Gewichtsverlies van 5 tot 15% voorkomt ziekte
Met béétje afvallen al veel gezonder Een succesvolle aanpak van overgewicht en obesitas begint bij een realistische doelstelling. Het belangrijkste doel van de behandeling is niet een normaal gewicht bereiken, maar risico’s op bijkomende aandoeningen verminderen. Door een beetje af te vallen nemen deze risico’s al behoorlijk af. Tekst | Petra van Woerden
“I
14
k heb alles al geprobeerd. Ik ken elk dieet. Soms val ik wel wat af, maar het is zo moeilijk om gemotiveerd te blijven.” Mevrouw A weegt honderd kilo bij een lengte van 1,65 m. Om een normaal gewicht te bereiken zou ze meer dan dertig kilo moeten afvallen. “Moedeloos word ik van al dat diëten met zo weinig resultaat”, zegt mevrouw A. Maar door een klein beetje af te vallen kan zij al veel bereiken. Als zij slechts vijf tot vijftien kilo kwijt zou raken, zou haar gezondheid aanzienlijk verbeteren. Voor veel patiënten zoals mevrouw A is een normaal gewicht bereiken onhaalbaar. Het uitgangspunt van hun behandeling is dan ook reductie van risico’s op bijkomende aandoeningen en niet het bereiken van maatje 36. Ze blijven te zwaar, maar worden wel gezonder. Bijna de helft van de Nederlanders is te zwaar, blijkt uit prevalentiecijfers van de periode 2005-2007 (zie infografiek op pag. 15). Ruim 45% van de Nederlandse bevol king heeft overgewicht. Hun BMI is 25 of hoger. Mannen hebben vaker overgewicht dan vrouwen. Vrouwen hebben daarentegen vaker dan mannen obesitas, gedefinieerd als een BMI van 30 of hoger. De provincies Flevoland en Drenthe tellen het hoogste percentage te zware inwoners. Meerdere factoren beïnvloeden de kans dat iemand overgewicht ontwikkelt. Leeftijd en opleidingsniveau spelen mee, maar ook de etnische afkomst. Zo hebben Turken vaker overgewicht dan autochtone
Pharmaceutisch Weekblad
5 de ce m b e r
2008
Nederlanders, net als Marokkaanse en Antilliaanse vrouwen.
Risico Overgewicht is onwenselijk omdat te zware mensen een verhoogd risico op allerlei aan doeningen lopen. Coronaire hartziekten, hypertensie, diabetes mellitus type 2 en galblaasaandoeningen komen vaker voor bij mensen met overgewicht. Naarmate het overgewicht toeneemt, stijgt ook het risico op deze aandoeningen. Naast cardiovasculaire aandoeningen en diabetes hebben mensen met overgewicht een verhoogd risico op verschillende vormen van kanker: prostaatkanker en dikke darm kanker bij mannen en kanker aan voortplan tingsorganen, borsten en galblaas bij vrou wen. Overgewicht geeft ook een verhoogd
Turken hebben vaker over gewicht dan autochtone Neder landers, net als Marokkaanse en Antilliaanse vrouwen risico op artrose, ademhalingsproblemen, jicht, infertiliteit, menstruatiestoornissen en foetale defecten [1]. Dat mensen met overgewicht een minder goede gezondheid hebben dan mensen met een normaal gewicht, blijkt ook uit het gege ven dat zij vaker geneesmiddelen gebruiken
dan mensen met een normaal gewicht. Uit The Doetinchem cohort study [2] blijkt dat het gebruik van geneesmiddelen hoger ligt onder obesitaspatiënten dan onder patiënten met een normaal gewicht. Dat geldt voor bijna alle geneesmiddelen die regelmatig worden voorgeschreven. Patiënten met obe sitas gebruiken vooral vaker bètablokkers, cholesterolverlagers, renine-angiotensine remmers, diuretica en calciumkanaalblok kers, ontstekingsremmers, antireumatica, maagzuurremmers en bloedglucoseverla gende geneesmiddelen dan mensen met een gezond gewicht.
