Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer
Update 2012
Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer
Update 2012
J.H.M. van Beijeren ir. M.R.J. Kindt ir. M.W.J. Bus Dit rapport is uitgebracht aan FMN Kenmerk R20120152/31647000/BUS/LEU Zoetermeer, augustus 2012
© Het gebruik van cijfers en/of tekst uit dit rapport is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van NEA.
Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer
Inhoudsopgave
1
INLEIDING
4
2
METHODIEK VAN HET ONDERZOEK
5
3
KOSTENAANDELEN
7
4
VOORBEELDBEREKENING VAN WERKING NIEUWE INDEXATIEMETHODIEK VANAF 2011.
9
INDEXATIEOVERZICHTEN PER TECHNIEK EN ENERGIEBRON RAMING 2011
11
OVERGANGSMAATREGEL BIJ INVOERING IN 2011
12
5 6
R20120152.doc 16 augustus 2012
3
Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer
1
Inleiding
In de financiële relatie tussen opdrachtgevers (overheden) en opdrachtnemers (vervoerbedrijven)
in
het
openbaar
vervoer
worden
verschillende
indexen
gebruikt die vrijwel nergens overeenkomen met de kostenstructuur van de vervoerbedrijven. Indien er een kostenontwikkeling wordt overeengekomen die is afgestemd op de kostenstructuur van de openbaar vervoerbedrijven zal dit voor zowel de opdrachtgevers als opdrachtnemers voordelen opleveren, namelijk:
De opdrachtnemer weet dat hij reëel kan inschrijven daar hij voor de verdere jaren geen risico’s loopt op onvoorziene kostenstijgingen;
De opdrachtgever kan de laagste inschrijving verwachten daar hier geen risico’s voor onverwachte kostenstijgingen zijn inbegrepen.
In 2006 heeft NEA eenmalig in opdracht van het toenmalige Mobis een dergelijke kostenontwikkeling
opgesteld.
Naar
aanleiding
hiervan
hebben
er
tussen
opdrachtgevers en opdrachtnemers gesprekken plaatsgevonden. Daar
het
belang
van
een
juiste
kostenontwikkeling
voor
zowel
de
vervoerbedrijven als voor de aanbestedende diensten geldt, hebben deze een werkgroep gevormd (FMN en overheid) om voor alle partijen een acceptabele methodiek op te zetten en toe te passen. NEA is door deze werkgroep gevraagd een voorstel in te dienen, waarbij op transparante wijze de methodiek wordt vastgesteld. Het resultaat van dit voorstel is verwoord in deze rapportage. De opbouw van de rapportage is als volgt: In hoofdstuk 2 wordt eerst de methodiek van het onderzoek beschreven ten aanzien van de prognose en de aanpassingen in het daarop volgende jaar. In hoofdstuk 3 zal worden ingegaan op de basis kostenindeling van de aangetroffen
kostenaandelen
bij
de
bedrijven.
In
hoofdstuk
4
wordt
het
voorbeeld van de indexatie gepresenteerd waarbij in dit voorbeeld 2009 op 100 is gesteld. Tot slot worden in hoofdstuk 5 de ramingen per techniek voor 2011 vermeld. Indexatie bij tenders Bij aanbestedingen in het Openbaar Vervoer worden de offertes uitgevraagd op basis van het prijspeil van het jaar voorafgaand aan de bestekdatum, tenzij deze datum na 1 oktober ligt. In dat laatste geval moet geoffreerd worden op het prijspeil van het huidige jaar. De naam van de nieuw ontwikkelde indexatiemethodiek is LBI (Landelijke Bijdrage Index).
R20120152.doc 16 augustus 2012
4
Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer
2
METHODIEK VAN HET ONDERZOEK
De onderzoekmethode van NEA bij het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer is als volgt: Vooraf is de kostenstructuur per techniek (bus of trein) en energieverbruik (diesel, aardgas of elektriciteit) van de bedrijfstak gewogen vastgesteld. Deze kostenstructuur wordt bij normale kostenontwikkelingen één keer per drie jaar opnieuw geijkt. Indien zich bijzondere omstandigheden voordoen, waarbij grote verschuivingen in de kostenaandelen aannemelijk zijn, zal tussentijds een herijking plaatsvinden. Er is voor een periode van drie jaar gekozen om alleen de structurele effecten mee te nemen en geen jojo-effect te verkrijgen.
De berekeningen van de ontwikkelingen zullen worden beperkt tot twee technieken bus en trein. Voor bus wordt een apart indexcijfer berekend voor materieel voortbewogen door diesel of door aardgas. Voor trein wordt een apart indexcijfer berekend voor materieel voortbewogen door diesel of door elektriciteit.
