MARGARETHA ROOS
Een vrouw van eenenzeventig
relibris
isbn 978 90 5302 001 2 Productie: uitgeverij relibris, Gorinchem/Utrecht www.relibris.nl Niets uit deze uitgave mag verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, Internet of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de auteur
[email protected]
inhoud Een vrouw van eenenzeventig Foto Aardbeien Chendo Wonen op een kasteel Begrafenis Verjaardag Grootouders Oorlog Boercamp Over de ramp De dochters Familiedag Mijn kamer Op cursus? Chendo (2) Zoonlief Afscheid Oudjaar Nieuwjaar Graf “De vuurrode schoentjes” Voorjaar Zin Cursus Weer Pasen 20 April April - Zomer 6 Mei Mei 2006 - Mei 2007
5 6 7 10 11 14 20 24 27 28 34 38 39 42 45 48 56 59 60 61 65 67 68 69 70 72 73 75 77 78 80
EEN VROUW VAN eeNENZEVENTIG Wat voor weer is het vandaag? Mijn eerste gedachte. Vannacht heb ik lekker geslapen en dat geeft een blijmoedig gevoel. Wordt deze dag als alle andere of zal er iets bijzonders zijn? Twintig jaar geleden begon ik met schrijven en het werd mijn boek: “Een steen in mijn borst”. Bij stukjes en beetjes mijn verleden en beleven. Ik kreeg er veel waardering voor. Vandaag, nu, besluit ik wéér een boek te maken: “Een vrouw van eenenzeventig”. Gewoner kan niet; de tijd is er rijp voor. Geschreven heb ik steeds de afgelopen jaren. Over de dingen die ik meemaakte, meest kleine dingen, want mijn leven is niet opzienbarend. Voor iemand zoals ik, die niet groots en meeslepend kan leven,worden de kleine dingen steeds belangrijker.Je mag misschien blij zijn,als er geen grote dingen gebeuren, want de kans wordt groter dat die onheil gaan betekenen: verlies en verdriet. In het voorbije jaar ben ik zeventig geworden. Al lang tevoren had ik mijn kinderen en mijn broers en zussen uitgenodigd om dat feit te vieren op een familiedag. Vooral ook mijn kinderen. Het is tenslotte leuker dat zij mijn familie nu nog eens meemaken dan pas op de dag van mijn begrafenis. Mijn zussen en broers hadden een ABC voor mij gemaakt. Ieder een paar letters. Dat was spannend. Mijn oudste zus Maria: “wij zijn nog steeds met jou als zus tevree”. Bernhard sloot de rij: de Z was zeventig. “Die zeventig, die heb je toch maar mooi gehaald”. De dag was een succes, alleen jammer voor mij, was ik nog te slap na mijn ziekte om er helemaal tot het eind bij te zijn. Tijdens het buffet bracht mijn zoon me thuis en hij maakte nog heel lief een kopje thee voor me, alvorens hij weer terugging naar het restaurant om de maaltijd voort te zetten. Ik was blij en dankbaar dat ik het “toch maar mooi gehaald” had. Ik had iedereen gezien en gesproken. Gelukkig kreeg ik in de volgende weken geleidelijk mijn kracht terug.
Foto In de Zaterdageditie van de krant zie ik een recensie van een Zuid-Afrikaanse gedichtenbundel. Het thema is: ouder worden, en wel van een vrouw. Er is een foto bij, dat is de afbeelding op het boek. Een mooie intieme foto van een oudere vrouw. Haar gezicht is niet te zien, alleen haar hals en blote borsten,en haar rechter hand. Na het weekend fiets ik naar de boekhandel en vraag naar de bundel, want tussen de nieuwe uitgaven zie ik hem niet. “Dat is hem niet”, zeg ik. “Er staat een foto op de voorkant”. De uitgever blijkt voor een andere omslag gekozen te hebben. Ik ben boos: “zo’n mooie foto! Waarom kan dat niet!” De verkoopster geeft me gelijk. Er was al eerder iemand geweest die zo gereageerd heeft. Onverrichterzake ga ik naar huis. ’s Avonds in bed denk ik: maar nu heb ik die bundel niet. De boekenbon zit nog in mijn tas. De volgende morgen fiets ik weer naar het centrum, op weg naar de Tai Chi-les. Ik kom langs de boekhandel, koop het boek en leg het krantenknipsel met foto er in. Na ons oefenuur laat ik een paar vrouwen mijn nieuwe aanwinst zien. Die nieuwe omslag is niets, vind de een. Een ander: De foto is heel decent. Zó oud is ze toch niet. Een derde zegt: Het komt door die hand, die is zo gerimpeld. Dat willen ze niet zien. We zijn het eens, maar dan moeten we voortmaken. De concierge van het ouderencentrum staat te rinkelen met zijn sleutels, hij wil afsluiten.
Er is weer eens een rotreclame voor de T.V.: een voetbalenthousiasteling slingert zijn hondje de lucht in en veel later stort de hond met grote kracht terug op de grond. Die moet wel dood zijn. “Wat een mentaliteit om zo met dieren om te gaan! Wat is daar nu leuk aan!”, verzucht mijn man achter zijn puzzle. We kijken steeds minder T.V. Het journaal, soms netwerk. Een enkel programma zoals “Spoorloos”, een documentaire. Voor Remmelt ook sommige detectives. De Duitse zender biedt meer, meer leuke muziek, meer stijl. Ik lees liever; daar krijg je nooit genoeg van.