Lagere glucosewaarden Hoewel mensen met overgewicht een ver hoogd risico hebben op onder andere car diovasculaire aandoeningen, diabetes en kanker, kunnen zij door een beetje gewicht te verliezen deze risico’s al behoorlijk beper ken. Bij patiënten met een BMI boven 25 leidt 5 tot 10% gewichtsverlies bijvoorbeeld al tot lagere glucosewaarden, betere vetstof wisseling en lagere bloeddruk. Bij nieuw ontdekte diabetes is alleen energierestrictie voldoende om bij 10 tot 20% van de patiën ten een adequate glucoseregulering te berei ken [3]. Een beetje afvallen voor een betere gezond heid is ook het uitgangspunt van de CBOrichtlijn Diagnostiek en behandeling van obesitas bij volwassenen en kinderen, die zojuist is ver schenen[1]. In deze richtlijn vormt de ernst van het overgewicht het uitgangspunt voor >
State of the art Special overgewicht en obesitas
Overgewicht en obesitas in Nederland Overgewicht en ernstig overgewicht (obesitas) nemen toe in Nederland. In het oosten van het land is het probleem zelfs iets groter.
Groningen
46,1% Friesland
Drenthe
43,3%
ZuidHolland
Flevoland
VMBO
(LBO, MAVO)
MBO, HAVO, VWO HBO, WO Bron: RIVM
50,7 47,1 42,5 36,0 37,9 25,9
man vrouw
Bron: RIVM
47,2%
Obesitas per provincie
Gelderland
Utrecht
42,6%
44,8%
man vrouw
Overijssel
52,7%
47,7%
11,4% 10,7%
Noord-Brabant
46,0%
47,5%
14,2% 9,3% 15,4% 10,7% 10,6%
11,8%
11,7%
11,4%
8,6%
Ontwikkeling overgewicht
Obesitas
50% 48 46 44 42 40 38 36 34 32 1983 1986 1989 1992 1995 1998 2001 2004 2007
18% 16 14 12 10 8 6 4 2 0 1983 1986 1989 1992 1995 1998 2001 2004 2007
12,2%
Bron: RIVM
Naar leeftijd Overgewicht
Obesitas 57,0% 55,3
10,0% 12,%
NoordHolland
Bron: RIVM
Mannen Vrouwen
tot. 11,0%
40,6%
Limburg
Naar opleidingsniveau Basisonderwijs
Obesitas
tot. 45,6%
49,4%
Naar etniciteit
Overgewicht
Overgewicht
50,9%
45,8%
44,9%
Bron: SCP
Overgewicht komt meer voor bij mannen, maar ernstig overgewicht juist meer bij vrouwen:
Overgewicht per provincie
Zeeland
De verdeling van vetzucht tussen mannen en vrouwen verschilt per afkomst. Overgewicht Obesitas 15% 57% Mannen Turken 21 52 Vrouwen 10 48 Marokkanen 18 53 8 43 Surinamers 15 44 14 45 Antillianen 25 53 10 49 Autochtonen 12 41
Naar sexe
© Unger-Kisman 2008
Overgewicht kan worden
196 cm gemeten door een lijn 195 te trekken van uw lengte 194 naar uw gewicht. 193 192 191 Body Mass Index 190 Gewicht 189 188 136 kg 187 134 186 132 185 128 184 124 183 120 182 116 181 112 180 108 Ernstig 179 104 overgewicht 178 100 obesitas 177 voo 96 rbee 176 30 ld 92 175 88 Overgewicht 174 84 173 80 Iets te zwaar 172 76 171 25 72 170 68 Aanbevolen 169 64 168 gewicht 60 167 56 166 52 18,5 165 48 Onder164 46 gewicht 163 44 162 42 161 40 160 159 158 157
Bron: RIVM, gegevens 2005-2007
Lengte
16,3% 18,8 10,6 11,5 8,0 9,9 5,7 7,6
4 tot 16 jaar
14,5%
15 tot 25 25 tot 45
19,3 46,4
Obesitas
17,5% 19,7
Totaal
44,4 53,0
57,0 51,1
19,5
32,8
45 tot 65 60,6 65+
16,0%
Mannen Vrouwen
39,9
2,6% 1,0
3,3% 5,4
3,0% 3,1
39,7
8,9
10,1
9,5
52,6
12,8
14,1
13,5
54,8
12,1
15,6
14,0
45,5 Totaal
Bron: CBS, Prevalence of overweight and obesity in the Netherlands (gegevens 4-16 jr)
12,2 10,2 Mannen Vrouwen
11,2 Totaal
Pharmaceutisch Weekblad
5 d ecembe r
2008
15
