Michel Krielaars Het kleine koude front
Het kleine koude front is een uitgave van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek ter gelegenheid van de Maand van de Geschiedenis 2014
www.maandvandegeschiedenis.nl Copyright © Michel Krielaars Uitgever Stichting cpnb Omslagontwerp Bart van den Tooren Foto auteur Annaleen Louwes Vormgeving binnenwerk Perfect Service Drukkerij Wöhrmann, Zutphen isbn 978 90 596 5269 9 nur 680
Inleiding
Terug in Moskou Eind november 2013 was ik op bezoek in Moskou, voor het eerst in anderhalf jaar. Het waren van die typische novemberdagen, met veel regen en natte sneeuw. En ook al leek er in de Russische hoofdstad met zijn klatergouden centrum en betonnen flatwijken niet veel veranderd, alom hing er een sfeer van neerslachtigheid. Ik merkte het vooral in de media, in de eerste plaats bij Radio Echo Moskvy, dat tijdens mijn afwezigheid veel van zijn kritisch vermogen leek te hebben verloren, terwijl die zender en zijn website tot aan het begin van Poetins derde termijn als president, in mei 2012, mijn belangrijkste informatiebronnen waren geweest. Waar was de protestbeweging gebleven, die na de frauduleuze parlementsverkiezingen van december 2011 honderdduizend boze Russen, voornamelijk afkomstig uit de nieuwe middenklasse, de straat op had gekregen om het aftreden van Poetin te eisen? En waarom werd er op de staatstelevisie gedaan alsof 3
de Verenigde Staten op de ondergang van Rusland uit waren? Wat ik tijdens mijn correspondentschap in de jaren 2007-2012 steeds duidelijker had waargenomen, was tot volle bloei gekomen: de genadeloze repressie van iedereen die het regime durfde te kritiseren. Onder het drastisch aangescherpte regime van oud-kgb’er Poetin werd deelname aan niet-toegestane demonstraties sinds kort door nieuwe wetgeving zwaar gestraft, waardoor een gewone Rus het wel uit zijn hoofd liet de straat op te gaan om zijn onvrede te uiten. Verder moesten ngo’s die sponsorgeld uit het buitenland ontvingen zich als ‘buitenlandse agent’ laten registreren. Op die manier wordt een organisatie als Memorial, die zich bezighoudt met mensenrechtenschendingen en historisch onderzoek naar de Stalinterreur, tegenwoordig als landverrader neergezet. En dan was er nog de antihomowetgeving, die de seksuele emancipatie in Rusland naar een middeleeuws niveau had teruggeschroefd. Om aan die deprimerende sfeer te ontsnappen hadden de meeste van mijn Russische vrienden en kennissen zich van de politiek afgewend. Ze keken niet meer naar het televisienieuws, dat het Westen in hun ogen op een vrij onsmakelijke manier als één grote fascistenbende afschilderde die uit zou 4
zijn op de ondergang van Rusland. Een bevriende hoogleraar, die in haar colleges aan de universiteit twee jaar eerder nog kritisch over het Russische politieke stelsel doceerde, gaf nu alleen nog maar les in cultuurgeschiedenis. In haar vrije tijd bezocht ze de opera en het museum, het liefst in het buitenland, ‘om even op adem te komen’, zoals ze zei. Een andere vriendin verwachtte binnen afzienbare tijd een junta, waarin voor Poetin slechts een ondergeschikte rol was weggelegd. ‘Je moest eens weten hoe alles hier is veranderd tijdens je afwezigheid,’ zei ze. ‘We leven tegenwoordig in de Sovjet-Unie 2.0.’ Ik luisterde gefascineerd naar hun verhalen, waarin Poetin van de cynische autoritaire president-directeur van de Kremlin bv in een genadeloze tsaar was veranderd, die sinds de massaprotesten tegen zijn bewind geen enkele oppositie meer duldde en de nieuwe middenklasse leek te haten omdat die zich ondankbaar had getoond door te protesteren. En tegelijkertijd was ik verbaasd over het Westen, dat deed alsof er niets gaande was. Hoogstens liet het wat voorzichtig protest horen, dat zelfs niet overtuigend klonk toen Rusland in maart de Krim annexeerde. Pas toen separatisten, die door Rusland werden gesteund, in Oost-Oekraïne vlucht mh17 van Malaysia Airlines neerhaalden, werd het Westen op brute 5
wijze wakker geschud. Eindelijk leek het in te zien hoe Rusland zich had ontwikkeld en wie Poetin werkelijk was. Hoe had dit in godsnaam kunnen gebeuren, vroegen velen zich ineens af.