Aardbeien Ik loop de winkel in van de groenteman om aardbeien te kopen. Hij heeft twee soorten: gelijkmatige bleke vruchten en rodere aardbeien. “Die zijn onrijp geplukt”, zeg ik eigenwijs, wijzend naar de eerste partij. Dat zijn kas-aardbeien, is het antwoord. Zijn er dan al Hollandse aardbeien van de koude grond. Het is zo’n koud voorjaar geweest. Ik wil geen geld uitgeven voor flauwe vruchten, daarom neem ik de rodere, die wel bijna twee keer zo duur zijn Thuis spoel ik ze even in een kom lauw water. Op de bodem van het bakje staat: “deze aardbeien zijn extra smakelijk omdat ze door bijen bestoven zijn”. Hoe krijgen ze dat voor elkaar? Zijn het dan toch kas-aardbeien? Extra smakelijk zijn ze niet eens. Wordt je als consument voor de gek gehouden waar je bij staat? Maakt dat verschil, bijen of andere insekten? Toch eens navragen. Misschien op de jaarlijkse markt van regionale produkten. Mijn jongste zus Eleonora woont al vele jaren in Zuid-Frankrijk.
Zij is van ons het verst weggevlogen. Ze heeft destijds heel direct gereageerd op mijn boek. Toen het boek per post kwam, is ze op de trap gaan zitten en ze heeft het achter elkaar uitgelezen. “Ik moest wel steeds opstaan om een zakdoek te halen”, vertelde ze door de telefoon. “Ik wou de anderen niet laten zien dat ik huilde. Ik kom niet in het boek voor; het gebeurde allemaal vóór mijn tijd. Maar de sfeer herken ik heel goed. Het was zó ongezellig. En voor Vader was ik doodsbang. Weet je dat ik ook........” Sindsdien hebben we er vaker over gepraat. Deze zus heeft een aantal jaren geleden iets vreselijks meegemaakt. Haar jongste dochter is na een ernstig ongeluk overleden. Afschuwelijk! Een ramp in een gezin! Daar is geen troost voor. Alleen de tijd kan iets doen. Maar de datum blijft. Het enige dat je kunt doen is af en toe laten merken dat je aan haar denkt. Een kunstkaart met en mooie afbeelding: Lieve Eleonora, In deze dagen van Mei denk ik aan jou....... Ik heb het graf gezien met de steen en alle bloemen onder de Provencaalse zon. Aan de randen van het kerkhof staan hoge pijnbomen .Een paar vruchtjes, denneappeltjes, heb ik opgeraapt. Ze liggen nog altijd in mijn vensterbank. Tussen de middag zitten we tegenover elkaar aan de eettafel, mijn man en ik. “Wat gaan er veel mensen jong dood,” begin ik mijn verhaal. “Vanmorgen bij de markt kwam ik een vrouw tegen die ik ken van de vorige Tai-Chi-groep. Ik vroeg hoe het met haar ging. Ze vertelde meteen dat haar dochter was overleden, vorig jaar. Zo maar ineens, pas 35 jaar. “En nog wel m’n enige kind,” zei ze. Wat een ellende!”
We praten wat heen en weer en dan denk ik aan het vreemde voorval daarna. “Ik ging naar de bibliotheek om een paar boeken terug te brengen. Ik zet mijn fiets op slot en loop naar binnen. Bij de balie denk ik: ik heb mijn boeken niet bij me, ik moet terug. Als ik de balie rond en door de poortjes ga, klinkt het alarm. Dat kan niet om mij zijn, weet ik zeker. Ik kijk achterom: niemand reageert. Bij mijn fiets is de fietstas leeg. Ongelovig sta ik in de lege tas te staren, merk ik ineens dat ik het boekentasje toch aan mijn schouder heb hangen. Gek hé!” “Ache toch”, zegt Remmelt. Maar hij speelt zelf ook wel eens voor meester dromer. Heb jij eigenlijk kleinkinderen? Die vraag kon ik verwachten want ik heb het er nooit over. “Nee”, zeg ik. Het krijgen van kinderen en van kleinkinderen is heel natuurlijk, maar niet vanzelfsprekend. “Nee”, zeg ik nogmaals. “Mijn dochter leeft samen met een vrouw, al vele jaren een gelukkige relatie. En mijn zoon is getrouwd, maar ook weer gescheiden.....” Kinderen hebben het recht op hun eigen leven. In het kabinet staat een grote doos met de naam van mijn zoon er op. Wat zou ik blij zijn, als ik hem die op een dag zou kunnen overhandigen: hier zijn je speeltjes van vroeger. Maar ik houd er rekening mee, dat hij die doos pas zal vinden op het moment dat hij mijn huis moet uitruimen. Het belangrijkste is dat je kinderen gezond zijn en voor zichzelf kunnen zorgen. Daar kan ik heel tevreden mee zijn.