Michelle, de zoektocht van een vrouw
Colofon ISBN: 978 90 8954 764 4 1e druk 2015 © 2015, Piet Jansen Uitgeverij Elikser Ossekop 4 8911 LE Leeuwarden www.elikser.nl Vormgeving omslag en binnenwerk: Evelien Veenstra De gebeurtenissen in dit boek zijn geheel en al ontsproten aan het brein van de schrijver. Iedere gelijkenis met bestaande personen of situaties berust op toeval.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op wat voor wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur en de uitgeverij. This book may not be reproduced by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the author and the publisher.
Michelle,
de zoektocht van een vrouw ROMAN
Piet Jansen
Voor Jacqueline †
DEEL I
HOOFDSTUK 1 DE OMMEKEER ‘Overspel is het juiste doen met de verkeerde persoon.’ Colin Falconer
Een emotioneel wrak, uitgehold, leeg, diep ongelukkig. Zo zou je mijn huidige staat van zijn het beste kunnen omschrijven. In niets lijk ik nog op die vrolijke, avontuurlijke en optimistische vrouw van zeven jaar geleden – de tijd vóórdat ik Peter leerde kennen. Wat heb ik mezelf aangedaan? Waarom ben ik met deze man in zee gegaan? Hoe heb ik het ooit zo ver kunnen laten komen? Mijn naam is Michelle Dupont. Dertiger, getrouwd, met een schattig 2-jarig dochtertje, een statig huis in hartje Amsterdam en een carrière om je vingers bij af te likken. Volgens de normen van oppervlakkigheid heb ik alles wat mijn hartje begeert. Toch sta ik op het punt mezelf voor de trein te werpen. Het roer moet rigoureus om, dat is kristalhelder. Mezelf voor de trein werpen, is wellicht al te rigoureus. Ik zou politiek correct kunnen verklaren dat ik mijn dochtertje niet nu al met een levenslang trauma wil opzadelen. Maar misschien zou mijn zelfmoord haar juist extra weerbaar maken tegen het brute geweld dat het leven te bieden heeft, wie zal het zeggen? Nee, de ware reden is dat ik gewoon te schijterig ben dit plan werkelijk uit te voeren. Daarnaast gun ik hem het geluk niet de zielige weduwnaar uit te hangen. Wil ik deze ketenen afwerpen, dan rest mij alleen de keuze eerlijk te zijn. Eerlijk naar mezelf, naar mijn gezin, mijn geliefden en naar de wereld die ik zelf zal scheppen.
9
Mijn verhaal begint op een plaats delict: het CREA Café te Amsterdam, een uitspanning op loopafstand van mijn kantoor aan de Lairessestraat. Tot diep in de nacht hebben we de meest uiteenlopende onderwerpen besproken: liefde, relaties, verdriet, geluk, geld, werk, seks, vrienden. Naast een chronisch tekort aan slaap heb ik inmiddels ook een zwak voor hem ontwikkeld. Toch voelt het als keurig getrouwde vrouw niet kies af te spreken met een bekende onbekende. Het object van mijn affectie, Einstein01, was mij aantrekkelijk voorgekomen: slank, donker krullend halflang haar, strakke kaaklijnen, mooie glimlach, goed postuur en stoere kleding. Toen ik zijn foto aan mijn aan datingsites verslaafde vriendinnen liet zien, was het oordeel unaniem: ‘Too good to be true.’ Jaloers natuurlijk! Ach ja, en wat dan nog? Laten zij die de werkelijkheid kennen uit hun graf rijzen en ons toevertrouwen dat alles, maar dan ook alles, een illusie blijkt. Zijn baldadige introductie had mijn nieuwsgierigheid gewekt. Tijdens de chatsessies had hij zich meer dan prima staande gehouden. Ik houd wel van een stevig robbertje discussiëren. Hij was ad rem en intelligent. Sprak één beeld meer dan duizend woorden, evenzogoed sprak één woord meer dan duizend beelden. Een man is wat mij betreft pas aantrekkelijk als er ook nog eens zinnige teksten uit voortkomen. Het meest voel ik me aangetrokken tot charismatische mannen die zichzelf niet al te serieus nemen en toch bij machte zijn mij met kwinkslagen de mond te snoeren, zeker als ik met mijn ingewikkelde theorieën zo doordraaf dat ik door de zelfgemaakte bomen het bos niet meer zie.