Met béétje afvallen al veel gezonder
Drie frikandellen De CBO-richtlijn vermeldt concreet hoe een gecombineerde leefstijlinterventie eruit
Pharmaceutisch Weekblad
5 de ce m b e r
2008
40
mannen
35 30 25 %
20 15 10 5
m
ca
rd i
ov as c u s s ys u l a cu t ir lo eem sk ele sy ta sp st al ijs ve eem r t m e et rin ab g o en de lism rm e at ol og ie ze nu ws re te sp lse ira l to ir sy st ee m in fe ct bl ie oe s d en zin bl oe tuig dv en ge or n m en ito e ge -ur orga nde sla ina ne ch ir n h o t s h s ys t o r e ge mo rm em on sla ne ch n e en ts xc ho lu rm sie on f en
0
45
vrouwen
40 35 30 25 20
%
15 10 5 0 ov as m sy cula us st ir ee cu m lo sk e sy leta st al ee de m rm at ol og ie ze nu ws sp te ijs lse ve l r t m e et rin ab g ol en ism e i re nf sp ec ira tie ge to s n ir en ito s y st ge ur ee sla ina m ch ir ts sy ho ste rm em on bl oe en d zin en t bl ui oe ge dv n or m ho e or nd ga e ge rmo n sla ne n ch e en ts xc ho lu rm sie on f en
16
Overgewicht verhoogt het gebruik van geneesmiddelen
rd i
de behandeling van te zware volwassenen. Deze ernst wordt vastgesteld aan de hand van de BMI, de buikomvang en de aanwezig heid van comorbiditeit. Iemand met een BMI tussen 25 en 30 en een buikomvang van minder dan 102 cm voor mannen of minder dan 88 cm voor vrouwen heeft zonder comorbiditeit geen behande ling nodig. Algemene adviezen over leefstijl en gezonde voeding zijn voldoende. Het doel hiervan is voorkomen dat de patiënt nog zwaarder wordt. Dit soort adviezen volstaat niet bij patiën ten met een BMI van 30 of hoger en bij patiënten met een buikomvang van 102 cm of meer voor mannen en 88 cm of meer voor vrouwen. Zij hebben een duidelijk verhoogd risico op bijkomende aandoeningen en moeten afvallen om dit risico te verlagen. Dat geldt ook wanneer comorbiditeit – zoals diabetes type 2, hypertensie, cardiovascu laire aandoeningen, dyslipidemie, artrose of slaapapneu – al aanwezig is. De beste manier om deze patiënten te laten afslanken blijkt een gecombineerde leefstijl interventie die bestaat uit een dieet, meer beweging en eventueel psychologische inter venties ter ondersteuning van de gedragsver andering. Het doel van de behandeling is een streefgewicht dat 5-15% lager ligt dan het uitgangsgewicht en een reductie van de buikomvang van 10%. De behandeling duurt minimaal een jaar, gevolgd door continue of langdurige begeleiding die is gericht op gewichtsbehoud.
ca
>
normaal gewicht (BMI 18,5-25)
overgewicht (BMI 25-30)
obesitas (BMI >30)
Het gebruik van geneesmiddelen onder mannen en vrouwen met een normaal gewicht, overgewicht en obesitas [Bron: RIVM en Universiteit Utrecht].
State of the art Special overgewicht en obesitas
Vrouwen met obesitas hebben een tienmaal zo hoog risico op diabetes type 2 BMI 25-29,9 Overgewicht
Coronaire hartziekten Hypertensie Diabetes type 2 Galblaasaandoeningen
BMI 30,0-34,9 Obesitas
mannen 1,5 1,7 3,5 1,4
vrouwen 1,4 1,7 4,6 1,9
mannen 2,0 2,7 11,2 2,3
BMI ≥35 Morbide obesitas vrouwen 1,5 2,1 10,0 2,5
mannen 2,2 3,0 23,4 2,9
vrouwen 1,5 2,3 17,0 3,0
Relatief risico op ziekten bij mannen en vrouwen met overgewicht, obesitas respectievelijk morbide obesitas [Bron: Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO].
