HET OPENBAAR VERVOER
1
3.
HET OPENBAAR VERVOER
Het openbaar vervoer heeft drie belangrijke eigenschappen: het is goedkoop voor de gebruiker, het beperkt de hinder en vervuiling en het helpt om de verkeerslast te verminderen. Regelmatig worden echter nog andere kwaliteiten benadrukt, waaronder: -
-
Voor de werknemer: tijd voor zichzelf tijdens de verplaatsing, betere levenskwaliteit, minder stress, minder ongevallen, goedkopere woon-werkverplaatsingen, vaak ook kortere reistijd: o de trein vermijdt de files aan de invalswegen van de steden, o op de eigen baan kunnen trams en bussen sneller vooruitkomen in het zeer drukke verkeer van de spitsuren, o geen problemen met het zoeken naar een parkeerplaats. Parkeerplaatsen worden bovendien steeds schaarser, steeds meer gereglementeerd en steeds duurder. Voor de werkgever: beperkte financiële last, vaak een oplossing voor de problemen en kosten van de auto’s en de parking.
De inspanningen van werkgevers en werknemers om het openbaar vervoer te gebruiken, zijn des te meer gerechtvaardigd omdat de woon-werkverplaatsingen doorgaans worden gemaakt tijdens de spitsuren. De werkgever beschikt over een aantal actiemiddelen om de werknemers aan te moedigen tot het gebruik van het openbaar vervoer: -
Slechts 16% van de werknemers komt naar het werk met het openbaar vervoer (2011)
Communicatie, sensibilisering en informatie; Financiële stimulansen; Versterking van het aanbod; Verbetering van de gebruiksvoorwaarden van het openbaar vervoer.
De maatregelen waarmee bedrijven hun werknemers aanmoedigen om met het openbaar vervoer naar het werk te komen, kunnen veel verder gaan dat wat de wet oplegt. In België beschikt elk gewest over zijn eigen juridische arsenaal. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bijvoorbeeld verplicht de wetgever de bedrijven met meer dan 100 werknemers om hun personeel aan te sporen om het openbaar vervoer te gebruiken door minstens twee van de volgende zes maatregelen toe te passen 1: -
-
-
1
“Het personeel informeren over de haltes, lijnen, dienstregelingen, reiswegen en tarieven van de openbaarvervoermaatschappijen die de wijk van het bedrijf bedienen. Elk jaar sensibiliseringsacties en informatiesessies houden voor het personeel. Het openbaarvervoeraanbod mee financieren om de bediening van uw bedrijf te verbeteren, in overleg met de openbaarvervoermaatschappijen.
Een hogere terugbetaling van de openbaarvervoerskosten dan het wettelijke minimum doorvoeren, tot zelfs gratis abonnementen aanbieden voor de woon-werktrajecten, bij voorkeur door een derde-betaler-overeenkomst te sluiten met de vervoersmaatschappij. Tussenkomen in de kosten voor verplaatsingen van en naar haltes van het openbaar vervoer: een fietsers-/voetgangerspremie toekennen, een Villa- of Cambio-abonnement aanbieden of een pendeldienst organiseren van en naar trein-/metrostations.
Infofiche ecomobiliteit : Het openbaar vervoer promoten, Leefmilieu Bussel, mei 2011 Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
2
-
De openbaarvervoerskosten van de werknemers die een bedrijfswagen hebben volledig terugbetalen: de combinatie van deze vervoerswijzen toelaten of een 'mobiliteitsbudget’ toekennen om de werknemers te laten kiezen voor de vervoerswijzen die aan zijn noden zijn aangepast (bedrijfswagen al dan niet inbegrepen)”.
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
3
3.1 COMMUNICATIE, S ENSIBILISERING EN INFORMATIE Als we de verplaatsingsgewoonten van de gebruikers wezenlijk willen veranderen, volstaat het niet om louter alternatieven ter beschikking te stellen. Ook efficiënte en overtuigende informatie- en promotiecampagnes zijn nodig om de werknemers te sensibiliseren: getuigenissen van werknemers die de auto thuis laten en het openbaar vervoer gebruiken, mogelijkheid om het openbaar vervoer gratis uit te proberen, benadrukking van de financiële voordelen, enz. Om de impact te garanderen kunnen deze campagnes worden gecombineerd met nieuwe, vooral financiële maatregelen.
