Meta(al)morfose Inspecties op het gebied van machineveiligheid, geluid en arbobeleid in de metaalindustrie
Projectnummer: A568 Contactpersoon: mevr. Y. Montforts Tel: 0475 - 356603 Den Haag, 14 mei 2004
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
Samenvatting De Arbeidsinspectie heeft tussen 1 oktober 2002 en april 2003 inspecties uitgevoerd bij 320 bedrijven in de Metaalsector. Het betrof nagenoeg uitsluitend bedrijven met meer dan 5 werknemers, die niet eerder waren bezocht door de Arbeidsinspectie. Gezien de resultaten van eerder inspecties en gezien de oorzaken van ongevallen en daarmee samenhangende WAO-instroom, is besloten de nadruk te leggen op de volgende onderwerpen: • Machineveiligheid • Geluid • Arbobeleid. Ook uit andere bronnen is bekend dat bij deze onderwerpen sprake is van een omvangrijke problematiek in de metaalbranche De doelstelling van dit project vloeide logisch voort uit de strategische keuze van de Arbeidsinspectie om energie te steken in een betere naleving van de regelgeving die geldt voor de arbeidsrisico’s machine-onveiligheid en geluidsbelasting. De volgende doelstellingen stonden centraal in het inspectieproject: • Het concreet handhaven van de wettelijke normen op het gebied van machineveiligheid (en het daarmee samenhangende onderricht en toezicht), geluid en de arbobeleidsvoering rond deze risico’s; • Het terugkoppelen van de inspectieresultaten aan de sociale partners ter ondersteuning van branchegerichte activiteiten van de sociale partners. Op basis van de inspectieresultaten concludeert de Arbeidsinspectie het volgende: De arbeidsomstandigheden in de bedrijven zijn op basis van de geïnspecteerde onderwerpen duidelijk voor verbetering vatbaar. In totaal zijn 320 bedrijven geïnspecteerd. Bij 209 bedrijven zijn één of meer overtredingen (65%) geconstateerd. Totaal zijn 468 overtredingen geconstateerd tijdens het eerste bezoek. Afgezet tegen het aantal bedrijven met overtreding is sprake van 2,2 overtredingen per bedrijf. In alle grootteklassen is het percentage bedrijven met overtredingen iets hoger dan het gemiddelde van 60% bij projecten van de Arbeidsinspectie. Op het gebied van machineveiligheid is binnen de metaalsector nog veel te doen. Het is verontrustend dat bij 2 op de 5 geïnspecteerde bedrijven overtredingen op het gebied van machineveiligheid zijn geconstateerd. In 76 gevallen zijn de werkzaamheden (preventief) stilgelegd, omdat door de inspecteurs onaanvaardbare, acute risico’s op het gebied van machineveiligheid zijn geconstateerd. Bij ruim 18% van de geïnspecteerde bedrijven is geconstateerd dat geen beoordeling van het geluid, als onderdeel van de Risico-inventarisatie en –evaluatie (verder afgekort in dit rapport als RI&E), heeft plaatsgevonden, conform Nederlandse normering (NEN-EN 3418 of 3419.)
Pagina 2 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
Ondanks de verplichting die al sinds 1994 bestaat, is bij bijna 40% van de geïnspecteerde bedrijven geconstateerd dat de risico’s die mogelijk binnen het bedrijf aanwezig zijn, onvoldoende of niet via een schriftelijke RI&E in kaart zijn gebracht. In ruim 14% van deze bedrijven ontbrak de RI&E; dat is 1 op de 7 bedrijven. Bij ruim 7,5% van de geïnspecteerde bedrijven is onvoldoende voorlichting gegeven over de werkzaamheden, risico’s en maatregelen. Naast overtredingen op de voor het project geselecteerde onderwerpen, zijn bij ruim 5% van de bedrijven overtredingen geconstateerd op het gebied van gevaarlijke stoffen. Op basis van de resultaten zal overleg met de branche gevoerd worden om een systeemgerichte aanpak van de risico’s te propageren en te stimuleren.. Tevens zal er in de metaalsector in 2004 intensiever geïnspecteerd worden.
Pagina 3 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
Inhoudsopgave SAMENVATTING................................................................................................................................................ 2 1.
AANLEIDING EN DOEL VAN HET INSPECTIEPROJECT............................................................... 5 1.1. 1.2. 1.3. 1.3.1. 1.3.2. 1.3.3. 1.3.4.
2.
OMVANG VAN HET PROJECT .............................................................................................................. 8 2.1. 2.2.
3.
INSPECTIEPUNTEN................................................................................................................... 9 PUBLICITEIT RONDOM HET PROJECT ....................................................................................... 9
INSPECTIERESULTATEN..................................................................................................................... 11 4.1. 4.2. 4.2.1. 4.2.2. 4.2.3. 4.2.3.1 4.2.3.2 4.2.4.
4.3. 5.