6
deel i Hoe het Westen zich in slaap kon laten sussen
De val van de Muur Voor een antwoord op die vraag moet je teruggaan naar de val van de Muur in november 1989. Net als nu raakte ook toen alles in beweging zonder dat iemand het had zien aankomen. Als in een dominospel viel het ene na het andere communistische regime. Ik herinner me van die dagen, die ik als journalist van nabij heb meegemaakt, nog goed de onverwachte snelheid waarmee alles gebeurde, vooral in de Sovjet-Unie. Het communisme verdween daar in drie dagen tijd, zoals de bolsjewieken in 1917 drie dagen nodig hadden gehad om de macht te veroveren. Het begon allemaal in de zomer van dat bijna magische jaar 1989. In Polen werden voor het eerst sinds de communisten aan de macht kwamen vrije verkiezingen gehouden, die vakbond Solidarność de overwinning opleverden. De communisten beseften dat hun zaak verloren was en gaven ineens op, alsof het ze niets meer kon 7
schelen. Van de ene op de andere dag ontstond er een scheur in het IJzeren Gordijn, die politiek pluralisme, persvrijheid, vrij grensverkeer en een markteconomie toeliet. De daaropvolgende twee jaar zou in Midden‑ en Oost-Europa het ene na het andere communistische regime verdwijnen, meestal op geweldloze wijze. Die megaontwikkeling in Europa was het gevolg van de wapenwedloop tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. De Amerikanen hadden de Russen naar de rand van de economische afgrond gedreven. Hoe dikwijls heb ik niet gelachen om de Koude Oorlogsretoriek van Ronald Reagan, om zijn domme opmerkingen en onkunde, die vaak ook in het nieuws breeduit werden geridiculiseerd. Achteraf moet ik toegeven dat hij de eerste Amerikaanse president was die de Koude Oorlog en de Sovjet-Unie niet als iets van permanente duur zag. Hij was het die, tijdens een bezoek aan Berlijn in 1987, de twee jaar eerder aan de macht gekomen Michail Gorbatsjov opriep om de Berlijnse Muur te slechten: ‘Mr. Gorbachev, tear down this wall.’ Het zouden veelzeggende woorden blijken te zijn. Het vrijheidsvirus verspreidde zich in de zomer van 1989 met het uur. Nog zie ik de televisiebeelden voor me van de duizenden jonge Oost-Duitsers in Hongarije, waar een jaar eerder de communistische partijleider János Kádár door hervormers met 8
pensioen was gestuurd en de grens met Oostenrijk was geopend. Ze haastten zich naar de OostenrijksHongaarse grens, hingen hun auto‑ en huissleutels aan spijkers in de bomen als teken van definitief afscheid en renden door een opengeknipt hek hun vrijheid tegemoet. Een maand later ging in Leipzig iedere maandagavond een menigte betogers de straat op om tegen het regime te demonstreren. ‘Wir sind das Volk!’ riepen ze, onder leiding van schrijvers, kunstenaars en beroemde musici als kapellmeister Kurt Masur van het Leipziger Gewandhausorchester. De omvang van de demonstraties groeide met de week. Toen op 9 oktober 70 000 betogers de straat op gingen en politie en leger niet ingrepen, erkende het ddr-regime zijn failliet. Op 4 november trokken in Oost-Berlijn 750 000 mensen door de straten en vijf dagen later viel de Muur. De ddr was verdwenen. Het protest breidde zich uit naar andere landen: Bulgarije, Tsjecho-Slowakije, Joegoslavië, Roemenië en Albanië. En ten slotte, eind 1991, was het de beurt aan de Sovjet-Unie. Het had allemaal nooit zo snel plaatsgevonden als Gorbatsjov in 1985 niet tot secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie was benoemd. Zijn politiek van glasnost (openheid) en perestrojka (verbouwing), bedoeld om het zieltogende communisme en de planeconomie vlot te trekken, 9
