Met inzet, geduld en maatwerk Lesgeven aan deelnemers in mbo niveau 1 of 2
Ria Groenenberg en José Hermanussen
www.ecbo.nl
Woord vooraf De docent in het middelbaar beroepsonderwijs is niet alleen didacticus, maar ook pedagoog en leermeester. Een ruime meerderheid van de docenten die in mbo niveau 1 of 2 werken, kiest bewust voor deze mbo-niveaus. Het begeleiden van leerlingen in mbo niveau 1 of 2 vraagt
in mbo niveau 1 of 2 specifieke vaardigheden vereist, een
om het opbouwen van een zekere vertrouwensband tussen
overweging die ook relevant is voor de definiëring van de
docent en leerling. Dat is van belang om kennis, (sociale)
bekwaamheidseisen voor mbo-docenten. Deze conclusie
vaardigheden en een beroepshouding goed te kunnen over-
is gebaseerd op een verkennend onderzoek, dat op onze
dragen. Docenten geven aan dat hun oplossingsgerichte
website www.ecbo.nl te vinden is onder de titel Docent in
benadering van praktische problemen soms ook (tijdelijk)
mbo niveau 1 of 2, een vak apart.
Docenten in niveau 1 en 2 zijn naast ‘leermeester’ tevens opvoeder met kennis van didactiek.
ondergeschikt is aan hun pedagogische rol. In de publicatie Met inzet, geduld en maatwerk komen de
Marc van der Meer
auteurs tot de conclusie dat het begeleiden van deelnemers
Directeur Expertisecentrum Beroepsonderwijs
Inhoudsopgave Aanleiding..................................................................................................................................3
2
Aanleiding Maatwerk..................................................................................................................................10
Drijfveren van docenten..............................................................................................4
Professionalisering..........................................................................................................11
Professionele identiteit .................................................................................................6
Organisatie..............................................................................................................................11
Vakmanschap van docenten..................................................................................7
Regelruimte............................................................................................................................12
Hoe ga je om met deelnemers?..........................................................................8
Cultuur.........................................................................................................................................13
Hoe begeleid je deelnemers in hun persoonlijke ontwikkeling?......9
Leiderschap...........................................................................................................................14
Didactische werkvormen.........................................................................................10
Toekomst...................................................................................................................................14
Lesgeven aan deelnemers in mbo niveau 1 of 2 is een
mbo-niveaus worden vaak als een lastige en complexe
vak apart. Dat concluderen Ria Groenenberg en José
doelgroep gezien. Een relatief groot deel van de leerlingen
Hermanussen van het Expertisecentrum Beroepsonderwijs
heeft leerproblemen en/of gedragsproblemen. Docenten in
(ecbo) op basis van een onderzoek onder 255 docenten
niveau 1 of 2 zijn daardoor wat opvoedende en zorgtaken
die lesgeven op deze niveaus. In een interview op
betreft relatief zwaar belast. Beide niveaus vragen een andere
www.ecbo.nl vertellen de onderzoekers: “Welke specifieke
aanpak. Voor docenten in niveau 1 is de pedagogische
kwaliteiten heb je nodig om in mbo niveau 1 of 2 een goede
relatie met leerlingen het belangrijkst: zij zijn vooral gericht op
docent te zijn? Waarom kiezen docenten voor deze doel-
de persoonlijke ontwikkeling en het aanleren van een juiste
groepen en welke ondersteuning vanuit de onderwijsorga-
werkhouding van leerlingen. Op niveau 2 zijn docenten daar-
nisatie hebben ze nodig om hun vak goed te kunnen uit-
naast vakinhoudelijk gericht bezig met het beroep dat de
oefenen? Als er onderzoek wordt gedaan naar deze docenten,
leerlingen gaan uitoefenen. Van docenten in mbo niveau 1 of 2
gaat het vaak om niveau 1 en 2 samen. Het is goed om daar
wordt verwacht dat zij een leermeester zijn, maar absoluut ook
eens een onderscheid in te maken. De leerlingen op de lagere
een opvoeder die van wanten weet als het om didactiek gaat.”
3
Drijfveren van docenten
De docenten willen zich uit idealisme voor deze jongeren inzetten en iets voor hen betekenen.
De docenten die hebben meegedaan aan het onderzoek, noemen een aantal verschillen tussen deelnemers in mbo niveau 1 en deelnemers in mbo niveau 2.1 Zo hebben deelnemers in niveau 2 doorgaans wél een vmbo-diploma gehaald; een belangrijke mijlpaal en succeservaring in hun leven, die deelnemers in niveau 1 niet hebben.