WERKTERREIN / BIK’S ........................................................................................................... 8 LOOPTIJD EN AANTALLEN BEZOEKEN ..................................................................................... 8
OPZET VAN HET PROJECT ................................................................................................................... 9 3.1. 3.2.
4.
AANLEIDING EN STRATEGIE ................................................................................................... 5 DOELSTELLING PROJECT ........................................................................................................ 5 RESULTATEN/ONTWIKKELINGEN IN HET VERLEDEN................................................................ 6 ARBOBELEIDSVOERING ........................................................................................................... 6 ONGEVALLEN EN MACHINEVEILIGHEID ................................................................................... 6 FYSISCHE BELASTING (GELUID)............................................................................................... 7 OVERIGE PRIORITAIRE ONDERWERPEN .................................................................................... 7
TOTAAL OVERZICHT RESULTATEN ........................................................................................ 11 RESULTATEN PER INSPECTIEPUNT......................................................................................... 14 MACHINEVEILIGHEID ........................................................................................................ 14 GELUID ............................................................................................................................... 14 ARBOBELEID....................................................................................................................... 16 RISICO-INVENTARISATIE EN EVALUATIE ........................................................................ 16 VOORLICHTING EN ONDERRICHT..................................................................................... 17 OVERIGE ONDERWERPEN.................................................................................................. 17 RESULTATEN CONTROLEBEZOEKEN ...................................................................................... 14
CONCLUSIES. .......................................................................................................................................... 19 5.1. 5.2. 5.3.
HOOFDCONCLUSIES. ............................................................................................................. 19 CONCLUSIES PER ONDERWERP.............................................................................................. 19 VERVOLGACTIES. ................................................................................................................. 20
Pagina 4 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
1. Aanleiding en doel van het inspectieproject 1.1. Aanleiding en Strategie Dit inspectieproject vormde een uitwerking van de strategie die door de Arbeidsinspectie is ontwikkeld voor de Metaal, Elektrotechnische en Transportmiddelen Industrie. In het verleden zijn verschillende projecten uitgevoerd in de metaal. Daarbij zijn specifieke gegevens over deze branche verzameld. In 2000 is een project uitgevoerd dat zich ondermeer richtte op machineveiligheid. Gezien de resultaten van eerder inspecties en gezien de oorzaken van ongevallen en daarmee samenhangende WAO-instroom, lag de nadruk van dit inspectieproject, genaamd Meta(al)morfose, op de onderwerpen: • Machineveiligheid, • Geluid, • Arbobeleid. Ook uit andere bronnen is bekend dat bij deze onderwerpen sprake is van een omvangrijke problematiek in de metaalbranche 1.2. Doelstelling Project De doelstelling van dit project vloeide logisch voort uit de strategische keuze om als Arbeidsinspectie energie te steken in een betere naleving van de regelgeving die geldt voor de arbeidsrisico’s machine-onveiligheid en geluidsbelasting. Een specifiek doel van het project was om een bijdrage te leveren aan een meer systeemgerichte aanpak in de betrokken bedrijven. Daartoe werd vooral gekeken naar de organisatie van het toezicht en onderricht rond machines en de uitwerking daarvan in de praktijk. Immers, uit analyses van de Arbeidsinspectie van de ongevallen over 2001 blijkt dat niet alleen het onveilig zijn van machines een risico is, maar dat zich ook zeer regelmatig onveilige situaties voordoen met op zich veilige machines in geval van storingen en/of onderhoud. Daarnaast zou de Arbeidsinspectie de inspectieresultaten, indien die daar aanleiding toe geven, gebruiken voor nader overleg met de sociale partners in de branche. Overleg over de wijze waarop zij activiteiten kunnen opzetten om het bewustzijn te vergroten dat een (systeem)gerichte aanpak binnen de bedrijven belangrijk is. De bevindingen rond het arbeidsrisico geluid zouden worden teruggekoppeld naar de partners die in het convenantstraject in de metaal hebben geparticipeerd. Samenvattend zijn de kwalitatieve doelstellingen van dit project: • Het concreet handhaven van de wettelijke normen op het gebied van machineveiligheid (en het daarmee samenhangende onderricht en toezicht), geluid en de arbobeleidsvoering rond deze risico’s; • Het terugkoppelen van de inspectieresultaten aan de sociale partners ter ondersteuning van branchegerichte activiteiten van de sociale partners;
