated site' niet duidelijk getrokken worden: "De grens
tussen schijn en werkelijkheid is hierbij echter zo vloeiend dat een rigoureuze scheiding tussen verdedigbaar kasteel en onverdedigbare moated site niet gemaakt kan worden. Voor de ontwikkeling van het kasteel in Nederland zijn juist deze grensgevallen rond de ondergrens van het kasteel en de bovengrens van de moated site interessant. "25 Zeker in de tweede helft van de 13e eeuw, als de moated site zijn intrede doet, kan het onderscheid tussen een moated site en een kasteel niet goed gemaakt worden. Sterker nog, veel imposante kastelen zijn in de 13e eeuw begonnen als een eenvoudige stenen toren. Op het Kolpabadterrein zijn dan wel geen funderingen aangetroffen, maar het vele bouwmateriaal dat is aangetroffen, wijst onmiskenbaar op steenhouw. In de 13e en begin 14e eeuw was steenbouw nog een zeldzaamheid en valt niet rijmen met een agrarische func tie. De scheiding in de 13e en de 14e eeuw tussen welgeborene (adel) en geen adel (vrije en onvrije lieden) was zeer strikt. Personen van adellijke herkomst dienden een bepaalde status op te houden, wat zowel tot uiting kwam in de bouw van een klein kasteel als in de dagelijkse werkzaamheden. Het was een edelman namelijk verboden om handenarbeid, ambachtelijke werkzaamheden, boerenactiviteiten etc. te verrichten. De edelman had bovendien als voordeel dat hij geen belasting 25. Janssen, 1996, p.98.
9
10
Midden-Delfkrant
Afb.12 De bronzen grape. Foto: VLAK.
Literatuur Arts, N.A., 1994: Sporen onder de Kempische stad. Eindhoven. Bauer, T.C., 1981 :De houten brug van 'Rozengaard' te Brunssum (L). In: Liber Castellorum. 40 variaties op het thema kasteel, red. T.J. Hoekstra, H.L. Janssen en I.W.L. Moerman, p.248-255. Brinkkernper 0. en C. Vermeeren, 1992: Het hout van een aantal nederzettingen uit de IJzertijd op Voorne-Putten, IJsselmonde en in een deel van de Hoekse Waard, in: A.B. Döbken (red .), BOORbalans 2, p.103-120. Bult, E.J., 1983: Midden-Delfland, een archeologische kartering; inventarisatie, waardering en bewoningsgeschiedenis, in: NAR 2..Amersfoort Heidinga, H.A., en E.H. Smink, 1982: Brick Spit-supports in the Netherlands (13th-16th century). In: Rotterdam Papers IV, p.63-82.
hoefde te betalen. Pas in de loop van de 15e eeuw, als een deel van de adel verarmd, vervaagt dit onderscheid. Welgeborenen die zich om in hun levensonderhoud te voorzien toch handwerkzaamheden gaan verrichten, worden dan ook aangeklaagd. Zij betalen immers geen belasting, maar leven niet volgens hun welgeboren status. Bovendien is er ook een groep van niet-welgeborenen ontstaan die enige rijkdom hebben vergaard. Met name de omgrachte woonplaatsen van deze nieuwe groep van verarmde adel en nieuwe rijken vallen onder de noemer 'moated site'. Van deze vervaging was aan het einde van de 13e eeuw toen 'ons' omgracht terrein werd aangelegd, nog geen sprake. Bovendien wijst een aantal vondsten op de welgeboren status van de bewoner. De vondst van een brug is een bewijs voor een bepaalde mate van verdedigbaarheid en zou de uitvoering van het agrarische bedrijf juist belemmeren. In dit verband heeft men ook wel gewezen op de grootte van kasteelterreinen. Omgrachte boerderijen zijn over het algemeen vrij groot vanwege de vele agrarische functies die er moeten plaatsvinden, kasteelterreinen zijn daarentegen doorgaans juist compact omwille van de verdedigbaarheid. Ook de grootte van het terrein, 40 bij 40 meter laat zich goed vergelijken met de grootte van
kasteelterreinen uit de dezelfde periode. Daarnaast wijzen kostbare vondsten als de grape, ketel, spitoplegger en een zwaard op zowel welvaart als elite. Samenvattend kunnen we dus stellen dat we hier met een omgrachte verdedigbare woonplaats te maken hebben. Op dergelijke kleine kastelen woonden edelmannen, vaak afkomstiguit een riddermatig geslacht. 26 We mogen dus spreken van een kasteelterrein.27 Juist over dergelijke kleine kasteelterreinen is nog weinig bekend. Vaak zijn ze in latere perioden uitgegroeid tot grote imposante gebouwcomplexen. Hierdoor zijn echter de sporen van de oudste bewoningsfasen verloren gegaan. Dankzij de afbraak in de tweede helft van de 14e eeuw, is dit 'ons' kasteelterrein grotendeels bespaard gebleven. De funderingen zijn weliswaar volledig verdwenen, maar de vulling van de gracht heeft ons een schat aan informatie opgeleverd en zal zeker bijdragen in de kennis over de vroege kasteelbouw in de tweede helft van de 13e eeuw.
Tim de Ridder gemeentelijk archeoloog van Vlaardingen 26. Hoek, 1981. 27. Deze interpretatie wordt bevestigd door prof. drs. H.L. Janssen, bijzonder hoogleraar kasteelkunde.
Hoek, C., 1973: De hof te Vlaardingen, in: Holland nr.2, p.57-91. Hoek, C. 1981: Begraven hofsteden in het Maasmondgebied. In: (red. Hoeks tra, Janssen en Moerman) Liber Castellorum. 40 variaties op het thema kasteel, p.l22-143. IJzereef G.F., 1974: A Medieval JawSledge from Dordrecht. In: BROB, jaargang 24, p.181-184. Janssen, H.L., 1986: Bricks, tiles and roofing-tiles in 's-Hertogenbosch during the middle-ages, in: Terres cuites architecturales au moyen age. Janssen, H.L, J.M.M. Kylstra-Wielinga, B. Olde Meierink, 1996: 1000 jaar kastelen in Nederland. Functie en vorm door de eeuwen heen. Utrecht. Kroft, P. van der, 1996: Geo-Archeologische Inventarisatie 'D'Engelsche Boomgaert', Archeologische Rapporten Nr.4. Ridder, T. de, 1998: VLAK-nieuws. In: Terra Nigra 143, p .65-67. Struijs, M.A., 1994: 'Den Engelsehen Boomgaart' 1913-1456. In: Terra Nigra nr.132, p .20-26. Struijs, M.A., 1998: Vanouds 'Den Engelsehen Boomgaerd'. Een poging tot verklaring van de geschiedenis van een terrein te Vlaardingen, vanouds genaamd 'Den Engelsehen Boomgaerd'. Ongepubliceerde versie van augustus 1998. Vlaardingen. Willemsen, A., in voorbereiding: Kinder delijt, middeleeuws speelgoed in de Nederlanden. Proefschrift. Nijmegen.
Midden-Delfkrant
11
Binnendoor en buitenom
en noodzaak, uitvoering (aanleg, beheer en onderhoud) in beeld.
boekbespreking
De paden, die een verbinding vormen tussen de verderaf gelegen boerderijen en de dorpskern (binnendoor) en rondom het gebied (buitenom), vormen een slim netwerk dat een rijke verscheidenheid biedt aan wandel- en fietsmogelijkheden. Veilige fietsroutes voor schoolgaande kinderen, wandelingen om de natuur te beleven, maar ook routes die kunstenaars inspiratie kunnen geven. Voor een deel volgen de tracé's oude kerkepaden, zodat deze paden ook een historische achtergrond hebben.