was de belangrijkste aanmoediging geweest voor de hervormers in de Warschaupactstaten. Het Westen viel algauw voor de charmes van de toegankelijke Sovjetleider. Voor het eerst zat er een politicus in het Kremlin die inzag dat het communisme dringend hervormd moest worden als het wilde overleven. Uit zijn wereldwijde bestseller Perestrojka kon je echter amper opmaken hoe hij dat wilde doen, zo vaag en warrig was het geschreven. Gorbatsjov begreep niet dat het communisme slechts bij de gratie van repressie bestond en dat de gewone Sovjetburger het systeem uit teleurstelling allang de rug had toegekeerd. In augustus 1991 werd Gorbatsjov door communistische haviken in de top van het leger en de kgb afgezet, overtuigd als ze waren dat de ontmanteling en ineenstorting van hun land moesten worden tegengehouden. Even zag het ernaar uit dat de oude orde zou worden hersteld en de Sovjet-Unie terug bij af was. Mede dankzij het dappere optreden van Boris Jeltsin, Gorbatsjovs belangrijkste rivaal binnen de hervormingsgezinde machtselite, konden de coupplegers worden gearresteerd en werd de gevangengenomen partijleider in zijn functie hersteld. Maar vanaf het moment van zijn terugkeer was Gorbatsjov aangeschoten wild. In het vervolg gold Jeltsin als de sterke man in de Russische politiek. In november verbood het parlement de 10
activiteiten van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie op het grondgebied van de Russische Sovjet Federatieve Socialistische Republiek, zoals Rusland toen officieel heette. Ik keek als buitenlandredacteur van het televisieprogramma nos-Laat met open mond naar de live doorgestraalde videobeelden van die zitting, zo razendsnel verliep alles. Alleen al de verbijsterde blik van Gorbatsjov, als secretaris-generaal van de Communistische Partij de machtigste man van het land, verried dat er iets heftigs was gezegd. Ik spoelde de beelden terug en vertaalde de door Jeltsin en Gorbatsjov gesproken zinnen woord voor woord, om na een paar minuten, overrompeld door het gemak waarmee hier geschiedenis werd geschreven, te concluderen dat Gorbatsjov ineens geen macht meer bezat. Opnieuw vonden belangrijke gebeurtenissen in de geschiedenis in een handomdraai plaats, zonder dat de betekenis ervan meteen duidelijk werd. Het zou een goede verklaring kunnen zijn voor het huidige westerse gestuntel, waarin ten aanzien van Rusland geen duidelijk beleid is te ontdekken. Toen begin december van datzelfde jaar Oekraïne tegen de zin van de Verenigde Staten, die voor een burgeroorlog vreesden, de onafhankelijkheid uitriep, en achter Gorbatsjovs rug om de presidenten van Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland het Gemenebest van Onafhankelijke Staten 11
oprichtten, betekende dat de facto het einde van de Sovjet-Unie. Op 25 december 1991 werd de rode vlag van het communistische imperium voor het laatst gestreken. Vanaf dat moment leek het tijdperk van vriendschap tussen Oost en West te zijn aangebroken; de fundamentele verschillen tussen twee werelden leken opgeheven. In het Westen begonnen historici en politicologen, economen, politici en publicisten de lofzang van de liberale democratie en de vrije markt te verkondigen. De Amerikaan Francis Fukuyama werd met zijn bestseller Het einde van de geschiedenis en de laatste mens de profeet van dat ideaal. De Duitse publicist Joachim Fest hield er in zijn rede Abschied von Utopia (Afscheid van Utopia) in 1991 een realistischer kijk op na: volgens hem bestond er geen liberale utopie en kon je alleen nog maar op een waardige manier leven door compromissen te sluiten. Om zijn beweringen te staven haalde hij de Tsjechische president en voormalige dissidente schrijver Václav Havel aan, die het belang van dat menswaardige leven, het fatsoen en het wederzijds respect benadrukte als fundament voor een evenwichtige staat. Rusland had zo’n fundament nog nooit gehad. Westerse politici zagen het veel eenvoudiger: doordat Midden‑ en Oost-Europa en Rusland van de communistische dictatuur waren bevrijd, zou voor de bevolking van die landen nu een gewoon 12