10
Tot dusver had ik hem op slechts één klein leugentje kunnen betrappen. Hij bleek in Amstelveen te wonen en niet in Amsterdam zoals op zijn profiel te lezen was. Het zij hem vergeven! Je kunt op het internet niet voorzichtig genoeg zijn. Buiten deze ene misstap had hij een vrij consistent en vertrouwenwekkend verhaal. Zijn vrije kijk op het leven en zijn intelligente manier van antwoorden intrigeerden. Zoals alle mannen probeerde hij mij op doorzichtige wijze te verleiden, maar tot seksuele spanning was het niet gekomen. Ik maakte me zorgen of ik hem zou herkennen. Meer nog dan over het feit dat ik met hem had afgesproken. Hoewel, midden in een huwelijkscrisis afspreken met onbekende mannen was misschien niet slim. Om vijf voor drie stapte ik op de fiets, om zo klokslag drie uur aan te komen. Dat punctuele heb ik van mijn vader. Einstein01 was in geen velden of wegen te bekennen. Wantrouwend wierp ik snel een blik op alle mensen die in het café een drankje nuttigden. Naar het zich liet aanzien, bestond de clientèle voor het merendeel uit studenten. Ik voelde me opgelaten tussen de creatieve armoedzaaiers, alsof iedereen wist wat ik kwam doen. Gevoelens van schaamte zochten zich op misselijkmakende wijze vanuit mijn maag een weg naar boven. Het was klinkklaar dat ik met deze afspraak een grens passeerde en het recht op terugkeer definitief zou verspelen. Overspel is immoreel en op de keper beschouwd ben ik net zo moralistisch als iedere andere schijnheilige. Deze afspraak knaagt aan mijn geweten zoals een etterende wond aan gezond weefsel. Hoe vrij ik ook denk te zijn, mijn vooringenomenheid heeft in de loop der jaren een prominentere plek ingenomen dan ik haar had willen toebedelen.
11
Hoezo die studenten betitelen als creatieve armoedzaaiers? Veel kunstenaars balanceren nu eenmaal op de rand van armoede en creativiteit hoort bij een artistiek beroep zoals H2O bij een levend wezen. Deze vooroordelen zijn projecties van mijn eigen onvermogen. Zelf heb ik nooit voor de creatieve kant van het leven durven kiezen, hoewel mijn hele wezen er tot in zijn diepste vezels naar verlangde. Met het betreden van deze omgeving raakte ik onbewust een open zenuw. Niet voor niets had ik deze locatie als ontmoetingspunt voorgesteld. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Met de minuut voelde ik me ongemakkelijker. Misschien had een bekende van mijn man zich ergens verscholen? Een spion die van de hoed en de rand wist? Zou hij misschien zelf stiekem een relatie onderhouden met een of wellicht zelfs meerdere van deze studentjes? Zou hij zich ook een virtuele persona hebben aangemeten? Misschien was zijn pleidooi voor totale monogamie niets meer of minder dan een intelligent opgezette afleidingsmanoeuvre? Met deze gedachten probeerde ik mijn eigen misstap te verdoezelen. Ik wist donders goed dat hij niet tot overspel in staat was. Of had ik me in hem vergist en was hij een wolf in schaapskleren? Ik bestelde een cappuccino en nam plaats in een comfortabele stoel. Voortdurend keek ik op naar de toegangsdeur, mijn hart hevig bonzend zodra deze openzwaaide. Twee keer liep ik bijna weg omdat de binnenkomende heren mij schrik aanjoegen. Hadden mijn vriendinnen dan toch gelijk? Zelf had ik me zo uitgebreid en zo eerlijk mogelijk beschreven, maar een foto achterwege gelaten. Hoewel ik hem haatte, wilde ik mijn man de vernedering besparen er door anderen op gewezen te worden dat zijn vrouw zich beschikbaar had ge-