In de Midden-Delfkrant verschijnen weinig boekbesprekingen. Ook voor 'Binnendoor en buitenom' zou je op het eerste gezicht zeggen dat de inhoud van het boek nu niet direct op het gebied van Midden-Delfland van toepassing is. Het beschrijft namelijk het proces van het totstandkomen van een netwerk van deels oude kerkpaden in het gebied rond Zieuwent, een plaatsje in de omgeving van Lichtenvoorde in de Achterhoek. Het boek geeft op zo'n indringende en enthousiaste wijze het proces weer om een bijdrage te leveren aan de eigen leefomgeving, zowel ter wille van de bewoners zelf als voor bezoekers die van elders komen, d at je bij lezing zelf ook meer voor je eigen leefomgeving op dit terrein zou willen gaan doen. Het is een beschrijving van een uniek plattelandsvernieuwingsproject in de Achterhoek dat niet alleen de veiligheid van fietsende kinderen op het oog heeft, maar integraal aandacht schenkt aan ontwikkeling van natuurwaarden en herstel van aan-
getast landschap door middel van inzet van vrijwilligers. Rond Zieuwent is in vijf jaar tijd een netwerk van 11 km wandel/ fietspad hersteld of opnieuw aangelegd. In de jaren zestig waren in het kader van een nog traditionele ruilverkaveling veel paden in dit gebied verdwenen. Overigens niet alleen hier maar ook elders in het land. Tussen 1972 en 1986 zijn 7500 km onverharde paden in het landelijke gebied van Nederland verdwenen. In Zieuwent echter is door een enthousiaste groep vrijwilligers (ca. 35 personen) met steun van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de provincie, de gemeente, het recreatieschap en enkele plaatselijke organisaties een aantal jaren gewerkt om een stelsel van veilige paden tot stand te brengen. Daarbij werd voortdurend gekeken of het mogelijk was om landschappelijke en natuurwaarden te herstellen. Het gaat daarbij om het graven van poelen, planten van duizenden bomen in de vorm van heggen en houtwallen, het dichten van sloten of het opnieuw graven van sloten, het inzaaien van bermen met ter plaatse thuishorende plantensoorten en het aanbrengen van kunstwerken die zijn ontworpen en vervaardigd door lokale kunstenaars. Het boek, waarvan de opbrengst ten goede komt aan het toekomstige onderhoud, brengt op indringende wijze de manier van werken over. Het is, naast zeer persoonlijke ervaringen over de mensen in de streek, een handleiding om ook elders in Nederland op soortgelijke wijze met vrijwilligers op basis van gemeenschapszin een bijdrage te leveren aan herstel van ons landschap .Het brengt het gehele proces van planning, ontwerp, overtuigen van nut
drieëntwintigste jaargang nr. 1, mei 1999
De totale uitgaven beliepen uiteindelijk f 545.000,-, een bedrag dat door middel van subsidie werd gedekt. Daarnaast is bijgehouden hoeveel uur de vrijwilligers zich daadwerkelijk hebben ingezet. Omgerekend blijkt men uit te komen op meer dan 1 miljoen gulden als het project volledig door een externe organisatie zou zijn uitgevoerd. Een mooi voorbeeld van publiek/private samenwerking. Ik hoop dat U met evenveel plezier dit boek ter hand zult nemen, niet alleen om kennis te nemen van de manier waarop de vrijwilligers en andere betrokkenen zijn beschreven, maar ook wellicht als aansporing om een dergelijk idee in Midden-Delfland te gaan realiseren. Naast de geplande paden in het kader van de reconstructie is er zeker nog behoefte om het netwerk van onverharde (oude kerk-)paden te verbeteren.
Hein van Bohemen
Binnendoor en buitenom, door A. Startelder enG. Molleman. 160 blz., fraai geïllustreerd met foto's en tekeningen. Uitgegeven bij de Stichting Uitgeverij KNNV, Utrecht, 1998. ISBN 90-5011 -120-3. Prijs f 49,50 (f 45,- voor leden). Te bestellen door het bedrag plus f 6,verzendkosten over te maken op giro 13028 t.n.v. KNNV Uitgeverij, Utrecht o.v.v. ' bestelling D28 binnendoor '.
Midden-Delfkrant
12
Historische Atlas Vlaardingen
Kaart nr. 7 uit de Historische Atlas: noordelijk gedeelte van de Broekpolder te Vlaardingen. Kaartboek van het Gasthuis te Schiedam door Jan Potter, 1572. Gemeente-archief Schiedam.
Reactie op het artikel van Frans Assenberg, naar aanleiding van het verschijnen van de Historische Atlas Vlaardingen, in de Midden-Delfkrant nr. 96 van december 1998.
gen prikkelen wel om voor Schipluiden en Maasland een vergelijkbare atlas samen te stellen. Wie neemt het initiatief?
Het gebeurt niet bij ieder boek dat verschijnt, een zo uitgebreide en positieve beschrijving. De Historische Atlas Vlaardingen (HAV), waarvan ik de samensteller mocht zijn, viel dit lot ten deel in een artikel (recensie?) van Frans Assenberg in de laatste MiddenDelfkrant van december 1998 (nr.96). De in de inleiding van de HAV verwoorde wens dat het verschijnen van dit overzicht van 'Vlaardingse' kaarten tot historische studies zou leiden, werd hiermee al heel snel ten uitvoer gebracht. U begrijpt, dit stemt mij tot tevredenheid.
Overigens kan ik nu al melden dat er, zoals ik in de inleiding van de HAV al vermoedde, kaarten zijn opgedoken, die wel degelijk een plaats in de atlas verdiend hadden. Het uitgeven van een overzicht roept altijd reacties op en nog onbekende kaarten werden dan ook gemeld! In het Stadsarchief van Vlaardingen wordt deze aanvullende informatie op basis van de HAV nu zo volledig mogelijk bijgehouden. Ik herhaal op deze plaats dan ook graag mijn oproep: meld uw niet in de HAV vermelde kaarten aan het Stadsarchief Vlaardingen (Plein Emaus 5 te Vlaardingen, telefoon 010-248 49 96).
Waarschijnlijk om de link in zijn bespreking van de HAV met Midden-Delfland te verduidelijken, maakt Assenberg een excursie naar enkele in de HAV niet opgenomen kaarten. Het betreft hier kaarten van de noordzijde van de (Vlaardingse / Maaslandse) Broekpolder met de hier ten noorden van gelegen Vlietlanden en 'de' Zouteveen. Een op zich mooie aanvulling, maar ik voel de behoefte de door Assenberg gestelde vraag, waarom deze niet in de HAV opgenomen zijn, te beantwoorden. Hoewel dit uit de kaartbeschrijvingen en de inleiding van de HAV misschien niet duidelijk wordt, zijn deze kaarten bewust niet opgeno~rloP,nhvi nti CT"-tP
lnr:tTP'"rl n P" nr.
1. mei 1999
men. Het antwoord is eenvoudig: Zouteveen, de Vlietlanden en de noordzijde van de Broekpolder hebben niet, of maar kortstondig deel uitgemaakt van Vlaardingen of Vlaardinger-Ambacht. Zouteveen heeft weliswaar van 11 juli 1855 tot ver in onze eeuw deel uitgemaakt van Vlaardinger-Ambacht, maar hiervoor was het een zelfstandig ambacht. Aangezien de in de HAV behandelde kaarten van vóór 1821 stammen en de door hem vermelde kaarten betrekking hebben op land dat thans tot de gemeente Schipluiden gerekend kan worden, is bij het samenstellen van de atlas gekozen om deze buiten beschouwing te laten. Wat de Broekpolder en de Vlietlanden betreft, kan een vergelijkbare opmerking gemaakt worden. Bewust is het voormalige ambacht en de huidige gemeente Maasland bij het verzamelen van kaarten niet betrokken. Waarom dan toch HAV-kaart nummer 7 Gan Janszn Potter, 1572) is opgenomen, waarop het noordelijk deel van de Broekpolder en de Vlietlanden is weergegeven, ligt in het feit dat ook een tweetal percelen staat afgebeeld die wel degelijk, ook toen al, onder Vlaardinger-Ambacht ressorteerden. De keuze is dus meer beredeneerd dan Assenberg wellicht vermoedde. Ik moet wel toegeven, de opmerkin-
Jeroen P ter Brugge
De zon schijnt en het is mooi weer; er rijdt een gierkar over 't land; eerst gaat hij heen en dan weer weer; niets is er aan de hand.
