M
Voorwoord
et zeerovers is iets vreemds aan de hand. Ze vallen al duizenden jaren schepen aan, roven de lading en maken vervolgens dat ze wegkomen. Berovingen gebeuren aan land natuurlijk ook, maar zeg eens eerlijk: weet jij nog wie de daders waren van de Grote Treinroof in Engeland? Weet jij nog de naam van de Zwitserse juwelendief die in het paleis van kroonprins Willem de Tweede inbrak en met de sieraden van prinses Anna Paulowna naar Amerika vluchtte? Herinner je je nog hoe de vrouw heet die miljarden verdiende door voor veel geld een internetbedrijf te verkopen dat bijna niets waard was? Zeer waarschijnlijk weet je dat allemaal niet. Of hooguit alleen het laatste, omdat dit nog maar een jaar of tien geleden is gebeurd. De andere gebeurtenissen zijn uit 1963 en uit 1829, dus dat je deze antwoorden niet weet, lijkt logisch. Maar is dat eigenlijk wel zo? Als het logisch is dat je de namen van bekende rovers en dieven na honderd jaar niet meer weet, hoe komt het dan dat je de namen van zeerovers na meer dan driehonderd jaar nog zó kan opdreunen? Want Zwartbaard, Bloody Mary, Kapitein Kidd en Henry Morgan leefden in de 17e eeuw en zijn nog steeds niet vergeten. Als je vaker boeken over zeerovers leest, zul je ook de namen van Barbarossa, Sam Bellamy, Calico Jack Rackham en Edward England wel kennen. Zo zou je bijna het idee krijgen dat zeerovers bijna allemaal Engelsen en Amerikanen waren. Maar dat is niet zo; de werkelijkheid is anders. Holland en Vlaanderen deden in de eerste helft van de 17e eeuw minstens zoveel Johnny Depp als kapitein Jack Sparrow in de film ‘Pirates of the Caribbean’ (Hollandse Hoogte)
aan zeeroverij als Engeland. Pas nadat in 1648 de Tachtigjarige Oorlog ophield, liep de zeeroverij in de Lage Landen terug. Dat onze zeerovers veel minder bekend zijn, komt voor een groot deel door de Friese, Nederlandse en Vlaamse schrijvers en filmmakers. In Engeland schreven Robert Louis Stevenson (Schateiland) en Daniel Defoe (Robinson Crusoë, Kapitein Singleton) samen een hele serie boeken over piraten, die ook door volwassenen veel gelezen werden. In Friesland, Nederland en Vlaanderen schrijven alleen auteurs van jeugdboeken verhalen over zeerovers. En over geen enkele Friese, Hollandse of Vlaamse zeerover is ooit een film gemaakt! In dit boek vind je de waargebeurde geschiedenissen van de bekendste zeerovers uit Friesland, Holland en Vlaanderen. Er zitten kapiteins bij die opvielen door hun dapperheid, hun eerlijkheid en hun goede zeemanschap. Er zitten echter ook regelrechte schurken, verraders en sadisten tussen. Ze hebben één ding gemeen: in de tijd waarin ze leefden werd er door zeelui in alle havens van de wereld over hun daden gesproken. De Vlaamse en Hollandse zeerovers deden dan ook beslist niet onder voor de Engelse en Amerikaanse kapers en piraten. Aan het slot van dit boek vind je een hoofdstuk over de piraten door wie schrijvers, filmmakers en striptekenaars zich hebben laten inspireren. Dat zijn allemaal buitenlandse piraten, zoals Barbarossa (Roodbaard), Henry Morgan (Morgan de Piratenkoning), Edward England (uit ‘Schateiland’) en Alexander Selkirk (Robinson Crusoë). Je zult zien dat de avonturen die ze in werkelijkheid hebben beleefd soms nog spannender zijn dan hun belevenissen in boeken en films. P i r at e n va n d e L a g e L a n d e n
“Piet Hein sprak de hele dag, over van alles en nog wat. Ook had hij een bijzonder tijdverdrijf: hij breide. In zijn tijd als roeislaaf had hij geleerd sokken te breien. Roeislaven deden dat om iets te doen te hebben als het schip in een haven lag.”
Bij de Hollandse piraat Claes Compaen mochten piraten aan boord hun ruzies uitvechten. Daarbij had Compaen de volgende regel bedacht: het gevecht duurt tot een van beiden erbij neervalt en de winnaar betaalt de dokterskosten voor de verliezer.