Of iemand moet afvallen hangt af van zijn BMI, buikomvang en comorbiditeit BMI
Buikomvang
Comorbiditeit
<102 cm (man) <88 cm (vrouw
≥102 cm (man) ≥88 cm (vrouw)
25-30
algemene adviezen over leefstijl en gezonde voeding
gecombineerde leefstijlinterventies
gecombineerde leefstijlinterventies
30-35
gecombineerde leefstijlinterventies
gecombineerde leefstijlinterventies
gecombineerde leefstijlinterventies; overweeg medicatie
35-40
gecombineerde leefstijlinterventies; overweeg medicatie
gecombineerde leefstijlinterventies; overweeg medicatie
gecombineerde leefstijlinterventies; overweeg medicatie; overweeg chirurgie
>40
gecombineerde leefstijlinterventies; overweeg medicatie; overweeg chirurgie
gecombineerde leefstijlinterventies; overweeg medicatie; overweeg chirurgie
gecombineerde leefstijlinterventies; overweeg medicatie; overweeg chirurgie
Behandeling van overgewicht en obesitas bij volwassen patiënten volgens de richtlijn van het Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO.
moet zien. Als uitgangspunt voor het dieet geldt dat de patiënt 600 kcal per dag minder moet innemen dan gebruikelijk. Dat komt overeen met de hoeveelheid energie in drie frikandellen of twee Magnum-ijsjes [4]. Met dit dieet kan men ongeveer driehonderd tot vijfhonderd gram per week afvallen. Naast dit dieet moet de patiënt meer gaan bewegen. Het beweegadvies uit de CBOrichtlijn bestaat uit aerobe trainingen van minimaal 30 tot 60 minuten op 60-80% van de maximale hartfrequentie gedurende minimaal driemaal per week. Stevig wan delen, joggen, fietsen en aerobics zijn geschikte activiteiten. Voor obese patiënten met een inspanningsbeperking als gevolg van ziekte moet het beweegadvies worden aangepast [1]. Als een patiënt er niet in slaagt binnen een jaar 5% van zijn oorspronkelijke lichaamsge wicht kwijt te raken door minder te eten en meer te bewegen, kan hij geneesmiddelen gaan gebruiken om het afvallen te onder
steunen [1]. Orlistat en sibutramine zijn voor deze indicatie geregistreerd. In 2007 gebruikten ruim 24.000 patiënten een van deze middelen, die beide niet voor vergoe ding in aanmerking komen.
Minder vetopname Orlistat is een reversibele remmer van lipasen in het maagdarmkanaal. Remming van lipasen vermindert de hydrolistatie van
Er is dringend behoefte aan op effectiviteit onderzochte behandelingen voor kinderen met obesitas triglyceriden in de voeding tot absorbeerbare vrije vetzuren en monoglyceriden. Dit leidt tot een verminderde opname van vetten uit voeding van circa 30%. In een meta-analyse van vijftien trials bleek dat orlistat in een
dosering van driemaal daags 120 mg gecom bineerd met een dieet gemiddeld 2,9 kg meer gewichtsverlies gaf dan placebo in combinatie met een dieet [5]. Orlistat kent een paar vervelende bijwer kingen, doordat ongeabsorbeerde vetten met de ontlasting het lichaam verlaten. Voorbeelden zijn vettige ontlasting, sterke defecatiedrang en fecale incontinentie. Vaak treedt door gebruik van orlistat een lichte daling van de concentratie vetoplosbare vitamines op, maar deze daling heeft geen klinische gevolgen. Gegevens over de veilig heid van orlistat op de langere termijn zijn niet beschikbaar [1]. Behalve orlistat kan ook sibutramine het afvallen ondersteunen. Sibutramine remt de heropname van norepinefrine en seroto nine. Dit leidt tot een verhoogd verzadi gingsgevoel. Als iemand minder voedsel inneemt, zal hij afvallen. Patiënten kunnen met een combinatie van sibutramine een maal daags 10 tot 15 mg en een dieet gemid >
Pharmaceutisch Weekblad
5 d ecembe r
2008
17
Met béétje afvallen al veel gezonder
deld 4,2 kilo meer gewicht verliezen dan met een dieet alleen [5]. Dit extra gewichtsverlies gaat met bijwer kingen gepaard. Door gebruik van sibutra mine steeg de diastolische bloeddruk van de patiënten met gemiddeld 2,4 mmHg. Bij preexistente hypertensie is de stijging van de bloeddruk nog sterker, tot 3,2 mmHg. Andere bijwerkingen zijn obstipatie, een droge mond en slapeloosheid [1]. Vanwege interacties met andere genees middelen is sibutramine niet voor elke patiënt geschikt. Sibutramine kan niet gelijktijdig gebruikt worden met centraal werkende geneesmiddelen zoals mono amino-oxidaseremmers, antidepressiva, antipsychotica en tryptofaan. Gelijktijdig gebruik van sibutramine met andere genees middelen die de serotoninespiegels in de hersenen verhogen, kan het serotonine syndroom veroorzaken. Een combinatie met middelen die CYP3A4 remmen, zoals keto
conazol, itraconazol en claritromycine, versterkt het effect van sibutramine [1].