Pagina 5 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
1.3. Resultaten/ontwikkelingen in het verleden 1.3.1. Arbobeleidsvoering Binnen de metaalsector wordt aandacht besteed aan arbobeleidsvoering. Verschillende brancheverenigingen hebben ter ondersteuning een op de sector afgestemde RI&E-checklist ontworpen en beschikbaar gesteld voor de bedrijven. Bedrijven zijn verplicht om een door de arbodienst getoetste RI&E te hebben. Deze verplichting wordt de laatste jaren in toenemende mate nageleefd. Percentage bedrijven in Nederland met een getoetste RI&E vanaf 19981
Figuur 1. 80
67
70
72
62
60
51
50 40
71
38
42
46 alle sectoren alleen metaal
30 20 10 0 1998
1999
2000
2001
2002
Uit de projecten Metaalproducten en Scheepswerven 2000 is gebleken dat het overgrote deel van de bedrijven inmiddels een RI&E heeft. De arbomonitor die jaarlijks door de Arbeidsinspectie wordt uitgevoerd wijst uit dat de metaalbranche op dit punt zelfs beter presteert dan het gehele bedrijfsleven. De verplichting om een volledige en actuele RI&E te hebben wordt echter veel slechter nageleefd. In ruim 16% van de bezochte bedrijven hebben inspecteurs op basis van inspecties in de productieruimten geconstateerd dat verschillende risico’s niet zijn opgenomen in de RI&E. Het is voor bedrijven daarom noodzakelijk om aanvullend onderzoek te doen naar de arbeidsrisico’s. 1.3.2. Ongevallen en machineveiligheid Uit analyse van de door de Arbeidsinspectie onderzochte ongevallen blijkt de industrie (en daarbinnen de metaal) in 2000 een relatief groot aandeel van 34% te hebben, terwijl slechts 18% van de beroepsbevolking daar werkt. Binnen de industrie heeft de metaal een aandeel van 40% in het aantal bij de arbeidsinspectie gemelde ernstige ongevallen. Ongeveer eenderde van de industriële werknemers is in de metaal werkzaam. De kans op een ongeval is dus relatief hoger in de metaal. Tevens blijkt dat onveilige machines belangrijke veroorzakers zijn van ongevallen. Het betrof in de metaal regelmatig kantbanken, excenterpersen en metaalfrezen. Reden om hieraan bijzondere aandacht te besteden.
1
Arbomonitor 2002, MBI.
Pagina 6 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
1.3.3. Fysische belasting (geluid) Uit CBS-onderzoek is gebleken dat de metaalindustrie relatief ongunstig afsteekt in de beleving van de ondervraagde werknemers op ondermeer fysische belasting. Tot deze categorie behoren onder meer geluid, klimaat en trillingen. Uit de notitie ARBO-convenanten en onderliggende rapportages van het CBS (jaarlijkse enquête beroepsbevolking EBB onder 50.000 werknemers) blijkt dat bijna 40% van de werknemers in de metaalproductenindustrie regelmatig wordt blootgesteld aan lawaai. 1.3.4. Overige prioritaire onderwerpen Oplosmiddelen zijn in deze inspecties niet meegenomen omdat het onderwerp al is meegenomen in een eerder uitgevoerd inspectieproject. Allergenen en kwartsproblematiek zijn niet relevant voor de metaalbranche. Valgevaar is binnen de metaalbranche specifiek een probleem op scheepswerven. Ten opzichte van de gekozen inspectiepunten heeft valgevaar in de metaal een minder hoge prioriteit en is gezien de keuze voor andere prioritaire onderwerpen, niet opgenomen in de inspectielijst.
Pagina 7 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
2. Omvang van het Project 2.1. Werkterrein / Bedrijfsindeling Kamers van Koophandel (BIK) De selectie van de bedrijven betrof nagenoeg uitsluitend bedrijven, met meer dan 5 werknemers in dienst, waarbij niet eerder inspecties zijn uitgevoerd. Binnen het project zijn alleen bedrijven geselecteerd die zich bezig houden met de vervaardiging van verschillende producten van metaal (geen machines en transportmiddelen, BIK 28) en bedrijven waar machines en apparaten worden gemaakt (BIK 29). 2.2. Looptijd en aantallen bezoeken Het project is in de periode van november 2002 tot en met maart 2003 uitgevoerd. Dit betrof alleen de eerste bezoeken. Controle bezoeken zijn, afhankelijk van de gegeven termijn om problemen op te lossen, na deze periode uitgevoerd. Bij het opstellen van dit verslag was ca. 80% van de controles uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn in dit verslag meegenomen. In het project Meta(al)morfose zijn in totaal 320 bedrijven bezocht en geïnspecteerd.
