Een productformule
voor het Hoogwaardig Openbaar Vervoer
Zestien gemeenten samen voor bereikbaarheid, leefbaarheid en economische ontwikkeling. De gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Haarlemmermeer, Landsmeer, Oostzaan, Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang vormen samen de Stadsregio Amsterdam.
Stadsregio Amsterdam Postbus 626 1000 AP Amsterdam tel: 020 527 37 00 fax. 020 527 37 77 www.stadsregioamsterdam.nl
December 2010
Een productformule
voor het Hoogwaardig Openbaar Vervoer
INHOUD 1. Inleiding
4
6. Financiën
14
Leeswijzer
4
Infrastructuur
14
2. Netwerk
5
Kosten Productformule
14
Exploitatie
14
3. Productformule
6
Communicatie, marketing en branding
14
Inleiding
6
Halteperrons
14
Een Productformule
6
Stations, wachtruimtes en abri’s
15
Rol van de vervoerder
7
Dynamisch Reis Informatie Systeem (DRIS)
15
Rol van de opdrachtgever
7
Fietsvoorzieningen
15
Organisatie, ontwikkeling en beheer productformule (PvE; huisstijl etc.)
15
4. Kenmerken Productformule
8
R-net organisatie
15
Infrastructuur aanleg
8
Resumerend
16
Infrastructuur beheer en in standhouding
8
Exploitatie
8
Voertuigen
8
Haltes
9
Halteafstanden
9
Maatvoering perrons
9
Abri’s
9
Dynamisch Reis Informatie Systeem
10
Statische Reis Informatie
11
Fietsvoorzieningen
11
Knooppunten
11
Aanleg en instandhouding Hoogwaardig OV-net
11
Document “Programma van Eisen Hoogwaardig OV net”
11
5. Naam (en logo)
12
RegioNet
12
Zuidtangent
12
Andere naam
12
Voorwaarden
13
Communicatie
13
7. Implementatie
17
Dekking
18
Implementatie 2011–2012
18
8. Te nemen besluiten
20
Bijlagen Bijlage 1 Netwerk Hoogwaardig Openbaar Vervoer 2020
Bijlage 2 Overzicht huidige lijnen van het Hoogwaardig Openbaar Vervoer Bijlage 3 Overzicht Infrastructuur projecten ter verbetering HOV Bijlage 4 Programma van Eisen HOV
Bijlage 5 Verkenning naar nut en noodzaak productformule
1
INLEIDING
2
NETWERK
Vanwege de matige bereikbaarheid van de Metropool-
tussen grote woon- en werklocaties een attractief, be-
In de OV-visie 2010–2030 van de Stadsregio is een
IJmuiden–Sloterdijk, etc.). Zo heeft bijvoorbeeld de
het doel geformuleerd dat te verbeteren. Een van de
bieden. De opdrachtgevers voor het openbaar vervoer
het doel van bereikbaarheid en leefbaarheid moet
tentieel maar is de infrastructuur nog niet van vol-
regio Amsterdam is in vele verkeer- en vervoerplannen verbeteringen is gevonden in de versterking van de rol
van het openbaar vervoer. In de verschillende OV-visies is het belang van het openbaar vervoer voor de bereikbaarheid, leefbaarheid en het faciliteren van de mobiliteit in deze regio verder uitgewerkt.
trouwbaar, met de auto concurrerend, alternatief moet
in de Metropoolregio Amsterdam, de Stadsregio Am-
sterdam, Provincie Noord-Holland, en Almere, willen dat netwerk de noodzakelijke hoogwaardige kwaliteit
geven en van dat openbaar vervoer een ‘sterk merk’ maken.
De ambitie is om te komen tot een hoogwaardig OV-
De infrastructuur bepaalt in belangrijke mate of het
metro- en zelfs treinverbindingen dat een volwaar-
Als de infrastructuur op een goed niveau is, wordt het
product in een samenhangend netwerk van bus, tram, diger en aantrekkelijker reisalternatief moet gaan
openbaar vervoer aan die verwachtingen kan voldoen. tijd de reiziger ook te laten zien dat het openbaar ver-
bieden. Dat moet niet alleen een samenhangend net
voer die hoogwaardige kwaliteit heeft: het zou herken-
de ruimtelijke ontwikkelingen. Dat alles moet zorgen
aan toe te kennen. In deze notitie wordt aangegeven
van OV-lijnen zijn, maar dient ook in relatie te staan tot
voor snel, betrouwbaar en comfortabel openbaar ver-
voer naar de belangrijke bestemmingen, met als doel een duurzaam bereikbare Metropoolregio.
In de OV-visie 2010–2030 van de Stadsregio Amsterdam is daarom een netwerk van OV verbindingen opgeno-
men. Alle gemeenten binnen de Stadsregio Amsterdam
hebben ingestemd met deze OV-visie. In de naastliggende gebieden van de metropoolregio bestaan verge-
lijkbare ambities en openbaar vervoernetwerken. Het is
een netwerk van bus, tram, metro en trein verbindingen dat de reizigers voor de korte en middellange afstanden
4
baar moeten zijn. Dat kan door er een ‘productformule’
OV netwerk van metro, tram en buslijnen waarmee worden gerealiseerd. Voor de aan de west en oost-
zijde gelegen vervoergebieden zijn vergelijkbare
netwerken opgesteld. Dit Hoogwaardige Openbaar Vervoer netwerk (HOV) kent verbindingen die nu al geheel voldoen aan de eisen van snel, betrouw-
verbinding Uithoorn–Amsterdam wél voldoende po-
doende kwaliteit om te kunnen voldoen aan de eisen van hoogwaardigheid. Er is een tracéstudie afgerond
zodat over enige tijd de infrastructuur gereed kan zijn en de verbinding aan de kwaliteitseisen voldoet.
baar en hoog frequent (Zuidtangent, metrolijnen,
De volgende afbeelding toont schematisch het totale
Amsterdam), verbindingen die kansrijk zijn (buslij-
vervoerd en waar ook nog reizigersgroei gezien wordt.
IJtram, Purmerend–Amsterdam, Waterland oost–
nen Huizen–Hilversum, Almere/Gooi–Amsterdam, Zaanstad–Amsterdam, etc.), maar ook verbindingen waar kansen worden gezien (diverse tramlijnen bin-
nen Amsterdam en buslijnen Haarlem–Amsterdam,
netwerk waarin ook nu al voldoende reizigers worden Dat netwerk biedt de mogelijkheden om uit te groeien
naar een hoogwaardig netwerk. Zie voor een gedetailleerde weergave van het netwerk bijlage 1 en het overzicht van de huidige lijnnummers in bijlage 2.
wat een productformule is en of deze is te introduceren in de Metropoolregio Amsterdam. Leeswijzer
Deze notitie is opgesteld om de weg naar het tot
stand komen van de productformule aan te geven. Hoofdstuk 2 omvat een omschrijving van het netwerk, hoofdstukken 3 en 4 omschrijven de product-
formule en de keuzes, hoofdstuk 5 de naam en logo, hoofdstuk 6 de kosten en financiering en hoofdstuk 7 de implementatie.
5
3
Productformule Inleiding.
haltes en reisinformatie te kunnen zien welke kwaliteit
leidt tot behoorlijke discussie. Zo kan het gaan over de
vervoerder hem/haar toevallig vervoert. Dit pleit voor
Het doel, nut en uitvoering van een productformule taak; behoort die toe aan de overheid of hoort die meer bij een ondernemende partij. Voor welk doel wordt
een productformule gebruikt, bijvoorbeeld ter promo-
tie van de stad Amsterdam (I Amsterdam), of voor die
hem/haar te wachten staat in plaats van te zien welke
de ontwikkeling van één op de klant gerichte product-
formule die de samenhang en betrouwbaarheid van het OV-netwerk onderstreept.
van de opdrachtgever, of voor de eigen identiteit van de
Een productformule
(Stop & Go, Q-liner) of voor een Hoogwaardig Regionaal
waardige kenmerken van dat product, die onderschei-
vervoerder, of ter promotie van bijzondere OV modules Openbaar Vervoernetwerk.
Op dit moment worden enkele productformules gevoerd en hebben de vervoerbedrijven hun eigen be-
drijfsuitvoering en logo’s die lang niet overal volledig zijn doorgevoerd.
Bij een productformule gaat het vooral om het gezicht
van het Hoogwaardig OV-net (voertuigen, dienstrege-
ling, stations, haltes en reizigersinformatie) waarvan in de marketing en communicatie gebruik gemaakt moet
gaan worden. Vanwege de vele bedrijfs- en productformules door elkaar is er nu geen sprake van één herkenbaar openbaar vervoer ‘gezicht’ en zeker niet voor het
hoogwaardige deel. Eigenlijk behoort de reiziger (de
klant) aan de uitvoering van het materieel, stations,
Een productformule staat voor alle beloofde hoog-
dend zijn van overige, soortgelijke producten. Een goed voorbeeld was Interliner en is de Zuidtangent: twee
openbaar vervoerverbindingen die met kwaliteit, be-
trouwbaarheid en uitstraling hoogwaardigheid bieden. Een reiziger ziet en ervaart in één keer dat hij te maken
heeft met een onderscheidend product. Het samenspel van kwaliteit, betrouwbaarheid en uitstraling maakt de
Zuidtangent de Zuidtangent en is daarmee een ‘sterk’
plichtingen. Er moet dan ook voorzichtig mee worden omgegaan.
Een productformule heeft alleen een kans van slagen
merk. Een productformule toekennen aan een trage
als het de belofte ook waarmaakt.
onbetrouwbare buslijn maar die voorzien is van luxe bussen en mooie haltes geeft de reiziger toch niet het
gevoel dat met een hoogwaardig product wordt ge-
Hoogwaardig openbaar vervoer begint met de basisei-
alleen de doorstroming is gewaarborgd. Kortom: een
tie, snel, goede overstappen en ruime openingstijden. De
reisd. Andersom zal de reiziger dit ook niet ervaren als productformule schept verwachtingen en kent ver-
sen waaraan moet worden voldaan. Stipt, hoge frequenverzamelbegrippen die daarbij gehanteerd worden zijn: Betrouwbaar, Samenhang, Herkenbaar, Aantrekkelijk, Moeiteloos.
Pas als hieraan wordt voldaan gaan zaken als kleur, comfort, etc. een rol spelen. De Piramide van Maslow
geeft aan welke aspecten moet worden voldaan voordat sprake kan zijn van een zinvolle productformule. Rol van de vervoerder
Eigenlijk zou de vervoerder moeten komen met een pro-
ductformule. Die wordt door de contractvorm geprikkeld om op zoek te gaan naar nieuwe reizigers. Uit informa-
tie blijkt dat alleen al met een verbeterde uitstraling van het openbaar vervoer 10% extra groei kan worden gere1
aliseerd. Met het hebben van een productformule en de
daarbij behorende kwaliteit en betrouwbaarheid kan de vervoerder gericht campagne voeren en daarmee mensen verleiden gebruik te gaan maken van dat lijnennet.
De vervoerders komen wel met bedrijfseigen productformules (MAXX, Q-liner,) maar niet met een gezamen-
lijke productformule. Niet alle vervoerders zijn kennelijk even overtuigd en enthousiast over de meerwaarde en willen zich, met hun eigen huisstijl, ook van elkaar
kunnen blijven onderscheiden. Bovendien hebben ze, vanwege de aanbestedingen, onvoldoende financiële ruimte om de bijbehorende investeringen te realiseren en dit met marketinginspanningen te ondersteunen. Rol van de opdrachtgever
Aangezien sprake is van een regionaal netwerk en de ver-
voerders niet tot een regionale productformule kunnen/ willen komen zijn de opdrachtgevers voor het openbaar
vervoer binnen de Metropoolregio Amsterdam, (Stadsre-
gio Amsterdam, Provincie Noord-Holland en Almere) de-
gene die van het netwerk een ‘sterk merk’ willen maken door er een herkenbare aansprekende productformule voor te ontwikkelen. Dat betekent inzicht geven in wat
de invoering betekent, wat voor inspanningen noodzakelijk zijn, welke kosten hiermee gemoeid zijn, hoe dit
kan worden gefinancierd en wanneer dit nieuwe “ge-
zicht” aan de reizigers zal worden getoond. Niets doen betekent dat er óók productformules ontstaan, maar dat
zijn dan de reeds gebruikte concerngerichte productformules van de verschillende vervoerbedrijven (GVB, Connexxion, Arriva) dan wel die van een toevallig project (Zuidtangent, Noord/Zuidlijn). Een keuze is onvermijdelijk.