(a) Sensibiliseringscampagnes
In een stad, een gewest of in heel het land worden wel eens grootse sensibiliseringscampagnes georganiseerd over het openbaar vervoer. De werkgever kan van die gelegenheid gebruik maken om zijn eigen campagne te voeren, afgestemd op de specifieke kenmerken en noden van zijn inrichting. In Frankrijk kunnen de bedrijven eenvoudige en efficiënte acties organiseren ter gelegenheid van “ de dag van het openbaar vervoer” die jaarlijks wordt georganiseerd. In 2013 lag het accent van deze campagne op de woon-werkverplaatsingen. De meest georganiseerde acties van de Franse bedrijven tijdens deze dag zijn: -
Informatie van de werknemers in de inkomhall of gemeenschappelijke ruimtes; Organisatie van een ontbijt, een koffiemoment om te praten over het onderwerp, ervaringen te delen en ideeën uit te wisselen; Realisatie van een peiling onder het personeel om een beeld te krijgen van de vervoersgewoonten (tijd, verplaatsingswijze, suggesties en verbeteringen); Gratis tickets voor het openbaar vervoer om de werknemers de kans te geven het uit te proberen om naar het werk te komen.
Deze grootschalige sensibiliseringscampagne is bijzonder populair, zodat de bedrijven er alle belang bij hebben om eraan deel te nemen. Tussen 2007 en 2013 steeg het aantal mensen die op de een of andere manier bereikt werden met de actie van 23 tot 52 miljoen, dwz 80% van de Franse bevolking. “De dag van het openbaar vervoer” is mede dankzij de bijdrage van de bedrijven uitgegroeid tot een nationaal evenement. Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 15
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
4
(b) Communicatie- en informatiemiddelen
De slechte kennis van de openbaarvervoernetten en de gebruiksomstandigheden zetten een rem op de expansie van deze verplaatsingswijze. Een goede informatie van de werknemers in de onderneming is dan ook erg belangrijk om 11% van de bedrijven een grote populatie te bereiken die woon-werkverplaatsingen verstrekt informatie over moet maken tijdens de spitsuren. Deze informatie om de het openbaar vervoer perceptie van het openbaar vervoer te verbeteren, is mogelijk via plannen en dienstregelingen die worden uitgedeeld of uitgehangen op centrale plaatsen, via een intranetpagina, smartphone apps, enz. De informatie moet zeker ook een financieel luik bevatten waarin concrete voorbeelden worden uitgelegd die de onderneming zelf kan toepassen. Ook de voordelen van het gebruik van het openbaar vervoer moeten aan bod komen, met name in vergelijking met het autogebruik. Voor de samenstelling van de informatie aan de werknemers, kan het bedrijf zich inspireren op websites die het openbaar vervoer promoten, te beginnen bij de websites van de vervoersmaatschappijen zelf. Uiteraard moet de informatie worden aangepast aan de noden van de werknemers van de inrichting en regelmatig worden bijgewerkt. Ze is immers pas geloofwaardig als ze betrouwbaar is.
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
5
3.2 DE FINANCIË LE STIMULANSEN De (volledige of gedeeltelijke) terugbetaling van abonnementen heeft haar efficiëntie al bewezen. Uit de enquête van de FOD Mobiliteit van 2011 bleek dat meer dan een derde van de inrichtingen de abonnementskosten al volledig terugbetalen. In 2008 voorzag nog maar een kwart van de bedrijven in de volledige of gedeeltelijke terugbetaling van het abonnement. In België is een minimale financiële tegemoetkoming van de werkgevers voor de gebruikers van het openbaar vervoer verplicht. De tegemoetkomingen in 2014 zijn als volgt: -
-
voor treinreizigers varieert de wettelijke minimumvergoeding naargelang de afgelegde afstand en het soort abonnement. De werkgeversbijdrage ligt tussen 68% en 76% (het rooster van de bedragen is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en kan worden geraadpleegd op de website van de NMBS);
34% van de inrichtingen bieden hun werknemers gratis gebruik van het openbaar vervoer aan
Voor de gebruikers van de andere openbaarvervoermiddelen, is een financiële tegemoetkoming van de werkgever verplicht voor verplaatsingen van minstens 5 km. De kosten kunnen worden terugbetaald op basis van een prijs in verhouding tot de afstand (TEC-abonnementen) of op basis van een vaste prijs ongeacht de afstand (abonnement van de MIVB en De Lijn)2.