Pagina 8 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
3. Opzet van het project 3.1. Inspectiepunten Tijdens de inspecties zijn de volgende onderwerpen als speerpunt meegenomen en worden hier nader belicht: 1. Machineveiligheid 2. Geluid 3. Arbobeleid Naast deze inspectiepunten zijn ernstige overtredingen die tijdens de inspectieronde zijn geconstateerd, ook meegenomen in de handhaving. Om te kunnen beoordelen of sprake is van ernstige overtredingen of dat een machine als “gebruiksveilig” kan worden aangemerkt is het nodig dat de beoordelaar in staat is risico’s te herkennen en goed te waarderen. De maatregelen die getroffen moeten of kunnen worden om een zo hoog mogelijk veiligheidsniveau te bereiken, hangen mede af van die risicowaardering. De mate waarin de fabrikant van de machine en/of de werkgever die de machine ter beschikking stelt aan werknemers een juiste invulling heeft gegeven aan de risico-inventarisatie van de machine bepaalt of bestaande restrisico’s al dan niet acceptabel zijn. Als hulpmiddel bij die afweging kunnen onder andere normen worden gebruikt. Op het gebied van machineveiligheid is specifiek aandacht besteed aan het feit of: - arbeidsmiddelen en machines gebruikt worden conform de gebruiksvoorschriften; - arbeidsmiddelen voldoen aan de Europese CE-verplichtingen; - onderhouds-, reparatie- en reinigingswerkzaamheden aan arbeidsmiddelen op een veilige manier worden uitgevoerd; - situaties aanwezig zijn, waarbij bewegende delen onaanvaardbare risico’s opleveren. - arbeidsmiddelen op een onveilige wijze kunnen worden stopgezet. Op het gebied van geluid is specifiek aandacht besteed aan het feit of: - op elke arbeidsplaats het geluidsniveau is beoordeeld en, indien nodig, gemeten; - op de arbeidsplaatsen geen equivalente geluidsniveau’s van meer dan 85 dB(A) vóórkomen ; - adequate maatregelen zijn genomen, zodat het equivalente geluidsniveaus niet meer dan 85 dB(A) bedraagt; - voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen (verder in dit rapport te noemen PBM’s) beschikbaar worden gesteld door de werkgever en gedragen door de werknemer daar waar verplicht. Op het gebied van arbobeleid is specifiek aandacht besteed aan het feit of: - elke werkgever beschikt over een getoetste RI&E; - de RI&E nog up-to-date is; - werknemers voldoende en doeltreffend zijn voorgelicht en geïnstrueerd over de risico’s van het werken met machines en arbeidsmiddelen; - er voldoende toezicht is op naleving van instructies en voorschriften en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. 3.2. Publiciteit rondom het project De organisatie van de metaal is relatief eenvoudig: werkgevers zijn georganiseerd in de FME/CWM (grotere bedrijven) en Metaalunie (middelgrote en kleinere bedrijven).
Pagina 9 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
De werknemers zijn voornamelijk bij de Industriebonden FNV, de CNV bedrijvenbond en de Unie BLHP aangesloten. Het inspectieproject is aangekondigd in het convenantsoverleg metaal. Daarnaast is het project schriftelijk aangekondigd bij de brancheorganisaties en vakbonden. Bij de start van het project is tevens een persbericht uitgegaan en tijdens de looptijd van het inspectieproject zijn verschillende artikelen gepubliceerd in de vakpers. Het convenanttraject in de metaal is eind 2003 doodgelopen en de branchebegeleidingscommissie is ontbonden. Daarom zal, bij het verschijnen van de resultaten in de sector, langs andere weg overleg plaatsvinden met de organisaties over de resultaten. Hierbij zullen de organisaties in de metaalsector gestimuleerd worden tot het nemen van acties binnen de sector.
Pagina 10 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
4. Inspectieresultaten 4.1. Totaal overzicht resultaten Binnen dit project zijn 320 metaalbedrijven geïnspecteerd. Van de 320 bedrijven zijn tijdens de bezoeken bij 209 bedrijven overtredingen geconstateerd op de geïnspecteerde punten. Dit is een percentage van ruim 65% van de bedrijven die zijn geïnspecteerd. Tijdens een inspectie kan een inspecteur meer dan één handhavingsinstrument inzetten. Bijvoorbeeld: een stillegging met boete voor een onveilige machine en daarnaast ook een waarschuwing voor het niet hebben van een actuele RI&E en een waarschuwing voor het niet dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen. Hierdoor ligt het aantal ingezette handhavingsinstrumenten hoger dan het totale aantal bedrijven met geconstateerde overtredingen. In figuur 2 zijn de meest geconstateerde overtredingen weergegeven. Figuur 2.
Meest voorkomende arbo overtredingen
190
Machineveiligheid
86 Geluid 141 RI&E/Plan van Aanpak 28 Voorlichting/onderricht
23
overig 0
50
100
150
200
Bij 209 bedrijven zijn in totaal zijn 468 overtredingen geconstateerd tijdens het eerste bezoek. Op het totale aantal bezoeken van 320 betekent dit dat per bedrijf gemiddeld 1,5 overtredingen zijn aangetroffen. Afgezet tegen het aantal bedrijven met overtreding is sprake van 2,2 overtredingen per bedrijf. In Figuur 3 zijn alle ingezette handhavingsinstrumenten weergegeven.