4
Zowel in niveau 1 als in niveau 2 heeft een relatief groot deel
en dat ze minder concentratieproblemen en leer- en taal-
van de deelnemers te kampen met leerproblemen, gedrags-
achterstanden hebben. Welke docenten kiezen ervoor om
voor deze jongeren inzetten en iets voor hen betekenen.
En van daaruit, als de basis van vertrouwen er is, dan kun
Ze zien het lesgeven aan leerlingen in niveau 1 of 2 als een
je ook echt iets met ze.” Een andere docent voegt eraan toe:
uitdagende taak. Die uitdaging zit in de pedagogische relatie
“De kleine succesjes, je ziet dat dat bij zo’n deelnemer
tussen de docent en de deelnemer. Belangrijk is dat de
bergen van verschil maakt.”
docent een vertrouwelijke band met de deelnemers opbouwt, belangstelling voor hen heeft, hen kan motiveren en hen het
De uitdaging zit niet alleen in de pedagogische relatie tussen
plezier in school laat terugvinden. Dat het vaak om jongeren
docent en deelnemer, maar ook in de onderwijskundige
gaat met een gebrek aan zelfvertrouwen en zonder duidelijk
ambities van de docent. De docenten die meededen aan
toekomstbeeld, maakt de taak voor de docent alleen maar
het onderzoek, geven aan pas tevreden te zijn wanneer de
uitdagender.
deelnemers een diploma in handen hebben of een werkplek hebben waar ze hun draai hebben gevonden. Verder is
problemen en/of persoonlijke problemen. Daarbij kan het
juist met deze ‘lastige’ doelgroepen in niveau 1 of 2 van het
Een docent die heeft meegedaan aan het onderzoek, licht toe:
gaan om een problematische sociale omgeving, beperkte
mbo te werken? Uit het onderzoek naar docenten in mbo
“Dat ik de doelgroep belangrijk vind, dat maakt het uitdagend.
positief zelfbeeld opgebouwd hebben en dat ze hun sociale
vaardigheden, concentratieproblemen, taalachterstand,
niveau 1 of 2 blijkt dat het gaat om docenten die affiniteit
Het is een doelgroep waarvan je denkt: daar is nog genoeg
vaardigheden en hun houding verbeterd hebben.
schulden, verslaving, criminaliteit.
hebben met de deelnemers; zij zien deze leerlingen vooral
mee te doen. Ik heb een tevreden gevoel in elk geval als ze
Aannemelijk is dat de deelnemers in niveau 2 gemiddeld
als jongeren die om wat voor redenen dan ook een valse
er zijn. En als ze naar me toekomen met van alles en nog
genomen iets slimmer zijn dan de deelnemers in niveau 1
start hebben gemaakt. De docenten willen zich uit idealisme
wat. Dat je een band hebt met ze, een stukje vertrouwen.
voor hen belangrijk dat deelnemers zelfvertrouwen en een
1
Vier procent van de mbo-leerlingen volgt een opleiding op niveau 1 en 25%
een opleiding op niveau 2. In: OCW (2011). Kerncijfers 2006-2011. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
5
Docenten moeten zich niet snel uit het veld laten slaan, daarnaast moeten ze beschikken over zeer goed ontwikkelde empatische, contactuele en communicatieve vaardigheden.
Professionele identiteit
Vakmanschap van docenten
De professionele identiteit van een docent bestaat uit
de leermeester niet los van elkaar: het uiteindelijke
Docenten in mbo niveau 1 of niveau 2 moeten een ver-
doel is natuurlijk wel dat je ze wat kennis meegeeft,
trouwensband met de deelnemers opbouwen voordat ze aan
maar maakt de klas een puinhoop, dan zal je toch
het overdragen van kennis, (sociale) vaardigheden en beroeps-
eerst de sociale vaardigheden moeten aanpakken.”