Piramide van Maslow 1
6
Onderzoek Goudappel Coffeng 12 maart 2010: Effect kwaliteitsaspecten HOVbus op reizigersaantallen
7
4
Kenmerken productformule Infrastructuuraanleg
voorstellen, uitvoeringsjaren en kosten (€ 195 miljoen
kleuren rood en donkergrijs, zoals bij de Zuidtangent, te
het openbaar vervoer maar zonder haltes kunnen geen
Hoogwaardig OV-netwerk. Betrouwbaarheid ontstaat
het overzicht van die projecten.
huisstijl voor de metro zijn dat kleuren waar naar wordt
hogen liggen haltes voor het Hoogwaardig netwerk
Betrouwbaarheid is het belangrijkste element van een indien de infrastructuur, waarvan gebruik gemaakt
2010-2020) zijn opgenomen. Zie ook de bijlage 3 met
moet worden, de uitvoering van een stipte dienstre-
Infrastructuur beheer en in standhouding
openbaar vervoer tussen de haltes onbelemmerd moet
is ook het in stand houden van deze infrastructuur en het
geling kan garanderen. Dat betekent eigenlijk dat het
kunnen doorrijden en er geen onnodige stops voorkomen.
Voor de metro, met de eigen exclusieve infrastructuur, is dat eenvoudiger te realiseren dan voor tram en bus. De bus en tram maken, in meer of minder mate, gebruik van de openbare weg en komen daar andere weggebruikers tegen die allen concurreren om de beperkt
Haltes
exclusieve gebruik door het openbaar vervoer. Nadrukke-
kaartje van de productformule. De haltes bieden de mo-
lijk wordt gesteld dat de keuze voor de productformule
impliceert dat eenmaal gekozen prioriteit voor het ov betekent dat dit ook gehandhaafd wordt. Niets is zo fnui-
kend voor kwaliteit wanneer hier aan “geknabbeld” wordt. In marketingtermen: “de belofte wordt gebroken”. Exploitatie
Het exploiteren van een productformule kost geld. Er
het voordeel van het openbaar vervoer en leiden dan
alleen mogen worden ingezet op de daartoe aangewe-
tot vertragingen en daarmee tot een voor de reizigers vaak onbetrouwbaar product. Om die reden heeft de infrastructuur in dat netwerk helaas nog niet altijd die kwaliteit om aan dat doel te kunnen voldoen. Bij bus en
tram doet zich dan ook de eerste behoefte voor om die betrouwbaarheid te verbeteren.
zijn onderscheidende (andere) voertuigen voor nodig die zen lijnen. Daarbij dient ook een reserve hoeveelheid te
worden aangehouden en spelen afwijkende onderhoudstandaards en -elementen een rol. Om het betaalbaar te
houden zal er per concessiehouder ook sprake moeten zijn van een zekere omvang van het materieel. Bij buslijnen wordt gesproken over tenminste 30 voertuigen.
De wijze waarop de doorstroming wordt gerealiseerd
Als de formule aanslaat en leidt tot extra reizigers kan
vrije infrastructuur de voorkeur verdient. Maar ook
zijn wat leidt tot een toename van de exploitatiekosten.
is niet relevant, hoewel uit oogpunt van robuustheid
slimme oplossingen bij verkeerslichten, doorsteekjes en vluchtstrookgebruik behoren tot de middelen om de gewenste doorstroming te realiseren. Deze maatregelen komen ten goede aan de aantrekkelijkheid en concurrentiekracht van het openbaar vervoer.
Om tot een dergelijk resultaat te komen moeten de
overheden samenwerken. Er ligt dus een opdracht voor alle wegbeheerders (gemeente, provincie en rijk) om te
dat tot gevolg hebben dat er meer voertuigen nodig
Een deel van die kosten zal, bij de start, niet direct ge-
dekt worden uit hogere reizigersinkomsten. Er zal veel-
al sprake zijn van een geleidelijke groei, zoals de nieuwe hoogwaardige OV spitslijn tussen Haarlem en Schiphol
vanaf de start van de reis. Het is belangrijk dat de reiziger ervaart dat hij zich op een hoogwaardige halte bevindt
en dat op deze halte de kwaliteit wordt beleefd van een hoogwaardig product. De haltes zijn evenwel niet ex-
clusief voor het Hoogwaardig OV-netwerk. Ook andere bus- en tramlijnen stoppen op deze haltes en profiteren
mee van deze kwaliteit. In de periode 2008–2014 worden in ieder geval alle bushaltes die onderdeel uitmaken van het Hoogwaardige OV-net toegankelijk gemaakt. Dat be-
bus zijn afhankelijk van de lijnkarakteristiek en bij metro worden altijd al grotere halteafstanden toegepast.
Bij de Zuidtangent, een lange verbindende lijn met een beperkt aantal tussenliggende bestemmingen, zijn de halteafstanden groot. Bij de Waterlandse lijnen worden
reizigers voor de deur opgehaald in het belangrijkste herkomstgebied en zijn de halteafstanden klein, om
vervolgens op het tussenliggende deel vrijwel zonder haltes in een keer door te rijden naar de belangrijkste bestemmingsgebieden. Er is geen eenduidige norm voor de onderlinge afstand tussen de haltes van het
Hoogwaardig OV-net. Gewerkt wordt met minimaal 300 en maximaal 1000 meter.
tekent dat de haltes zo mogelijk ook worden verbreed en
Maatvoering perrons
lijke voorzieningen te kunnen plaatsen.
seerd op de CROW richtlijnen. Bij bushaltes is de lengte
geschikt gemaakt om de bij de productformule noodzake-
Het toegankelijk maken van tramhaltes kent een eigen
uitvoeringsregeling en -termijn. Metrohaltes zijn altijd al
toegankelijk en in het kader van het onderhoud van de metrostations en de herwaardering van de huisstijl kun-
nen ook andere elementen van de productformule aan de
De maatvoering van de perrons en de inrichting is geba-
afhankelijk van het verwachte gebruik met standaard, geleed of mogelijk dubbel geleed materieel. Bij tram-
haltes en metrostations wordt de lengte afzonderlijk
bepaald op basis van gedeeld gebruik of capaciteit van de voertuigen.
metrohaltes worden toegevoegd.
Abri’s
Halteafstanden
ontwerp dat in overleg met de abri leveranciers tot
Haltes vormen een vertragende factor in de rijtijd van
De abri’s voor het HOV-net zijn gebaseerd op een nieuw stand is gekomen en getoetst is op gebruikscomfort.
beschikbaar moet houden om deze aanloopverliezen te kunnen financieren.
de Stadsregio Amsterdam waarin voor het verbeteren
ontwerp van het exterieur en interieur van de voertui-
8
gelijkheid de formule voor de reiziger zichtbaar te maken
idealiter verder uit elkaar. Halteafstanden voor tram en
gekend. Dat betekent dat de opdrachtgever een budget
Voertuigen
van tramverbindingen (Tram+) en busverbindingen
Naast de voertuigen vormen de haltes feitelijk het visite-
reizigers worden meegenomen. Om de snelheid te ver-
(lijn 277) waarvoor een extra exploitatiebijdrage is toe-
zorgen dat de kwaliteit van het netwerk wordt verbeterd. Dat is onderdeel van de OV visie 2010-2030 van
verwezen.
Maar het is niet alleen de aanleg van infrastructuur, het
beschikbare ruimte. Dit leidt tot conflicten en tot het
maken van keuzes. Die keuzes zijn lang niet altijd in
gebruiken. Ook bij de vaststelling (AMSYS) van de nieuwe
De keuze voor een productformule houdt ook in dat het
gen op elkaar zijn afgestemd. Voorgesteld wordt om de
9
Tot nog toe zijn de wegbeheerders (vooral gemeenten)
de hoogwaardige reismogelijkheden. Door de partners;
sten uit het abri reclamecontract verlaagt, dan wel
de Metropoolregio Amsterdam worden hiervoor initia-
hier geen voorstander van omdat dit de extra inkom-
reden is voor de leveranciers een extra bijdrage van de
wegbeheerders te vragen. De Stadsregio Amsterdam heeft toegezegd voor die meerkosten afspraken met de wegbeheerders te willen maken. Statische Reis Informatie
Naast de dynamische reisinformatie blijft ook statische informatie voor de reiziger van belang. Bij een
Hoogwaardig OV systeem horen plattegronden, omgevingsinformatie en een lijnennetkaart alsmede een
overzicht van de vertrektijden van de lijnen over de dag en de week. Mooi zou ook zijn als wordt aangegeven Het betreft een gestandaardiseerde en modulair op-
waarin de metropoolpartners samenwerken als het
op de haltes van de Zuidtangent) als in kleinere afme-
matie en de wijze waarop deze aan de reizigers wordt
gebouwde abri die zowel in grote lengte (bijvoorbeeld tingen (voor toepassingen in het stedelijk gebied) door
alle leveranciers kan worden geleverd. De kosten van de ontwikkelde Hoogwaardige OV abri zijn vergelijkbaar
met die van huidige abri’s. Bovendien zijn voor overige haltes vergelijkbare abri’s ontwikkeld.
Abri’s worden geplaatst door gemeenten die daarvoor
veelal een contract hebben met een abri leverancier voor periodes tussen de 10 en 15 jaar. De kosten van aanschaf, plaatsing en onderhoud worden gedekt uit
de reclame-inkomsten. Sommige gemeenten hebben nog rendabeler contracten en houden er inkomsten
aan over. Het veranderen en herplaatsen van abri’s kan
gaat om een eenduidige aanlevering van reizigersinforgetoond, maakt het mogelijk om per direct deze dyna-
mische reizigersinformatie (DRIS) displays in te voeren. Op deze DRIS displays worden de vertrektijden van alle
welke bestemmingen vanaf een halte bereikt kan wor-
den en binnen welke tijd. Bovendien is een handzaam, overzichtelijk lijnenoverzicht van het Hoogwaardige systeem een hulpmiddel om dit netwerk kenbaar te
maken aan het met de omgeving minder bekende (toeristen) publiek.
voertuigen op de betreffende halte vermeld. Het DRIS
Fietsvoorzieningen
voor het Hoogwaardig OV; geraamde kosten € 7.500.
bereikbaar zijn per fiets en voorzien zijn van fietspar-
‘vlag-paneel’ gaat als herkenningsbaken functioneren De leverancier van het DRIS systeem is niet dezelfde
als die van de abri. Aangezien het DRIS systeem een onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van de halte, zou het
beheer en onderhoud eigenlijk geïntegreerd moeten worden in dat van de abri.
In principe moet elke Hoogwaardige OV halte goed keerplaatsen, zo nodig overdekt. Voor de bijbehorende kosten is uitgegaan van € 12.000 per halte. Voor de
noodzaak van deze voorziening eventueel aangevuld
punten (metro- tram en busstations) niet mogelijk zijn
aan tussentijdse aanpassingen van deze contracten.
Dat zijn ingewikkelde processen en kosten extra geld. Uit informatie van de leveranciers blijkt dat de R-net
abri € 15.000 kost, ongeveer € 9.000 meer dan een
standaard abri. Dat zijn meerkosten die vallen onder de
om met goede, gezamenlijke marketinginitiatieven te komen, die vervolgens financieel worden ondersteund.