Om de werknemers echt te overtuigen om het openbaar vervoer te gebruiken, moet echter meer worden gedaan dan het wettelijke minimum: -
-
2 3
De vervoerskosten tot 100% terugbetalen (de werknemers van bedrijven uit de privésector kunnen gratis met de trein reizen als het bedrijf 80% van de kosten voor zijn rekening neemt. De overige 20% wordt betaald door de federale staat)3 ; Gratis tickets voor het openbaar vervoer verstrekken (vast aantal tickets per jaar of punctueel tijdens sensibiliseringsacties, voor vergaderingen,…); Terugbetalen vanaf de eerste kilometer (zodat de werknemers die op minder dan 5 km van hun werk wonen hun auto zouden thuis laten); Beter informeren over de tarieven, vooral over de beschikbare verminderingen (studenten, grote gezinnen…); Voor intermodale verplaatsingen moedigt de terugbetaling van de tickets van de transitparking (aan de invalswegen van de steden) en de parkings in de buurt van de stations de werknemers aan om minstens een deel van het traject af te leggen met het openbaar vervoer. Een bedrag, waarvan maximaal 370€ belastingvrij is, kan worden gestort aan de werknemers die met de auto naar het dichtstbij zijnde NMBS-station/transitparking rijden. Deze maatregel is uiteraard een aanvulling op de terugbetaling van de abonnementskosten van de trein/het openbaar vervoer.
Infofiche « ECOMOBILITEIT », BIM, 2011 Gratis woon-werkverkeer, website NMBS : hier Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
6
Uitzonderlijke financiële tegemoetkomingen kunnen ook worden voorzien tijdens beperkte periodes om de werknemers de mogelijkheid te bieden een nieuwe verplaatsingswijze uit te proberen. De beste manier om een product te promoten, is vaak door het te laten gebruiken.
Ieder jaar reiken de Brussels bedrijven aan honderden werknemers een Try Pass uit om een ander vervoermiddel uit te proberen dan de wagen. In het kader van de actie “Naar het werk zonder auto” die in 2008 werd gestart, worden ieder jaar tien Brusselse bedrijven geselecteerd die hun werknemers een weekabonnement aanbieden om gedurende één week gratis gebruik te maken van de MIVB, de NMBS, de TEC, De Lijn en Villo. Van 2008 tot 2011 duurde de actie slechts één dag. Nadat twee bedrijven in 2011 de verlenging tot één week hadden getest, wordt de actie sinds 2012 echter gehouden gedurende een volledige week. In 2012 werden 450 Try passes van de MIVB, 200 abonnementen van de NMBS, 100 TEC-paspoorten, 1000 tickets van De Lijn en 1000 Villo-abonnementen verstrekt aan werknemers die gedurende één week lang hun auto wilden thuis laten om een andere verplaatsingswijze uit te proberen. Behalve deze abonnementen van de openbaarvervoermaatschappijen, genoten deze tien bedrijven voor hun werknemers ook korting op de diensten van Pro Velo, Cyclo, Taxistop, Fietsersbond en de Ateliers van de Vootstraat. De Try passes kunnen onder bepaalde voorwaarden het hele jaar door ter beschikking worden gesteld van de bedrijven, dus niet alleen in het kader van deze actie. Om de werknemers te overtuigen om met het openbaar vervoer naar het werk te komen, kan de MIVB de bedrijven gratis week- of maandabonnementen aanbieden voor nieuwe werknemers tijdens de Week van Vervoering, of voor alle werknemers wanneer het bedrijf verhuist. Deze Try Pass wordt verstrekt op naam en biedt de gebruiker de gelegenheid om zelf kennis te maken van de vele voordelen van het MIVB-net. Aan het eind van de gebruiksperiode van de Try Pass, wordt het systeem geëvalueerd in samenwerking met de MIVB. Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 15
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
7
3.3 M AATREGELEN VOOR BETERE BETE RE GEBRUIKSVOORWAARDEN GEBRUIKSVOORWAARD EN VAN HET OPENBAAR VERVOER
Bijna 22% van de inrichtingen is van mening dat ze slecht worden bediend door het openbaar vervoer
Als de inrichting onvoldoende wordt bediend door het openbaar vervoer, kan ze de openbaarvervoermaatschappij verzoeken om het probleem op te lossen. Uiteraard zal de vraag altijd eerst worden onderzocht, rekening houdend met de andere inrichtingen op de site of in de wijk. De vraag om een pendeldienst in te richten naar het station, een nieuwe verbinding te creëren of de dienstregeling uit te breiden op bepaalde tijdstippen van de dag, maakt des te meer kans om te worden ingewilligd als er veel potentiële gebruikers zijn.