Slaapapneu Ook bij kinderen geldt dat overgewicht het risico op vele aandoeningen verhoogt. Kinderen met overgewicht hebben vaker dan kinderen met een normaal gewicht diabetes type 2, hypertensie, verhoogd cholesterolge halte, klachten aan het bewegingsapparaat en aan de ademhalingsorganen, zoals slaap apneu. In 2003 had bijna 15% van de jongens en ruim 17% van de meisjes tussen 4 en 16 jaar overgewicht [6]. Om hun risico op bijkomende aandoenin gen te verminderen moeten kinderen met overgewicht afvallen, net als te zware vol wassenen [1]. De behandeling van overge wicht of obesitas bij kinderen bestaat uit: lichamelijke activiteit stimuleren, gezond eetgedrag aanleren en het voedingspatroon verbeteren. De behandeling heeft betrekking
op de eet- en leefgewoonten van het hele gezin. Voor kinderen geldt het advies dage lijks minimaal een uur intensief te bewegen en zittende activiteiten, zoals televisie kijken of computerspelletjes te vermijden. Het doel van de behandeling van te zware kinderen kan gewichtsverlies of gewichtsbehoud zijn, afhankelijk van het groeistadium.
Risico op dikker worden voor slikkers van psychofarmaca, anti-epileptica, orale bloedglucosever
18
Het Nederlands bijwerkingencentrum Lareb heeft tot eind 2008 bijna 700 meldingen ontvangen van gewichtstoename bij gebruik van geneesmiddelen. Gewichtstoename kan een gevolg zijn van een toename van vetweefsel – die geleidelijk ontstaat – en ook door vochtretentie – waardoor snelle gewichtstoename optreedt. Psychofarmaca en orale bloedglucoseverlagende medicatie blijken het frequentst te zijn geassocieerd met gewichtstoename [7], maar ook van anti-epileptica, bètablokkers en cholesterolsyntheseremmers is deze bijwerking gemeld. Zowel de klassieke als de atypische antipsychotica veroorzaken gewichtstoename [8]. Van de atypische antipsychotica zijn vooral clozapine en olanzapine met gewichtstoename geassocieerd. Dit geldt in mindere mate voor quetiapine en risperidon [7, 8]. Het precieze mechanisme van gewichtstoename door antipsychotica is onbekend. Mogelijk beïnvloeden ze de leptinespiegel [7]. De orale bloedglucoseverlagende middelen waaronder sulfonylureumderivaten en thiazolidinederivaten kunnen gewichtstoename veroorzaken [7, 9]. Hiervoor zijn diverse verklaringen. Hypoglykemie stimuleert de eetlust [7]. Daarnaast leidt een verhoogde insulinegevoeligheid en/of een hogere insulineproductie tot een stabielere glucosespiegel. Daardoor vermindert de glycosurie en wordt het energieverbruik
Pharmaceutisch Weekblad
5 de ce m b e r
2008
efficiënter [7]. Thiazolinederivaten stimuleren de aanmaak van vetweefsel en veroorzaken vochtretentie [7]. Ook intensief gebruik van insuline, vanaf drie injecties per dag, leidt mogelijk tot gewichtstoename doordat insuline de lipogenese stimuleert en de lipolyse remt [7, 9]. Zowel de tricyclische antidepressiva als de selectieve serotonineheropnameremmers zijn geassocieerd met gewichtstoename. Tricyclische antidepressiva veranderen mogelijk de smaakbeleving en vertragen het basaalmetabolisme [10, 11]. Serotonineheropnameremmers stimuleren de eetlust, met een voorkeur voor koolhydraatrijk voedsel [10, 11]. Ook een langdurige behandeling met lithium is geassocieerd met gewichtstoename. Mogelijke oorzaken zijn een verminderde schildklierfunctie, een toegenomen dorstgevoel, effecten op het koolhydraat- en lipidemetabolisme en stabilisatie van de stemmingsstoornis waardoor een verminderde eetlust normaliseert [10,11]. Gewichtstoename is een frequent optredende bijwerking van antiepileptica, vooral bij valproïnezuur, vigabatrine en gabapentine [12]. Daarentegen geeft topiramaat juist gewichtsverlies. De mechanismen achter gewichtstoename bij anti-epileptica zijn niet geheel duidelijk. Valproïnezuur kan de glucosespiegel verlagen, waardoor de eetlust toeneemt. Daarnaast stimuleert valproïnezuur de werking van gammaaminoboterzuur, zodat de koolhydraatconsumptie toeneemt en het
State of the art Special overgewicht en obesitas
Ruim 24.000 patiënten probeerden in 2007 op eigen kosten af te slanken
2005
2006
2007
1ste helft 2008
Orlistat Sibutramine
10.900 8.200
8.300 9.400
6.700 17.400
3.800 7.300
Aantallen gebruikers van afslankmiddelen. [Bron: Stichting Farmaceutische Kengetallen].