Anton van der Marcke voorjaar 1998
Midden-Delfkrant
De Agrarische Natuurvereniging van start In de Midden Delfkrant van juni 1998 is melding gemaakt van het initiatief tot oprichting van een Agrarische Natuurvereniging. Op 25 maart jl. is deze vereniging opgericht tijdens een drukbezochte vergadering in de Hoornbloem in Den Hoorn. Nagenoeg gelijktijdig verscheen er een artikel in de Haagse Courant, en ook andere bladen, over de uitkomst van een onderzoek naar Agrarisch Natuurbeheer van Wageningse plantendeskundigen. De ondertoon van dit onderzoek is dat dit beheer geen winst oplevert voor de natuur. De initiatiefgroep heeft na het beleggen van een voorlichtingsavond en het houden van een enquête besloten een vereniging op te richten. De vereniging heeft bij de notaris de naam 'Vereniging Agrarisch Natuur-en Landschapsbeheer MiddenDelfland e.o.' gekregen. De twee algemene doelstellingen zijn: 1. Agrariërs in Midden Delfland e.o, zelf verantwoordelijk laten zijn voor behoud en, waar mogelijk, voor herstel en ontwikkeling van natuuren landschapswaarden op basis van een duurzame, economisch gezonde landbouw.
2. Stimuleren dat het recreatief medegebruik van het agrarisch gebied, door zowel de plaatselijke bevolking als door toeristen, op een geleidelijke, evenwichtige en beheerste wijze gestalte krijgt, waarbij er geen verstoring en schade ontstaan aan natuur, landschap en landbouw.
De vereniging kan onmiddellijk met twee van de beoogde vier beloningspakketten van start gaan, n.l.: 'resultaatbeloning weidevogels' en 'resultaatbeloning slootkanten'. De vereniging i.o. heeft afgelopen winter al een cursus agrarisch natuurbeheer gegeven aan zestien agra-
13
riërs. De pakketten waar de financiële reikwijdte nog voor ontbreekt zijn 'uitrijden ruige mest' en ' uitgestelde maaidatum'. Op de oprichtingsvergadering op 25 maart j. l. heeft gedeputeerde J. Heykoop persoonlijk de financiële bijdrage van de provincie ZuidHolland toegelicht en toegezegd. Daar heeft ook de heer Bosma van de koepelorganisatie van de WLTO de werkwijze en de pakketten toegelicht. De controle en andere praktisch zaken kwamen tevens aan de orde. Ook de andere adviseur van de vereniging, de heer Schildwacht van Landschapsbeheer ZuidHolland was aanwezig. De heer Heykoop heeft het belang van een goed draaiende agrarische natuurvereniging nog eens onderstreept. De vrijwilligheid in het afsluiten van een pakket, het in stand houden of mogelijk te verbeteren van de weidevogelpopulatie, het botanisch verrijken van de slootkanten en een financiële bijdrage voor de inspanning van de agrariër, zijn belangrijke pluspunten van deze pakketten. Het erbij betrekken van vrijwilligers is daarbij onmisbaar. De toename van kennis over vogels op erf en weide, en over indicatiesoorten van planten in de slootkanten ervaren velen als waardevol. Het totaal moet een versterking geven aan het open gebied. Sjaak Hoogendoorn, voorzitter van de agrarische natuurvereniging Lange Ruige Weide in het Groene Hart hield een boeiend verhaal over het ontstaan van zijn vereniging. De Lange Ruigeweidse Kade is een oude polderscheiding die in het landinrichtingsgebied Driebruggen een andere eigendomssituatie zou gaan krijgen en opgeknapt moest worden. De eigenaren hebben de handen ineen geslagen, een vereniging opgericht, en geld gekregen om de kade zelf op te knappen. De vereniging is uitgegroeid tot een agrarische natuurvereniging. De kade is een plek geworden met zeldzame planten, na in eigen beheer te zijn afgeplagd. Hoogendoom hield zijn gehoor voor dat er veel mogelijk is, maar dat er ook eigen initiatief moet zijn; men gaat nu zelf 3 ha inrichten als plasdras-land.
Grutto (j 150,-). Foto Fred Hess. d rieëntwintigste jaargang nr. 1, mei 1999
14
De initiatiefgroep in MiddenDelfland gaat ook het eerste jaar door als bestuur van de vereniging. Een behoorlijk aantal agrariërs heeft zich al aangemeld als lid en wil deelnemen aan een pakket. Werk voor het bestuur dus. Een speciale rol krijgen de drie bestaande weidevogelwerkgroepen in het werkgebied, hun rol is altijd al onmisbaar geweest in het weidevogelbeheer. Zij gaan permanent meedraaien met een plaatselijke adviseur in het bestuur. Het werkgebied van de vereniging is wat ruimer dan Midden-Delfland, globaal van de kust tot aan Pijnacker. Het resultaat, op welke manier dan ook, zal uiteindelijk de legitimatie geven voor het bestaan van deze vereniging. Het artikel in o.a. de Haagse Courant van 24 Maart, dat agrarisch natuurbeheer geen winst oplevert voor de natuur, geeft nu niet echt de legitimatie aan voor een vereniging in dit gebied. Een artikel in Agraaf van 3 April, een onafhankelijk agrarisch blad, geeft meer duidelijkheid. De onderzoekers Klein en Berendse verrichtten onderzoek op 22 ha beheersgebied in de Utrechtse polders Westbroek en Maarseveen. Klein vindt in dit artikel de steekproef 'wat klein' om landelijk te vertalen. Het blijkt hier ook om beheersgebied te gaan, een begrenst gebied in een polder waar met de overheid beheerscontracten kunnen worden afgesloten voor minimaal zes jaar. Ook in MiddenDelfland liggen van deze zogenoemde relatienotagebieden, o.a. in de Klaas Engelbrechts-polder bij Schipluiden en de Commandeurspolder bij Maasland. Een toename van natuurwaarden in deze gebieden is moeilijk te verwachten, ze zijn over het algemeen al wat rijker dan het gemiddelde.
Midden-Delfkrant
Een veehouder met een perceel in dit gebied kan overigens, wanneer hij een contract heeft met de overheid voor b .v. weidevogels niet deelnemen aan de' resultaatbeloning weidevogels' van de vereniging. Het bijzondere met een natuurvereniging is dat contracten kunnen worden afgesloten in heel MiddenDelfland. Bovendien is het resultaatbeloning, dus te betalen per nest, b.v. per kievit I 25,-, grutto I 150,- (kwetsbaarder) of voor het aantal indicatiesoorten per kilometer slootkant: 2 soorten I 150,- per km, 9 soorten I 500,- per km. In veel situaties zal er niet veel veranderen aan het nestbeheer in dit gebied. Veel veehouders werkten al naar tevredenheid samen met weidevogelwachters. Deze weidevogelwachten zochen de nesten op, markeerden deze en de veehouder werkte er omheen. Een beloning geeft overigens hier voor het eerst een maatschappelijke waardering aan. Weidevogels staan onder druk door o.a. het verlies aan ruimte, vooral in West- Nederland. Vele recreanten genieten al jarenlang van een schouwspel dat voor niets werd aangeboden. Het slootkantenbeheer moet op termijn wel iets zichtbaars toe gaan voegen. Meer plantensoorten, maar ook gebruikers van deze soorten, moeten een verrijking gaan betekenen. De vereniging zal zich ongetwijfeld op termijn verder gaan richten op zaken zoals in de doelstellingen staan omschreven. Allereerst zal ze zich richten op de financiën voor de andere pakketten. Verder valt te denken aan beheer van kade's, voetpaden, e.d., beheersen van disteloverlast, beheersbaar houden van andere overlast, door b .v. loslopen-
Links: een tureluur. Rechts: een kievit (j 25,-). Foto 's Fred Hess .
de honden en vee, en het stimuleren van samenwerking en contacten met diverse instanties. Het zal op de lange termijn een behoorlijke krachtsinspanning vragen om een rendabele veehouderij overeind te houden. Hoge grondprijzen, een inrichting die afhankelijk is van wegen, waterlopen en stedelijke bebouwirig geeft beperkingen. Bedrijfsopvolgers zoeken graag de ruimte die een modern bedrijf vraagt. Grote stedelijke gebieden, rust zoekende recreanten, een flink open landelijk hart op fietsafstand, vormen daar voor anderen weer een uitdaging en bieden een perspectief. De vereniging zal moeten knokken om haar financiën op peil te houden en uit te breiden. Een aantrekkelijk landschap kan echter niet zomaar worden aangeboden. De vereniging zoekt nog naar een passende naam, de 'doopnaam' is er, nu nog een 'roepnaam' die onderscheidend is. Heeft U een idee voor een naam, wilt U lid of donateur worden en mee doen of heeft U andere opmerkingen, het adres van het secretariaat is: Vereniging Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer, Rijksstraatweg 16, 2636 AX Schipluiden. Voor informatie over weidevogels en slootkantenbeheer: Nico van Paassen, telefoon 015-380 93 29. Voor algemene informatie: Arie van den Berg, telefoon 015-256 01 71. Voor de bedenker van een goede verenigingsnaam is een passende beloning beschikbaar.