De mobiliteit van de werknemers moet een van de punten zijn waarmee rekening wordt gehouden bij de keuze van de inplanting of bij een wezenlijke uitbreiding van de inrichting. Het is dan ook belangrijk om al zo vroeg mogelijk contact op te nemen met de openbaarvervoermaatschappijen. De werknemers die betrokken zijn bij een nieuwe inplanting of uitbreiding van de inrichting, moeten ook worden geïnformeerd over de verplaatsingsmogelijkheden die de openbaarvervoermaatschappijen momenteel (of op korte termijn) aanbieden. Door deze informatie al vroeg te verstrekken, kunnen nieuwe werknemers hun woon-werkverplaatsingen organiseren met kennis van zaken, dwz door in hun analyse rekening te houden met zoveel mogelijk voordelen van het openbaar vervoer. Het gebruik van het openbaar vervoer wordt sterk beïnvloed door de lokalisatie van de inrichting ten aanzien van de haltes en de openbaarvervoernetten, maar ook door de aanvullende mogelijkheden die het bedrijf aanbiedt om de intermodaliteit vanaf de haltes te bevorderen
De reële of gepercipieerde nabijheid tussen de inrichting en een halte van het openbaar vervoer, wordt uitgedrukt in: -
De werknemers maken in verhouding 5 keer meer gebruik van de trein als de inrichting minder dan 1 km van een station ligt (19,7% tegenover 3,9%)
afstand tussen de inrichting en de haltes van het openbaar vervoer; kwaliteit van de lijnen die de halte bedienen (vervoerwijze, frequentie, dienstregeling, commerciële snelheid, stopplaatsen); middelen die worden gebruikt om deze afstand tussen de inrichting en de halte af te leggen en de intermodaliteit te bevorderen; comfort en veiligheid van het traject naar de halte en van de halte zelf.
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
8
(a) Verkorting van de afstand tussen de inrichting en de halte(s) van het openbaar vervoer De efficiëntste ingreep bestaat erin om in te werken op de bediening van het openbaar vervoer, door haltes te voorzien in de buurt van de werkplek: -
-
Bij zware infrastructuren die gebruik maken van sporen (trein, tram, bus), is dit een probleem van ruimtelijke ordening; de inrichtingen hebben slechts zelden de mogelijkheid om er zelf iets aan te veranderen; Bij openbaarvervoermiddelen die gebruik maken van de rijbaan, kan een inrichting overleggen met de openbaarvervoermaatschappij om bijvoorbeeld een halte toe te voegen of te verplaatsen, het traject van een buslijn te wijzigen, enz.
De inrichting, vooral als ze ruimtelijk erg uitgestrekt is, beschikt soms over vrij eenvoudige middelen om het traject naar een halte van het openbaar vervoer te verkorten: een nieuwe toegang, inrichting die beter georiënteerd is in de richting van de halte, of een nieuwe weg naar de halte aanleggen. In zekere zin komt het erop aan om de werkelijk te voet af te leggen afstand zo dicht mogelijk de afstand in vogelvlucht te laten benaderen. Het bedrijf kan bij zijn keuze van de inplantingsplaats ook rekening houden met de bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Vanwege deze keuze werden industriegebieden opgericht of, in stedelijke milieus, kantoorzones in de buurt van stations. Heel wat bedrijven werven nieuwe personeelsleden aan in vrij uitgestrekte arbeidsmarktregio’s. Die worden doorkruist door openbaarvoerlijnen die naar de grote stations leiden. De volgende drie voorbeelden illustreren de middelen om de afstand tussen de inrichting en de halte (of haltes) van het openbaar vervoer te verkorten: - Het bedrijf verhuist naar een locatie dichter bij de haltes: RTL-TVI; - De openbaarvervoermaatschappij creëert een nieuwe lijn om de bedrijven beter te bedienen: de bedrijven in de industriegebieden I en II van Nijvel; - de openbaarvervoermaatschappij verandert het traject van een bestaande lijn om een bedrijf beter te bedienen: Gaillettes vzw. Bij zijn verhuis van Sint-Lambrechts-Woluwe naar Schaarbeek in 2007, schonk RTL-TVI bijzondere aandacht aan haar bereikbaarheid met het openbaar vervoer. RTL-TVI was vroeger gevestigd in Sint-Lambrechts-Woluwe, op een plaats die slecht werd bediend door het openbaar vervoer. Voor haar nieuwe inplanting in Schaarbeek, koos de onderneming voor een locatie langs een invalsweg (Leuvensesteenweg) en op korte afstand van een belangrij knooppunt (Meiserplein). Dankzij deze verhuis, van een plaats die moeilijk bereikbaar was met het openbaar vervoer naar een plaats waar wel voldoende openbaar vervoer aanwezig is, steeg het gebruik van bus, tram en metro van 5 % tot 9,3% en het gebruik van de fiets en de motorfiets van 2,3% tot 5,4%. Het autogebruik daarentegen daalde van 91% naar 84%. RTL-TVI betaalt de woon-werkverplaatsingen met het openbaar vervoer volledig terug. Bovendien lanceerde de onderneming maatregelen om het fietsen te promoten (bewaakte en overdekte fietsenstallingen, douches, kleedruimtes,…). Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 15