houding toekomen. Dat kan door deelnemers het gevoel te geven dat ze naast hen staan, dat ze iemand zijn bij wie ze
zijn opvattingen over vragen als: wie ben ik als docent? Aan welke standaarden moet mijn beroepsuitoefening
De onderzoekers vroegen de docenten wat hen energie
hun verhaal kwijt kunnen en niet de docent die boven hen
voldoen? Er kan onderscheid worden gemaakt tussen:
geeft. Hun uitspraken zijn in lijn met het feit dat ze
staat. Belangrijk is dat docenten persoonlijke aandacht en
2
6
zichzelf zien als pedagoog en leermeester. Enkele
interesse hebben voor de persoon van de individuele deel-
• De didacticus: docenten die zichzelf in de eerste
deelnemers zoveel mogelijk ondersteunen bij het
citaten: “Mij geeft voldoening dat je leerlingen ziet
nemer, met geduld luisteren naar het verhaal van die deel-
plaats zien als didacticus, worden gedreven door
ingroeien in het beroep.
groeien. Vooral in de stages, dan hebben ze het
nemer en bereid zijn om tijd te investeren in de deelnemer,
het ‘willen maken van goed onderwijs’. Deze
• De pedagoog: docenten die zichzelf vooral her-
gevoel dat ze iets betekenen voor de maatschappij.
ook na afloop van de les. Het vraagt van de docent in mbo
docenten zien een belangrijke rol voor zichzelf
kennen in de pedagoog worden gemotiveerd door
Dat ze toch iets kunnen.”
niveau 1 of 2 dat ze een soort vader- of moederrol op zich
weggelegd in het motiveren, stimuleren en uit-
het werken met jongeren. Deze docenten leggen
“Succesjes, hoe klein dan ook, dat is kicken. Dan heb
nemen, die deze deelnemers thuis vaak missen. Deze rol is
dagen van deelnemers om goede leerresultaten te
veel nadruk op het bijbrengen van waarden en
ik het nog niet eens over de leersuccessen. Dat is
kenmerkend voor docenten in mbo niveau 1 of 2.
behalen. Ze willen hun onderwijs zodanig vorm-
normen en het stellen van grenzen. Ze willen
het uiteindelijke doel: dat diploma. Maar tussendoor
geven en zodanig lesgeven dat deelnemers een
aandacht besteden aan ‘de mens achter de
die kleine dingen: de doorbraak, dat je voor de eerste
De docenten die hebben meegedaan aan het onderzoek,
(cognitieve) ontwikkelingssprong maken.
deelnemer’ en zien hun opdracht niet beperkt tot
keer met een leerling zit te praten en daar komt het
noemden vaardigheden die een goede docent op niveau
• De leermeester: docenten die zich profileren als
het begeleiden en ondersteunen van deelnemers
verhaal waardoor jij begrip krijgt. Dat vind ik super.
1 of niveau 2 heeft: hij moet over zodanige persoonlijke
leermeester ontlenen hun motivatie aan het
bij schoolzaken. Ze vinden ook de ondersteuning
Dat een leerling het vertrouwen geeft. Dat maakt
kwaliteiten beschikken, dat hij zich niet snel uit het veld
beroep waaruit ze vaak zelf afkomstig zijn en
van deelnemers bij problemen in de privé-
de dag goed. Dat een leerling blij met zichzelf is en
laat slaan en bereid is zich met veel geduld in te zetten
waarvoor ze deelnemers opleiden. Deze docenten
omstandigheden tot hun takenpakket horen.
trots op wat hij bereikt.”
voor de doelgroep. Daarnaast moet de docent beschikken
zijn van mening dat ze de deelnemers veel te bieden
hebben waar het gaat om hun praktijkervaring.
De docenten die hebben meegedaan aan het onder-
Ze willen deelnemers niet alleen kennis over het
zoek, vinden zichzelf vooral pedagoog en leermeester.
beroep bijbrengen, maar ook vaardigheden en de
Een van de docenten gaf aan: “Ik zie de pedagoog en
over zeer goed ontwikkelde empathische, contactuele 2
Moerkamp, T. & Hermanussen, J. (2011). Professionele identiteit
en communicatieve vaardigheden en kunnen putten uit
van docenten. MESO focus, Personeelsbeleid in het middelbaar
een uitgebreid repertoire aan pedagogisch-didactische
beroepsonderwijs. Bouwstenen voor bezinning en beleid, 80, 21-37.
vaardigheden.