Arie van den Berg
Midden-Delfkrant
15
Midden-D elfland Dag 1999 op 19 juni Midden-Delfland wordt van steeds grotere waarde in het snel verstedelijkend westelijk deel van Zuid-Holland. Sinds het gebied is beschermd door de Midden-Delfland-wet is deze buffer een algemeen gewaardeerde groene zone geworden tussen de Haagse regio en Rijnmond. De toekomst van het gebied hangt echter, behalve van vrijwaring en conservering, ook af van nieuwe landschapsantwikkeling en een vitaal recreatief en agrarische draagvlak. Midden-Delfland moet hiervoor meer een eenheid worden, die door inwoners en bezoekers kan worden mee-gemaakt. Er is een extra inspanning nodig om de identiteit en de kwaliteit van het gebied bekend te maken. Dat kan gebeuren door het organiseren van een Midden-Delfland Dag . De eerste Midden Delfland Dag 1999 wordt georganiseerd door het PAK Schipluiden. In 1999 bestaat deze Schipluidense partij vijfentwintig jaar. Vanwege de verbondenheid van deze partij met de gemeente Schipluiden en in het bijzonder met Midden-Delfland, wil het PAK een Midden -Delfland Dag mogelijk te maken. Bestuur en leden zullen als jubileumgeschenk aan de gemeenschap de organisatie van de Midden-Delfland Dag op 19 juni aanbieden door een financiële bijdrage en een deel van de organi-
satie te garanderen. Overigens zal de dag nadrukkelijk géén partijpolitiek karakter hebben en een open publieke activiteit zijn. Het is de bedoeling dat door deze eenmalige impuls er een meer permanente organisatiestructuur zal groeien, zodat de Midden-Delfland Dag een jaarlijks en hopelijk groeiend fenomeen zal worden. Steeds meer mensen en organisaties kunnen er dan aan meedoen. Een geslaagde Midden -Delfland Dag 1999 kan de start zijn voor een jaarlijks terugkerend en groeiend evenement. Midden-Delfland is het meer dan waard! Het programma van de eerste Midden-Delfland Dag op zaterdag 19 juni gaat uit van een centrale activiteit in Schipluiden (de Dorpshoeve) tussen 11 en 12.30 uur en verschillende activiteiten op locatie in Midden-Delfland tussen 13.30 en 16.00 uur. Alle activiteiten worden verbonden met een speciale toerfietstocht
Voorlopig programma 10.30 uur Start informatiemarkt Dorpshoeve Schipluiden Informatiestands van alle deelnemende organisaties en bedrijven 11.00 - 12.00 uur Plenaire openingsbijeenkomst in d e Dorpshoeve Schipluiden Inleidingen over 'Midden-Delfland in tijd en ruimte' door : - een bekende Nederlander -Jaap Wolf, lid GS Zuid Holland - spreker uit Schipluiden 12.00 uur Start fiets-rondtocht 13.30 uur Start deelprogramma's op locatie: -recreatie in Midden-Delfland locatie Jachthaven Schipluiden, varen, gesprek over de rol van recreatie; - natuurbeheer in Midden -Delfland locatie van Natuurmonumenten, onderhoud, bezoek en gesprek over natuur in een stadspark; - anders boer zijn, biologische boeren in Midden-Delfland locatie: boerderij Nico van Paassen Woudseweg, Schipluiden, bezoek, proeven en een gesprek over de groene economie; - cultuur (en) historie locatie: museum Het Tramstation Schipluiden, rondleiding, dia's en gesprek over monumenten in Midden-Delfland; - Duurzaam wonen en de stadsrand als landschapspoort locatie: De Hoornbloem Den Hoorn, tentoonstelling en gesprek over kwaliteit van architectuur en stadsranden; - cultuur in de open lucht locatie: 't Woudt, openluchtconcert en zangoefening (met zangkoor en muziek); - besturen van Midden-Delfland locatie: trouwzaal Schipluiden, voormalig gemeentehuis, informatie, dia's en een debat tussen en met bestuurders; 16.00 uur Vrolijke slotbijeenkomst in de Dorpshoeve, trekking van de prijswinnaars van de fiets-rondtocht
drieëntwintigste jaargang nr. 1, mei 1999
Midden-Delfkrant
16
Uitwaaien op het zandlichaam van Midden-Delfland
Nieuwjaarsdag 1999. Een groepje wandelaars vertrekt vanuit Delft, op initiatief van Te Voet, de Fietsersbond, de Stichting Stop Rijksweg 19/ A4 en de Midden-Delfland Vereniging. De wandeling voert vanaf station Delft over de stille kant van de Buitenwatersloot naar Den Hoorn. Vandaar over de Tanthofkade langs de bebouwing van Delft tot de Zuidkade, waarmee we 'het zandlichaam' bereiken. Deze verhoging in het eeuwenoude polderlandschap is zo'n vijfentwintig jaar geleden aangebracht ten behoeve van de aanleg van de nog steeds omstreden A4 tussen Delft en Schiedam. Over deze brede corridor, inmiddels geheel begroeid en onderdeel van het landschap, vervolgen we onze wandeling, en obligaat of niet, we genieten, genieten werkelijk van de onvoorstelbare rust en de wijdheid, geaccentueerd door de kreken en verspreid liggende perceeltjes groen met karakteristieke boerderijen. Maar tegelijkertijd geeft de omliggende stedelijke bebouwing en bedrijvigheid van de haven in de verte een vertrouwde beslotenheid. Dat is de eigenheid van MiddenDelfland.