Verder heeft binnen de Stadsregio Amsterdam elk
concessiegebied een halfjaarlijks infra overleg tussen de wegbeheerder, de vervoerders en de opdrachtgever
waarin onvolkomenheden of achterblijvende ontwikke-
lingen in het netwerk worden doorgesproken en acties ter verbetering, financiering of instandhouding worden uitgezet.
Document “Programma van Eisen Hoogwaardig OV net”
Alle hierboven genoemde onderscheidende elementen
van een Hoogwaardig OV net-werk zijn vertaald tot een
pragmatisch programma van eisen, zie bijlage 4. Daarin
is op een constructieve wijze omgegaan met ambitie, oplopende DRU prijzen bij de vervoerders en gelijkblijvende of afnemende budgetten bij de opdrachtgevers.
geven. Alleen die perrons waar die lijnen ook daadwer-
kelijk halteren zouden een inrichting of kenmerk van de productformule moeten hebben. Dit gaat om een nog nader te detailleren uitwerking die moet passen binnen het ‘Toetsingskader Busstations’.
Dynamisch Reis Informatie Systeem
verbonden kwaliteitseisen is één. Deze kwaliteit zal
10
gericht waar de vervoerbedrijven worden uitgedaagd
het hele station de identiteit van de productformule te
Aanleg en instandhouding Hoogwaardig OV-net
Reizigers Informatie Systeem (DRIS). GOVI, het platform
de Stadsregio Amsterdam het marketingbureau op-
Anders dan bij de gewone haltes zal het bij OV knoop-
verantwoordelijkheid van de Stadsregio Amsterdam.
Bij een HOV productformule hoort een Dynamische
Vanwege de verschillende bedrijfsbelangen is binnen
veau bepaald.
alle haltes de gewenste abri’s zijn geplaatst. Om de prohaltes te hebben, zal niet ontkomen kunnen worden
Marketing
de noodzaak, aantal en het gewenste investeringsni-
Knooppunten
ductformule binnen een afzienbare tijd zichtbaar op de
tieven uitgewerkt.
met de zogenaamde OV-fiets formule, wordt per halte
gerealiseerd worden bij de beëindiging van dit soort
contracten. Nadeel is dat het lang kan duren voordat op
opdrachtgevers, vervoerders en wegbeheerders, binnen
Het hebben van Hoogwaardig OV met de daaraan vervolgens ook moeten worden bewaakt en gemeten. Daarnaast zal juist de reiziger met gerichte marketingacties voortdurend moeten worden geattendeerd op
11
5
NAAM (EN LOGO) Belangrijk bij een productformule is dat die ook een
herkenbare, door de gehele regio te gebruiken goed, te communiceren kortom acceptabele naam heeft.
Aan het vinden van een naam voor het Hoogwaardig OV-netwerk is dan ook veel aandacht besteed. Er is een heel proces doorlopen om een naam voor het netwerk
naam een eigen naam geworden maar heeft in oor-
sprong alleen betrekking op een herkenbare buslijn aan de zuidzijde van de regio. Met de introductie van
lijn 310 naast lijn 300 is deze naam voor reizigers nu al
verwarrend. Een dergelijke naam aan de west-, noord-, of oostzijde zou in zijn geheel niet meer passen.
te ontwikkelen. Uitgangspunt is dat er sprake moet
Andere naam
Utrecht is in 2010 belangstelling ontstaan om een pro-
baar product dat in staat is de te maken reis gelijkwaar-
eigen lijnnummer krijgen met een herkenbare eendui-
bestedingen (Almere start 1 januari 2010) rekening ge-
net te gaan hanteren. Onder verantwoordelijkheid van
liggen voor alle partijen, vervoerders, wegbeheerders,
zijn van één naam en dat alle verschillende lijnen een dige lijnnummering, bijvoorbeeld alle Hoogwaardige OV lijnen hebben een 300 nummer. Dit heeft geleid tot
voorstellen voor een nieuwe naam die voldoet aan alle eisen.
RegioNet
In het verleden zijn deze activiteiten benoemd onder de naam RegioNet. Hoewel de RegioNet partners de
huidige werknaam RegioNet verkiezen boven welke
andere dan ook, is de naam RegioNet niet (meer) te registreren als merk en daarmee onbruikbaar voor het
doel. Toevoegingen als “Amsterdam” achter “RegioNet” verandert deze situatie niet. Om die reden is deze naam afgevallen.
Zuidtangent
Een andere beschikbare naam is die van Zuidtangent. Hiermee wordt een bestaand merk verder uitgebouwd en verbreed. De naam Zuidtangent is van een werk-
Het was gezien de korte termijn waarop in nieuwe aanhouden kan worden met een Hoogwaardig OV-netwerk dat valt onder een productformule van belang te komen tot een definitieve naamkeuze. In een aantal sessies is een kleine selectie van te toepasbare namen opgesteld. De verschillen van mening tussen de partners heeft er toe geleid dat geen eenduidige keuze gemaakt
kon worden. Uiteindelijk hebben de bestuurders bin-
ductformule voor het Randstad brede openbaar vervoer het OV-bureau Randstad is dat verder uitgewerkt en is
overeenstemming bereikt over de lijnennetten, de mo-
opdrachtgevers en financiers communicatie aspecten.
daliteiten, uitvoering en kleurstelling. In de bestuurlijke
De opdrachtgevers;
ming bereikt over de naam R-net. Daarmee komt de
• naar de vervoerders om deze te informeren over het
werkconferentie van 12 oktober 2010 is overeenstemeerder vastgestelde naam MRA-net te vervallen.
doel van het R-net in de aan te besteden concessies
en te komen tot onderlinge afstemming. Daarvoor
nen het Platform Bereikbaarheid Metropoolregio Am-
Logo
MetropoolRegio Amsterdam-net, afgekort MRA-net.
gelegd aan vele instanties en ook aan een drietal con-
•n aar de wegbeheerders die er voor moeten zorgen
ben uiteindelijk een grote voorkeur laten zien voor
baar worden en blijven, door in hun infrastructuur
sterdam in juni 2009 een keuze gemaakt voor de naam Deze naam is inmiddels als merk en als internetdomein
geregistreerd. Met deze naam vervallen alle overige namen voor lijnen die vallen onder dit MRA-netwerk, dus ook de naam Zuidtangent.
Productformule in de Randstad
Onder de opdrachtgevende overheden van de Rand-
stad, de Stadsregio’s Amsterdam, Haaglanden, Rot-
terdam en de provincie Noord- en Zuid-Holland en
Een aantal uitgewerkte logo’s is ter beoordeling voorsumenten panelgroepen. De resultaten daarvan hebonderstaand logo. Voorwaarden
is het marketingbureau ingesteld.
dat de betreffende openbaar vervoerlijnen betrouwen verkeersafwikkeling steeds rekening mee te willen houden.
Aan het voeren van de productformule zijn voorwaar-
•N aar de financiers, Stadsregio Amsterdam, pro-
rieur alsmede de bijbehorende elementen wat betreft
ministerie van Verkeer& Waterstaat vanwege de
den verbonden voor wat betreft het exterieur en inte-
reizigersinformatie en communicatie overeenkomstig de beschrijving in de brochure; ‘het gezicht van het Rnet’.
Communicatie
Het beoogde effect van het voeren van een productformule is in de eerste plaats het interesseren van nieuwe
reizigers voor een kwalitatief hoogwaardig, betrouw-
12
dig te verzorgen als de reis met de eigen auto. Daar
vincie Noord-Holland/Flevoland en mogelijk het
verbetering van infrastructuur, de afstemming met
planologische ontwikkelingen en de onderlinge samenhang.
De vervoerders
•O m met de betreffende openbaar vervoerlijnen de markt op te gaan om aan te geven dat de lijnen een goed alternatief zijn en blijven.
13
6
Financiën Aan de invoering van de productformule R-net in de con-
veau gebracht. Bij nieuwe openbaar vervoer verbindingen
ment, door overschrijding van de zitplaatsgarantie, kan
toegevoegd. Gerekend is met € 10.000 per halteperron.
verbonden. Voor deze fase zijn die globaal aangegeven op
net voorzieningen. Het toegankelijk maken van tramhal-
worden niet direct terugverdiend door de inkomsten
haltes. Ook daarvoor zullen R-net ‘brandingelementen’
cessiegebieden van de Stadsregio Amsterdam zijn kosten basis van normkosten. Daarnaast moet het voeren van een productformule leiden tot extra reizigers en dus tot
extra inkomsten. Daar zijn geen harde cijfers voor bekend maar een verwachte reizigerstoename van 3% wordt realistisch geacht.
Kosten Productformule
Het gaat dan om kosten voor het realiseren van de noodzakelijke betrouwbaarheid, de exclusieve afwijkende uit-
voering en inrichting van de voertuigen, kosten voor extra reserve materieel, exploitatiekosten, bijdragen in eventuele aanloopverliezen, haltes, abri’s, DRIS informatie, fietsenstallingen, organisatie, beheers-, marketing-, ontwikkel- en instandhoudingkosten. Voor een deel zijn voor die
wordt direct bij de aanleg rekening gehouden met de Rtes vergt een afzonderlijk traject. Daar is op dit moment
nog geen budget voor beschikbaar. Verwacht wordt dat
daar in de periode tot 2018 wel een budget voor beschik-
baar wordt gesteld. Zodoende worden tramhaltes op termijn toegankelijk en kunnen in de uitwerkingsfase van
het Tram+ programma uitgerust worden met ‘brandings-
lijke doorstromingsvoorzieningen. Daarvoor beschikt de Stadsregio Amsterdam over een uitvoeringsplan, zie bij-
lage 3, en de bijdrage regeling BDU die 95% van de kosten dekt. Deze regeling kent haar eigen dynamiek en het
ontwerpen, aanlegen en financieren is vooral een verant-
van de productformule R-net worden meegenomen.
De kosten voor zowel de tram als metro omgeving kunnen zodoende beperkt blijven.
Onlangs is voor het plaatsen van DRIS panelen een bud-
maakt onderdeel uit van een aan- en/of inbesteding. Die worden bij een aanbesteding niet direct zichtbaar want
die zijn verwerkt in de bieding van de vervoerder in de
vorm van een waarschijnlijk lager aanbod aan dienstregelinguren (DRU’s). Inzicht in deze extra kosten vergt nadere studie.
Halteperrons
voorkeur van de R-net haltepaal met DRIS paneel worden
voorgelegd met het advies om bij aanschaf over te gaan tot dit gestandaardiseerde R-net DRIS element. De kosten
van een R-net DRIS paal, paneel en klok € 7.500, vallen binnen het eerder geraamde bedragen voor DRIS systeem.
In het kader van de verbetering van de ‘keten’ dienen bij ten voor aanbrengen van fietsvoorzieningen zijn, exclusief OV-fiets boxen, geraamd op maximaal € 12.000 per in-
staphalte. Van het aantal bushaltes komt 50% (één fiets-
voorziening per haltepaar) in aanmerking voor deze voor-
ziening. Als totale investeringsbedrag is uitgegaan van €
5,2 miljoen. Voor het plaatsen of verbeteren van fietsstalplaatsen bij OV-haltes en OV-knooppunten is vanuit het
BDU budget ‘kleine infrastructuur’ een aparte subsidieregeling van kracht.
Extra kosten zijn te verwachten voor:
ringsprogramma toegankelijkheid. Bushaltes worden in
den niet direct zichtbaar. Door een succesvolle mar-
14
Daarvoor is een budget beschikbaar van € 850.000 voor 2010 dat moet worden verlengd voor een langere
periode. Dat vergt een jaarlijks budget van tenminste € 500.000.
Organisatie, ontwikkeling en beheer productformule (PvE; huisstijl etc.)
Het voeren van een productformule betekent afstemming tussen alle vervoerwijzen, vervoerders, wegbeheerders en reizigers. Bovendien is gesteld dat de keuze
voor de productformule impliceert dat eenmaal gekozen prioriteit voor het openbaar vervoer ook betekent
dat dit in stand gehouden wordt. Zo zal in een tweejaarlijks op te zetten Reistijdmonitor alle knelpunten op het netwerk moeten worden bijgehouden alsmede het effect op de doorstroming.
vergt een vorm van organisatie waarin die aspecten
Exploitatie
het kader van toegankelijkheid op het hoogwaardige ni-
activiteiten vindt plaats vanuit het marketingbureau.