leven aanbreken. Om dit te bewerkstelligen zonden de Verenigde Staten, die zichzelf als de overwinnaar in de Koude Oorlog beschouwden, een paar Harvard-economen naar Moskou. Zij zouden de Russen wel eens leren hoe ze zo snel mogelijk een markteconomie konden introduceren. Wie in die tijd zijn oor bij Russen te luisteren legde, besefte dat de meesten allerminst klaar waren voor zo’n drastische ommezwaai, die aan alles waar zij hun leven lang aan gewend waren of in geloofd hadden abrupt een einde maakte. Democratie, vrije markt en burgerrechten zeiden hun niets. Door de staatspropaganda, die het maatschappelijk leven decennialang op ieder niveau had doordesemd, waren de meesten zo tegen de westerse waarden opgehitst, dat ze niet konden geloven dat die beter waren dan de beloftes van de communistische heersers, in wie ze overigens evenmin vertrouwen hadden. Brood op de plank, daar draaide het om, niet om mooie maar betekenisloze woorden als ‘vrijheid’ en ‘democratie’. Het getuigde van westerse kortzichtigheid om te verwachten dat de mentaliteit in de Sovjet-Unie even snel zou omslaan als het politieke systeem. Veel Sovjetburgers hadden gehoopt dat Gorbatsjov het vastgeroeste communisme weer op gang zou brengen en de samenleving 13
dynamiek zou geven, zoals Stalin in de jaren twintig en dertig had gedaan door op grote schaal fabrieken uit de grond te stampen. Maar hoeveel bewondering Gorbatsjov met zijn hervormingen en vredesgezinde taal ook in het Westen oogstte, toen de Russische economie ondanks de hervormingen in hoog tempo verder inzakte en er in de Baltische Sovjetrepublieken en Georgië nationalistische spanningen ontstonden, begonnen veel Russen hem als een zwetser te zien, die hun land in de uitverkoop had gedaan en in ruil voor Amerikaans geld het kernarsenaal had ontmanteld. De glasnost zorgde er ook voor dat er een vrije pers kon opkomen en de archieven uit de Stalintijd opengingen. Westerse en progressieve Russische historici konden ineens serieus onderzoek doen naar de terreur uit die periode. De nieuwe openheid bracht echter velen in verlegenheid, omdat er in ieders familie wel iets was gebeurd dat maar beter verborgen kon blijven. Uit ideologisch fanatisme hadden in de jaren dertig, veertig en vijftig veel gewone burgers hun buren of familieleden bij de geheime politie aangegeven. Zij wilden het verleden zo snel mogelijk vergeten. De argwaan van de Russen die ik in die tijd leerde kennen, doordrong me ervan dat de inrichting van een nieuwe samenleving niet eenvoudig was. De cultuur van angst en verraad 14
had van velen wantrouwige individuen gemaakt, die ieder woord zorgvuldig wogen alvorens het met bekenden te delen. Het is daarom niet zo vreemd dat er nooit een Russische variant van de Neurenbergse processen is geweest. Na de mislukte coup van augustus 1991 en het afschaffen van de Communistische Partij had het partijkader er even voor gevreesd. De Wit-Russische schrijfster en winnares van de Vredesprijs van de Duitse Boekhandel 2013 Svetlana Aleksijevitsj voert in haar magistrale boek Vremja sekond hend (Second-hand Zeit. Leben auf den Trümmern des Sozialismus), waarin ze de ‘stemmen’ van talloze gewone Sovjetburgers heeft verzameld, een hoge Kremlinfunctionaris op, die over de zelfmoord van maarschalk Sergej Achromejev, een van de coupplegers, zegt: ‘Hij heeft, zo denk ik, geraden wat er allemaal zou gebeuren. Hoe het socialisme vernietigd zou worden. Dat al dat geklets op bloedvergieten zou uitlopen. Op plundering. [...] Dat men de communisten met een Neurenberg zou dreigen. En wie zouden de rechters zijn? De ene communist zou over de andere moeten oordelen – zij die op woensdag uit de partij waren gestapt over hen die pas op donderdag uitgetreden waren.’ Door het bestaan van die angst bij de oudere generatie had de geïmplodeerde Sovjet-Unie met al haar gebreken meer aanhangers dan wij in het Westen voor mogelijk hielden. Ze voelden zich bij 15