Afhankelijk
van
het
soort
vervoer
binnen
een
gemengde
concessie kan dan een mix van de percentages worden genomen. Deze mix dient vooraf in het bestek te worden vastgelegd. Indien andere soorten voertuigen dan bus en trein worden ingezet dienen nadere afspraken te worden gemaakt;
Het kostenniveau per kostensoort wordt in 2010 op 100 vastgesteld;
In
oktober
2010
worden,
kostenontwikkelingen
voor
na het
het
bekend
komende
worden
jaar
van
(2011)
per
de
MEV,
de
kostensoort
vastgesteld. De kostensoorten die voor het volgen van de MEV in aanmerking komen zullen verderop nader worden genoemd;
op
basis
van
gewogen
gemiddelden
wordt
een
kostenontwikkelings-
percentage voor het komende jaar (2011) berekend (indexatie vooraf voor 2011);
in april van het jaar volgend op het geraamde jaar (april 2012) worden de werkelijke kostenontwikkelingen verrekend ten opzichte van de in oktober 2010 voor het jaar 2011 geraamde kostenontwikkelingen. Dit betreft dan een afrekening van het jaar 2011. Deze werkelijke kostenontwikkelingen kunnen leiden tot een aanpassing van de indexatie voor het volgende jaar (in dit geval 2012).Bij grote afwijkingen tussen de voorcalculatie en de werkelijke vaststelling in april kan worden afgesproken dat voor het lopende jaar de bijdragen worden aangepast;
Deze cyclus herhaalt zich elk jaar waarbij de raming in oktober als een voorschot moet worden beschouwd.
De berekeningen zoals hierboven vermeld worden uitgevoerd door het Landelijke Tarievenbureau dat de uitkomsten er van ter controle aanbiedt aan de vervoerders, waarna de indexaties worden vastgesteld.
R20120152.doc 16 augustus 2012
5
Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer
Afgesproken is om de volgende methodiek te volgen: De kostenaandelen van de Openbaar vervoerbedrijven worden gesplitst in drie kostencategorieën namelijk: Loonkosten Onder deze post worden alle kosten verzameld die een relatie hebben met het personeel (loon, sociale lasten, pensioen en overige personeelskosten). Bij deze kostenpost zal de verwachte ontwikkeling “Loonsom per arbeidsjaar marktsector” worden gevolgd (inclusief toename sociale lasten). Energiekosten Deze post is onderverdeeld in Diesel, Aardgas en Elektriciteit. Diesel Voor de werkelijke ontwikkelingen van de diesel worden de betreffende CBS cijfers gebruikt (CBS code 07222). CBS publiceert deze cijfers elke maand en baseert zich op het gemiddelde van de dagprijzen van de diesel. De berekening is gebaseerd op de stijging of de daling van de gemiddelde prijs van de afgelopen
12
maanden..
Aangezien
een
prognose
van
de
toekomstige
ontwikkeling van de brandstofprijzen erg lastig en arbitrair is, wordt bij de voorcalculatie deze
prognose gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de
loonvoet marktsector en CPI (zie loonkosten en overige kosten). Aardgas Voor de werkelijke ontwikkelingen van deze post wordt de CBS index van gas (code 4520) gevolgd. De prognose van deze post geschiedt op dezelfde wijze als beschreven onder de post diesel. Elektriciteit Voor de werkelijke ontwikkelingen van deze post wordt de CBS index van elektriciteit (code 4510) gevolgd. De prognose van deze post geschiedt op dezelfde wijze als beschreven onder de post diesel. Overige kosten Voor
alle
niet
eerder
genoemde
kosten
wordt
de
ontwikkeling
van
de
consumentenprijsindex gevolgd. Een uitzondering hierop vormen de “reparatieen onderhoudskosten” en de “doorberekende overheadkosten”. Hierop zal in het volgende hoofdstuk nader worden ingegaan. In het verleden werd voor het volgen van de kostenontwikkeling in het OV de ontwikkeling van het IMOC gevolgd. Het verschil tussen de CPI en het IMOC is dat bij het IMOC vooral de kostenontwikkelingen worden gevolgd die bij de overheden plaatsvinden. Daar de OV bedrijven private bedrijven zijn ligt het volgen van de CPI het meest voor de hand. Daarnaast wordt hier meer uniformiteit verkregen, omdat bij het prognosticeren van alle drie de kostensoorten zoveel mogelijk het CPI wordt gevolgd.
R20120152.doc 16 augustus 2012
6
Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer
3
Kostenaandelen
NEA heeft bij drie bedrijven (Arriva, Connexxion en Veolia) de bedrijfsgegevens over 2009 geanalyseerd en deze uniform gewogen voor de kostenontwikkeling opgesteld. Daar ieder bedrijf een eigen rekeningschema hanteert zijn de aangetroffen
kostenaandelen
niet
zonder
correcties
opneembaar.