€ 25.000 per halte.
zichtbaar op bushaltes te hebben zijn onder andere
De halteperrons behorende bij het R-net bus (totaal 880 haltes) worden aangepast in het kader van het uitvoe-
presenteren. Marketing en afstemming van ‘branding’
kunnen worden toegevoegd. Gerekend is met
wijking van het onlangs genomen besluit, nadrukkelijk de
neel worden geplaatst. Aan de wegbeheerders zal, in af-
hoogwaardige OV-haltes fietsstalplaatsen te zijn. De kos-
De kosten voor voertuiguitrusting en reservevoertuigen
haltes en aan de reizigers volgens deze aanwijzingen te
bare kosten van aan de bestaan wachtruimtes/abri’s
Dat betekent dat met enige regelmaat gekeken moet
voor bijstand in de vorm van studiebudgetten dan wel
Voertuigen
Bij de aanbesteding krijgt de vervoerder een handboek
worden ontwikkeld die eenvoudig en tegen aanvaard-
Stations, wachtruimtes en abri’s
Fietsvoorzieningen
met personele inzet.
€ 400.000 beschikbaar moeten hebben.
Voor de metro en IJtram gaat het om 62 stations en
1/3 deel van alle instaphaltes een hoogwaardig DRIS pa-
woordelijkheid van de wegbeheerders, provincie en gemeenten. De Stadsregio Amsterdam is altijd beschikbaar
lijnen in een concessie een extra budget van minimaal
huisstijl mee en wordt verplicht de communicatie op
met deze werkzaamheden kunnen ‘brandingelementen’
get beschikbaar gesteld van € 7 miljoen. Daarmee kan bij
kan garanderen. Dat vergt investeringen in noodzake-
gever, afhankelijk van de omvang van het aantal R-net
de Noord/Zuidlijn worden nieuw aangelegd. Tegelijkertijd
Infrastructuur
gebruik gemaakt moet worden die betrouwbaarheid
die aanloopverliezen te financieren zou de opdracht-
Communicatie, marketing en branding
van de renovatie metrolijnen (ROL) gerenoveerd en die van
Dynamisch Reis Informatie Systeem (DRIS)
net. Dat wordt bereikt indien de infrastructuur waarvan
uit de kaartverkoop vanwege die extra reizigers. Om
elementen’ van R-net. Metrohaltes worden in het kader
kosten al budgetten aanwezig.
Betrouwbaarheid is het belangrijkste element van het R-
leiden tot inzet van extra R-net materieel. Die kosten
Deze kosten zijn verwerkt in de aanbesteding en worketing wordt reizigersgroei verwacht die op enig mo-
Om de productformule binnen een afzienbare tijd
nieuwe R-net abri’s noodzakelijk. Dit kan aanleiding zijn tot tussentijdse aanpassingen van de contracten tussen leveranciers en wegbeheerders. Dat zijn ingewikkeld processen en kosten extra geld. Uit informatie
blijkt dat deze kosten kunnen oplopen tot € 9.000 per abri. Die extra kosten vallen onder de verantwoordelijkheid van de Stadsregio.
In totaal zijn er ongeveer 880 bushaltes. Dat is zonder
de haltes langs de Zuidtangent waar een afzonderlijk abri traject voor is gevolgd. Niet elke halte hoeft te
worden voorzien van een abri omdat sommige haltes
alleen maar een functie als uitstaphalte hebben waar
worden of aan de kwaliteitseisen wordt voldaan en dat
aangestuurd en gerapporteerd kunnen worden. Niets is namelijk zo slecht voor de betrouwbaarheid van het
‘sterke merk’ als dat niet meer de kwaliteit biedt die
werd beloofd. Aan de organisatie, ontwikkeling en instandhouding van de productformule R-net zijn dus
kosten verbonden. Tot eind 2009 zijn deze kosten gedekt uit het project ‘Ketenintegratie’ van de provincie
Noord-Holland. Na 2009 dienen deze kosten verdeeld
te worden over de partners uit de Metropoolregio Amsterdam. De verwachte kosten voor de Stadsregio Amsterdam zijn geraamd op € 250.000 per jaar.
een abri niet zinvol is. Aangenomen is dat 80% van de
R-net organisatie
abri moet komen. Binnen de concessiegebieden van de
ronding van het hoogwaardig openbaar vervoernet.
haltes (550 haltes) instaphaltes zijn waarbij een R-net
Stadsregio Amsterdam vergt dat een investeringsbudget van ongeveer € 6,6 miljoen.
Voor de tram zijn er ongeveer 160 haltes die na een succesvol Tram+ programma onder de productformule
kunnen gaan vallen. In samenhang met het toegankelijk maken van de tramhaltes zullen de nu veelal smalle
wachtruimtes/abri’s mogelijk worden vervangen. In die fase kunnen R-net ‘brandingelementen’ dtegen aanvaardbare kosten aan de wachtruimtes/abri’s worden
Zoals aangegeven vormt een productformule de af-
Belangrijkste taak is er voor te zorgen dat een derge-
lijk hoogwaardig openbaar vervoer netwerk ontstaat. Alleen een samenhangend netwerk dat bestaat uit de verschillende openbaar vervoer modaliteiten, de grootste woon- werk gebieden met elkaar verbindt en waarmee in de ruimtelijke ontwikkelingen rekening wordt
gehouden, leidt tot een éénduidig en wervend R-net
dat aantoonbaar de bereikbaarheid verbeterd, de reiziger bediend en naar de Rijksoverheid een beeld toont
van een gezamenlijke inzet naar duurzame oplossin15
7 gen voor de congestie en milieu problematiek in het noordelijk deel van de Randstad.
Om dat te bereiken moeten opdrachtgevers, wegbe-
heerders en vervoerders samenwerken. Daartoe is
vanuit het Platform Bereikbaarheid Metropoolregio Amsterdam (PBMA) het signaal gegeven een samenwerkingsorganisatie op te zetten om dat doel te bereiken. In onderstaand overzicht is aangegeven hoe de samenwerking organisatorisch is uitgewerkt.
Het is een transparante samenwerkingsverband waar alle partijen hun autonomie en verantwoordelijkheid behouden. Er wordt gewerkt naar gelijke uitgangspunten en
eensgezindheid over het R-net netwerk, over aansluitingen met andere modaliteiten, de ruimtelijke ontwikkelingen, de exploitatie effecten en de productformule. Resumerend
In het kader van het verbeteren van de bereikbaarheid
Dat kan alleen succesvol zijn als voldaan wordt aan all
Het tot stand brengen van het R-net kan, om reden
De afspraak dat een hoogwaardige verbinding of lijn
Openbaar Vervoer netwerk wordt dat kwaliteit, comfort
groeimodel. Het op orde brengen van de infrastructuur
lijn als deze geheel voldoet aan de voorwaarden uit het
die elementen, waardoor het R-net het Hoogwaardige en betrouwbaarheid heeft beloofd aan de reiziger. Daar
zal door de vervoerders met grote regelmaat inspan-
ningen worden gevergd in marketing, communicatie en reclame, zowel op het niveau van het gehele R-net als op het niveau van lijnen, buurten of straten.
Het is een illusie te veronderstellen dat al de genoemde aspecten van de productformule in één keer en gelijk-
gent. Aangezien een gezamenlijke productformule niet
vanuit de bedrijven tot stand komt moet dit worden opgelegd in de PvE’s en bestekken van de aan- en in te
geheel gerealiseerd. In de komende jaren wordt een
kost in de praktijk vaak meer tijd dan de inkoop van het
juiste materieel. Daarom is het uitgangspunt dat in
2018 alle Hoogwaardige OV lijnen op het juiste kwaliteitsniveau zijn.
een lijnsgewijze invoering; een zogenaamd ‘ingroei-
nauwelijks vol te houden.
exploitatietijden etc. zijn erg hoog als een vervoerder
dingsritme van concessies. Wanneer de productfor-
kosten van aanpassingen aan materieel, frequenties, gedurende de looptijd van zijn concessie moet gaan voldoen aan de productspecificaties.
aanschaf, vormgeving en kleurstellingen van het nieuw ode van enkele jaren na 2014 zullen worden geleverd. Daarnaast wordt het project Tram+ opgestart om de tramlijnen te kunnen laten voldoen aan de eisen van R-net. Planjaar en concessie
productformule zó star zijn dat er nooit sprake zal
2010
mogelijkheid om ‘in te groeien’.
2011
zijn van een substantiële invoering. Vandaar ook de
dan ook gelijk op moeten lopen met het aanbestemule wordt voorgeschreven bij een nieuwe aanbesteding, waar vaak nieuw materieel en diensten worden gevraagd, blijven de meerkosten namelijk beperkt. Met
de aanbestedingsplanning als basis en als eindjaar de
ingebruikname van de Noord/Zuidlijn, ontstaat de op de voorgaande pagina aangegeven globale fasering.
Vanwege het uiteenlopende ritme van een groot aantal ontwikkelingen is een onderstaande implementatiefa-
Aantal lijnen
Prov NH
Almere
StadsRegio
totaal
2009
3
Amstelland en Meerlanden
2
Noord-Holland-Noord
1
1
-
2
3
-
3
-
3 Almere
besteden concessies.
10 Zaanstreek
4
-
-
4
Gooi en Vechtsreek
3
3
-
-
Amstelland en Meerlanden
3
-
-
3
Amsterdam metro
4
-
-
4
Amsterdam tram
8
-
-
8
Haarlem-IJmond
2
2
-
-
Waterland
13
-
-
13
Haarlem-IJmond
2
2
-
-
Zuid-Holland
1
1
-
-
Amstelland en Meerlanden
5
-
-
5
Almere
1
-
1
-
-
-
-
-
9
4
40
2012
27
2015
3
2016
6
2017
0
2018 Noord/Zuidlijn Eindtotaal 16
PvE R-net, is theoretisch correct maar valt in de praktijk
Om praktische redenen zou de invoering van het R-net
zaken zoals frequentie, openingstijden, stiptheid en doorstroming. Tegelijkertijd moet de eisen aan de
pas in aanmerking komt voor een ‘bekroning’ als R-net
aantal concessies opnieuw aan- dan wel inbesteed. De
aan te schaffen metro materieel die vervolgens in een peri-
model’. Verder moet blijvend gewaakt worden over
vervallen andere namen waaronder die van de Zuidtan-
wordt zodoende lang niet altijd voor één lijn in zijn
van haltes met dynamische reisinformatie en de abri’s
werk. Het verbeteren van de doorstroming, de aanleg
heid te verbeteren. Als dat is gerealiseerd het HOV-net
eenduidig vormgegeven productformule en daarmee
gaat moeizaam, kost tijd, gaat veelal deel voor deel en
Binnenkort moet een besluit genomen worden over de
Tot dit moment wordt tot het uiterste gegaan voor
vervolgens te ‘vermarkten’ onder de naam R-net in de
van de hoge eisen die er gesteld worden, alleen via een
tijdig gerealiseerd kunnen worden op het gehele net-
en leefbaarheid is het zinvol om een Hoogwaardig OVnetwerk te exploiteren en de kwaliteit en betrouwbaar-
IMPLEMENTATIE
1
53
1
1
17
Dekking
sering te globaal. Om die reden is gekeken naar een
meer gedetailleerde uitwerking van een implementatie
Binnen het BDU budget van de Stadsregio Amsterdam
dingsritme wel is aangehouden.
budgetten opgenomen. Voor verbeteren infrastruc-
zijn voor onderdelen van de productformule R-net
waarin voor de invoering van R-net Bus het aanbeste-
tuur is de BDU beschikbaar. Voor marketing, ontwikke-
Voor het R-net Tram is uitgegaan van de veronderstel-
ling, fietsvoorzieningen en DRIS zijn budgetten in de
ling dat Tram+ een succes wordt en een eerste realisa-
begroting opgenomen. Voor de onderdelen exploitatie
tie heeft plaatsgevonden in 2012 die vervolgens over
en vervangen abri’s (€ 11,2 miljoen) is nog geen finan-
een periode van 5 jaar wordt gerealiseerd voor de res-
ciering en zullen budgetten vrij moeten worden ge-
terende 7 tramlijnen. Voor het R-net Metro is uitgegaan
maakt (1,1 miljoen per jaar) in de begroting in de jaren
van het schema van levering van de nieuwe metro-
van realisatie.
voertuigen, oplevering stations Noord/Zuidlijn en dat
van de renovatie van de metrostation Oostlijn. De im-
plementatie van R-net binnen de Stadsregio moet zijn
Implementatie 2011–2012
2018. Op die wijze ontstaat onderstaand overzicht.
implementatieplan opgesteld, zie bijlage 5.