Pagina 11 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
Inzet handhavingsinstrumenten in het inspectieproject Meta(al)morfose2
Figuur 3.
stillegging + boeterapport 9 eis 5 boeterapport
46 67
stillegging
4
Waarschuwing WGW 337 waarschuwing arbo
0
50
100
150
200
250
300
350
Het aantal ingezette zware handhavingsinstrumenten (proces-verbaal, stillegging of boeterapport) geeft een indicatie van de ernst van de aangetroffen overtredingen. In Figuur 4 is te zien dat de stilleggingen voornamelijk te maken hebben met het onderwerp machineveiligheid. In het overzicht is weergegeven op welke onderwerpen de instrumenten stillegging en stillegging in combinatie met een boete zijn ingezet. Figuur 4.
Stilleggingen (+ boeterapport) naar onderwerp.
Ontbreken van Noodstopvoorziening
1
Stillegging
3
Onjuiste afscherming 1
Ondeugdelijke machine
Stillegging + Boeterapport 9
62 Ontbreken van veiligheidsvoorzieningen 0
10
20
30
40
50
60
70
80
In ruim 22% van de bedrijven zijn werkzaamheden stilgelegd op basis van het ontbreken van verplichte veiligheidsvoorzieningen. Dit grote aantal stilleggingen, al dan niet in combinatie met een boeterapport, is opvallend te noemen. Stilleggingen (preventieve stilleggingen) zonder boeterapport betreffen situaties waarbij onveilige machines werden aangetroffen die op dat moment niet in werking waren. Ook kan het zijn dat machines wel in werking waren maar er zich op het moment van inspectie geen werknemers ophielden in de onmiddellijke nabijheid van de knelplaats 2
De in de tabel opgenomen term WGW staat voor Wet op de gevaarlijke Werktuigen, die inmiddels is “opgegaan” in de Warenwet (Besluit Machines)
Pagina 12 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
Tijdens dit inspectieproject zijn bij 46 bedrijven (14% van de geïnspecteerde bedrijven) boetes aangezegd omdat de RI&E ontbrak dan wel niet door de arbodienst was getoetst. Dit is opvallend, daar de verplichting van een (door een gecertificeerde arbodienst getoetste) RI&E en/of plan van aanpak (verder in dit rapport afgekort als PvA) al sinds 1994 bestaat. In Figuur 5 is de verdeling op onderwerp van het aantal waarschuwingen weergegeven. Opvallend hierbij is dat, ondanks dat dit geen speerpunt was in het project toch 18 waarschuwingen zijn gegeven op het gebied van gevaarlijke stoffen. In hoofdzaak betrof het hier het ontbreken van adequate voorzieningen, waarmee blootstelling aan verschillende stoffen wordt voorkomen. Figuur 5.
Waarschuwingen (Arbo/WGW) naar onderwerp.
Gevaarlijke stoffen 18 Voorlichting en onderricht 28 RI&E/PvA 95 Geluid 86 Machineveiligheid 114 0
20
40
60
80
100
120
Bij 5 bedrijven is een eis gesteld. De eisen zijn gesteld naar aanleiding van het ontbreken van doeltreffende informatie aan werknemers over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico’s en maatregelen om die risico’s te vermijden of te beperken. Tevens betrof het hier bedrijven die geen/onvoldoende voorlichting/informatie over specifieke werkzaamheden, risico’s en maatregelen om risico’s te vermijden hebben gegeven.
Pagina 13 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
4.2. Resultaten per inspectiepunt Zoals eerder beschreven is tijdens de inspecties de aandacht gericht op de volgende speerpunten: 1. Machineveiligheid 2. Geluid 3. Arbobeleid Naast deze inspectiepunten zijn ernstige overtredingen die tijdens de inspectieronde zijn geconstateerd, ook meegenomen in de handhaving. In dit hoofdstuk wordt per speerpunt nader ingegaan op de resultaten. 4.2.1. Machineveiligheid
Bij de inspectie op het gebied van machineveiligheid is vooral gelet op arbeidsmiddelen als excenterpersen, freesmachines en kantbanken. In totaal zijn 190 handhavingsinstrumenten op dit onderwerp ingezet bij 125 bedrijven. Dit laatste betekent dat bij bijna 40% van de geïnspecteerde ondernemingen één of meer overtredingen zijn vastgesteld op het gebied van machineveiligheid. In Figuur 6 is weergegeven dat verreweg de meeste (143) overtredingen betrekking hadden op onjuiste of het ontbreken van verplichte veiligheidsvoorzieningen in relatie met bewegende delen. Figuur 6.
