ORGANNON
NU’91 MAGAZINE - November 2014 - 23e jaargang - Nr.141
Met Zorg overdragen
Formule voor succesvolle VAR Ervaar het zelf Excellente zorg rond overlijden ZORGANNONUMMER 141 - 1
Inhoud 6
Stand van zaken cao’s
In de VVT sector lag er eind september dan eindelijk een onderhandelaarsakkoord. De cao onderhandelingen voor de GGz en de Ziekenhuizen slepen zich nog steeds voort.
8
Formule voor succesvolle VAR
Het is niet vanzelfsprekend dat een VAR succesvol is en daadwerkelijk invloed kan uitoefenen binnen een zorgorganisatie. Dat vereist enthousiasme, inspanning en inzicht.
14
Ervaar het zelf
10
Met zorg overgedragen
Een soepele overgang van het ziekenhuis naar een thuissituatie waarin de patiënt professionele zorg nodig heeft, vraagt om zorgvuldigheid van met name de instelling die de patiënt ontslaat.
Niet de zorgverlener bepaalt wat goede zorg is. Goede zorg is zorg die als goed ervaren wordt door degene die de zorg ontvangt.
ZORGANNONUMMER 141 - 2
16 16
Excellente zorg rond overlijden In de praktijk is er weinig samenwerking tussen zorgverleners en uitvaartverzorgers, ondanks dat de door hen geleverde zorg in elkaar overloopt.
Column Column
Klein wonder 24 september j.l rond 7.00 uur ging de wekker. Althans dat dacht ik even. Het bleek mijn telefoon te zijn. Rond middernacht had ik de cao onderhandelaar nog gesproken, waarbij hij vertelde dat - na uren schorsing - het overleg voor de cao VVT toch echt voortgezet zou worden die nacht. En dat er dan zo’n zes uur later een onderhandelaarsakkoord blijkt te zijn, mag een klein wonder heten. Met álle werknemers- en werkgeverspartijen een onderhandelaarsakkoord sluiten is niet alleen goed voor onze achterban, maar voor de hele branche. Met overgrote meerderheid hebben inmiddels onze leden die werkzaam zijn in deze sector ingestemd met de nieuwe cao. Jaren geleden stond ik in het ziekenhuis waar ik toen werkte aan de wieg van een Verpleegkundige Adviesraad (VAR) in wording. Het mocht beslist geen tweede OR worden, de VAR moest zich bezig houden met de inhoud van het vak. In deze editie van Zorg anno NU vertelt een actief NU’91 lid over het reilen en zeilen van de VAR in zijn organisatie. Ik ben benieuwd of de ideeën die er waren bij de oprichting, zijn waargemaakt. Een andere verpleegkundige, die ook trainer is bij een zorgethisch lab, vertelt hoe dit lab met haar activiteiten gezondheidszorgers wil laten nadenken over de dagelijkse zorg die zij geven, door hen te confronteren met hun eigen gedrag. Ook komt een transferverpleegkundige aan het woord over het belang van een goede overdracht tussen het ziekenhuis en de thuiszorg of het verzorgings-/verpleeghuis. Zeker nu de opnametijd in ziekenhuizen steeds korter wordt, is een goede overdracht van grote waarde voor de patiënten. Ik hoop natuurlijk zoveel mogelijk leden te ontmoeten in de NU’91 stand op NUrsing Experience. Tegen die tijd is het jaar alweer bijna om. Wij staan natuurlijk al in de startblokken voor 2015. Wil je met ons mee doen, meld je dan aan als redacteur. Maken we er samen ook volgend jaar weer een mooi blad van.
Monique Kempff
Voorzitter Voorzitter NU’91 NU’91
colofon
Zorg anno NU is het verenigingsblad van Nieuwe Unie ‘91, beroepsorganisatie van deverpleging en verzorging. Hoofdredactie en eindredactie: Yvonne Sturkenboom
Redactie: Ruth Heiligers, Jos Kaldenhoven, Redactieadres: Bernadottelaan 11, Postbus 6001, 3503 PA Utrecht, Tel. 030 - 296 41 44, Fax. 030 - 296 39 04,
[email protected]
Bladmanager: Yvonne Sturkenboom. Vormgeving en productie: Meneer E. / illustratie & vormgeving - Amsterdam www.flickr.com/eriksetalge, Advertentie-exploitatie: NU’91, Utrecht, T 030-2964144,
[email protected]. Uitgever NU’91, Utrecht, ISSN 0927 - 4774. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden brieven en artikelen in te korten en te redigeren. De in Zorg anno NU verkondigde standpunten of meningen zijn niet noodzakelijk de standpunten
en menigen van NU’91. Hoofdkantoor NU’91 en regio’s: Postbus 6001, 3503 PA Utrecht. T 030-296 41 44, F 030-2963904, Groningen, Friesland, Drenthe: Richard Wisman, Overijssel, Gelderland: Gorrit Smit, Utrecht, Flevoland: Ymke Hylkema Noord-Holland: Esther Tibbe, Limburg, Noord-Brabant: Peer Meesters, Zeeland, Zuid-Holland: Mark Froklage Telefonische spreekuren Serviceloket NU’91: Maandag t/m donderdag van 9.00 - 17.00 uur en vrijdag van 9.00 - 13.00 uur. Tel. 030 - 296 41 44 of
[email protected]. Graag lidmaat-
schapnummer vermelden. Zowel voor beroepsinhoudelijke als juridische zaken. NU’91 online: www.nu91.nl Opzegging van het NU’91 lidmaatschap kan halfjaarlijks. Dit dient schriftelijk te geschieden vóór 1 mei of vóór 1 november. Uw opzegging gaat respectievelijk per 1 juli of 1 januari in. U ontvangt een schriftelijke bevestiging van uw opzegging. NU’91 ledenadministratie, Postbus 6001, 3503 PA Utrecht. Of kijk eerst even op www.blijfbetrokken.nl
ZORGANNONUMMER 141 - 3
NUinhet Nieuws! Begeleiden met een roze bril Met het project Begeleiding zonder stempel willen Vereniging LFB, COC Nederland en Vilans begeleiders in de zorg handvatten bieden voor de ondersteuning van lesbische, homo-, bi- en transseksuele (LHBT) mensen met een verstandelijke beperking. Met dit project wordt begeleiders en instellingen een ‘roze bril’ opgezet. Het moet hen (meer) bewust maken van het feit dat ook onder hun cliënten LHBT’ers zijn. Dat bewustzijn moet leiden tot een meer homovriendelijke cultuur binnen zorgorganisaties. Het tot nu toe verzamelde materiaal is ondergebracht in de digitale instrumentenbox Begeleiden met een roze bril die nu nog wordt uitgetest. Meer materialen en methodes zijn welkom bij Hilair Balsters:
[email protected].