Voor de implementatie op korte termijn is een
afgerond bij ingebruikname van de Noord/Zuidlijn in
De aangegeven benodigde extra budgetruimte in de periode 2010–2018 is gebaseerd op normkosten voor infra
gerelateerde onderdelen en aannames voor de benodigde budgetten ten behoeve van Marketing, extra Exploitatiekosten, Ontwikkeling/Monitoring/ Instandhouding.
Algemene onderdelen Plan-jaar
Kosten
Bus
aantal
kosten Fiets *
DRIS *
tram lijnen
halte perrons
abri
144.000
120.000
78..000
-
-
-
-
-
-
-
Marketing*
Exploitatie
Ontwikke ling *
bus lijnen
halte perrons
abri
2009
500.000
0
250.000
2
20
2010
500.000
0
250.000
-
2011
500.000
400.000
250.000
7
232
1.670.400
1.392.000
904.800
2012
500.000
400.000
250.000
13
294
2.116.800
1.764.000
1.146.600
2013
500.000
400.000
250.000
-
-
-
-
-
2014
500.000
400.000
250.000
-
-
-
-
-
2015
500.000
400.000
250.000
-
-
-
-
-
2016
500.000
400.000
250.000
5
334
2.404.800
2.004.000
1.302.600
2017
500.000
400.000
250.000
-
-
-
-
-
2018
500.000
400.000
250.000
-
-
-
-
-
4.500.000
3.200.000
2.250.000
27
880
6.336.000
5.280.000
3.432.000
Totaal
aantal
Tram
kosten
aantal
Metro
kosten
Fiets *
DRIS *
metro lijnen
stations halte
R-net kenmerken
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
20
200.000
-
-
-
-
-
1
20
200.000
-
-
-
15
375.000
2
40
400.000
-
-
1
6
150.000
2
40
400.000
-
-
1
12
300.000
2
40
400.000
-
-
1
19
475.000
-
-
-
-
-
1
10
250.000
-
-
-
-
-
1
-
8
160
1.600.000
5
62
1.550.000
* investeringskosten worden gedekt uit reeds bestaande subsidiebudgetten 18
19
8
Te nemen besluiten Omdat door het bestuurlijk Platform Bereikbaarheid Metropoolregio Amsterdam besluiten zijn genomen over het hoogwaardig netwerk, de naam en het logo
en de opdrachtgevers voor het openbaar vervoer van
Noord-Holland en Almere al op korte termijn starten
met de invoering van R-net en de aanbestedingen voor Zaanstad, Waterland en Amsterdam in voorbereiding
c) voor dat R-net de productformule toe te passen op de bus-, tram- en metrolijnen
d) de verschijningsvorm van het R-net; rood/grijs exteri-
eur, rood/grijs interieur, R-net logo, zoals weergegeven in bijgevoegde ‘stijlimpressie R-net’,
zijn of zijn afgerond, is het van belang dat ook binnen
e) de productformule gefaseerd (2010 – 2018) inpassen
draagvlak ontstaat over het toepassen van de product-
tuur het gewenste kwaliteitsniveau (zie plan Tram-
de Stadsregio Amsterdam op korte termijn een breed formule R-net op het hoogwaardig OV-Netwerk. Gevraagd wordt in te stemmen met:
a) H et benoemen van het HOV netwerk van bus, tram
als metro, uit de OV visie 2010-2030 van de Stadsregio Amsterdam, als R-net;
b) v oor dat R-net het pragmatisch opgestelde PvE van toepassing te verklaren,
20
afhankelijk van het moment waarop de infrastrucnet+) kan bieden,
Een productformule
voor het Hoogwaardig Openbaar Vervoer
f) de aan de productformule geraamde extra kosten te aanvaarden en daartoe budget op te nemen in de verschillende begrotingsjaren,
g) de wegbeheerders te komen tot ‘harde’ afspraken over
de beschikbaarheid, het verbeteren en in stand houden van infrastructuur voor het openbaar vervoer en in het bijzonder de infrastructuur op de routes van het R-net,
Bijlage’s
21
Bijlage 1
Bijlage 2
R-Net
Overzicht R-lijnen
concessie Provincie Flevoland/ Provincie Noord-Holland 216
buslijnen
concessie Stadsregio A’dam 300
tramlijnen
metrolijnen
legenda:
R-Net
R-net lijnen 2010
Tramlijnen
Opdrachtg.
Lijn 1
Osdorp – Amsterdam CS
SRA
Lijn 2
Nieuw Sloten – Amsterdam CS
SRA
Lijn 5
Amstelveen Centrum – Amsterdam CS
SRA
Lijn 9
Diemen – Amsterdam CS
SRA
Lijn 10
Amsterdam West – Amsterdam oost
SRA
Lijn 12
Amstelstation – station Sloterdijk
SRA
Lijn 13
Geuzenveld – Amsterdam CS
SRA
Opm
Metrolijnen Lijn 26
IJburg – Amsterdam CS
SRA
Lijn 50
Isolatorweg – Gein
SRA
Lijn 51
Amstelveen Westwijk – Amsterdam CS
SRA
Lijn 53
Gaasperplas – Amsterdam CS
SRA
Lijn 54
Gein – Amsterdam CS
SRA
Buslijnen
22
57
Nieuw Vennep – Noordwijk
NH
??
59
Beverwijk station NS – Zaandam station NS
SRA
optie
73
Uitgeest station – Haarlem WKC Schalkwijk
NH
75
IJmuiden Dennekoplaan – Haarlem WKC Schalkwijk
NH
80
Zandvoort, busstation – Amsterdam Marnixstraat
NH
82
IJmuiden aan Zee, IJmuiden – Amsterdam Marnixstraat
NH
86
Zaandam Hoornsevelt – Amsterdam Sloterdijk
SRA
87
Wormerland P & R – Amsterdam Sloterdijk
SRA
91
Zaandam Zaanse Schans/Schipbeek - Amsterdam CS
SRA
94
Zaandam Station – Amsterdam CS
SRA
100
Bussum station NS, Huizen – Hilversum station NS
NH
100
De Rijp/Purmerend – Amsterdam CS
SRA
101
Blaricum – Amsterdam ZO
NH
102
Blaricum – Amsterdam ZO
NH
104
Purmerend, Korenstraat – Amsterdam CS
SRA
106
Purmerend, M.L. Kingweg – Amsterdam CS
SRA
108
Purmerend Weidevenne – Amsterdam CS
SRA
111/115
Marken – Amsterdam CS
SRA
112
Edam, Volendam – Amsterdam CS
SRA
114/117
Hoorn, Edam – Amsterdam CS
SRA
115
Monnickendam – Amsterdam CS
SRA
116
Edam, Volendam – Amsterdam CS
SRA
140
Uithoorn, Hoofddorp Station – Haarlem
SRA
142
Wilnis, Uithoorn, Amstelveen – Amsterdam CS
SRA
146
(Wilnis), Uithoorn, Amstelveen – Amsterdam ZO
SRA
152/261
Almere Parkweg NS – Amsterdam Amstelstation
Almere
156
Almere Centrum NS – Hilversum Station NS
Almere
157
Almere Haven – Amsterdam Amstelstation
Almere
158
Almere Haven – Amsterdam Holendrecht Station
Almere
170
Uithoorn, Amstelveen, Leidseplein – Amsterdam CS
optie
SRA 23
Bijlage 3 Uitvoeringsplan 171
Aalsmeer, Amstelveen – Amsterdam Zuid/WTC
SRA
172
Kudelstaart, Aalsmeer, Amstelveen – Amsterdam CS
SRA
175
Haarlem – Amsterdam ZO via A’veen
SRA
176
Haarlem – Amsterdam Zuid/WTC
SRA
277
Haarlem – Schiphol
SRA
Nieuw
194
Spaarne Ziekenhuis, Hoofddorp station – Schiphol Oost
SRA
Sternet
215
Almere Buiten – Schiphol-oost
Almere
optie
216
Almere-Buiten – Schiphol-oost
Almere
optie
273/173
Landsmeer – Amsterdam CS
SRA
300
Haarlem – Schiphol – Amsterdam ZO
SRA
310
Nieuw Vennep – Amsterdam Zuid/WTC
SRA
370
Alphen a/d Rijn – Amsterdam Marnixstraat
ZH
371
Purmerend, Korenstraat – Amsterdam West
SRA
372
Purmerend, Koogsingel – Amsterdam West
SRA
373
Edam – Amsterdam West
SRA
375
Purmerend – Amsterdam ZO
SRA
376
Purmerend, Koogsingel – Amsterdam ZO
SRA
377
Purmerend, Korenstraat – Amsterdam ZO
SRA
378
Edam - Amsterdam ZO
SRA
379
Hoorn – Edam – Monnickendam – Amsterdam ZO
SRA
Projectcode
modaliteit
projectfase (1-1-2008)
Projectnaam
start project
Projectbureau Ombouw Amstelveenlijn
2009
project gereed
GROTE PROJECTEN VERPLICHT: 30510006
OV
Realisatie
7,0
subtotaal verplichtingen
VERWACHT HARD:
7,0
30510002
OV
Planstudie
Zuidas (incl. BONR 3 mln.)