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
9
Voor de 5000 werknemers van de 130 bedrijven van de industriegebieden I en II van Nijvel-Zuid werden nieuwe buslijnen ingericht. De mobiliteitsstudie die de TEC uitvoerde op de site, leverde geen afdoende resultaten op. In 2006 werd echter een overeenkomst gesloten tussen het Waals Gewest, de TEC en Nivelles Industries (inmiddels omgedoopt tot Nivelles Entreprises), het consortium van de bedrijven die gevestigd zijn in Nijvel. Die overeenkomst voorzag in de inrichting van La part des een nieuwe buslijn (lijn 16 van Waals établissements en concertation Brabant) met een specifieke dienstregeling avec les sociétés de transport en reisweg. en commun est passée de 5% à 7% entre 2005 et 2011 Het project werd voor 50% gefinancierd door het Waalse Gewest. Nivelles Industries van haar kant verbond zich ertoe om het gebruik van deze nieuwe buslijn in de industriegebieden te promoten. De overeenkomst werd gesloten voor de duur van één jaar en kon worden verlengd. Een opvolgingscomité werd opgericht om na te gaan of de reisweg of dienstregeling eventueel moest worden gewijzigd. Na dit eerste jaar werd de overeenkomst vernieuwd en moest Nivelles Industries de overige exploitatiekosten financieren, verminderd met de inkomsten van de abonnements- en ticketverkoop door de TEC. Na het eerste jaar exploitatie werd dit cijfer teruggebracht tot 35% (gezien het succes was het Waalse Gewest bereid om haar financiële tegemoetkoming te verlengen). Het gebruik van deze lijn steeg in het eerste exploitatiejaar van 86 tot 106 personen. Van november 2006 tot maart 2009 steeg het gemiddelde aantal ochtendgebruikers met 40%, zodat de overeenkomst driemaal werd vernieuwd. In 2013 rijdt lijn 16 nog altijd, maar op aanraden van het opvolgingscomité werden er wijzigingen aangebracht in de reisweg (de bus rijdt nu meer direct naar het station) en de dienstregeling (voor de mensen die deeltijds werken werd een heen- en terugreis toegevoegd op het middaguur). Dagelijks rijden er 13 bussen tussen het station en de industriegebieden (van 6.45 tot 9.15 uur, ’s middags en van 15.30 tot 18 uur). Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 15
Een ander voorbeeld van de verkorting van de afstand tussen de inrichting en de dichtstbij zijnde halte van het openbaar vervoer: Bus 67 van de TEC maakt ’s morgens en ’s avonds een kleine omweg op haar traject om de werknemers van de vzw Gaillettes in Blegny af te zetten en op te halen vóór de inrichting4.
4
Enquête over de woon-werkverplaatsingen 2011, Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
10
(b) De kwaliteit van de lijnen die de halte bedienen (vervoerwijze, frequentie, dienstregeling, commerciële snelheid, stopplaatsen)
Of een lijn van het openbaar vervoer al dan niet gebruikt wordt hangt niet alleen af van de afstand tot de bediende halte, maar ook van de kwaliteit van de lijn zelf: - Lijnen op een eigen baan (trein, metro en sommige trams en bussen) genieten de voorkeur boven lijnen waarop de voertuigen zich tussen het autoverkeer mengen, en dit vooral omwille van de hogere commerciële snelheid; - De dienstregelingen, frequenties en capaciteiten van de voertuigen aan het begin en het eind van de activiteit van de inrichting; de bedrijven kunnen hier tussenkomen door hun werkuren af te stemmen op de mogelijkheden van het openbaar vervoer of door te werken met glijdende werkuren; voor een potentieel belangrijk cliënteel kunnen ze de vervoermaatschappijen ook verzoeken om hun dienstregelingen en frequenties beter af te stemmen op de noden van de onderneming; - Ook de stopplaatsen van de lijnen zijn een belangrijk punt: o lijnen die stoppen in de woonplaats van de werknemers; o lijnen die naar belangrijke knooppunten en stations rijden (waar de medewerkers op een andere lijn kunnen overstappen); o lijnen met een hogere commerciële snelheid omdat aan een aantal haltes niet meer wordt gestopt (meer directe lijnen). De inrichting kan de openbare vervoermaatschappijen vragen om samen na te gaan hoe vraag en aanbod het best op elkaar kunnen worden afgestemd. In een aantal bijzondere gevallen is het openbaar vervoer minder geschikt voor de woonwerkverplaatsingen van de werknemers. Stakingen en een gebrek aan soepelheid (met name in de dienstregeling) worden vaak aangehaald als reden om het openbaar vervoer niet te gebruiken. Om daaraan te verhelpen en ervoor te zorgen dat het personeel het openbaar vervoer blijft gebruiken en anderzijds de economische activiteit kan worden voortgezet, bieden sommige bedrijven bijkomende vervoermogelijkheden aan als het openbaar vervoer in gebreke blijft.