Bevoegdheid en praktijksituatie verschillen
De bevoegdheden van gespecialiseerde verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten met betrekking tot het voorschrijven van medicijnen, lopen nog niet altijd in de pas met de dagelijkse praktijk. Dat blijkt uit het onderzoek Nurse prescribing waarop Marieke Kroezen onlangs promoveerde. In de dagelijkse praktijk blijken er grote verschillen te bestaan in de mate waarin en de manier waarop wordt voorgeschreven door verpleegkundigen. In het ene ziekenhuis schrijven zij voor volgens afgebakende protocollen of louter in overleg met een medisch specialist, in een ander ziekenhuis kunnen zij hun bevoegdheid veel ruimer in de praktijk brengen. Het promotieonderzoek van Kroezen toont aan dat de voorschrijfbevoegdheid een waardevolle aanvulling voor de gezondheidszorg kan zijn, maar ook dat er nog een aantal obstakels zijn. ‘De wettelijke bevoegdheid van verpleegkundig specialisten om geneesmiddelen voor te schrijven is over het algemeen breder dan hun zeggenschap daarover op de werkvloer’, stelt de onderzoeker. nivel.nl > nieuws > verpleegkundige-geeft-zelfderecept-als-arts
kennispleingehandicaptensector.nl > LHBT-project
Zorgportfolio ook beschikbaar via app ZORGANNONUMMER 141 - 4
Het Zorgportfolio - het gratis digitaal portfolio voor alle zorgprofessionals - is nu ook bereikbaar via een app. De app is gekoppeld aan Facebook, waardoor je makkelijk anderen kunt informeren over je portfolio. De inloggegevens voor de app zijn dezelfde als voor je Zorgportfolio. Als je nog geen account hebt, ga dan naar www.zorgportfolio.nl voor meer informatie en om een account aan te maken. Daarna kun je ook de app downloaden. gratis downloaden via de Apple Store of Google Play
NU in het Nieuws
Kindermishandeling app voor zorgverleners
Met NU’91 op e-Safari NU’91 wil met jonge verpleegkundigen en verzorgenden op e-Safari gaan om hun ideeën over de toekomst van de zorg en hun wensen met betrekking tot hun belangenvertegenwoordiging in beeld te brengen.
De overheid heeft in september de app Info Delen gelanceerd. Deze app geeft spelregels voor het zorgvuldig uitwisselen van informatie bij signalen van kindermishandeling. tussen hulp- en zorgverleners en het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK), de Gezinsvoogdij en de Raad voor de Kinderbescherming. Deze app is een aanvulling op de Meldcode-app, waarin de vijf stappen van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling worden uitgelegd. gratis te downloaden via de Apple Store of Google Playstore
Blijf op Wil jij door NU’91 ook
de hoogte op een snelle en efficiënte manier op
de hoogte gehouden worden van ontwikkelingen rond jouw cao en van andere belangrijke werkgerelateerde zaken? Zorg er dan voor dat wij jouw e-mailadres hebben. Stuur een mailtje naar
[email protected] en vermeld je naam, je lidmaatschapsnummer en het e-mailadres waarop je de informatie van NU’91 wilt ontvangen.
Medicatieveiligheid We willen de generatie van NU beter begrijpen om de gezondheidszorgers van straks optimaal te kunnen helpen. Wat vinden jullie belangrijk, in je werk én privé? Gedurende vijf dagen willen we via een online community met acht personen ‘in gesprek’. Het gaat je maximaal 30 minuten per dag kosten - op een moment die past in jouw agenda en als dank krijg je een bol.com cadeaubon van € 30,-. De e-Safariweek start medio november. Wil je deelnemen? Laat het ons weten via
[email protected]
Het Platform Medicatieveiligheid heeft een addendum (aanvulling) uitgebracht bij de Veilige principes in de medicatieketen VVT. Deze aanvulling omvat: • actualisatie en aanvulling op enkele onderdelen in de Veilige principes • actualisatie van beschikbare richtlijnen en hulpmiddelen Zorgmedewerkers hebben vaak vragen over het toepassen van de Veilige Principes in de praktijk. Het platform geeft antwoord op veel gestelde vragen over bijvoorbeeld dubbele controle, toedienlijsten, actuele medicatieoverzichten en het werken met distributiesystemen. Ook kun je in de interactieve rubriek Stel een praktijkvraag direct een vraag stellen die betrekking heeft op dit onderwerp. Of bekijk de vragen van andere verzorgenden. Misschien kun je iemand met jouw praktijkkennis verder helpen! zorgvoorbeter.nl/ouderenzorg > aanvulling Veilige principes in de medicatieketen ZORGANNONUMMER 141 - 5
V&V2020
ZORGANNONUMMER 141 - 6
CAO onderhandelingen
Stand van zaken cao’s Nieuwe cao VVT Op 24 september heeft NU’91 samen met de andere vakbonden een onderhandelaarsakkoord bereikt met Actiz en BTN voor een nieuwe cao VVT. Gezien de grote maatschappelijke onrust over de stelselwijzigingen in de langdurige zorg was het meer dan ooit van belang dat dit keer - in tegenstelling tot de vorige twee cao’s in deze sector - wel een akkoord bereikt zou worden, waarin álle werkgevers- en werknemerspartijen zich konden vinden. De nieuwe cao bevat onder andere een loonsverhoging van ruim twee procent. Daarnaast zullen nul-urencontracten alleen in uitzonderlijke situaties afgesloten worden. NU’91 is van mening dat de onderhandelingen tot een afgewogen pakket voor de VVT hebben geleid. Het akkoord is dan ook met een positief advies voorgelegd aan de leden die werkzaam zijn in deze sector. Met overgrote meerderheid hebben de leden inmiddels ingestemd met het door de onderhandelaars bereikte akkoord. De nieuwe cao loopt van september 2014 tot 1 april 2016.