het oude vertrouwde meer op hun gemak dan bij het onzekere nieuwe, omdat dit weinig kansen op verbetering leek te bieden. In Jeltsin zagen velen aanvankelijk een betere president, omdat hij tijdens de coup had laten zien niet bang te zijn om voor de goede zaak te sterven. Maar toen het onder zijn bewind nog slechter met de economie ging dan tijdens Gorbatsjov, groeide de heimwee naar de Sovjet-Unie. Bovendien verdween het westerse hulpgeld als sneeuw voor de zon (namelijk in de zakken van de ontvangers) en lieten de Verenigde Staten Rusland steeds meer aan zijn lot over. De Russen moesten het maar zelf opknappen, vonden ze. Dat in een land, waar onderhorigheid aan de staat decennialang ieder initiatief onmogelijk maakte, maar weinigen wisten hóé dat moest, drong niet tot de Amerikaanse beleidsmakers door. Tientallen miljoenen Russen raakte met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie compleet gedesillusioneerd en koersloos. De wereld waarin ze waren opgegroeid, met haar ideologie, socialistischrealistische literatuur en kunst, economisch systeem, socialistische feestdagen, werd als een grote leugen afgedaan. Troost zochten ze in nostalgie over de Stalintijd of in de Russisch-Orthodoxe kerk, die in het geestelijk vacuüm was gesprongen dat het verdwenen communistische systeem had achtergelaten.
16
Het geloof in een betere toekomst slonk in de tweede helft van de jaren negentig nog verder. Door de frauduleuze herverkiezing van Jeltsin tot president, waarmee moest worden voorkomen dat de communisten in 1996 opnieuw aan de macht zouden komen, de opkomst van de oligarchen die hem daarbij hielpen en de feitelijke heersers van het land werden, de economische shocktherapie met als dramatisch gevolg de Roebelcrisis in 1998, en de verdere Verelendung van de bevolking, verloren begrippen als democratie en marktkapitalisme hun laatste restje positieve betekenis. Miljoenen Russen werden werkloos. Ingenieurs moesten ineens hun geld als bordenwasser of verkoper verdienen. Terwijl veel ouderen terugverlangden naar de tijd van Stalin, toen in naam van het communisme het land werd opgebouwd en ze het gevoel hadden dat een sterke leider voor hen zorgde, speurde de jongere generatie naar mogelijkheden om een beter leven op te bouwen. Een vriendin van mij, opgeleid als vliegtuigbouwkundig ingenieur, liet zich omscholen tot marketingdeskundige en vond een baan bij een groot kinderspeelgoedwarenhuis. Anderen begonnen in de jungle van het wilde kapitalisme van alles te kopen en te verkopen om soms heel rijk te worden. Van wetten trokken ze zich niets aan, waardoor een maffiose samenleving ontstond met criminelen die tot in de hoogste geledingen van het Kremlin wisten door te dringen. 17
Terwijl een minderheid van Europeesgezinde, liberale intellectuelen en politici Rusland in de richting van Europa probeerde te duwen, zonk het land steeds verder weg in de aandacht van het Westen, dat niets meer van Rusland te vrezen meende te hebben. Bovendien vielen met de nieuwe leiders op het internationale podium goede afspraken te maken, op een uitzondering op de Balkan na. Op Rusland was weliswaar nog altijd het een en ander aan te merken, maar algemeen werd gehoopt dat het zich snel zou aanpassen aan de herijkte mondiale verhoudingen, omdat het geen andere keuze zou hebben. Dat die andere keuze wel degelijk bestond, lijkt het Westen pas te beseffen nu Rusland zich in een antiwesterse vesting heeft teruggetrokken.