Airhotel Belgium5, in Zaventem, betaalt de taxikosten terug als de werknemers vanwege de dienstregeling en stopplaatsen van het openbaar vervoer niet op het werk of thuis geraken. De werknemers van Airhotel Belgium hebben variabele werkuren en werken soms heel vroeg of heel laat. De onderneming betaalt de taxikosten voor de woonwerkverplaatsingen terug als er nog geen openbaar vervoer is of als het niet meer rijdt.
5
Enquête over de woon-werkverplaatsingen 2011, Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
11
(c) De middelen die worden gebruikt om de afstand tussen de inrichting en de halte af te leggen en de intermodaliteit te bevorderen
Het is niet altijd mogelijk om de noden van de inrichting en het openbaarvervoersaanbod perfect op elkaar af te stemmen, vooral als de inrichting relatief weinig mensen tewerkstelt en ver van de andere inrichtingen verwijderd is. Het bedrijf kan het tekort dan aanvullen door de verplaatsing tussen de werkplek en een belangrijk knooppunt of station te vergemakkelijken, met name door een pendeldienst te organiseren of de verplaatsingen per fiets te ondersteunen. Sommige bedrijven doen een beroep op de privésector om korte pendeldiensten te voorzien tussen hun inrichting en een belangrijk station en/of veelgevraagde bestemming (stadscentrum, multimodale pool van het openbaar vervoer, overstapparking…).
4% des établissements organisent un transport collectif
De werknemers van bedrijven die ver van een station of knooppunt van het openbaar vervoer zijn gelegen, moeten soms intermodale verplaatsingen maken. Op hun traject moeten ze dan andere vervoerwijzen gebruiken zoals te voet gaan voor korte afstanden of fietsen voor langere afstanden. Werknemers die veraf wonen van de plaats waar ze het openbaar vervoer nemen, kunnen deze afstand afleggen met de fiets. Met dit element kan rekening worden gehouden bij de berekening van het potentieel van de intermodale verplaatsingen fiets-openbaar vervoer. De toenemende belangstelling van de werknemers voor woon-werkverplaatsingen die de fiets combineren met het openbaar vervoer, steunt voor een deel op de evolutie van de vouwfietsen op het vlak van kosten, techniek en hanteerbaarheid (lichte, compacte fietsen met uitstekende rijprestaties), maar ook op de evolutie van de mogelijkheid om deze vouwfietsen mee te nemen met het openbaar vervoer. Er zijn dus heel wat maatregelen om de intermodaliteit te bevorderen en duurzame verplaatsingen vanaf de haltes van het openbaar vervoer te promoten: - het inrichten van privépendeldiensten door de onderneming; - het leveren of lenen van vouwfietsen voor de gebruikers van het openbaar vervoer; - het ter beschikking stellen van fietsen door de onderneming, voor het traject van en naar een station; - het ter beschikking stellen van abonnementen die het openbaar vervoer combineren met andere duurzame verplaatsingswijzen. Dergelijke maatregelen, die kunnen worden gecombineerd met de volledige terugbetaling van de verplaatsingskosten met het openbaar vervoer, zijn bedoeld om het de werknemers makkelijker te maken op hun traject voor en na het openbaar vervoer.