Update overleg cao GGz Na anderhalf jaar van onderhandelen is een nieuwe cao GGz nog niet in zicht. Dat is zeer zorgelijk, zeker gezien de nijpende situatie waarin de GGz zich op dit moment bevindt. GGz Nederland heeft een onoverkomelijk struikelblok opgeworpen door de eis te stellen dat voor er verder gepraat wordt, de werknemersorganisaties akkoord moeten gaan met het voorstel van de werkgeversdelegatie om de maximale duur van de wachtgeldvergoeding in één keer terug te brengen van 63 naar 24 maanden. Verder wil GGz Nederland de afspraken uit het sociaal akkoord niet nakomen, zoals beperking van flexwerk en behoud van banen. Het in één keer volledig terugbrengen van de vergoeding is voor de werknemersorganisaties onacceptabel. Zij zijn bereid na te denken over het eventuele geleidelijk terugbrengen van de duur van de wachtgeldvergoeding, mits daar goede ver-vangende regelingen (van werk naar werk en transitievergoedingen) tegenover staan.
De druk op werkgever s wordt opgevoerd . We gaan actie voere n! Houd onze website in de gaten.
Update overleg cao Ziekenhuizen Ook de negende over-legronde cao Ziekenhuizen heeft geen resultaat opgeleverd. De verbetering die de vakbonden willen bereiken voor de 190.000 werknemers in de ziekenhuizen, bleef ook tijdens deze overlegronde ver uit zicht. De werkgevers bieden een cao met een looptijd van 36 maanden waarin geen of slechts beperkt ruimte is voor loongroei. Ook willen ze een gedwongen inzet van het persoonlijke levensfase budget, versobering van het wachtgeld en afschaffing van de werkgeversbijdrage voor de aanvullende ziektekostenverzekering. De vakbonden zien daarnaast dat de werkgevers onvoldoende oog hebben voor de vakbondseisen rond doorgeschoten flexwerk, regionale toeleiding naar werk en verhoging van het scholingsbudget. Een volledig overzicht van de verschillen in inzet tussen werknemers - en werkgeversorganisaties vind je op: nu91.nl > nieuws > geen resultaat cao ziekenhuizen.
Op nu’91.nl vind je ook alle informatie over de andere cao’s.
ZORGANNONUMMER 141 - 7
Van de werkvloer
Een enerverende en innoverende tocht met scherpe bochten en mooie kansen
Formule voor succesvolle VAR Een verpleegkundige en verzorgende adviesraad (VAR) heeft als kerndoel de kwaliteitsverbetering van de zorgverlening. Door haar adviserende rol naar directie of Raad van Bestuur heeft de VAR vanuit de invalshoek van de verpleging en verzorging een stem in het beleid van de organisatie. Daarnaast stimuleert de VAR beroepsinhoudelijke ontwikkelingen.
Tekst: Peter Tieleman
ZORGANNONUMMER 141 - 8
Vijf jaar geleden hebben wij binnen GGz Breburg - in 2010 ontstaan uit de fusie tussen GGz Regio Breda en GGz Midden-Brabant - de verpleegkundige en verzorgende adviesraad (VAR) opgericht. Bij de oprichting werd een externe VAR deskundige, een interne adviseur en uiteraard de Raad van Bestuur betrokken. De Raad kwam met het voorstel om de zetels te verdelen per nieuwe zorgeenheid. De organisatie was immers flink veranderd. Dit leverde acht zetels op; elke zorggroep kreeg zijn VAR lid. Daarnaast werd het oorspronkelijke reglement teruggebracht van drie-en-veertig naar drie A4-tjes met kort en bondig de visie, missie, doelstelling en werkwijze van de VAR.
Van de werkvloer Belangrijke elementen van de succesformule Het is niet vanzelfsprekend dat een VAR succesvol is en daadwerkelijk invloed kan uitoefenen binnen de zorgorganisatie. Wij denken een ‘formule’ te hebben ontwikkeld die de kans op succes zeer reëel maakt. • Nieuwe werkwijze; keep it simple Een heikel en regelmatig terugkerend punt voor veel adviesraden betreft de facilitering, vooral in tijd. Onze VAR vergadert in principe elke maand, indien nodig meer of als het kan minder. Elk VAR lid maakt een jaarplan, samen met zijn zorggroep directeur. Daarin worden ook de faciliteiten voor de VAR-leden afgesproken. Dit werkt in de praktijk prima. Raden van Bestuur vervullen steeds meer de rol van toezichthouder en procesbewaker. Ons doel is dan ook om lager in de organisatie aansluiting te zoeken om zo de meerwaarde van de VAR ook bij het management over het voetlicht te krijgen. Om de verbinding met de Raad niet te verliezen is er minstens eenmaal per jaar een gezamenlijk overleg en worden de centrale VAR activiteiten, zoals adviesaanvragen en de organisatie van mini symposia of studiebijeenkomsten, in overleg georganiseerd. Een van de raadsleden is contactpersoon voor de VAR. Deze aanpak werkt uitstekend. Zowel op centraal als decentraal niveau wordt de VAR steeds vaker gezien en gehoord. • Een goed begin: alvast het halve werk De VAR is in mei 2010 - in het kader van de Dag van de Verpleging - met een bus langs vrijwel alle locaties gereden onder het motto: de VAR komt naar u toe. In de bus was via diverse beeldschermen een presentatie over de VAR te zien. Deze tour gaf ons de kans in gesprek te komen met verpleegkundigen en verzorgenden over wat hen in hun werk vooral bezig houdt en wat zij belangrijk vinden. Eén thema sprong er direct uit: veiligheid. In de jaren daarna hebben we in nauwe samenwerking met NU’91 - in de persoon van Jacqueline den Engelsman - en met de lokale politie, op diverse locaties met succes de workshop Aangifte doen aangeboden. • Mini-symposium; een podium voor verpleegkundigen en verzorgenden De VAR moet volgens ons - naast een formele adviesfunctie ook een voortrekkersrol vervullen. Elk jaar organiseren we een mini-symposium waarin we een centraal thema als ambulantisering, professionalisering (nieuwe beroepsprofielen), veiligheid of herstel ondersteunende zorg aansnijden en waar verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en verzorgenden een podium krijgen aangeboden om in de vorm van workshops zelf iets onder de aandacht te brengen. Onze organisatie bestaat uit ruim 2000 medewerkers waarvan bijna de helft bestaat uit verpleegkundigen en verzorgenden. Elk jaar weer zijn er mensen bereid om vanuit hun eigen enthousiasme hun collega’s deelgenoot te maken van nieuwe
ontwikkelingen binnen hun werk. De feedback die zij op deze manier krijgen kan zeer waardevol zijn. De steeds beter bezochte symposia blijken een bron van inspiratie te zijn. We verwelkomen ook steeds vaker medewerkers uit andere disciplines en managers, die benieuwd zijn naar wat verpleegkundigen en verzorgenden bezighoudt. Een volgende stap is om de symposia ook toegankelijk te maken voor verpleegkundigen van buiten onze eigen organisatie. Zo bevorderen we niet alleen de mogelijkheid in elkaars keuken te kijken maar ook om nog meer samen ‘te koken en te eten’.