-- ·- -
----
'1
-
~~
1 ()()()
Het is weliswaar prachtig lenteachtig weer, die eerste dag van dit jaar, maar ook bij elk ander weertype is dit een wandeling die een ongekende bekoring heeft, vergelijkbaar met een strandwandeling, maar eigenlijk veelzijdiger. Vergelijkbaar is echter wel de altijd aanwezige wind, variërend van een zacht briesje tot stmmachtig. En wind om je oren, daar knap je van op en je gaat er heel helder van denken. We lopen tot de Oostveenseweg, het verste punt van de tocht. Op deze
plek werd in 1975 een deel van het zandlichaam voor één weekend kampeerterrein: het verzet tegen de aanleg van de weg werd toen gestart. Een aantal van de wandelaars nu, was toen, sommige met hun toenmalige kleine kinderen, ook van de partij. Maar ook werd toen al, in 1975, kritiek geleverd op de trage ontwikkeling van de natuurrecreatie in Midden-Delfland . Een citaat uit de Delftsche Courant van 21 maart 1975: 'Terwijl iedereen in het tjokvolle westen roept om recreatieve voorzieningen, gebeurt er niks, alleen op papier ' . De wandelaars nu zijn unaniem blij over het aannemen door de Tweede Kamer van de motie-'Van Heemst'. Daarin wordt de minister verzocht af te zien van de aanleg van de A4 dwars door Midden-Delfland. De doorsnijding hiervan zou in de resterende, geïsoleerde gebieden de ecologische en recreatieve kwaliteit verder doen afnemen. Ook rukt de bedrijvigheid op. Kort geleden is het gebied van de Harnaschkade ook al min of meer ongemerkt de bescherming van de bufferzonestatus kwijtgeraakt. Met het grote gevaar dat die aardige kade met de authentieke gemalen zijn kleinschalige aantrekkelijkheid gaat verliezen. De verlengde A4 zou nog veel meer bedrijvigheid aantrekken, onont-
Midden-Delfkrant
koombaar, als een magneet. En dat zou de doodsteek zijn voor dit deel van Midden-Delfland, daar waar de behoefte aan retraiteruimte voor zoveel omwonenden het grootst is. Het is dus heel belangrijk, dat de minister de motie goed uitvoert en dat die A4 hier gewoon niet komt. Daarentegen behoeft juist de recreatieve waarde van Midden-Delfland versterking. Met ons hoofd in de wind constateren we, dat dit zandlichaam, slechts vier km lang van stad tot stad, eigenlijk een geweldig bruikbaar stuk 'nieuwe natuur' is om uit te waaien met volop ruimte voor wandelaars, moutainbikers, ruiters, joggers en vliegeraars, en dat hij daarvoor nu al kant en klaar ligt! Bovendien ook nog goed bereikbaar met de tramlijnen 1, zowel in Delft/Tanthof (HTM) als in Schiedam/Woudhoek (RET). In de toekomst zou een fietspad erop hem ook geschikt kunnen maken voor fietsers, skaters, skeelers, scootmobielen, rolstoelers enz .. Vergelijkingen werden gemaakt met Central Park in New York en de Jardines del Turia in Valencia, de drooggevallen bedding van de Turia, die als park bruikbaar is gemaakt. Het zou het provinciebestuur van Zuid-Holland werkelijk sieren als het zich meer zou bekommeren om
drieëntwintigste jaargang nr. 1, mei 1999
het behoud en de verbetering van recreatieve mogelijkheden van dit unieke gebied in plaats van zich alleen vierkant achter kortzichtige economische belangen te stellen. De pleidooien voor snelle aanleg van de A4 getuigen niet van een duurzame toekomstvisie. De grote agglomeraties regio-Rotterdam en Haaglanden hebben het te druk met hun eigen grondgebied en hebben weinig oog voor het belang dat hun bewoners hebben bij het hier tussenin geknelde Midden-Delfland. Daarom moet juist de provincie de doordachte afwegingen maken. Het is tenslotte ook een economisch belang Midden-Delfland groen en open te houden als tegenhanger van de dichtbevolkte steden: een goed vestigingsklimaat voor bedrijven vergt ook een kwalitatieve woonomgeving, dus groene ruimte rond de steden. Bovendien is het van groot belang voor de gezondheid, dat werknemers regelmatig een frisse neus kunnen halen, dicht bij huis, zonder reizen. De Randstad moet geen zone worden om alleen te werken en vervolgens zo vaak en lang mogelijk te ontvluchten! Kortom, dit is een oproep aan het provinciebestuur van Zuid-Holland zich achter de motie-'Van Heemst' te stellen en het zandlichaam in deze vorm, als wandelpromenade, te koesteren. De potentie hiervan als het dicht-bij alternatief voor de strandwandeling
is even voor de hand liggend als geniaal. Dan wordt het mogelijk tot in lengte van dagen in het nieuwe millennium van deze wandeling op nieuwjaarsdag een goede traditie te maken: de befaamde wandeling uit Delft via de brede wandelpromenade naar Schiedam. Dat kunt u wat ons betreft noteren, te beginnen op 1 januari 2000!
Janneke Zomervrucht Delft, 4 januari 1999 Dit artikel verscheen eerder in de Haagsche Courant Vorige pagina: tunneltje onder de Kruithuisweg Boven: op de Tanthofkade. Onder: wandelen op 'het zandlichaam '. Foto's ]anneke Zomervrucht.
17
18
Midden-Delfkrant
Frederik Hendrik
In de vorige twee nummers van de Midden-Delfkrant stond een artikel over het Huis Honselersdijk. Het artikel werd geschreven door mevrouw M. Prins-Hoogendam. De illustraties bij het artikel werden echter verzorgd door de redactie. Zeer tot onze spijt is er in twee bijschriften een fout geslopen. In de Midden-Delfkrant van juni is op pagina 7 een wapen afgebeeld zoals dat aanwezig is op gevel van het voormalige raadhuis van Naaldwijk aan het Wilhelminaplein. Ten onrechte wordt hierbij vermeld dat dit het wapen van Frederik Hendrik is, het is echter het wapen van stadhouder Willen III, die in 1688 het raadhuis liet vernieuwen. Om het wapen is het ereteken van de Orde van de Kouseband afgebeeld (Hony Soit Qui Mal Y Pense). In de Midden-Delfkrant van december staat op pagina 19 het bovengedeelte van de voorgevel van het raadhuis afgebeeld met in het fronton het wapen van de heren van Naaldwijk en daaronder het wapen van Frederik Hendrik (dus niet dat van Maurits zoals in het bijschrift staat). Het wapen van Willem III in de gevel van het oude raadhuis van Naaldwijk. Foto F. W. van Ooststroom.
Het wapen van Frederik Hendrik De wapens van de prinsen van Oranje lijken, gezien de familierelatie, natuurlijk veel op elkaar. Het is wellicht aardig u een beschrijving te geven van de opbouw van het wapen van Frederik Hendrik. Het wapen is (zie de tekening) opgebouwd uit, in principe, zes wapens, die samen als het ware een beeld geven van de familiegeschiedenis en de voorouders van de prins. Toegevoegd zijn nog vier kleine en één groter 'hartschild'. Die familiegeschiedenis is buitengewoon interessant, zelfs diverse conflicten komen in zekere zin in het wapen tot uitdrukking, maar in dit artikeltje voert een beschrijving daarvan te ver. Heraldiek (wapenkunde) heeft een geheel eigen taalgebruik. Zo wordt de kleur rood bijvoorbeeld 'keel' genoemd, zwart 'sabel' en blauw 'lazuur '. Een dwarsbalk heet een 'faas'. Ook de formulering van de
~ ""'
,_
'-
Het wapen van Maurits (naar een oude penning).
beschrijving van een wapen laat een nogal archaïsch taalgebruik zien. In het onderstaande is dat taalgebruik gedeeltelijk gehandhaafd. Oranje uit het huis van Chälons Het wapenschild is gekwartileerd (gevierendeeld). Het eerste en vierde kwartier zijn identiek, evenals het tweede en het derde. Eerst een beschrijving van het eerste en vierde kwartier. Dit schild is gehervierendeeld (A, B, C enD) en toont het wapen van Oranje uit het huis van Chälons. A en D, het wapen van Chälons: een veld van keel (rood) met een bandelier (schuinbalk) van goud. Ben C het wapen van Oranje: een goud veld met een jachthoorn van lazuur (blauw), beslagen (van beslag voorzien) van zilver en gesnoerd (het draagkoord) van keel. Van deze kleuren is de Nederlandse vlag afgeleid. Het hartschildje toont het wapen van Genève: geschaakt (geblokt als een schaakbord) van goud en lazuur in negen vlakken. Nassau-Dillenburg Het tweed e en derde kwartier worden gevormd door wederom vier afzonderlijke velden. A, het wapen van Nassau : een veld van lazuur met een klimmende leeuw van goud, getongd en geklauwd van keel, het veld bezaaid met gouden blokjes. B, het wapen van Katzenelnbogen: een veld van goud met een aanziende (die kijkt ons aan), klimmende, lazuur-getongde, -gekroonde en -gekla uwde leeuw in keel. C het wapen van Vianden: een faas (dwarsbalk) van zilver op een veld van keel. D, het wapen van Dietz: twee gouden luipaarcis (aanziende gaande leeuwen) op een veld van keel. Het hartschiltje toont
Midden-Delfkrant
het wapen van Meurs: een gouden veld met een faas van sabel (zwart). Het centrale hartschild toont het wapen van de moeder van Frederik Hendrik, Louise de Coligny: een goudgekroonde, gebekte en geklauwde zilveren adelaar op een veld van lazuur. Slechts in dit centrale hartschild wijkt het wapen van Frederik Hendrik af van dat van Maurits. Daarin staat het wapen van zijn moeder, Anna van Saxen: gedwarsbalkt van negen stukken (negen horizontale banen) van goud en sabel, waar overheen een de ruitkrans van groen. Helmtekens Boven het wapen van Frederik Hendrik staan drie gekroonde helmen, met helmtekens. De vorm van de helm en ook die van de kroon heeft in de heraldiek bepaalde betekenissen; het voert te ver om daarop in te gaan. De helmtekens zijn,
19
voor ons van links naar rechts (heraldici bekijken de helmen en helmtekens van achteren): links, Nassau, een dubbele vlucht (twee vleugels) van sabel (zwart) beladen met een dwarsbalk van zilver, waarop drie groene lindebladeren met de stelen omhoog; midden, Oranje, twee hertenhoorns van goud; rechts, Katzenelnbogen, een dubbele vlucht van sabel met het wapen in een ronde schijf. Als wapenspreuk: Ie Maintiendray (Nassau). Willem lil Het op de gevelsteen in Naaldwijk afgebeelde wapen van Willem III bevat dezelfde elementen als de wapens van andere prinsen van Oranje. Het is iets simpeler van opbouw en de hartschildjes ontbreken; er zijn echter twee bijschildjes toegevoegd. Boven waarschijnlijk het wapen van Meurs: een sabel
Het wapen van Frederik Hendrik in de gevel van het oude raadhuis van Naaldwijk. Foto F W. van Ooststroom.