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
12
GlaxoSmithKline (GSK) stelt haar werknemers pendeldiensten ter beschikking tussen de verschillende vestigingen en tussen de vestigingen en de treinstations. GSK voerde een aantal maatregelen in om haar werknemers aan te moedigen om een duurzamer verplaatsingswijze te kiezen. Enkele daarvan zijn bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer aan te moedigen. De onderneming deed een beroep op de privésector om 8 pendeldiensten te verzorgen die de mensen van en naar het station of andere vestigingen van GSK brengen (Waver-Rixensart). Deze pendeldiensten zijn o.m. als volgt georganiseerd: - pendeldiensten van en naar drie stations : Ottignies, Waver, Genval ; - pendeldiensten tussen de vestigingen in Waver en Rixensart In 2013 werden de pendeldiensten in totaal 88 000 keer gebruikt, goed voor een gemiddelde van 440 keer per dag. Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 16
Bij de verhuis van haar sorteercentrum naar Awans in 2007, bood De Post haar werknemers een privépendeldienst aan. Bij een vorige verhuis in 1996, vestigde De Post zich op 15 minuten wandelafstand va het station Guillemins. Het gebruik van de auto voor de woon-werkverplaatsingen nam daardoor met ongeveer de helft toe. In 2007 verhuisde De Post haar sorteercentrum opnieuw, ditmaal naar Awans. Ze wilde daarbij een herhaling van de nefaste gevolgen voor de mobiliteit van de 700 werknemers vermijden. De Post wendde zich eerst tot de TEC, maar de ruime diensturen van haar werknemers maakte een pendeldienst onbetaalbaar. Daarom bedacht De Post een systeem van twee soorten privépendeldiensten, een op vaste tijdstippen en een ‘on demand’. Tijdens de spitsuren worden de kleine pendelbusjes aangevuld met een grotere bus van een private busmaatschappij die in 20 minuten van en naar het station van Guillemins rijdt. Voor de kleine pendelbusjes worden de aanvragen geval per geval behandeld: iedere dag wordt een lijst van de gebruikers opgesteld die aan de verschillende chauffeurs wordt overhandigd. Dit systeem vergt enig beheer, maar garandeert een grote soepelheid in de organisatie, zowel bij het plannen van de stopplaatsen als voor de gebruikers. Wijzigingen van de werkuren, vakanties en ziekteverlof worden dagelijks geïntegreerd in de organisatie. Met dit systeem worden er 31 verplaatsingen per dag gemaakt in elke richting. Ze worden gerealiseerd door 10 voertuigen met 8 plaatsen, en door 2 voertuigen met 52 plaatsen die worden ingezet tijdens de spitsuren en in totaal 130 werknemers per dag vervoeren. Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 16
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
13
Verzekeringsmaatschappij P&V (Sint-Joost-ten-Node), gevestigd op 600m van het Communicatiecentrum Noord (Noordstation), biedt een financiële tegemoetkoming om de combinatie fiets – openbaar vervoer te promoten. Verzekeringsmaatschappij P&V stelt haar werknemers verschillende alternatieven voor de auto voor. Ze lanceert daarvoor de volgende financiële maatregelen6: -
combinatie van een treinabonnement en een abonnement op “Villo!“; organisatie van een “vouwfietsactie” met sporthandel AS Adventure.
In Halle stelt Colruyt fietsen ter beschikking voor de verplaatsingen tussen haar 8 sites en het station. De 8 Colruyt-sites in de gemeente Halle liggen op 2-3 kilometer van het station van Halle. Uit een enquête onder de werknemers bleek dat deze 215 inrichtingen afstand te lang was om de werknemers te (d.i. 2,1%) voorzien overtuigen om met de trein te komen. Om haar 8 pendelfietsen om naar sites, die in 2012 in totaal meer dan 5000 het station te rijden, werknemers telden, beter bereikbaar te maken, dat is twee keer zoveel stelde Colruyt met een zelfbedieningssysteem pendelfietsen ter beschikking waarmee de werknemers tussen de sites kunnen pendelen. Sinds juni 2001 staan de fietsen in een afgesloten stalling, vlak naast het station. Elke werknemer die deelneemt aan het project kan een fiets lenen om naar zijn werk te rijden. Aan de vestiging stallen ze de fiets op een overdekte fietsparking. Colruyt zorgt voor het onderhoud en de eventuele reparaties van deze pendelfietsen. Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 16
6
Enquête over de woon-werkverplaatsingen 2011, Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
14