Geconstateerde overtredingen op het onderwerp machineveiligheid
143 7
Onjuiste/ontbreken afscherming Onjuiste constructie / onderhoud
5 Besluit Machines/Warenwetbesluit
35
Divers 0
50
100
150
In 76 gevallen (53% van 143) was het gevaar zo ernstig dat de inspecteur heeft besloten de werkzaamheden onmiddellijk stil te leggen. In 9 van deze gevallen, heeft het naast een stillegging, tevens tot een boeterapport geleid. In de overige situaties is een waarschuwing gegeven. Bij waarschuwingen is een termijn gesteld waarbinnen de overtreding opgelost moest worden. Bij stilleggingen mogen de werkzaamheden pas weer worden gestart als de overtreding is opgeheven. Er zijn 7 waarschuwingen gegeven omdat arbeidsmiddelen niet gebruikt werden voor het doel waarvoor ze dienen terwijl er tevens sprake was van onvoldoende onderhoud. Bij de overige 35 gesignaleerde overtredingen was ondermeer sprake van onveilig gebruik van arbeidsmiddelen, onveilige bedieningssystemen en het ontbreken van noodstopvoorzieningen. 4.2.2. Geluid
Het op de juiste manier beoordelen van geluidsproblematiek door bedrijven, blijkt in de praktijk problematisch.
Pagina 14 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
Tijdens het project is voor de beoordeling van geluid, specifiek gekeken naar drie soorten werkzaamheden te weten: slijpen, lassen (voornamelijk MIG-lassen) en het werken aan of in de nabijheid van (automatisch lopende) excenterpersen. Verder is aandacht besteed aan de opstelling van compressoren in de werkruimte. Uit onderzoeken is bekend welke geluidsniveaus bij bovenstaande situaties “gebruikelijk” zijn. Slijpen: Optredende geluidsniveaus Slijpen
LAaeqw 95-115 dB(A).
Optredende geluidsniveaus Elektrisch lassen: MIG-lassen: TIG-lassen: Autogeen lassen:
LAaeqw ca 85 dB(A) 95-115 dB(A) 65-75 dB(A) 85-105 dB(A)
Automatische excenterpersen: Optredende geluidsniveaus Omgeving excenterpersen
LAaeqw 95-115 dB(A).
Lassen:
De inspecteur heeft de RI&E gecontroleerd op de aanwezigheid van een beoordeling van de geluidsproblematiek. Bij twijfel aan de door de werkgever beoordeelde geluidsniveaus in de RI&E (bijvoorbeeld een grote afwijking t.o.v. de uit ervaring bekende geluidsniveaus of het niet conform de NENEN 3418 of 3419 beoordeeld hebben van de geluidsniveaus) vond vervolgonderzoek plaats, zonodig op basis van een indicatieve meting door de inspecteur zelf. Wanneer hieruit aannemelijk werd dat sprake was van geluidsrisico’s, anders dan beoordeeld in de RI&E, moest de beoordeling door de werkgever (c.q. diens arbodienst) opnieuw worden uitgevoerd. In Figuur 7 is weergeven dat tijdens de inspecties in totaal 86 handhavingsinstrumenten op het onderwerp geluid ingezet zijn. Het betrof 74 bedrijven ofwel 23% van het totale aantal geïnspecteerde ondernemingen. 68 overtredingen hadden betrekking op het ontbreken van een (adequate) nadere beoordeling van verschillende werkplekken als onderdeel van de RI&E. Figuur 7.
Geconstateerde overtredingen op het onderwerp geluid
68 13
Ontbreken beoordeling Ontbreken maatregelen
5 Overige 0
10
20
30
40
50
60
Pagina 15 van 20
70
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
In 13 situaties zijn geen of onvoldoende maatregelen genomen ter voorkoming of beperking van blootstelling aan schadelijk geluid. Het betreft hier het ontbreken van zowel isolatie- en separatiemaatregelen, als wel afbakening en markering van plaatsen. In 3 van deze gevallen ging het om equivalente geluidsniveaus van meer dan 85dB(A). De overige overtredingen betroffen het gebruik van ongeschikte gehoorbescherming, het niet beschikbaar stellen van (juiste) gehoorbescherming en het niet gebruiken van gehoorbescherming door werknemers, daar waar noodzakelijk. In alle gevallen is een waarschuwing gegeven. 4.2.3. Arbobeleid
Een centraal onderdeel van het arbobeleid van bedrijven is het beschikbaar hebben van een recente RI&E. Hierop is door de Arbeidsinspectie dan ook standaard gecontroleerd. Een ander belangrijk inspectieonderwerp was de organisatie van de voorlichting en onderricht gerelateerd aan de specifieke machines binnen het bedrijf. Het is in dit project voor de eerste maal dat voorlichting en onderricht over specifieke machines op deze wijze door inspecteurs in de inspectie is meegenomen. Hierbij moet worden afgegaan op eigen indrukken en op informatie van werknemers. Dit maakt het een lastig onderwerp om op te inspecteren, wat mogelijk invloed heeft gehad op de resultaten. 4.2.3.1 Risico-inventarisatie en evaluatie
Bij 126 van de 320 geïnspecteerde bedrijven, waren de risico’s binnen het bedrijf onvoldoende of helemaal niet in kaart gebracht. Dit betekent dat bij bijna 40% van de geïnspecteerde bedrijven een schriftelijke RI&E ontbrak, of wel de RI&E onvolledig was of niet voldeed aan de wettelijke eisen. De verplichting tot het hebben van een RI&E bestaat al sinds 1994. Figuur 8.