Heikel punt voor veel verpleegkundig adviesraden is de facilitering • Samen, samen en nog eens samen Een VAR die louter bezig is met adviesaanvragen kan snel verzanden in de rol van vergadertijger. Om gerichter en doelmatiger te kunnen werken hebben de VAR en de OR een convenant gesloten. Wij informeren elkaar en kunnen zo een duidelijke scheiding aanbrengen tussen de zaken die onder de verschillende gremia vallen. Grofweg: individuele zaken liggen bij de vakbondsconsulenten, algemene arbeidsvoorwaardelijke en bedrijfstechnische zaken bij de OR en beroepsinhoudelijke zaken bij de VAR. Waar nodig zullen we onze adviezen op elkaar afstemmen maar altijd gescheiden indienen. Sinds vorig jaar vormt ook de vakgroep verpleegkundig specialisten een onderdeel van de VAR en is hiermee een officieel erkend overlegorgaan geworden met bijhorende faciliteiten. Het blijft echter goed opletten en hard werken om de onderlinge communicatie en de afstemming zo optimaal mogelijk te houden. De bereidheid om goed samen te werken is echter steeds aanwezig. Deze vorm helpt en voorkomt versplintering en verwarring bij alle betrokkenen. • Zonder ‘goede Raad’, geen VAR Het belang van de VAR wordt van harte onderschreven door onze Raad van Bestuur. Wij krijgen hulp bij het organiseren van bijeenkomsten, waarbij de Raad ook altijd vertegenwoordigd is. De Raad ziet dat verpleegkundigen en verzorgenden een belangrijke rol vervullen in de organisatie. Het betrekken van verpleegkundigen en verzorgenden bij inhoudelijke veranderingen en innovaties is de laatste jaren dan ook flink toegenomen. Wij zien dat als een mooie kroon op ons eerste jubileum. NOOT: Peter Tieleman is verpleegkundige en lid van de VAR bij GGz Breburg.
ZORGANNONUMMER 141 - 9
In de praktijk
Met zorg overdragen De dagen dat je in het ziekenhuis kon uitzieken zijn lang voorbij. Zo snel mogelijk naar huis, dat ziet het ziekenhuis graag en het heeft ook de voorkeur van de meeste patiënten. Weer naar huis gaan als je thuis geen zorg meer nodig hebt, kan zonder problemen. Minder vanzelfsprekend wordt het wanneer in de thuissituatie wel ondersteuning van professionele zorgverleners nodig is.
Tekst: Jos Kaldenhoven
Ontslag uit het ziekenhuis binnen 24 uur na een liesbreukoperatie is gemakkelijk te regelen. Geen thuiszorg nodig; een ontslagbrief van de specialist aan de huisarts volstaat. Ontslag verlenen wordt een stuk complexer wanneer een patiënt ook thuis afhankelijk is van professionele hulp. Bijvoorbeeld als er sprake is van sondevoeding, pijnbestrijding, terminale zorg of intraveneuze medicatie.
Een goede transfer van de zorg is mogelijk, maar er zijn zwakke schakels in de keten
ZORGANNONUMMER 141 - 10
In de praktijk
Ontslag van patiënt met complexe zorgvraag moet goed worden begeleid
Mevrouw Maarsman (48) ligt op de afdeling chirurgie van het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ). Zij heeft een maagverkleining ondergaan. Postoperatief zijn er complicaties opgetreden. Mevrouw kan tijdelijk niet eten, moet intraveneus gevoed worden en heeft ondersteuning nodig bij alledaagse handelingen, de zogenaamde algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL). Mevrouw woont samen met haar man in een rijtjeshuis, in een Brabants dorp. Zij hebben twee kinderen die beiden in het buitenland wonen en werken. Er is weinig contact met de buren. De betrokken chirurg vindt dat mevrouw naar huis kan, omdat de volgende chirurgische ingreep pas over een week of vijf zal plaatsvinden. Daarop belt de verpleegkundige van de afdeling het transferpunt van het ziekenhuis, een intern bureau dat als liaison fungeert tussen ziekenhuis en de thuiszorgorganisaties.