Vertekend verleden De eu was in de ogen van de ex-kgb’er Poetin echter net zoiets als de navo en dus als de Verenigde Staten, de voormalige vijand, waarvan nog maar de vraag was of je die echt kon vertrouwen. In die dagen moet de schizofrenie van de huidige Russische samenleving zijn begonnen, waarbij een grote groep nostalgici naar het eeuwige, grootse Rusland van vroeger verlangde, en een kleinere groep jonge Russen voor Europa en haar markteconomie was. 18
Poetin speelde slim in op de nostalgici door het stalinistische verleden tot belangrijk onderdeel van zijn machtsspel te maken. Dat was mogelijk omdat Rusland de confrontatie met zijn moordzuchtige geschiedenis nog altijd niet was aangegaan, in tegenstelling tot Duitsland, waar de Vergangenheitsbewältigung – de morele afrekening met het naziverleden – een helende boetedoening zonder einde was. Zo worden Stalins misdaden nog altijd door de staat gebagatelliseerd en zijn prestaties geprezen. Stalin was geen massamoordenaar zoals westerse historici schreven, maar een efficiënte manager. In de officiële leerboeken voor geschiedenisleraren wordt dat beeld benadrukt. De vijftien miljoen Sovjetburgers die in de goelagkampen zijn omgekomen of met een nekschot door de geheime politie zijn geëxecuteerd, worden in de staatsmedia steeds vaker neergezet als mensen die met hun leven hebben bijgedragen aan de opbouw en modernisering van de SovjetUnie. Met die mythevorming wil de staat niet alleen voorkomen dat de ziel van de Russische burger gekweld wordt door een knagend schuldgevoel over de vele slachtoffers, maar er ook voor zorgen dat de namen van de moordenaars ongenoemd blijven. De Tweede Wereldoorlog, ofwel de Grote Vaderlandse Oorlog, staat symbool voor de heldhaftige strijd van de Sovjet-Unie tegen de fascisten. Het was een strijd van broederschap, 19
heldendom en rodina (vaderland). Dit na 1945 zorgvuldig geschapen beeld domineert nog altijd de staatsmedia, die in hun zendtijd de ene na de andere oorlogsfilm herhalen. Voor de miljoenen jonge soldaten die door Stalin onnodig de dood in zijn gejaagd, is in die films geen plaats. Hetzelfde geldt voor de miljoen Sovjetburgers die zijn gecrepeerd tijdens de 900 dagen durende blokkade van Leningrad. In Rusland telt niet het lijden van het individu, maar de heldenmoed van het collectief. Op die manier functioneert de staat als een continu systeem, waarin het er niet toe doet of dat wordt geleid door Stalin of Poetin.
Vermeende vriend van het Westen Terwijl Poetin in eigen land het stalinistische verleden propageerde, voerde hij in het Westen een toneelstuk op om iedereen in de waan te laten dat Rusland democratie een warm hart toedroeg. Rusland werd daarin als een ‘soevereine democratie’ uitgebeeld, waarin de teugels strak moesten worden aangetrokken om de chaos en anarchie, die onder zijn voorganger Boris Jeltsin waren ontstaan, te bedwingen. In dat toneelstuk speelde Poetin de rol van de verlosser. Het kwam hem daarbij van pas dat de olieprijs drastisch was gestegen en de Russen niet 20