Geconstateerde overtredingen op het onderwerp RI&E en PvA.
46 42
Ontbreken RI&E Geen up-to-date RI&E
11 Onvolledige RI&E
34
Onvolledig/Geen plan van Aanpak
8
Overig 0
10
20
30
40
50
Bij 46 bedrijven was geen getoetste, schriftelijke RI&E voorhanden. Dit betreft ruim 14% van de geïnspecteerde bedrijven3. Bij 38 bedrijven is onmiddellijk een boeterapport opgemaakt. Bij de overige bedrijven, waarbij wel een RI&E in samenwerking met de Arbodienst werd opgesteld, maar deze door bijzondere omstandigheden (volledige nieuwbouw, recente bedrijfsovername) niet volledig afgerond was, is volstaan met een waarschuwing. 3
Het percentage steekt gunstig af tegen de score van figuur 1 van (100 – 72 =) 28% in 2002. Het valt aan te nemen dat het gegeven dat in het project geen bedrijven met minder dan 5 werknemers zijn geselecteerd tot deze afwijking heeft geleid.
Pagina 16 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
Indien na de gestelde termijn blijkt dat het bedrijf geen getoetste RI&E heeft, wordt alsnog een boeterapport opgesteld. Bij 42 bedrijven (13%) weerspiegelde de RI&E niet (meer) de veranderde situatie in het bedrijf. De RI&E dient aangepast te worden. In deze gevallen zijn waarschuwingen gegeven. Bij 11 bedrijven was sprake van een onvolledige RI&E. Dit betekent dat niet alle geconstateerde risico’s in de RI&E waren opgenomen. Totaal 34 bedrijven beschikten wel over een RI&E, maar niet over een PvA of in het PvA waren geen termijnen opgenomen. In bovengenoemde gevallen zijn waarschuwingen gegeven. Bij de overige gevallen is geconstateerd dat geen ondersteuning heeft plaatsgevonden van een deskundige arbodienst bij het inventariseren en formuleren van preventieve maatregelen op het gebied van risico’s. Hiervoor zijn in totaal 8 boetes aangezegd. 4.2.3.2 Voorlichting en onderricht
Naast bovengenoemde onderwerpen is tijdens de inspecties, ook aandacht besteed aan het feit of voldoende voorlichting en/of onderricht is gegeven aan werknemers die met specifieke machines werken. Het betrof hier machines waarmee, bij onjuist gebruik, ernstige ongevallen kunnen plaatsvinden: de excenterpers, de freesmachine en de kantbank. Figuur 9.
Geconstateerde overtredingen op het onderwerp voorlichting en onderricht.
13 10
Onvoldoende informatie betreffende risico's Onvoldoende informatie gebruik PBM
5 Overig 0
2
4
6
8
10
12
14
In ieder geval is bij 28 bedrijven (9%) geconstateerd dat geen en/of onvoldoende voorlichting gegeven werd over de werkzaamheden, risico’s en maatregelen en/of het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). Bij 5 bedrijven was duidelijk dat er in het geheel geen voorlichting/informatie was gegeven. Bij deze bedrijven is een eis gesteld. Bij 8 bedrijven is geconstateerd dat onvoldoende informatie/voorlichting aan werknemers gegeven werd over hun werkzaamheden, de risico’s en de maatregelen om de risico’s te vermijden. Bij 10 bedrijven was geen of onvoldoende informatie gegeven over het doel en de werking van PBM’s en was onvoldoende toezicht op het gebruik er van. Bij de overige 5 bedrijven is geconstateerd dat sprake was van onvoldoende voorlichting over de arbeidsomstandigheden in het algemeen. 4.2.4. Overige onderwerpen
Naast de in het inspectieproject genoemde speerpunten zijn door de inspecteurs ook opmerkingen gemaakt over andere onderwerpen. Bij 18 bedrijven zijn overtredingen geconstateerd op het gebied van gevaarlijke stoffen. Bij 5 bedrijven was geen inzicht in de risico’s en de mate van blootstelling aan gevaarlijke stoffen.
Pagina 17 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
Bij 9 bedrijven ontbrak het aan doelmatige (technische en/of organisatorische) maatregelen om blootstelling aan gevaarlijke stoffen te voorkomen . Bij de overige bedrijven ontbraken adequate voorzieningen om risico’s als gevolg van blootstelling te voorkomen. 4.3. Resultaten controlebezoeken
Zoals aangegeven bleken bij de eerste inspectie 209 van de 320 ondernemingen niet in orde te zijn. Van deze 209 bedrijven zijn er inmiddels 183 opnieuw bezocht. Hiervan bleken er 180 intussen orde op zaken te hebben gesteld. De resterende 3 bedrijven hadden de geconstateerde overtredingen (nog) niet opgeheven. Het ging in alle drie de gevallen om het opstellen van de verplichte RI&E. Hen is door de Arbeidsinspectie een boete aangezegd. Van deze 3 bedrijven bleek er één erg hardleers. Hiertegen is bij het derde bezoek een proces verbaal opgemaakt. Dit is overgedragen aan de officier van Justitie die zich moet uitspreken over de verdere vervolging van de verdachte werkgever.