7
Hoe ga je om met deelnemers? Het vakmanschap vraagt van docenten in mbo niveau 1 of 2 dat zij over zeer goed ontwikkelde interpersoonlijke pedagogische vaardigheden beschikken. Ze moeten zorgen dat er een prettig leef- en werkklimaat heerst in hun groepen en dat er een vriendelijke en coöperatieve sfeer is. Ook is belangrijk dat ze de zelfstandigheid bevorderen van de deelnemers en dat ze in hun interactie met deelnemers zoeken naar een goede balans tussen leiden en begeleiden, sturen en volgen, confronteren en verzoenen, corrigeren en stimuleren.3 Er zijn verschillende interpersoonlijke stijlen4 te onderscheiden,
er zijn geen ordeproblemen. De docent hoeft het gedrag
bijvoorbeeld:
van de leerlingen niet vaak te corrigeren of de hand te
• Docenten met een directieve stijl hebben de touwtjes
houden aan regels. Leerlingen werken aan hun taak omdat
duidelijk in handen. De docent en de leerlingen zijn over
zij het plezierig vinden in de les.
het algemeen taakgericht bezig. Daarbij spelen regels en
De docent moet de deelnemers onder andere een veilige leer- en werkomgeving, houvast en structuur kunnen bieden.
In het onderwijs gaat het niet alleen om de interpersoonlijke competentie, maar ook om de pedagogische competentie.
procedures een belangrijke rol. Wanneer leerlingen zich
Uit interviews met docenten niveau 1 of niveau 2 blijkt dat de
De docent in het middelbaar beroepsonderwijs moet de deel-
niet aan de regels houden, worden zij door de docent tot
meeste geïnterviewde docenten een directieve of een gezag-
nemers helpen een zelfstandig en verantwoordelijk persoon
de orde geroepen. Dit betekent niet dat er sprake is van
hebbende stijl hanteren. Een van de docenten met een
te worden, die onder andere een goed beeld heeft van zijn
een onvriendelijke sfeer in de lessen. De docent biedt de
directieve stijl geeft aan: “Bij het begin van de les is het
ambities en mogelijkheden. Zo’n docent biedt de deelnemers
leerlingen vooral ondersteuning bij het leren. Voor de per-
herhaling van een aantal richtlijnen: niet drinken in de klas,
in een veilige leer- en werkomgeving houvast en structuur
soon van de leerling is de aandacht minder groot.
niet eten in de klas. Dat blijf je zeggen. Dat doen we dus
bij de keuzes die zij moeten maken en hij bevordert dat zij
• Docenten met een gezaghebbende stijl structureren hun
drie keer en dat bedoel ik niet grappig. De meiden gaan
zich verder kunnen ontwikkelen. Hij zorgt ervoor dat de deel-
lessen duidelijk, waardoor leerlingen een goed beeld heb-
redelijk aan de slag, de jongens hebben meer moeite, die
nemers weten dat ze erbij horen, welkom zijn en gewaardeerd
Naar schatting besteden docenten in mbo niveau 1 of 2
ben van wat er van hen wordt verwacht. Er is sprake van
moet je echt constant achter de vodden aan blijven zitten.”
worden, op een respectvolle manier met elkaar omgaan en
evenveel tijd aan begeleiding van deelnemers dan aan onder-
een gestructureerde, ontspannen sfeer in de lessen. Slechts
Een andere docent, met een gezaghebbende stijl, vult aan:
initiatieven kunnen nemen. In het onderzoek is aan de docen-
wijs. In die zin wordt van docenten in niveau 1 of niveau 2
af en toe worden leerlingen door de docent aan regels of
“Ik sta meestal bij de deur om iedereen naar binnen te
ten gevraagd op welke manier(en) ze hun leerlingen pedago-
verwacht dat zij een leermeester zijn, maar absoluut ook een
procedures herinnerd. In het algemeen wordt er taakge-
laten. Dan maak ik een rondje: met alle deelnemers even
gisch begeleiden. Volgens de docenten zit die begeleiding
opvoeder: ze moeten het geduld hebben om iets vier, vijf,
richt gewerkt: de docent legt de lesstof uit en de leerlingen
contact leggen en kijken of het loopt. Wie kan aan de slag
vooral in individuele gesprekken met deelnemers over de
zes keer opnieuw uit te leggen. Bij het werven van docenten
luisteren geboeid. De docent heeft daarbij niet alleen oog
en wie heeft gelijk hulp nodig? Het is belangrijk dat een
studievoortgang en over hun persoonlijke ontwikkelpunten.
worden kandidaten op dit specifieke vakmanschap geselec-
voor de prestaties van de leerlingen, maar ook voor hun
deelnemer in niveau 1 of 2 weet van: oké, ik kom naar een
Een van de docenten vertelt: “Je moet heel flexibel zijn. Deze
teerd: ze moeten niet alleen over de juiste competenties
behoeften en wensen.