12
steld op een of andere vage datingsite. Daarnaast had ik geen digitale foto’s op mijn computer. In het geheugen stonden wel honderden afbeeldingen van Peter, op de meeste stond hij samen met Felicia. Zelf houd ik niet van poseren, reden van het schamele aantal foto’s waar ik alleen op sta. De keuringscommissie in mijn hoofd is van het onzekere soort: ik lach te veel of te weinig, ik kijk niet oprecht genoeg of juist te enthousiast. De enige kiekjes die ik mokkend had goedgekeurd, waren die met dochterlief. En het ging me te ver Felicia ongevraagd mee te sleuren in dit smerige spelletje van list en bedrog. Kinderen zijn rein en puur, totdat volwassenen zich met hen gaan bemoeien. Weerspiegelingen van het complete gezin waren al helemaal niet te vinden. Dat gaf te denken! Het herinnerde me aan een van mijn duizenden twistpunten met Peter. Voor ik hem leerde kennen, had ik veel gereisd en nooit zin gehad plaatjes te schieten, noch van de mensen die ik ontmoette, noch van de omgeving. Peter daarentegen is verzot op de camera. Hij is een blauwe maandag zelfs model geweest en eerlijk is eerlijk, hij is bijzonder fotogeniek. Aangezien er van zijn eigen jeugd nauwelijks iets op celluloid was gezet, maakte hij met grote dank aan onze dochter een gigantische inhaalslag. Alle handelingen moesten met dwingende hand op verschillende camera’s worden vastgelegd. De videocamera in de ene hand, het digitale fototoestel in de andere en de spiegelreflex om de nek. Hij kon niet begrijpen dat het mij niet bekoorde alles op de gevoelige plaat vast te leggen. Het toonde volgens hem een gebrek aan respect voor zijn dochter en gemakshalve koppelde hij mijn gedrag
13
aan narcisme en een naargeestig ontbrekend gevoel voor intimiteit. Nee, echt aardig voor elkaar waren we al lang niet meer. Ooit had ik hem verteld dat ik de meeste foto’s in mijn hoofd schoot. Hoe naïef had ik me na deze bekentenis gevoeld! Mijn denkbeelden waren bij voorbaat kansloos. Over vrijwel geen enkel onderwerp waren we het met elkaar eens. Maar wat een vruchtbare bodem voor een levendige discussie behoorde te zijn, mondde uit in een diepe bron van irritatie. Ik geniet van het moment en het maken van een foto verstoort dit gevoel. Je bent zo bezig met gedoe, dat de vogel goed en wel gevlogen is. Belevingen bewaar ik liever op mijn netvlies dan op celluloid. Het is een heerlijke gedachte naar behoefte herinneringen op te kunnen halen. Ik hoef geen digitale foto’s te ontwikkelen, niet moeilijk te doen met virtuele fotoboeken, noch vrienden of familieleden dood te vervelen met plaatjes die ze eigenlijk niets interesseren. Ik sta op een foto, dus ik ben? Wat een onzin. Ik houd van provoceren. Door te provoceren, wil ik mensen prikkelen zelf na te denken. Het verschaft mij de mogelijkheid om pijlsnel het koren van het kaf te scheiden. Het interesseert me eigenlijk niet zo veel dat ik voor narcist word uitgemaakt, wat je wellicht weer als narcistisch gedrag zou kunnen aanmerken. Peter verwart deze term waarschijnlijk met zelfvertrouwen, maar dat kun je iemand met een beperkte woordenschat niet kwalijk nemen. Dat hij nu eenmaal de vurige wens heeft alles vast te leggen, dat is zijn zaak. Het enige wat aan mij knaagt, is zijn onverzettelijke drang mij ervan te overtuigen dat ik niet deug. Je kunt toch respect hebben voor elkaars mening