(zwart) veld met een faas (dwarsbalk) van zilver. Onder waarschijnlijk het wapen van Buren: een gekanteelde dwarsbalk van zilver op een veld van keel (rood). De gevelsteen in Naaldwijk vertoont echter voor beide wapentjes andere kleurcombinaties (boven een blauw schild met een rode balk, onder een rood schild met een blauwe gekanteelde balk; andere afbeeldingen laten weer andere kleurencombinaties zien). Later voerde Willem III als koning van Engeland het wapen van Frankrijk, Engeland, Schotland en Ierland, met als hartschild het wapen van Nassau. Het wapen van de heren van Naaldwijk, in de top van de raadhuisgevet is identiek aan dat van de graven van Holland: een schild van goud, beladen met een leeuw van keel, getongd en genageld van azuur. Zo laten de gevelstenen van het oude raadhuis van Naaldwijk de historische verbondenheid van deze plaats zien met de heren van Naaldwijk en het huis van OranjeNassau.
Frits van Ooststroom
Literatuur: T. van der Laars, Wapens, vlaggen en zegels van Nederland. Amsterdam 1913. drieëntwintigste jaargang nr. 1, mei 1999
Midden-Delfkrant
20
Het Maaslandse Bos Tentoonstelling in museum De Schilpen
Fietsconferentie Midden-Delfland Zondag 27 juni vindt de vierde regionale fietsconferentie plaats. Deze keer zal de conferentie en fietstocht door het Midden-Delflandgebied gaan. De tocht wordt georganiseerd door de Fietsersbond enfb, afdeling Delft (en omgeving). De Fietsersbond enfb komt op voor de belangen van de fietser, zowel het dagelijkse fietsen als het recreatieve fietsen. Landelijk telt de vereniging 30.000 leden. De afdeling Delft heeft 500 leden. In 1998 is begonnen met de organisatie van fiets-' conferenties'. Dat zijn fietstochten op de zondagmorgen, waarbij een deel van de omgeving van Delft wordt verkend. In 1998 gingen de conferenties achtereenvolgens richting Wateringen (eerste zondag in mei) en richting Rodenrijs (laatste zondag van juni). Die formule is bevallen en wij gaan ermee door. Zondag 27 juni 1999 staat het Midden-Delflandgebied centraal. Tussen Delft en de Rotterdamse regio ligt een authentiek Hollands polderlandschap met mooie natuurgebieden. Er zijn de laatste jaren voor fietsers paden en bruggen bijgekomen, die de mogelijkheden aardig hebben vergroot. Tocht is er nog een flink aantal barrières en worden bovendien de van oudsher bestaande fietsmogelijkheden op de polderwegen ernstig bedreigd door oprukkend sluipverkeer. En hoe staat het met de milieugaranties van de Rijksoverheid wat betreft een mogelijke komst van de A4? Wat de enfb • · '·' . ' - -=·-
1.~
- - L- ; ___ _ .._.....,.._ - -
1
...."..,.....; 1000
betreft, als de weg er moet komen, dan onder het maaiveld, overkapt en dus goed oversteekbaar. Al dit soort zaken staat op het programma bij de fietsconferentie. De tocht staat open voor iedereen. Programma zondag 27 juni 10.00 uur Koffie in ExpresZo, Oude Kerkstraat 7, Delft 10.30 uur Vertrek van ExpresZo Delft 11.00 uur Feestelijke opening van het nieuwe verlengde Kruithuispad naar Schipluiden. Via de Zouteveensweg, Oostveenseweg en Harreweg naar KetheL Daarna via Kerkbuurt, Kandelaar en de Rotterdamseweg (nieuwe regionale fietspad nr. 1 van Dordrecht naar Scheveningen) terug naar ExpresZo. Onderweg af en toe een stop om het een of ander aan elkaar te laten zien of te bespreken. Nadere informatie Eddie Kips, Voorzitter Fietsersbond enfb, Delft en randgemeenten Multatuliweg 22, 2624 CJ Delft telefoon 015-256 88 76
In de Maaslandkamer van museum De Schilpen in Maasland is een kleine expositie ingericht over het Maaslandse Bos, dat momenteel in aanleg is. Op een kaart is het ontwerp en de inrichting van het 14 hectare grote bos in de Commandeurspolder, grenzend aan de dorpsbebouwing, aangegeven. Het open karakter van het bos, met veel grasvelden en paden, geeft het een parkachtig aanzien. Van de verschillende bomen en struiken, die verleden jaar geplant werden, zijn afbeeldingen aanwezig. Tijdens de aanleg zijn bij grondwerkzaamheden verschillende archeologische vondsten gedaan, o.a. aardewerkresten uit de Romeinse tijd en uit de Middeleeuwen. Naast veel scherfmateriaal, zijn er een fraai kanne~e uit de Romeinse tijd en een graapje (schaal~e met drie poo~es) uit de 16e eeuw te bezichtigen. In het gebied was kennelijk al vroeg bewoning aanwezig. De Trekkade langs de Noordvliet, die het bos aan de zuidzijde begrenst, is eeuwenlang door de gemeente Delft onderhouden en opgehoogd. Veelal werden hiervoor ook scheepsladingen stadsvuil aangevoerd. Bij de recente werkzaamheden aan de kade, verbreding en ophoging, kwam dan ook veel aardewerk uit de 17e, 18e en 19e eeuw te voorschijn. In de tentoonstelling is o.a. een leuke collectie pijpenkoppen van zogenoemde Goudse pijpen, te bezichtigen. Het museum De Schilpen is iedere zaterdag van 10 tot 17 uur geopend. · Groepen zijn, na afspraak, ook op andere tijden welkom (telefoon 010591 23 91 of 591 32 30). Het adres 's Herenstraat 24 te Maasland.
K. Boschma
Midden-Delfkrant
Maasland op kaart Zomertentoonstelling 1999 in gebouw TAVENU
Tot 25 september 1999 is in gebouw TAVENU van museum De Schilpen in Maasland een tentoonstelling te zien, die de titel heeft: 'Maasland op kaart'. Het museum heeft voor deze expositie een groot aantal kaarten verzameld en omdat er veel soorten kaarten zijn, met bovendien een enorme variatie in kleur en afmetingen, is veel aandacht besteed aan een overzichtelijke indeling en een duidelijke toelichting. Soorten kaarten Maasland is een oud dorp met een lange historie. Veel van die geschiedenis, vanaf de vroegste ontwikkeling en de verdere groei, kunnen we aflezen van kaarten, waarvan sommige al eeuwenoud zijn. Natuurlijk hangt de ontwikkeling van het dorp samen met die van de streek en zelfs het gehele land. Om dit duidelijk te maken is er een serie kaarten bijeengebracht die de ontwikkeling van dorp en streek volgt vanaf de vroege Middeleeuwen tot nu toe. Kaarten werden altijd met een bepaald doel gemaakt, bijvoorbeeld om de bezittingen van personen of instellingen vast te leggen. Zo kennen we in Maasland o.a. het prachtige kaartboek van de Ridderlijke Duitsche Orde, getekend door Jan Potter in 1570, waarvan voorbeelden op de tentoonstelling aanwezig zijn. Er zijn ook verschillende kaarten van het Hoogheemraadschap van Delfland te zien. Deze kaarten hebben uiteraard betrekking op de waterbeheersing, de polders en de
zeewering. Zeer gedetailleerd is de kaart van de gebroeders Kruikius (Cruquis), gegraveerd in 1711-1712. Alle watergangen, sloten, wegen en dorpen zijn er op aangegeven. Heel bijzonder zijn de 17e en 18e eeuwse landkaarten, zoals die van Mathijs de Been van Wena, van Floris Balthasars en van Willem Blaeu. Topografische kaarten ontstonden toen Nederland na de Napoleontische tijd een eenheid werd. Oorspronkelijk waren ze bedoeld als militaire kaarten. Deze kaarten, waarvan een leuke collectie te bezichtigen is, zijn op verschillende schalen verkrijgbaar en worden door de Topografische Dienst regelmatig bijgewerkt en zonodig vernieuwd. Ook uit de vorige eeuw dateren de eerste kadadasterkaarten, waarop de verschillende percelen met een kadasternummer zijn aangegeven. Ze worden per gemeente uitgegeven en o.a. gebruikt bij de vaststelling van bepaalde belastingen.