De
belangrijkste uitgevoerde correcties waren:
De inhuur of verhuur van personeel zijn gecorrigeerd op de loonkosten;
Bij concessies waarbij reparaties en onderhoud extern worden uitbesteed is 40% van deze kosten toegerekend aan de loonkosten;
Bij concessies waarbij overheadkosten vanuit de holding zijn doorberekend is rekening gehouden met het aandeel loonkosten in de holding. Dit aandeel is bij de berekening bij de loonkosten gevoegd;
In de kosten is geen rekening gehouden met onderaanneming. Hierbij is er van uit gegaan dat de kostenstructuur van onderaanneming globaal gelijk is aan deze van de concessiehouder.
Uitkomsten vaststelling kostenaandelen Na uitvoering van de eerder genoemde correcties zijn de kostenaandelen bepaald volgens de in hoofdstuk 2 genoemde onderdelen. Gezien het beperkt aantal deelnemers lijkt het onverstandig om hier anoniem gegevens per bedrijf te vermelden daar herkenbaarheid niet kan worden uitgesloten. Wel kan worden vermeld dat de structuur van de kosten van de drie bedrijven niet veel van elkaar afwijkt. De individuele kostenaandelen zijn wel naar elk bedrijf afzonderlijk verstuurd. Uit de verstrekte gegevens zijn drie verschillende kostenaandelen berekend. In de onderstaande tabel zijn deze kostenaandelen vermeld. Tabel 3.1
Kostensoort
Kostenaandelen per kostensoort bus diesel (2009)
Kostenaandeel
Loonkosten
62,48
Overige kosten
27,43
Brandstofkosten
10,09
Bron: NEA
R20120152.doc 16 augustus 2012
7
Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer
Tabel 3.2
Kostenaandelen per kostensoort bus aardgas (2009)
Kostensoort
Kostenaandeel
Loonkosten
63,73
Overige kosten
29,96
Brandstofkosten
6,31
Bron: NEA
Tabel 3.3
Kostenaandelen per kostensoort trein (2009)
Kostensoort
Kostenaandeel
Loonkosten
31,30
Overige kosten
60,24
Energiekosten
Geen
8,46
onderscheid
in
kostenaandelen
tussen
trein
diesel
of
trein
elektriciteit Gezien het beperkt aantal waarnemingen wordt er qua kostenaandelen geen onderscheid
gemaakt
tussen
treinmaterieel
voortbewogen
door
diesel
of
treinmaterieel voortgedreven door elektriciteit. Wel zal bij de post energie rekening worden gehouden met de ontwikkeling van de desbetreffende post. Indexcijfer bus (diesel of aardgas) of trein (diesel of elektriciteit) Bij concessies waarbij zowel bussen als treinen worden ingezet zal, afhankelijk van de verhouding van deze inzet, een gemiddelde van de twee berekende kostenontwikkelingen moeten worden genomen.
R20120152.doc 16 augustus 2012
8
Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer
4
Voorbeeldberekening van werking nieuwe indexatiemethodiek vanaf 2011
Stel bijdrage 2010 = 100
Tabel 4.1
Voorlopig vaststelling bijdrage 2011
Kosten
Voorcalc.
Indexatie
Totaal
Totaal
Werk.index
Nacalc.
Effect
Totaal
Definitieve
aandeel
okt-10
voorcalc.
index
bijdrage
apr-12
apr-12
nacalc.
nabetaling
bijdrage
NEA
voor jaar
okt-10
tbv
2011
voor jaar
voor
voor
apr-12
2011
2011
voor
2011
voorlopig
2011
jaar
jaar
over 2011
2011
2011
2011 Lonen
62,48
3,00%
1,87
2,50%
1,56
Diesel
10,09
2,54%
0,26
1,00%
0,10
Overig
27,43
1,50%
0,41
1,50%
0,41
100,00
2,54%
2,54%
102,54
2,07%
-0,47%
0,47-
102,07
Voorlopig vaststelling bijdrage 2011 is 102,54: na afloop van het jaar 2011 worden de werkelijke indexcijfers berekend; resultaat: bijdrage is 0,47% te hoog vastgesteld; definitieve bijdrage wordt 1,0207 x 100 = 102,07.
Tabel 4.2
Voorlopig vaststelling bijdrage 2012
Kosten
Voorcalc.
Indexatie
Totaal
Totaal
Werk.index
Nacalc.