14
zonder het met elkaar eens te zijn? Agree to disagree? Peter richt zich liever op het winnen van de discussie. Uiteindelijk geef ik hem altijd gelijk. Een inhoudelijke, filosofische discussie is nooit aan ons besteed geweest omdat we beiden een voor de ander onbegrijpelijke taal spreken. Soms pak ik na veel gezeur en met een diepe zucht alle camera’s en schiet ik plaatjes tot ik een ons weeg. ‘Zie je wel dat je het leuk vindt’, hoor ik dan achteraf. Tijd om te chatten, denk ik dan in stilte. Juist op het moment dat ik dacht krankzinnig te worden, ging mijn mobiel. Een sms. ‘Ben je er nog? Evert.’ ‘Ja!’ Kort en bondig. Het was inmiddels drie kwartier later dan we hadden afgesproken. Evert? Zo heette hij dus. Wat een rare naam eigenlijk, Evert. Gek dat ik nog nooit naar zijn naam had gevraagd. Samen hadden we het hele leven doorgenomen, maar zijn echte naam had ik nooit meegekregen. Nu had ik kunnen weten dat hij te laat zou komen, want Einstein01 was van Spaanse afkomst. Ik heb een paar jaar in Spanje gewoond en mijn ervaringen met mediterrane mannen zijn niet anders. Spanjaarden nemen de cijfers anders waar dan noorderlingen. Als mij nog tien minuten resten om ergens op tijd te zijn, dan zal ik er alles aan doen om de afspraak na te komen. Spaanse vriendjes keken nooit op een klok, want schijnbaar moesten nog allerlei belangrijke klusjes worden geklaard. Juist daarin zit het verschil tussen mij en een tijdloze: een dorstige plant kan best een paar uur later water krijgen, maar een tijdloze ervaart dat toch anders. Alsof een plant meer respect verdient dan een afspraakje! Een lichte irritatie maakte zich van mij meester.
15
Na een zenuwslopend uur wachten, zag ik hem eindelijk. Hij zag er verwilderd uit en zeker niet meer zo slank als de foto deed vermoeden. Hij was licht kalend en droeg een versleten spijkerbroek. Niet de stoere man aan wie ik zo gewend was geraakt op mijn beeldscherm. ‘Hé, Einsteintje. Lekker op tijd!’ ‘Ja, sorry, ik had nog een klant aan de lijn en die wilde maar niet ophangen. Duizendmaal excuses.’ ‘Geeft niet, hoewel … ik sta stijf van de cafeïne. Je bent in die paar weken overigens flink wat kilo’s aangekomen, Einsteintje.’ Zoals gewoonlijk nam ik geen blad voor de mond. ‘Ik slik de laatste maanden nogal wat medicijnen. Aandoening aan de slokdarm. Ik sport me een ongeluk en toch vliegen de kilo’s eraan.’ ‘Val je niet juist af als je een probleem hebt met je slokdarm?’ ‘Michelle, Michelle, wat ben je toch heerlijk recht door zee.’ ‘Waarom heb je me daar niets van verteld tijdens onze nachtelijke tête-a-têtes?’ ‘Omdat je er nooit naar vroeg en ik het niet relevant vond. Jij ziet er in ieder geval fantastisch uit. I’m impressed.’ ‘Dank je, oude vos.’ ‘Als ik echt eerlijk ben, dan komt het door de antidepressiva. Het gaat de laatste tijd niet zo goed met me.’ Verbazing alom. Antidepressiva? Dat was wel het laatste wat ik achter hem had gezocht. In alle gesprekken kwam hij zo vrolijk en wereldwijs over. Kregen mijn vriendinnen dan toch gelijk? ‘De gesprekken met jou hebben me echt goedgedaan. Ik fleurde helemaal op, maar zodra ik de computer uitzette, viel ik weer in een diep gat.’ ‘O, oké.’