De behandeling van kinderen met overge wicht staat nog in de kinderschoenen. ‘Er is dringend behoefte aan op effectiviteit onder zochte behandelingen voor kinderen met obe sitas. Met name bij morbide obesitas is het van belang door middel van experimentele en goed geëvalueerde behandelmethoden te komen tot een effectieve strategie’, aldus de
CBO-richtlijn. Medicamenteuze therapie bij kinderen wordt ontraden. In uitzonderlijke gevallen kunnen behandelaren orlistat of sibutramine terughoudend toepassen bij kinderen van 12 tot 16 jaar. Op dit moment wordt voor deze leeftijdsgroep registratie van orlistat en sibutramine aangevraagd bij het Europese geneesmiddelenbureau EMEA.
Mevrouw A is weer gemotiveerd aan een dieet begonnen. Al door slechts vijf kilo af te vallen kan zij haar gezondheid verbeteren, en < dat gaat haar zeker lukken. Zie voor de literatuurreferenties en de bronvermelding van de infografiek de digitale versie van dit artikel op pw.nl.
lagende medicatie, bètablokkers en cholesterolsyntheseremmers energieverbruik daalt. Ook gabapentine en vigabatrine simuleren de werking van gamma-aminoboterzuur [12]. Carbamazepine kan gewichtstoename veroorzaken door toename van vetweefsel en door vochtretentie [10, 12]. Ook orale glucocorticoïden beïnvloeden het lichaamsgewicht. Enerzijds stimuleren glucocorticoïden de lipolyse waardoor het gewicht kan afnemen. Anderzijds verandert de vetverdeling over het lichaam. In nek, romp en gezicht vindt vetstapeling plaats, terwijl aan de extremiteiten vetverlies optreedt. Verder hebben orale glucocorticoïden een mineralocorticoïde werking, die kan leiden tot zout- en waterretentie [9]. Hormonale anticonceptie en hormoonsuppletie kunnen gewichtstoename veroorzaken. Vaak is dit een gevolg van vochtretentie. Ook hebben sommige progestagenen een mild androgene werking, waardoor de eetlust enigszins kan toenemen [9, 10, 13]. Studies wijzen uit dat medroxyprogesteroninjecties iets vaker gewichtstoename veroorzaken dan orale anticonceptiva [14]. Gewichtstoename is een bekende bijwerking van bètablokkers, die kan ontstaan doordat bètablokkers de cardiac output verlagen en er vochtretentie optreedt. Daarnaast vertragen bètablokkers mogelijk het basaalmetabolisme door vermindering van de thermogenese en een verminderde activiteit van het sympathische zenuwstelsel [10]. Ook kan de
fysieke activiteit afnemen, omdat bètablokkers vermoeidheid en kortademigheid veroorzaken [7]. Daarnaast heeft Lareb meerdere meldingen ontvangen over gewichtstoename bij gebruik van de α2-agonist clonidine [15]. Stimulatie van de α2-receptor leidt in dierexperimenteel onderzoek tot toename van eetlust en gewicht. De Amerikaanse productinformatie van clonidine (CatapressanTTS) – maar niet de Nederlandse SPC – vermeldt gewichtstoename als vaak voorkomende bijwerking [15, 16]. Zeker bij nieuwe geneesmiddelen zijn nog niet alle bijwerkingen bekend op het moment dat ze op de markt komen. Om de veiligheid van geneesmiddelen goed te kunnen bewaken, is van belang bijwerkingen aan Lareb te blijven melden.