Transferpunt Wietske van Hal werkt als verpleegkundige bij het transferpunt van het JBZ in ’s-Hertogenbosch. Het in juni 2011 officieel geopende ziekenhuis heeft 730 bedden. Met 65.000 operatieve verrichtingen en ruim 38.000 klinische opnames per jaar is het JBZ een groot ziekenhuis. Met een duidelijk manco: het ziekenhuis beschikt nog niet over een Elektronisch Patiënten Dossier (EPD). Een conflict met het softwarebedrijf dat het EPD zou ontwikkelen is daar debet aan. Van Hal ziet per dag acht tot tien aanmeldingen bij het transferpunt binnenkomen. Voor elk van deze patiënten moeten dingen geregeld worden. ‘Op het moment dat op de verpleegafdeling de ontslagdatum bekend is, gaat er een seintje naar het transferpunt. Lees verder op pagina 12
ZORGANNONUMMER 141 - 11
In de praktijk
Vervolg van pagina 11
Het heeft onze voorkeur om elke aangemelde patiënt te bezoeken op de verpleegafdeling. In een persoonlijk gesprek, waarbij ook de contactpersoon van de patiënt aanwezig is, kun je de zorgvraag het beste inventariseren. Als de patiënt een voorkeur uitspreekt voor een bepaalde zorgaanbieder, dan gaat de aanvraag daar automatisch naar toe. Is er geen voorkeur, dan wordt de minder complexe zorg geplaatst op Zorgwissel, een online marktplaats voor zorglevering. Elke organisatie die is aangesloten bij Zorgwissel kan reageren op de geplaatste zorgvraag. Wie het eerste reageert, krijgt de toewijzing.’Op dit moment heeft de patiënt inderdaad de mogelijkheid aan te geven welke zorgaanbieder hij over de vloer wil hebben, maar of die keuzevrijheid er vanaf januari 2015 ook nog is, is maar de vraag. Veel zal afhangen van de zorg die nodig is, en of die valt onder de WMO of de zorgverzekeringswet. Bij complexe zorgvragen moet er uiteraard meer geregeld worden. Van Hal: ‘Bij een complexe zorgvraag moet je denken aan infuusvoeding, langdurig intraveneus antibioticumgebruik en terminale zorg. Dat betekent: bestellen van medicijnen, regelen van de indicatie en aanvragen van apparatuur zoals infuuspompen. Voor de zorg thuis wordt gebruik gemaakt van zorgorganisaties die over een medisch-technisch-handelen (mth) team beschikken.’ De bemoeienis van het transferpunt houdt op als de bovenstaande zaken geregeld zijn. ‘Een adequate overdracht naar de thuiszorgorganisatie of naar het verpleeghuis is een taak van de afdeling’, stelt Van Hal. Bij het transferpunt wordt wel al rekening gehouden met de wijzigingen voor toewijzing van zorg die vanaf 2015 gaan gelden. ‘Wij vragen aan de patiënt en de contactpersoon naar de mogelijkheden voor mantelzorg. Daar besteedden we vroeger veel minder aandacht aan.’
Het gesprek met mevrouw Maarsman heeft plaatsgevonden. Zij heeft haar voorkeur uitgesproken voor de thuiszorgorganisatie in haar dorp. Maar die beschikt helaas niet over een mth-team. Daarvoor wordt contact gelegd met een andere zorgorganisatie. In dit geval zorgt de specialist voor een MSVT-formulier. Dit formulier regelt de Medisch Specialistische Verpleging Thuis en bevat gegevens over de zorg die nodig is, hoeveel tijd daarvoor mag worden gedeclareerd en wie er gebeld moet worden bij problemen. Op de verpleegafdeling wordt vervolgens toegewerkt naar het ontslag. Een goede informatieoverdracht naar de thuiszorg is daarbij essentieel. Zeker nu er twee organisaties bij zijn betrokken.
ZORGANNONUMMER 141 - 12
Verpleegkundige overdracht En juist die informatieoverdracht is (te) vaak onvoldoende. Dat roept niet alleen irritatie op bij zorgverleners die daarvan afhankelijk zijn, maar brengt ook grote risico´s met zich mee voor de patiënt. Ruim 800 (transfer)verpleegkundigen, verzorgenden, afdelingshoofden, teamleiders en zorgcoördinatoren uit ziekenhuizen en andere zorginstellingen reageerden op de oproep deel te nemen aan een onderzoek (mei 2014) over verpleegkundige overdracht. Het onderzoeksrapport: Verpleegkundige overdracht, een geoliede machine? van het Nictiz dat in september 2014 werd gepubliceerd, legt een reeks van tekortkomingen bloot: de overdacht is onvolledige, niet-eenduidige, niet op tijd aangeleverd, niet up-to-date en er wordt veel te weinig elektronisch overgedragen. In de richtlijn van NU’91 en V&VN Verpleegkundig en verzorgende verslaglegging van september 2011 staat een hele reeks voorwaarden waaraan de rapportage en een overdracht zou moeten voldoen: Een verpleegkundige of verzorgende overdracht is een schriftelijke eindevaluatie van het zorgproces. De zorgprofessional stelt de overdracht op bij overplaatsing van de cliënt naar een andere afdeling of zorgsetting, of naar de thuiszorgmedewerkers en andere disciplines bij ontslag naar huis. De overdracht moet de continuïteit en de kwaliteit van de zorg waarborgen door die informatie door te geven die nodig is om het zorgproces na overplaatsing voort te zetten. Bij het opstellen van een schriftelijke overdracht moet een zorgprofessional rekening houden met de kennis en de kunde van de ontvanger.
In de praktijk
oplossen van de knelpunten die uit het Nictiz onderzoek naar voren kwamen. Het biedt de mogelijkheid informatie eenduidig, volledig en digitaal over te dragen en de medische en verpleegkundige gegevens kunnen worden ingelezen vóór de anamnese. Daardoor kan veiliger worden gewerk, met minder kans op fouten. Op www.elektronischeoverdracht.nl vind je een demotool.
Mevrouw Maarsman wordt met de ambulance naar huis gebracht. De familie neemt de materialen mee die door het ziekenhuis zijn geleverd, zoals infuuszakken en materialen voor het verzorgen van de insteekopening van het infuus. De transferverpleegkundige heeft via het facilitair bedrijf de infuuspomp, de infuussystemen, spuiten en naalden geregeld. Het mth team dat het infuus regelt, komt een uur nadat mevrouw thuis is gekomen het infuus aansluiten. De zorgorganisatie die verantwoordelijk is voor de ADL volgt een half uurtje later. De zorgvragen van mevrouw Maarsman en haar mantelzorgers blijken weliswaar af te wijken van wat er in de overdracht De richtlijn geeft ook aan dat de overdracht zo mogelijk in overleg met de patiënt wordt opgesteld en tenminste de volgende elementen moet bevatten: • actuele ondersteuningsvragen, zorgproblemen en verpleegkundige diagnoses • beoogde resultaten en doelen • redenen voor de voortzetting van de zorg • met de cliënt gemaakte afspraken • persoon bij wie de cliënt na ontslag terecht kan met eventuele vragen.