16
‘Ik ben laatst mijn huis uit gezet omdat ik de hypotheek niet meer kon betalen. Daarom ben ik ook in Amstelveen gaan wonen. Ik zit nu tijdelijk bij een vriend tot ik alles weer op de rit heb. ‘Aha.’ ‘Mijn bedrijf loopt ook al niet lekker en de belastingdienst zit achter me aan. Het is een lang verhaal, laat ik je die ellende maar besparen. Nog een koffie?’ Mijn mond viel open. Binnen twee minuten was ik meer over hem te weten gekomen dan in al die nachtbrakende sessies. Tegenover mij zat een gewond en weerloos dier, het tegenovergestelde van de man die ik al die tijd voor ogen had gehad. ‘Jeetje, Einstein. Dat gaat niet zo lekker dus.’ ‘Dat kun je wel zeggen, ja. Ik heb het je niet durven vertellen, omdat ik bang was dat je dan niet meer met me wilde afspreken.’ ‘Nou ja, zeg.’ ‘Gelukkig was je altijd meer aan het woord over jezelf dan dat je geïnteresseerd was in mijn wandel en handel.’ ‘Doe effe normaal, joh.’ ‘Eerlijk gezegd kwam me dat wel goed uit. Ik stelde onze conversaties zeer op prijs en vond het juist leuk om je verhalen te lezen. Het gaf me in ieder geval het gevoel dat ik ertoe deed. Het is altijd makkelijker adviezen te geven aan anderen dan deze zelf na te leven. Is dat niet de ironie van het leven?’ Nu pas drong het tot mij door waarom ik nimmer seksueel tot hem was aangetrokken. Wij waren elkaars ontsnappingsclausule uit de dagelijkse realiteit, niets meer en niets minder. Twee verloren zielen die over en weer elkaars eigenwaarde opkrikten.
17
Dat begon lekker! Mijn chatvriend zat zwaar in de financiële problemen, geen onderwerp waar ik me graag in verdiepte. Snel gooide ik het gesprek over een andere boeg. ‘Heb je gister dat programma gezien op de BBC?’ ‘Welk programma?’ ‘Dat programma over monogamie in het dierenrijk. Ik vond het wel toepasselijk, zo net voor onze ontmoeting. Alsof de uitzending speciaal aan deze ontmoeting was gewijd.’ ‘Ik heb het niet gezien. Maar hoe bedoel je, alsof de uitzending speciaal aan deze ontmoeting was gewijd?’ ‘Einsteintje toch, ben je nog niet helemaal wakker? Wat wij de afgelopen weken hebben gedaan, getuigt niet van een monogame inborst. Deze afspraak al helemaal niet.’ ‘Hoezo? We hebben elkaar alleen gesproken. Mag dat tegenwoordig ook niet meer?’ ‘Jawel, maar wat wij doen, neigt toch naar vreemdgaan of in ieder geval naar iets doen waar de partner niets van af mag weten. Wist jij trouwens dat slechts 3 procent van alle diersoorten eeuwig trouw is, zoals woelmuizen en dolfijnen, of serieel monogaam, zoals de wolf?’ ‘Nee, dat wist ik niet.’ Einsteintje tuurde wat onbestemd voor zich uit. Waar ging dit gesprek heen? Gelukkig ging het niet meer over geld of antidepressiva. Zo wilde ik hem vertellen dat de keizerspinguïn monogaam lijkt, maar het niet is. Dat de mannetjes en niet de vrouwtjes het ei uitbroeden en twee maanden zonder eten zo’n 60 graden vrieskou weerstaan om te overleven. Dat als het ei van de poten af rolt en op het ijs terechtkomt, het binnen een paar seconden bevriest. Dat het vrouwtje gedurende die twee maanden op zee is om eten te verzamelen. En dat keizerspinguïns alleen seizoensgebonden monogaam zijn! Dat zodra
18