Pagina 18 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
5. Conclusies. De resultaten van het project Meta(al)morfose die in de voorgaande hoofdstukken zijn beschreven, hebben alleen betrekking op de geïnspecteerde bedrijven. Gezien het feit dat de Arbeidsinspectie niet werkt met de steekproefmethode, zijn de resultaten niet representatief voor de gehele branche. Voor de Arbeidsinspectie leiden deze resultaten wel tot conclusies zoals in de volgende paragraaf beschreven. 5.1. Hoofdconclusies. Bij de geïnspecteerde bedrijven zijn totaal 464 overtredingen geconstateerd tijdens het eerste bezoek. Dit betekent dat dit, afgezet tegen het aantal bedrijven met overtreding, ruim 2,2 overtredingen per bedrijf zijn. Het percentage metaalbedrijven met overtredingen ligt in dit inspectieproject hoger (65%) dan het gemiddelde percentage van 60% zoals geconstateerd bij de inspectieprojecten van de Arbeidsinspectie. Ruim 40% van de geconstateerde overtredingen lagen op het gebied van de machineveiligheid. In een sector waar juist aandacht voor veiligheid zou moeten zijn, omdat veel met machines gewerkt wordt, is dit opmerkelijk te noemen. 5.2. Conclusies per onderwerp. Het veiligheidsbewustzijn van een groot deel van de geïnspecteerde bedrijven is ruim onvoldoende. Dit is gebaseerd op het grote aantal zware instrumenten (boetes al dan niet in combinatie met stilleggingen, 26% ) dat is ingezet. Op het gebied van machineveiligheid is binnen de metaalsector nog veel te doen. Het is verontrustend dat bij 2 op de 5 geïnspecteerde bedrijven overtredingen op het gebied van machineveiligheid zijn geconstateerd. In 76 situaties zijn de werkzaamheden (preventief) stilgelegd, omdat door de inspecteurs onaanvaardbare, acute risico’s op het gebied van machineveiligheid zijn geconstateerd. Onaanvaardbare risico’s (kunnen) leiden tot (ernstige) ongevallen. Ernstige ongevallen leiden tot ernstig letsel. Ernstig letsel leidt tot arbeidsuitval. Langdurige arbeidsuitval kan leiden tot arbeidsongeschiktheid. In ieder geval is duidelijk geconstateerd, dat bij 1 op de 13 geïnspecteerde bedrijven onvoldoende aandacht bestaat voor voorlichting en onderricht op het gebied van machineveiligheid en het gebruik van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen. De branche en individuele bedrijven dienen daarom meer aandacht te besteden aan veiligheid en aan voorlichting over veiligheid. Daarnaast kan, op basis van het ontbreken van een (volledige/recente) RI&E, al dan niet gecombineerd met het PvA, geconcludeerd worden dat het arbeidsomstandighedenbeleid bij een groot deel van de geïnspecteerde bedrijven (40%) niet goed gewaarborgd is. Bij ruim 1 op de 8 geïnspecteerde bedrijven, waarbij wel een RI&E beschikbaar was, ontbrak het aan een (volledig) PvA. Op basis van indicatieve metingen ontbrak het op het gebied van schadelijk geluid bij 1 op de 6 geïnspecteerde bedrijven aan een nadere beoordeling als onderdeel van de RI&E. Bij 5% van de geïnspecteerde bedrijven zijn geen maatregelen genomen of wel ontbraken voorzieningen, waardoor blootstelling aan schadelijk geluid kon worden voorkómen.
Pagina 19 van 20
VERSLAG Inspectieproject Meta(al)morfose A 568
mei ’04
Gezien de inspectieresultaten uit dit project en het vastlopen van het convenantstraject in de metaalsector zal de inspectiedruk op de sector in ieder geval in 2004 worden geïntensiveerd. 5.3. Vervolgacties. De resultaten van het inspectieproject Meta(al)morfose zullen actief onder de aandacht worden gebracht van de sociale partners (werkgevers en werknemers). Hiermee worden bedrijven uit de metaalsector gestimuleerd om meer aandacht te geven aan een systeemgerichte aanpak van arbeidsomstandigheden. Het betreft hier machine- en persoonlijke veiligheid, geluid en specifiek voorlichting en onderricht gerelateerd aan werknemers die werken met machines. Gezien het aantal overtredingen op het gebied van gevaarlijke stoffen, een onderwerp dat niet als speerpunt in dit inspectieproject was opgenomen, krijgt dit onderwerp een plaats in een volgend project in de metaalsector.
Pagina 20 van 20