Overdracht opstellen niet eenvoudig Omdat de informatie over een patiënt onvolledig en vaak versnipperd wordt vastgelegd binnen een zorginstelling, kost het opstellen van een overdracht ongeveer 25 minuten. Dit is een zware aanslag op de schaarse tijd van zorgverleners. Door de onvolledigheid van de informatie, de tijdsdruk en dubbele administratieve lasten, wordt de overdracht door zorgverleners als een lastige klus ervaren. Het resultaat is daar ook regelmatig naar. Onvolledige en te late overdrachten leggen een grotere druk op de ontvangende organisaties. Patiëntenzorg kan niet tijdig worden georganiseerd en het levert extra risico’s op voor de patiënt. En als overdrachten onvolledig zijn, moet de patiënt zelf veel informatie ophoesten, en dat verhoogt de kans op fouten. Om de verpleegkundige overdracht te verbeteren, is een landelijke standaard opgesteld op basis van de bovengenoemde richtlijn: de eOverdracht . Deze standaard kan helpen bij het
is aangegeven, maar gelukkig is het mogelijk om in goed overleg met betrokken partijen de gewenste zorg toch te leveren.
Oplossing Een soepele overgang van het ziekenhuis naar een thuissituatie waarin de patiënt professionele zorg nodig heeft, gaat niet vanzelf en vraagt om zorgvuldigheid van met name de instelling die de patiënt ontslaat. Een goede transfer van de zorg is mogelijk, maar er zijn zwakke schakels in de keten. De verpleegkundige overdracht is er daar één van. Een (deel van de) oplossing zou zijn om de thuiszorgorganisatie al in het ziekenhuis contact te laten leggen met de afdeling, de patiënt en de mantelzorger. Op die manier kan de zorgvraag rustig en met alle betrokkenen besproken worden en kan de thuiszorgorganisatie vroegtijdig de mogelijkheden en onmogelijkheden aangeven. De overdracht kan daarmee al voor een groot deel geregeld zijn. De vraag is nu alleen nog: wie betaalt de tijd die de thuiszorgorganisatie daaraan kwijt is?
NOOT: In de beschreven zorgsituatie figureert een fictieve patiënt. Bronnen: zorgwissel.nl; jbz..nl; nictiz.nl; venvn.nl/Dossiers/EZorg; actiz.nl
ZORGANNONUMMER 141 - 13
Bijscholing
Tekst: Trees Coucke & Heini van Baaren Illustratie: Meneer E.
Goede zorg is zorg die als goed ervaren wordt door degene die de zorg ontvangt. Het zorg-ethisch lab sTimul staat voor reflectie op goede zorg door middel van simulatie en ervaringsleren. Het doel van alle activiteiten is de kwaliteit van de zorg te verbeteren, waarbij het accent ligt op het relationele aspect van een zorgrelatie. sTimul Nederland is onderdeel van ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen. Geïnspireerd door een uitspraak van de Franse schrijver Antoine de Saint-Exupéry wil sTimul mensen die afhankelijk zijn van zorg veel meer zelf aan het woord worden gelaten, in plaats van dat hen verteld wordt wat te doen en hoe te leven. Saint Exupéry: ‘Wanneer je een schip wilt bouwen, breng de mensen dan niet bijeen om hout te sjouwen of het werk voor te bereiden. Geef hen geen taken en deel geen plannen mee, maar leer hen eerst te verlangen naar de eindeloze zee.’ Dat betekent dat je als zorgverlener vanuit je professionaliteit naar mensen moet luisteren en moet proberen aan te sluiten bij hún verhaal. Door hun gevoel van eigenwaarde te onderstrepen en waar nodig te herstellen of te vergroten, schep je de voorwaarden om bij mensen die op enigerlei wijze aangewezen zijn op zorg van anderen, het gevoel van afhankelijkheid te verminderen. Nu wordt er in de aanpak van fysieke, psychische of sociale problemen vaak nog te weinig rekening gehouden met de dagelijkse leefwereld en beslommeringen van de cliënt.
Herontdekking van ‘goede zorg’ Om in een veilige omgeving te kunnen reflecteren op de eigen manier van zorg verlenen, maakt sTimul gebruik van ervaringsgericht leren in de vorm van inleefsessies, workshops en leertrajecten op de werkvloer Als je zelf ervaart hoe iemand anders een bepaalde situatie ervaart, leer je meer dan wanneer het je verteld wordt.
ZORGANNONUMMER 141 - 14
Ervaar het zelf
sTimul confronteert zorgverleners met hun eigen gedrag
Aandacht en oprechte betrokkenheid zijn een essentieel onderdeel van zorg verlenen, maar blijken door diverse oorzaken toch vaak moeizaam overeind te blijven in de dagelijkse praktijk. Tijdsdruk, onderbezetting, verkeerde of gebrekkige competenties en vooral routine zijn daar debet aan.
Bijscholing
Ervaring van een simulant ‘Mijn doen en laten wordt door de zorgverleners bepaald: eten, drinken, beweging, slapen... Er wordt me een structuur opgelegd zonder verdere uitleg. Ik heb honger en dorst. De warme maaltijden zijn niet lekker. Privacy is er niet. ‘s Nachts gaat mijn kamergenote naar het toilet, ik krijg het van heel dichtbij mee. Ik wil vroeg opstaan maar dat kan niet omdat ik dan mijn kamergenote wakker maak. Ik ben voor de verpleging een ‘lastige’ tante omdat ik wil meedenken, gehoord wil worden. Ik voel de negatieve reacties, ik zie het aan hun gezicht. En ik ben afhankelijk ...’
Dignity in Care ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen neemt deel aan het internationale
Tijdens een inleef-tweedaagse nemen geroutineerde zorgverleners gedurende twee dagen en een nacht de rol en het gedrag van een zorgafhankelijk persoon aan. In een gesimuleerde omgeving - vergelijkbaar met de afdeling van een ziekenhuis, van een woonzorgcentrum of een resocialisatieafdeling in de psychiatrie - ondergaan ze het afhankelijk zijn van zorgverleners. Ze worden verzorgd door studenten van uiteenlopende zorgopleidingen die het als een uitdaging zien de acht tot tien simulanten op een zo goed mogelijke manier te verzorgen. Na het kiezen van een profiel met een bepaalde graad van zorgafhankelijkheid duiken de ‘zorgvragers’ in de leefwereld van de persoon die ze steeds voor ogen houden. Dat is vaak iemand uit hun dagelijkse praktijk bij wie de zorg moeizaam verloopt of iemand bij wie ze zich afvragen hoe je in de situatie waarin hij of zij zit, door kan met het leven. Bijvoorbeeld mensen met spraak- en slikproblemen na een ernstige beroerte, mensen met slecht of geen zicht of mensen in een gevorderde fase van dementie.