Claes Compaen, piraat uit Oostzaan
C
laes Compaen werd in 1587 in Oostzaan geboren. Hij leerde lezen, schrijven en rekenen en ging toen hij een jaar of zestien was naar zee. Hij had aanleg voor het zeemansvak en had er veel voordeel van dat hij op school goed rekenen had geleerd. Hij klom op tot kapitein en kocht van zijn verdiende geld een paar aandelen in vrachtschepen. De zaken gingen goed, Claes trouwde en kreeg twee kinderen. Niets wees erop dat hij een paar jaar later de beruchtste zeerover van Holland zou zijn. En als de Hollandse regering eerlijk tegen hem was geweest, zou hij het waarschijnlijk nooit zijn geworden... Van 1608 tot 1620 was er tijdelijk vrede tussen Holland en Spanje. Er werd niet gevochten en er werden evenmin kaperbrieven uitgegeven. Maar toen in 1621 het bestand werd opgezegd, begonnen de kanonnen weer te donderen. De Duinkerkers kaapten al snel het ene vissersschip na het andere en in de havens van Holland en Zeeland werden nieuwe kaperbrieven uitgereikt. Claes Compaen belegde flink wat geld in die kaperschepen, maar hij maakte nauwelijks winst. Na een tijdje kreeg hij het vermoeden dat de heren van de Admiraliteit, die de winsten moesten verdelen, geld in eigen zak staken. Compaen besloot ze dat bedrog
48
r e g e l s & s t r a ff e n B IJ d e P IRATEN
betaald te zetten. Hij kocht in Medemblik een schip, zocht een bemanning bij elkaar en vroeg in Hoorn een kaperbrief aan. Die kaperbrief kreeg hij in 1623, maar veel plezier kreeg de Admiraliteit er niet van. Bij vertrek bood Compaen de heren van de Admiraliteit een feestmaal aan, dat zij achteraf zelf moesten betalen. Vier dagen later veroverde hij zijn eerste schip. Geen schip van de vijandige Duinkerkers, van Portugezen of Spanjaarden, maar een koopvaarder uit Hamburg. Dat mocht helemaal niet, want de stad Hamburg was bevriend met de regering van Holland. Ook gaf Claes Compaen het schip en de lading niet over aan de Admiraliteit, maar verkocht hij alles zelf en verdeelde hij de opbrengst onder zijn matrozen. Kortom: Claes Compaen voer als kaper uit, maar was binnen een week piraat! Het verhaal dat Claes Compaen een goede schipper was die de buit eerlijk onder zijn mannen verdeelde, deed al snel de ronde. Het kostte hem dan ook geen enkele moeite om aan matrozen die goed konden varen en vechten te komen. In dienst van deze slimme piraat kon je in een maand net zoveel verdienen als anders in een paar jaar. De kapiteins van aangevallen schepen waren ook om een andere reden in het nadeel. Claes Compaen had de gewoonte om de bemanning van een door
Schilderij waarop een oude piratentruc te zien is, die Claes Compaen ook al gebruikte. Piraten verkleden zich als vrouwen en lokken zo een schip.
50
r e g e l s & s t r a ff e n B IJ d e P IRATEN
R
3
egels &
straffen
bij de
piraten O
ver kielhalen, spitsroeden lopen en voeten spoelen. Over de rechtspraak van piraten en pensioenen voor gewonde zeerovers. Over drie Hollandse piraten die de kust van Afrika onveilig maakten en een schat in Oostzaan waar nog steeds naar gezocht wordt. P i r at e n va n d e L a g e L a n d e n 43
Naam Oorlog
Tijd
Tegenstanders van Holland
Tachtigjarige Oorlog
1568-1648
Spanje, Portugal
Eerste Engelse Oorlog
1652-1654
Engeland
Tweede Engelse Oorlog
1665-1667
Engeland
Derde Engelse Oorlog
1672-1674
Engeland
Negenjarige Oorlog
1688-1697
Engeland, Frankrijk, Portugal
Spaanse Successieoorlog
1701-1714
Spanje, Frankrijk
Vierde Engelse Oorlog
1780-1784
Engeland
Tijdens deze oorlogen was Vlaanderen een medestander van Frankrijk en Spanje, met als gevolg dat de kapers van Duinkerken en Oostende jacht maakten op Hollandse schepen.
Piet Hein en de Zilvervloot
P
iet Hein werd in 1577 geboren in Delfshaven, een stadje bij Rotterdam. Zijn vader was schipper, en toen Piet zestien werd, ging hij op het schip van zijn vader werken als dekzwabber. Door pech kreeg hij al jong met de Tachtigjarige Oorlog te maken, want het schip van de familie Hein werd in 1602 bij Zeeland door Duinkerker kapers veroverd en Piet Hein en zijn vader werden roeislaaf. Ze kwamen pas twee jaar later vrij bij een ruil van gevangenen. Jammer genoeg duurde de vrijheid voor Piet Hein niet lang. Al in
het volgende jaar werd zijn schip tijdens een reis door het Caribisch gebied door de Spanjaarden in beslag genomen. Piet Hein werd opnieuw roeislaaf en zou dat vier jaar blijven. In die jaren roeide hij een Spaans galjoen langs de havens op het eiland Cuba. Hij leerde de Spaanse taal en hoorde tijdens het werk veel over de havens en de vaarroutes van de Spaanse zilvervloten. Dat die kennis waarde had, bleek toen in 1621 de WIC werd opgericht. Deze compagnie wilde schepen naar Zuid-Amerika en P i r at e n va n d e L a g e L a n d e n
29
Dodo’s en soepschildpadden p het eiland Mauritius leefden in de 17e eeuw dodo’s (zie hierboven), grote vogels die niet konden vliegen. Omdat Mauritius midden op de zeeroute naar Indië lag, kwamen veel schepen hier om de voorraden drinkwater, groenten en vlees aan te vullen. Op de dodo’s werd veel gejaagd omdat ze langzaam waren en veel vlees opleverden. Niet iedereen vond dat vlees lekker, vandaar dat de dodo van Hollandse matrozen de bijnaam ‘walgvogel’ kreeg. Hoe een dodo smaakt, kun je niet meer proeven: doordat er zoveel op hen gejaagd werd, zijn de dieren allang uitgestorven. De grote zeeschildpad zou bijna hetzelfde overkomen zijn. Ook deze dieren zijn langzaam, laten zich gemakkelijk vangen en leveren veel vlees op. Piraten en boekaniers gebruikten schildpadvlees in hun favoriete gerecht, dat ze ‘salmagundi’ noemden. Het vlees werd in wijn gedompeld en daarna geroosterd. Vervolgens werd het met groenten, eieren en fruit gemengd en overgoten met een saus van olie, azijn, mosterd, knoflook, zout en peper. Gelukkig zijn niet alle zeeschildpadden in de kookpot beland en zijn ze in de vorige eeuw – net op tijd – uitgeroepen tot een beschermde diersoort. Je kunt dus niet proeven hoe ze smaken, maar ze bestaan nog wel!