Effect
Totaal
Definitieve
aandeel
okt-11
voorcalc
index
bijdrage
apr-13
apr-13
nacalc.
nabetaling
bijdrage
NEA
voor jaar
okt-11
tbv
2012
voor jaar
voor
voor
apr-13
2012
2012
voor
2012
voorlopig
2012
jaar
jaar
over 2012
2012
2012
2012 Lonen
62,48
1,00%
0,62%
2,00%
1,25
Diesel
10,09
1,61%
0,16%
2,00%
0,20
Overig
27,43
3,00%
0,82%
2,00%
0,55
100,00
1,61%
1,61%
104,19
2,00%
0,39%
0,08-
Voorlopig vaststelling bijdrage 2012 is 102,54 x 101,61 = 104,19; na afloop van het jaar 2012 worden de werkelijke indexcijfers berekend; resultaat: bijdrage is 0,39% te laag vastgesteld; definitieve bijdrage wordt 1,02 x 102,07 = 104,12. Het feit dat hier toch door de vervoerder moet worden terugbetaald is een gevolg van het feit dat de voorlopige bijdrage voor het jaar 2012 is gebaseerd op de voorlopige bijdrage 2011. De definitieve bijdrage 2012 is gebaseerd op de definitieve bijdrage 2011.
R20120152.doc 16 augustus 2012
9
104,12
Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer
Tabel 4.3
voorbeeld van de indexatie
Kosten
Voorcalc.
Indexatie
Totaal
Totaal
Werk.index
Nacalc.
Effect
Totaal
Definitieve
aandeel
okt-12
voorcal.
index
bijdrage
apr-14
apr-14
nacalc.
nabetaling
bijdrage
NEA
voor jaar
okt-12
tbv
jaar
voor jaar
voor
voor
apr-14
2013
2013
voor
2013
2013
2013
jaar
jaar
over 2013
2013
2013
2013
voorlopig
Lonen
62,48
2,00%
1,25
2,50%
1,56
Diesel
10,09
1,69%
0,17
4,00%
0,40
Overig
27,43
1,00%
0,27
1,00%
0,27
100,00
1,69%
1,69%
105,96
2,24%
0,55%
0,97
Het bovenstaande betreft een voorbeeld van de indexatie. Ieder jaar wordt door NEA opnieuw een percentage vastgesteld waarmee de bijdrage wordt verhoogd.
R20120152.doc 16 augustus 2012
10
106,45
Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer
5
Indexatieoverzichten per energiebron raming 2011
Tabel 5.1
techniek
en
Kostenraming 2011 bus diesel
Kosten
Kostenaandeel
Raming 2011
Ontwikkeling
Lonen
62,48
103,0
1,87 %
Diesel
10,09
102,54
0,26 %
Overig
27,43
101,5
0,41 %
Indexering 2011
102,54
2,54 %
Kostenaandeel
Raming 2011
Ontwikkeling
63,73
103,0
1,91 %
6,31
102,52
0,16 %
29,96
101,5
0,45%
Indexering 2011
102,52
2,52 %
Kostenaandeel
Raming 2011
Ontwikkeling
Lonen
31,3
103,0
0,94 %
Diesel
8,46
102,54
0,17 %
Overig
60,24
101,5
0,90 %
Indexering 2011
102,05
2,01 %
Kostenaandeel
Raming 2011
Ontwikkeling
Lonen
31,3
103,0
0,94 %
Elektriciteit
8,46
102,54
0,17 %
60,24
101,5
0,90 %
Indexering 2011
102,05
2,01 %
Tabel 5.2
Kostenraming 2011 bus aardgas
Kosten Lonen Aardgas Overig
Tabel 5.3
Kostenraming 2011 trein diesel
Kosten
Tabel.5.4
Kostenraming 2011 trein elektriciteit
Kosten
Overig
R20120152.doc 16 augustus 2012
11
Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer
6
Overgangsmaatregel bij invoering in 2011
Voor de start van de nieuwe methodiek van indexatie gelden de volgende afspraken: 1.
Voor alle concessies wordt eind 2010 de voorcalculatie toegepast zoals in hoofdstuk 5 is beschreven (voorbeeld: bus diesel 2,54% ten opzichte van de bijdrage 2010);
2.
Voor concessies die voor 2011 zijn gestart geldt dat bij de nacalculatie in april 2012 de basis voor de dieselprijs het gemiddelde is van de jaren 2009 en 2010;
3.
Voor concessie die vanaf eind 2010 c.q. 2011 zijn ingegaan is de indexatie in 2011 afhankelijk van het prijspeil waarop is geoffreerd. Als de offerte op prijspeil 2010 is gemaakt wordt de nieuwe indexatie toegepast met als uitzondering de nacalculatie van de dieselprijs, waarvoor het gemiddelde van 2010 wordt genomen. Als de offerte op prijspeil 2011 is ingediend, wordt er uiteraard niet geïndexeerd over 2011.
R20120152.doc 16 augustus 2012
12