Dignity in Care project (2011). Partners uit Lille, Dorset, Zeeland en Vlaanderen bundelden hun expertise om - samen met het University College KAHO Sint Lieven als hoofdpartner - de deskundigheid in ethische reflectie te bevorderen bij (aankomend) zorgverleners. Het gaat daarbij om de manier waarop zorg wordt verleend en dus niet om technische en klinische vaardigheden die als vanzelfsprekend worden beschouwd. De uitwisseling van opgedane ervaringen en expertise van de internationale partners in dit project heeft geleid tot het zorg-ethisch lab sTimul Nederland in Terneuzen en tot het verder ontwikkelen van het sTimul-concept. Meer informatie: dignity-in-care.eu
Reflectie Na deze intense ervaring van zich laten wassen, voeden, tillen, animeren en activeren - die voldoende lang duurt om te verlangen naar verlossing - is er tijd voor een grondige reflectie. Onder leiding van een trainer van sTimul wordt nagegaan wat hen is overkomen, wordt hen gevraagd hoe zij het hebben ervaren en welke elementen in het gedrag van hun zorgverleners (de studenten) zij herkennen als eigen gedrag. Een inleefervaring geeft zorgverleners de kans om op een andere manier naar hun werk te kijken. Als leidinggevenden voldoende het belang zien van deze ervaring en liefst die zelf doormaken - kan er een goed klimaat ontstaan voor reflectie, moreel beraad en intervisie met als doel de kwaliteit van de zorg(relatie) te optimaliseren.
NOOT: Trees Coucke is stafmedewerker sTimul Nederland, Heini van Baaren is trainer sTimul Nederland. Meer informatie: sTimulnederland.nl ZORGANNONUMMER 141 - 15
Bijscholing
Excellente zorg rond overlijden Goede zorg rond een overlijden draagt bij aan het dragelijker maken van de situatie voor alle betrokkenen, en ondersteunt daarmee het verwerkingsproces van de nabestaanden. Deze vorm van zorg is een onderbelicht en vaak onderschat onderdeel in het proces van overlijden. Om die speciale zorg te kunnen verlenen is kennis en meer samenwerking nodig.
141 - 16 ZORGANNONUMMER 140
Nog weinig samenwerking tussen gezondheidszorgmedewerkers en de uitvaartzorg
Mensen die weten dat hun leven ten einde loopt, hebben recht op excellente zorg. De periode waarin zij beseffen dat hun overlijden nabij is, kan gepaard gaan met heftige emoties die kunnen variëren van angst en opstandigheid tot berusting. Ook wordt de patiënt meestal geconfronteerd met sterke fysieke achteruitgang. Steeds minder kunnen, steeds meer uitval van functies die altijd als ‘vanzelfsprekend’ werden gezien én de pijn, soms heel veel pijn. Ook excellente zorg kan in dit stadium geen genezing meer bieden en is niet levensverlengend, maar kan wel verlichting geven. Het kan de kwaliteit van leven verbeteren en dat is iets wat patiënten en hun naasten in de palliatieve, terminale en stervensfase steunt. Het maakt hun situatie draaglijker.
Bijscholing
Advance care planning helpt wensen rondom het ziekteproces en levenseinde bespreekbaar te maken
Advance Care Planning Zorg in de laatste levensfase brengt hoge kosten met zich mee, maar leidt niet altijd tot een optimale kwaliteit van leven en optimale patiënt gerichte zorg. Advance Care Planning is een geformaliseerd proces van communicatie waarbij de wensen rondom het ziekteproces en het levenseinde bespreekbaar worden gemaakt. Uit Australisch onderzoek (Karen Detering c.s. , Melbourne 2010), blijkt dat advance care planning zorgt voor minder stress, angst en depressie bij de oudere patiënt en zijn of haar familie. Patiënten konden in overleg vast laten leggen wat hun wensen zijn ten aanzien van levensverlengende behandelingen en palliatieve zorg. De patiënt wees een vertegenwoordiger aan die zijn belangen kon behartigen voor het geval hij daar zelf niet meer toe in staat zou zijn. Tegen deze achtergrond ontwikkelde Maatschap Goed Zorgen Tiel* samen met opleidingsinstituut Docendo* uit Geldermalsen de themabijeenkomst Excellente zorg rondom verwacht overlijden, waarin de expertise op het gebied van zorg in de
palliatieve, terminale en stervensfase gekoppeld wordt aan de expertise op het gebied van postmortale zorg. Een vernieuwende combinatie van kennisverwerving. In de praktijk is er weinig samenwerking tussen zorgverleners en uitvaartverzorgers, ondanks dat de door hen geleverde zorg in elkaar overloopt. Deze themabijeenkomst beoogt een bijdrage te leveren aan een betere samenwerking tussen deze vakgebieden.
Themabijeenkomst Tijdens de themabijeenkomst wordt aan de hand van theoretische modellen en casuïstiek gekeken hoe er in de verschillende levensfasen methodisch gewerkt kan worden. Advanced care planning, een aantal signaleringsinstrumenten en het Zorgpad Stervensfase - een instrument voor het leveren van goede palliatieve zorg - komen daarbij aan bod. Daarna zullen deelnemers door een trainer van Docendo worden bijgepraat over de ontwikkelingen op het postmortale zorggebied. Er wordt ingegaan op vragen van zorgverleners rondom overlijden van patiënten. Relevante wettelijke bepalingen worden besproken en er wordt ingegaan op infectiepreventie na het overlijden. Verder is er aandacht voor richtlijnen met betrekking tot begraven en cremeren en voor zaken als donatie, obductie en het ‘ ter beschikking stellen van de wetenschap’. En er zal ingegaan worden op de mogelijkheden van thanatopraxie, een lichte vorm van balseming die sinds 2010 in Nederland uitgevoerd mag worden. Begin oktober vond de eerste bijeenkomst plaats. De informatie over de verschillende fasen van leven en sterven inspireerde deelnemers na te denken over hun specifieke rol daarin en over de vraag of hun vakkennis met betrekking tot deze processen toereikend is. Hoewel zorgverleners veelal niet zelf de laatste verzorging hoeven te geven, vonden deelnemers het goed om te weten wat er tegenwoordig allemaal mogelijk is zodat zij hun patiënten en naasten goed kunnen informeren gedurende elke fase.