Op een kaart van 2,5 meter is een groot deel van de gemeente Maasland te bewonderen. Tenslotte is er een rubriek speciale kaarten. Hiertoe worden o.a. gerekend de bodem- en geologische kaarten met bodemdoorsneden en de polder- en waterstaatskaarten. Heelleuk zijn de oude wandel- en fietskaarten van de omgeving. Geschiedenis Kaarten werden vroeger doorgaans gebundeld in kaartboeken of atlassen. Enkele van deze oude kaartboeken zijn te bezichtigen. De meeste kaarten zijn in kopie-vorm, zowel zwart-wit als kleur, aanwezig. Er zijn ook enkele originele oude kaarten, die uiteraard zeldzaam zijn. De bezoeker wordt ingelicht over het kaartmaken in vroeger dagen en de daarbij toegepaste technieken. Hoe kan men van de wereldbol toch een vlakke kaart maken? De ontwikkeling van de kaarten hangt nauw samen met de ontdekkingsreizen en met het wereldbeeld dat de mensen hadden. De luchtfotografie van onze eeuw betekende een grote stap voorwaarts, vooral wat de nauwkeurigheid betreft. Meetinstrumenten en -voorwerpen Dankzij de medewerking van verschillende instellingen, musea en verzamelaars, kan het museum, naast een grote collectie kaarten, beschikken over materialen die gebruikt werden of nog worden bij het landmeten, hoogtemeten en kaartmaken. Zo zijn er naast eenvoudige meetbanden en meetkettingen ook moderne en antieke toestellen voor hoogte- en vlaktemetingen. Heeft U w el eens door een waterpastoestel gekeken naar een baak om zodoende een hoogtemeting te verrichten? Dat kan allemaal bij de tentoonstelling 'Maasland op kaart'. Midden in de zaal staat een hoge paal met richting- en afstandsborden naar een tiental verschillende hoofdsteden in de wereld met Maasland als middelpunt. Museum De Schilpen en de tentoonstelling in TAVENU zijn t /m 25 september 1999 iedere zaterdag geopend van 10 tot 17 uur en bovendien vanaf mei t /m september iedere woensdagmiddag van 14 tot 17 uur.
K. Boschma De kerk van Maasland en het huis van de Duitsche Orde met vijver en 'de plan tage'. Detail uit het kaartboek van de Ridderlijke Duitsche Orde, getekend door Jan Potter in 1570.
drieëntwintigste jaargang nr. 1, mei 1999
21
22
Midden-Delfkrant
Werk in uitvoering In de vorige 'Werk in uitvoering' werd de verwachting uitgesproken dat in de tweede helft van 1998 veel werk in uitvoering zou komen. Met enige teleurstelling moet ik constateren dat de realiteit iets anders is: weliswaar staat er veel werk op stapel maar is er enige stagnatie opgetreden bij het ten uitvoer brengen van de plannen. Van de geplande 10 miljoen kredietverwerking is in 1998 daadwerkelijk 'slechts' 6,5 miljoen uitgegeven. Als oorzaak kan o.a. worden genoemd de aanscherping van milieu-eisen, waardoor extra kosten voor bijvoorbeeld afvoer en storten van verontreinigde grond ontstaan. Dit geldt vooral voor wegreconstructies. Ter besparing van afvoeren stortkosten wordt dan naar alternatieve wegconstructies gezocht. Ook blijkt steeds maar weer dat de grondslag in Midden-Delfland onstabiel en zettingsgevoelig is, waardoor deels onvoorziene, dure constructies nodig zijn: bijvoorbeeld damwandconstructies om dijken / kaden op hun plaats te houden of lichtgewichtconstructies van 'piepschuim' om verzakkingen of oppersingen naast de ophoging tegen te gaan. Het bewaken en vooral het in de hand houden van de kosten leidt soms tot bijstelling van de uitgangspunten waarover goed overleg gevoerd moet worden en overeen-
stemming moet worden bereikt. Immers, het uiteindelijk doel moet wel bereikt worden maar met een juiste prijs / kwaliteit verhouding. Tenslotte heeft ook het weer en als gevolg daarvan de natte terreinomstandigheden in ons nadeel gewerkt. De vertraging in 1998 heeft wél tot gevolg dat in 1999 méér geld dan gepland verwerkt zal worden. Zeker is dat tenminste 12,5 miljoen verwerkt zal worden en maximaal 20 miljoen. Waterbeheersing Het onderzoek naar de maaivelcisdaling in de polders in Gaag en Lickebaert heeft geresulteerd in een bijgesteld voorstel om peilen toe te passen. In het voorstel is flexibeler omgegaan met droogleggingseisen, hetgeen plaatselijk leidt tot handhaving van huidige praktijkpeilen in plaats van verlaging van die peilen. In beheersgebieden blijkt de maaivelcisdaling groter te zijn dan in het
verleden werd aangenomen en zal, omdat het peil de maaiveldsdaling volgt, een grotere peilverlaging worden doorgevoerd. Gelet op vooral het agrarische belang zijn de resultaten van het onderzoek en de voorgestelde aanpassingen van de peilen in een eerste toetsingsronde voorgelegd aan de Agrarische Begeleidingscommissie in Midden-Delfland en vervolgens, in vijf voorlichtingsbijeenkomsten, per polder aan tuinders en agrariërs. In het algemeen kon men zich vinden in de uitgezette trend. De voorstellen zullen, waar nodig nog worden bijgesteld op basis van veldonderzoek naar onderbemalingen, die in 1999 in peilbesluiten van het Hoogheemraadschap worden vastgelegd. In de formele vaststellingsprocedure zal het Hoogheemraadschap door middel van voorlichting en hoorzittingen de ingelanden in de gelegenheid stellen hun mening kenbaar te maken. Op basis van de geactualiseerde gegevens zal het waterbeheersingsplau voor Gaag en Lickebaert óók worden bijgesteld. Alle activiteiten zijn er op gericht dat de eerste helft van 1999 gebruikt wordt om het plan uit te werken in één groot bestek en dat dit bestek in de tweede helft van 1999 in uitvoering komt. In Abtswoude zijn de waterbeheersingswerken in het landbouwgebied in de Lage Abtswoudsche polder. inclusief de inrichting van de Tanthofkade als wandelroute, in september aanbesteed en in uitvoering genomen. Aannemer is Gebr. Schep uit Benschop die het werk voor I 819.000,- heeft aangenomen. Er zal een aantal peilscheidingen worden aangebracht als scheiding tussen het gebied met een peil van 2,90 N.A.P. en het gebied waar het peil verlaagd wordt naar 3,14 -N .A.P. Ook worden sloten gedempt, verlegd en nieuw gegraven. Ook de waterbeheersingswerken in de Ackerdijkse polder worden in dit bestek uitgevoerd. Wegen In Abtswoude is de reconstructie van de Willemoordseweg en Oostveenseweg gestart. De firma Heijmans uit Barendrecht zal het werk voor I 1.006.000,- klaren. Uitgangspunt bij de reconstructie is dat het landelijk karakter en de maatvoering van de Buizen liggen klaar ten behoeve van waterbeheersingswerkzaamheden bij de buurtschap Vockestaert aan het eind van de Tanthofkade, in Abtswoude. Foto F. W. van Ooststroom.