les en die docent weet waar ik mee bezig ben. Je hebt een
deelnemers halen je vaak even uit de klas om je te spreken
beschikken en in het docententeam passen, maar vooral
• Docenten met een tolerant-gezaghebbende stijl tonen
soort startmoment.”
over persoonlijke problemen. Het is helemaal verweven in de
ook het sociale aspect van het docentschap in niveau 1 of
lessen. Daar ontkom je niet aan. De problemen lopen door
2 ambiëren.
begrip voor leerlingen en houden rekening met hun behoeften en belangen. Deze docenten combineren het
8
Hoe begeleid je deelnemers in hun persoonlijke ontwikkeling?
3
bieden van structuur met het geven van ruimte aan leer-
Wet Beroepen in het onderwijs (BIO).
4
Brekelmans, M. (1989). Interpersoonlijk gedrag van docenten in de klas.
lingen. Ze weten een stimulerende omgeving te creëren en
Utrecht: WCC.
5
en het is een opmerking hier en een steuntje in de rug daar en een gesprek na de les. Als je dat niet doet, kun je geen lesgeven!”
5
Wet Beroepen in het onderwijs (BIO).
9
Er zit didactisch een heel groot verschil tussen lesgeven op niveau 1 of op niveau 3 of hoger. Je moet bijvoorbeeld je woordkeus aanpassen.
Didactische werkvormen
Professionalisering
Organisatie Om te leren en werken in teamverband moeten de docententeams gefaciliteerd worden door de structuren in de school-
De onderzoekers hebben aan de docenten gevraagd welke didactische werkvormen zij het meest toepassen in hun lessen.
organisatie; zo is het belangrijk dat docenten de tijd, ruimte
uren professionalisering opgenomen. Een ruime meerder-
en gelegenheid hebben om elkaar te ontmoeten en dat ze
heid van de docenten die aan het onderzoek hebben
hun ideeën in de praktijk kunnen brengen. Uit het onderzoek
waarbij deelnemers zelfstandig informatie opzoeken en ver-
meegedaan, oordeelt positief over de geboden scholings-
blijkt dat docenten in mbo niveau 1 of 2 matig tot redelijk
werken. Daarbij moeten docenten al hun pedagogische en
mogelijkheden. De onderzoekers vroegen de docenten
tevreden zijn over de structuren binnen hun school. Een van
didactische vaardigheden uit de kast halen, omdat zelfstandig
aan welke professionaliseringsactiviteiten zij het meest
de docenten zegt bijvoorbeeld over de samenwerking binnen
Docenten in niveau 1 of niveau 2 passen werkvormen toe
10
Maatwerk
In de jaartaak van elke docent is een verplicht aantal
werken in combinatie met coaching eigenlijk niet zo goed
Zelfstandig werken door deelnemers in mbo niveau 1
behoefte hebben. Sommige docenten, vooral in niveau 1,
het docententeam:“Het is belangrijk om te voorkomen dat
past bij de leerstijl van deelnemers in niveau 1 of 2. Deze
of 2 kan alleen succesvol zijn als docenten individueel
hebben behoefte aan versterking van de didactische
er ruimte ontstaat tussen wat bij de ene docent gebeurt en
deelnemers hebben behoefte aan structuur, veel interactie,
maatwerk kunnen leveren. Doordat niveau 1 kleine groepen
vaardigheden: “Ik zou wat meer van werkvormen willen
wat bij de andere docent gebeurt. Het is heel belangrijk om
het aanreiken van hapklare brokjes en pas aan de volgende
kent, lukt het goed om vrijwel iedere deelnemer een eigen
weten die op onze doelgroep aansluiten. Ja, variatie.
daar één lijn in te trekken. Maar dat afstemmen blijft een hele
hapklare brok beginnen als de vorige is afgevinkt. Een van
maatwerktraject te bieden, waarin hij in eigen tempo kan
Het is nu toch nog heel veel klassikaal.” Andere
lastige. Docenten zijn eigenwijze duvels: iedere docent heeft
de docenten zei: “Er zit didactisch een heel groot verschil
werken en veel individuele aandacht krijgt van de docent.