De bedrijven kunnen ook jaarabonnementen verstrekken die het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets combineren. De openbaarvervoermaatschappijen stellen dergelijke abonnementen ter beschikking van hun cliënteel. CycloTEC is een jaarabonnement van de TEC waarbij de maatschappij haar reizigers een vouwfiets ter beschikking stelt voor de korte dagelijkse trajecten van en naar de halte. Bedoeling van CycloTEC is om een ideale en duurzame tijdwinst te bieden voor de trajecten woning-bushalte-werk/school en voor alle korte verplaatsingen in de stad. Voor 60€ extra op het jaarlijkse TEC-abonnement, incl. de huur van de vouwfiets, het onderhoud aan het einde van de huurperiode en een allriskverzekering incl. diefstal (met franchise van 30€), is CycloTEC een vouwfiets die vanwege zijn beperkte plaatsinname perfect geschikt is om te worden meegenomen met het openbaar vervoer. De fietsen kunnen worden gehuurd en onderhouden in een twintigtal punten (ateliers waar fietsen worden verkocht en onderhouden) in het Gewest die zijn erkend door CycloTEC. De bedrijven kunnen een dergelijk abonnement aan hun werknemers aanbieden om de intermodaliteit met de duurzame vervoermiddelen te bevorderen. Bijkomende informatie vindt u hier of zie blz 16
(d) Het comfort en de veiligheid van het traject naar de halte en aan de halte zelf
Bij de beoordeling van de afstand tot een halte van het openbaar vervoer, moet het bedrijf ook rekening houden met de kwaliteit van de afgelegde afstand: soort en staat van het wegdek, oversteekplaatsen, reliëf en beveiliging van het traject (met name verlichting en configuratie). De werknemer beoordeelt het af te leggen traject ook op basis van deze elementen en kan erdoor worden ontmoedigd. Ook de halte zelf moet comfortabel en beveiligd zijn. Tijdens de gesprekken met de openbaarvervoermaatschappij, kan het bedrijf eventueel wijzen op de tekortkomingen om een betere inrichting of verplaatsing van de halte te verkrijgen. Tekortkomingen kunnen ook worden gesignaleerd aan de wegbeheerder.
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
15
REFEREN REFE RENTIES REN TIES
3.1 Communicatie, sensibilisering en informatie (a) Sensibiliseringscampagnes De dag van het openbaar vervoer •
•
officieel website van de dag van het openbaar vervoer : http://www.journeedutransportpublic.fr/succ%C3%A8s-de-la-journ%C3%A9e-du-transportpublic-%C3%A9dition-2012 Dossier guide pour employeurs (GIE). « Employeurs, améliorez les trajets de vos salariés » : http://www.journeedutransportpublic.fr/sites/default/files/files/guide_employeurs.pdf
3.2 De financiële stimulansen Try Pass van de MIVB • •
Officieel MIVB website : http://www.stib-mivb.be/legal-terms.html?l=nl&news_rid=/STIBMIVB/INTERNET/ACTUS/STATIC/WEB_Article_1_1180510954740.xml Officieel website Brussel Mobiliteit : http://www.mobielbrussel.irisnet.be/partners/bedrijven/dag-naar-het-werk-zonder-auto
3.3 Maatregelen voor betere gebruiksvoorwaarden van het openbaar vervoer (a) Verkorting van de afstand tussen de inrichting en de halte(s) van het openbaar vervoer Bedrijf TVI (RTL) •
Rapport basé sur le diagnostic des déplacements domicile-travail 2008 (SPFMT). « Les meilleures pratiques de mobilité pour les déplacements domicile-travail pour les entreprises et les institutions publiques ».
Oprichting van een buslijn naar de zonering I en II van Nijvel Zuid •
Website bedrijven Nijvel : http://www.nivelles-entreprises.be/nos-services/mobilite/
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer
16
(c) De middelen die worden gebruikt om de afstand tussen de inrichting en de halte af te leggen en de intermodaliteit te bevorderen pendeldiensten ter beschikking stellen voor werknemers GSK •
Mobiliteit manager : G. Falisse
Privépendeldienst voor werknemers van De Post •
http://www.mobilite-entreprise.be./mobilite-entreprise/personnes/exemples-de-bonnespratiques/La-Poste.pdf
Colruyt – fietsen ter beschikking voor de verplaatsingen tussen site station. •
•
Perscommuniqué van de 17/10/2006 : http://www.colruyt.be/colruyt/static/1024/persberichten/pers_17_10_06_f.htm?KeepThis=t rue&TB_iframe=true&height=460&width=640 Mobiliteit : woon-werkverkeer : http://sustainable.colruytgroup.com/leefmilieu/mobiliteit/mobiliteit/distributie/woonwerkverkeer/
CycloTEC •
TEC : http://www.infotec.be/Medeplacer/Solutionsdemobilité/SolutionsTEC/Cyclotec.aspx
Gids voor Goede Praktijken voor een duurzame woon-werkmobiliteit Februari 2014 – FOD Mobiliteit en Vervoer