Midden-Delfkrant
wegen gehandhaafd blijft. In plaats van wegverbreding worden plaatselijk passeerplekken aangelegd en wordt het uitkomende funderingsmateriaal gerecycled en weer in de op te bouwen wegconstructie toegepast. In Gaag is begin april de reconstructie van de Oude Campsweg, het St. Aechtenland en 't Woudtaanbesteed en later in 1999 worden uitgevoerd. In opdracht van de gemeente Maasland zal St. Aechtenland tegelijkertijd worden gerioleerd. Recreatie De voorbereiding van de inrichting van het gebied Maassluis-Oost is thans zover gevorderd dat de uitvoering naar verwachting eind eerste kwartaal1999 zal starten. Er dient dan wel meer duidelijkheid te zijn over het verwerken van vrijkomende grond in het uitzichtpunt in de Broekpolder. In verband met de provinciale eis tot het opstellen van een plan van aanpak voor de sanering van de Broekpolder dient de DCMR in te stemmen met het aanbrengen van schone grond op een vervuilde ondergrond. Het ontwerp-inrichtingsplan van Maassluis-Oost is tijdens een druk bezochte informatie-avond op 12 maart 1998 gepresenteerd. Veel belangstellenden kwamen met doelgerichte vragen en voorstellen tot plan-aanpassingen. De Reconstructiecommissie kon aan de kernpunten van de bezwaren tegemoet komen: de parkeerplaats bij de Zuidbuurt is vervallen, de plas is 25% kleiner geworden en het accent is meer op natuurbeleving gelegd en minder op intensieve recreatie. Als gevolg hiervan is het strandgedeelte vervallen en zijn twee eilanden in het plan opgenomen. Door de aanleg van een wandelpad langs de Boonervliet onder de spoorbrug wordt het parkeerterrein bij de ijsbaan en het wieierparcours verbonden met het nieuwe recreatiegebied. In Abtswoude is de inrichting van de bufferzone langs het stedelijk gebied gestart. De inrichting van het gebied Tanthof-West en TanthofZuid en de Zuidpolder van Delfgauw is openbaar aanbesteed en zal uitgevoerd worden door aannemer Krinkels uit Wouw (N.B.) voor 3 miljoen gulden. Het werk voorziet in de realisatie van een recreatiegebied in de vorm van 16 ha water, 4 ha moeras, 60 ha (natuur)-bos, 32 ha schraal grasland en de aanleg van 4,5 km fietspad, 5 km wandelpad en 550 m weg. Er zal veel grond vertransporteerd worden naar het toekomstig golfdrieëntwintigs te jaargang nr. 1, mei 1999
baan-gebied in de Kerkpolder-West alwaar het in ophoging en voorbelasting zal worden verwerkt. De aanleg van het fietspad langs de Vlaardingervaart zal na een lange periode van voorbereiding eind april1999 worden aanbesteed en in uitvoering komen. In samenhang met dit pad zal in de Vlaardingervaart, in het verlengde van de Noordvliet, een handbediende kabelpont worden gerealiseerd. Met deze voorziening worden fietsroutes beter op elkaar aangesloten, ondervindt het waterverkeer de minste overlast en blijven de kosten aanvaardbaar. Verkaveling Nu de uitvoering van de inrichting van het gebied flink op streek is, nadert ook het moment om binnen het stramien van wegen, waterlopen, landschapselementen en recreatiegebieden de verkaveling van de landbouwgronden onder de loep te nemen. Dit gebeurt door, met toepassing van artikel 76 van de Reconstructiewet, het plan van toedeling op te maken. De planning is er op gericht dat dit plan in het vierde kwartaal van 2001 formeel ter inzage wordt gelegd en eind 2002 kan worden afgesloten met de alles omvattende en titelzuiverende Akte van toedeling die bij de notaris zal worden gepasseerd. Echter, voor het zover is, zullen er wenszittingen worden gehouden (tweede halfjaar 1999) waarbij grondeigenaren hun verkavelingswensen kunnen uitbrengen. Deze wensen zullen worden verwerkt in een schetsplan van toedeling (gereed eind tweede kwartaal2000) .
Boven: nieuwe passeerplek in de Oostveenseweg. Daaronder: asfalteringswerkzaamheden aan de Willemsoordseweg. Onder: nieuwe dammen en hekken in Abtswoude. Foto's F.W. van Ooststroom.
23
Midden-Delfkrant
24
Het plan van toedeling wordt opgesteld op basis van de 'Richtlijnen voor het Plan van toedeling'. De richtlijnen geven het beleid van de Reconstructiecommissie weer met betrekking tot de verkavelingsdoeleinden die worden nagestreefd en de beperkingen die daarbij worden gehanteerd. De notitie waarin de richtlijnen zijn beschreven, is door de Reconstructiecommissie in december j.l. vastgesteld en is ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten aangeboden. Tenslotte Op bestuurlijk niveau lijkt de aandacht voor Midden-Delfland, zeker na de vaststelling van het plan Abtswoude, ietwat verslapt. Ook de bestuurlijke kennis over het gebied is o.a na wisseling in bestuursfuncties als gevolg van verkiezingen op de achtergrond geraakt. Teneinde hierin weer verandering te brengen is januari j.l. een informatie-bijeenkomst met terreinbezoek voor provinciale en gemeentelijke bestuurders georganiseerd. In vervolg op deze bijeenkomst zal, op basis van het concept van het project Groenblauwe Slinger, nagedacht gaan worden over het functioneren van Midden-Delfland als de deelplannen Lickebaert, Gaag en Abtswoude gerealiseerd zijn. Vragen over het benutten van door de reconstructie gecreëerde kansen, plattelandsvernieuwing, vormgeving van compensatie-maatregelen A4, agro-toerisme enz. geven aanleiding om te zoeken naar vormen van belangenbehartiging die ook na de huidige bestuurlijke constellatie (Reconstructiecommissie / -wet), het gebied Midden-Delfland als geheel 'op de kaart houden'. Mogelijk kan in een volgende 'Werk in uitvoering' meer verteld worden hoe hiermee wordt omgegaan.
M. Lankwarden Projectleider Dienst Landelijk Gebied
Glad ijs? Foto F. W. van Ooststroom.
.. . . _,. __._ _
=---- - ~~-~
.,. . ,_
1
........... ..... ~
1000
DELFLANDS DIEP Oproep: doe mee! Het is al weer jaren geleden dat in de Midden-Delfkrant een aflevering verscheen van ons, welhaast legendarische, cultureel magazine 'Delflands DieP'. Met het oog op de eeuwwisseling moeten we een belofte inlossen en opnieuw een katern Midden-Delflandse cultuur het licht doen zien. We doen dat vanzelfsprekend met veel genoegen. Het is echter alleen mogelijk met uw hulp! Vandaar deze oproep. Doe mee! Iets bijzonders beleefd? Een merkwaardige ontmoeting? Een mooi plekje gevonden? Ergens verontwaardigd over? Een prachtige tocht gemaakt? Leg het vast en lever op die manier een bijdrage aan Delflands DieP. Er is deze keer geen specifiek thema, ook zijn er geen beperkingen aan de vorm. Alles is mogelijk:
Korte verhalen Gedichten Anekdotes Foto's Dia's Tekeningen Colla~es
Et cefera. De enige beperking is het onderwerp: Midden-Delfland moet, op enigerlei wijze, een rol spelen in uw bijdrage. We rekenen deze keer niet alleen op onze vaste auteurs, maar speciaal op diegenen die nog niet
eerder in de Midden-Delfkrant publiceerden. Doe dus mee ... Dit is geen wedstrijd. Meedoen aan Delflands DieP, daar gaat het om. Toch stelt de redactie een attentie ter beschikking aan de maker van de mooiste, meest ontroerende, origineelste of leukste inzending. Ben je jonger dan 18 jaar. Ook dan kun je natuurlijk meedoen. Vermeld dan wel je leeftijd bij je inzending. Delflands DieP zal verschijnen als katern in Midden-Delfkrant nummer 99 die in september I oktober zal verschijnen. Uw bijdrage dient dan ook binnen te zijn vóór 1 september 1999. Maar, hoe eerder uw bijdrage binnen is, hoe meer tijd wij hebben voor verwerking en inpassing in het speciale katern. Vanaf heden is de inzending geopend. Inzendingen naar: Redactie Midden-Delfkrant Trekkade 20 3137 KD Vlaardingen.