docenten hebben behoefte aan versterking van de
zijn eigen aanpak, zijn eigen manier van werken. Om dat op
tussen lesgeven in niveau 1 of in niveau 3 of hoger. Je moet
Een docent in niveau 1 zegt hierover: “Je moet proberen
pedagogische vaardigheden: “Wij werken met zoveel
één lijn te krijgen en te houden, dat is niet altijd even gemak-
je woordkeus aanpassen en de snelheid waarmee je dingen
erachter te komen waar een deelnemer staat, zodat je het
leerlingen waar zoveel mee aan de hand is, echt veel
kelijk.” Een ander aandachtspunt is de samenwerking tussen
uitlegt. Bij gymnasiasten kun je zeggen: ‘hup, stap 1, stap 2,
ook goed inschat om die stof aan te bieden, waar een
mee aan de hand. Maar geen van ons is sociaal-
het docententeam en zorgverleners: “Hulpverlening is toch
stap 3, daarmee ga je aan de slag’. In niveau 1 is het: stap
uitdaging in zit. Een deelnemer die onder zijn niveau zit
maatschappelijk werker, gespecialiseerd in dit soort
een andere tak van sport en daar moet je als docent je
1, stap 1.1, stap 1.2, stap 1.3. Dat zijn sowieso dingen die
te werken, raakt gedemotiveerd.” In mbo niveau 2 lukt
leerlingen. Daar zou of meer ondersteuning of meer
deskundigheid in zoeken en zorgen dat de deelnemer op de
je continu met deze doelgroep moet doen. Anders snappen
het docenten minder om te differentiëren en maatwerk
onderwijs in moeten zijn. Dat je daar training in krijgt
juiste plek komt. Wij moeten de ogen en de oren zijn en ons
ze er geen pepernoot van. Inderdaad: kleine stukjes en dan
te leveren, omdat de deelnemersgroepen groter zijn en
en niet een enkel middagje, maar gewoon dat je daar
afvragen: welke hulp is nu voor deze leerling van belang?
weer terug en dan weer herhalen, herhalen, herhalen.”
er daarbinnen (niveau)verschillen zijn.
in wordt opgeleid.”
Dat is een taak van het hele team.”
11
Het staat vast welke onderdelen aan het eind van het jaar gedaan moeten zijn door de deelnemers, maar de weg er naar toe niet.
Regelruimte
Cultuur De cultuur in een team en in de schoolorganisatie zegt iets over de heersende normen, waarden, opvattingen en houdingen. Duidelijkheid en eensgezindheid hierover zijn belangrijke voorwaarden om als individuele docent en als docententeam te kunnen samenwerken en leren. In een dergelijke cultuur staat men open voor elkaars kwaliteiten, wordt er met respect
Het begrip ‘regelruimte’ wordt gebruikt om aan te geven dat docenten in de onderwijspraktijk handelingsvrijheid moeten hebben om hun vak goed uit te kunnen oefenen. Docenten in mbo niveau 1 of 2 zijn redelijk tevreden over de regelruimte die zij hebben op docent- en op teamniveau.
thema’s willen behandelen, hebben de ruimte om te
met verschillen omgegaan en waardeert en vertrouwt men
kunnen inspringen op iets wat actueel is, kunnen beslis-
elkaar. De deelnemers aan het onderzoek geven aan dat ze
sen of ze aan een onderdeel van het lesprogramma drie,
het meest tevreden zijn over:
vijf of zes lessen besteden, afhankelijk van het tempo
• sfeer in het algemeen (“We kunnen elkaar de huid vol
van de deelnemers, en kunnen naar eigen inzicht beslis-
sen over de lesvorm.
• ruimte voor docenten voor inbreng in team;
schelden en daarna een biertje drinken”);
• Op teamniveau: ieder jaar opnieuw worden alle taken waar-
• onderling contact tussen collega’s;
voor het docententeam verantwoordelijk is, verdeeld over
• samenwerking tussen collega’s (“We nemen lessen van
de teamleden. Bij het verdelen van de taken kunnen
elkaar over; daar wordt niet over gezeurd. Het is eigenlijk
individuele docenten invloed uitoefenen. Over de ver-
een vanzelfsprekendheid”);
Uit het onderzoek blijkt dat zo’n 90% van de docenten niveau
op organisatieniveau. Docenten vinden dat zij niet of nauwelijks
deling van onderwijskundige en organisatorische taken
• positieve leercultuur waarin docenten elkaar feedback
1 vindt dat er voldoende regelruimte is om zelf het eigen werk
tot hooguit geringe invloed kunnen uitoefenen op het school-
binnen de docententeams zijn docenten over het
geven;
in te richten, tegen 62% van de docenten niveau 2. Een
beleid. Een ruime meerderheid van de docenten vindt het
algemeen tevreden.