Regelmatig schenkt het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb in het Pharmaceutisch Weekblad aandacht aan een bijwerking. Het Lareb is afhankelijk van meldingen en roept apothekers op deze te blijven insturen: www.lareb.nl.
Pharmaceutisch Weekblad
5 d ecembe r
2008
19
Literatuur
Bronvermelding infographic
1 Diagnostiek en behandeling van obesitas
• http://www.rivm.nl/vtv/kaartmodules/flash/
bij volwassenen en kinderen. www.cbo.nl. Geraadpleegd november 2008. 2 Verschuren WMM, Blokstra A, Picavet
Overgewicht07/atlas.html. Geraadpleegd november 2008. • Dagevos J, Dagevos H. Minderheden
HSJ, et al. Cohort profile: The Doetinchem
meer gewicht. Overgewicht bij Turken,
Cohort Study. Int J Epidemiol 2008. http://ije.
Marokkanen, Antillianen en Surinamers en
oxfordjournals.org, Epub 3 juni 2008.
het belang van integratiefactoren. wwww.scp.
www.pharmo.nl. 3 NHG-Standaard Diabetes mellitus type 2. http://nhg.artsennet.nl/upload/104/ standaarden/M01/std.htm#11. Geraadpleegd november 2008. 4 Calorieëntabel. www.wijvallenaf.nl/ CalorieenTabel/Calorietabel.html. Geraadpleegd november 2008. 5 Rucker D, Padwal R, Li SK, et al. Long term pharmacotherapy for obesity and overweight: updated meta-analysis. BMJ 2007;335:1194-9. 6 van den Hurk K, van Dommelen P, van Buuren S, et al. Prevalence of overweight and obesity in the Netherlands in 2003 compared to 1980 and 1997. Arch Dis Child 2007;92:992-5. 7 Malone M. Medications associated with weight gain. Ann Pharmacother 2005;39:2046-55. 8 Newcomer JW. Second-generation (atypical) antipsychotics and metabolic effects: a comprehensive literature review. CNS Drugs 2005;19(suppl 1):1-93. 9 Informatorium Medicamentorium 2008. Den Haag: KNMP/WINAp; 2008. p. 383-9, 211, 449. 10 Dukes MGN, Aroson JK. Meyler’s side effects of drugs. 14de ed. 2000. Amsterdam: Elsevier Science; 2000. p. 33, 164, 575, 1405. 11 Harvey BH, Bouwer CD. Neuropharmacology of paradoxic weight gain with selective serotonin reuptake inhibitors. Clin Neuropharmacol 2000;23(2):90-7. 12 Jallon P, Picard F. Bodyweight gain and anticonvulsants: a comparative review. Drug Safety 2001:24(13):969-78. 13 Risser WL, Gefter LR, Barratt MS, et al. Weight change in adolescents who used hormonal contraception. J Adolesc Health 1999;24(6):433-6. 14 Coney P, Washenik K, Langley RG, et al. Weight change and adverse event incidence with a low-dose oral contraceptive: two randomized, placebo-controlled trials. Contraception 2001;63(6):297-302. 15 Clonidine and weight gain. ’s-Hertogenbosch: Lareb; 2007. www.lareb.nl. Geraadpleegd november 2008. 16 Gewichtstoename door geneesmiddelen. ’s-Hertogenbosch: Lareb; 2007. www.lareb.nl. Geraadpleegd november 2008. www.lareb.nl/ documents/mt_gewichtsveranderingen.pdf. Geraadpleegd november 2008.
nl. Geraadpleegd november 2008. • www.statline.cbs.nl. Geraadpleegd november 2008. • van den Hurk K, van Dommelen P, van Buuren S, et al.Prevalence of overweight and obesity in the Netherlands in 2003 compared to 1980 and 1997. Arch Dis Child 2007;92:992-5. • www.rivm.nl/vtv/object_document/ o4892n25472.html. Geraadpleegd november 2008.