2017
2023
90,0
30510006
OV
Verkenning
Ombouw Amstelveenlijn Westwijk/ Centrum
2012
2021
206,8
VERWACHT ZACHT: 30510003
OV
Planstudie
subtotaal verwacht/reserveringen
CASH Amsterdam-Haarlemmermeer
2021
2029
subtotaal verwacht/reserveringen
MIDDELGROTE PROJECTEN
296,8 213,0 213,0
VERPLICHT: 30520002
OV
Realisatie
Gesloten instapregime metro Amsterdam
2004
2007
33,4
30520003
OV
Realisatie
Treinstation Purmerend Weidevenne
2005
2007
11,4
30520012
OV
Realisatie
Europaplein RAI
2005
2008
3,1
30520011
OV
Realisatie
Busstation Zaanstad
2007
2010
5,4
30520026
OV
Realisatie
Bypass Lijn 5
2007
2008
5,1
30520044
OV
Realisatie
Halte Hemboog Sloterdijk
2008
2009
2
30520063
OV
Planuitwerking Zuidtangent Oost
2010
2018
110
30520039
OV
Planuitwerking Busbaan Uithoorn (4e fase)
2011
2012
9,5
30520038
OV
Planuitwerking Dynamisering busstation Amsterdam CS
2012
2014
5,36
30520048/57
OV
Planuitwerking Ring Oud Zuid
2010
2013
12
subtotaal verplichtingen
VERWACHT HARD:
197,26
30520040
OV
Planstudie
Aan- en afvoerroutes / Dynamisering busstations Sloterdijk
2011
2012
6,9
30520027
OV
Planstudie
Busstation Buikslotermeeplein (incl. BONR 15,3 mln)
2012
2015
31,0
30520030
OV
Planstudie
HOV Schiphol Noord-Zuid WTC
2011
2013
3,5
30520065
OV
Planstudie
Busbaan Hoofddorp-Aalsmeer (van BONR)
2012
2013
14,6
30520066
OV
Planstudie
Klaprozenweg (onderdeel HOV Zaancorridor)
2011
2013
15,0
30520041
OV
Verkenning
Busstation Tramplein Purmerend
2012
2014
5,0
30520028
OV
Verkenning
NS-Amstel busstation
2011
2013
2,0
30520097
OV
Verkenning
Tramsporen Amsterdam CS
30520098
OV
Verkenning
Metro emplacementen (onderdeel AMSYS)
2
2015
5,0
2012
2015
50,0
subtotaal verwacht/reserveringen
24
BDU subsidie/ reservering
133,0
25
Bijlage 4 Programma van eisen VERWACHT ZACHT: 30520037
OV
Planstudie
HOV Uithoorn-Amstelveen (vervolg COVAU)
2010
2013
30,0
30520036
OV
Planstudie
IJtram 2e fase
2013
2016
55,6
30520024
OV
Planstudie
Busbaan Aalsmeer (5e fase)
2012
2013
2,0
30520075
OV
Verkenning
HOV Waterland
2013
2016
25,0
30520076
OV
Verkenning
HOV Waterland-Zeeburg-IJburgZuidoost
2015
2019
25,0
30520078
OV
Verkenning
Vertramming Zuidtangent (deel) kerntraject
2024
2027
50,0
30520079
OV
Verkenning
HOV Bollenstreek
2012
2018
25,0
30520081
OV
Verkenning
Opwaarderen en verlenging HOVtram Diemen/CS
2012
2017
30,0
Aan/afvoer busstation CS + halte Schrijerstoren
2011
30520083
OV
Verkenning
2012
1 .Inleiding
Het programma van eisen voor R-net is uitgewerkt in verschillende niveaus. Voor de hoofdlijnen is dit PvE
met doel, kernwaarden en functionele eisen (algemeen, vervoerdiensten, haltevoorzieningen, infrastructuur en onderhoud) opgesteld. Dit biedt voor alle partijen een
gedeelde basis om het R-net te hanteren. Voor een meer uitgewerkte omschrijving van R-net producten wordt verwezen naar het Handboek Productformule R-net.
Dit PvE R-net heeft betrekking op bus, tram en metro.
8,0
De organisatie van instandhouding van het PvE is niet een exploitatieplan.
in dit document omschreven, maar wordt uitgewerkt in
30520084
OV
Verkenning
HOV Edam-Volendam-Purmerend
2012
2014
5,0
30520085
OV
Verkenning
HOV Hoofddorp Centrum
2015
2018
35,0
30520086
OV
Verkenning
Aansluiting Werkstad A4
2015
2018
35,0
30520087
OV
Verkenning
HOV Amstelveen-Amsterdam
2013
2018
50,0
30520088
OV
Verkenning
HOV-bus Uithoorn-Breukelen (i.r.t. N201-A2)
2017
2020
25,0
30520089
OV
Verkenning
'Poort' Oost Amsterdam
2020
2025
20,0
30520090
OV
Verkenning
HOV bus/tram Zuidas-Amstel-Science Park
2014
2017
30,0
Doel en principes
30520091
OV
Verkenning
HOV-bus Geuzeveld-Amsterdam CS
2015
2018
20,0
30520092
OV
Verkenning
HOV tram/bus Zuid WTC-West
2015
2018
20,0
pool Regio Amsterdam. Bij het bereiken van dit doel
2. Hoofdlijnen R-net Systeemdefinitie R-net PM
Het doel van R-net is een duurzaam bereikbare Metrohanteren de samenwerkende overheden vier principes:
30520093
OV
Verkenning
Doortrekking tram 10-Sloterdijk
2018
2020
30,0
30520094
OV
Verkenning
Aantakking/overstap Duivendrecht/ Gaasperplas
2011
2013
10,0
• Reiziger centraal. R-net staat voor een voor de reizi-
30520095
OV
Verkenning
Calamiteiten/evenementen maatregelen
2014
2018
12,0
uitstraling. Een simpele, adequate en eenduidige in-
30520096
OV
Verkenning
Renovatie Oostlijn
2011
2014
12,5
30520099
OV
Verkenning
OV knoop Amstelveen
2015
2018
subtotaal verwacht/reserveringen
50,0 605,1
AROV VERPLICHT: (Projecten uit de bestuursovereenkomst Aktieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer (Noordvleugel)
ger herkenbaar en goed product met een universele formatievoorziening en tariefstructuur. Toegankelijke en hoogwaardige voorzieningen en materieel. R-net
consequent en ‘slim’ uitgebouwd. Slim betekent het
(1) optimaal benutten van bestaande infrastructuur door frequentieverhoging en exploitatieverbeteringen, (2) verbeteren van bestaande infrastructuur met
doorstromingsmaatregelen of vrijliggende busbanen, en (3) de aanleg van ontbrekende schakels die het
meest effect hebben op de bereikbaarheid. R-net be-
slaat zowel de korte als de lange termijn. Op korte termijn verschijnt R-net geleidelijk op straat, en worden maatregelen genomen om de doorstroming te verbe-
teren. Op lange termijn gaat het om het uitbouwen ervan tot een volwaardig netwerk.
• Samenwerken door bundelen van krachten. De regionale concessieverleners hebben ervoor gekozen
om de samenwerking aan te gaan. Om meerwaarde
en samenhang te halen, zullen de partners de prio-
ritering en fasering van maatregelen in de regionale
uitvoeringsprogramma’s nauw op elkaar afstemmen. Dat geldt ook ten aanzien van de concessieverleningen. Daarmee bindt het partijen met behoud van ieders verantwoordelijkheden.
Kernwaarden vanuit de reiziger
Om hét aantrekkelijk alternatief te kunnen zijn, moet
het R-net voor de reiziger voldoen aan de vijf kernwaarden. Deze vijf kernwaarden staan aan de basis van het Programma van Eisen voor het R-net :
Betrouwbaar (geloofwaardig, deugdelijk)
ningen, hoogwaardige P&R-locaties, sociaal veilige en
gen rijden op tijd en er is heldere en actuele reisinfor-
ling met andere modaliteiten. Perfecte fietsvoorzieherkenbare haltes en looproutes en de koppeling met
OV
1 Planstudie
HOV Schiphol Oost
2009
2013
25,0
30520035
OV
1 Planstudie
HOV Zaancorridor (excl. Klaprozenweg)
2011
2019
45,0
30520077
OV
1 Verkenning
HOV bus tracé A9Schiphol/Amsterdam Zuid
2011
2015
25,0
30520080
OV
1 Verkenning
Opwaarderen tramlijnen West-CS (pilot 13)
2012
2018
60,0
netwerk kan enerzijds drager zijn van de ruimtelijke
30520082
OV
1 Verkenning
HOV Westtangent-bus Sloterdijk-Schiphol
2012
2020
40,0
verdichting rondom knooppunten. Bovendien is het
195,0
keling de bestaande infrastructuur zo goed mogelijk
onderliggend OV-net en bovenliggend intercitynet zijn vanzelfsprekend als de reiziger kiest voor R-net.
• Synergie met ruimtelijke ontwikkelingen. Het HOVontwikkeling: het geeft aan waar de potentie ligt voor
kostenefficiënter om voor nieuwe ruimtelijke ontwikte benutten. Anderzijds kan de ruimtelijke ontwikke-
ling bepalend zijn voor het HOV-netwerk. Gezamenlijk zullen de regionale overheden sturen op deze ‘synergie’. 26
zichtbaar en wordt de komende jaren geleidelijk,
staat ook voor een goede ketenintegratie; de koppe-
30520033
subtotaal verplichtingen
• Eerst benutten, dan bouwen. R-net is vandaag al
Reizigers moeten kunnen rekenen op R-net. De voertuimatie aanwezig. Er is een gevoel van veiligheid en medewerkers zijn betrouwbaar en klantgericht.
Samenhang (integratie, synergie, structuur, ordening)
R-net is flexibel, gemakkelijk en snel. Het netwerk biedt
de reiziger veel mogelijkheden en is zeer toegankelijk
en gemakkelijk in het gebruik. R-net lijnen staan niet op
zichzelf, maar maken onderdeel uit van een samenhangend geheel dat goed op elkaar aansluit (ketenintegratie!). Belangrijke woon- en werkcentra en voorzienin-
gen worden op elkaar aangesloten. Door één systeem van dienstregelingen, reizigersinformatie, tarieven en vervoersbewijzen, haltenamen, lijnnummers en halte-
voorzieningen kan de reiziger gemakkelijk van A naar B 27
reizen zonder zich bewust te zijn van gebiedsgrenzen.
delijk zonder de noodzaak van een spoorboekje. Makke-
3. Functionele minimumeisen en streefwaarden
scheid gemaakt tussen de minimumeis (absolute voor-
Herkenbaar (onderscheidend, duidelijk)
wachten, eenduidige en actuele reisinformatie zijn al-
de onderdelen: algemeen, vervoerdiensten, haltes &
sen hieronder wordt de minimumeis vermeld en indien
De (potentiële) reiziger heeft positieve associaties bij het ‘merk’ R-net: het R-net onderscheidt zich doordat
het als kwalitatief hoogwaardig wordt ervaren. Onder-
lijk instappen, eenvoudig betaal systeem, comfortabel lemaal belangrijk.
Organisatie
bovendien herkenbaar voor de reiziger.
• De wegbeheerder onderhoudt infrastructuur inclu-
Aantrekkelijk (vriendelijk, mooi, schoon, pro-actief)
De reiziger voelt zich comfortabel, er zijn voldoende voorzieningen, en voertuigen, haltes en reizigersinfor-
matie zijn hoogwaardig vormgegeven, schoon en goed
onderhouden. Voertuigen zijn comfortabel en prettig om in te verblijven.
knooppunten en infrastructuur. Er wordt hierbij onder-
Organisatie beheer en onderhoud: sief perrons;
• De vervoerder onderhoudt en beheert materieel en reizigersinformatie in de wachtruimte;
Nr
02
Snelheid De (streefwaarde) dienstregelingsnelheid per deeltraject (tussen de haltes, zonder stoptijden) dient niet meer dan 20km/u langzamer te zijn dan de toegestane snelheid op het betreffende deeltraject.
03
Reistijd Tussen de haltes komt geen (onnodige) vertraging/stops voor, zodat de V/F factor maximaal 1,5 kan zijn van begin tot eindpunt in de maatgevende spitsrichting op maatgevende reisrelaties (minimumeis). De streefwaarde voor de V/F factor is 1,0
04
Betrouwbaarheid R-net rijdt (altijd) via dezelfde route, in hoge frequentie, gedurende de hele exploitatieperiode en verzorgt een aansluiting op de aansluitende R-netlijnen en overig OV.
05
Gemak Biedt een eenvoudige dienstregeling (vaste patroontijden) en eenvoudige OV-info via voor de (potentiële) reiziger bruikbare kanalen.
06
Vervoergarantie De capaciteit op de R-net lijnen wordt gemonitord en waar nodig aangepast aan de (stijgende) behoefte – R-net biedt zo vervoergarantie.
07
Zitplaatsgarantie Bij busverplaatsingen langer dan 15 minuten en/of over het hoofdwegennet geldt zitplaatsgarantie.
08
Uitstraling/vormgeving Alle elementen van R-net (materieel, haltes, reisinformatie, marketing) zijn eenduidig en hoogwaardig uitgevoerd conform de daarvoor opgestelde handboeken.
09
Uitstraling/vormgeving Alle elementen van R-net (materieel, haltes, reisinformatie, marketing) zijn eenduidig en hoogwaardig uitgevoerd conform de daarvoor opgestelde handboeken.
10
Verbindingen Verbindingen hebben capaciteit op een niveau die de vervoerbehoefte volgens R-net kwaliteit kan voldoen.
• De wegbeheerder onderhoudt en beheert de wachtruimtes en de DRISpanelen.