• actieve houding van docenten met betrekking tot
docent niveau 1 zegt hierover: “Je weet welke onderdelen
schoolbeleid onvoldoende faciliterend, dat wil zeggen on-
• Op organisatieniveau: facilitering van docenten vanuit
de deelnemers aan het einde van het jaar gedaan moeten
voldoende ondersteunend om goed onderwijs te verzorgen.
de onderwijsorganisatie is een heikel punt. Docenten in
hebben. Dat staat vast. Maar de weg ernaar toe staat niet
Er is dus een spanningsveld tussen de invloed die docenten
niveau 1 of niveau 2 hebben behoefte aan betrokken
De docenten zijn niet altijd even tevreden over de ondersteuning
vast. Dat is het mooie met die individuele roosters. Een deel-
ervaren op uitvoerend niveau (groot) en de invloed die zij
management, dat weet wat er in de klassen gebeurt,
door de schoolleiding: “De opleidingsmanager kent de deel-
nemer is bijvoorbeeld heel snel in werkwoordspelling. Als je
ervaren op beleidsniveau (klein).
erkent hoe lastig het is om aan deze doelgroepen les te
nemers niet, ook niet bij naam. Dat vind ik heel frustrerend.
geven en voortijdige schooluitval afdekt; deze condities
Wat ook heel irritant is: als er niet één duidelijke lijn wordt
dat ziet als docent, dan zeg je: ‘Joh, jij zit spelling te doen,
schoolorganisatie.
maar daar ben je heel goed in, sla lekker over en ga je tijd
Samenvattend: docenten hebben op verschillende niveaus
ontbreken nogal eens volgens docenten die hebben
getrokken. Bijvoorbeeld een docent stuurt een deelnemer uit
besteden aan dingen waar je minder goed in bent.’’
mogelijkheden om te sturen:
meegedaan aan het onderzoek.
de les of zegt: ‘je mag dit of dat niet’. Vervolgens komt die
Ontevreden zijn docenten over de regelruimte die zij hebben
12
• Op docentniveau, in de klas: het jaarprogramma ligt vast,
deelnemer bij de opleidingsmanager en die zegt: ‘dat mag
wel’. Dan val je door de mand als docent.”
maar docenten kunnen variëren in de volgorde waarin ze
13
Leiderschap In een schoolorganisatie is niet alleen de cultuur, maar ook het onderwijskundig leiderschap een bepalende factor voor werken en leren in teamverband. Belangrijk is dat leidinggevenden direct in contact treden met de docenten en de teams. Bijvoorbeeld door met hen te communiceren over innovatiedoelen en -strategieën van de school en door met hen te discussiëren over nieuwe onderwijsconcepten, docentgedrag en veranderstrategieën. Daarnaast kunnen ze samen een visie ontwikkelen op professionalisering en loopbaanbeleid.
Docenten in niveau 1 en 2 hebben behoefte aan betrokken management.
Toekomst Het kabinet Rutte-Verhagen wilde de kwaliteit van het beroeps-
klassen te realiseren, met name in mbo niveau 2. Door de
Wanneer aan deze condities wordt voldaan, kunnen de expertise
onderwijs verbeteren. De plannen daarvoor staan in het
grote deelnemersgroepen lukt het docenten nu niet goed te
en de signalen van docenten in mbo niveau 1 of 2 optimaler
Actieplan mbo Focus op Vakmanschap 2011-2015. Een aan-
differentiëren en maatwerk te leveren.
worden benut in de beleidsontwikkeling op schoolniveau.
tal van de plannen heeft gevolgen voor niveau 1 en 2 van het De deelnemers aan het onderzoek geven aan dat ze het
mbo. Zo wordt de ‘entreeopleiding’ ingevoerd. Deze is bedoeld
De onderzoekers bevelen de mbo-instellingen aan te zorgen
Tot slot bevelen de onderzoekers docenten aan om hun
meest tevreden zijn over de ondersteuning door hun
voor jongeren zonder vooropleiding en geeft toegang tot een
voor de randvoorwaarden die nodig zijn voor maatwerk. Verder
bekwaamheid/vakmanschap te onderhouden. Docenten
teamleider, gevolgd door waardering van het management
vervolgopleiding op mbo niveau 2. Nieuw is dat de entree-
zouden docenten geprofessionaliseerd moeten worden in het
moeten scherp blijven op wat hun eigen functioneren en
en ondersteuning door de schoolleiding. Overigens is er
opleiding een meer prestatiegerichte opzet heeft: er wordt een
bieden van maatwerk. Het gaat onder meer om de vaardig-
hun teamfunctioneren vraagt, bijdragen leveren aan de
ook kritiek: “Veel te veel managers staan niet meer voor de
bindend studieadvies ingesteld, dat scholen de mogelijkheid
heden die nodig zijn om zelf lesmateriaal te maken of lessen
kritische dialoog over het hoe (onderwijsproces), het wat
klas. Er zijn ook heel veel managers die nooit voor de klas
biedt om leerprestaties te eisen van deelnemers (vanaf 18 jaar).