O
74
leven aan boord
Eigenlijk konden alleen scheepsbeschuiten, gedroogde erwten en bonen langere tijd bewaard worden. Deze beschuiten en peulvruchten waren dan ook eeuwenlang het belangrijkste voedsel van een scheepsbemanning. En omdat bier minder snel bederft dan water, dronken de matrozen er meestal een kan bier bij. Kapiteins mochten zelf kiezen tussen bier en wijn, behalve op piratenschepen. Daar kreeg iedereen hetzelfde te drinken. Op schepen van piraten en boekaniers waren de problemen met voedsel en drinkwater vaak veel groter dan op handelsschepen, want piratenschepen hadden veel meer man aan boord dan andere schepen, soms wel drie of vier keer zoveel, en die moesten natuurlijk allemaal eten en drinken. In veel havens konden piraten zich niet vertonen omdat ze daar als misdadigers gezocht werden. Om aan voedsel en drinkwater te komen, moesten ze dus op een verlaten plek aan land gaan en hopen dat daar een bron of een riviertje was, liefst met een paar fruitbomen in de buurt. En als er op de oever van zo’n riviertje sporen van wilde zwijnen, geiten of andere dieren werden gevonden, was dat helemaal mooi. Dan werden de musketten geladen en gingen de piraten op jacht. Op piratenschepen stond voortdurend een paar man te vissen om wat voedsel binnen te halen. En in het ruim werden vallen gezet om scheepsratten te vangen – niet alleen om te voorkomen dat ze van de voedselvoorraad aten, maar ook om in geval van nood de beesten op te eten! Verder waren piraten en boekaniers aangewezen op wat ze in de lading van een veroverd schip vonden. Dat kon tegenvallen, bijvoorbeeld als dat schip op weg naar de thuishaven was en het eten aan boord bijna op was. Het kon meevallen, als het veroverde schip toevallig een lading gedroogd vlees, levende kippen of vaten wijn en rum vervoerde. Al met al was het dus afwachten wat de pot schafte. Vaak genoeg was het bonensoep, waarin een vissenkop en een paar rattenstaartjes ronddreven...
Hoe liep het af met kapers en piraten? De zeerovers van de Lage Landen maakten gezamenlijk voor honderden miljoenen buit. Maar konden ze daarmee van een rustige oude dag genieten? Hieronder vind je een lijstje waarop te zien is hoe het met de beroemdste kapers en piraten afliep. Naam Grote Pier Donia
Leeftijd ca. 40
Doodsoorzaak ziekte
Arm of rijk? welgesteld
Willem, Heer van Lumey
36
vergiftigd
welgesteld
Willem Blois van Treslong 65
ziekte
welgesteld
Jacob Collaert
onbekend
ziekte
welgesteld
Dirk de Veenboer
onbekend
kanonskogel
onbekend
Jan Jansz. van Haarlem
onbekend
ouderdom
rijk
Simon de Danser
onbekend
onbekend
rijk
Piet Hein
52
kanonskogel
rijk
Rock de Braziliaan
onbekend
onbekend
onbekend
Claes Compaen
73
ouderdom
onbekend
Cornelis Jol
42
malaria
welgesteld
Jean Bart
52
longziekte
rijk
Willem Credo
70
ouderdom
rijk
Isaac Rochussen
79
ouderdom
rijk
Van de bekendste Hollandse en Vlaamse kapers en piraten is, voor zover bekend, niemand in armoede gestorven. Van Claes Compaen wordt wel eens beweerd dat hij arm was toen hij doodging, maar er zijn gegevens waaruit blijkt dat dat niet zo was. Compaen werd namelijk in de kerk begraven, wat veel geld kostte waardoor alleen rijke mensen dat konden betalen. P i r at e n va n d e L a g e L a n d e n
83