Titel en omschrijving
Ontsluiting / Bediening R-net ontsluit de belangrijke woon- en werkgebieden op een samenhangende wijze, overeenkomstig bijbehorende netwerkkaart 2020.
R-net is een volwaardig alternatief voor de reiziger. Dat
28
zo aangeduid ook een streefwaarde.
01
Moeiteloos (flexibel, gemakkelijk, snel)
betekent snel vervoer met korte wachttijden en uitein-
waarde) en de streefwaarde (ambitieniveau); bij de ei-
Algemene eisen
scheidende en duidelijke voertuigen, haltes, reisinfor-
matie en voorzieningen zijn door eenzelfde uitstraling
De functionele eisen voor R-net zijn beschreven met
29
Eisen aan de vervoersdienst Nr 11
18
Reclame materieel Op het materieel mag beperkt reclame gevoerd worden waarbij de productkenmerken vrij van reclame moeten blijven. In het materieel mag reclame op displays de hoofdtaak van deze displays, halte informatie, niet overstijgen.
19
Opwaarderen OV-chipkaart Streefwaarde: OV-chipkaart opwaardeermogelijkheid A.V.M. in de voertuigen.
20
Informatievoorziening materieel In het voertuig wordt actuele informatie gegeven over de rit en tijdstip en locatie van aansluitingen op andere vormen van openbaar vervoer.
Titel en omschrijving
Frequenties De streeffrequentie is minimaal 6 / uur gedurende de exploitatietijd. De minimumfrequenties voor daglijnen zijn: 4x p. uur in de Ochtendspits Avondspits
06.00 - 09.00 (vertrektijd uit belangrijke herkomstgebieden) 16.00 - 19.00 (vertrektijd uit belangrijke bestemmingsgebieden)
4x p. uur gedurende de dag en 2x p. uur in de avond
06:00 - 19:30 19:30 - 24:00
De minimumfrequenties voor spitslijnen zijn: 4x p. uur in de Ochtendspits Avondspits
06.00 - 09.00 (vertrektijd uit belangrijke herkomstgebieden) 16.30 -18.30 (vertrektijd uit belangrijke bestemmingsgebieden)
Eisen aan haltes/stations Nr 21
Gebruik De R-net halte mag ook gebruikt worden door andere vormen van openbaar vervoer.
NB Aan de uiteinden van verbindingen kan maatwerk worden toegepast voor een rendabele exploitatie. NB2 De kosten van het opnemen van spitslijnen in het R-net worden momenteel nog onderzocht. De uitkomsten daarvan geven mogelijk aanleiding om geen spitslijnen op te nemen in R-net.
22
Halteafstanden Afhankelijk van de modaliteit en de lijnkarakteristiek kan de halteafstand in gebieden met voldoende vervoervraag variëren tussen 300m en 1000m.
Exploitatieperiode De exploitatieperiode waarin gebruik kan worden gemaakt van een R-net lijn is:
23
MA-VR ZA ZO
Aansluitingen Op knooppunten wordt actuele informatie over tijdstip en locatie van aansluitingen op andere vormen van openbaar vervoer aangeboden.
24
Inrichting MRA halte De MRA halte is eenduidig ingericht in R-net huisstijl, met voorzieningen die de wachtende reizigers comfort bieden op hoog niveau. De halte is sociaal veilig door transparantie, goede verlichting en het schoonhouden van de halte.
25
Elementen MRA-halte/station Er worden enkele typen halte onderscheiden; per type worden hier de minimaal vereiste voorzieningen benoemd; alle voorzieningen worden uitgevoerd conform het handboek haltevoorzieningen:
0x p. uur buiten de spits
12
06.00 u tot 24.00 u 07.00 u tot 24.00 u 08.00 u tot 24.00 u
De exploitatietijd betreft de eerste vertrektijd uit herkomstgebieden en de laatste vertrektijd uit bestemmingsgebieden. Op nader te bepalen lijnen kan van deze exploitatieperiode worden afgeweken vanwege specifieke reisrelaties, treinaansluitingen of vanwege een ingroei periode. 13
Stiptheid Bussen vertrekken nooit eerder van een beginhalte, knooppunt of tijdhalte dan in de dienstregeling is aangegeven. 85% van de ritten vertrekt niet meer dan 2 minuten te laat van een beginhalte, knooppunt of tijdhalte.
14
Aansluitingen/overstap R-net lijnen verzorgen een gegarandeerde aansluiting / overstap van bus op bus van minimaal 1 minuut en maximaal 4 minuten en bij overstap op een andere modaliteit van maximaal 7,5 minuut.
15
Rituitval Rituitval mag in principe niet voorkomen. Voorkomende rituitval wordt direct gecommuniceerd naar de getroffen reiziger.
16
Uitstraling/vormgeving materieel Voertuigen van het R-net zijn eenduidig en hoogwaardig uitgevoerd conform het daartoe opgestelde handboek Huisstijl.
17
30
Titel en omschrijving
Comfort materieel Voertuigen zijn voorzien van comfortabele stoelen en de voertuigen zijn voorzien van een adequaat climat control systeem.
A: Uitstaphalte Haltepaal, haltesaam, R-net brandingpaneel, verlichting, afvalbak B: Normale halte DRIS paal met klok en R-net branding, R-net wachtruimte met beschutte zitplaatsen, informatiepaneel met vertrekstaat, lijnennetkaart en omgevingsplattegrond, verlichting, afvalbak, fietsparkeervoorziening C: Stadshalte (toe te passen bij beperkte ruimte/ perronbreedte) Als normale halte maar met een R-net wachtruimte van kleinere diepte, met minder beschutting D: Knooppunt Voor het gehele knooppunt: heldere dynamische reisinformatie met centrale DRIS panelen (Centraal Informatie Paneel) en (Wachtruimte Informatie Paneel) en haltepanelen (Halte Informatie Paneel), statische reisinformatie op de CIP; wachtruimte voor reizigers; indien van toepassing bij een dedicated R-net perron MRAbranding op de HIP; een clustering van R-net perrons. E: Tram, metro halte R-net branding, DRIS met klok, wachtruimte met zitplaatsen, informatiepaneel met vertrekstaat, lijnennetkaart en omgevingsplattegrond, verlichting, afvalbak 26
Toegankelijkheid De maatvoering van de halte, perronlengte, -breedte, -hoogte en maten van vrije doorgang bieden drempelloos en opstoppingsloos gebruik van de halte en voldoen aan de CROW richtlijnen.
31
Bijlage 5 Verkenning naar nut en noodzaak productformule R-net 27
28
Wachtruimte De R-net abri is voorzien van R-net branding en verschaft reizigers een comfortabele en sociaal veilige beschutting bij het wachten.
1. Waarom een productformule?
menwerkende opdrachtgevende (ambtelijk) overheden
regio Amsterdam is in alle verkeer- en vervoerplannen
Opbouw haltepaal bushalte De haltepaal is een goed zichtbaar en herkenbaar R-net landmark; voorzien van DRIS, klok en R-net logo. De haltepaal is voorzien van het voorgeschreven bushalte-pictogram en is (streefwaarde) uitgerust met een door reizigers te bedienen auditief systeem om dynamische reisinformatie ook hoorbaar weer te geven. De haltepaal wordt bij voorkeur zo geplaatst dat hij dient als markering van de stopplaats van de bus, op de kop van de halte.
nadrukkelijk de ambitie geformuleerd het openbaar
op de klant gerichte productformule R-net uitgewerkt.
Vanwege de matige bereikbaarheid van de Metropool-
vervoer een volwaardig en aantrekkelijk reisalternatief
te laten zijn. Een samenhangende netwerk van hoogwaardige bus, tram, metro- en zelfs treinverbindingen
wordt gezien is een middel om de bereikbaarheid te verbeteren.
Eisen aan infrastructuur
Het net van hoogwaardige OV-lijnen heet ondertussen
Nr
Titel en omschrijving
R-net. Om het R-net als aantrekkelijk alternatief voor
29
Geschikt voor gebruik Alle infrastructuur voor het R-net netwerk en op omleidingroutes is, zonder beperkingen, geschikt voor gebruik door R-net materieel.
kenbaar en zichtbaar begrip moeten worden bij de ver-
30
31
32
Capaciteit De R-net infrastructuur heeft een capaciteit en vormgeving afgestemd op de toegepaste vervoermodaliteit, zodat aan de vervoerbehoefte met R-net kwaliteit kan worden voldaan. Snelheid De infrastructuur maakt het mogelijk om een gemiddelde snelheid te rijden van minimaal 20 km/u langzamer dan de toegestane snelheid per deeltraject met een minimum van 30 km/u binnen de bebouwde kom en een minimum van 60 km per uur buiten de bebouwde kom (minimumeis). Streefwaarde is om locale beperkingen van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom niet te laten gelden voor het busvervoer. Verstoring door onderhoud Onderhoud aan R-net infrastructuur mag de dienstuitvoering van R-net niet verstoren en vindt bij voorkeur buiten de exploitatieperiode van R-net plaats. Als dat onmogelijk is worden tijdelijke constructies aangebracht om verstoring te voorkomen.
de reiziger te kunnen positioneren zat het net een her-
voerders, wegbeheerders maar zeker ook bij de huidige en nieuwe reizigers. Om die reden is gemeend aan het
R-net een op de klant gerichte productformule te koppelen waardoor dat hoogwaardige openbaar vervoer duidelijk herkenbaar wordt.
2. Wat gebeurt er bij het ontbreken van een productformule?
Reclame, branding van producten in een vrije markt is
noodzakelijk gezien de vrije keuze uit het aanbod van min of meer gelijkwaardige producten. De openbaar
vervoermarkt is geen vergelijkbare vrije markt. De consument kan niet vrij kiezen uit beschikbare vervoerders
maar kiest een verbinding afhankelijk van zijn bestemming en moet daarin gedurende enkele jaren gebruik maken van de dan rijdende vervoerder.
Eisen aan het onderhoud Nr 33
Als de opdrachtgever voor het openbaar vervoer niets
Titel en omschrijving
doet ontstaat in die markt een bedrijfsgerichte bran-
Infrastructuur De R-net infrastructuur wordt met prioriteit onderhouden.
ding (Arriva, Connexxion, GVB) met soms een op één product (Zuidtangent, Q-liner, Regioliner) gerichte
Het betreft een productformule voor 53 lijnen in de metropoolregio waarvan er 40 vallen onder de verantwoordelijkheid van de Stadsregio Amsterdam. 3. Effecten van productonderscheiding
De vraag die terecht kan worden gesteld is: wat zijn de effecten van de productonderscheiding? En, heeft
het wel nut? Om deze vraag goed te beantwoorden is het van belang duidelijk te zijn over welk effect we precies willen meten. Simpel gezegd gaat het om het
verschil in aantal reizigers tussen twee buslijnen, die
identiek zijn qua dienstregeling, frequentie en tarief, maar waarvan de ene buslijn een hoogwaardiger product biedt dan de andere buslijn. Bij het kijken naar
de uitkomsten van empirische studies doet zich vaak een probleem voor. De nulsituatie waarmee vergele-
ken wordt kan erg verschillen per casus, hetgeen een
groot effect heeft op de uitkomsten van de studie. Immers hoe slechter de kwaliteit van een reguliere buslijn in het gebied hoe groter het effect van de aanleg van
een kwalitatief zeer hoogwaardige busverbinding. Ook blijkt meestal dat er een samenspel van factoren is die
de groei in reizigersaantallen hebben bepaald. De intro-
ductie van de productformule gaat vaak samen met de introductie van bijvoorbeeld een nieuw lijnennet en/of
een verhoging van het vervoersaanbod. Voor Nederland zijn helaas geen goede onderzoeken beschikbaar die het effect van kwaliteitsmaatregelen voor de bus op het aantal reizigers hebben gemeten. Wel zijn er cijfers bekend over aantallen reizigers voor de Zuidtangent.
branding. Dat zijn vele verschillende merken, merkna-
34
Haltevoorzieningen Alle elementen van de halte worden schoon en actueel gehouden en in stand gehouden.
men en productnamen die het voor de reizigers on-
35
Voertuigen R-net voertuigen worden qua interieur en exterieur schoon en vrij van schade gehouden.
van de vervoerder, de reiziger kan toch niet kiezen, maar
doorzichtig maken; wat staat nu waar voor en wat zijn de verschillen? De reiziger is niet gebaat bij de naam
is wel gebaat bij een te maken keuze uit de voorwaarden en dus kwaliteit van een aangeboden vervoerpro-
Te gebruiken handboeken
duct, zoals Zuidtangent en Q-liner.