een nieuw seizoen aanbreekt, beide ouders andere partners zoeken om weer een nieuw ei uit te broeden. En dat zo’n twintig tot vijftig jaar achter elkaar! Dat alles wilde ik hem zeggen. Dat je monogaam bent zolang je kunt. In plaats daarvan stortte ik mijn Wikipedia kennis over hem uit. ‘De mens is er niet op gemaakt om monogaam te zijn. Zeker niet in deze tijd, waarin alles voor het grijpen ligt en iedereen altijd maar meer en beter wil. Wereldwijd gaat een op de vier mensen vreemd, terwijl een op de tien mannen niet de biologische vader van zijn kinderen blijkt te zijn en 75 procent van alle vrouwen en mannen minimaal één keer bedrogen wordt. Een derde van alle huwelijken loopt stuk en daar weer een derde van als gevolg van vreemdgaan. Als de cijfers zo duidelijk aangeven dat het nastreven van monogamie zo verdomd moeilijk is, waarom doen we er dan zo verdomd moeilijk over?’ Zelf denk ik dat we in essentie het ware geluk nastreven en vreemdgaan als een soort brevet van onvermogen beschouwen. Daarom praten we er waarschijnlijk niet graag over. Het raakt een open zenuw, namelijk het moeten erkennen dat het leven niet perfect is. We willen graag trouw zijn aan één partner, maar dat lukt niet altijd. Als je met een ander naar bed gaat of zou willen gaan, dan ontbreekt er iets, iets wat je nodig hebt voor het ware geluk. Of dat nou geiligheid is, lust, verlangen, aandacht, romantiek, een fysieke behoefte of wat dan ook. Misschien is het ook te veel gevraagd om alle verlangens door één persoon te laten bevredigen. Daarom doen we zo spastisch over vreemdgaan, terwijl iedereen het elkaar aandoet en de kans 75 procent is dat het jezelf ook overkomt. Vervolgens gaan we ons
19
schuldgevoel te lijf en bedenken we er een verklaring bij die ons innerlijk moet vrijpleiten van morele bezwaren. ‘Wat telt zwaarder voor jou, geestelijke of fysieke ontrouw?’ ‘Hoe bedoel je?’ ‘Nou, is porno kijken bijvoorbeeld overspel? Of over iemand anders fantaseren terwijl je masturbeert of seks hebt met je partner? Of het feit dat wij hier samen het leven doornemen? Je weet donders goed dat de kans op vreemdgaan groter wordt naarmate je meer tijd met elkaar doorbrengt en de uitwisseling van intimiteiten toeneemt.’ ‘Wat vind je zelf?’ ‘Dat is een slimme zet. De vraag pareren met een wedervraag. Nou, ik vind dat fysieke ontrouw net iets hoger in de hiërarchie staat dan geestelijke. Ik vind dat ieder mens recht heeft op privacy en bepaalde verlangens alleen toebehoren aan diegene die ze heeft gecreëerd.’ Wat zou het leven zijn zonder de vrijheid te fantaseren? Fysiek vreemdgaan, kan soms een puur seksuele aangelegenheid zijn, maar toch. Het is een heel intieme gebeurtenis tussen twee personen. Of meerdere personen, dat weet je tegenwoordig ook niet meer zeker. Als je niet goed oppast, kun je een ander nog besmetten met iets waar hij of zij niet om gevraagd heeft. Dat is bij een fantasie toch een stuk moeilijker. Tenzij je natuurlijk de naam van je gedroomde held uitkraamt terwijl je de liefde bedrijft met je bloedeigen man. Ik weet niet of je dan misschien maar beter een lichte chlamydia kunt overdragen. Een virale verkoudheid is zo opgelost, tegen een geknakt ego is geen medicijn bestand. ‘Vreemdgaan is zo oud als de weg naar Rome. Ik snap niet waar mensen zich zo druk over maken. Het komt in de beste
20