NOOT: De eerstvolgende bijeenkomst staat gepland voor 22 januari 2015. Meer informatie: goedzorgen.nl > scholingsbijeenkomsten (*) Maatschap Goed Zorgen Tiel levert bij- en nascholingen voor mensen die beroepshalve, vrijwillig of als mantelzorger zorg verlenen. (*) Docendo is onderdeel van de Zorg Diensten Groep (ZDG), dienstverlener voor instanties die te maken hebben of kunnen krijgen met het levenseinde. Docendo ontwikkelt en verzorgt opleidingen voor de uitvaartzorg en postmortale zorg.
141 - 17 ZORGANNONUMMER 140 ZORGANNONUMMER 141 - 17
Bijscholing
NU’91 op Nursing Experience 2014 NU’91 is met een interactieve stand aanwezig op Nursing Experience 2014. NU’91 leden kunnen kennismaken met de medewerkers en krijgen een leuke attentie. Verpleegkundigen en verzorgenden die nog geen lid zijn, informeren wij graag over nut en noodzaak van het NU’91 lidmaatschap. In het NU’91 skillslab word je uitgedaagd te checken hoe handig je bent met voorbehouden handelingen. Ook kun je komen speeddaten met een NU’91 jurist. Of…. laat je verleiden op de foto te gaan met Jackson Avery (Greys Anatomy) óf met dokter Corrie (SchoolTV).
NU’91 verzorgt ook een tweetal workshops tijdens Nursing Experience: Tuchtrecht in beweging - Mr. Carel van den Bergh, NU’91 jurist 2 en 3 december: 10.00 - 11.00 uur In deze workshop wordt het tuchtrecht en de actuele jurisprudentie besproken. De centrale vraag is: Wat kan nog wel en wat kan niet meer volgens het tuchtrecht voor verpleegkundigen? Je krijgt handvatten aangereikt die direct in de praktijk toepasbaar zijn. waardoor je met meer vertrouwen je werkt kunt doen.
Meer werkplezier - Anja Cremers, NU’91 beleids medewerker 2 en 3 decembe: 11.45 - 12.45 uur Tijdens deze interactieve workshop word je uitgedaagd om zelf het initiatief te nemen als het gaat om het verhogen van het werkplezier en laten we zien hoe meer werkplezier leidt tot meer invloed op de werkvloer én betere zorg. Pecha Kucha is een laagdrempelige presentatie aan de hand van 20 afbeeldingen van elk 20 seconden. De uitdaging is de deelnemers in dit korte tijdsbestek zodanig te inspireren dat zij zelf met snel te verwezenlijken ideeën komen om het werkplezier te verhogen. Daarna gaan we ook fysiek actief aan de slag met onder meer een mini Bollywood workshop en een oefening om je te laten ervaren dat je lef hebt. De energie zal gaan stromen en deelnemers zullen met een glimlach en geïnspireerd de zaal verlaten.
Wij hopen je te ontmoeten op 2 of 3 december ZORGANNONUMMER 141 - 18
Boeken
KEN MIJ brengt eigenheid cliënten in beeld Sommige mensen met een verstandelijke beperking hebben extra ondersteuning nodig bij het communiceren over hun meest elementaire wensen en keuzes. Abrona Medezeggenschap heeft speciaal voor deze cliënten KEN MIJ ontwikkeld. Met KEN MIJ kunnen zij laten zien wie ze zijn en wat ze belangrijk vinden. KEN MIJ maakt het voor de mensen rondom de cliënt makkelijker om een gesprek aan te gaan over zijn keuzes, wensen en behoeften, die zichtbaar worden gemaakt met afbeeldingen en foto’s in een boekje en op een poster. Bijvoorbeeld: wat eet ik het liefst, van welke muziek houd ik en hoe wil ik dat andere mensen met mij omgaan? Op deze manier kan de eigen regie bevorderd worden. Abrona wil ook aan andere zorgorganisaties de mogelijkheid bieden dit instrument in te zetten. Meer informatie vind je in de folder KEN MIJ. abrona.nl > medezeggenschap voor cliënten > download folder
NUfo
is de digitale nieuwsbrief van NU’91. Hierin vind je het laatste nieuws over NU’91 en over de ontwikkelingen binnen de zorg. Wil jij ook NUfo ontvangen? Ga dan naar www.nu91.nl en log in via Mijn NU’91 en pas Mijn gegevens aan.
Ikben
NUlid
Geef het ons op tijd door wanneer je van adres verandert of van werkgever. Vul de nieuwe gegevens in en stuur de bon -zonder postzegel - naar: NU’91 Ledenadministratie Antwoordnummer 9331 3500 ZC Utrecht Je kunt de wijzigingen natuurlijk ook per email doorgeven:
[email protected]
naam lidnr. email
Nieuw adres adres postcode tel. nr.
woonplaats
oude postcode
rekeningnr.
Nieuwe werkgever naam instelling adres postcode
plaats
ingangsdatum email werk ZORGANNONUMMER 141 - 19
Stapt u ook over naar Zilveren Kruis?
Voordeel voor ZZP-ers via NU’91 Meer informatie: www.zk.nl/n u91
Als eerste op de hoogte van de premie 2015
In 2015 ziet de zorgverzekering er ook weer anders uit dan dit jaar. Zo heeft de overheid een aantal veranderingen aangekondigd. Meld u aan op zk.nl/zorg2015 en wij brengen u als eerste op de hoogte van alle veranderingen in de zorgverzekering. Bovendien informeren wij u direct over onze nieuwe premies zodra deze bekend zijn. Zilveren Kruis staat u bij met raad en daad.