Handboek Productformule R-net Handboek Huisstijl
Beschikbaar In ontwikkeling door FromAtoB
Handboek R-net lijnen en R-net haltes
In uitwerking Transtec
Handboek Haltevoorzieningen
In uitwerking door From AtoB
Handboek Dynamische Reis Informatie
In uitwerking door GOVI
32
in de metropoolregio zien daar brood in en hebben een
Dat onderscheid wordt niet door de vervoerders inge-
stoken. Die willen vasthouden aan hun eigen bedrijfs-
naam en logo met hun eigen specifieke deelproducten. De reiziger heeft eerder behoefte aan een producton-
derscheiding en dat kan kennelijk alleen tot stand ko-
men onder randvoorwaarden van de overheid. De sa33
100
4
80
3,5 3
60
2,5
40
2
20
1,5
0
1
2007
werking van het kwaliteitsproduct Zuidtangent is
waarschijnlijk verantwoordelijk voor een deel van deze groei alleen hoeveel dit is, is moeilijk te zeggen. Ook de Q-liners van ARRIVA, waarbij vooral de kwaliteit van het
Maatregel
Potentiële reizigersgroei
Verbeteren betrouwbaarheid
10-20%
Marketing en Promotie
5-15%
Comfort voertuig en haltes
3-12%
Reisinformatie
2-8%
Schone voertuigen en haltes
1-3%
Personeel (service en rijstijl)
1-3%
Sociale veiligheid (camera’s)
1-3%
Figuur 2: Effecten maatregelen op reizigersgroei (Currie et. al., 2008, Balcombe et. al, 2004, Kinnear et al, 2000)
De effecten uit figuur 2 kan je ook niet zomaar bij elkaar optellen. Het gecombineerde effect van meerdere
maatregelen ligt lager, omdat je dezelfde reiziger nou eenmaal niet vier keer kan verleiden van de bus gebruik 34
m lt
Re a
Pr
io
rit
im
e
ei
ts
re i
m
sin
fo r
aa tre
e uw ie N
at ie
n le ge
ss Bu
ha
ijz er
Ve b
et
er en
m fo r In en g in
en
s lte
at ie
g in ke t ar M w
di nv ou Ve re e
eg
Di
dergelijke groei alleen niet verklaren. De aanzuigende
ge
n
ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied kunnen een
w
zachte maatregelen op het aantal extra reizigers zuiver
beperkt veranderd en ook de toegenomen files en de
vooral uit Australië en Engeland, waarbij het effect van
en
2002 en 2007. In die periode zijn de frequenties, maar
ters van de Zuidtangent met 50% gegroeid is tussen
Be
Internationaal zijn er wel een aantal studies bekend
laten een sterke reizigersgroei zien.
ie
Figuur 1 laat zien dat het totaal aantal reizigerskilome-
(bron: Jaarverslag 2007)
0
g
product is verbeterd en de frequentie niet of nauwelijks
ot
Figuur 1: Ontwikkeling reizigerskilometers Zuidtangent
in
2006
el
2005
Pr om
2004
0,5
re g
2003
Totaal
st
2002
Haarlem
en
Stadsregio Amsterdam
is gemeten. Hieronder worden de resultaten van deze studies weer gegeven. Het is belangrijk in het achter-
hoofd te houden dat de reizigersgroei die je kan realiseren ook sterk afhankelijk van andere factoren, zoals
de ruimtelijke structuur, de sociaal-demografische kenmerken van de bevolking en de concurrentiepositie ten opzichte van de auto.
Figuur 3: Jaarlijkse inkomsten in ponden per uitgegeven pond aan maatregelen (TAS Partnership, 2002) 4. Ervaringen elders in de wereld
te gaan maken. Andersom is het natuurlijk zo dat een
Door het bureau inno-V is, in opdracht van de Stadsre-
totaal product dat hem of haar aanspreekt.
bij andere vervoerders, steden en agglomeraties in de
reiziger niet kiest op één aspect, maar op basis van een Naast de vraag welke maatregelen leveren het meeste
op is het minstens zo interessant om te kijken welke maatregel het meest kosteneffectief is. Figuur 3 laat de
resultaten zien van een review van de effectiviteit van busmaatregelen in twintig projecten in Engeland.
Tenslotte zien we ook in voorbeelden (zoals Seoel) dat
het zeer wel mogelijk is om een productformule voor
een deel van het totaal van lijnen door te voeren. Op
haltes wordt dan duidelijk aangegeven dat er zowel gewone lijnen halteren als de hoogwaardige lijnen.
gio, gekeken naar toepassingen van productformules
5. Kosten en baten van het R-net
wereld. Die inventarisatie en bijbehorende bevindingen
cipe terug verdiend te worden door de veronderstelde
is hier opgenomen als bijlage 2.
Een aantal voorbeelden bevestigen het hiervoor ge-
schetst beeld dat een onderscheidend product kenne-
lijk meer opbrengsten genereert. Zelfs zodanig dat de kosten worden gedekt. De Engelse voorbeelden zijn
hierbij het meest aansprekend. De voorbeelden be-
treffen situaties van volledig commercieel opererende bedrijven. Opvallend is ook dat hier op zeer uitdrukkelijke wijze reclame op de bus wordt gemaakt voor het
product in de vorm van routestrips, tariefvermeldingen, maar bovenal de frequentie en reistijd. Dit pleit des te meer voor een productformule waar ook reistijden en frequenties zijn vastgelegd.
De investeringen in een productformule dienen in prinreizigersgroei en daarmee verbonden toenemende
reizigersinkomsten. Nu is de productformule niet een op zichzelf staande activiteit maar een toevoeging ter completering van een aantal kwalitatieve voorzienin-
gen in het openbaar vervoer. Het is de som van maatregelen die het comfort, de betrouwbaarheid, sociale
veiligheid en service omvat. Als al die maatregelen zijn getroffen komt een lijn in aanmerking voor toepassing van de productformule.
Even voor het inzicht. In de investeringsplannen voor
verbetering van de infrastructuur voor het openbaar
vervoer is tot 2020 voorzien voor een bedrag van 4,2 miljard euro. De kosten van de productformule zijn ge35
raamd op 6,4 miljoen euro, dat is 0,15% van die in de
de investeringen, kan bij een dergelijke extra inkomsten
6. Tenslotte
verhoudingen tussen kosten en opbrengsten voor het
worden geïnvesteerd. In dat geval (of bij een lager be-
Het is een middel voor de marketing en promotie. zoals
infrastructuur. Om een eerste gevoel te krijgen voor de R-net is gekeken naar de 27 potentiële MRAlijnen in de
drie streekconcessies van de Stadsregio. Deze buslijnen vormen een substantiël en ook representatief deel van het totale R-net. Voor de 27 MRAlijnen bedroegen de rei-
voor een bedrag van € 7,5 miljoen in de productformule
drag dan de € 7,5 miljoen natuurlijk) worden de jaar-
lasten van de kosten voor de productformule volledig gedekt door de extra inkomsten.
zigersinkomsten over 2008, € 29 miljoen per jaar. Naar
De kosten van de productformule voor de eerste 11
met bijbehorende branding, communicatie en promo-
11 lijnen liggen hierbij op het niveau van de genoemde €
verwachting kan het toepassen van de productformule tie activiteiten, een reizigersgroei opleveren van 3%. Zie
hiervoor de vorige paragrafen. De extra reizigersinkomsten bedragen dan € 900.000 per jaar.
Rekening houdend met een afschrijving van de inves-
teringen van 10 jaar en bijbehorende rentelasten over
MRAlijnen bedragen € 2,99 miljoen. De kosten voor de 7,5 miljoen voor de 27 potentiële buslijnen van de Stads-
regio. Ook de mix van 11 lijnen zijn representatief voor
het R-net als het gaat om de kosten voor de productformule en reizigersopbrengsten.
de investeringen, kan bij een dergelijke extra inkomsten
De voorzichtige conclusie kan worden getrokken dat
worden geïnvesteerd. In dat geval (of bij een lager be-
positieve verhouding tot de jaarlasten te laten staan,
voor een bedrag van € 7,5 miljoen in de productformule
drag dan de € 7,5 miljoen natuurlijk) worden de jaarlasten van de kosten voor de productformule volledig gedekt door de extra inkomsten.
raamd op 6,4 miljoen euro, dat is 0,15% van die in de infrastructuur. Om een eerste gevoel te krijgen voor de verhoudingen tussen kosten en opbrengsten voor het
R-net is gekeken naar de 27 potentiële MRAlijnen in de
het mogelijk is om de kosten van de productformule in
gegeven een reizigersgroei van minimaal 3% vanwege
het toevoegen van de kwalitatieve elementen. Daarbij is tamelijk conservatief gerekend: een deel van de € 2,99
bestaat uit kosten die voor 2011 en 2012 er nog wel zijn, maar voor de jaren daarna niet. Zoals de verdere ontwikkeling van de productformule (€ 250.000 per jaar) .
drie streekconcessies van de Stadsregio. Deze buslijnen
Inkomsten voor de opdrachtgevende overheden zijn er
het totale R-net. Voor de 27 MRAlijnen bedroegen de rei-
sluitstuk de herkenbaarheid van de verbeterde kwaliteit
vormen een substantiël en ook representatief deel van
zigersinkomsten over 2008, € 29 miljoen per jaar. Naar
verwachting kan het toepassen van de productformule
met bijbehorende branding, communicatie en promotie activiteiten, een reizigersgroei opleveren van 3%. Zie
hiervoor de vorige paragrafen. De extra reizigersinkomsten bedragen dan € 900.000 per jaar.
Rekening houdend met een afschrijving van de inves-
teringen van 10 jaar en bijbehorende rentelasten over
36
Een productformule is niet een op zichzelf staand iets. we ook zien in de buitenlandse voorbeelden. Een productformule kan alleen succesvol zijn als het gebruikt
wordt voor waar het bedoeld voor is. Dit schept verplichtingen om - parallel aan de invoering van productformule - marketing en promotieactiviteiten te doen.
Een productformule kan al zijn nut bewijzen met een beperkt aantal zeer herkenbare elementen. De pro-
ductformule zal moeten worden bewaakt. Niet alleen
vanwege het kerkenbaar houden van de elementen, maar vooral ook vanwege de praktische toepassing van
de productformule. Extra haltes aanleggen om daar alleen een R-net bus te laten stoppen bijvoorbeeld is niet
noodzakelijk, leert bijvoorbeeld het voorbeeld uit Seoel. Bewaking van de productformule van het R-net verzekert ook dat de invoering tegen niet te hoge kosten
plaats vindt. Om de kosten van invoering van de productformule te beperken wordt voorgesteld dit af te
stemmen op de mogelijkheden die zich voor doen in de vorm van aanbestedingsritme OV-concessies, aan-
schaf nieuw materieel, abricontracten, ingebruikname nieuwe infrastructuur en afgerond te hebben op het moment van ingebruikname Noord/Zuidlijn (2018).
niet direct. De maatregelen aan infrastructuur met als
in de vorm van de productformule, bieden in eerste instantie alleen algemene profits in de vorm van verbeterende bereikbaarheid, leefbaarheid, sociaal-, economische voorwaarden en daarmee meer reizigers en hogere kos-
tendekkingsgraad. De inkomsten uit meer reizigers zijn in eerste instantie voor de vervoerder en komen pas na
een vervolgaanbesteding terug bij de opdrachtgever in de vorm van een lagere exploitatie bijdrage
37