op maat toe te snijden, maar ook om de vaardigheden om
(onderwijsinhoud) en de opbrengsten van het onderwijs in
hebben gestaan. Ik zeg: kom die klas in, kom mee voelen
Ook nieuw is dat leerlingen die een opleiding op niveau 2
pedagogisch-didactisch te kunnen differentiëren in een les-
niveau 1 en niveau 2 van het mbo.
wat het is in plaats van op een afstand adviezen te geven.
willen volgen, een diploma van het voortgezet onderwijs of
situatie. Verder zouden docenten meer ruimte moeten hebben
Dat wordt toch niet opgenomen. Dat is een belangrijke. Ik
een diploma mbo niveau 1 nodig hebben.
(en opzoeken) om het beleid van de onderwijsorganisatie te
zou willen zeggen: ga die leslokalen in, ga daar kijken wat
14
beïnvloeden. Docenten in niveau 1 of niveau 2 hebben be-
er gebeurt, ga daar de kwaliteit van het onderwijs vaststel-
De onderzoekers hebben een aantal aanbevelingen voor de
hoefte aan betrokken management, dat weet wat er in de
len. Dan kom je ook meer te weten over die deelnemers en
toekomst. De oproep aan het ministerie van OCW, de MBO
klassen gebeurt, erkent hoe lastig het is om aan deze doel-
ook over de docenten.”
Raad en beroepsverenigingen van docenten is om kleine(re)
groepen les te geven en voortijdige schooluitval afdekt.
15
Met inzet, geduld en maatwerk: Lesgeven aan deelnemers in mbo niveau 1 of 2 In Met inzet, geduld en maatwerk komen docenten aan het woord die lesgeven aan deelnemers in mbo niveau 1 of 2. Een relatief groot deel van deze leerlingen heeft leerproblemen en/of gedragsproblemen. Ze worden vaak als een ‘lastige’ doelgroep gezien. De betrokken docenten zien deze leerlingen vooral als jongeren die om wat voor redenen dan ook een valse start hebben gemaakt. Van de docenten vraagt het een grote inzet: ze moeten een vertrouwensband met de deelnemers opbouwen voordat ze aan het overdragen van kennis, (sociale) vaardigheden en beroepshouding toekomen. Het vraagt ook veel geduld: de docenten moeten hun woordkeus en de snelheid waarmee zij dingen uitleggen aanpassen: kleine stapjes en dan weer terug; en: herhalen, herhalen, herhalen. En het vraagt om individueel maatwerk: de docenten moeten hiervoor al hun pedagogische en didactische vaardigheden uit de kast halen. Boven alles zien de docenten het lesgeven aan deze leerlingen als een uitdagende taak!
Colofon Met inzet, geduld en maatwerk: Lesgeven aan deelnemers in mbo niveau 1 of 2 Ria Groenenberg en José Hermanussen De uitgebreide onderzoeksrapportage behorend bij deze publicatie kunt u downloaden via www.ecbo.nl. ISBN/EAN 978-94-6052-051-8 / ecbo.12-140 Dit is een uitgave van ecbo. U kunt deze aanvragen door een e-mail te sturen naar
[email protected] o.v.v. A00724. Gebruik van teksten, ideeën en resultaten uit deze publicatie is vrij toegestaan, mits met bronvermelding. Het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ecbo) is het landelijk expertisecentrum van en voor de sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie. Doelstelling van ecbo is het ontsluiten, ontwikkelen en verspreiden van wetenschappelijke en praktijkgerichte kennis die relevant is voor de sector en de samenleving.
www.ecbo.nl
’s-Hertogenbosch | Postbus 1585 | 5200 BP ’s-Hertogenbosch | T 073 687 25 00 Utrecht | Postbus 19194 | 3501 DD Utrecht | T 030 296 04 75